Veerkrachtig „Jong Haarlem... vooruit!
wekt de jeugd tot activiteit op
REGENKLEDING
BABITO, DE MUZIKANT
„De Spieghel"
Leerlingen Conrad en Stork Hijsch
maakten vele werkstukken
Meubels opknappen?... Prachtbijts
Archeologie in
van de zee en
de diepe stilte
van de Sahara
Prachtig ontwikkelingswerk met ontplooiing
van persoonlijkheid als hoogste doel
Jaarlijkse tentoonstelling
Causerie met prachtige kleurenprojecties
van Philippe Diolé voor „Conférences"
VRIJDAG 14 OCTOBER 1955
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Eigen home
Vogels van diverse
pluimage
Tegen dat le tandjes krijgt...
Acht maanden geëist
wegens oplichting
Kamerlid stelt vragen
over „Du vieux Doelen"
Schepen wachten in de mist
CUw.TIleyer
OUTSTRAATI6
JAPONNEN
Jersey en Wevenit
Post voorschotten woning-
wetbouw kan met 10
millioen worden verlaagd
FEUILLETON
Een detective-roman
door
I. M. C. Bijleveld-Gelinck
Door middel van niet minder dan 47.000 vouwbladen die in alle Haarlemse brieven
bussen zullen worden geworpen vestigt de stichting „Jong Haarlemvooruit!"
de aandacht od haar hervatte activiteit. In die groene folders wordt een opsomming
gegeven van de 33 verschillende cursussen, waaruit zij die hun kennis willen opfris
sen of aanvullen, een keuze kunnen maken. Cursussen die uiteenlopen van Neder
landse taal tot turnen, van rekenen tot costuumtekenen, van handschriftverbetering
tot fototechniek en fotokunst.
En toch vormt het bijbrengen van kennis en kunde niet eens het wezenlijke belang
van het werk van „Jong Haarlem vooruit!" Want het gaat veel meer om de per
soonlijkheidsvorming van jonge mensen, die meestal alleen met een lagere school
opleiding het leven in zijn gegaan en die op deze wijze de kans krijgen zich niet
alleen verder te ontwikkelen, maar ook met anderen te komen tot een beter inzicht
In de problemen van wereld en maatschappij.
In de jaren na de oorlog heeft „Jong
Haarlemvooruit!" steeds meer vat op
de jonge Haarlemmers gekregen: voor
deze organisatie is de „mondreclame" van
cursisten en oud-cursisten de beste aanbe
veling welke zij kan krijgen. „Jong Haar
lemvooruit!" moet het vooral hebben
van de honderden meisjes en jongens, jon
ge vrouwen en mannen die verder vertel
len, dat zij niet alleen wat van de cursus
sen hebben opgestoken, maar ook dat zij
steun in hun leven hebben ondervonden
van de gesprekken met de directeur en de
docenten, die dit werk met groot idealis
me telken jare verrichten. Daardoor kon
„Jong Haarlem.... vooruit!" het afgelo
pen cursusjaar met niet minder dan vijf
tienhonderd cursisten verdeeld over tachtig
groepen, beginnen en ondanks het in het
voorjaar onvermijdelijk optredende verloop
kon de cursus toch met twaalfhonderd
deelnemers worden afgesloten.
De vorige week hebben wij reeds mel
ding gemaakt van de organisatorische ver-
stéviging van „Jong Haarlem.... voor
uit!", dat voortgekomen is uit de vooroor
logse bezuinigingsperiode, toen het ver
volgonderwijs werd afgeschaft en op deze
manier op initiatief van de gemeente
Haarlem werd getracht in de daardoor
ontstane lacune te voorzien. Door Gede
puteerde Staten werden evenwel alle fi
nanciële bijdragen aan dit werk geschrapt,
zodat het vlak voor de oorlog moest wor
den opgegeven, ondanks het grote nut voor
de buitenschoolse jeugd en de toen talrijke
werklozen.
Zoals gezegd nam „Jong Haarlem
vooruit!" na de oorlog een hoge vlucht,
zodat het thans noodzakelijk bleek de di
recteur, de heer J. L. M u n n i k, voor dit
werk volledig vrij te maken.
