Weemoedige herinnering aan
Adrienne Monnier
Zij ontdekte: Gide, Valéry,
Léon-Paul Fasque, Joyce e.a.
In de moestuin
Chaplin zoals hij werkt
Dansschool KWEKKEBDOM - Parklaan 6A
De mode voor meneer
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
En zijn secretaresse hem ziet
Vechtpartij oorzaak van
dodelijk verkeersongeval
Moeilijkheden in raad
van Finsterwolde
EDELHOUT
HAARLEM
Minister Beel volgt de gang
van zaken nauwlettend
Staking bij Henschel in
Kassei geëindigd
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1955
V
<v
oor
de<V
rouw Tomaten
(Van onze Parijse correspondent)
ADRIENNE MONNIER is een naam die in het buitenland weinig weerklank zal
vinden en waarbij zélfs in Frankrijk zich nog altijd niet zo heel erg veel oren
zullen spitsen. Niettemin werd haar dood, nog maar enige weken geleden, als een
slag gevoeld door allen die wel eens een blik hebben geslagen achter de schermen
van het Franse litteraire leven. Adrienne Monnier was, vooral in de grote periode
tussen de beide wereldoorlogen, zo ongeveer de éminence grise der Franse littera
tuur. Ze beschikte over dat mysterieuze zesde zintuig, waardoor ze van een nieuwe
verschijning, een jonge dichter of schrijver, altijd een jaar of tien eerder de waarde
wist te onderscheiden dan de rest. Ze heeft zo fameuze ontdekkingen kunnen doen:
een Gide, een Valéry, een Léon Paul Fargue, een Engelsman als Joyce, een Ame
rikaan als Hemingway en Faulkner, allemaal kunstenaars die zij als uitgeefster
in Frankrijk hun eerste kansen heeft gegeven.
Adrienne Monnier was begonnen als
secretaresse van de directrice van les
Annales. Les Annates was de naam van
een lichtelijk snobistische vereniging die
ten behoeve van Tout Paris kunstenaars,
diplomaten, politici liet optreden om de
teksten van hun redevoeringen nader
hand in een tijdschrift te publiceren.
Daar leerde Adrienne Monnier het vak
kennen, dat vreemde vak van letter
kundig impresario dat eigenlijk alleen
in Parijs wordt beoefend. Maar een be
roemd man nog wat beroemder helpen
maken, vond ze op den duur toch een
taak die haar weinig bevrediging kon
geven. Ze wilde wat anders en wat
nieuws en om dat te bereiken was 't no
dig dat ze eerst van de rechter Seine-
oever naar de linkerkant verhuisde.
Men moet namelijk weten dat de Seine
Parijs in twee delen splitst die ook twee
verschillende werelden zijn. Op de „rive
droite" is de gezeten burgerij gevestigd,
en de „rive gauche" met Montparnasse
en het Quartier Latin is het oord
waar vooral in die jaren de jonge
kunstenaars alleen maar meenden te
kunnen gedijen. Er waren er zelfs
onder hen die er een eer in stel
den nooit een Seine-brug te passeren,
omdat ze zo'n passage bijna als een ver
raad aan de kunst beschouwden! Op een
goede dag, die volgde op een kwade
dag, kon Adrienne Monnier haar ideaal
verwezenlijken. Haar vader had een
treinongeluk meegemaakt, en met de
verzekeringspremie die hij ontving
mocht Adrienne een oud boekenzaakje
overnemen. Dat zaakje lag in de Rue de
i'Odéon, in het hartje van de wijk, waar
bijna alle grote Franse uitgeverijen zijn
gevestigd, en dat winkeltje werd al
spoedig zo'n brandpunt van artistiek
verkeer, dat Paul Valéry eens met ver
ering en ironie van de académie-Mon-
nier kon spreken.
