Ex-bunkerbouwers eisen geld terug van oud-verzetsman Voortgang Lezeres OFFENSIEF JUSTITIE Zeepost Principiële zaak voor Haags gerechtshof Eis werd in eerste instantie toegewezen Vergaan van de „Fribo" is niet opgehelderd Witte tanden fr/eee adent met de ntea we tfo/gate-L 3 250 modelkamers Optreden tegen „bromfiets vlegels" in Delft Dolle rit met vrachtauto door nachtelijk Amsterdam Raad voor de Scheepvaart al 33 jaar de béste Virgin! Daders van inbraak in kasteel Zoelen achter slot Examens George Stephen overleden Goederentrein reed door een stootblok DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De minister van Verkeer en Waterstaat heeft het vizier omlaaggeklapt en de lans geveld. Hij is gereed voor een krachtdadig gevecht met wat hij zelf nu „Het Monster" heeft genoemd. In een toespraak te Middel burg heeft hij een groot „contra-offensief" aangekondigd tegen de verkeersonveilig heid en tegelijk onthuld dat reeds thans, door wijziging der lopende begroting, een extra-subsidie aan het Verbond voor Veilig Verkeer zal worden toegekend. Deze extra-subsidie verraadt het ver trouwen van de minister in het particuliere initiatief, dat reeds jarenlang en vaak met te weinig steun der overheid in het veld staat tegenover „Het Monster". Hij heeft nu daarbij tot uitdrukking gebracht, dat hij overtuigd is van de plicht der over heid om haar best te doen, de verkeers veiligheid te bevorderen. Niemand heeft er ooit aan getwijfeld dat de overheid op dit gebied een taak had, doch wel heeft men er vaak aan getwijfeld of deze overheid voldoende doordrongen was van de pre ventie dezer taak, en niet al te zeer het particuliere initiatief afwachtte om in actie te komen. Het is namelijk een feit dat vele deplorabele verkeerstoestanden van het ogenblik een gevolg zijn van gebrek aan vooruitziendheid bij degenen, die in hun overheidsfunctie belast waren met ver- keersvoorzieningen. Het compliment met couvert aan het Verbond voor Veilig Verkeer, door de minister uitgereikt, is welverdiend. De toezegging van de minister dat het verkeer zijn grootst mogelijke aan dacht zal hebben en dat bepaalde verbete ringsplannen met de grootste spoed zullen worden behandeld, is verheugend. Doch het komt niet alleen aan op aandacht en spoed. Er is één ding, dat bovenal belangrijk is wanneer het erom gaat, dit probleem vol ellende en leed afdoende aan te pakken: dat is durf. Durf om te breken met tradi ties en verouderde opvattingen ten aanzien van verkeerstechniek, wegenbouw, sane ring van het verkeersnet en wettelijke be heersing der verkeersmiddelen. De minister zij vooral durf toegewenst. Voor een klein land als het onze met zijn snel-groeiende overbevolking vereist het verkeersprobleem gedurfde initiatieven, nu door aarzelingen en gebrek aan fantasie de situatie tot nood toestand is kunnen worden. Velen zullen met genoegen de mededeling lezen, dat de Delftse kantonrechter een fikse straf heeft opgelegd aan de eerste „bromfietsvlegel", die voor het hekje ver scheen. Bromfietsvlegels zijn er niet alleen in Delft. Vele steden, wier winkelcentrum zich ervoor leent, zijn in de avonduren tot renbaan voor deze jongelieden geworden, die zonder enige beschaving en vaak met een treiterende uitdagendheid hun brom mers door de straten jagen en onderlinge wedstrijden organiseren ten koste van de rust en de veiligheid. Bromfietsvlegels zijn een kluifje voor de justitie, nadat zij door de politie zijn aangebracht. De politie heeft een zware taak bij het verbaliseren dezer knapen en kan niet altijd de schuldigen te pakken krijgen als zij overtredingen con stateert. Doch een extra-mannetje in de gevaarlijke zóne kan daarbij misschien deze kant van de kwestie verlichten. De andere kant behoort bij de kantonrechter en daar bij moge het Delftse voorbeeld aanstekelijk werken. Flinke straffen zijn hard nodig en het in beslagnemen van het voertuig zou misschien de straf nog groter effect kun nen geven. Ook de justitie moet een rol spelen in het offensief tegen „Het Monster" dat door minister Algera is afgekondigd. ADVERTENTIE WONIMGINRICHTINC BEVERWIJK C/eopè^c/vM) 8-1230 13.45-18- uu/i. jpslókt). Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden; de data waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd staan tussen haakjes achter de naam van schip vermeld. Argentinië: m.s. Yapeyo (5 Oct.); Australië: m.s. Johan van Oldenbarnevelt (5 Oct.); Brazilië: m.s. Uruguay Star (4 Oct.); Canada: m.s. Prins Willem van Oranje (3 Oct.), s.s. Nieuw Amsterdam (5 Oct.); Chili: via New York (5 Oct.); Indonesië: s.s. Laertes (1 Oct.); Ned. Antillen: m.s. Hera (3 Oct.); m.s. Daphnis (4 Oct.); Nieuw Zeeland: via En geland (1 Oct.); Suriname: m.s. Mentor (4 Oct.); Unie van Zuid-Afrika en Z.W. Afrika: m.s. Pretoria Castle (1 Oct.). Inlichtingen betreffende de verzendings data van postpakketten geven de postkan toren. „WELBEDANKT, Jan Pieterszoon Coen" klonk over radio-Oranje in de oorlog vanuit Londen tot de Rjjswljkse accountant, die zoveel onderduikers van geld voor zag. Vele duizenden guldens kreeg de accountant van een tweetal Ryswükse bunkerbouwers, die gedurende de bezetting schatten verdienden met het aanleggen van verdedigingswerken langs de Nederlandse kust en op militaire vliegvelden. Geen verzetsman kreeg het die dagen in zyn hersens deze giften te administreren. De bunkerbouwers moesten zich na de bevrijding voor de zuiveringsraad verantwoor den. Zij werden voor de tjjd van anderhalf jaar uit alle leidinggevende functies ontzet, ondanks de getuigenis die de accountant in hun voordeel kon geven. Vorig jaar eisten de bunkerbouwers plotseling dat de accountant zou bewijzen waar het geld gebleven was. Voor de rechtbank verklaarden de bunkerbouwers dat zjj 80.000 gulden betaald zouden hebben aan de illegaliteit. De rechtbank achtte be taling van 48.000 gulden aan de accountant bewezen. De accountant wist zich echter niet meer precies te herinneren waar deze 48.000 gulden gebleven waren. Alle verzetsmensen hadden code-namen: velen werden gefusilleerd of verdwenen later op andere wijze. Bovendien, zo verklaart een psychiater, was het zenuwgestel van de verzetsman geschokt, evenals dat van vele collega's uit de illegaliteit. Zijn her innering is ernstig gestoord. Desondanks wist de accountant met_ getuigen aan te tonen dat 21.000 gulden zeker de weg naar de onderduikers gevonden had. Waarop de rechtbank hem veroordeelde de rest 27.000 gulden aan de bunkerbouwers terug te betalen. In oud-verzetskringen deed dit vonnis veel stof opwaaien. Immers vele colla borateurs schonken tegen het einde van de oorlog enorme bedragen aan het ver zet met de bedoeling na de bevrijding lichtere straf te krijgen. Al deze mensen zouden nu ruim tien jaar na de bevrij ding dus kunnen gaan eisen, dat de verzetsmensen bewijzen waar het geld terecht gekomen is. En evenals de Rijs- wijkse accountant zullen de meesten hiertoe niet in staat zijn. Woensdag heeft het Haagse gerechtshof, gepresideerd door mr. A. W. J. van Vrij- berghe de Coningh, de pleidooien in hoger beroep aangehoord. Voor de accountant (appellant) trad op mr. D. Huisman. De bunkerbouwers werden in rechte vertegen woordigd door mr. H. van Alphen. Mr. Huisman schetste uitvoerig de omstandig heden waaronder de giften aan de illega liteit destijds werden gedaan. Hij bestreed de verklaringen van de getuigen, die ter rechtbankzitting door de bunkerbouwers waren meegebracht. Deze hadden ver klaard dat de betalingen ook in December 1944 waren doorgegaan. Een accountants