Eeuwenoude markten winnen in de moderne tijd steeds meer terrein Schragen, zeildoek en schreeuwende mensen Haarlemse dagmarkten niet meer uit straatbeeld weg te denken Veöem Op Maandag kunnen wij onze zaken beter gaan sluiten" OmeKo"zet al 45 jaar kraampjes op SLOT DEFECT? Winkeliers op Gedempte Oude Gracht: Is er een oplossing? r a Interessante Boekenexpositie Te Haarlem 13 KTÏTPFRS ZiL&en. 'n UxalXtlc! ,Lotelingen' Standwerkers Druk Ruimte-tekort Ds. A. R. de Jong 45 jaar predikant „DE SLEUTELSPECIALIST" Bedrijfschap kappersbedri j f bevoegd tot vaststelling mini m n mprij zen Kort nieuws ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAN f ADVERTENTIE 1VU IX J/IVkJ ZIJLSTRAAT HAARLEM ff KERKJE, HUISJE, BOOMPJE, MARKT. Ziedaar de his torische groei van de handel in zijn primitiefste vorm. De koop en verkoop van man tot man in de open lucht. Geen tussenpersonen, maar ruilhandel met aan de ene kant de koopman, die zijn hele zaak in een paar kisten of dozen met zich meedraagt en aan de andere zijde de klant, die ziet wat er gekocht kan worden, die alle goederen zelf aan een nauwkeurig onderzoek kan onderwerpen en die door vergelijking van prijzen tot een zo voordelig mogelijke transactie kan overgaan. Later kwamen er winkels, maga zijnen en warenhuizen. De eigenaar van de zaak bemoeit zich dikwijls niet meer met de klant, kijkt ook niet meer naar de inkoop om. Hij houdt zich bezig met de organisatie van het geheel, organiseert besprekingen op hoog niveau en verliest volkomen het persoonlijk contact met de koper. Er komen steeds moderner winkels, met liften, restaurants, roltrappen en credietsystemen. Men kan de boodschappen telefonisch opgeven en korte tijd later verschijnt er een grote vrachtwagen, waarmee de gekochte goederen keurig thuisbezorgd worden. In de dagbladen worden pagina's vol advertenties geplaatst, waarin allerlei voordelige koopjes worden aangeboden, er komen winkelweken met bonnen acties. Bij het besteden van zoveel gulden aan boodschap pen kon men een reisje naar de Achterhoek maken, naar Brussel of naar Parijs. De klant is immers koning! Maar ondanks al deze buitenkansjes blijft de markt bestaan. De kooplieden trekken steeds weer met hun handeltje naar een andere stad. Zij maken nu misschien gebruik van een auto, maar dat is dan ook de enige verandering. En ook het publiek zoekt steeds weer het marktterrein op. In steeds groter getale. Er komen meer markten en zij worden uit gestrekter. Waarom eigenlijk? In een aantal gesprekken met kopers en verkopers, met de directeur van het Marktwezen en met de stallenverhuurder, met de mensen van de reini ging en met de ongekroonde koning van de markt, de markt meester hebben wij geprobeerd er een antwoord op te vinden. Niemand kon net ons precies uitleggen. „Het is de sfeer", zei de een; „de traditie", meende de ander, en daarbij bleef het. Zo moeten wij het eigenlijk ook maar laten. De markt is nu eenmaal niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Ook niet in Haarlem. DE EERSTE MARKT VAN DE WEEK ::i Haarlem begint op Zondagavond al. Op c.e Gedempte Oude Gracht waar enkele uren nadat het Leger des Heils is verdwe nen de kraam- en karrenverhuurders aan hun nachtelijk karwei beginnen. Om een uur of elf nemen zij bezit van de straat, de mannen van Jac. Pel, J. B. Pel en Janszen. Zij werken hard, want er moet die nacht nog een keer geslapen worden ook, maar toch zijn deze drie firma's ruim drie uur in de weer om het eendags-stadje van hout en zeildoek te stichten. Er wordt wat geschreeuwd, de eenzame late wandelaar schrikt soms op van een vallende plank maar verder wordt er alleen maar gewerkt. Tot half drie, want dan staan al die tentjes keurig in rijen op de Gedempte Oude Gracht tussen de Koningstraat en de Raaks en op de gehele Botermarkt. Ruim