Wind tegen
In haar winkeltje zette nu Adrienne
Monnier de actie voort, die ze vroeger
bij de Annales had gevoerd, maar nu
uitsluitend om jonge onbekende auteurs
en dichters een podium te verschaffen:
een Jules Romains las hier zijn eerste
toneelstuk voor, een Cocteau droeg
eigen gedichten voor, een Valéry sprak
er voor 't eerst in Frankrijk over Edgar
Poe, en natuurlijk werden hun werken
ook hier uitgegeven, Die eerste bundels
van litteratoren die later wereldberoemd
zouden worden, bereiken in de antiqua
riaten tegenwoordig fabelachtige prij
zen. In die tijd heeft Adrienne Monnier
zomin trouwens ais die schrijvers van
die uitgaven minder profijt mogen trek
ken. Herhaaldelijk was ze zelfs ver
plicht bij meer gefortuneerde collega's
aan te koppen met het verzoek een par
tijtje onverkoopbare bundels over te
nemen, wanneer ze zelf weer eens aan
lager wal was geraakt. Zo verkocht ze
in 1937 voor een habbekrats alle Franse
vertalingen van de gedichten van Joyce
aan de beroemde uitgever Gallimard,
die wel even wachten kon tot de bete
kenis van deze Engelse dichter eindelijk
ook tot het Franse publiek zou zijn door
gedrongen.
Adrienne Monnier had hart voor
haar werk en hart voor haar schijvers.
En behalve hart had ze ook nog geloof
in hen, in de dagen dat het publiek in
die jonge kunstenaars alleen nog maar
gekken en dwazen kon zien. Al kon ze
haar protégés dan ook niet met goud
behangen, ze moedigde hen met volle
overtuiging aan en die morele steun is
zeker nog wel van meer belang geweest
voor hun ontwikkeling dan alle eerbe
toon die ze later mochten oogsten.
Vastgelopen
Geen moeite was haar te veel om een
jonge schrijver verder te helpen. Ze
richtte kleine litteraire blaadjes op die
't zelden tot meer dan drie of vier af
leveringen brachten, maar waarin de
jongste talenten zichzelf tenminste ge
drukt konden zien. Een stichtte Adrien
ne Monnier zelfs een revuetje waarvan
het enige doel was de ietwat losbandige
dichter Léon-Paul Fargue die er de re
dactie van werd opgedragen, wat zelf
discipline en verantwoordelijkheidsbe
sef bij te brengen. Fargue, die een paar
prachtige poëtische boekjes over zijn
zwerftochten door Parijs heeft geschre
ven, was geen gemakkelijk en volgzaam
man in de omgang. Na het tweede num
mer was het nieuwe blad dan ook al
hopeloos vastgelopen en Adrienne zocht
alle kroegjes van de linkeroever af om
haar redacteur op het spoor te komen.
Toen ze hem eindelijk, in enigermate
laveloze toestand, had gevonden, waren
de enige woorden die Fargue nog uit
kon brengen: „Ik geloof dat ik gek
word." „Stel je gerust", antwoordde
Adrienne, terwijl ze hem weer op de
vermoede benen trachtte te hijsen, „dat
is al lang gebeurd".
Adrienne Monnier behoorde niet tot
dat slag kunstbeschermsters die er al
leen op uit zijn dat iets van de glans der
grote geesten ook afstraalt op hen. Ze
beschouwde zichzelf en werd beschouwd
door hen als een hunner kameraden, op
wie altijd kon worden gerekend. De
laatste maanden van haar leven was ze
met haar mémoires begonnen, die helaas
niet meer konden worden voltooid. De
schrijfster heeft zo de „amie des lettres"
niet mogen overleven. De betekenis die
ze voor de Franse letterkunde uit de
laatste halve eeuw heeft gehad, en die
aanzienlijk was, zal zo legende moeten
blijven. Maar dat leek me nu juist een
reden te méér om nog tijdig enige regels
aan die legende te wijden. Want Adrien
ne Monnier is beslist een vrouw geweest
die héél ver boven de middelmaat heeft
uitgestoken.
Wie op tijd gezaaid heeft zal nu de
jonge andijvieplanten voor vers gebruik
doch ook voor winterprovisie kunnen
poten. Andijvie houdt wel van een voed
zame en goed vochtopgevende grond en
u dient dus wel voor voldoende voedsel
te zorgen; de bekende tuin- en gazon-
mest kan voor dit doel uitstekend ge
bruikt worden. Zet uw andijvieplanten
niet te dicht op elkaar; een onderlinge
afstand van ongeveer twintig centimeter
is wel goed; later kunt u er dan ge
makkelijk met de schoffel tussendoor.