onderzoek van het kasboek der bunker bouwers heeft het tegendeel aangetoond, aldus mr. Huisman, die er op wees dat vele collaborateurs en Duits-gezinden in December, na het inzetten van het Duitse tegenoffensief in de Ardennen, weer hoop kregen op de uiteindelijke overwinning der as-mogendheden. Doden praten niet Voorts vertelde mr. Huisman dat inmid dels kan worden aangetoond waar een deel van het nog niet-verklaarde geld hoogst waarschijnlijk is gebleven. Twee oud-ver zetsmensen, de heren Griffioen en Drop, kunnen daarover verklaringen afleggen. Al enige tijd wordt de Delftse binnen stad onveilig gemaakt door jongelieden, die de straat als racebaan voor de brom fiets gebruiken. Van tijd tot tijd treedt de politie op door te bekeuren. Woensdag had de eerste jongeman uit Delft, zich voor de Delftse kantonrechter te verantwoorden. Hij werd bij verstek veroordeeld tot een boete van dertig gulden subsidiair 15 da gen wegens het onbehoorlijk rijden en tot 10 gulden subsidiair 5 dagen, omdat hij geen richting had aangegeven. De ambtenaar van het O.M. heeft in zijn requisitoir de hoop uitgesproken, dat er nog vele processen-verbaal tegen de „bromfietsvlegels" zullen volgen. „Het is al erg genoeg, dat men op die bromfietsen zo hard kan rijden", zei hij, „en als daar nog een onvoldoende beheersing van het voer tuig bij komt, is het hek helemaal van de dam". Pleiter hoopte dat het hof zich door deze mensen zal laten voorlichten. De heer Grif fioen herinnert zich namelijk dat twee ver zetsmensen, die in de loop van 1944 door de Duitsers zijn gefusilleerd, hem hebben verklaard grote sommen geld te hebben ontvangen van „een Rijswijkse accoun tant", die dit geld op zijn beurt weer ont vangen zou hebben van aannemers, die verdedigingswerken hadden gebouwd op het vliegveld Ypenburg. Vast staat, dat dit de bunkerbouwers in kwestie zijn geweest. De heer Griffioen is op het ogenblik hoofd van een school met de Bijbel: aan de waar heid van zijn woorden behoeft niet te worden getwijfeld, aldus pleiter. De getuige Drop, oud-illegaal leider van Den Haag, ridder in de orde van Oranje Nassau, kan verklaren dat zijn gefusilleerde broer hem destijds hetzelfde heeft gezegd. „Om meer dan een reden is het jammer dat de doden niet zelf kunnen spreken..".aldus pleiter. Aan de later gefusilleerde verzetsstrij ders zou de accountant dan 12.000 gulden betaald moeten hebben (een bedrag van 15.000 gulden wordt verklaard door het feit dat de bunkerbouwers gedurende De cember niet zouden hebben betaald. Mr. Huisman wees het hof er voorts op dat zijns inziens de president van de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheden tijdens de bezetting. „Geen collaborateurs" Mr. H. van Alphen, voor de bunkerbou wers, beriep zich op de verklaringen die getuigen voor de rechtbank hebben afge legd. Hij ontkende dat deze verklaringen tegenstrijdig zouden zijn. Wat de getuigen Drop en Griffioen zouden kunnen verkla ren, hebben zij alleen maar „van horen zeggen" meende pleiter, die de verklarin gen van de accountant „niets dan vaag heden" noemde. „Hij kan niets bewijzen", zei mr. Van Alphen. Deze pleiter wees er vervolgens op dat de bunkerbouwers met hun werk hebben voorkomen dat Neder landse arbeiders naar Duitsland werden ge zonden voorts zouden deze heren teke ningen van vestingwerken en' geschuts- opstellingen aan de illegaliteit in handen gespeeld hebben, de betalingen aan de ille galiteit zijn ook niet uit angst geschied: reeds in 1942 werden bedragen aan het Rode Kruis gegeven. Het gerechtshof zal op 9 November a.s. arrest wijzen. In de nacht van Dinsdag op Woensdag heeft, naar de Amsterdamse politie mede deelt, een vermoedelijk dronken chauffeur met een vrachtauto een dolle rit door Amsterdam gemaakt. De auto