Eeuwenoude markten winnen in de
moderne tijd steeds meer terrein
Schragen, zeildoek en schreeuwende mensen
Haarlemse dagmarkten niet meer
uit straatbeeld weg te denken
Veöem
Op Maandag kunnen wij onze
zaken beter gaan sluiten"
OmeKo"zet al 45
jaar kraampjes op
SLOT DEFECT?
Winkeliers op Gedempte Oude Gracht:
Is er een oplossing?
r a
Interessante
Boekenexpositie
Te Haarlem
13
KTÏTPFRS ZiL&en. 'n UxalXtlc!
,Lotelingen'
Standwerkers
Druk
Ruimte-tekort
Ds. A. R. de Jong 45 jaar
predikant
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Bedrijfschap kappersbedri j f
bevoegd tot vaststelling
mini m n mprij zen
Kort nieuws
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAN f
ADVERTENTIE
1VU IX J/IVkJ ZIJLSTRAAT HAARLEM
ff
KERKJE, HUISJE, BOOMPJE, MARKT. Ziedaar de his
torische groei van de handel in zijn primitiefste vorm. De
koop en verkoop van man tot man in de open lucht. Geen
tussenpersonen, maar ruilhandel met aan de ene kant de
koopman, die zijn hele zaak in een paar kisten of dozen
met zich meedraagt en aan de andere zijde de klant, die
ziet wat er gekocht kan worden, die alle goederen zelf aan
een nauwkeurig onderzoek kan onderwerpen en die door
vergelijking van prijzen tot een zo voordelig mogelijke
transactie kan overgaan. Later kwamen er winkels, maga
zijnen en warenhuizen. De eigenaar van de zaak bemoeit
zich dikwijls niet meer met de klant, kijkt ook niet meer
naar de inkoop om. Hij houdt zich bezig met de organisatie
van het geheel, organiseert besprekingen op hoog niveau
en verliest volkomen het persoonlijk contact met de koper.
Er komen steeds moderner winkels, met liften, restaurants,
roltrappen en credietsystemen. Men kan de boodschappen
telefonisch opgeven en korte tijd later verschijnt er een
grote vrachtwagen, waarmee de gekochte goederen keurig
thuisbezorgd worden. In de dagbladen worden pagina's vol
advertenties geplaatst, waarin allerlei voordelige koopjes
worden aangeboden, er komen winkelweken met bonnen
acties. Bij het besteden van zoveel gulden aan boodschap
pen kon men een reisje naar de Achterhoek maken, naar
Brussel of naar Parijs. De klant is immers koning!
Maar ondanks al deze buitenkansjes blijft de markt bestaan.
De kooplieden trekken steeds weer met hun handeltje naar
een andere stad. Zij maken nu misschien gebruik van een
auto, maar dat is dan ook de enige verandering. En ook het
publiek zoekt steeds weer het marktterrein op. In steeds
groter getale. Er komen meer markten en zij worden uit
gestrekter. Waarom eigenlijk? In een aantal gesprekken met
kopers en verkopers, met de directeur van het Marktwezen
en met de stallenverhuurder, met de mensen van de reini
ging en met de ongekroonde koning van de markt, de markt
meester hebben wij geprobeerd er een antwoord op te
vinden. Niemand kon net ons precies uitleggen. „Het is de
sfeer", zei de een; „de traditie", meende de ander, en daarbij
bleef het. Zo moeten wij het eigenlijk ook maar laten. De
markt is nu eenmaal niet meer uit het straatbeeld weg te
denken. Ook niet in Haarlem.
DE EERSTE MARKT VAN DE WEEK
::i Haarlem begint op Zondagavond al. Op
c.e Gedempte Oude Gracht waar enkele
uren nadat het Leger des Heils is verdwe
nen de kraam- en karrenverhuurders aan
hun nachtelijk karwei beginnen. Om een
uur of elf nemen zij bezit van de straat,
de mannen van Jac. Pel, J. B. Pel en
Janszen. Zij werken hard, want er moet die
nacht nog een keer geslapen worden ook,
maar toch zijn deze drie firma's ruim drie
uur in de weer om het eendags-stadje van
hout en zeildoek te stichten. Er wordt wat
geschreeuwd, de eenzame late wandelaar
schrikt soms op van een vallende plank
maar verder wordt er alleen maar gewerkt.
