Slechts ondergrondse wegennetten
kunnen parkeerprobleem oplossen
Amsterdamsche Bank
W. Holt kijkt in de toekomst
Burgemeester: „Plan bestuderen";
Wethouder Bakker: „Veel te duur"
Millioenen-plan om winkeliers
in centrum van stad te redden
Opgangen uit tunnel
naar de zaken
Voor en Tegen
Politie: „Onmogelijk"
Op mist en ontij voorbereid
Spaarne dempen
IS iet malenniet heien
Schuilkelder
Te duur
Bespreken
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT
„DE EEN VINDT MIJN PLAN bespottelijk, de ander
i§ enthousiast. Op het eerste gezicht lijkt het misschien
ook wel iets te fantastisch, maar hoe langer je er over gaat
nadenken hoe meer je tot de overtuiging komt, dat er iets
aan het gehele verkeersvraagstuk gedaan moet worden.
Iedereen wacht maar af en wanneer het eenmaal zo ver is,
dat het parkeerprobleem niet meer op te lossen is dan zitten
de middenstanders in de binnenstad met de moeilijkheden",
aldus de heer W. Holt, winkelier in de Anegang en Grote
Houtstraat te Haarlem wanneer hij spreekt over zijn plan
om een grote ondergrondse straat door Plaarlem te leggen,
die in een slag alle moeilijkheden, die samenhangen met de
toeneming van het gemotoriseerde verkeer zal wegnemen.
Over vijftien tot twintig jaar zal het, volgens de heer Holt,
namelijk niet meer mogelijk zijn, dat hetzelfde aantal
mensen als vandaag de zaken in de binnenstad kan be
reiken. De ervaringen in andere landen, zoals bijvoorbeeld
Amerika, hebben namelijk geleerd, dat in de toekomst het
De heer Holt gaat namelijk uit van het standpunt, .dat men in een historisch gegroeide
stad niet zo maar kan gaan slopen. Daarvoor is hij teveel Haarlemmer en bovendien
is hij van oordeel, dat ook de grote parkeerruimten, die op de een of andere manier in
de stad zelf kunnen worden aangelegd, aesthetisch zeker niet verantwoord zijn, waar
bij hij dan denkt aan de stad Utrecht, waar volgens zijn oordeel, het stadsbeeld vol
komen verknoeid wordt door de grote oppervlakten van rijen glimmende auto's.
De heer Holt voelt ook niets voor het project zoals dat verleden maand in Milaan is
uitgevoerd. Daar heeft men de oplossing op een andere wyze gevonden. De Milanese
gemeenteraad heeft namelijk in het centrum van die stad, op het Piazza Diaz, een
ondergrondse stalling laten aanleggen, waar de autobezitters hun wagen weliswaar
droog en veilig kunnen onderbrengen, maar waarbij men toch te voet naar het winkel
centrum moet gaan. De heer Holt is van mening, dat dit een onverantwoord verplaat
sen van de koopkracht teweeg brengt. De zaken die het dichtst bij de parkeerplaats
liggen zullen vooral bij slecht weer zeker veel meer kopers dan normaal krijgen,
terwijl de echte winkelstraten, met aan beide zijden huis aan hüis étalages in de ver
drukking komen. Men moet, aldus het plan-Holt, op een geschikte plaats bij het begin
van het koopcentrum een toegang naar beneden maken met'een grote weg onder dit
koopcentrum door.
In Haarlem zal een dergelijk plan dan als
volgt uitgevoerd moeten worden: Op de
Dreef bij het Houtplein zal één grote toe
gang moeten komen, die het begin vormt
van een straat, die precies onder de Grote
Houtstraat zal doorlopen. Deze weg, die in
drie banen verdeeld moet worden, zal be
stemd zijn voor éénrichtingverkeer, zodat
de inrit bij het Houtplein niet als uitgang
dienst zal doen. De weg zal bestemd zijn
voor die autobezitters, die willen
in de binnenstad. De auto wordt dan op de
linker of rechter rijbaan aan het onder
grondse trottoir gezet, zodat de midden-
baan vrij blijft voor doorrijdende auto's.