zigzagde met grote snelheid door de Jodenbree- straat. De chauffeur reed een motorrijder aan, wiens passagiere bij de nadering van de auto van de duo was gesprongen. Een fietser, die zijn vrouw achterop had, kon door van zijn fiets te springen het vege lijf redden. De vrachtauto reed tot driemaal toe het trottoir op. Ter hoogte van de Nieuwe Uilenburgerstraat schampte hij langs een blinde muur. Een agent heeft een bestelwagen gevor derd en daarmee de achtervolging inge zet. Op de Amstel hoek Amstelstraat moest hij het opgeven, omdat de vracht auto uit het gezicht was verdwenen. Later werd de wagen op de Amstel teruggevon den. Hij bleek te behoren aan een expe ditiebedrijf. De chauffeur had 's avonds de wagen geparkeerd op de Geldersekade. Een man, die de auto op de fiets was gevolgd, had gezien hoe hij op de Amstel werd geparkeerd. Twee mannen sprongen eruit en maakten zich snel uit de voeten. Precies twintig dagen voordat het certi ficaat van zeewaardigheid zou zijn ver lopen is het bijna veertig jaar oude motor zeilschip „Fribo" op de Noordzee nabij het lichtschip Goeree op onverklaarbare wijze lek geraakt en binnen een uur gezonken, nadat de vier opvarenden zich in de sloep in veiligheid hadden kunnen stellen. Dit gebeurde op 12 December van het vorige jaar. Het schip had vier man aan boord, toen het eind vorig jaar met bundels ijzer uit voer van IJmuiden naar Londen. Nadat tien uur was gevaren, ontdekte men 30 cm water in de machinekamer. De kapitein liet de sloep strijken en de twee matrozen van boord gaan. Later ontdekte hij ook water in de ruimen, nadat hij vergeefs met de handpomp had getracht het water uit de machinekamer te pompen. Eerst ging toen de stuurman en als laatste ook de gezagvoerder van het sterk hellende schip van boord in de sloep. Het schip verdween direct daarna in de golven. Na enkele uren heeft het m.s. „Prins Frederik Willem" van de Oranjelijn de schipbreukelingen opgepikt en aan boord van de loodsboot „Sirius" gebracht, die de opvarenden in Hoek van Holland aan wal zette. Behalve de scheepspapieren kon niets van het schip worden gered. Op een vraag van de president ant woordde de kapitein, dat zijn kustvaarder voor f 70.000,was verzekerd. „Vond u dat niet wat hoog voor zo'n oude schuit?" vroeg een der leden. „Dat weet ik niet", zei de kapitein. De inspecteur-generaal voor de scheep vaart zei over het ontstaan van het lek geen positieve uitspraak te kunnen doen. Hij zei, dat hem niets was gebleken van enige schuld van de kapitein en hij ver zocht de raad hem vrij te spreken. Moge lijk kan het lek ontstaan zijn doordat het schip bij het op overigens geheel normale wijze verlaten van de IJmuidense haven over de grond heeft geschuurd, zodat een dunne plek in de wand van het oude schip en later een lek is ontstaan. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Nieuwe heerlijke smaak! Erg lekker ook voor kinderen Nieuw Houdt gezoud actici schuim ,'w mond fris en Nieutce lage prijs! Nu kan iedereen zich Colgate veroorlove Colgate de meest verkochte tandpasta 44 fvmtltblubc De inbraak in kasteel Zoelen, gepleegd in de nacht van 23 op 24 Maart, is thans volgens de officier van justitie te Arnhem, geheel opgehelderd. In Amsterdam is thans gearresteerd de 34-jarige Amsterdamse koopman P. H. Z. Reeds eerder zijn gear resteerd de 29-jarige schilderijenkoopman J. V., de 39jarige koopman A. C. H. van O., de 42-jarige schilderijenkoopman P. H. K., allen uit Amsterdam, en de 38-jarige chauf feur-monteur R., een Pool van geboorte, uit Tiel. Z., V. en Van O. hebben de inbraak gepleegd, die is geslaagd dank zij de acro batische talenten van de daders. Het drie tal kwam via een ladder tegen de hoge kasteelmuur aan de achterzijde binnen. Hoewel V. een houten been