drie honderdvijftig kramen, die kaal nog eenzelfde indruk geven als een bioscoop zaal na de laatste voorstelling, lee-g en on gezellig. Een paar uur is het dan stil, maar om een uur of zeven trekken de eerste groente en fruitkooplieden naar hun plaatsen, waar zij met veel kabaal hun waren uitstallen. Langzamerhand komen alle vaste verko pers opdagen, de een met een glanzende nieuwe auto, de ander met een schamel vrachtwagentje of gewoon met de trein of bus. Zij nemen hun plaats in, kijken eens naar de lucht om te zien of d'e dag even tueel door regen niet bedorven zal worden en pakken hun spullen uit, systematisch en geroutineerd. Zij komen uit alle delen van het land, uit Amsterdam, uit Utrecht, uit Lee uw ar- Guus Hoolwerf, de man, die het al vijf jaar lang zo goed meent met de lijdende mens heid. Op het moment, dat deze foto geno men werd trachtte hij - en met succes - zijn toehoorders te overtuigen van de kwaliteiten van zijn likdoornzalf. Vegen, altijd maar vegen. Dat is het motto van de gemeente-reiniging, die er voor moet zorgen, dat het marktterrein na de markt altijd weer geheel schoon wordt. In de bepalingen van het marktwezen staat wel ergens, dat de kooplieden zelf hun markt schoon moeten houden, maar wie wel eens tegen het einde van een markt dag over de Gedempte Oude Gracht heeft gewandeld zal het met ons eens zijn, dat daar nu niet bepaald strikt de hand aan wordt gehouden. Om zes uur beginnen de mannen van de reiniging dan ook altijd aan dit enorme karwei. Zij komen met z'n drieën twee vegers en een chauffeur en zij zijn et- des Maandagsavonds drie uur mee zoet. Vooral wanneer er een beetje wind staat valt dit werk niet mee want zij kunnen uiteraard niet elk papiertje achterna lopen. De volgende dag wordt het gehele terrein nog eens dunnetjes overgedaan. Natuurlijk heeft men bij deze dienst ook met aparte moeilijkheden te kampen, want in de kool- lijd scheppen de mannen bijvoorbeeld enkele auto's bladeren op en in ae zomer moet de straal in de omgeving van de vis stallen altijd besprenkeld worden met des infecterende vloeistoffen. In de Floresstraat begint men meestal om een uur of zeven en daar zijn ae drie nannen ruim twee uur bezig. Overigens ïeeft deze straat weer een ander probleem, vanl de voortuintjes van de huizen in deze ;traat zijn dikwijls bezaaid met papier, ictgeen uiteraard voor de bewoners geen j ret je is. Op Vrijdagmorgen komen de nannen van de reiniging nog een keer orug om de Floresstraat een tweede choonmaakbeurt te geven en de volgende lag, Zaterdag, zijn zij weer present op de ledempte Oude Gracht. den of uit Hillegom, maar toch vormen zij een gemeenschappelijke kring, waarin veel hgat en nijd voorkomt, maar waarin men aan de andere kant ook van alles voor el kaar over heeft. OM HALF TIEN moeten alle vaste koop lieden hun kraam bezet hebben en dan be gint voor de marktmeester het moeilijkste deel van de dag. De overgebleven plaatsen moet hij verdelen onder de losse verkopers en in negen van -de tien gevallen zijn er meer gegadigden dan vrije plaatsen. Markt meester L. D. Vrij is daaraan gewend. Om zwermd door een groep van soms dertig tot veertig handelaren begint hij zijn eerste rondgang langs de kramen, maakt hier en daar een praatje, zegt ontelbare keren goedenmorgen en stoort zich vrijwel niet aan de om hem heen dringende en pra tende „lotelingeri". Want zelfs wanneer deze „losse" koop lieden een overgebleven plaats krijgen toe gewezen zijn zij nog niet direct tevreden. Textiel naast textiel, snoep naast snoep en horloges naast horloges gaat nu eenmaal niet en zelfs al zit er een tussenruimte van twaalf meter tussen twee kramen, waarvan de eigenaars in dezelfde branche handelen dan nog zijn de kooplieden niet tevreden. En in die tussentijd zien zij, die nog geen