Tot zover is alles, voor het buitenland
althans, oude kost. In Berlijn en Stockholm
bezit men reeds dergelijke ondergrondse
parkeergelegenheden. Het nieuwe in het
plan-Holt is echter, dat het niet in de be
doeling ligt, dat men onder de grond een
gezellig wandelingetje gaat maken. Daar
lenen de smalle eenpersoons-trottoirtjes
zich trouwens niet al te goed voor. Neen, de
heer Holt wil van deze ondergrondse straat
uit trappen naar boven maken, die in de
daarvoor in aanmerking komende winkels
uitkomen. De straat leidt dan, voorlopig al
leen in de gedachte van de heer Holt na
tuurlijk, onder de Grote Houtstraat door
naar 'het Verwulft, waar grote uitstulpin
gen geprojecteerd zullen moeten worden,
die natuurlijk weer als parkeerruimte in
gebruik genomen dienen te worden. Verder
gaat het naar de Grote Markt, mei een
ronde parkeerplaats voor duizenden auto's,
via de Lepelstraat naar de Oude Groen
markt en eventueel verder onder de Bartel-
jorisstraat door. De heer Holt denkt dan
vervolgens aan de algemene uitgangen, die
bijvoorbeeld aan de Kaasmarkt bij het
Spaarne zullen komen te liggen en in an
dere delen van Haarlem.
Natuurlijk kunnen er voor de voetgan
gers behalve in de winkels nog uitgangen
aangelegd worden op bijvoorbeeld de Grote
Markt en in de openbare instellingen zoals
het stadhuis en het postkantoor, de incasso-
dienst en het huisvestingbureau, bij de
cafés en restaurants, bij de bioscopen en
andere vermakelijkheidsbedrijven.
Dit alles zal, aldus de heer Holt. tot ge
volg hebben, dat er onder de grond par
keerruimtes zullen ontstaan, die vele tien
tallen malen groter zijn dan de reeds be
staande pleinen en straten en bovendien
wordt hierdoor het verkeer bovengronds in
niet geringe mate ontlast.
OVERIGENS MAAKT DE HEER HOLT
zich over de technische bezwaren, die aan
dit gehele plan kleven, niet al te bezorgd.
De binnenstad van Haarlem ligt, aldus de
initiatiefnemer, op een zandplaat van enige
meters dikte, zodat men in het geheel geen
gebruik hoeft te maken van bemaling en
van heipalen.
Het „dak" van de nieuwe ondergrondse
straat is geprojecteerd op 60 centimeter
onder de gewone straat, zodat de rijbaan
van de bovengrondse weg tegelijk het pla
fond van de straat onder de grond zal zijn.
De heer Holt stelt zich vervolgens voor, dat
de Grote Houtstraat wanneer het eenmaal
zo ver is, met bulldozers opengegooid zal
worden, waarna men zo snel mogelijk de
geprojecteerde straat moet aanleggen, om
dat nu eenmaal elke dag sluiting voor de
winkeliers een bijzonder grote schadepost
betekent.
Dat de ondergrondse straat onder de rij
baan van de Grote Houtstraat zal komen
te liggen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat
men bij het ondergraven van de huizen
eerder last met verzakkingen zal krijgen,
en bovendien zal men in een dergelijk ge
val ook moeilijkheden kunnen ondervinden
van die winkeliers, die om de een of andere
reden niet in het plan geïnteresseerd zijn
en die dus gebruik zullen maken van hun
eigendomsrecht op de grond onder hun
winkel of huis.
Met dit laatste hangt ook vooral de finan
ciële zijde van het plan-Holt samen. Wan-
aantal mensen, dat de beschikking heeft over een auto ver
veelvoudigd zal zijn en vooral in de oudere steden, met de
vrij nauwe straten zal dat tot gevolg hebben, dat men des
morgens vroeg zijn wagen in de binnenstad al niet meer
kwijt kan. Er zijn daarom, nog steeds volgens de heer Holt,
slechts enkele mogelijkheden om dit vraagstuk op te lossen.
Men zal óf parkeerruimte moeten scheppen in de onmiddel
lijke nabijheid van de binnenstad óf men zal bijvoorbeeld
aan de rand van de stad nieuwe gebouwen dienen op te
richten met voldoende ruimte om alle auto's te plaatsen,
er omheen, er onder of er bovenop. Uiteraard voelt de heer
Holt, als winkelier in de binnenstad, niets voor deze laatste
oplossing zodat hij gedurende een half jaar diep heeft na
gedacht over de vraag hoe men in een oude stad, die
propvol is gebouwd,'toch nog ruime pleinen kan aanleggen.