Bovendien werd een vaste zetel voor het
bureau betrokken aan de Wagenweg 28,
waar de heer Munnik na zoveel jaren be
helpen eindelijk een behoorlijke werkruim
te kreeg voor de administratie en organi
satie, waar gelegenheid is voor docenten en
cursisten eens rustig te komen praten, af
zonderlijk of in groepjes, waar eventueel
aan zang en muziek kan worden gedaan of
waar filmvoorstellingen gegeven kunnen
worden.
Want dat zijn allemaal dingen, die in het
Stedelijk Gymnasium, waar „Jong Haar
lemvooruit!" al enige jaren een gast
vrij en zeer gewaardeerd onderdak vindt,
toch bezwaarlijk kunnen plaats vinden.
Een contact, dat ook steeds meer ontwik
keld wordt en vruchten afwerpt, bestaat
met het bedrijfsleven, vooral met de maat
schappelijke werksters van een paar grote
bedrijven, die mede de jongeren onder het
door hen verzorgde personeel de cursussen
van „Jong Haarlemvooruit!" aanbeve
len. Aan de andere kant komt het steeds
meer voor, dat bij sollicitaties ook inlich
tingen worden ingewonnen bij „Jong
Haarlem.... vooruit!" en daar de cursus
sen juist niet alleen ten doel hebben de
jonge mensen meer kennis bij te brengen,
maar ook willen helpen bij de karakter-
ADVERTENTIE
VOOR DAMES EN HEREN
Uitgebreide collectie
Keuze uit
verschillende merken
en persoonlijkheidsvorming, kan een in
lichting over een cursist die bijvoorbeeld
van een E.H.B.O.-groep deel heeft uitge
maakt, toch van waarde blijken voor een
inzicht in de mentaliteit 'van de sollicitant.
En het is al meer dan eens voorgekomen,
dat juist die algémene indruk de doorslag
gaf bij promotie of aanstelling.
Het is duidelijk, dat de heer Munnik en
zijn medewerkers vogels van diverse plui
mage onder hun gehoor hebben. In het
algemeen behoren de meeste deelnemers
tot de leeftijdsgroep van 22 tot 28 jaar: de
behoefte aan meer ontwikkeling en kennis
wordt immers pas na de rijpingsjaren ge
wekt. Bij dertig jaar bestaat een leeftijds
grens. Niet dat ouderen worden geweerd
het vorig jaar was er zelfs een cursist
van 48 jaar maar men wil het karakter
van de instelling toch zoveel mogelijk een
jeugdig aspect laten behouden. Daarom
betalen de jongeren tot dertig jaar een
cursusgeld van tien gulden per seizoen (dat
is een verdubbeling in vergelijking met
verleden jaar, maar zeker voor grote groe
pen betaalbaar, terwijl er bovendien re
ductie- of vrijstellingsmogelijkheden be
staan) terwijl de ouderen vijftien gulden
betalen. Daarvoor kan men dus een keer
per week een cursusles van anderhalf uur
volgen.
Het geestelijke draagvlak van „Jong
Haarlem.... vooruit!" is zeer ruim, zoals
uit de samenstelling van het stichtingsbe
stuur al blijkt, waarin vertegenwoordigers
van openbaar, protestants-christelijk en
rooms-katholiek lager onderwijs zitting
hebben. Maar bovendien bestaat voor
Rooms-Katholieken de mogelijkheid apar
te cursussen te volgen, indien zij dit wen
sen. Met name voor een „vak" als alge
mene ontwikkeling wordt dat als een
noodzakelijkheid beschouwd. Ook wel
wordt een algemene cursus als E.H.B.O
voor katholieken aangevuld met een door
een geestelijke te geven uiteenzetting over
het verlenen van geestelijke bijstand aan
slachtoffers van ongevallen.
Verleden jaar had „Jong Haarlem,
vooruit!" vierhonderd Rooms-Katholieke
cursisten, die tezamen twaalf cursusgroe
pen vormden.
De populairste cursus is ongetwijfeld die
in Engels, waarvoor niet minder dan twaalf
groepen werden gevormd. De emigratie
mogelijkheden spelen daarbij een even
grote rol als bijvoorbeeld de wens van
achtergebleven familieleden om straks de
jongste generatie der geëmigreerden te
kunnen verstaan. Een vak waaraan meer
en meer behoefte is gebleken is kunstge
schiedenis, dat vroeger bij de tekencursus
was ingedeeld. In dat verband worden ook
museumbezoeken gemaakt. De gymnastiek-
en turnlessen worden gegeven in de gym
nastieklokalen van de school aan de Wil-
helminastraat of de Th. M. Ketelaar-Ulo.
