Weemoedige herinnering aan Adrienne Monnier Zij ontdekte: Gide, Valéry, Léon-Paul Fasque, Joyce e.a. In de moestuin Chaplin zoals hij werkt Dansschool KWEKKEBDOM - Parklaan 6A De mode voor meneer ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN En zijn secretaresse hem ziet Vechtpartij oorzaak van dodelijk verkeersongeval Moeilijkheden in raad van Finsterwolde EDELHOUT HAARLEM Minister Beel volgt de gang van zaken nauwlettend Staking bij Henschel in Kassei geëindigd ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1955 V <v oor de<V rouw Tomaten (Van onze Parijse correspondent) ADRIENNE MONNIER is een naam die in het buitenland weinig weerklank zal vinden en waarbij zélfs in Frankrijk zich nog altijd niet zo heel erg veel oren zullen spitsen. Niettemin werd haar dood, nog maar enige weken geleden, als een slag gevoeld door allen die wel eens een blik hebben geslagen achter de schermen van het Franse litteraire leven. Adrienne Monnier was, vooral in de grote periode tussen de beide wereldoorlogen, zo ongeveer de éminence grise der Franse littera tuur. Ze beschikte over dat mysterieuze zesde zintuig, waardoor ze van een nieuwe verschijning, een jonge dichter of schrijver, altijd een jaar of tien eerder de waarde wist te onderscheiden dan de rest. Ze heeft zo fameuze ontdekkingen kunnen doen: een Gide, een Valéry, een Léon Paul Fargue, een Engelsman als Joyce, een Ame rikaan als Hemingway en Faulkner, allemaal kunstenaars die zij als uitgeefster in Frankrijk hun eerste kansen heeft gegeven. Adrienne Monnier was begonnen als secretaresse van de directrice van les Annales. Les Annates was de naam van een lichtelijk snobistische vereniging die ten behoeve van Tout Paris kunstenaars, diplomaten, politici liet optreden om de teksten van hun redevoeringen nader hand in een tijdschrift te publiceren. Daar leerde Adrienne Monnier het vak kennen, dat vreemde vak van letter kundig impresario dat eigenlijk alleen in Parijs wordt beoefend. Maar een be roemd man nog wat beroemder helpen maken, vond ze op den duur toch een taak die haar weinig bevrediging kon geven. Ze wilde wat anders en wat nieuws en om dat te bereiken was 't no dig dat ze eerst van de rechter Seine- oever naar de linkerkant verhuisde. Men moet namelijk weten dat de Seine Parijs in twee delen splitst die ook twee verschillende werelden zijn. Op de „rive droite" is de gezeten burgerij gevestigd, en de „rive gauche" met Montparnasse en het Quartier Latin is het oord waar vooral in die jaren de jonge kunstenaars alleen maar meenden te kunnen gedijen. Er waren er zelfs onder hen die er een eer in stel den nooit een Seine-brug te passeren, omdat ze zo'n passage bijna als een ver raad aan de kunst beschouwden! Op een goede dag, die volgde op een kwade dag, kon Adrienne Monnier haar ideaal verwezenlijken. Haar vader had een treinongeluk meegemaakt, en met de verzekeringspremie die hij ontving mocht Adrienne een oud boekenzaakje overnemen. Dat zaakje lag in de Rue de i'Odéon, in het hartje van de wijk, waar bijna alle grote Franse uitgeverijen zijn gevestigd, en dat winkeltje werd al spoedig zo'n brandpunt van artistiek verkeer, dat Paul Valéry eens met ver ering en ironie van de académie-Mon- nier kon spreken. Wind tegen In haar winkeltje zette nu Adrienne Monnier de actie voort, die ze vroeger bij de Annales had gevoerd, maar nu uitsluitend om jonge onbekende auteurs en dichters een podium te verschaffen: een Jules Romains las hier zijn eerste toneelstuk voor, een Cocteau droeg eigen gedichten