En toen kwam het idee om een ondergrondse straat te pro
jecteren. Het plan-Holt was geboren.
Holt gebaseerd is op de toestand over een
jaar of twintig, dan zal men er toch wel
van overtuigd zijn, dat de neringdoenden
toch vrij ver in de toekomst dienen te
kijken.
Men heeft daarbij als voorbeeld Amerika,
waar de winkelcentra zich verplaatsen
naar de buitenwijken, waar men over ge
noeg parkeerruimte beschikt en waardoor
de binnenstad wel niet ten dode is opge
schreven, maar toch de terugslag van deze
ontwikkeling in niet geringe mate onder
vindt.
Voorts meent de heer Holt, dat men in
komsten kan derven uit de precariorechten,
die men zal moeten betalen voor onder
grondse aanduidingen van de winkels, en
uit de parkeergelden. De initiatiefnemer is
van oordeel, dat dit laatste probleem het
beste opgelost kan worden door eenvoudig
aan de ingang van de onderaardse straat
een loket aan te brengen, waar men bij
voorbeeld pas na betaling van een kwartje
de toegang tot deze enorme parkeerruimte
kan kopen. En wanneer men bedenkt, dat
gerekend naar het aantal auto's, dat tegen
woordig in de binnenstad parkeerruimte in
beslag neemt, deze „tol" reeds een bedrag
van ongeveer 750.000 zal opbrengen, dan
kan men er van verzekerd zijn, dat dit
neer men namelijk de „ondergrondse" aan
legt onder de bestaande openbare weg, dan
zullen de kosten aanmerkelijk lager liggen
dan wanneer de wegen kris-kras onder de
stad doorlopen, zoals bijvoorbeeld in Parijs
en Londen het geval is.
EN ZO IS MEN DUS GEKOMEN bij de
financiële problemen, die met dit plan in
verband staan. De heer Holt gaat van het
standpunt uit, dat in de eerste plaats de
bedrijven, zowel de middenstanders als de
grote magazijnen in de binnenstad het
meest geïnteresseerd behoren te zijn in de
totstandkoming van dit project. Tegen
woordig is men er namelijk reeds van
overtuigd, dat het publiek uit de drukke
centra wegblijft. Men ziet het in Amster
dam. Men merkt het ook in Haarlem. Niet
voor niets worden er in de hoofdstraten
van de oude stadskern verlichtingen aange
bracht en ook de acties van de winkeliers
in groepjes of individueel om meer
klanten te trekken, zijn niet zonder reden.
Men merkt het namelijk al, dat de buiten
wijken een groot gedeelte van de kopers
trekken en niet in de laatste plaats door de
grote toeneming van het verkeer in de te
nauwe binnenstad.
Natuurlijk, de omzetten zullen niet plot
seling met tientallen percenten gaan dalen,
maar wanneer men bedenkt dat het plan-
Het Houtplein zoals het er over een jaar
of twintig misschien uit zal zien wanneer
de plannen van de heer Holt tenminste
uitgevoerd worden. Ter hoogte van het
plantsoen duikt een gedeelte van het auto
verkeer de tunnel in, waardoor de straten
in de binnenstad in niet geringe mate zullen
worden ontlast.
bedrag over een twintigtal jaren verveel
voudigd zal zijn.
NATUURLIJK ZAL IN DE ONDER
GRONDSE straat, aldus de heer Holt, ook
de service van de moderne tijd niet ont
breken. Er zullen op diverse punten gara
ges worden ingericht, er zullen kranten-
stallen komen en voorts kraampjes met
losse eetwaren, welke bedrijfjes tezamen
weer een behoorlijk bedrag aan huur zul
len moeten opbrengen.
De volgende bron van inkomsten zoekt
de heer Holt in Den Haag, want naar zijn
mening zal deze ondergrondse een ideale
atoomschuilplaats worden, die plaats zal
kunnen bieden aan tienduizenden mensen.
Reeds nu investeert men belangrijke be
dragen in kleine schuilplaatsen, die dan
alle aan de financiering van het grote pro
ject. ten deel zullen vallen.