Aardappelen en dan denk ik aan
de middenvroege soorten kunnen nu
gerooid worden. Laat geen verdord of
groen loof op de grond liggen en breng
Het poten van andijvie.
(Foto Turkenburg).
het ook niet naar de composthoop, doch
verwijder het liever. Spinazie is wel een
voorjaarsbladgroente doch dat smaakt
straks als afwisseling met de snij- en
spercieboontjes toch ook wel weer; er
kan nu nog eens gezaaid worden. Zo-
merworteltjes zaaien is ook nog moge
lijk, doch dan dient u dat eigenlijk in
een broeibak je te doen; tegen de winter
kunnen ze dan met glas worden afge
schermd en kunt u ze bij strenge vorst
met een rietmat bedekken; vroeg in het
voorjaar kunnen dan al verse worteltjes
uit eigen tuin geoogst worden.
Adrienne Monnier
Of u een tomaat, zoals het de ware
liefhebber betaamt, uit het vuistje eet,
dan wel er uw brood mee belegt, u ge
niet van een vrucht, d'ie door haar vrij
groot gehalte aan mineralen en vita
mines beslist gezond genoemd mag
worden.
Rauw is de tomaat uit een oogpunt
van voedingsleer belangrijker dan ge
kookt. Daarom is een rauwe tomaat als
broodbelegging ook zo aanbevelens
waard. U kunt er iets bijzonders van
maken door een garnering met slasaus
of door de combinatie met een vlees-,
vis- of eibelegging.
Dat plakken rauwe tomaat met ge
bakken ei of roerei zo heerlijk smaken,
weet u waarschijnlijk uit ervaring.
Maar wist u ook, dat tomaat en worst
het samen zo goed kunnen vinden?
Nog zijn de mogelijkheden met deze
lekkere en gezonde vrucht niet uitge
put:
denk eens aan tomatensla met wat
heel fijngesneden ui, prei of dille er
doorheen; denk aan alle slaatjes, waar
bij u tomaat kunt gebruiken als een be
langrijke bijdrage aan smaak en kleur;
dien eens gevulde tomaten op: koud
met een sla, warm met b.v. een ragout
van vlees, vis of groente, met gehakt,
roerei of een pittige rijst;
schenk uw gezinsleden en gasten een
hartige en gezonde drank: tomatensap.
Kortom: doe u tegoed aan tomaten
zo lang ze er zijn.
Gebruikt u tomatensap als feestdrank
vóór de maaltijd, dan schijfjes citroen
of komkommer in de rand van het glas
steken en zoute koekjes, kaaskoekjes
of blokjes kaas erbij geven.
Men heeft wel 's gezegd dat geen
man groot is in de ogen van zijn kamer
heer. Het hangt er immers helemaal
van af over welke ogen nu juist zo'n
kamerdienaar beschikt. Dat een groot
man helemaal niet kleiner wordt wan
neer hij in zijn dagelijkse leven met de
juiste blik wordt opgenomen, heeft pas
mevrouw Isobel Deluz weer 's bewezen
die een goed jaar als privé-secretaresse
bij Charley Chaplin werkte en haar er
varingen nu op schrift heeft gesteld.
Een gemakkelijke patroon is Chap
lin niet voor haar geweest. Ze moest
heel hard werken en aanzienlijk har
der dan enige zakenman op zijn bureau
ooit van haar zou hebben verlangd. En
verder had Charley zijn dagen, zijn
buien, zijn neerslachtigheden en zijn
opvliegende uitvallen. Maar daar ston
den die andere momenten tegenover,
dat de geest over Charley vaardig werd
en zijn secretaresse daarvan getuige
mocht zijn.