voor, een Valéry sprak er voor 't eerst in Frankrijk over Edgar Poe, en natuurlijk werden hun werken ook hier uitgegeven, Die eerste bundels van litteratoren die later wereldberoemd zouden worden, bereiken in de antiqua riaten tegenwoordig fabelachtige prij zen. In die tijd heeft Adrienne Monnier zomin trouwens ais die schrijvers van die uitgaven minder profijt mogen trek ken. Herhaaldelijk was ze zelfs ver plicht bij meer gefortuneerde collega's aan te koppen met het verzoek een par tijtje onverkoopbare bundels over te nemen, wanneer ze zelf weer eens aan lager wal was geraakt. Zo verkocht ze in 1937 voor een habbekrats alle Franse vertalingen van de gedichten van Joyce aan de beroemde uitgever Gallimard, die wel even wachten kon tot de bete kenis van deze Engelse dichter eindelijk ook tot het Franse publiek zou zijn door gedrongen. Adrienne Monnier had hart voor haar werk en hart voor haar schijvers. En behalve hart had ze ook nog geloof in hen, in de dagen dat het publiek in die jonge kunstenaars alleen nog maar gekken en dwazen kon zien. Al kon ze haar protégés dan ook niet met goud behangen, ze moedigde hen met volle overtuiging aan en die morele steun is zeker nog wel van meer belang geweest voor hun ontwikkeling dan alle eerbe toon die ze later mochten oogsten. Vastgelopen Geen moeite was haar te veel om een jonge schrijver verder te helpen. Ze richtte kleine litteraire blaadjes op die 't zelden tot meer dan drie of vier af leveringen brachten, maar waarin de jongste talenten zichzelf tenminste ge drukt konden zien. Een stichtte Adrien ne Monnier zelfs een revuetje waarvan het enige doel was de ietwat losbandige dichter Léon-Paul Fargue die er de re dactie van werd opgedragen, wat zelf discipline en verantwoordelijkheidsbe sef bij te brengen. Fargue, die een paar prachtige poëtische boekjes over zijn zwerftochten door Parijs heeft geschre ven, was geen gemakkelijk en volgzaam man in de omgang. Na het tweede num mer was het nieuwe blad dan ook al hopeloos vastgelopen en Adrienne zocht alle kroegjes van de linkeroever af om haar redacteur op het spoor te komen. Toen ze hem eindelijk, in enigermate laveloze toestand, had gevonden, waren de enige woorden die Fargue nog uit kon brengen: „Ik geloof dat ik gek word." „Stel je gerust", antwoordde Adrienne, terwijl ze hem weer op de vermoede benen trachtte te hijsen, „dat is al lang gebeurd". Adrienne Monnier behoorde niet tot dat slag kunstbeschermsters die er al leen op uit zijn dat iets van de glans der grote geesten ook afstraalt op hen. Ze beschouwde zichzelf en werd beschouwd door hen als een hunner kameraden, op wie altijd kon worden gerekend. De laatste maanden van haar leven was ze met haar mémoires begonnen, die helaas niet meer konden worden voltooid. De schrijfster heeft zo de „amie des lettres" niet mogen overleven. De betekenis die ze voor de Franse letterkunde uit de laatste halve eeuw heeft gehad, en die aanzienlijk was, zal zo legende moeten blijven. Maar dat leek me nu juist een reden te méér om nog tijdig enige regels aan die legende te wijden. Want Adrien ne Monnier is beslist een vrouw geweest die héél ver boven de middelmaat heeft uitgestoken. Wie op tijd gezaaid heeft zal nu de jonge andijvieplanten voor vers gebruik doch ook voor winterprovisie kunnen poten. Andijvie houdt wel van een voed zame en goed vochtopgevende grond en u dient dus wel voor voldoende voedsel te zorgen; de bekende tuin- en gazon- mest kan voor dit doel uitstekend ge bruikt worden. Zet uw andijvieplanten