Bij het afscheid van elk cursusjaar blijkt
telkens weer hoe de jonge mensen het
werk van „Jong Haarlem.vooruit!" en
zijn staf waarderen. Maar ook directeur
Munnik laat zich geestdriftig uit over zijn
„prachtig publiek, waarin telkens weer
blijkt, dat ook de schreeuwers en de lache
bekken tot vaak eerbied afdwingende pres
taties komen als zij maar een keer door
een onderwerp of een bezigheid zijn ge
pakt".
Het is dan ook te hopen, dat ook dit jaar
tot Jong Haarlemvooruit!" zullen
komen de jongeren, die in het leven vech
ten tegen veel, dat zij graag anders zien;
de jongeren, die tobben over de dingen
waarin zij te kort schieten; de jongeren
die dromen over veel wat zij zouden willen
doen als hen dat maar mogelijk was; de
jongeren die de vervlakkende sleur van
alle dag verfoeien en snakken naar hen
passende bezigheid of studie; de jongeren
tenslotte die behoefte hebben aan een mi
lieu, dat hun algemene belangstelling kan
verlevendigen. Haarlemse jongeren die
lust en tijd hebben om met „Jong Haar
lem. vooruit!" mee te doen, wordt ver
zocht zo spoedig mogelijk zich aan te mel
den bij het bureau, Wagenweg 2 8. De
inschrijving sluit op 2 2 October.
ADVERTENTIE
is het vooral de box die 't moet ont
gelden. Onze boxen zijn behalve fraai
en practisch, zeer solide van uitvoe
ring. Onsplinterbaar hout, zware bo
dem en groot telraam.
Prijzen vanaf 27.95
voor BABY en KLEUTER
Anegang 46
Tel. 14651 -
Gr. Houtstr. 116
Haarlem - Tel. 13339
Voor de Haarlemse rechtbank stond
Donderdag een 39-jarige fabrieksarbeider
terecht, die er van verdacht werd de ne
gentienjarige A. S. uit Haarlem voor een
bedrag van vijfentwintig gulden opgelicht
te hebben.
Hij had namelijk aan S. verteld, dat hij
door de rechtbank in Arnhem wegens
smokkelarij veroordeeld was tot drie
maanden gevangenisstraf voorwaardelijk
en dat zijn toezichthoudster deze straf zou
laten uitvoeren indien hij niet op korte
termijn een bedrag van vijfenzeventig gul
den zou betalen.
Voorts zou B. een fiets en een herencos-
tuum in huurkoop gekocht hebben, waarna
hij deze goederen, toen hij slechts enkele
guldens had afbetaald, weer van de hand
gedaan zou hebben.
De officier van Justitie, mr. G. W. F.
van der Valk Bouman, eiste met het oog
op het psychiatrisch rapport een gevange
nisstraf voor de tijd van acht maanden
met aftrek van het voorarrest en de voor
waardelijke ter beschikkingstelling van de
verdachte aan de regering. De verdediger,
mr. S. Groen, bepleitte clementie. De
rechtbank zal op 27 October uitspraak
doen.
Voor de leerlingen van de Werf Conrad
en Stork Hqsch N.V. in de Waarderpolder
worden Zaterdag en Woensdag belangrijke
dagen. Op de eerste dag zullen in de mid
daguren in de cantine pryswerkstukken
worden tentoongesteld, die zij in de afge
lopen weken hebben vervaardigd en
Woensdagavond zullen zjj horen voor welke
prijzen zij in aanmerking komen. Dan zal
ook bekend gemaakt worden wie de Frede-
rik Willem Conradprijs heeft gewonnen en
waaruit deze prijs zal bestaan.
De prijsvraag houdt nauw verband met
de opleiding, waarmee men zich al geruime
tijd in het bedrijf bezig houdt. Er zijn drie
soorten opleidingen, waarvan twee in de
fabriek voor de jeugd; de derde is de om
scholing voor oudere arbeiders in de Rijks
werkplaats aan de Spaarnwouderstraat in
samenwerking met het Gewestelijk Ar
beidsbureau.