Mevrouw Isobel Deluz trof op een
dag in de Gazette de Lausanne, de
plaats waar ze met haar man en zoon
tje woonde, een advertentie aan waarin
een steno-typiste werd gevraagd voor
„filmwerkzaamheden". Een adres werd
niet opgegeven, maar aanstonds ver
moedde ze al dat Chaplin achter die
annonce stond die zich toen juist in de
buurt gevestigd had. Isobel Deluz tele-
foneeerde direct naar het opgegeven
nummer en een haperende vrouwestem,
die slechts met de grootste moeite uit
haar Franse zinnen kwam, bleek toen
al gauw aan Oona, Chaplin's vrouw, te
behoren. Er werd een afspraak ge
maakt en de volgende dag werd Isobel
met bonzend hart door een allervrien
delijkste Chaplin in zijn bibliotheek
ontvangen. Hij droeg een grijs pak dat
nauwelijks minder versleten was dan
de lompen die zijn leden in zijn eerste
films bedekten, en zijn armen staken
bij de ellebogen door de mouwen van
zijn lichtblauwe pullover. Zijn haren
waren parelgrijs geworden maar des
ondanks maakte hij met zijn vijfenzes
tig jaren nog de indruk van een jonge
man. Hoe harder hij werkt, hoe minder
aandacht hij overigens aan zijn uiterlijk
pleegt te besteden. En in de dagen van
koortsachtig activiteit, kon 't wel 's
voorkomen, verklapt Isobel, dat hij
zich in een week niet meer dan één
maal schoor. Maar zelfs door zo'n na
latigheid hoeft een groot man in de
ogen van zijn secretaresse nog niet
kleiner te worden.
De bedoeling was intussen dat me
vrouw Deluz Charley als secretaresse
bij zou staan om dan bovendien nog
het contact te verzekeren tussen de
zes leden van het huispersoneel en de
toen achtentwintigjarige Oona die 't
Frans niet al te vlot meester was en in
die tijd juist haar vijfde kind ver
wachtte. Maar dat huishoudelijke deel
van haar taak kwam al gauw in de ver
drukking door de werkzaamheden die
Charley van haar eiste.
Chaplin had juist Moonlight voltooid
en hij liep rond met plannen voor twee
andere films. Een zou handelen over
Jeanne d'Arc, waarvoor hij een jonge
actrice zocht. Maar toen hij die einde
lijk na maanden speurtochten van een
heel leger impresario's in alle studio's
en toneelscholen van de wereld had ge
vonden, toen gaf hij dit voornemen
maar weer op. Het andere plan betrof
een film die vermoedelijk de Koning
zal heten, en die volgens Isobel Deluz,
het grootste meesterwerk van zijn hele
carrière belocft te worden. Charley
vertelt daarin de belevenissen van een
onttroonde vorst die naar Zwitserland
uitwijkt en van daaruit een heroïsche
en hopeloze strijd tegen zijn politieke
tegenstanders en diplomaten onder
neemt, om te voorkomen dat zijn land
een bolwerk in een toekomstige atoom
oorlog zal worden.
Zoals bekend bereidt Chaplin alle
onderdelen van een film altijd zelf en
alleen voor. Nadat hij een globaal sce
nario heeft ontworpen moeten de dialo
gen op schrift worden gesteld, en voor
dat werk had hij de bijstand van me
vrouw Deluz ingeroepen. Hij sluit zich
's winters dan hermetisch af van de
buitenwereld in zijn bibliotheek en al
leen 's middags mocht Oona een kopje
thee komen drinken. Hij kan dan zelfs
zijn eigen kinderen, waarvan hij ove
rigens zielsveel houdt, niet verdragen
en daarom had hij een eigen huis voor
hen in het park van zijn villa laten
bouwen. Ook honden en katten moeten
uit zijn buurt blijven en 't is herhaal
delijk voorgekomen dat Charley als een
woesteling naar buiten rende omdat hij
was gestoord door het geblaf in de ver
te. Zelfs alle bloemen en planten moe
ten uit zijn kamer worden verwijderd,
omdat Charley er heilig van overtuigd
is dat hun geur nadelig is voor de zuur
stof die hij nodig heeft.
Alle rollen worden door Chaplin eeist
zélf gespeeld alvorens de tekst wordt
overgeschreven. Zo was er een scène
van de aankomst van de koning in zijn
Zwitserse hotel die in de film niet
meer dan een halve minuut in beslag
zal nemen, maar waarop hij met zijn
secretaresse weken heeft gezwoegd.
