Veerkrachtig „Jong Haarlem... vooruit! wekt de jeugd tot activiteit op REGENKLEDING BABITO, DE MUZIKANT „De Spieghel" Leerlingen Conrad en Stork Hijsch maakten vele werkstukken Meubels opknappen?... Prachtbijts Archeologie in van de zee en de diepe stilte van de Sahara Prachtig ontwikkelingswerk met ontplooiing van persoonlijkheid als hoogste doel Jaarlijkse tentoonstelling Causerie met prachtige kleurenprojecties van Philippe Diolé voor „Conférences" VRIJDAG 14 OCTOBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Eigen home Vogels van diverse pluimage Tegen dat le tandjes krijgt... Acht maanden geëist wegens oplichting Kamerlid stelt vragen over „Du vieux Doelen" Schepen wachten in de mist CUw.TIleyer OUTSTRAATI6 JAPONNEN Jersey en Wevenit Post voorschotten woning- wetbouw kan met 10 millioen worden verlaagd FEUILLETON Een detective-roman door I. M. C. Bijleveld-Gelinck Door middel van niet minder dan 47.000 vouwbladen die in alle Haarlemse brieven bussen zullen worden geworpen vestigt de stichting „Jong Haarlemvooruit!" de aandacht od haar hervatte activiteit. In die groene folders wordt een opsomming gegeven van de 33 verschillende cursussen, waaruit zij die hun kennis willen opfris sen of aanvullen, een keuze kunnen maken. Cursussen die uiteenlopen van Neder landse taal tot turnen, van rekenen tot costuumtekenen, van handschriftverbetering tot fototechniek en fotokunst. En toch vormt het bijbrengen van kennis en kunde niet eens het wezenlijke belang van het werk van „Jong Haarlem vooruit!" Want het gaat veel meer om de per soonlijkheidsvorming van jonge mensen, die meestal alleen met een lagere school opleiding het leven in zijn gegaan en die op deze wijze de kans krijgen zich niet alleen verder te ontwikkelen, maar ook met anderen te komen tot een beter inzicht In de problemen van wereld en maatschappij. In de jaren na de oorlog heeft „Jong Haarlemvooruit!" steeds meer vat op de jonge Haarlemmers gekregen: voor deze organisatie is de „mondreclame" van cursisten en oud-cursisten de beste aanbe veling welke zij kan krijgen. „Jong Haar lemvooruit!" moet het vooral hebben van de honderden meisjes en jongens, jon ge vrouwen en mannen die verder vertel len, dat zij niet alleen wat van de cursus sen hebben opgestoken, maar ook dat zij steun in hun leven hebben ondervonden van de gesprekken met de directeur en de docenten, die dit werk met groot idealis me telken jare verrichten. Daardoor kon „Jong Haarlem.... vooruit!" het afgelo pen cursusjaar met niet minder dan vijf tienhonderd cursisten verdeeld over tachtig groepen, beginnen en ondanks het in het voorjaar onvermijdelijk optredende verloop kon de cursus toch met twaalfhonderd deelnemers worden afgesloten. De vorige week hebben wij reeds mel ding gemaakt van de organisatorische ver- stéviging van „Jong Haarlem.... voor uit!", dat voortgekomen is uit de vooroor logse bezuinigingsperiode, toen het ver volgonderwijs werd afgeschaft en op deze manier op initiatief van de gemeente Haarlem werd getracht in de daardoor ontstane lacune te voorzien. Door Gede puteerde Staten werden evenwel alle fi nanciële bijdragen aan dit werk geschrapt, zodat het vlak voor de oorlog moest wor den opgegeven, ondanks het grote nut voor de buitenschoolse jeugd en de toen talrijke werklozen. Zoals gezegd nam „Jong Haarlem vooruit!" na de oorlog een hoge vlucht, zodat het thans noodzakelijk bleek de di recteur, de heer J. L. M u n n i k, voor dit werk volledig vrij te maken. Bovendien werd een vaste zetel voor het bureau betrokken aan de Wagenweg 28, waar de heer Munnik na zoveel