niet te dicht op elkaar; een onderlinge afstand van ongeveer twintig centimeter is wel goed; later kunt u er dan ge makkelijk met de schoffel tussendoor. Aardappelen en dan denk ik aan de middenvroege soorten kunnen nu gerooid worden. Laat geen verdord of groen loof op de grond liggen en breng Het poten van andijvie. (Foto Turkenburg). het ook niet naar de composthoop, doch verwijder het liever. Spinazie is wel een voorjaarsbladgroente doch dat smaakt straks als afwisseling met de snij- en spercieboontjes toch ook wel weer; er kan nu nog eens gezaaid worden. Zo- merworteltjes zaaien is ook nog moge lijk, doch dan dient u dat eigenlijk in een broeibak je te doen; tegen de winter kunnen ze dan met glas worden afge schermd en kunt u ze bij strenge vorst met een rietmat bedekken; vroeg in het voorjaar kunnen dan al verse worteltjes uit eigen tuin geoogst worden. Adrienne Monnier Of u een tomaat, zoals het de ware liefhebber betaamt, uit het vuistje eet, dan wel er uw brood mee belegt, u ge niet van een vrucht, d'ie door haar vrij groot gehalte aan mineralen en vita mines beslist gezond genoemd mag worden. Rauw is de tomaat uit een oogpunt van voedingsleer belangrijker dan ge kookt. Daarom is een rauwe tomaat als broodbelegging ook zo aanbevelens waard. U kunt er iets bijzonders van maken door een garnering met slasaus of door de combinatie met een vlees-, vis- of eibelegging. Dat plakken rauwe tomaat met ge bakken ei of roerei zo heerlijk smaken, weet u waarschijnlijk uit ervaring. Maar wist u ook, dat tomaat en worst het samen zo goed kunnen vinden? Nog zijn de mogelijkheden met deze lekkere en gezonde vrucht niet uitge put: denk eens aan tomatensla met wat heel fijngesneden ui, prei of dille er doorheen; denk aan alle slaatjes, waar bij u tomaat kunt gebruiken als een be langrijke bijdrage aan smaak en kleur; dien eens gevulde tomaten op: koud met een sla, warm met b.v. een ragout van vlees, vis of groente, met gehakt, roerei of een pittige rijst; schenk uw gezinsleden en gasten een hartige en gezonde drank: tomatensap. Kortom: doe u tegoed aan tomaten zo lang ze er zijn. Gebruikt u tomatensap als feestdrank vóór de maaltijd, dan schijfjes citroen of komkommer in de rand van het glas steken en zoute koekjes, kaaskoekjes of blokjes kaas erbij geven. Men heeft wel 's gezegd dat geen man groot is in de ogen van zijn kamer heer. Het hangt er immers helemaal van af over welke ogen nu juist zo'n kamerdienaar beschikt. Dat een groot man helemaal niet kleiner wordt wan neer hij in zijn dagelijkse leven met de juiste blik wordt opgenomen, heeft pas mevrouw Isobel Deluz weer 's bewezen die een goed jaar als privé-secretaresse bij Charley Chaplin werkte en haar er varingen nu op schrift heeft gesteld. Een gemakkelijke patroon is Chap lin niet voor haar geweest. Ze moest heel hard werken en aanzienlijk har der dan enige zakenman op zijn bureau ooit van haar zou hebben verlangd. En verder had Charley zijn dagen, zijn buien, zijn neerslachtigheden en zijn opvliegende uitvallen. Maar daar ston den die andere momenten tegenover, dat de geest over Charley vaardig werd en zijn secretaresse daarvan getuige mocht zijn. Mevrouw Isobel Deluz trof op een dag in de Gazette de Lausanne, de plaats waar ze met haar man en zoon tje woonde, een advertentie aan waarin een steno-typiste werd gevraagd voor „filmwerkzaamheden". Een adres werd niet opgegeven, maar aanstonds ver moedde ze al dat Chaplin achter die annonce stond die zich toen juist in de buurt gevestigd had. Isobel Deluz