kraam hebben kunnen bemachtigen met angst en vreze het einde van de markt in zicht komen. Zij willen genoegen nemen met een kraampje van een paar meter, zij stellen driehoeksruilen tussen kooplieden voor waardoor er nog ergens een klein gaatje voor hun partijtje spiegeltjes of vei ligheidsspelden zal overschieten. Markt meester Vrij loopt zonder zich druk te ma ken door. Hij zou al de kooplieden wel twaalf meter willen geven maar hij moet nu eenmaal werken met de ruimte die hij heeft, zodat er aan het einde van zo'n luid ruchtige ommegang altijd wel een groepje ontevreden kooplieden overblijft. Hun dag is bedorven, zij kunnen weer naar huis gaan en zij zitten dus twaalf uur lang zon der inkomsten. En terwijl deze ongelukkige» afdruipen zijn de anderen bezig met het uitpakken van hun spullen. Alles, letterlijk alles, treft men op de Haarlemse Maandagmarkt aan. Op de Gedempte Oude Gracht gaat het nog wel. Daar vindt men vooral textielhande laren, de verkopers van bloemen en de groente- en fruitkooplieden. De Botermarkt herbergt echter een bijzonder merkwaardig allegaartje. De oliebollenbakker staat er, des zomers en des winters, tegenover de kraam met tweedehands boeken of gramo- foonplaten en de kaasboer staat in een druk gesprek gewikkeld met de koopman in horlogebandjes- Op de rommelhoek van dit plein stallen de uitdragers hun koopwaar uit en daar kan men bijvoorbeeld terecht voor een linker voetbalschoen, een zadeltasje, een gebarsten goudvissenkom en een la van een kolenfornuis. IN DE LOOP VAN DE OCHTEND komt het publiek naar dit deel van Haarlem toe. De vrouwen doen er hun boodschappen, De markt op de Floresstraat, die over enige tijd ook in diibbele rijen ingericht zal worden, waardoor nog meer kooplieden een plaatsje kunnen krijgen. Tot groot misnoegen van de andere marktventers overigens, omdat die dan weer zullen moeten inschikken en opschuiven. waarbij zij voor de goedkopere groente soms uit IJmuiden of Hillegom naar de Ge dempte Oude Gracht trekken en tussen de middag wordt de markt overstroomd door het personeel uit kantoren en werkplaat sen. Dan is het moment gekomen voor de standwerkers, de schreeuwers, die na een lang verhaal juist datgene gaan verkopen, waar volgen? hun mening,'de gehele mens heid reeds jarenlang op wacht. Niets is deze kooplieden te dol. Zij schreeuwen, gaan boven op een kar of een auto staan de „hoogwerkers" of zij spreiden hun handel tje uit op een klein kleedje temidden van ff'"T':: de kring belangstel- lenden de „zwem mers". Zij houden hele betogen, demon streren goocheitrucjes of geven een lezing over de manier, waarop men van sla peloosheid af kan komen. En juist deze stand werkers geven de kleur aan de markt. Zij menen het ernstig met de klanten of zij houden iedereen voor de gek, maar in ieder geval trekken zij pu bliek, rijen dik. Guus Hoolwerf bij voorbeeld, die al drie jaar dicht bij de Raaks zijn pijnstil lende middelen uit deelt en daarbij zijn toehoorders op voor treffelijke wijze tien tallen manieren aan de hand doet om ge zonder te leven. Of S. P. Wester uit Hil legom, die vlakbij het Verwulft steeds weer een nieuw verhaal verzint om eijn re gencapes, zijn scheer mesjes, zijn zaagjes of vulpotloden aan de man te brengen. Of J. C. Blankespoor op de Botermarkt, die boven de verkopers van mentholtabletten, reukwateren en hor loges uit de kwaliteiten van zijn sigaren aanprijst, waarbij hij dikwijls begeleid wordt door de jonge hondjes, die vlak tegenover hem piepend op een nieuwe baas wachten. Zij allen beheersen de markt. Zij vormen de punten waarheen het publiek trekt. Het publiek, dat naar de markt gaat om te kijken en niet om te kopen, maar waarbij er velen zijn, die dikwijls toch met een pakje scheermesjes in de zak de markt ver laten hoewel zij al jarenlang een