jaren be helpen eindelijk een behoorlijke werkruim te kreeg voor de administratie en organi satie, waar gelegenheid is voor docenten en cursisten eens rustig te komen praten, af zonderlijk of in groepjes, waar eventueel aan zang en muziek kan worden gedaan of waar filmvoorstellingen gegeven kunnen worden. Want dat zijn allemaal dingen, die in het Stedelijk Gymnasium, waar „Jong Haar lemvooruit!" al enige jaren een gast vrij en zeer gewaardeerd onderdak vindt, toch bezwaarlijk kunnen plaats vinden. Een contact, dat ook steeds meer ontwik keld wordt en vruchten afwerpt, bestaat met het bedrijfsleven, vooral met de maat schappelijke werksters van een paar grote bedrijven, die mede de jongeren onder het door hen verzorgde personeel de cursussen van „Jong Haarlemvooruit!" aanbeve len. Aan de andere kant komt het steeds meer voor, dat bij sollicitaties ook inlich tingen worden ingewonnen bij „Jong Haarlem.... vooruit!" en daar de cursus sen juist niet alleen ten doel hebben de jonge mensen meer kennis bij te brengen, maar ook willen helpen bij de karakter- ADVERTENTIE VOOR DAMES EN HEREN Uitgebreide collectie Keuze uit verschillende merken en persoonlijkheidsvorming, kan een in lichting over een cursist die bijvoorbeeld van een E.H.B.O.-groep deel heeft uitge maakt, toch van waarde blijken voor een inzicht in de mentaliteit 'van de sollicitant. En het is al meer dan eens voorgekomen, dat juist die algémene indruk de doorslag gaf bij promotie of aanstelling. Het is duidelijk, dat de heer Munnik en zijn medewerkers vogels van diverse plui mage onder hun gehoor hebben. In het algemeen behoren de meeste deelnemers tot de leeftijdsgroep van 22 tot 28 jaar: de behoefte aan meer ontwikkeling en kennis wordt immers pas na de rijpingsjaren ge wekt. Bij dertig jaar bestaat een leeftijds grens. Niet dat ouderen worden geweerd het vorig jaar was er zelfs een cursist van 48 jaar maar men wil het karakter van de instelling toch zoveel mogelijk een jeugdig aspect laten behouden. Daarom betalen de jongeren tot dertig jaar een cursusgeld van tien gulden per seizoen (dat is een verdubbeling in vergelijking met verleden jaar, maar zeker voor grote groe pen betaalbaar, terwijl er bovendien re ductie- of vrijstellingsmogelijkheden be staan) terwijl de ouderen vijftien gulden betalen. Daarvoor kan men dus een keer per week een cursusles van anderhalf uur volgen. Het geestelijke draagvlak van „Jong Haarlem.... vooruit!" is zeer ruim, zoals uit de samenstelling van het stichtingsbe stuur al blijkt, waarin vertegenwoordigers van openbaar, protestants-christelijk en rooms-katholiek lager onderwijs zitting hebben. Maar bovendien bestaat voor Rooms-Katholieken de mogelijkheid apar te cursussen te volgen, indien zij dit wen sen. Met name voor een „vak" als alge mene ontwikkeling wordt dat als een noodzakelijkheid beschouwd. Ook wel wordt een algemene cursus als E.H.B.O voor katholieken aangevuld met een door een geestelijke te geven uiteenzetting over het verlenen van geestelijke bijstand aan slachtoffers van ongevallen. Verleden jaar had „Jong Haarlem, vooruit!" vierhonderd Rooms-Katholieke cursisten, die tezamen twaalf cursusgroe pen vormden. De populairste cursus is ongetwijfeld die in Engels, waarvoor niet minder dan twaalf groepen werden gevormd. De emigratie mogelijkheden spelen daarbij een even grote rol als bijvoorbeeld de wens van achtergebleven familieleden om straks de jongste generatie der geëmigreerden te kunnen verstaan. Een vak waaraan meer en meer behoefte is gebleken is kunstge schiedenis, dat vroeger bij de tekencursus was