Als de jongens de lagere school verlaten
hebben, kunnen zij een technische oplei
ding ontvangen op een ambachtsschool. Na
afloop van de cursus kunnen zij diverse
richtingen op.
Öm toekomstige arbeiders van de Werf
Conrad en Stork Hijsch een opleiding te
geven, die voor hen voor de toekomst van
groot belang is, is een bedrijfsschool ge
sticht. Directeur er van is de heer J. Hu-
bregtsen, die ook de leiding heeft van de
Ambachtsschool in het Kleverpark.
Op Maandagochtend en Woensdagmiddag
worden de lessen gegeven. Na afloop van
de cursus, die drie jaar duurt, kunnen de
leerlingen in het bezit komen van een
diploma, dat gelijkwaardg is aan dat van
een ambachtsschool. De leerlingen zijn zo
ver gevorderd, dat zij examen kunnen doen
ADVERTENTIE
Het Tweede Kamerlid mr. Van der Goes
van Naters (P.v.d.A.) heeft aan de ministers
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en van Wederopbouw en Volkshuisvesting
gevraagd of het juist is dat door onacht
zaamheid het pand „Du vieux Doelen", aan
het Tournooiveld in Den Haag niet op de
lijst der monumenten is geplaatst en of de
ministers maatregelen willen nemen dat dit
verzuim niet ten nadele van het cultuur
bezit der Nederlandse volksgemeenschap
komt.
Zestig schepen lagen hedenmorgen in
Rotterdam te wachten op het optrekken
van de dichte mist, die zowel boven de
havenstad als boven de Noordzee hangt.
Buitengaats van Hoek van Holland wach
ten veertig schepen, die bestemd zijn voor
Rotterdam of een der andere havens langs
de nieuwe Rotterdamse Waterweg.
Dames- en Herenmodes
KRUISWEG 72 HAARLEM
O, wat schrok Babito, toen plotseling twee woeste rovers uit de struikeyi te voor
schijn sprongen en dreigend op hem af stormden!
„Je geld of je leven!", schreeuwden ze, en ze grepen de beduusde jongen stevig vast.
Wat kon de arme Babito doen tegen die gevaarlijke kerels? Ze pakten de tas van
zijn schouders, icaarin al zijn bezittingen zaten en maakten die open.
„Haaaa!", grijnsde de ene rover. „Ik dacht het welkijk, hier is een beurs, en
daar rinkelt geld in. Dat kunnen we goed gebruiken, ventje!!" 21-22
In de aula van het gemeentelijk gymna
sium aan het Prinsenhof heeft de Franse
archeoloog de heer Philippe Diolé voor de
Conférences Frangaises een zeer opwek
kend en met humor gekruide causerie ge
houden over een „droog" onderwerp als de
Sahara en in het bijzonder over zijn ar
cheologische arbeid daar, waaraan hij ove
rigens een voor zijn toehoorders zeer ver
frissend aspect toevoegde* zijn onderzoek
op de bodem van oude havens aan de
Noord-Afrikaanse kust. Zowel zijn werk
terrein in de Sahara als dat op de zee
bodem wist hij zijn auditorium voor te
toveren in een prachtige serie kleuren
projecties. De moderne middelen, die de
mens in staat stellen op de zeebodem af
te dalen, worden, naar hij zeide, primair
aangewend voor biologisch onderzoek. Een
expert in dit wetenschappelijk onderzoek
naar de vegetatie op de zeebodem, profes
sor Drach, verplicht zelfs zijn studenten
aan de Sorbonne, dat zij allen met een
complete uitrusting leren afdalen op de
zeebodem. De heer Diolé vestigde er echter
de aandacht op, dat men ook als archeoloog
bij dergelijke onderzoekingen de meest ver
rassende vondsten doet. De archeologie te
land wordt veelal bemoeilijkt doordat de
sporen van verscheidene opvolgende be
schavingsperioden door elkaar heen liggen,
en vooral door het bodemgebruik heel wat
verloren gaat. maar op de zeebodem blij
ven de historische overblijfselen veelal
volkomen onaangetast.