Tot half drie, want dan staan al die tentjes
keurig in rijen op de Gedempte Oude
Gracht tussen de Koningstraat en de Raaks
en op de gehele Botermarkt. Ruim drie
honderdvijftig kramen, die kaal nog
eenzelfde indruk geven als een bioscoop
zaal na de laatste voorstelling, lee-g en on
gezellig.
Een paar uur is het dan stil, maar om
een uur of zeven trekken de eerste groente
en fruitkooplieden naar hun plaatsen, waar
zij met veel kabaal hun waren uitstallen.
Langzamerhand komen alle vaste verko
pers opdagen, de een met een glanzende
nieuwe auto, de ander met een schamel
vrachtwagentje of gewoon met de trein of
bus. Zij nemen hun plaats in, kijken eens
naar de lucht om te zien of d'e dag even
tueel door regen niet bedorven zal worden
en pakken hun spullen uit, systematisch en
geroutineerd.
Zij komen uit alle delen van het land,
uit Amsterdam, uit Utrecht, uit Lee uw ar-
Guus Hoolwerf, de man, die het al vijf jaar
lang zo goed meent met de lijdende mens
heid. Op het moment, dat deze foto geno
men werd trachtte hij - en met succes -
zijn toehoorders te overtuigen van de
kwaliteiten van zijn likdoornzalf.
Vegen, altijd maar vegen. Dat is het
motto van de gemeente-reiniging, die er
voor moet zorgen, dat het marktterrein na
de markt altijd weer geheel schoon wordt.
In de bepalingen van het marktwezen staat
wel ergens, dat de kooplieden zelf hun
markt schoon moeten houden, maar wie
wel eens tegen het einde van een markt
dag over de Gedempte Oude Gracht heeft
gewandeld zal het met ons eens zijn, dat
daar nu niet bepaald strikt de hand aan
wordt gehouden.
Om zes uur beginnen de mannen van de
reiniging dan ook altijd aan dit enorme
karwei. Zij komen met z'n drieën twee
vegers en een chauffeur en zij zijn et-
des Maandagsavonds drie uur mee zoet.
Vooral wanneer er een beetje wind staat
valt dit werk niet mee want zij kunnen
uiteraard niet elk papiertje achterna lopen.
De volgende dag wordt het gehele terrein
nog eens dunnetjes overgedaan. Natuurlijk
heeft men bij deze dienst ook met aparte
moeilijkheden te kampen, want in de kool-
lijd scheppen de mannen bijvoorbeeld
enkele auto's bladeren op en in ae zomer
moet de straal in de omgeving van de vis
stallen altijd besprenkeld worden met des
infecterende vloeistoffen.
In de Floresstraat begint men meestal
om een uur of zeven en daar zijn ae drie
nannen ruim twee uur bezig. Overigens
ïeeft deze straat weer een ander probleem,
vanl de voortuintjes van de huizen in deze
;traat zijn dikwijls bezaaid met papier,
ictgeen uiteraard voor de bewoners geen
j ret je is. Op Vrijdagmorgen komen de
nannen van de reiniging nog een keer
orug om de Floresstraat een tweede
choonmaakbeurt te geven en de volgende
lag, Zaterdag, zijn zij weer present op de
ledempte Oude Gracht.
den of uit Hillegom, maar toch vormen zij
een gemeenschappelijke kring, waarin veel
hgat en nijd voorkomt, maar waarin men
aan de andere kant ook van alles voor el
kaar over heeft.