heeft, nam ook hij aan deze klimpartij deel. Een hunner drong door tot de slaapkamer van de kas teelbewoner ërt nam dë sleutels van de brandkast weg. Daarna haalden de inbre kers de brandkast leeg. De buit wordt ge schat op f 150.000 aan effecten, sieraden en geld. Er bevond zich een parelcollier bij dat voor de oorlog 40.000 gulden waard was. Amsterdam f Gemeente-universiteit). Be vorderd tot arts mej. C. G. M. Nagel, mej. R. Bader en de heren J. Jeurissen, N. W. de Smit, L. Boerman. P. E. Treffers, allen Am sterdam, R. A. M. van Oppen, Limmen en B. du Pon, Haarlem. Geslaagd voor het artsexamen 1ste ge deelte mej. C. Schipper en de heren Ch. Hilferink, W. Ezechiëls, P. Ostermann, C. Strumphler, E. Bosch, allen Amsterdam, J. F. G. Macrander, Zutphen en G. J. A. v. d. Knaap, Beemster. Amsterdam. Gemeenteuniversiteit. Bevor- vorderd tot doctor in de letteren en wijsbe geerte op proefschrift getiteld: „Een Speci aal Gebruik van de Ablativus Absolutus bij Caesar" de heer J. A. M. van der Linden, geboren te Amsterdam. Geslaagd voor het candidaatsexamen poli tieke en sociale wetenschappen: G. F. Bed ding, Amsterdam: kerkelijk examen: J. Kok, E. E. Stern, J. Plasman, A. J. v. d. Linden. Het is al bijna drie jaar ge leden, dat Cleopatra bij ons haar intrek nam, en zij noch wij dachten toen aan de moge lijkheid dat zij Cleopatra zou kunnen heten. Deze schone, klassieke naam is haar pas veel later aangemeten, zoals men een opgroeiende kleuter op een bepaald moment een groter jasje moet aantrekken. Cleopatra heette, toen zij bij ons kwam, Mekkie en zij was een jong, aanvallig geitje met stijve wollen poten en een schaapachtig gezicht. In de ontwikkeling van Mekkie tot Cleopatra heeft zich een le venstragiek voltrokken, die een wrange smaak geeft aan het houden van huisdieren in het algemeen. De dartele, bal letjesronde Mekkie is de geza pige, onhoudbare Cleopatra ge worden, waarmee we geen weg meer weten. Het levende stuk speelgoed van de kinderen is tot een onbevallige mislukking van een beest uitgegroeid,waar niemand meer belangstelling voor kan hebben. En dat in drie jaar tijd. Een stukje levende lente is nu een rafei mistroostige herfst. In niets tekent zich de verganke lijkheid van charme en jeugd zozeer als in de verwording van Mekkie tot Cleopatra. Nu zij als een onttakeld schip in onze tuin aan haar touw heen en weer schokt, is het alsof er een dierbare gestorven is zon der dat wij bij zijn sterfbed konden zijn. Zo was het: Mekkie springt met poten vol paniek uit de juten zak waarin zij van eige naar verwisselde en kijkt dwaas rond, als een kind dat uit de draaimolen komt. Het diertje maakt de indruk alsof het nooit verstand zal krijgen, doch na enkele dagen stelt het alle intelligente huis dieren verre in de schaduw en dat is een van de redenen, waarom Mekkie zich zo'n so lide plaats in het huisgezin heeft verworven. Een hond kan slim zijn een geitje als Mekkie kan hem zakken en verkopen. Het is een slimheid die zich niet zozeer uit in op zitten, pootjes geven, senti menteel kijken en koekjes be delen. Het is veel meer een menselijke, onberekenbare in telligentie, die karakter schept en persoonlijkheid uitstraalt. Mekkie geeft geen pootjes, aangezien zij overtuigd is van de onweersprekelijke waarheid dat poten er zijn om op te lopen en niet om te geven. Mekkie stoot met haar harde kop de deuren open en komt met verbaasde blik binnen- huppelen, niet begrijpend waarom de mensen met dit mooie weer tussen vier muren blijven zitten. Dat is ook niet te begrijpen. Als de zon schijnt, moet men buiten zijn en over het malse gras wandelen, nu en dan een hapje links en rechts nemend van het over vloedige groene voedsel, dat de natuur in overdaad laat groeien. Terwijl de terrier zijn gedegenereerde