tele- foneeerde direct naar het opgegeven nummer en een haperende vrouwestem, die slechts met de grootste moeite uit haar Franse zinnen kwam, bleek toen al gauw aan Oona, Chaplin's vrouw, te behoren. Er werd een afspraak ge maakt en de volgende dag werd Isobel met bonzend hart door een allervrien delijkste Chaplin in zijn bibliotheek ontvangen. Hij droeg een grijs pak dat nauwelijks minder versleten was dan de lompen die zijn leden in zijn eerste films bedekten, en zijn armen staken bij de ellebogen door de mouwen van zijn lichtblauwe pullover. Zijn haren waren parelgrijs geworden maar des ondanks maakte hij met zijn vijfenzes tig jaren nog de indruk van een jonge man. Hoe harder hij werkt, hoe minder aandacht hij overigens aan zijn uiterlijk pleegt te besteden. En in de dagen van koortsachtig activiteit, kon 't wel 's voorkomen, verklapt Isobel, dat hij zich in een week niet meer dan één maal schoor. Maar zelfs door zo'n na latigheid hoeft een groot man in de ogen van zijn secretaresse nog niet kleiner te worden. De bedoeling was intussen dat me vrouw Deluz Charley als secretaresse bij zou staan om dan bovendien nog het contact te verzekeren tussen de zes leden van het huispersoneel en de toen achtentwintigjarige Oona die 't Frans niet al te vlot meester was en in die tijd juist haar vijfde kind ver wachtte. Maar dat huishoudelijke deel van haar taak kwam al gauw in de ver drukking door de werkzaamheden die Charley van haar eiste. Chaplin had juist Moonlight voltooid en hij liep rond met plannen voor twee andere films. Een zou handelen over Jeanne d'Arc, waarvoor hij een jonge actrice zocht. Maar toen hij die einde lijk na maanden speurtochten van een heel leger impresario's in alle studio's en toneelscholen van de wereld had ge vonden, toen gaf hij dit voornemen maar weer op. Het andere plan betrof een film die vermoedelijk de Koning zal heten, en die volgens Isobel Deluz, het grootste meesterwerk van zijn hele carrière belocft te worden. Charley vertelt daarin de belevenissen van een onttroonde vorst die naar Zwitserland uitwijkt en van daaruit een heroïsche en hopeloze strijd tegen zijn politieke tegenstanders en diplomaten onder neemt, om te voorkomen dat zijn land een bolwerk in een toekomstige atoom oorlog zal worden. Zoals bekend bereidt Chaplin alle onderdelen van een film altijd zelf en alleen voor. Nadat hij een globaal sce nario heeft ontworpen moeten de dialo gen op schrift worden gesteld, en voor dat werk had hij de bijstand van me vrouw Deluz ingeroepen. Hij sluit zich 's winters dan hermetisch af van de buitenwereld in zijn bibliotheek en al leen 's middags mocht Oona een kopje thee komen drinken. Hij kan dan zelfs zijn eigen kinderen, waarvan hij ove rigens zielsveel houdt, niet verdragen en daarom had hij een eigen huis voor hen in het park van zijn villa laten bouwen. Ook honden en katten moeten uit zijn buurt blijven en 't is herhaal delijk voorgekomen dat Charley als een woesteling naar buiten rende omdat hij was gestoord door het geblaf in de ver te. Zelfs alle bloemen en planten moe ten uit zijn kamer worden verwijderd, omdat Charley er heilig van overtuigd is dat hun geur nadelig is voor de zuur stof die hij nodig heeft. Alle rollen worden door Chaplin eeist zélf gespeeld alvorens de tekst wordt overgeschreven. Zo was er een scène van de aankomst van de koning in zijn Zwitserse hotel die in de film niet meer dan een halve minuut in beslag zal nemen, maar waarop hij met zijn secretaresse weken heeft gezwoegd. Charley loopt op