In Australië is alles anders
Zojuist verschenen
WEENSE MOOE
Enkele problemen
der integratie
voor de feestdagen
Op zoek naar een boek
Litteraire
Kanttekeningen
Gloria Swanson I
babbelt over
Nederland
Onze Puzzle
i In dit en in het volgend nummer van „Erbij" vragen wij aandacht voor enige
I artikelen over Australië, het werelddeel waarheen zovele landgenoten tegen-
1 woordig emigreren. De artikelen van onze correspondent, waarvan men het
I eerste hieronder aantreft, behandelen enkele van de problemen waarmee
de landverhuizers doorgaans te maken krijgen, benevens de vraag welke oude
1 tradities in de nieuwe omgeving voorlopig bewaard kunnen blijven. Ditkeer
worden enkele moeilijkheden bij de integratie besproken. Twee foto's
illustreren deze „terreinverkenning". Zij brengen de tegenstelling tussen stad
en land van dit geweldige eiland in beeld. Rechts ziet men inheemse herten
in allerlei kleurschakeringen in een uitgestrekte vallei. Links: een beeld van
Martin Place, het hart van de eerste grote nederzetting, Sydney, een in 1788
gestichte stad, die thans meer dan anderhalf millioen inwoners telt.
Horizontaal: 1. kaartspel, 4. te
ken, 7. gebaar, 9. overschot, 11. water
blaasje, 12. levensvocht in organische
lichamen, 14. voorvoegsel, 15. familielid,
16. muzieknoot, 17. voorzetsel, 19. houten
vat, 20. gem. in Limb, bij Venlo, 24. ont
vangkamer, 26. klap, 27. stuk hout.
Verticaal: 1. deel van een schip, 2.
insectenetend zoogdier, 3. voorwerp om te
snijden, 4. gebod, 5. eenmaal, 6. thans> 8.
zegel, 9. appel, 10. stok bij het kaartspel,
11. tegenstelling van scherp, 13. kookvat,
18. broedplaats van vogel, 19. kraam, 21.
ontbrandbare stof, 22. niet vast, 23. voor
zetsel, 25. persoonlijk voornaamwoord.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7.50, f 5,en
f2,50 dient men uiterlijk Dinsdag 17 uur
de oplossing in te zenden aan een van onze
bureaux: in Haarlem, Grote Houtstraat 93
en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer-
laan 186.
Men wordt verzocht de oplossingen per
briefkaart in te zenden, met duidelijke ver
melding: „Puzzle".
Oplossing van de vorige week:
Horizontaal: 1. lei, 4. end, 6.
kraan, 7. eb, 9. li, 10. generatie, 15. lor, 16.
dot, 17. regeleren, 20. et, 21, ra, 22. poort,
24. ego, 25 eer.
Verticaal: 1. leeg, 2. ik, 3. paar, 4.
en, 4. drie, 8. belet, 9. liter, 11. nog, 12 ere,
13. adé, 14, tor, 17. rede, 18, loon, 19. naar,
22. Po, 23. te.
De prijzen voor onze vorige puzzle wer
den na loting als volgt toegekend: Zuster
A. J. de Vries, Curagaostraat 42, Sant
poort (f 7,50); A. v. d. Mark, Generaal Jou-
bertstraat 31, Haarlem (f 5) en H. P. Duin-
ker. Judith Leijsterstraat 40, Haarlem
(f2,50).
SCHILDERIJEN GEVEILD
Een bloemstuk van Vincent van Gogh,
geschilderd enkele jaren voor de dood van
de schilder in 1890, is deze week op een
veiling in de Parke Bernet Galleries te
New YoTk verkocht voor 37.000 dollars.
(Van onze correspondent in Australië)
AUSTRALIë is zo verschillend van de Lage Landen aan de
Noordzee, dat duizenden Nederlandse immigranten jaren nodig
hebben om zich aan te passen, of zoals de nieuwe term luidt
te integreren, dat wil zeggen zich één te voelen met de men
sen en het land zelf. Dit verklaart waarom er lezers zijn, in
Nederland zowel als in Australië, die de verhalen over dit jonge
land van het onmetelijke Zuiden, niet of slechts half geloven.
Dikwijls begrijpen zelfs immigranten niet, dat zij thans wonen
in een werelddeel, dat weliswaar binnen zijn door de oceanen
bespoelde kusten geen grenzen en geen douane kent, maar een
verbondenheid van natuur en leven biedt, die wisselender is
dan een kaleidoscoop.