honger in de keuken stilt met een product uit de hondenbroodfabriek.vult Mekkie haar maagje met de goede gaven, die haar regel recht door de milde hand van de natuur worden toegereikt. Terwijl de hond in een dro merige slaafsheid ligt te knip ogen naar zijn meester, eet Mekkie de nieuwe nylons van de meesteres op. Zij spuwt ze later weer als een rafelige bal uit omdat het nylon is maar haar volkomen gebrek aan onderdanigheid en mense lijke omgangsvormen geven haar het merk van echte voor naamheid, persoonlijke trots en onbedorven intelligentie. De kinderen vinden in Mek kie een speelkameraad, die hen leidt en niet door hen kan worden geleid. De spelletjes worden door Mekkie uitgevon den en de kinderen doen on derdanig mee. Zij gaan het geitje zozeer als een huisge nootje zien, dat zij zich soms met geweld moeten ontworste len aan het denkbeeld, dat Mekkie ook naar school moet. Zijzelf moeten wél naar school. Hier begint de tragiek want bijna op hetzelfde mo ment dat zij voor het eerst aarzelend en schuchter het in stituut van alle kennis betre den, begint Mekkie zich te ontwikkelen tot Cleopatra. Het wordt een driedubbel afscheid. De kinderen zijn de kinderen niet meer, aangezien zij wor den opgenomen in een milieu van ernst en wetenschap en daartussen door nu en dan ook nog eens thuiskomen. En Mek kie wordt een geit. Onver hoeds, afschuwelijk. Daar staat nu Cleopatra een zaam en lui op het grasveldje. Zij lijkt op een kapstok, waar over men een witgrauwe wol len zak gehangen heeft. Haar magere, doorgezakte poten steunen een wanstaltig lijf, waar bovenop men de wervels van haar rug kan tellen als dakpannen op een nok. Over die wervels hangt haar lichaam, waarin aan de onder kant alles bijeengeknoedeld ligt wat zij aan levensorganen heeft meegekregen: met enige fantasie kan men de ronde bobbel van haar maag, de in- eengeknoopte darmen en haar nieren, lever en milt door el kaar zien liggen in de wollen buik. Haar gezicht is niet meer dat van een verbaasd kind. doch van een onwijze grijsaard, wiens dunne vel de kaken bij eenhoudt. Zij is van speelgoed en speelkameraadje geworden tot aftands, onbruikbaar meu belstuk, dat naar de veiling moet. Naar de veiling? De slager wacht haar, want een tehuis voor oude geiten is nog steeds niet verrezen tussen de snelop- schietende kunststukken onzer sociale vooruitgang. Zij gaat willoos en wezenloos door met haar smalle buik op te vullen met gras, doch zij put er geen leven meer uit. Haar buik wordt zwaarder en sleept over de grond, haar figuur wordt te voeten uit een schilderij der aardse vergankelijkheid. Zo gaat leven, zo gaat schoonheid ten onder door de jaren. Waar is Mekkie? Het is niet te rijmen, dat het charmante en verstandige diertje, dat bal letje levenslust en beweeglijk heid, verborgen zit in dit kap stokbeest. Waarom is het leven zo sarcastisch? En toch is Cleopatra nu de slager ontgaan,vermits wij een bruidegom voor haar hebben gevonden. Zij is zonder om kijken achter het touw, dat door een boereknecht werd vastgehouden, naar haar brui loft gesjokt. Haar buik schom melde tussen haar poten als een volgeladen bagagenet. Zij zal door een bok worden verwelkomd en de boer is het toevertrouwd, Cleopatra in haar komende moederzorgen bij te staan. Het is een verlossende ge dachte, die de tragiek ver drijft: dat nieuw leven en nieuwe Mekkies uit hun ge vangenschap zullen losbreken onder het oog van een zorg zame Cleopatra. Het sarcasme van het leven is meer humor en ironie. Het is de humor der eindeloze vernieuwing met de ironie van het schijnbare einde. Zo komt er zelfs voor een herfstig geitenleven een nieu we lente. De nieuwe Mekkies zullen met nieuwe kinderen spelen. En het gras, waarop zij spe len, blijft eeuwig groen. J. L. De