electrisch apparaat gebruiken. EN IN DE KLEINE tentenstraatjes gaat het marktleven van alledag rustig door. Er wordt ook geschreeuwd, maar in mindere mate en eenzijdiger. Iedere koopman of koopvrouw prijst de waren aan, waarbij meestal direct de prijs vermeld wordt en de kuierende huisvrouwen kunnen op hun gemak de goederen bekijken. En daarin ligt, naar onze mening, de kracht van de markt. Elke klant wordt apart d'oor de eigenaar van de zaak geholpen. Iemand, die zijn koopwaar door en door kent. Hij kent de kwaliteiten, is op de hoogte van de prijzen in de grote magazijnen en put zich uit in het bedenken van argumenten om de adspirant-koopster of -koper over te halen. Vaak lukt dat. Soms ook niet, maar de koopman is, voor het publiek althans, altiid een blijmoedig mens. En hij richt zich trouwens met evenveel energie tot een vol gende klant. En zo verstrijkt de dag, de groente- en fruithandelaren verlagen hun prijzen, schreeuwen nog iets harder, de standwer kers verdwijnen en zo langzaam aan pakt de een na de ander zijn „handel" in. De markt is voorbij, de stalletjes worden weer afgetakeld en de kooplieden trekken weer naar huis of wippen nog even aan in een van die vele kleine cafétjes waar de dingen van de dag nog eens uitvoerig be sproken worden. Zij zijn trevreden of zij klagen, maar nooit is er een, die zelfs zijn veertig cent marktgeld voor het innemen van gemeentelijke grond (bij abonnement twintig cent) niet bij elkaar gescharreld heeft. DE MARKTMEESTERS hebben een dag de tijd om weer orde op zaken te stellen, want Woensdagmiddag is er weer auto markt (op het ogenblik reeds met meer dan honderd handelaren) en Donderdag is Haarlem-Noord aan de beurt. Daar zijn bijna tweehonderd stallen te verdelen en ook deze markt in de Floresstraat heeft zich sinds 1947 tot een belangrijk centrum van de straathandel opgewerkt. Op het ogenblik kampt men echter met de moei lijkheid, dat de kop van de markt bij de Rijksstraatweg opengebroken is en ook wanneer de straat daar weer hersteld zal zijn blijft dit gedeelte voor de kooplieden verboden terrein, omdat men daar plaats heeft moeten maken voor het verkeer. De plannen om d'e gehele markt te verplaat sen zijn echter bij de kooplieden op hevig verzet gestuit omdat men nu reeds zeven jaar op dezelfde plaatst staat, waardoor de kianten weten waar zij „hun" stal kunnen vinden. Men zal dus d'e Floresstraat verder in moeten, maar ook daar zien de kooplie- De Gedempte Oude Gracht, op een gewone middag in de week. Vier rijen tentjes, die tezamen de wereld van de straathandel vormen. den geen brood in omdat men dan vlak bij het Spaarne staat, hetgeen vooral in de winter nu niet bepaald een pretje genoemd kan worden. Voor het marktwezen breekt er ove rigens weer een bijzonder drukke tijd aan, want in de komende maand staan weer de reeds traditionele Sint Nicolaas- en Kerstmarkten op het programma. Van Dinsdag 29 November tot en met Zaterdag 3 December en van 19 December tot en met 24 December zullen namelijk dagelijks op de Botermarkt weer de rijen kraampjes verschijnen met de specifieke Sinterklaas- en Kerstartikelen. De markt houdt daarbij gelijke tred met de winkelsluiting, zodat men in deze pe riodes tot des avonds tien uur bij de stal letjes terecht kan. Aan het einde van deze maand treft men er natuurlijk vooral veel karren met speelgoed aan en in de donkere dagen voor Kerstmis zullen de kraampjes beladen zijn met Kerstartikelen, met bloe men en voor de eerste keer dit jaar met wild. Natuurlijk ontbreken ook nu de honderden kerstbomen niet. Deze bomen- markt wordt echter op Zatex-dag 24 De cember vei-plaatst naar de Gedempte Oude Gracht op het gedeelte tussen de Stoof steeg en de Koningstraat. Hetgeen overi gens weer nieuwe problemen met zich meebrengt, omdat dan de andere