En vooral op de bodem van de oude
wereldzee, de Middellandse Zee, valt er heel
wat te vinden, in het bijzonder in de oude
kommen van de klassieke havens, zoals in
de omgeving van Tripolis en Algiers. Ver
zonken temidden van de exotische pracht
van koralen, anemonen, miriaden van an
dere zeediertjes, treft men de casco's van
vrachtboten, die vaak grotendeels nog heel
zijn. Op de kleurenprojecties toonde de
heer Diolé enkele van de prachtige kera
mische vondsten der Romeinse beschaving,
die hij en zijn echtgenote en enige vrien
den van de zeebodem ophaalde.
Dezelfde schorpioen
Er was een overkomst die hem zowel in
de situatie op de zeebodem als in de Sa
hara had getroffen: alles heeft gebon
den aan dezelfde plaats, de levende wezens
op de zeebodem verplaatsen zich nauwe
lijks „maar ook wanneer men na drie jaar
op hetzelfde plekje in de Sahara terug
keert, ziet men nog diezelfde schorpi
oen zitten...." De Sahara is evenals
de zeebodem het oord van stilte en onbe-
I weeglijkheid. In de prae-historie toen het
er door geheel andere klimatologische om
standigheden nog volop regende en waaide
was er heel wat meer leven. Men stelt zich
meestal de Sahara voor als een grote zand
vlakte. Maar slechts een zesde gedeelte
bestaat uit zand, de rest uit rotsen en ge
bergten. Men vindt er de sporen van de
vroegere bewoners vooral in de rotsteke
ningen en -schilderingen, die meestal dieren
als giraffen, neushoorns, olifanten, nijl
paarden en wilde buffels tot onderwerp
hebben. Daarin zijn dan ook weer invloe
den van de Egyptische en de Griekse cul
tuur te vinden.
Dwars door de Sahara loopt een oude
route, waarlangs men goud en ivoor aan
voerde naar de drie klassieke havens, waar
thans alleen Tripolis van over is gebleven
De slotstukken van zijn serie projecties
waren de ruïnes en een prachtig bewerkt
monument van de Romeinen te Djerma
een punt op de genoemde aanvoer
route, vanwaar het zestig dagen lopen was
naar het hart van Afrika en dertien dagen
lopen naar de kust en de resten van de
prachtige bouwwerken in een der klassieke
havens. De causerie was doorspekt met
jolige opmerkingen over zijn echtgenote als
„plongeuse", over zijn Arabische gids en
in het bijzonder over zijn kameel, die tel
kens hilariteit opwekten.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
voor het diploma vijfjarige gemeentelijke
avondschoool nijverheidsonderwijs. De be
langstelling voor de bedrijfsschool is bij
zonder groot en de toeloop is wel eens van
die aard geweest, dat selectie moest wor
den toegepast.
Dan bestaat bij de Werf Conrad en Stork
Hijsch de bedrijfsopleiding metaal en elec-
trotechniek, bemetel genaamd; leerlingen
kunnen contracten aangaan van twee, drie
of vier jaar; dat hangt af van de leeftijd.
Er wordt naar gestreefd de opleiding te
laten eindigen, als de militaire dienst be
gint. Het is dan afwachten of de jongelui
na afloop van de dienst weer bij het be
drijf terugkeren. De resultaten zijn gunstig
te noemen.
Bij de Werf Conrad en Stork Hijsch be
staat ook het systeem van een gemeen
schappelijke vacantie naar het buitenland
voor de leerlingen. Dit jaar is men van
Hemelvaartsdag af gedurende vijf dagen op
stap geweest naar België en vorig jaar
trokken zij naar West-Duitsland. Het doel
is de jongens te leren hoe zij het beste van
een vacantie kunnen genieten. Op de werf
is men er in geslaagd. Ter voorbereiding
waren filmavonden gehouden, waardoor de
jongens een indruk kregen van de streek
waarheen zij reizen.