de repetitie naar het venster, pakt het gordijn op en brengt dat als een telefoon naar zijn oor. Ober, breng me een whisky, klonk 't eerst gebiedend. Neen, niet zo, viel Chaplin zichzelf direct in de. rede. Hij spreekt dezelfde zin dan met een doffe en vermoeide stem uit. Alweer mis. Dan tracht hij alle vriendelijke charme, waarover hij beschikt, in zijn stem te leggen. Ook al weer niet goed. Tenslot te brengt hij er die woorden hakkelend en stotterend uit en dan heeft hij ein delijk de gewenste intonatie gevonden. En al die tijd heeft mevr. Deluz met haar blocnote op haar schoot aan zijn voeten gezeten om te trachten diezelfde woorden met hun verschillende accen ten zo getrouw mogelijk vast te leg gen. Soms kwam de inval ook plotseling en geheel onverwacht. Zoals die lief desverklaring I love you, I love you, I love you, die Chaplin op zijn knieën uitspreekt voor da Griekse beeldjes die de pendule op zijn schoorsteen mantel versieren. Als een kind zo uit gelaten was hij toen en dan kon mevr. Deluz hem niet genoeg herhalen hoe prachtig en verrukelijk ook zij zo'n vondst gevonden had. Isobel Deluz verdient, vind ik, onze waardering. Niet alleen omdat ze Charley zo goed zal hebben bijgestaan, maar vooral ook omdat ze hem voor ons zo levendig en boeiend heeft be schreven: als de grote man die óók voor zijn onmiddellijke omgeving niets van zijn grootheid had verloren. Ève ADVERTENTIE Dansles Inschrijving voor de nieuwe cursussen vanaf 1 September 's avonds van 7 tot 9 uur Privéles op elk verlangd uur. Vraagt ons gratis prospectus. Tel. 13525 - Haarlem Een fluwelen overgooier, die men aan de voorzijde geheel kan dichtknopen of gedeeltelijk open dragen, kan op koele zomerse dagen de zomermantel vervangen. In vroeger tijden was de kleding van de man evenzeer aan de decreten van de mode onderworpen als die van de vrouw. Daarna kwam er een tijd, dat mijnheer er zich minder van aantrok hoe hij er bijliep. Langzamerhand is hierin weer een kente ring gekomen de man is meer mode- minded geworden en speciaal de jeugd geeft in dit opzicht het goede voorbeeld. Laten we nu eens proberen aan de hand van de thans bekend zijnde gegevens uit de Nederlandse modecentra u de man te schetsen, zoals hij er volgens de regelen behoort uit te zien. Hij draagt, op Italiaans bevel, een costuum van het één rij-drie- knoopsmodel. Zijn silhouet is iets anders dan enkele jaren geleden, daar de schou derlijn enigszins bol verloopt. Hoewel de schouders breder zijn, hebben de dikke vullingen afgedaan, zodat er niet met hulp middelen het beeld ontstaat van een 100% he-man. We zien verder het ronde verloop van het colbert aan de onderkant en ook, dat de zakken van kleppen zijn voorzien. Ticketzakjes zijn blijkbaar als ondingen afgezworen. De Nederlandse man heeft nooit zo veel opgehad met die heldhaftig staande brede revers. De smalle voldeden hier ook niet, vandaar dat men er nu zo'n beetje tussenin blijft. Prefereert hij sportkleding, dan dient hij te bedenken, dat combinaties zich welis waar handhaven, maar het volledige sport- costuum terrein wint. De colberts vertonen dezelfde lijn als die van de gewone cos- tuums; kléine fantasiedessins in grijs en bruin of grijs en blauw zijn zeer up to date. Een nieuwtje is de pantalon, waarin 50% dacron is verwerkt, wat een blijvende vouw tot resultaat geeft een uitkomst voor vrijgezellen! Wijde slobberbroeken zijn voorlopig uit de mode. De huidige voetwijdte is niet meer dan 46-48 centimeter en de pantalon zal ook op dijhoogte minder wijd