OM HALF TIEN moeten alle vaste koop
lieden hun kraam bezet hebben en dan be
gint voor de marktmeester het moeilijkste
deel van de dag. De overgebleven plaatsen
moet hij verdelen onder de losse verkopers
en in negen van -de tien gevallen zijn er
meer gegadigden dan vrije plaatsen. Markt
meester L. D. Vrij is daaraan gewend. Om
zwermd door een groep van soms dertig tot
veertig handelaren begint hij zijn eerste
rondgang langs de kramen, maakt hier en
daar een praatje, zegt ontelbare keren
goedenmorgen en stoort zich vrijwel niet
aan de om hem heen dringende en pra
tende „lotelingeri".
Want zelfs wanneer deze „losse" koop
lieden een overgebleven plaats krijgen toe
gewezen zijn zij nog niet direct tevreden.
Textiel naast textiel, snoep naast snoep en
horloges naast horloges gaat nu eenmaal
niet en zelfs al zit er een tussenruimte van
twaalf meter tussen twee kramen, waarvan
de eigenaars in dezelfde branche handelen
dan nog zijn de kooplieden niet tevreden.
En in die tussentijd zien zij, die nog geen
kraam hebben kunnen bemachtigen met
angst en vreze het einde van de markt in
zicht komen. Zij willen genoegen nemen
met een kraampje van een paar meter, zij
stellen driehoeksruilen tussen kooplieden
voor waardoor er nog ergens een klein
gaatje voor hun partijtje spiegeltjes of vei
ligheidsspelden zal overschieten. Markt
meester Vrij loopt zonder zich druk te ma
ken door. Hij zou al de kooplieden wel
twaalf meter willen geven maar hij moet
nu eenmaal werken met de ruimte die hij
heeft, zodat er aan het einde van zo'n luid
ruchtige ommegang altijd wel een groepje
ontevreden kooplieden overblijft. Hun dag
is bedorven, zij kunnen weer naar huis
gaan en zij zitten dus twaalf uur lang zon
der inkomsten.
En terwijl deze ongelukkige» afdruipen
zijn de anderen bezig met het uitpakken
van hun spullen. Alles, letterlijk alles, treft
men op de Haarlemse Maandagmarkt aan.
Op de Gedempte Oude Gracht gaat het nog
wel. Daar vindt men vooral textielhande
laren, de verkopers van bloemen en de
groente- en fruitkooplieden. De Botermarkt
herbergt echter een bijzonder merkwaardig
allegaartje. De oliebollenbakker staat er,
des zomers en des winters, tegenover de
kraam met tweedehands boeken of gramo-
foonplaten en de kaasboer staat in een
druk gesprek gewikkeld met de koopman
in horlogebandjes-
Op de rommelhoek van dit plein stallen
de uitdragers hun koopwaar uit en daar
kan men bijvoorbeeld terecht voor een
linker voetbalschoen, een zadeltasje, een
gebarsten goudvissenkom en een la van
een kolenfornuis.
IN DE LOOP VAN DE OCHTEND komt
het publiek naar dit deel van Haarlem toe.
De vrouwen doen er hun boodschappen,
De markt op de Floresstraat, die over
enige tijd ook in diibbele rijen ingericht
zal worden, waardoor nog meer kooplieden
een plaatsje kunnen krijgen. Tot groot
misnoegen van de andere marktventers
overigens, omdat die dan weer zullen
moeten inschikken en opschuiven.
waarbij zij voor de goedkopere groente
soms uit IJmuiden of Hillegom naar de Ge
dempte Oude Gracht trekken en tussen de
middag wordt de markt overstroomd door
het personeel uit kantoren en werkplaat
sen. Dan is het moment gekomen voor de
standwerkers, de schreeuwers, die na een
lang verhaal juist datgene gaan verkopen,
waar volgen? hun mening,'de gehele mens
heid reeds jarenlang op wacht.
Niets is deze kooplieden te dol. Zij
schreeuwen, gaan boven op een kar of een
auto staan de „hoogwerkers" of zij
spreiden hun handel
tje uit op een klein
kleedje temidden van ff'"T'::
de kring belangstel-
lenden de „zwem
mers". Zij houden
hele betogen, demon
streren goocheitrucjes
of geven een lezing
over de manier,
waarop men van sla
peloosheid af kan
komen.