Duizenden Nederlanders, die hier in de loop der jaren zijn
neergestreken, hebben de orde en de regelmaat van het oude
vaderland met zich meegenomen. Zij zijn terecht gekomen op
een plaats onverschillig welke plaats waar de onmetelijk
heid voor hen ligt als eon uitnodiging om alle gewoonten, die zij
in de achtergelaten, geordende maatschappij geërfd hebben van
hun vaderen, overboord te werpen. Slechts
weinigen geven aan die roep der natuur
gehoor. De beschaving is machtiger. Daar
door staat de Nederlandse immigrant ster
ker tegenover de verleidelijke ongebonden
heid dan zelfs de geboren Australiër, maar
daardoor ook is de integratie in de nieuwe
samenleving een lange weg met vele
kronkels en vele zijwegen. Duizenden
Australiërs beginnen te bemerken dat de zijweg, die de immi
granten betreden, soms naar een beter doel leidt. Zo komen dan
oude en nieuwe Australiërs langzamerhand bij elkaar.
Neem het geval van de driejarige en vijfjarige middelbare
scholen. Op een hoge uitzondering na is co-educatie (jongens
en meisjes in dezelfde klas) hier onbekend. In Nederland is de
co-educatie al sinds vele tientallen jaren een gangbaar beginsel,
maar in Nieuw Zuid Wales heeft een speciale commissie nu pas
een begin gemaakt met een onderzoek naar de wenselijkheid
ervan. Een Nederlandse arts, dr. R. E. J. ten Seldam, lector in
de pathologie aan de universiteit van Sydney, behoorde tot de
getuige-deskundigen voor deze commissie. Een leraar verklaar
de voor de commissie, dat de in Australië algemeen gebruike
lijke segregatie (jongens en meisjes op aparte scholen of in
gescheiden klassen) de oorzaak is van het onbetamelijk gedrag
der jongens zodra deze, in gezelschap, met meisjes in aanraking
komen. Wanneer meisjes een zaal binnengaan, waar jongens
van segragatie-scholen aanwezig zijn, of wanneer meisjes er
verversingen rondbrengen, dan breekt er een oorverdovend
gefluit en gejoel los. Wanneer deze jongens een toneelstuk bij
wonen, waarin een liefde-scène voorkomt, gebeurt hetzelfde.
Toen mijn zeventienjarige dochter met haar medeleerlingen van
een co-educatieschool (de enige in heel Sydney) de opvoering
bijwoonde van „De Koopman van Venetië" in een stedelijk thea
ter, slingerden jongens van een segragatie-school onder oorver
dovend gejoel tijdens de liefdescène van Portia en Bassanio lege
bierflessen naar het toneel. Een dergelijk gedrag is geen uit
zondering. De uit Nederland meegebrachte beschaving zal de
oudere kinderen van immigranten er wel van weerhouden. Maar
zullen de nóg jongeren onder hen, die de schoolbeschaving pas
in Australië leren, niet door hun nieuwe omgeving worden
meegesleept? Het is een vraag, die vele Nederlandse ouders in
Australië zich met gefronst voorhoofd stellen.
De problemen beperken zich niet tot de schooljeugd. Nieuwe
vraagstukken duiken op bij de werkende jeugd, die op zestien
jarige leeftijd de school verlaat. Deze jongelui staan in de hui
dige maatschappij, met haar schreeuwend tekort aan arbeids
krachten, bloot aan alle verleidingen, die een hoog loon met
zich meebrengt. In een officieel rapport lees ik, dat vele jonge
mensen hogere lonen verdienen dan hun op grond van hun
leeftijd toekomt, omdat hun leeftijd moeilijk is te schatten en
slechts weinig werkgevers naar een geboortebewijs vragen! Dit
leidt er toe, volgens het rapport, dat minderjarigen tien pond
(vijfentachtig gulden) tot vijftien pond (ruim honderdvijfentwin
tig gulden) per week overhouden!) voor het doen van allerlei
niet-noodzakelijke uitgaven! Zij raken daardoor gewend aan
een levensstandaard, die zij zich op latere leeftijd niet meer
kunnen veroorloven. Het is heel gewoon zo werd voor een
speciale commissie van onderzoek verklaard dat zulke jonge
mensen zestien tot zeventien pond per week verdienen.