ingedeeld. In dat verband worden ook museumbezoeken gemaakt. De gymnastiek- en turnlessen worden gegeven in de gym nastieklokalen van de school aan de Wil- helminastraat of de Th. M. Ketelaar-Ulo. Bij het afscheid van elk cursusjaar blijkt telkens weer hoe de jonge mensen het werk van „Jong Haarlem.vooruit!" en zijn staf waarderen. Maar ook directeur Munnik laat zich geestdriftig uit over zijn „prachtig publiek, waarin telkens weer blijkt, dat ook de schreeuwers en de lache bekken tot vaak eerbied afdwingende pres taties komen als zij maar een keer door een onderwerp of een bezigheid zijn ge pakt". Het is dan ook te hopen, dat ook dit jaar tot Jong Haarlemvooruit!" zullen komen de jongeren, die in het leven vech ten tegen veel, dat zij graag anders zien; de jongeren, die tobben over de dingen waarin zij te kort schieten; de jongeren die dromen over veel wat zij zouden willen doen als hen dat maar mogelijk was; de jongeren die de vervlakkende sleur van alle dag verfoeien en snakken naar hen passende bezigheid of studie; de jongeren tenslotte die behoefte hebben aan een mi lieu, dat hun algemene belangstelling kan verlevendigen. Haarlemse jongeren die lust en tijd hebben om met „Jong Haar lem. vooruit!" mee te doen, wordt ver zocht zo spoedig mogelijk zich aan te mel den bij het bureau, Wagenweg 2 8. De inschrijving sluit op 2 2 October. ADVERTENTIE is het vooral de box die 't moet ont gelden. Onze boxen zijn behalve fraai en practisch, zeer solide van uitvoe ring. Onsplinterbaar hout, zware bo dem en groot telraam. Prijzen vanaf 27.95 voor BABY en KLEUTER Anegang 46 Tel. 14651 - Gr. Houtstr. 116 Haarlem - Tel. 13339 Voor de Haarlemse rechtbank stond Donderdag een 39-jarige fabrieksarbeider terecht, die er van verdacht werd de ne gentienjarige A. S. uit Haarlem voor een bedrag van vijfentwintig gulden opgelicht te hebben. Hij had namelijk aan S. verteld, dat hij door de rechtbank in Arnhem wegens smokkelarij veroordeeld was tot drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en dat zijn toezichthoudster deze straf zou laten uitvoeren indien hij niet op korte termijn een bedrag van vijfenzeventig gul den zou betalen. Voorts zou B. een fiets en een herencos- tuum in huurkoop gekocht hebben, waarna hij deze goederen, toen hij slechts enkele guldens had afbetaald, weer van de hand gedaan zou hebben. De officier van Justitie, mr. G. W. F. van der Valk Bouman, eiste met het oog op het psychiatrisch rapport een gevange nisstraf voor de tijd van acht maanden met aftrek van het voorarrest en de voor waardelijke ter beschikkingstelling van de verdachte aan de regering. De verdediger, mr. S. Groen, bepleitte clementie. De rechtbank zal op 27 October uitspraak doen. Voor de leerlingen van de Werf Conrad en Stork Hqsch N.V. in de Waarderpolder worden Zaterdag en Woensdag belangrijke dagen. Op de eerste dag zullen in de mid daguren in de cantine pryswerkstukken worden tentoongesteld, die zij in de afge lopen weken hebben vervaardigd en Woensdagavond zullen zjj horen voor welke prijzen zij in aanmerking komen. Dan zal ook bekend gemaakt worden wie de Frede- rik Willem Conradprijs heeft gewonnen en waaruit deze prijs zal bestaan. De prijsvraag houdt nauw verband met de opleiding, waarmee men zich al geruime tijd in het bedrijf bezig houdt. Er zijn drie soorten opleidingen, waarvan twee in de fabriek voor de jeugd; de derde is de om scholing voor oudere arbeiders in de Rijks werkplaats aan de Spaarnwouderstraat in samenwerking met het Gewestelijk Ar beidsbureau. Als de jongens de lagere school verlaten hebben, kunnen zij een