En juist deze stand
werkers geven de
kleur aan de markt.
Zij menen het ernstig
met de klanten of zij
houden iedereen voor
de gek, maar in ieder
geval trekken zij pu
bliek, rijen dik.
Guus Hoolwerf bij
voorbeeld, die al drie
jaar dicht bij de
Raaks zijn pijnstil
lende middelen uit
deelt en daarbij zijn
toehoorders op voor
treffelijke wijze tien
tallen manieren aan
de hand doet om ge
zonder te leven. Of
S. P. Wester uit Hil
legom, die vlakbij het
Verwulft steeds weer
een nieuw verhaal
verzint om eijn re
gencapes, zijn scheer
mesjes, zijn zaagjes
of vulpotloden aan de
man te brengen. Of
J. C. Blankespoor op
de Botermarkt, die
boven de verkopers
van mentholtabletten, reukwateren en hor
loges uit de kwaliteiten van zijn sigaren
aanprijst, waarbij hij dikwijls begeleid
wordt door de jonge hondjes, die vlak
tegenover hem piepend op een nieuwe baas
wachten.
Zij allen beheersen de markt. Zij vormen
de punten waarheen het publiek trekt.
Het publiek, dat naar de markt gaat om te
kijken en niet om te kopen, maar waarbij
er velen zijn, die dikwijls toch met een
pakje scheermesjes in de zak de markt ver
laten hoewel zij al jarenlang een electrisch
apparaat gebruiken.
EN IN DE KLEINE tentenstraatjes gaat
het marktleven van alledag rustig door. Er
wordt ook geschreeuwd, maar in mindere
mate en eenzijdiger. Iedere koopman of
koopvrouw prijst de waren aan, waarbij
meestal direct de prijs vermeld wordt en
de kuierende huisvrouwen kunnen op hun
gemak de goederen bekijken. En daarin
ligt, naar onze mening, de kracht van de
markt. Elke klant wordt apart d'oor de
eigenaar van de zaak geholpen. Iemand,
die zijn koopwaar door en door kent. Hij
kent de kwaliteiten, is op de hoogte van de
prijzen in de grote magazijnen en put zich
uit in het bedenken van argumenten om de
adspirant-koopster of -koper over te halen.
Vaak lukt dat. Soms ook niet, maar de
koopman is, voor het publiek althans, altiid
een blijmoedig mens. En hij richt zich
trouwens met evenveel energie tot een vol
gende klant.
En zo verstrijkt de dag, de groente- en
fruithandelaren verlagen hun prijzen,
schreeuwen nog iets harder, de standwer
kers verdwijnen en zo langzaam aan pakt
de een na de ander zijn „handel" in.
De markt is voorbij, de stalletjes worden
weer afgetakeld en de kooplieden trekken
weer naar huis of wippen nog even aan in
een van die vele kleine cafétjes waar de
dingen van de dag nog eens uitvoerig be
sproken worden. Zij zijn trevreden of zij
klagen, maar nooit is er een, die zelfs zijn
veertig cent marktgeld voor het innemen
van gemeentelijke grond (bij abonnement
twintig cent) niet bij elkaar gescharreld
heeft.