Er wordt hier zo weinig naar een geboortebewijs gevraagd,
dat een veertienjarige jongen zich dezer dagen als vrijwilliger
bij het leger liet inschrijven, voorgevende dat hij twintig was.
Hij werd medisch onderzocht, legde met succes een intelligentie
test af, werd in een uniform gestoken en naar de kazerne ge
stuurd. Niemand rook lont, totdat hij er na een week genoeg
van had en zijn leeftijd onthulde. Als zoiets bij het leger ge
beuren kan, behoeft u niet vreemd op te kijken, als u hoort dat
hier herhaaldelijk jonge mensen trouwen, die een hogere leeftijd
opgeven dan zij werkelijk hebben (met het doel om bij minder
jarigheid de noodzakelijke toestemming van de ouders te ont
gaan). Australische kinderen zien er over het algemeen veel
ouder uit dan zij zijn. De meisjes zijn eerder volwassen dan
haar Nederlandse zusters. Ook dit brengt problemen met zich
mee voor de Nederlandse kinderen in hun omgang met Austra
lische jongens en meisjes van gelijke leeftijd. De meeste meisjes
geven zich uit voor ouder dan zij zijn. Het
gevolg daarvan is weer, dat er vele zeden
misdrijven voorkomen.
De wetgeving is drastisch, hoewel naar
veler opvatting nog niet streng genoeg.
De doodstraf voor zedenmisdrijven is ech
ter geen uitzondering. Een zevenentwintig-
jarige tekenaar werd ter dood veroordeeld,
twee jongens van zeventien jaar, een van
achttien jaar en een kind van veertien jaar kregen levenslang,
een jongeman van twintig tien jaar dwangarbeid. Als men be
denkt, dat het gevangenissysteem hier grotendeels berust op de
beginselen van de vorige eeuw en de tot levenslang veroor
deelde jongen van veertien jaar in een gewone gevangqnis voor
zware misdadigers zit opgesloten, dan behoef ik niets toe te
voegen aan mijn bewering dat een Nederlandse immigrant zich
nooit zal aanpassen aan de geestesgesteldheid van een volk, dat
nog niet de minste aanstalten heeft gemaakt om hierin veran
dering te brengen. Zelfs kinderen van zeventien jaar kunnen
ter dood worden veroordeeld, zoals onlangs gebeurd is in West-
Australië.
Nu moet men niet denken, dat de Nederlandse immigranten
hier niets mee te maken hebben. Integendeel, zij kunnen deze
sfeer niet ontlopen, want zij vormt het onderwerp van de dage
lijkse gesprekken en de lectuur van de kranten. De kranten
brengen verslagen van de terechtzittingen ook van echtscheidin
gen) in zulke détails, dat het niet mogelijk is daarvan in een
Nederlandse zelfs maar een indruk te geven. Eén krant, die zich
hierin gespecialiseerd heeft, telt meer dan een millioen abonnés,
hetgeen wil zeggen, dat ten minste vier van de negen millioen
inwoners al deze modder onder de ogen krijgen. Ook Neder
landse immigranten is het overkomen, dat hun huwelijksleven
in een Australische krant werd uiteengerafeld. Ook dit is een
soort „aanpassing" aan de Australische levenswijze. Tegenspar
telen helpt niet. Zelfs de Nederlander, die bij aankomst in
Australië geen Engels kent, komt op den duur met deze kranten
waarin het persoonlijke element een veel grotere rol speelt dan
in Nederland, in aanraking. Als hij ze zelf niet leest, dan doen
zijn kinderen dat wel. Die „integratie" is niet tegen te houden
en men zal zich moeten aanpassen aan het feit van de elke dag
weerkerende foto, die elke krant in Nederland als ongeschikt
voor publicatie terzijde zou leggen. Kiosken en winkelétalages
liggen trouwens vol met bladen met meer dan „gedurfde" plaat
jes. Grote warenhuizen laten dikwijls knappe meisjes demon
straties geven in de étalages, soms in een „kledij" die de repu
tatie van Parijs ver overtreft.
De gezonde geest van de Nederlander maakt hem geschikt
genoeg om de aanpassing aan zo'n heel andere levensgewoonte
en levensopvatting op zijn eigen manier te verwerken. Zijn
goede invloed op de Australische gemeenscnap wordt zelfs door
Australiërs erkend. Het is daarom niet juist de ogen te sluiten
voor feiten, die velen als gevaren beschouwen. Geen enkele
Nederlander, die uit het goede hout gesneden is, zal er zich door
laten weerhouden zijn toekomst te zoeken in een land, dat Jong,
ruw en onbehouwen is en daardoor fascinerender dan Utopia.