technische oplei ding ontvangen op een ambachtsschool. Na afloop van de cursus kunnen zij diverse richtingen op. Öm toekomstige arbeiders van de Werf Conrad en Stork Hijsch een opleiding te geven, die voor hen voor de toekomst van groot belang is, is een bedrijfsschool ge sticht. Directeur er van is de heer J. Hu- bregtsen, die ook de leiding heeft van de Ambachtsschool in het Kleverpark. Op Maandagochtend en Woensdagmiddag worden de lessen gegeven. Na afloop van de cursus, die drie jaar duurt, kunnen de leerlingen in het bezit komen van een diploma, dat gelijkwaardg is aan dat van een ambachtsschool. De leerlingen zijn zo ver gevorderd, dat zij examen kunnen doen ADVERTENTIE Het Tweede Kamerlid mr. Van der Goes van Naters (P.v.d.A.) heeft aan de ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Wederopbouw en Volkshuisvesting gevraagd of het juist is dat door onacht zaamheid het pand „Du vieux Doelen", aan het Tournooiveld in Den Haag niet op de lijst der monumenten is geplaatst en of de ministers maatregelen willen nemen dat dit verzuim niet ten nadele van het cultuur bezit der Nederlandse volksgemeenschap komt. Zestig schepen lagen hedenmorgen in Rotterdam te wachten op het optrekken van de dichte mist, die zowel boven de havenstad als boven de Noordzee hangt. Buitengaats van Hoek van Holland wach ten veertig schepen, die bestemd zijn voor Rotterdam of een der andere havens langs de nieuwe Rotterdamse Waterweg. Dames- en Herenmodes KRUISWEG 72 HAARLEM O, wat schrok Babito, toen plotseling twee woeste rovers uit de struikeyi te voor schijn sprongen en dreigend op hem af stormden! „Je geld of je leven!", schreeuwden ze, en ze grepen de beduusde jongen stevig vast. Wat kon de arme Babito doen tegen die gevaarlijke kerels? Ze pakten de tas van zijn schouders, icaarin al zijn bezittingen zaten en maakten die open. „Haaaa!", grijnsde de ene rover. „Ik dacht het welkijk, hier is een beurs, en daar rinkelt geld in. Dat kunnen we goed gebruiken, ventje!!" 21-22 In de aula van het gemeentelijk gymna sium aan het Prinsenhof heeft de Franse archeoloog de heer Philippe Diolé voor de Conférences Frangaises een zeer opwek kend en met humor gekruide causerie ge houden over een „droog" onderwerp als de Sahara en in het bijzonder over zijn ar cheologische arbeid daar, waaraan hij ove rigens een voor zijn toehoorders zeer ver frissend aspect toevoegde* zijn onderzoek op de bodem van oude havens aan de Noord-Afrikaanse kust. Zowel zijn werk terrein in de Sahara als dat op de zee bodem wist hij zijn auditorium voor te toveren in een prachtige serie kleuren projecties. De moderne middelen, die de mens in staat stellen op de zeebodem af te dalen, worden, naar hij zeide, primair aangewend voor biologisch onderzoek. Een expert in dit wetenschappelijk onderzoek naar de vegetatie op de zeebodem, profes sor Drach, verplicht zelfs zijn studenten aan de Sorbonne, dat zij allen met een complete uitrusting leren afdalen op de zeebodem. De heer Diolé vestigde er echter de aandacht op, dat men ook als archeoloog bij dergelijke onderzoekingen de meest ver rassende vondsten doet. De archeologie te land wordt veelal bemoeilijkt doordat de sporen van verscheidene opvolgende be schavingsperioden door elkaar heen liggen, en vooral door het bodemgebruik heel wat verloren gaat. maar op de zeebodem blij ven de historische overblijfselen veelal volkomen onaangetast. En vooral op de bodem van de oude wereldzee, de Middellandse Zee, valt er heel wat te vinden, in het bijzonder in de oude kommen van de klassieke havens, zoals in de omgeving van Tripolis