Op het ogenblik heeft het bedrijf tachtig
leerlingen, die deel hebben genomen aan de
jaarlijkse wedstrijd. Zij hebben een voor
werp ontvangen; daarvan moest eerst een
tekening worden gemaakt en aan de hand
van de tekening moest het voorwerp ver
vaardigd worden. Cijfers worden gegeven
voor allerlei onderdelen. Plet aantal punten
bepaalt of de leerlingen in aanmerking
komen voor een eerste, tweede of derde
prijs. De werkstukken worden Zaterdag
middag in de cantine tentoongesteld en
verwacht wordt, dat vele belangstellenden
van buiten en van het bedrijf een kijkje
zullen nemen. Ook is deze dag een welkome
gelegenheid voor familieleden een indruk
te krijgen waar hun man, vader, broer of
verloofde werkt en wat voor arbeid er in
het bedrijf verricht wordt. Vorig jaar be
zochten meer dan duizend dames en heren
de tentoonstelling. De gelegenheid bestaat
de zich voortdurend ontwikkelende onder
neming te bezichtigen; enige personeels
leden zullen in werking zijnde machines
demonstreren.
Vroeger werd de uitslag van de wedstrijd
na afloop van de tentoonstelling bekend
gemaakt. Wegens de grote drukte waren er
bezwaren aan verbonden. Daarom zal
Woensdag 19 October een speciale bijeen
komst worden gehouden voor genodigden,
leerlingen met familieleden. De directeur
ir. C. H. Holgen zal de prijzen uitreiken.
Voorts zal een film vertoond worden.
Omscholing
Wat de omscholing van oudere arbeiders
betreft zij meegedeeld, dat dit niet in het
bedrijf kan geschieden. Candidaten dienen
zich met de Werf Conrad en Stork Hijsch
in verbinding te stellen en na een onder
zoek verleent het bedrijf een toeslag aan
hen, die aan de omscholing deelnemen.
Komt men later bij het bedrijf in dienst
dan wordt een tweede bedrag uitgekeerd.
De uiterste leeftijd is vijfendertig jaar.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de begro
ting 1954 van het departement van Weder
opbouw en Volkshuisvesting. De gewone
dienst moet worden verhoogd met
3.206.733. De buitengewone dienst zal
worden verminderd met 983.600 wat de
uitgaven van aflopend karakter aangaat en
met 10.000.000 voor wat de kapitaalsuit
gaven betreft.
Uit de toelichting blijkt, dat het aantal
verzoeken om advies inzake vaststelling
van de nieuwe huurprijs voor woningen
25 pet hoger is dan aanvankelijk is ge
raamd. Voor een tijdige verwerking van
deze stroom van aanvragen moest het aan
tal zittingen van de huuradviescommissies
aanmerkelijk worden verhoogd. Daardoor
wordt verhoging van de post vacantie- en
reisgelden commissieleden met 13.000
noodzakelijk. De post wordt gebracht op
130.000.
Door toepassing van een efficiënter werk
wijze bij het landelijk taxatie-apparaat en
door de geringere omvang van werkzaam
heden bij het centraal taxatie-apparaat
kunnen de kosten voor het taxeren van
oorlogsschade over 1954 met 258.000 wor
den verlaagd.
De invoering van de huurverhoging per
1 Januari 1954 heeft de jaarlijkse bijdrage
van het rijk, toegezegd op grond van de
Financieringsregeling Woningbouw 1947-
1948, dermate gunstig beïnvloed, dat deze
met een bedrag van 1 millioen kan wor
den verlaagd.
De post voorschotten ingevolge de Wo
ningwet en voor de bouw van woningen,
welke volgens andere rijksregelingen wor
den gefinancierd, kan met 10 millioen
worden verlaagd, doordat de gemeenten in
mindere mate een beroep op het rijk heb
ben gedaan tot verstrekking van voor
schotten voor de bouw van woningwet
woningen, dan werd verwacht.
8)
„Werkelijk, juffrouw Corbeyn, het is
toch heus beter als u het aan de politie
vertelt. Zoudt u het nu niet dadelijk doen?"
„Nee", zei de oude vrouw.
En dan klopte mevrouw Waterborg aan
de deur. Het onerzoek in het sou-terrain
had niets opgeleverd. Nu wilde de recher
cheur deze kamer doorzoeken. Was het
goed dat hij binnenkwam?
„Ik ga ook met u mee het huis rond", zei
juffrouw Corbeyn.
Greet Meilink zag haar vragend aan.
Betekende dat, dat zij een gimstige ge
legenheid wilde afwachten om het aan de
politieman te zeggen? Of ging zij mee het
huis rond omdat zij het niet meer uit kon
houden hier in haar eigen kamer achter te
blijven? Het meisje vermoedde het laatste.