DE MARKTMEESTERS hebben een dag
de tijd om weer orde op zaken te stellen,
want Woensdagmiddag is er weer auto
markt (op het ogenblik reeds met meer dan
honderd handelaren) en Donderdag is
Haarlem-Noord aan de beurt. Daar zijn
bijna tweehonderd stallen te verdelen en
ook deze markt in de Floresstraat heeft
zich sinds 1947 tot een belangrijk centrum
van de straathandel opgewerkt. Op het
ogenblik kampt men echter met de moei
lijkheid, dat de kop van de markt bij de
Rijksstraatweg opengebroken is en ook
wanneer de straat daar weer hersteld zal
zijn blijft dit gedeelte voor de kooplieden
verboden terrein, omdat men daar plaats
heeft moeten maken voor het verkeer. De
plannen om d'e gehele markt te verplaat
sen zijn echter bij de kooplieden op hevig
verzet gestuit omdat men nu reeds zeven
jaar op dezelfde plaatst staat, waardoor de
kianten weten waar zij „hun" stal kunnen
vinden. Men zal dus d'e Floresstraat verder
in moeten, maar ook daar zien de kooplie-
De Gedempte Oude Gracht, op een gewone
middag in de week. Vier rijen tentjes, die
tezamen de wereld van de straathandel
vormen.
den geen brood in omdat men dan vlak bij
het Spaarne staat, hetgeen vooral in de
winter nu niet bepaald een pretje genoemd
kan worden.
Voor het marktwezen breekt er ove
rigens weer een bijzonder drukke tijd
aan, want in de komende maand staan
weer de reeds traditionele Sint Nicolaas-
en Kerstmarkten op het programma.
Van Dinsdag 29 November tot en met
Zaterdag 3 December en van 19 December
tot en met 24 December zullen namelijk
dagelijks op de Botermarkt weer de rijen
kraampjes verschijnen met de specifieke
Sinterklaas- en Kerstartikelen.
De markt houdt daarbij gelijke tred met
de winkelsluiting, zodat men in deze pe
riodes tot des avonds tien uur bij de stal
letjes terecht kan. Aan het einde van deze
maand treft men er natuurlijk vooral veel
karren met speelgoed aan en in de donkere
dagen voor Kerstmis zullen de kraampjes
beladen zijn met Kerstartikelen, met bloe
men en voor de eerste keer dit jaar
met wild. Natuurlijk ontbreken ook nu de
honderden kerstbomen niet. Deze bomen-
markt wordt echter op Zatex-dag 24 De
cember vei-plaatst naar de Gedempte Oude
Gracht op het gedeelte tussen de Stoof
steeg en de Koningstraat. Hetgeen overi
gens weer nieuwe problemen met zich
meebrengt, omdat dan de andere kooplie
den weer verplaatst zullen moeten worden.
MEN HEEFT dus ruimte nodig, steeds
maar weer. Op Maandag staat zowel de
Oude Gracht als de Botermarkt stampvol, de
automarkt groeit nog steeds, de markt in
ae Floresstraat is ook al aan het einde van
haar capaciteit. Alleen des Zaterdags kan
er op de Gedempte Oude Gracht hier en
daar nog een stalletje tussengeschoven
worden.
Dit alles doet uiteraard onmiddellijk de
I vraag rijzen of er in Haarlem niet behoefte
i? aan nóg een markt, in Haarlem-Oost bij -
i voorbeeld of in Oud-Schoten. De heer
Sehoite, aan wie wij aeze vraag voorieg-
den, verklaarde echter pertinent, dat de
j geruchten als zou er binnen aïzienbax-e tijd
i een markt boven de Jan Gij zen vaart ko-
men,'volkomen uit de lucht gegrepen zijn.
Men moet zich dus met de aanwezige
j ruimte behelpen en al gaat dat wel eens
I moeilijk, toch redt men het wel, iedere
week weer, op Maandag, Woensdag, Don-
i derdag en Zaterdag. Want in die dagen
worden enkele delen van Haarlem be-
héërst' door het bedrijvige leven van de
markten, die raadselachtige markten, die
j steeds weer meer publiek trekken en die
I waarschijnlijk nog zullen bestaan, wanneer
I de jongetjes, die nu-kisten helpen sjouwen,
I vergrijsde oude slenteraars zijn gewoi'den.
Vijfenveertig jaar komt de heer Jac. Pel
nn al op de Haarlemse markten. Hij hoort
erbij en is er mee vergroeid. De markt is
eigenlijk voor een groot gedeelte van hem,
want wanneer hij er op een dag plotseling
geen zin meer in zou hebben dan zouden
honderden kooplieden wel naar huis kun
nen gaan. Zij zouden geen schragen hebben
om de koopwaar op te zetten en zij zouden
bet zeildoeken tentje moeten missen.