Het belangrijkste gedeelte van het geld
g De heer Willebrordus C. M. Holt,
x 47 jaar, wonende in Bloeviendaal,'6
3 heeft onder meer een zaak in de
Anegang „de gekste straat ter we- 8
3 reld". Deze uitspraak is niet van ons,
3 maar van Haarlems burgemeester, 8
8 mr. O. P. F. M. Cremers, die bij het
3; ontsteken van de neon-v er lichting
in het begin van dit jaar in deze 8
8 winkelstraat deze krasse benaming
p aan het gezellige straatje gaf. Hij
bedoelde daar niets kwaads mee,
Jwant hij draagt de Anegang, zoals
p ook later bleek, een bijzonder goed
hari toe. De winkeliers uit de Ane-
gang beschouwen deze betiteling
trouwens meer als een erenaam. Zij
lachen er om, zij laten anderen er
om lachen, maar ondertussen gaan
zij door. Eerst de neon-verlichting,
het oude posthuis, de straatbeschil- 8
dering. Er kwamen plannen voorr
luifeitjes langs de winkels en voor
En daarom is lipt
niet te verwonderen, dat de heer Hold 8
ook uit deze straat afkomstig is. Op
'd de foto wijst hij ernstig naar de
g grond, waarin, wanneer hij zijn zin
krijgt, over vele tientallen jaren het
X stadsverkeer opgeborgen wordt. Ach-
ter hem de auto's, die hij zo spoedig
,:i mogelijk uit het straatbeeld wil laten
8 verdwijnen en bovendien nog de ge-
li veltjes, die hij ten koste van alles]
g wil behouden. Voor de goede orde 3
3 vermelden wij nog, dat men deze
v plannenmaker niet verwarren moet
met zijn broer, de bekende architect
prof. G. H. M. Holt.
zal echter, aldus de heer Holt, beschikbaar
gesteld dienen te worden door de gemeen
te, die meer dan één belang bij de totstand
koming van deze onderaardse gang heeft.
Immers, afgezien van het feit, dat bijvoor
beeld de dienst Openbare Werken bijzonder
gemakkelijk bij de riolering en bij de gas
buizen en eleetriciteitskabels kan komen, is
het voor Haarlem economisch gezien van
bijzonder groot belang, dal de stad in de
nog verre toekomst niet afzakt tot een wel
iswaar gezellig historisch stadje, waaruit
het bedrijfsleven echter haastig gevlucht is
naar gunstiger oorden. Er zullen, indien het
plan doorgaat, meer vreemdelingen komen
en bovendien zullen de kopers uit de om
liggende gemeenten waarbij men vooral
moet denken aan Amsterdam-West eer
der naar een stad komen, waar zij zonder
al te veel moeilijkheden hun auto kwijt
kunnen.
Men zal het al wel begrepen hebben: met
de uitvoering van dit plan zullen naar
voorlopige raming tientallen millioenen
guldens gemoeid zijn. En dit geld moet en
kan er, volgens de heer Holt, komen. In het
belang van de Haarlemse middenstand in
de binnenstad, in het belang van het groot
winkelbedrijf, in het belang van de Haar
lemmers zelf, omdat door deze „onder
grondse" straat ook de verkeersveiligheid
boven de grond zeer zeker zal toenemen.
De Grote Houtstraat
in het jaar 1975. Er
is zoals men ziet, bij
zonder weinig veran
derd. Het verkeer in
de stad is weinig
drukker geworden en
de straat is evenals
vroeger om de- een of
andere reden weer
feestelijk versierd.
Onder de grond rijden
de auto's echter af
en aan. Langs brede
wegen stromen de
auto's naar de bin
nenstad waar zij on
dergronds op grote
pleinen worden ge
parkeerd. Temidden
van oude klooster
gangen is daar een
geheel apart wereldje
gesticht. Er komen
ondergrondse garages,
krantenkiosken, stal
letjes met eetwaren
en verkeersagenten,
die alleen kunstlicht
zien. De heer Holt
meent, dat deze ver
lichting geen enkel
probleem met zich
kan mee brengen,
op de foto hebben wij
een beeld 'willen ge
ven van de Grote
Houtstraat over en
kele decennia. Alleen
de hokjes aan de in
gang waar men het
parkeergeld a een
kwartje moet betalen
zijn weggelaten om
dat daar tegen die
tijd wel weer iets an
ders op gevonden zal
zijn.