en Algiers. Ver zonken temidden van de exotische pracht van koralen, anemonen, miriaden van an dere zeediertjes, treft men de casco's van vrachtboten, die vaak grotendeels nog heel zijn. Op de kleurenprojecties toonde de heer Diolé enkele van de prachtige kera mische vondsten der Romeinse beschaving, die hij en zijn echtgenote en enige vrien den van de zeebodem ophaalde. Dezelfde schorpioen Er was een overkomst die hem zowel in de situatie op de zeebodem als in de Sa hara had getroffen: alles heeft gebon den aan dezelfde plaats, de levende wezens op de zeebodem verplaatsen zich nauwe lijks „maar ook wanneer men na drie jaar op hetzelfde plekje in de Sahara terug keert, ziet men nog diezelfde schorpi oen zitten...." De Sahara is evenals de zeebodem het oord van stilte en onbe- I weeglijkheid. In de prae-historie toen het er door geheel andere klimatologische om standigheden nog volop regende en waaide was er heel wat meer leven. Men stelt zich meestal de Sahara voor als een grote zand vlakte. Maar slechts een zesde gedeelte bestaat uit zand, de rest uit rotsen en ge bergten. Men vindt er de sporen van de vroegere bewoners vooral in de rotsteke ningen en -schilderingen, die meestal dieren als giraffen, neushoorns, olifanten, nijl paarden en wilde buffels tot onderwerp hebben. Daarin zijn dan ook weer invloe den van de Egyptische en de Griekse cul tuur te vinden. Dwars door de Sahara loopt een oude route, waarlangs men goud en ivoor aan voerde naar de drie klassieke havens, waar thans alleen Tripolis van over is gebleven De slotstukken van zijn serie projecties waren de ruïnes en een prachtig bewerkt monument van de Romeinen te Djerma een punt op de genoemde aanvoer route, vanwaar het zestig dagen lopen was naar het hart van Afrika en dertien dagen lopen naar de kust en de resten van de prachtige bouwwerken in een der klassieke havens. De causerie was doorspekt met jolige opmerkingen over zijn echtgenote als „plongeuse", over zijn Arabische gids en in het bijzonder over zijn kameel, die tel kens hilariteit opwekten. ADVERTENTIE ADVERTENTIE voor het diploma vijfjarige gemeentelijke avondschoool nijverheidsonderwijs. De be langstelling voor de bedrijfsschool is bij zonder groot en de toeloop is wel eens van die aard geweest, dat selectie moest wor den toegepast. Dan bestaat bij de Werf Conrad en Stork Hijsch de bedrijfsopleiding metaal en elec- trotechniek, bemetel genaamd; leerlingen kunnen contracten aangaan van twee, drie of vier jaar; dat hangt af van de leeftijd. Er wordt naar gestreefd de opleiding te laten eindigen, als de militaire dienst be gint. Het is dan afwachten of de jongelui na afloop van de dienst weer bij het be drijf terugkeren. De resultaten zijn gunstig te noemen. Bij de Werf Conrad en Stork Hijsch be staat ook het systeem van een gemeen schappelijke vacantie naar het buitenland voor de leerlingen. Dit jaar is men van Hemelvaartsdag af gedurende vijf dagen op stap geweest naar België en vorig jaar trokken zij naar West-Duitsland. Het doel is de jongens te leren hoe zij het beste van een vacantie kunnen genieten. Op de werf is men er in geslaagd. Ter voorbereiding waren filmavonden gehouden, waardoor de jongens een indruk kregen van de streek waarheen zij reizen. Op het ogenblik heeft het bedrijf tachtig leerlingen, die deel hebben genomen aan de jaarlijkse wedstrijd. Zij hebben een voor werp ontvangen; daarvan moest eerst een tekening worden gemaakt en aan de hand van de tekening moest het voorwerp ver vaardigd worden. Cijfers worden gegeven voor allerlei onderdelen. Plet aantal punten bepaalt