kleine grijze man ging zorgvuldig op het hem resterende puntje van de bank in onze coupé zitten. Daarna verwisselde hij zijn rondkijk-1 voor zijn leesbril. Zijn rechterbeen moest nog even opzij gezet worden voor de conducteur, die met een beleefd „ku" de kaartjes in ontvangst nam, om ze met een hartelijk „stu" terug te geven. Maar nu trok hij verheugd een dagblad uit zijn binnenzak, waarin vouwen toon den, dat hij het al grof had doorgenomen. Dat hij echter geenszins van plan was daar mee te volstaan, toonde het doorzichtig plakband, waarmee een scheur in het bui tenblad was geheeld. Naast hem, aan de andere zijde van het gangpad zat een moe meisje met dromerige ogen naar het kastje-met-de-zaag te staren. Het mannetje was kennelijk al te oud om te begrijpen, dat meisjes die in treinen zo dromen, zich helemaal niet vervelen! Alsof zij daarnaar vurig had uitgezien, reikte hij haar volkomen onverwacht de buitenpagina's van zijn blad aan. Zonder verder op de uitwerking hiervan te letten, boog hij zich over de rest van het nieuws. Alle omzittenden konden de verwarring van het aardige kind zien. Zij begon een bekoorlijke, rode gloed uit te stralen, maar probeerde zich te herstellen, door met een ernstig gezicht het nieuws op de voor pagina's in te zien. De vette aanhef van het bericht over het liftverbod scheen haar even belang in te boezemen. Maar tot onze verbazing verdiepte dit jonge meisje zich lange tijd in een artikel over de Kolen- en Staalgemeenschap. Terwijl zij een blad omsloeg zag zij even behoedzaam op. Om haar op haar gemak te stellen keek iedereen toevallig geïnte resseerd een andere kant uit. Zij begon nu met dezelfde aarzelende toewijding aan het Eerste Kamerverslag. Het moest verder de goede waarnemers wel opvallen, dat zij de feuilleton oversloeg (ofschoon er toch wel degelijk een korte inhoud van het voorafgaande boven stond) maar wél een hele tijd met het beurs- en scheepvaartnieuws bezig scheen te zijn. Het voorovergebogen mannetje naast haar was inmiddels door zijn deel van de krant heen en keek neutraal op. Onmiddellijk staakte het meisje het lezen om hem zijn krantenhelft terug te geven. In ruil daarvoor stak de oude haar met een beslist gebaar de binnenpagina's toe. Maar zij weigerde met een hulpeloze lach, die om begrip scheen te vragen. Het mannetje bleef aandringen. Toen liet het meisje zich voor het eerst een paar woor den ontvallen. „Really very kind of you but II I....". Nóg hoger laaide toen het vuur op haar gezichtje op. Het werd echter aan onze blik onttrokken door een grote folder van het Vreemdelingenverkeer, waarachter zij zich veilig voelde. H. B. Te Wassenaar is op 56-jarige leeftijd overleden de heer George Stephen, traffic- manager van de in Den Haag gevestigde Aramco Overseas Company. De heer Stephen, een welbekende figuur in internationale en Nederlandse scheep vaartkringen, begon zijn loopbaan in het olievak in 1923 bij de Standard Oil Com pany of California. Op 1 Januari 1953 werd hij overgeplaatst naar het hoofdkantoor van de A.O.C. in Den Haag en werd hij belast met het toezicht op de versche pingen over de gehele wereld van de goe deren die door zijn maatschappij worden ingekocht ten behoeve van de Arabian American Oil Company (Aramco) in Sa- oudi-Arabië. De begrafenis van de heer Stephen zal in alle stilte in Den Haag geschieden. In Nijkerk is een goederentrein tijdens het rangeren op een doodlopend spoor door een stootblok gereden. De eerste wagen ontspoorde. Twee andere wagens reden van de rails en kwamen op een weg tot stilstand. De oorzaak moet gezocht worden in een misverstand tussen machinist en rangeerder. Enkele reizigerstreinen hadden geringe vertraging door dit ongevaL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5