BOEKEN heeft Oscar Wilde eens gezegd kan men in drie soorten verdelen:
boeken om te lezen, boeken om te herlezen en boeken die men beslist niét moet
lezen, welke laatste groep hij, o ironie, verreweg de belangrijkste noemde. Want om
de mensen te vertellen wat ze moeten lezen, ach, dat was Wilde is nog steeds aan
het woord een vrij onschuldige bezigheid. Om echter duidelijk te maken wat men
niét moet lezen, vond hij „een heel andere zaak", een universitaire leerstoel waardig.
Enfin met die leerstoel is het zo'n vaart niet gelopen en Wilde was tenslotte op z'n
tijd een satiricus, zoals men weet, die naar zijn zeggen schreef in een eeuw, „welke
zóveel las dat ze geen tijd had om te bewonderen". Zo zijn w ij natuurlijk niet, al wil
daar niet mee gezegd zijn dat we, altijd op zoek naar een boek, zó vol bewondering
zijn, dat we geen tijd meer hebben om te lezen. Neen, wij, w ij kiezen met zorg, we
lezen met zorg, we geven en krijgen een boek een klemmende reden om, vooruit
lopend op mijn eerstvolgende kronieken, een en ander dat „zojuist is verschenen"
van een kort commentaar te voorzien, ten gerieve van de gevers en krijgers.
Van Bordewijk is er, om maar te be
ginnen met wat tot de categorie van „her
lezen" behoort, de nieuwe roman Bloesem
tak, waarmee de Nederlandse litteratuur
een werk rijker is geworden, dat zich kan
meten met dat buitenlandse proza, waarin
de romankunst een voor deze tijd repre
sentatieve vernieuwing heeft ondergaan.
Nieuw maar was hij ooit anders dan
nieuw en jong? is de jongste roman van
de oude Teirlinck, Zelfportret of het gal-
gcnmaal: wat zal ik er meer van zeggen!
„Mééster Teirlinck" zeggen de Vlamingen
en wij benijden hen om het voorrecht, zo'n
man in hun midden te hebben. Tot troost
noem xk de naam van al is ze geen
Teirlinck allicht Maria Dermoüt, die, na
ons verrast te hebben met haar fijnzinnige
Nog pas gisteren (opgenomen nu ook in de
Salamanderreeks) voor de dag is gekomen
met haar eerste grote roman, De tiendui
zend dingen, waarin het geurt naar Mo
lukse specerijen en ruist van fluisteringen,
die enkel onder tropische hemelen hoor
baar worden. Westerse problematiek, maar
één van een zeer positieve strekking, biedt
Max Dendermonde in zijn De dagen zijn
geteld, een roman die niet ten onrechte
Goethe's versregel „hoe het ook is, het
leven, het is goed" als motto zou kunnen
voeren. Ook Cees Nooteboom, een debu
tant, heeft het menselijk geluk tot thema
gekozen van zijn roman Philip en de an
deren het geluk in de gedaante van een
Chinees meisje, dat in haar symbolische
vex-schijning geconfronteerd wordt met wat
„de anderen", jeugd van deze tijd, zich zoal
van het geluk voorstellen.
Drie eerstelingen moet ik nog vermelden,
omdat ze een lezerspubliek waai'd zijn:
allereerst de Vlaamse schrijfster Fanny
Leys, die zich onderscheidde met haar
korte roman Ontwijding. Dan het met de
litteratuurprijs der Provincie Geldei'land
bekroonde De man die achterbleef, een
novelle van de hand van Louis Frequin,
waax-in een Vughtse verzetsman zich be
zint op het wonder van de redding, die
hèm (en waarom juist hem!) beschoren
was, terwijl zijn naaste kameraden de dood
vonden voor het vuurpeloton. En tenslotte
een suggestief boek, geschreven door een
in Holland opgevoede Siamees, Oelah, die
in De priester en de moordenaar, twee we
relden van een zo volstrekt andere orde,
Oost en West, elkander laat ontmoeten, op
dat wij ons rekenschap zullen geven van
wat ons van elkaar gescheiden houdt. Van
een „andere wereld", niet in mindere mate
een „gesloten boek" voor ons, Westerlingen,
vertelt ook Mateo Maximoff in zijn Schik
godinnen, een zigeunerroman, waarvan ik
de authenticiteit niet kan beoordelen, maar
die in een Franse gevangenis geschre
ven een even geloofwaardig als boeiend
beeld geeft van een volk, waarin nog een
wonderbaarlijk-werkende kracht is.