kooplie den weer verplaatst zullen moeten worden. MEN HEEFT dus ruimte nodig, steeds maar weer. Op Maandag staat zowel de Oude Gracht als de Botermarkt stampvol, de automarkt groeit nog steeds, de markt in ae Floresstraat is ook al aan het einde van haar capaciteit. Alleen des Zaterdags kan er op de Gedempte Oude Gracht hier en daar nog een stalletje tussengeschoven worden. Dit alles doet uiteraard onmiddellijk de I vraag rijzen of er in Haarlem niet behoefte i? aan nóg een markt, in Haarlem-Oost bij - i voorbeeld of in Oud-Schoten. De heer Sehoite, aan wie wij aeze vraag voorieg- den, verklaarde echter pertinent, dat de j geruchten als zou er binnen aïzienbax-e tijd i een markt boven de Jan Gij zen vaart ko- men,'volkomen uit de lucht gegrepen zijn. Men moet zich dus met de aanwezige j ruimte behelpen en al gaat dat wel eens I moeilijk, toch redt men het wel, iedere week weer, op Maandag, Woensdag, Don- i derdag en Zaterdag. Want in die dagen worden enkele delen van Haarlem be- héërst' door het bedrijvige leven van de markten, die raadselachtige markten, die j steeds weer meer publiek trekken en die I waarschijnlijk nog zullen bestaan, wanneer I de jongetjes, die nu-kisten helpen sjouwen, I vergrijsde oude slenteraars zijn gewoi'den. Vijfenveertig jaar komt de heer Jac. Pel nn al op de Haarlemse markten. Hij hoort erbij en is er mee vergroeid. De markt is eigenlijk voor een groot gedeelte van hem, want wanneer hij er op een dag plotseling geen zin meer in zou hebben dan zouden honderden kooplieden wel naar huis kun nen gaan. Zij zouden geen schragen hebben om de koopwaar op te zetten en zij zouden bet zeildoeken tentje moeten missen. De heer Pel, velen kennen hem niet an ders dan als „Ome Ko", zorgt namelijk voor de kramen. Verhuurinrichting van marktkramen, handwagens en persgaslam pen, heet zijn bedrijf officieel. Des avonds trekt hij tezamen met zijn zoon, schoonzoon en knechten naar de markt om een gedeelte van dat vreemde tentenwereldje op te bouwen („uitzetten", zegt hijzelf) en na de markt, om een uur of zes komt hij zijn kraampjes en karren weer ophalen. Vijftig cent per meter-kraam krijgt hij daarvoor, maar daarmee is hij helemaal niet tevreden. „Vroeger was het een kwartje per meter", vertelde hij ons, „maar toen was alles veel goedkoper. Een zeiltje kost tegenwoordig zeventig gulden, een kubieke meter bewerkt hout ruim tweehonderd, de prijzen van draadnagels zijn met honderden procenten gestegen, het onderhoud van de wagens kost kapitalen, evenals de pakhuishuur en ook het perso neel werkt niet meer voor een paar dubbel tjes. Nee, dan was het vroeger beter". „Trouwens we zijn bezig om er werk van te maken. In de Nederlandse Bond van Marktexploitanten. Overal kost een kraam een gulden de meter en wij krijgen het hier ook wel zo ver. Dat is trouwens niet meer dan billijk, want bovendien heb je af en toe flinke schade. In Haarlem-Noord bij voorbeeld nam de wind alle kramen op en de volgende morgen lag alles door elkaar". Over de markt zelf is de heer Pel vrij kort. Ja natuurlijk vroeger op het Verwulft was de bloemenmarkt heel wat kleiner. Zo langzamerhand kreeg hij er echter heel wat stallen bij, maar het wezen van de markt is toch hetzelfde gebleven. Wij houden nog even aan, omdat men toch van een doorgewinterde vakman wel eens een oordeel wil horen. Ome Ko denkt even na en zegt dan: „Ja, dat is ook zo. de zeiltjes zijn langer geworden. Vroeger waren zij maar 2meter en nu ruim drie". Zondag 13 November zal het 45 jaar zijn geleden, dat ds. A. R. de Jong, thans wo nende te Haarlem, werd bevestigd als pre dikant in de Nederlands Hervormde Kerk. Ds. De Jong werd op 7 Maart 1883 geboren. Hij was zoon van een architect en bezocht het gymnasium te Utrecht, waar hij ook aan de Rijks Universiteit studeerde. Nadat