of de leerlingen in aanmerking komen voor een eerste, tweede of derde prijs. De werkstukken worden Zaterdag middag in de cantine tentoongesteld en verwacht wordt, dat vele belangstellenden van buiten en van het bedrijf een kijkje zullen nemen. Ook is deze dag een welkome gelegenheid voor familieleden een indruk te krijgen waar hun man, vader, broer of verloofde werkt en wat voor arbeid er in het bedrijf verricht wordt. Vorig jaar be zochten meer dan duizend dames en heren de tentoonstelling. De gelegenheid bestaat de zich voortdurend ontwikkelende onder neming te bezichtigen; enige personeels leden zullen in werking zijnde machines demonstreren. Vroeger werd de uitslag van de wedstrijd na afloop van de tentoonstelling bekend gemaakt. Wegens de grote drukte waren er bezwaren aan verbonden. Daarom zal Woensdag 19 October een speciale bijeen komst worden gehouden voor genodigden, leerlingen met familieleden. De directeur ir. C. H. Holgen zal de prijzen uitreiken. Voorts zal een film vertoond worden. Omscholing Wat de omscholing van oudere arbeiders betreft zij meegedeeld, dat dit niet in het bedrijf kan geschieden. Candidaten dienen zich met de Werf Conrad en Stork Hijsch in verbinding te stellen en na een onder zoek verleent het bedrijf een toeslag aan hen, die aan de omscholing deelnemen. Komt men later bij het bedrijf in dienst dan wordt een tweede bedrag uitgekeerd. De uiterste leeftijd is vijfendertig jaar. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de begro ting 1954 van het departement van Weder opbouw en Volkshuisvesting. De gewone dienst moet worden verhoogd met 3.206.733. De buitengewone dienst zal worden verminderd met 983.600 wat de uitgaven van aflopend karakter aangaat en met 10.000.000 voor wat de kapitaalsuit gaven betreft. Uit de toelichting blijkt, dat het aantal verzoeken om advies inzake vaststelling van de nieuwe huurprijs voor woningen 25 pet hoger is dan aanvankelijk is ge raamd. Voor een tijdige verwerking van deze stroom van aanvragen moest het aan tal zittingen van de huuradviescommissies aanmerkelijk worden verhoogd. Daardoor wordt verhoging van de post vacantie- en reisgelden commissieleden met 13.000 noodzakelijk. De post wordt gebracht op 130.000. Door toepassing van een efficiënter werk wijze bij het landelijk taxatie-apparaat en door de geringere omvang van werkzaam heden bij het centraal taxatie-apparaat kunnen de kosten voor het taxeren van oorlogsschade over 1954 met 258.000 wor den verlaagd. De invoering van de huurverhoging per 1 Januari 1954 heeft de jaarlijkse bijdrage van het rijk, toegezegd op grond van de Financieringsregeling Woningbouw 1947- 1948, dermate gunstig beïnvloed, dat deze met een bedrag van 1 millioen kan wor den verlaagd. De post voorschotten ingevolge de Wo ningwet en voor de bouw van woningen, welke volgens andere rijksregelingen wor den gefinancierd, kan met 10 millioen worden verlaagd, doordat de gemeenten in mindere mate een beroep op het rijk heb ben gedaan tot verstrekking van voor schotten voor de bouw van woningwet woningen, dan werd verwacht. 