zijn. Mijnheer zal moeten wennen aan een om slag van zes centimeter of zelfs aan een volkomen afwezigheid daarvan. Effen stof maakt langzamerhand plaats voor kleine dessins. Men doet er goed aan bij de aankoop van een nieuw costuum in gedachten te houden, dat beige waarschijn lijk dé modekleur zal worden. In volgorde van belangrijkheid treffen we vervolgens op het palet der modetinten aan: charcoal- brown, grijs met blauw, grijs met bruin en groen en gewoon grijs of blauw. Een ten- denz naar donkergrijs gemêleerd is merk baar; tinten van bruin zullen het ook nog wel doen. De overjassen vertonen dezelfde lijn als de costuums. Komende winter kan men zich alleen modieus gekleed achten met een jas, die vrij kort valt. De modellen zijn ook één-rij's, de kleine dessins overheersen. Ook diagonaals'trepen en zware tweed typen komen voor. Het ulstermodel wordt niet meer aangekeken, maar raglan is nog wel „en vogue". Opmerkelijk is voorts, dat de keuze elk jaar groter wordt. Vier of vijf jaar geleden liep elke man noodge dwongen met hetzelfde type overjas. De in de mode zijnde korte regenjas mis staat volstrekt niet als demie. Denk eraan, dat bij de raglanmouw korte revers beho ren, bij de ingezette mouw zijn deze van normale grootte. De voornaamste kleuren zijn middengrijs en gedekt beige. Loden jassen, vooral in jagersgroen, gecombineerd met grijs en met visgraat- of diagonaaldes sins, komen hoe langer hoe meer in trek. Bekijken we nu onze gefantaseerde heer wat nader, dan valt ons op, dat hij geen vest van dezelfde stof als het costuum draagt. Deze zijn nog steeds taboe. De fantasievesten zijn echter aan de winnende hand. Pullovers worden ook al door de Ita liaanse lijn beïnvloed en sporttruien komen veel voor in een grove patentsteek met fantasiebanden over de borst. Voor het winterseizoen bestemd zijn krimpvrije flanellen overhemden in chan geant effecten of kleine ruitjes, speciaal passend bij sportcombinaties. In het ge klede genre zullen we veel poplins zien in wit, beige en grijs, met vaste boord. Er is een nieuwtje te vertellen over boor den. Om het gemak te dienen is een soort uitgedacht met superpolyamides tussen bovendek en voering. Dit materiaal hecht zich bij het strijken aan beide lagen vast ADVERTENTIE ZIJLSTRAAT 96 TELEF.: 20340 In de nacht van Donderdag op Vrijdag te ongeveer tien voor twaalf reed de 52- jarige autohandelaar A. Post uit Almelo op de Amersfoortseweg in de gemeente Zeist in de richting Amersfoort. Achter in de wagen zaten de gebroeders H. van de M. en W. van de M. uit Apeldoorn. Zij kre gen onenigheid en raakten in de auto slaags. Daarop bracht de bestuurder P. de wagen tot stilstand, waarna de broers het voertuig verlieten en het handgemeen op de weg voortzetten. Ook de autohandelaar verliet de wagen, echter aan de verkeerde zijde. Op dat moment naderde uit de richting Amersfoort een andere personenauto, waardoor P. werd aangereden. Hij werd enige meters door de lucht geslingerd en kwam nog in aanraking met een andere wagen, die uit de richting Utrecht naderde. De heer P. was op slag dood. Toen de po litie van Zeist arriveerde waren de beide broers verdwenen en een onmiddellijk in gesteld onderzoek met een politiehond baatte niet. Later hebben de broers zich respectievelijk bij de politie te Amersfoort en te Apeldoorn gemeld. Zij zijn naar Zeist overgebracht voor een nader verhoor. en heft het verschil in krimping op. De soepelheid en poreusheid blijft en het boord kan worden gesteven. Een noviteit in dassen (meest smaller van model