Behalve de onvermijdelijke W. S. Stone,
wiens „Two came by sea" nu ook in een
vertaling verscheen onder de titel Zij kwa
men van overzee, vermeld ik als auteurs
van „vlotter allure" dan de gewaannerkte
litteratuur de even „onmisbax-e" Jan Mens,
die met de dichterlijk-allitererende titel
Op liefdes lichte voeten een boek over
Koen uit de Barndesteeg zijn lezers, zo
als dat heet, wel zal vinden en tenslotte de
debutante Suzanne van Thijn, wier groten
deels autobiogx-afische eei-steling Mijn
Spaanse grootmoeder, de litteraire waarde
ervan buiten beschouwing latend, van do
cumentaire betekenis is voor het lot der
ballingen, die een goed heenkomen moes
ten zoeken voor het Nazi-monster.
En dan is er nog een nieuwe Fabricius,
een verx-assende Fabricius: Nacht zonder
zegen heet zijn onlangs verschenen boek,
gesitueerd in het na-oox-logse Londen, waar
de vloek van vijf jaren oorlogsverschrik
king voortwoekert in ontwrichte zielen
een sociale roman dus, die ik tot het beste
reken dat sinds Komedianten trokken
voorbij van de hand van deze auteur het
licht heeft gezien.
Bijna had ik vergeten Nel Noordzij te
noemen, die na haar navrante „manoeuvre"
(zoals ze het betitelde) Met de hand op een
boomtak een voortreffelijk werkje
voor de dag kwam met Het kan me niet
schelen, de roman van een Amster
damse medica, welke men min of meer
kan situex-en in de zóne van Anna Bla-
mans 'Op leven en dood met zijn
„realisme" de tegenhanger van Venus in
Ballingschap, waarin mevrouw A. H. Nij-
hoff symbolisch de zedelijkheid van een
liefde verbeeldt, die door de zedigheid
wordt verworpen een roman met een
bijzonder originele compositie.
Hubert Lampo's jongste creatie De Dui
vel en de maagd, een „bekentenisroman"
over één van Jeanne d'Arc's medestrijders,
baron Gilles de Rais, ga ik maar stilzwij
gend voorbij, omdat dit boek, al is het op
zichzelf zeker niet onverdienstelijk, aan
leiding geeft tot een uitvoerig commentaar
en ik de nog beschikbare plaatsruimte
liever reserveer voor het vermelden van
enkele dichtbundels (al heet het, waar ik
geen syllabe van geloof, dat men maar
wie is „men"? geen gedichten leest).
Hoornïk voorop dan, wiens bundeltje Ach
ter de bergen ontstond na een reis van de
dichter met Gerrit Achterweg naar de
Haute Savoie, een tocht die ook zijn reis
gezel tot enkele gedichten inspireex-de. Ber-
tus Aatjes' nadichting van oud-Egyptische
dichtkunst, De blinde harpenaar, fraai ge
ïllustreerd, poëzie over liefde, leven, geloof
en dood, is een geschenkboek bij uit
nemendheid. C. J. E. DINAUX
Links „Aphrodite" van witte atlaszijde, rijk geborduurd met
granaatappels in zilver en goud. Het model wordt door de doch
ter van de Nederlandse gezant te Wenen gedragen. Rechts
„Eremitage" van rose en groene zijde, van voren bezaaid met
rozen in reliëf en glinsterend van pailletten. (Modellen
van de Weense modekoning Adlmüller).
(Van onze correspondent in
Wenen)
DE BINNENSTAD van We
nen wordt nog steeds beheerst
door het Opera-festival. Men
ziet dit in de eerste plaats
aan de winkels en de étalages,
die voor deze gelegenheid met
buitengewoon veel smaak
wei-den ingericht. Bijna iedere
étalage doet aan een kleine
toneeldécoi-atie van een be
kende opera denken. Nu eens
is een bei-oemde originele par
tituur als het ware vex-dwaald
gex-aakt tussen paar fragiele
avondschoentjes in zilver of
goud, dan weer zweeft er een
ivoren maatstok boven een
droom van een avondtasje
met een afzonderlijk vakje
voor een waaier, een toneel
kijker of een poederdoosje.