8) „Werkelijk, juffrouw Corbeyn, het is toch heus beter als u het aan de politie vertelt. Zoudt u het nu niet dadelijk doen?" „Nee", zei de oude vrouw. En dan klopte mevrouw Waterborg aan de deur. Het onerzoek in het sou-terrain had niets opgeleverd. Nu wilde de recher cheur deze kamer doorzoeken. Was het goed dat hij binnenkwam? „Ik ga ook met u mee het huis rond", zei juffrouw Corbeyn. Greet Meilink zag haar vragend aan. Betekende dat, dat zij een gimstige ge legenheid wilde afwachten om het aan de politieman te zeggen? Of ging zij mee het huis rond omdat zij het niet meer uit kon houden hier in haar eigen kamer achter te blijven? Het meisje vermoedde het laatste. „Dan ga ik ook naar boven", zei ze zacht. Op de gemeenschappelijke zitkamer, drie hoog vóór, trof ze Noortje, die druk bezig pensionhoudster ging voorop, dan volgde was om alles in orde te maken voor de komst van de rechercheur. Ze had een vuurrode kleur van opwinding over het ge val en beijverde zich naar beste krachten om de kamer een onberispelijk aanzien te geven. Ze legde de boeken, die rondzwier ven op keurige stapeltjes, schudde de kus sens wat op en liet de schemerlampen enige malen van plaats verwisselen om het effect te vergelijken. Het blonde meisje staarde verbaasd naar haar vriendin. „Wat sloof jij je ineens uit, zeg. Het lijkt wel of die rechercheur hier op theevisite moet komen. Het is hier nog nooit zó keu rig geweest!" Noortje Vlasakker lachte. „Stel je voor! Die rechercheur. Wat een boerenpummel, hè? Professor Cossaert zegt, dat hij een horreur heeft gekregen van de Amster damse politie. De Belgische is veel aar diger." „Heeft hij daar ondervinding van?" vroeg Greetje. „Wat ben jij ineens ad rem! Professor Cossaert is tóch aardig. Met wie heb jij be neden nog zolang gepraat?" „Met juffrouw Corbeyn." „O. Ik wou, dat onze visite nu maar ver scheen. Ik heb slaap." „Ik ook." De „visite" verscheen na een poosje en vond natuurlijk niets. De rechercheur, te rugverlangend naar zijn warme kacheltje in het posthuis en onder aanvuring van me vrouw Waterborg, doorzocht niet al te nauwkeurig de verschillende kamers. De de kleine man en de arme juffrouw Cor beyn kwam ietwat buiten adem achter de beide anderen aan. En zo was ook vrij spoedig het onderzoek in de meisjeskamer afgelopen. „Nu nog de linnenkamer, het atelier en de zolder", zei mevrouw Waterborg. „Gaat u toch naar beneden, juffrouw Corbeyn. U bent doodmoe." „Ja", stemde deze toe. „Ik ben doodmoe. Ik zal vast naar beneden gaan." Noortje Vlasakker sloot met een zucht van verlichting de deur achter de bezoe kers. „Ik ga naar bed", verklaarde ze met een en gaapte daarbij luidruchtig. „Het is al kwart over twee! Heb je ooit van je leven zo'n knullig ventje gezien? Jij gaat toch zeker ook, hè?" „Ja", zei haar vriendinnetje langzaam. „Ik ga natuurlijk ook. Maar het is toch een vreemde geschiedenis. Die Buddha moét toch hier in huis zijn Ik zou wel eens willen weten „Och, het is vast een vergissing. „Nee, dat geloof ik stellig niet. Juffrouw Corbeyn was buiten zichzelf. En ik wou „En ik wou dat jij niet zo verschrikkelijk stond te zeuren!" viel Noortje Vlasakker heftig uit. „„Laten we alsjeblieft naar bed gaan. Morgen zullen we heus wel horen hoe het met die Buddha is afgelopen. Het interesseert me geen steek. Ik ben dood op." „Ik heb nog niets geen slaap." „Maar ik wèl. Ik ga naar bed. Ga jij nu ook. Nacht." „Nacht...." Greet Meilink, bij de deur, zag nog even óm naar haar vriendin, die nog altijd naast de tafel stond, een geïrriteerde frons op haar warm gezicht. Het wasof ze wèg gekeken werd! Ze sloot de deur achter zich, liep naar haar slaapkamertje aan de andere zijde van de gang en zette zich op de rand van haar bed. Ze kon toch niet slapen en bleef in het donker voor zich uitstaren. Nog altijd woedde het noodweer. En toen was er ineens, ten tweede male alarm. Een gebons op de deuren en de stem van de pensionhoudster: „Komt u dadelijk beneden, dames en heren. Dadelijk!" Ze gingen, als in een nachtmerrie. Weer die zonderlinge stoet van halfaange- klede, onuitgeslapen mensen. Weer de