dan gewoonlijk) is het type, dat van boven iets breder is, waardoor er een dikkere knoop ontstaat. Het witte fond met een werkje (alweer Italiaans) blijft nog wel een tijdje, maar er wordt nu ook een das met zwart fond en kleine oud rose of gouden dessins gelanceerd, soms ook met smalle diagonaal streepjes. Een nieuwe kleur, geheel in overeenstemming met het atoomtijdperk, is uraniumgrijs. Dat de sok zoveel mogelijk bij de das behoort te pas sen, weten we zo langzamerhand wel. Wollen shawls, in patentsteek gebreid en uitgevoerd in zwart en geel, blijven de Nederlandse man aantrekken. Beige is ook hier in opkomst. Voorts is er een sterke tendenz naar natuurzijde. Voor de steeds zeldzamer wordende hoedendragers hebben we dit advies: het sportieve karakter treed steeds meer op de voorgrond. De viltcap, van bovenaf gezien zonder klep, wordt schoorvoetend door een deel van onze heren aanvaard. Nog even een kort woord over de avond kleding: in een costuum met een donker dessin, met daaronder een wit overhemd en een lichte das, kan men zich tegenwoor dig gerust vertonen op manifestaties, waar bij toilet wordt gemaakt. Officieel modieus is de heer echter pas met de één rij smo king, met één knoop gesloten en voorzien van ronde revers. Daarbij wordt een van achter sluitende ceintuur in bordeaux, don- ker-groen of marine gedragen. Het strikje behoort natuurlijk in overeenstemming te zijn met die ceintuur. T. R. Het Tweede Kamerlid de heer Maenen (KVP) heeft onlangs aan de minister van Binnenlandse Zaken vragen gesteld over de moeilijkheden in de gemeenteraad van Finsterwolde. De heer Maenen vroeg: Is het waar, dat door twee fracties van de gemeenteraad van Finsterwolde aan de voorzitter van die raad brieven zijn over handigd met de mededeling, dat de leden dezer fracties, die de grootst mogelijke minderheid van de raad vormen, thans ern stig overwegen het lidmaatschap van de raad neer te leggen of althans ook in de toekomst de raadsvergaderingen niet bij te wonen, als protest tegen het anti-democra tisch en onbehoorlijk optreden van de com munistische raadsmeerderheid? Is de minister bereid een onderzoek te doen instellen naar de gang van zaken in Finsterwolde en, indien mocht blijken, dat de bezwaren van de raadsminderheid ge grond zijn, maatregelen te overwegen om deze op korte termijn zoveel mogelijk op te heffen? De minister van Binnenlandse Zaken heeft hierop geantwoord: De leden van twee fracties van de ge meenteraad van Finsterwolde hebben op 20 Juni aan de voorzitter van de raad brieven doen toekomen van de strekking, als in de vragen bedoeld. Naar de minister uit ingewonnen inlich tingen is gebleken, valt de houding van de meerderheid van de raad van Finsterwolde op verschillende punten te laken. De gang van zaken in het bestuur van deze gemeen te vervult hem met zorg. Hij volgt deze nauwlettend en overweegt, langs welke weg een meer bevredigende toestand kan worden verkregen. Hij zal niet nalaten passende maat regelen voor te stellen, als onverhoopt de noodzaak daartoe zich doet gevoelen. KASSEL (Reuter) De staking bij de Henschelfabriek te Kassei is geëindigd. Het stakingscomité heeft de arbeiders op geroepen Maandag het werk te hervatten. De achtduizend stakers hebben brieven van de directie ontvangen, waarin werd ver klaard dat het mogelijk moest zijn een einde aan de staking te maken. De vakvereniging van metaalarbeiders en het stakingscomité konden zich met de in houd van de brief verenigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 9