De heer Pel, velen kennen hem niet an
ders dan als „Ome Ko", zorgt namelijk
voor de kramen. Verhuurinrichting van
marktkramen, handwagens en persgaslam
pen, heet zijn bedrijf officieel.
Des avonds trekt hij tezamen met zijn
zoon, schoonzoon en knechten naar de
markt om een gedeelte van dat vreemde
tentenwereldje op te bouwen („uitzetten",
zegt hijzelf) en na de markt, om een uur of
zes komt hij zijn kraampjes en karren weer
ophalen. Vijftig cent per meter-kraam
krijgt hij daarvoor, maar daarmee is hij
helemaal niet tevreden. „Vroeger was het
een kwartje per meter", vertelde hij ons,
„maar toen was alles veel goedkoper. Een
zeiltje kost tegenwoordig zeventig gulden,
een kubieke meter bewerkt hout ruim
tweehonderd, de prijzen van draadnagels
zijn met honderden procenten gestegen, het
onderhoud van de wagens kost kapitalen,
evenals de pakhuishuur en ook het perso
neel werkt niet meer voor een paar dubbel
tjes. Nee, dan was het vroeger beter".
„Trouwens we zijn bezig om er werk van
te maken. In de Nederlandse Bond van
Marktexploitanten. Overal kost een kraam
een gulden de meter en wij krijgen het hier
ook wel zo ver. Dat is trouwens niet meer
dan billijk, want bovendien heb je af en
toe flinke schade. In Haarlem-Noord bij
voorbeeld nam de wind alle kramen op en
de volgende morgen lag alles door elkaar".
Over de markt zelf is de heer Pel vrij
kort. Ja natuurlijk vroeger op het Verwulft
was de bloemenmarkt heel wat kleiner. Zo
langzamerhand kreeg hij er echter heel wat
stallen bij, maar het wezen van de markt
is toch hetzelfde gebleven.
Wij houden nog even aan, omdat men
toch van een doorgewinterde vakman wel
eens een oordeel wil horen. Ome Ko denkt
even na en zegt dan: „Ja, dat is ook zo.
de zeiltjes zijn langer geworden. Vroeger
waren zij maar 2meter en nu ruim
drie".
Zondag 13 November zal het 45 jaar zijn
geleden, dat ds. A. R. de Jong, thans wo
nende te Haarlem, werd bevestigd als pre
dikant in de Nederlands Hervormde Kerk.
Ds. De Jong werd op 7 Maart 1883 geboren.
Hij was zoon van een architect en bezocht
het gymnasium te Utrecht, waar hij ook
aan de Rijks Universiteit studeerde. Nadat
candidaat De Jong in 1909 door het Pro
vinciaal Kerkbestuur van Noordholland
was toegelaten tot de Evangeliebediening
in de Hervormde Kerk, was hij eerst enige
tijd evangelist te Tilburg en werd hij op 13
November 1910 te 's-Heerenhoek en Nieuw-
dorp (classis Goes) in het ambt bevestigd.
In 1913 verwisselde de jubilaris deze ge
meente met die van Veghel, vanwaar hij
twee jaar later naar Helmond vertrok. Tij
dens zijn verblijf in deze gemeente was ds.
De Jong lid van het classicaal bestuur van
Eindhoven en secundus-lid van het Pro
vinciaal Kerkbestuur van Noord-Brabant
en Limburg. In 1919 legde ds. De Jong zijn
ambtsbediening neer en werd hem met in
gang van 7 September van datzelfde jaar
eervol ontslag met de bevoegdheid van
emeritus verleend. Hij vestigde zich toen
rnettex'woon te Bussum, waar hij nog 13
jaar voorganger van de afdeling van de
Nederlandse Protestanten Bond is geweest.