De étalage van een heren
modezaak illusti-eei-t zowel de
geschiedenis van de opera als
de ontwikkelirxg van de mode
door middel van twee hoge
hoeden: de ene uit het jaar
1869, toen de opera wei-d ge
opend, de andere van nu,
etherische avondblousjes zwe
ven als lichte wolkjes rond
een viool uit louter kant. Het
portret van een bekende com
ponist, een étalage vol boeken
over musici, toneelspelers of
operazangeressen, oude plat
tegronden of het oorspi-onke-
lijke aanplakbiljet van een
première, al deze requisieten
vestigen de aandacht op de
modesnufjes en accessoires,
die bij het grote avondtoilet
van de dames passen of het
galacostuum van de heer. Een
flinke teleurstelling beleeïden
die heren, die te lang njet het
aanschaffen van een maat-
costuum hadden gewacht en
nu in de zaken waar heren-
costuums worden verhuurd, te
horen kregen: rok en smoking
allang uitvex-koeht.
In tegenstelling daarmee
waren de Weense dames voor
zichtiger. Zij hebben haar
avondjaponnen tijdig genoeg
besteld en zochten ten hoogste
xxog naar een enkel modern
sieraad, naar een bontcape of
een stola. Toch bleef de
Weense haute couture koorts-
achtig aan het werk, speciaal
voor de laatkomers, dames uit
het buitenland, die liever ter
plaatse een toilet uitzochten
om zich bij de Weense smaak
aan te passen. Daarom ook
worden er tijdens het opera
festival modeshows gehouden,
die het overtuigende bewijs
leveren dat er aan nieuwe
ideeën, gx-appige invallen en
vooral goede smaak in Wenen
geen gebrek is. De ontwerper
Adlmüller is met een creatie
voor de dag gekomen, die hij
„Aphrodite" ixoemde en waar
voor hij witte atlaszijde nam,
rijk geborduurd met granaat
appels in goud en zilver. Niet
minder elegant is zijn model
„Eremitage" met x-ozen in re
liëf en glinstex-end van pail
letten.
Zulke breed uitwaaierende
toiletten kunnen natuux-lijk
wel in een loge van de opera
gedragen worden, maar niet
in het smalle parket. Daar
om besteedde men bijzondere
zoi-g aan nauwsluitenden
avondjaponnen waarvan de
waax-de wordt verhoogd door
het kostbare materiaal. Dat
de Weense mode evenals
vroeger ook nu nog een bij
zondere voorliefde heeft voor
Oosterse motieven bewijst het
gx-ote aantal modellen met ge
bolde rokken naar Turks voor
beeld. Ook het Verre Oosten
trekt de aandacht, zoals blijkt
uit een model van Fax-nham-
mer met zijn exotische lijn,
waax-voor hij ruwe gouden
kant op een ondergrond van
witte „duchesse" gebruikte.
Ondanks haar bescheiden
heid is de Weense haute cou-
tui-e zozeer van haar eigen
waarde overtuigd, dat zij de
Parijse modekoning Bahnain
heeft uitgenodigd om tijdens
het Opera-festival zijn cre
aties in het Paleis Auersperg
te demonstreren, terwijl zij
haar eigen modellen in het
Paleis Pallavicini laat zien.
Zij is niet bang voor een con
frontatie. Uit de vergelijking
blijkt dat de Weense mode
misschien niet zo'n extra
vagant en gewaagd karakter
heeft als de Parijse, maar ge
kenmerkt wordt door smaak,
beheerst en elegant is. Boven
dien zijn haar modellen zeker
niet alleen voor mannequins
bestemd.
Gloria Swaxxson, de befaamde film-
actrice, heeft onlangs een bezoek van
enkele dagen aan Nederland gebracht.
Zij vertelde bij die gelegenheid aan de
pers, dat zij ook journaliste is en dat zü
in Amerika een „colxxmn" voor United
Press pleegt te schrijven. In die rubriek
geeft zij in korte notities haar indrukken
en opvattingen over de meest uiteen-
lopende zaken weer. Wat zU in Neder- S
land opmerkte kan men hieronder in
„Gloria Swanson"-stijl lezen.
OP EEN SNELLE tocht door de stad
Amsterdam heb ik veel gezien en veel
gehoord. Er zijn grachten in Amsterdam, 3
in totaal honderd kilometer lang, met
vierhonderdzestig bruggen, tweemaal
zoveel als in Venetië dus. Toch zijn er
meer auto's dan grachtboten (geen gon-
dels) en nog veel meer fietsen dan auto's.