candidaat De Jong in 1909 door het Pro vinciaal Kerkbestuur van Noordholland was toegelaten tot de Evangeliebediening in de Hervormde Kerk, was hij eerst enige tijd evangelist te Tilburg en werd hij op 13 November 1910 te 's-Heerenhoek en Nieuw- dorp (classis Goes) in het ambt bevestigd. In 1913 verwisselde de jubilaris deze ge meente met die van Veghel, vanwaar hij twee jaar later naar Helmond vertrok. Tij dens zijn verblijf in deze gemeente was ds. De Jong lid van het classicaal bestuur van Eindhoven en secundus-lid van het Pro vinciaal Kerkbestuur van Noord-Brabant en Limburg. In 1919 legde ds. De Jong zijn ambtsbediening neer en werd hem met in gang van 7 September van datzelfde jaar eervol ontslag met de bevoegdheid van emeritus verleend. Hij vestigde zich toen rnettex'woon te Bussum, waar hij nog 13 jaar voorganger van de afdeling van de Nederlandse Protestanten Bond is geweest. In die jaren had de heer Kees Meijer in „De Nieuwe Gedachte" een religieuze ge meenschap buiten en in oppositie tegen het toenmalige kerkelijk Christendom willen stichten en daartoe in de grote steden krin gen gevormd, die in bioscopen Zondag ochtendsamenkomsten hielden. Hoewel hij eerst weigerde, trad ds. De Jong naderhand regelmatig op voor „De Nieuwe Gedachte". Op zijn voorstel werd deze beweging om gezet in de Onafhankelijke Religieuze Ge meenschap, waarvan hij de leider werd. Daarvan werd in 1939 te Haarlem het cen trum geopend. Na de oorlog werd de naam Onafhankelijke Religieuse gemeenschap gewijzigd in Open Religieuse Gemeenschap. Van de hand van ds. De Jong verscheen in 1937 een boekje „Christus Nochtans". Verder verzorgt hij reeds 30 jaar maande lijks de brochure „Religieuse Toespraken". ADVERTENTIE LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493 95 Niet iedereen is even enthousiast over de markten in Haaarlem. De winkeliers op de Gedempte Oude Gracht bijvoorbeeld kun nen zich oprecht kwaad maken over de stalletjes en kraampjes voor hun deuren en zij steken dit zeker niet onder stoelen of banken. „Op Maandag kunnen we de zaak wel sluiten", zegt de heer Schous Jr. boos. „Het is geen doen meer. De klanten blijven weg. wij zitten met de rommel voor de deur, en de bevoegde instanties zeggen alleen maar dat de marktbelangen belangrijker zijn. ADVERTENTIE De Nederlandse Boekenclub, de grootste kring van boekenliefhebbers in ons land, organiseert Maandag 14 en Dinsdag 15 November a.s. een tentoonstelling van haai: uitgaven hier ter stede in Café-Restaurant Brinkmann, Grote Markt. Naast de bekende N.B.C.-selecties treffen wij de prachtig verzorgde de len van de Universiteit voor Zelf studie aan. Veel bekijks zal voorts de Baedeker voor de Huisvrouw hebben, werkelijk een standaardwerk voor elke vrouw, die van haar huis een thuis ioil maken. Ook andere N.B.C.-uitgaven, zoals de Succes-Efficiency-Bibliotheek, de S-boeken, de 10-delige „Geschiede nis der Schilderkunst" en nog vele andere, maken het bezoeken van deze tentoonstelling alleszins de moeite waard. De expositie is voor iedereen gratis toegankelijk; zij is geopend van 2-6 uur 's middags en van 7-10 uur 's avonds. Elke bezoe ker ontvangt bovendien een exem plaar van het maandblad Wereld ten geschenke. Wij kunnen elkeen aanbevelen eens een kijkje te gaan nemen op deze buitengewoon interessante tentoon stelling, temeer daar de kans hiertoe niet vaak wordt geboden. De Sociaal-Economische Raad heeft met 22 stemmen voor en 17 tegen zich uitge sproken om aan een bedrijfschap voor het kappersbedrijf, tot instelling waarvan de raad nog moet adviseren, de bevoegdheid te verlenen tot het vaststellen van mini mumprijzen. De beperking werd gemaakt, dat van de ze bevoegdheid gebruik zal worden ge maakt, indien en zolang de prijsontwikke ling dit noodzakelijk maakt. Die