Charley loopt op de repetitie naar het
venster, pakt het gordijn op en brengt
dat als een telefoon naar zijn oor.
Ober, breng me een whisky, klonk 't
eerst gebiedend. Neen, niet zo, viel
Chaplin zichzelf direct in de. rede. Hij
spreekt dezelfde zin dan met een doffe
en vermoeide stem uit. Alweer mis. Dan
tracht hij alle vriendelijke charme,
waarover hij beschikt, in zijn stem te
leggen. Ook al weer niet goed. Tenslot
te brengt hij er die woorden hakkelend
en stotterend uit en dan heeft hij ein
delijk de gewenste intonatie gevonden.
En al die tijd heeft mevr. Deluz met
haar blocnote op haar schoot aan zijn
voeten gezeten om te trachten diezelfde
woorden met hun verschillende accen
ten zo getrouw mogelijk vast te leg
gen.
Soms kwam de inval ook plotseling
en geheel onverwacht. Zoals die lief
desverklaring I love you, I love you,
I love you, die Chaplin op zijn knieën
uitspreekt voor da Griekse beeldjes
die de pendule op zijn schoorsteen
mantel versieren. Als een kind zo uit
gelaten was hij toen en dan kon mevr.
Deluz hem niet genoeg herhalen hoe
prachtig en verrukelijk ook zij zo'n
vondst gevonden had.
Isobel Deluz verdient, vind ik, onze
waardering. Niet alleen omdat ze
Charley zo goed zal hebben bijgestaan,
maar vooral ook omdat ze hem voor
ons zo levendig en boeiend heeft be
schreven: als de grote man die óók
voor zijn onmiddellijke omgeving niets
van zijn grootheid had verloren.
Ève
ADVERTENTIE
Dansles
Inschrijving voor de nieuwe
cursussen vanaf 1 September
's avonds van 7 tot 9 uur
Privéles op elk verlangd uur.
Vraagt ons gratis prospectus.
Tel. 13525 - Haarlem
Een fluwelen overgooier, die men aan
de voorzijde geheel kan dichtknopen of
gedeeltelijk open dragen, kan op koele
zomerse dagen de zomermantel
vervangen.
In vroeger tijden was de kleding van de
man evenzeer aan de decreten van de mode
onderworpen als die van de vrouw. Daarna
kwam er een tijd, dat mijnheer er zich
minder van aantrok hoe hij er bijliep.
Langzamerhand is hierin weer een kente
ring gekomen de man is meer mode-
minded geworden en speciaal de jeugd
geeft in dit opzicht het goede voorbeeld.
Laten we nu eens proberen aan de hand
van de thans bekend zijnde gegevens uit
de Nederlandse modecentra u de man te
schetsen, zoals hij er volgens de regelen
behoort uit te zien. Hij draagt, op Italiaans
bevel, een costuum van het één rij-drie-
knoopsmodel. Zijn silhouet is iets anders
dan enkele jaren geleden, daar de schou
derlijn enigszins bol verloopt. Hoewel de
schouders breder zijn, hebben de dikke
vullingen afgedaan, zodat er niet met hulp
middelen het beeld ontstaat van een 100%
he-man. We zien verder het ronde verloop
van het colbert aan de onderkant en ook,
dat de zakken van kleppen zijn voorzien.
Ticketzakjes zijn blijkbaar als ondingen
afgezworen. De Nederlandse man heeft
nooit zo veel opgehad met die heldhaftig
staande brede revers. De smalle voldeden
hier ook niet, vandaar dat men er nu zo'n
beetje tussenin blijft.
Prefereert hij sportkleding, dan dient hij
te bedenken, dat combinaties zich welis
waar handhaven, maar het volledige sport-
costuum terrein wint. De colberts vertonen
dezelfde lijn als die van de gewone cos-
tuums; kléine fantasiedessins in grijs en
bruin of grijs en blauw zijn zeer up to date.
Een nieuwtje is de pantalon, waarin 50%
dacron is verwerkt, wat een blijvende
vouw tot resultaat geeft een uitkomst
voor vrijgezellen!