Bijna iedere dag hangen de vlaggen aan
speciaal daarvoor op pleinen opgerichte j
vlaggemasten halfstok, hetgeen betekent
dat er die dag weer een dodelijk ver-
keersongeluk is gebeurd. Per week rij-
den er t\Vee auto's in de grachten, waar-
langs aan weerskanten geparkeerd wordt j
al zijn er geen leuningen langs het 3
water. Parijs en Rome lijken in verge-
lijking hiermee heel veilig toe.
Getrouwde vrouwen werken zelden,
behalve in haar eigen huis, dat zij on-
berispelijk schoonhouden (maar er
zijn slechts weinig badkamers). De
stoepen en de ramen glimmen en moe
ten de schoonste ter wereld zijn.
DE BOOTTOCHTJES door de grach
ten zijn leuk. Wij hadden een gids, een
student, die negen talen sprak. Toen hij
zei: „Deze kromming in de gracht
wordt de Gouden Bocht genoemd, om
dat daar vroeger de millionnairs
woonden, maar nu zijn de millionnairs
allemaal naar Amerikr eëxporteerd in
ruil voor sigaretten," ..jorde ik vier
mensen achter mij hartelijk lachen.
Daar zaten vier Amerikaanse vliegers,
uit Texas, Oklahoma, Californië en
Georgia, die op een rondreis door J
Europa waren.
„Rechts ziet u een woonschip," zei de s
gids, „Bible Club Movement Phila
delphia" las ik op de zijkant ervan. En
een eindje verderop was een hótel New
York, een huis van twee vei'diepingen,
niet meer dan vijf meter breed. Dat was
niet het kleinste huis van Amsterdam,
want dat kwam pas daarna. Het moet
wel het kleinste huis van de wereld zijn:
één verdieping, dx'ie kamers, tachtig
centimeter bi-eed, net zo breed als een
deur. Er zat een dikke man voor het
raam van de bovenverdieping en ik
moest onweerstaanbaar denken aan de
manier waarop paté-de-foie-gras wordt
gemaakt. y j
Het mooiste dat ik in Amsterdam
hoorde, als muziek voor mij, was dat j
kinderen en jonge mensen ruoeten op-
staan voor ouderen. .Jongelui in Ame-
rika let op: je kunt iets heel goeds leren j
van de Hollanders, namelijk eerbied j
voor de ouderdom.
VOETBAL is in Holland heel iets j
anders dan in Amerika, het lijkt er net j
zoveel op als pingpong op tennis. Per-
soonlijk geloof ik dat de Hollandse
variëteit veel meer aaxispraak kan
maken op de term „voet"-bal dan wat
men in Amerika speelt: in Holland
wordt de bal vrijwel met de voeten ge
speeld. Een speler, die zijn handen ge
bruikt, wordt gediskwalificeerd. Het
hoofd wordt echter wel gebruikt. Als
die voetballers de bal van het ene hoofd
naar het andere koppen, lijken zij wel
gedresseerde zeeleeuwen. Dat zij niet g
altijd hoofdpijn hebben, begrijp ik niet.
Door die voetbalmatch had ik mijn 1
lunch gemist. Ik ben dus na afloop gaan j
eten. Ik had zo graag hutspot gegeten,
wat een echt-Hollands gerecht schijnt te 3
zijn van vlees, groenten en gestampte 3
aardappelen. Maar het was nog niet
koud genoeg, zodat het nog niet op de
menu's stond. Wij zijn toen maar naar
een Indonesisch restaurant gegaan,
waarvan er honderden in Holland zijn.
Ik houd er eigenlijk niet van dat er
allemaal stapeltjes eten op mijn bord
liggen, maar dit was toch wel prettig.
Er was niet meer dan een lepel van elk
gerecht. Ik determineerde rijst, kalfs
vlees, rozijnen, lamsvlees, kip, cocos-
noot, gebrande pinda, komkommers,
gekookte bananen, tomaten, paddestoe
len, zoete en zure sauzen. Als men wilde
kon men er nog soep bij gebruiken.
In het vliegtuig van Amsterdam naar
Parijs hield men mij een schaal met
sandwiches voor, waai-bij het brood
slechts een excuus is voor de maaltijd
die er bovenop ligt. Ik heb bedankt.
m