Diverse Haarlemmers hebben wij in het kort het plan van de heer W. Holt voorge
legd en uit de reacties bleek, dat velen met hem van oordeel zijn, dat men zioh nu reeds
ernstig moet beraden over de problemen, die de toeneming van het verkeer over een
jaar of twintig met zich meebrengt. En dat is ook de bedoeling van de heer Holt. Hij
is in het geheel niet van plan zijn idee ten koste van alles door te voeren. Integendeel,
hij maakt graag plaats voor iemand, die een beter project kan tonen en wij zijn er
van overtuigd, dat hij in een dergelijk geval even enthousiast aan de verwezenlijking
van een volgend plan zal meehelpen. Voorlopig is echter eerst zijn eigen idee aan de
orde en de heer Holt stelt zich voor, dat de Commissie Centrum Belangen, die reeds
op de hoogte gebracht is van het plan, belast zal worden met de verdere uitvoering.
De voorzitter van deze commissie, de heer A. G. Spaargaren uit de Grote Hout
straat, is overigens van oordeel, dat dit radicale plan zeer zeker het overwegen waard
is, temeer daar men thans over vrij veel geld kan beschikken.
Uiteraard werd ook de burgemeester van
Haarlem, mr. O. P. F. M. C r e m e r s, direct
in het plan-Holt gekend en ook Haarlems
eerste burger toonde alle belangstelling en
was van oordeel, dat het idéé zeker niet in
portefeuille 'zou moeten raken. Mr. Cremers
meende., dat het project, wanneer het een-
mag] js ingediend ter béstuderiijg zal.moe
ten,'worden voórgetègcf aan de nieuw te be
noemen verkeersingenieur, die dan de
bouwmogelijkheden en de mate van be
langstelling zal moeten onderzoeken.
De wethouder van Openbare Werken, de
heer W. F. H a p p was van oordeel, dat
het aantrekkelijke van het plan gelegen is
in de gedurfde opzet. Wethouder Happé
meende, dat het project zeer zeker de moei
te van het overwegen waard is en boven
dien verklaarde hij, dat het plan-Holt wel
licht zal leiden tot weer andere en mis
schien eenvoudiger ideeën, die eerder ge
realiseerd kunnen woi\len.
De wethouder van Financiën, de heer W.
C. B a k k e r, sprak als zijn mening uit, dat
het plan uit verkeerstechnisch oogpunt be
zien, bijzonder aantrekkelijk genoemd
moest worden, maar dat de financiële zijde
zeker niet onderschat moest worden. En
vooral dit laatste punt gaf wethouder Bak
ker de overtuiging, dat het plan nooit ta rea
liseren zal zijn.
Hoofdinspecteur I. B. Brauckmann
van de Haarlemse verkeerspolitie zag het
plan-Holt niet als de oplossing van het par-
keervraagstuk, omdat de route van de on
dergrondse weg te kort zou zijn en omdat
er bovendien te steile hellingen bij op- en
afrit aangelegd zouden moeten worden, die
voor vele auto's bijzonder grote bezwaren
met zich mee zouden brengen.
De heer M. List, plaatsvervangend
hoofd van de Bescherming Bevolking van
de A-kring Haarlem, deelde ons mede, dat
hij persoonlijk het project van twee kanten
wilde bekijken In de eerste plaats als op
lossing van het verkeersvraagstuk, waarbij
hij uiteraard elke verbetering van harte
zal toejuichen en vervolgens van de zijde
van de B.B. Natuurlijk biedt een dergelijke
„ondergrondse" bijzonder grote mogelijk
heden voor de B.B. als schuilkelder, maar
men moet niet vergeten, dat de vijftien ge
projecteerde schuilkelders over de gehele
stal verspreid zijn en dat men aan één
enorme schuilplaats in het centrum in feite
toch weinig heeft. Ook de financiële kant
ADVERTENTIE
Hoe de weersomstandigheden ook zijn, radar is
het alziend oog, dat het schip steeds zijn goede
koers doet behouden
Wat radar is voor het schip, is de Amsterdamschc Bank voor de zakenman.
Ook in het zakenleven hebt U soms het gevoel verloren in de mist te staan,
door de enorme hoeveelheid van gegevens, die U onmogelijk alle tegelijk kunt
overzien. Dit doet de Bank voor U,,met haar uitgebreide staf van deskundigen
die in het zakelijke en financiële wereldverkeer volkomen thuis zijn.
Wie zich laat adviseren door de Bank vaart altijd
een goede, veilige koers.