Wijde slobberbroeken zijn voorlopig uit
de mode. De huidige voetwijdte is niet
meer dan 46-48 centimeter en de pantalon
zal ook op dijhoogte minder wijd zijn.
Mijnheer zal moeten wennen aan een om
slag van zes centimeter of zelfs aan een
volkomen afwezigheid daarvan.
Effen stof maakt langzamerhand plaats
voor kleine dessins. Men doet er goed aan
bij de aankoop van een nieuw costuum in
gedachten te houden, dat beige waarschijn
lijk dé modekleur zal worden. In volgorde
van belangrijkheid treffen we vervolgens
op het palet der modetinten aan: charcoal-
brown, grijs met blauw, grijs met bruin en
groen en gewoon grijs of blauw. Een ten-
denz naar donkergrijs gemêleerd is merk
baar; tinten van bruin zullen het ook nog
wel doen.
De overjassen vertonen dezelfde lijn als
de costuums. Komende winter kan men
zich alleen modieus gekleed achten met een
jas, die vrij kort valt. De modellen zijn ook
één-rij's, de kleine dessins overheersen.
Ook diagonaals'trepen en zware tweed
typen komen voor. Het ulstermodel wordt
niet meer aangekeken, maar raglan is nog
wel „en vogue". Opmerkelijk is voorts, dat
de keuze elk jaar groter wordt. Vier of
vijf jaar geleden liep elke man noodge
dwongen met hetzelfde type overjas.
De in de mode zijnde korte regenjas mis
staat volstrekt niet als demie. Denk eraan,
dat bij de raglanmouw korte revers beho
ren, bij de ingezette mouw zijn deze van
normale grootte. De voornaamste kleuren
zijn middengrijs en gedekt beige. Loden
jassen, vooral in jagersgroen, gecombineerd
met grijs en met visgraat- of diagonaaldes
sins, komen hoe langer hoe meer in trek.
Bekijken we nu onze gefantaseerde heer
wat nader, dan valt ons op, dat hij geen
vest van dezelfde stof als het costuum
draagt. Deze zijn nog steeds taboe. De
fantasievesten zijn echter aan de winnende
hand. Pullovers worden ook al door de Ita
liaanse lijn beïnvloed en sporttruien komen
veel voor in een grove patentsteek met
fantasiebanden over de borst.
Voor het winterseizoen bestemd zijn
krimpvrije flanellen overhemden in chan
geant effecten of kleine ruitjes, speciaal
passend bij sportcombinaties. In het ge
klede genre zullen we veel poplins zien in
wit, beige en grijs, met vaste boord.
Er is een nieuwtje te vertellen over boor
den. Om het gemak te dienen is een soort
uitgedacht met superpolyamides tussen
bovendek en voering. Dit materiaal hecht
zich bij het strijken aan beide lagen vast
ADVERTENTIE
ZIJLSTRAAT 96
TELEF.: 20340
In de nacht van Donderdag op Vrijdag
te ongeveer tien voor twaalf reed de 52-
jarige autohandelaar A. Post uit Almelo
op de Amersfoortseweg in de gemeente
Zeist in de richting Amersfoort. Achter in
de wagen zaten de gebroeders H. van de
M. en W. van de M. uit Apeldoorn. Zij kre
gen onenigheid en raakten in de auto
slaags. Daarop bracht de bestuurder P. de
wagen tot stilstand, waarna de broers het
voertuig verlieten en het handgemeen op
de weg voortzetten. Ook de autohandelaar
verliet de wagen, echter aan de verkeerde
zijde.
Op dat moment naderde uit de richting
Amersfoort een andere personenauto,
waardoor P. werd aangereden. Hij werd
enige meters door de lucht geslingerd en
kwam nog in aanraking met een andere
wagen, die uit de richting Utrecht naderde.
De heer P. was op slag dood. Toen de po
litie van Zeist arriveerde waren de beide
broers verdwenen en een onmiddellijk in
gesteld onderzoek met een politiehond
baatte niet. Later hebben de broers zich
respectievelijk bij de politie te Amersfoort
en te Apeldoorn gemeld. Zij zijn naar Zeist
overgebracht voor een nader verhoor.
en heft het verschil in krimping op. De
soepelheid en poreusheid blijft en het
boord kan worden gesteven.