In die jaren had de heer Kees Meijer in
„De Nieuwe Gedachte" een religieuze ge
meenschap buiten en in oppositie tegen het
toenmalige kerkelijk Christendom willen
stichten en daartoe in de grote steden krin
gen gevormd, die in bioscopen Zondag
ochtendsamenkomsten hielden. Hoewel hij
eerst weigerde, trad ds. De Jong naderhand
regelmatig op voor „De Nieuwe Gedachte".
Op zijn voorstel werd deze beweging om
gezet in de Onafhankelijke Religieuze Ge
meenschap, waarvan hij de leider werd.
Daarvan werd in 1939 te Haarlem het cen
trum geopend. Na de oorlog werd de naam
Onafhankelijke Religieuse gemeenschap
gewijzigd in Open Religieuse Gemeenschap.
Van de hand van ds. De Jong verscheen
in 1937 een boekje „Christus Nochtans".
Verder verzorgt hij reeds 30 jaar maande
lijks de brochure „Religieuse Toespraken".
ADVERTENTIE
LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493
95
Niet iedereen is even enthousiast over de
markten in Haaarlem. De winkeliers op de
Gedempte Oude Gracht bijvoorbeeld kun
nen zich oprecht kwaad maken over de
stalletjes en kraampjes voor hun deuren en
zij steken dit zeker niet onder stoelen of
banken.
„Op Maandag kunnen we de zaak wel
sluiten", zegt de heer Schous Jr. boos. „Het
is geen doen meer. De klanten blijven weg.
wij zitten met de rommel voor de deur, en
de bevoegde instanties zeggen alleen maar
dat de marktbelangen belangrijker zijn.
ADVERTENTIE
De Nederlandse Boekenclub, de
grootste kring van boekenliefhebbers
in ons land, organiseert Maandag 14
en Dinsdag 15 November a.s. een
tentoonstelling van haai: uitgaven
hier ter stede in Café-Restaurant
Brinkmann, Grote Markt.
Naast de bekende N.B.C.-selecties
treffen wij de prachtig verzorgde de
len van de Universiteit voor Zelf
studie aan. Veel bekijks zal voorts
de Baedeker voor de Huisvrouw
hebben, werkelijk een standaardwerk
voor elke vrouw, die van haar huis
een thuis ioil maken.
Ook andere N.B.C.-uitgaven, zoals
de Succes-Efficiency-Bibliotheek, de
S-boeken, de 10-delige „Geschiede
nis der Schilderkunst" en nog vele
andere, maken het bezoeken van
deze tentoonstelling alleszins de
moeite waard. De expositie is voor
iedereen gratis toegankelijk; zij is
geopend van 2-6 uur 's middags en
van 7-10 uur 's avonds. Elke bezoe
ker ontvangt bovendien een exem
plaar van het maandblad Wereld ten
geschenke.
Wij kunnen elkeen aanbevelen eens
een kijkje te gaan nemen op deze
buitengewoon interessante tentoon
stelling, temeer daar de kans hiertoe
niet vaak wordt geboden.
De Sociaal-Economische Raad heeft met
22 stemmen voor en 17 tegen zich uitge
sproken om aan een bedrijfschap voor het
kappersbedrijf, tot instelling waarvan de
raad nog moet adviseren, de bevoegdheid
te verlenen tot het vaststellen van mini
mumprijzen.
De beperking werd gemaakt, dat van de
ze bevoegdheid gebruik zal worden ge
maakt, indien en zolang de prijsontwikke
ling dit noodzakelijk maakt. Die waai-borg
wordt geschapen door aan de Kroon de be
slissing over te laten op de vraag, of de
economische toestand in de bedrijfstak
prijsregelend optreden noodzakelijk maakt.
Moeten wij dan niet leven?" Men kan dat
moeilijk ontkennen en men vraagt dus wat
de gezamenlijke winkeliers nu al gedaan
hebben om aan deze voor hen ongewenste
toestand een einde te maken.