waai-borg wordt geschapen door aan de Kroon de be slissing over te laten op de vraag, of de economische toestand in de bedrijfstak prijsregelend optreden noodzakelijk maakt. Moeten wij dan niet leven?" Men kan dat moeilijk ontkennen en men vraagt dus wat de gezamenlijke winkeliers nu al gedaan hebben om aan deze voor hen ongewenste toestand een einde te maken. De heer Schous zegt niets, maar duikt in een kast waar hij even later weer uit te voorschijn komt met een dikke map in de handen. Deze map bevat alle documenten, brieven en foto's, die in de loop van de tijd door het actie-comité verzonden zijn, aan Burgemeester en Wethouders, aan de di recteur van het Marktwezen, aan de Kamer van Koophandel, enz. De map ligt vol met ambtelijke missiven en duidelijke foto's, maar zoals ook uit dit materiaal blijkt is het streven van de winkeliers tot nu toe zonder enig resultaat gebleven. Overigens is de heer Schous Sr. er in de dertiger jaren al mee begonnen. Hij onder vond toen reeds last van de kraampjes, die elke toegang tot zijn zaak blokkeerden en zijn zoon heeft in de loop van de tijd 't stre ven van zijn vader krachtig voortgezet. „Op Zaterdag gaat het nog wel", vertelt hij ons, „dan staan de kraampjes met de voorkant naar de huizen toe en de kijkers en kopers wandelen dus langs de stalle tjes en langs de étalage van onze winkels. Maar op Maandag is het hopeloos. Ik geef de marktkooplieden niet de schuld omdat die ook hun brood moeten verdienen, maar toch vraag ik me af waarom de Gedempte Oude Gracht altijd het slachtoffer moet zijn. De stalletjes staan vlak tegen het trottoir aan, de kisten worden tot voor de deur gesmeten, de marktbezoekers zetten de fietsen rijen dik tegen de étalages en bovendien kunnen de klanten niet meer met de auto voor de zaak of voor de maga zijnen in de Drossestraat komen. En vooral dat laatste is bijzonder belangrijk, want wij leveren zware cylinders, die je niet zo maar onder je arm kan neinen. De uit gang van de Di-ossestraat wordt daarbij meestal afgesloten door een of andere kraam, zodat wij met onze vrachtwagens geen enkele kant meer uit kunnen. Meestal staat er bij de Raaks dan nog een agent die de klanten met een auto verbiedt de Gracht op te rijden. Ga de Drossestraat maar aan de achterkant in, zegt-ie dan, maar hij weet zeker niet dat je daar nau welijks met een fiets kan keren. De klan ten zien dat wel en gaan naar een ander". Tot zover de heer Schous Jr.. die boven dien een oplossing weet voor dit probleem. „Laten ze de markt eens een paar jaar ver plaatsen. Naar de Nassaulaan bijvoorbeeld, naar het andei'e gedeelte van de Gedemp te Oude Gracht of naar de Voldersgracht. Het kan mij niet schelen waar naar toe als wij die rommel maar kwijt zijn". Geen verplaatsing Toen wij de directeur van het Haven- en Marktwezen, de heer J. H. W. Scholte, dit voorstel overbrachten verklaarde deze per tinent, dat een verplaatsing van de markt zeer zeker niet mogelijk was. De Nassau laan en de Voldersgracht zijn veel te klein, aldus de heer Scholte, „en bovendien kan men de markt niet uit het centrum van de stad weghalen. Trouwens vrijwel alle an dere middenstanders in Haarlem hebben wél profijt van de markten omdat die nu eenmaal altijd publiek trekken". Open Deur dienst. In Overveen wordt op Vrijdagavond 25 November een Open Deur dienst gehouden in gebouw Maranatha, waarin voorgaat de heer J. A. Schreuder. Mej. N. Hogenbirk zal deze dienst met zang opluisteren. Voor het orgelfonds. Voor het orgel fonds van de Hervormde gemeente Bloe- mendaal is enige tijd geleden een handwerk- actie gehouden. Bij mevrouw Bierens de Haan, Koepellaan 10 te Bloemendaal kan men elke morgen van half elf tot twaalf uur een keuze maken uit de vele ha^werk- arti kelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 19