„Dan ga ik ook naar boven", zei ze zacht.
Op de gemeenschappelijke zitkamer, drie
hoog vóór, trof ze Noortje, die druk bezig pensionhoudster ging voorop, dan volgde
was om alles in orde te maken voor de
komst van de rechercheur. Ze had een
vuurrode kleur van opwinding over het ge
val en beijverde zich naar beste krachten
om de kamer een onberispelijk aanzien te
geven. Ze legde de boeken, die rondzwier
ven op keurige stapeltjes, schudde de kus
sens wat op en liet de schemerlampen enige
malen van plaats verwisselen om het effect
te vergelijken. Het blonde meisje staarde
verbaasd naar haar vriendin.
„Wat sloof jij je ineens uit, zeg. Het lijkt
wel of die rechercheur hier op theevisite
moet komen. Het is hier nog nooit zó keu
rig geweest!"
Noortje Vlasakker lachte. „Stel je voor!
Die rechercheur. Wat een boerenpummel,
hè? Professor Cossaert zegt, dat hij een
horreur heeft gekregen van de Amster
damse politie. De Belgische is veel aar
diger."
„Heeft hij daar ondervinding van?"
vroeg Greetje.
„Wat ben jij ineens ad rem! Professor
Cossaert is tóch aardig. Met wie heb jij be
neden nog zolang gepraat?"
„Met juffrouw Corbeyn."
„O. Ik wou, dat onze visite nu maar ver
scheen. Ik heb slaap."
„Ik ook."
De „visite" verscheen na een poosje en
vond natuurlijk niets. De rechercheur, te
rugverlangend naar zijn warme kacheltje
in het posthuis en onder aanvuring van me
vrouw Waterborg, doorzocht niet al te
nauwkeurig de verschillende kamers. De
de kleine man en de arme juffrouw Cor
beyn kwam ietwat buiten adem achter de
beide anderen aan. En zo was ook vrij
spoedig het onderzoek in de meisjeskamer
afgelopen.
„Nu nog de linnenkamer, het atelier en
de zolder", zei mevrouw Waterborg. „Gaat
u toch naar beneden, juffrouw Corbeyn.
U bent doodmoe."
„Ja", stemde deze toe. „Ik ben doodmoe.
Ik zal vast naar beneden gaan."
Noortje Vlasakker sloot met een zucht
van verlichting de deur achter de bezoe
kers. „Ik ga naar bed", verklaarde ze met
een en gaapte daarbij luidruchtig. „Het
is al kwart over twee! Heb je ooit van je
leven zo'n knullig ventje gezien? Jij gaat
toch zeker ook, hè?"
„Ja", zei haar vriendinnetje langzaam.
„Ik ga natuurlijk ook. Maar het is toch een
vreemde geschiedenis. Die Buddha moét
toch hier in huis zijn Ik zou wel eens willen
weten
„Och, het is vast een vergissing.
„Nee, dat geloof ik stellig niet. Juffrouw
Corbeyn was buiten zichzelf. En ik wou
„En ik wou dat jij niet zo verschrikkelijk
stond te zeuren!" viel Noortje Vlasakker
heftig uit. „„Laten we alsjeblieft naar bed
gaan. Morgen zullen we heus wel horen
hoe het met die Buddha is afgelopen. Het
interesseert me geen steek. Ik ben dood
op."
„Ik heb nog niets geen slaap."
„Maar ik wèl. Ik ga naar bed. Ga jij nu
ook. Nacht."
„Nacht...."
Greet Meilink, bij de deur, zag nog even
óm naar haar vriendin, die nog altijd naast
de tafel stond, een geïrriteerde frons op
haar warm gezicht. Het wasof ze wèg
gekeken werd! Ze sloot de deur achter zich,
liep naar haar slaapkamertje aan de andere
zijde van de gang en zette zich op de rand
van haar bed. Ze kon toch niet slapen en
bleef in het donker voor zich uitstaren.
Nog altijd woedde het noodweer.
En toen was er ineens, ten tweede male
alarm. Een gebons op de deuren en de
stem van de pensionhoudster:
„Komt u dadelijk beneden, dames en
heren. Dadelijk!"