De heer Schous zegt niets, maar duikt in
een kast waar hij even later weer uit te
voorschijn komt met een dikke map in de
handen. Deze map bevat alle documenten,
brieven en foto's, die in de loop van de tijd
door het actie-comité verzonden zijn, aan
Burgemeester en Wethouders, aan de di
recteur van het Marktwezen, aan de Kamer
van Koophandel, enz. De map ligt vol met
ambtelijke missiven en duidelijke foto's,
maar zoals ook uit dit materiaal blijkt is
het streven van de winkeliers tot nu toe
zonder enig resultaat gebleven.
Overigens is de heer Schous Sr. er in de
dertiger jaren al mee begonnen. Hij onder
vond toen reeds last van de kraampjes, die
elke toegang tot zijn zaak blokkeerden en
zijn zoon heeft in de loop van de tijd 't stre
ven van zijn vader krachtig voortgezet.
„Op Zaterdag gaat het nog wel", vertelt
hij ons, „dan staan de kraampjes met de
voorkant naar de huizen toe en de kijkers
en kopers wandelen dus langs de stalle
tjes en langs de étalage van onze winkels.
Maar op Maandag is het hopeloos. Ik geef
de marktkooplieden niet de schuld omdat
die ook hun brood moeten verdienen, maar
toch vraag ik me af waarom de Gedempte
Oude Gracht altijd het slachtoffer moet
zijn. De stalletjes staan vlak tegen het
trottoir aan, de kisten worden tot voor de
deur gesmeten, de marktbezoekers zetten
de fietsen rijen dik tegen de étalages en
bovendien kunnen de klanten niet meer
met de auto voor de zaak of voor de maga
zijnen in de Drossestraat komen. En vooral
dat laatste is bijzonder belangrijk, want wij
leveren zware cylinders, die je niet zo
maar onder je arm kan neinen. De uit
gang van de Di-ossestraat wordt daarbij
meestal afgesloten door een of andere
kraam, zodat wij met onze vrachtwagens
geen enkele kant meer uit kunnen. Meestal
staat er bij de Raaks dan nog een agent die
de klanten met een auto verbiedt de
Gracht op te rijden. Ga de Drossestraat
maar aan de achterkant in, zegt-ie dan,
maar hij weet zeker niet dat je daar nau
welijks met een fiets kan keren. De klan
ten zien dat wel en gaan naar een ander".
Tot zover de heer Schous Jr.. die boven
dien een oplossing weet voor dit probleem.
„Laten ze de markt eens een paar jaar ver
plaatsen. Naar de Nassaulaan bijvoorbeeld,
naar het andei'e gedeelte van de Gedemp
te Oude Gracht of naar de Voldersgracht.
Het kan mij niet schelen waar naar toe als
wij die rommel maar kwijt zijn".
Geen verplaatsing
Toen wij de directeur van het Haven- en
Marktwezen, de heer J. H. W. Scholte, dit
voorstel overbrachten verklaarde deze per
tinent, dat een verplaatsing van de markt
zeer zeker niet mogelijk was. De Nassau
laan en de Voldersgracht zijn veel te klein,
aldus de heer Scholte, „en bovendien kan
men de markt niet uit het centrum van de
stad weghalen. Trouwens vrijwel alle an
dere middenstanders in Haarlem hebben
wél profijt van de markten omdat die nu
eenmaal altijd publiek trekken".
Open Deur dienst. In Overveen wordt
op Vrijdagavond 25 November een Open
Deur dienst gehouden in gebouw Maranatha,
waarin voorgaat de heer J. A. Schreuder.
Mej. N. Hogenbirk zal deze dienst met zang
opluisteren.
Voor het orgelfonds. Voor het orgel
fonds van de Hervormde gemeente Bloe-
mendaal is enige tijd geleden een handwerk-
actie gehouden. Bij mevrouw Bierens de
Haan, Koepellaan 10 te Bloemendaal kan
men elke morgen van half elf tot twaalf uur
een keuze maken uit de vele ha^werk-
arti kelen.