trappen af en de benedengang door maar nu, achter de anderen aan, naar de slaap kamer van juffrouw Corbeyn. En daar za gen ze allen de vrouw des huizes roerloos en doodsbleek op de vloer; een donkere bloedvlek in het grijze haar. „Ziet u wel!" zei juffrouw Galjoen tri omfantelijk. „Ik heb het wel gezegd!" HOOFDSTUK III. Juffrouw Galjoen kreeg nu het volle pond. Alle elementen van een volledige moordzaak, die haar in „Het Schot in de Bibliotheek" en „De tweede Schoorsteen" zo uitermate geboeid hadden, de onmisbare elementen van een detective-roman, waren op dit ogenblik ruimschoots aanwezig. De kring doodsbleke, fluisterende mensen, die allemaal verdacht waren, het roerloze slachtoffer op de grond en die beklemmen de sfeer van misdaad en intrigue, die de lezers het bloed naar de wangen jaagt en hen in één adem voortdrijft naar de ont knoping. Daar kwam ook al de dokter, knielde naast het slachtoffer neer en begon haar te onderzoeken. Maar het hoogte punt was natuurlijk de entree van de po litie; een forse, breedgeschouderde agent, een rechercheur in politiek en een heuse inspecteur. Vooral van deze laatste kon juffrouw Galjoen haar ogen niet afhouden. Hij was dan wel niet knap als de .in specteur van haar dromen en hij droeg zelfs geen uniform, maar hij had toch een keurig, goedbesneden gezicht en een beschaafde stem. Maar bovenal had hij dat typisch beschaafde autoritaire, besliste in zijn hou ding, dat kenmerkend is voor de goede soort en dat juist op vrouwen als juffrouw Gal joen een diepe indruk maakt. Ze begreep onmiddellijk dat, onder lending van deze man, de situatie zich geheel naar wens zou ontwikkelen. Ze popelde natuurlijk om hem van alle gebeurtenissen op de hoogte te brengen, maar begreep toch ook wel dat daar voor lopig niet veel kans op zou zijn. Het bleek nu allereerst dat juffrouw Sarah Corbeyn niet dood was, hetgeen weliswaar niet in ovei-eenstemming was met „Het Schot in de Bibliotheek", maar waarover zij zich goedhartig als ze was, toch oprecht ver heugde. De dokter was nu bezig een ver band aan te leggen en beantwoordde, nog altijd geknield naast het slachtoffer, de eerste vragen van inspecteur Renkevoort. „Geen dodelijke wond. Een slag op het achterhoofd, toegebracht met een hard voorwerp. Ik zou haast zeggen een bundel kleine voorwerpen. Er is een grotere ver wonding met een kring kleinere verwon dingen er omheen." „Deze sleutelbos", zei de inspecteur en wees met zijn voet naar een bos sleutels, die een eind verder op het tapijt lagen, bij na onder een ouderwetse mahonie tafel. „Ongetwijfeld, inspecteur", antwoorde de dokter. Juffrouw Galjoen's hart sprong op! Zie je, dat was nu je ware! De ware detective spirit. Deze inspecteur was de man, die de moordenaar zou ontmaskeren, dat leed geen twijfel. Een kranig type! Haar ogen weken geen moment van zijn gezicht. De dokter was nu klaar met zijn ver band en vroeg aan de inspecteur- toestem ming om de patiënte op haar bed te leggen. De politieman knikte. De dokter en Daniël Camphuysen, die er het dichtste bijstond, tilden de oude vrouw voorzichtig van de grond en legden haar neer op het bed. En de „Afrikaan",, in een zorgend gebaar schikte de kussens onder het verbonden hoofd. Op dit ogenblik ontwaakte juffrouw Corbeyn. Ze sloeg haar zware oogleden op en de grauwe ogen, nog half onbewust, staarden voor zich uit zonder iets te zien. Maar plots ondekte zij het gezicht van dr. Camphuysen, die zich juist over haar heen- boog, en ineens was er haar stem, heel zacht en nauwelijks verstaanbaar: (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 7