Een noviteit in dassen (meest smaller
van model dan gewoonlijk) is het type, dat
van boven iets breder is, waardoor er een
dikkere knoop ontstaat. Het witte fond met
een werkje (alweer Italiaans) blijft nog
wel een tijdje, maar er wordt nu ook een
das met zwart fond en kleine oud rose of
gouden dessins gelanceerd, soms ook met
smalle diagonaal streepjes. Een nieuwe
kleur, geheel in overeenstemming met het
atoomtijdperk, is uraniumgrijs. Dat de sok
zoveel mogelijk bij de das behoort te pas
sen, weten we zo langzamerhand wel.
Wollen shawls, in patentsteek gebreid en
uitgevoerd in zwart en geel, blijven de
Nederlandse man aantrekken. Beige is ook
hier in opkomst. Voorts is er een sterke
tendenz naar natuurzijde.
Voor de steeds zeldzamer wordende
hoedendragers hebben we dit advies: het
sportieve karakter treed steeds meer op de
voorgrond. De viltcap, van bovenaf gezien
zonder klep, wordt schoorvoetend door een
deel van onze heren aanvaard.
Nog even een kort woord over de avond
kleding: in een costuum met een donker
dessin, met daaronder een wit overhemd
en een lichte das, kan men zich tegenwoor
dig gerust vertonen op manifestaties, waar
bij toilet wordt gemaakt. Officieel modieus
is de heer echter pas met de één rij smo
king, met één knoop gesloten en voorzien
van ronde revers. Daarbij wordt een van
achter sluitende ceintuur in bordeaux, don-
ker-groen of marine gedragen. Het strikje
behoort natuurlijk in overeenstemming te
zijn met die ceintuur. T. R.
Het Tweede Kamerlid de heer Maenen
(KVP) heeft onlangs aan de minister van
Binnenlandse Zaken vragen gesteld over de
moeilijkheden in de gemeenteraad van
Finsterwolde. De heer Maenen vroeg:
Is het waar, dat door twee fracties van
de gemeenteraad van Finsterwolde aan de
voorzitter van die raad brieven zijn over
handigd met de mededeling, dat de leden
dezer fracties, die de grootst mogelijke
minderheid van de raad vormen, thans ern
stig overwegen het lidmaatschap van de
raad neer te leggen of althans ook in de
toekomst de raadsvergaderingen niet bij te
wonen, als protest tegen het anti-democra
tisch en onbehoorlijk optreden van de com
munistische raadsmeerderheid?
Is de minister bereid een onderzoek te
doen instellen naar de gang van zaken in
Finsterwolde en, indien mocht blijken, dat
de bezwaren van de raadsminderheid ge
grond zijn, maatregelen te overwegen om
deze op korte termijn zoveel mogelijk op te
heffen?
De minister van Binnenlandse Zaken
heeft hierop geantwoord:
De leden van twee fracties van de ge
meenteraad van Finsterwolde hebben op
20 Juni aan de voorzitter van de raad
brieven doen toekomen van de strekking,
als in de vragen bedoeld.
Naar de minister uit ingewonnen inlich
tingen is gebleken, valt de houding van de
meerderheid van de raad van Finsterwolde
op verschillende punten te laken. De gang
van zaken in het bestuur van deze gemeen
te vervult hem met zorg. Hij volgt deze
nauwlettend en overweegt, langs welke
weg een meer bevredigende toestand kan
worden verkregen.
Hij zal niet nalaten passende maat
regelen voor te stellen, als onverhoopt de
noodzaak daartoe zich doet gevoelen.
KASSEL (Reuter) De staking bij de
Henschelfabriek te Kassei is geëindigd.
Het stakingscomité heeft de arbeiders op
geroepen Maandag het werk te hervatten.
De achtduizend stakers hebben brieven van
de directie ontvangen, waarin werd ver
klaard dat het mogelijk moest zijn een
einde aan de staking te maken.
De vakvereniging van metaalarbeiders en
het stakingscomité konden zich met de in
houd van de brief verenigen.