Ze gingen, als in een nachtmerrie. Weer
die zonderlinge stoet van halfaange-
klede, onuitgeslapen mensen. Weer de
trappen af en de benedengang door maar
nu, achter de anderen aan, naar de slaap
kamer van juffrouw Corbeyn. En daar za
gen ze allen de vrouw des huizes roerloos
en doodsbleek op de vloer; een donkere
bloedvlek in het grijze haar.
„Ziet u wel!" zei juffrouw Galjoen tri
omfantelijk. „Ik heb het wel gezegd!"
HOOFDSTUK III.
Juffrouw Galjoen kreeg nu het volle
pond. Alle elementen van een volledige
moordzaak, die haar in „Het Schot in de
Bibliotheek" en „De tweede Schoorsteen"
zo uitermate geboeid hadden, de onmisbare
elementen van een detective-roman, waren
op dit ogenblik ruimschoots aanwezig. De
kring doodsbleke, fluisterende mensen, die
allemaal verdacht waren, het roerloze
slachtoffer op de grond en die beklemmen
de sfeer van misdaad en intrigue, die de
lezers het bloed naar de wangen jaagt en
hen in één adem voortdrijft naar de ont
knoping. Daar kwam ook al de dokter,
knielde naast het slachtoffer neer en begon
haar te onderzoeken. Maar het hoogte
punt was natuurlijk de entree van de po
litie; een forse, breedgeschouderde agent,
een rechercheur in politiek en een heuse
inspecteur. Vooral van deze laatste kon
juffrouw Galjoen haar ogen niet afhouden.
Hij was dan wel niet knap als de .in
specteur van haar dromen en hij droeg zelfs
geen uniform, maar hij had toch een keurig,
goedbesneden gezicht en een beschaafde
stem. Maar bovenal had hij dat typisch
beschaafde autoritaire, besliste in zijn hou
ding, dat kenmerkend is voor de goede soort
en dat juist op vrouwen als juffrouw Gal
joen een diepe indruk maakt. Ze begreep
onmiddellijk dat, onder lending van deze
man, de situatie zich geheel naar wens zou
ontwikkelen.
Ze popelde natuurlijk om hem van alle
gebeurtenissen op de hoogte te brengen,
maar begreep toch ook wel dat daar voor
lopig niet veel kans op zou zijn. Het bleek
nu allereerst dat juffrouw Sarah Corbeyn
niet dood was, hetgeen weliswaar niet in
ovei-eenstemming was met „Het Schot in
de Bibliotheek", maar waarover zij zich
goedhartig als ze was, toch oprecht ver
heugde. De dokter was nu bezig een ver
band aan te leggen en beantwoordde, nog
altijd geknield naast het slachtoffer, de
eerste vragen van inspecteur Renkevoort.
„Geen dodelijke wond. Een slag op het
achterhoofd, toegebracht met een hard
voorwerp. Ik zou haast zeggen een bundel
kleine voorwerpen. Er is een grotere ver
wonding met een kring kleinere verwon
dingen er omheen."
„Deze sleutelbos", zei de inspecteur en
wees met zijn voet naar een bos sleutels,
die een eind verder op het tapijt lagen, bij
na onder een ouderwetse mahonie tafel.
„Ongetwijfeld, inspecteur", antwoorde
de dokter.
Juffrouw Galjoen's hart sprong op! Zie
je, dat was nu je ware! De ware detective
spirit. Deze inspecteur was de man, die de
moordenaar zou ontmaskeren, dat leed
geen twijfel. Een kranig type! Haar ogen
weken geen moment van zijn gezicht.
De dokter was nu klaar met zijn ver
band en vroeg aan de inspecteur- toestem
ming om de patiënte op haar bed te leggen.
De politieman knikte. De dokter en Daniël
Camphuysen, die er het dichtste bijstond,
tilden de oude vrouw voorzichtig van de
grond en legden haar neer op het bed. En
de „Afrikaan",, in een zorgend gebaar
schikte de kussens onder het verbonden
hoofd.
Op dit ogenblik ontwaakte juffrouw
Corbeyn. Ze sloeg haar zware oogleden op
en de grauwe ogen, nog half onbewust,
staarden voor zich uit zonder iets te zien.
Maar plots ondekte zij het gezicht van dr.
Camphuysen, die zich juist over haar heen-
boog, en ineens was er haar stem, heel
zacht en nauwelijks verstaanbaar:
(Wordt vervolgd).