218 kantoren
jp.ua jdaassep.
van het plan-Holt leek de heer List nu niet
bepaald rooskleurig, vooral ook niet omdat
de bijdrage, die de B.B. bij combinatiebouw
van kelders in de stad placht uit te trek
ken op het millioenenplan van de heer Holt
in het niet zou vallen.
De bedrijfsleiders van de grootwinkelbe
drijven, die een dergelijke ondergrondse
straat van harte zouden toejuichen, vroegen
zich ook af of het plan-Holt wel practised
uitvoerbaar is.
De heer Muller, bedrijfsleider van
Vroom en Dreesmann, meende dat de
grondgedachte van het plan-Holt juist ge
noemd moet worden, hoewel hij daar direct
aan toevoegde dat het idéé zeker niet nieuw
is omdat de heer Dreesmann zelf in Den
Haag in het verleden reeds het initiatief
genomen heeft om een dergelijk plan te
ontwikkelen. Uiteraard woog ook de finan
ciële kant bij de heer Muller bijzonder
zwaar, maar toch meende hij, dat een bij
eenkomst van grote zakenlieden met bij
voorbeeld de overheid, waarbij dan een
dergelijk plan in bespreking gebracht zou
worden, zeer zeker vruchten zou afwerpen.
Eenzelfde mening was de heer R i s, be
drijfsleider van C. en A. in de Anegang
toegedaan. De heer Ris vroeg zich echter
direct af of het plan technisch wel uitvoer
baar moet zijn, temeer, daar hij uit eigen
ondervinding weet, dat er onder de Haar
lemse straten en gebouwen door de vele
brokstukken van oude gangen haast geen
doorkomen aan is. Ook de heer Ris was er
echter ten stelligste van overtuigd, dat men
in de toekomst moet kijken met betrekking
tot het parkeervraagstuk, temeer omdat
tegenwoordig vele automobilisten geruime
tijd moeten zoeken naar een plaatsje voor
hun wagens.
)CCOCOOCOOCOOOOOOC<XXXXXXX)CC<XXXXXX»COOOOOCCCOOOCOOC<X>-'-'
3 De heer Veldkamp, directeur van de
Bouw- en Explotatie Maatschappij Ho-
gerveka N.V., gaf in een gesprek, dat
wij met hem over het plan-Holt had- 3
den toe, dat de binnenstad van Haar- 8
lem inderdaad op een zandplaat ligt. En 8
ie heer Veldkamp kan het weten, want
hij xoas het, die indertijd de eerste BB-
schuilkelder aan de Breestraat bouio- 8
de, waarbij hij in het geheel geen last
van grondwater had. De heer Veld-
kamp meende echter, dat de Grote p
Houtstraat in het geheel niet geschikt 8
was voor een dergelijke ondergrondse f
weg. De straat is namelijk te smal en 5
vooral de rioleringsbuizen, de gasbuizen
en de eleetriciteitskabels zouden te veel 3
in de xoeg liggen temeer omdat men 3
nog een betonnen tunnel zou moeten 8
aanleggen.
De heer Veldkamp had echter ivel
direct een andere oplossing van het
parkeervraagstuk bij de hand. Naar zijn
oordeel kan men namelijk beter een g
8 gedeelte van het Zuider Buitenspaarne
8 dempen, indien men althans beslist van
3 de gevels en huizen in de binnenstad
8 wil afblijven. Op een dergelijke manier
3 krijgt men een grote oppervlakte voor gj
de auto's, die dan bovendien niet te ver
8 van het centrum staan.
Dat de heer Veldkamp na dit ge- 3
sprek echter toch nog over het plan-
Holt heeft nagedacht wordt wel be-
roezen door het feit, dat hij ons de vol- 8
gende dag mededeelde, dat het project
van de heer Holt naar zijn overtuiging
wèl uitgevoerd zou kunnen worden g
onder de Gedempte Oude Gracht. Daar
liggen de buizen en kabels namelijk 3
niet in de weg en bovendien kan men g
dan, zonder aan de huizen te komen,
een bijzonder brede tunnel aanleggen.
Daarbij liet de heer Veldkamp echter
roei duidelijk uitkomen, dat hij uitslui-
tend sprak over de technische kant van 'd
de zaak, waarbij hij de financiële zijde o
volkomen buiten beschouwing liet.