Slechts ondergrondse wegennetten kunnen parkeerprobleem oplossen Amsterdamsche Bank W. Holt kijkt in de toekomst Burgemeester: „Plan bestuderen"; Wethouder Bakker: „Veel te duur" Millioenen-plan om winkeliers in centrum van stad te redden Opgangen uit tunnel naar de zaken Voor en Tegen Politie: „Onmogelijk" Op mist en ontij voorbereid Spaarne dempen IS iet malenniet heien Schuilkelder Te duur Bespreken ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT „DE EEN VINDT MIJN PLAN bespottelijk, de ander i§ enthousiast. Op het eerste gezicht lijkt het misschien ook wel iets te fantastisch, maar hoe langer je er over gaat nadenken hoe meer je tot de overtuiging komt, dat er iets aan het gehele verkeersvraagstuk gedaan moet worden. Iedereen wacht maar af en wanneer het eenmaal zo ver is, dat het parkeerprobleem niet meer op te lossen is dan zitten de middenstanders in de binnenstad met de moeilijkheden", aldus de heer W. Holt, winkelier in de Anegang en Grote Houtstraat te Haarlem wanneer hij spreekt over zijn plan om een grote ondergrondse straat door Plaarlem te leggen, die in een slag alle moeilijkheden, die samenhangen met de toeneming van het gemotoriseerde verkeer zal wegnemen. Over vijftien tot twintig jaar zal het, volgens de heer Holt, namelijk niet meer mogelijk zijn, dat hetzelfde aantal mensen als vandaag de zaken in de binnenstad kan be reiken. De ervaringen in andere landen, zoals bijvoorbeeld Amerika, hebben namelijk geleerd, dat in de toekomst het De heer Holt gaat namelijk uit van het standpunt, .dat men in een historisch gegroeide stad niet zo maar kan gaan slopen. Daarvoor is hij teveel Haarlemmer en bovendien is hij van oordeel, dat ook de grote parkeerruimten, die op de een of andere manier in de stad zelf kunnen worden aangelegd, aesthetisch zeker niet verantwoord zijn, waar bij hij dan denkt aan de stad Utrecht, waar volgens zijn oordeel, het stadsbeeld vol komen verknoeid wordt door de grote oppervlakten van rijen glimmende auto's. De heer Holt voelt ook niets voor het project zoals dat verleden maand in Milaan is uitgevoerd. Daar heeft men de oplossing op een andere wyze gevonden. De Milanese gemeenteraad heeft namelijk in het centrum van die stad, op het Piazza Diaz, een ondergrondse stalling laten aanleggen, waar de autobezitters hun wagen weliswaar droog en veilig kunnen onderbrengen, maar waarbij men toch te voet naar het winkel centrum moet gaan. De heer Holt is van mening, dat dit een onverantwoord verplaat sen van de koopkracht teweeg brengt. De zaken die het dichtst bij de parkeerplaats liggen zullen vooral bij slecht weer zeker veel meer kopers dan normaal krijgen, terwijl de echte winkelstraten, met aan beide zijden huis aan hüis étalages in de ver drukking komen. Men moet, aldus het plan-Holt, op een geschikte plaats bij het begin van het koopcentrum een toegang naar beneden maken met'een grote weg onder dit koopcentrum door. In Haarlem zal een dergelijk plan dan als volgt uitgevoerd moeten worden: Op de Dreef bij het Houtplein zal één grote toe gang moeten komen, die het begin vormt van een straat, die precies onder de Grote Houtstraat zal doorlopen. Deze weg, die in drie banen verdeeld moet worden, zal be stemd zijn voor éénrichtingverkeer, zodat de inrit bij het Houtplein niet als uitgang dienst zal doen. De weg zal bestemd zijn voor die autobezitters, die willen in de binnenstad. De auto wordt dan op de linker of rechter rijbaan aan het onder grondse trottoir gezet, zodat de midden- baan vrij blijft voor doorrijdende auto's. Tot zover is alles, voor het buitenland althans, oude kost. In Berlijn en Stockholm bezit men reeds dergelijke ondergrondse parkeergelegenheden. Het nieuwe in het plan-Holt is echter, dat het niet in de be doeling ligt, dat men onder de grond een gezellig wandelingetje gaat maken. Daar lenen de smalle eenpersoons-trottoirtjes zich trouwens niet al te goed voor. Neen, de heer Holt wil van deze ondergrondse straat uit trappen naar boven maken, die in de daarvoor in aanmerking komende winkels uitkomen. De straat leidt dan, voorlopig al leen in de gedachte van de heer Holt na tuurlijk, onder de Grote Houtstraat door naar 'het Verwulft, waar grote uitstulpin gen geprojecteerd zullen moeten worden, die natuurlijk weer als parkeerruimte in gebruik genomen dienen te worden. Verder gaat het naar de Grote Markt, mei een ronde parkeerplaats voor duizenden auto's, via de Lepelstraat naar de Oude Groen markt en eventueel verder onder de Bartel- jorisstraat door. De heer Holt denkt dan vervolgens aan de algemene uitgangen, die bijvoorbeeld aan de Kaasmarkt bij het Spaarne zullen komen te liggen en in an dere delen van Haarlem. Natuurlijk kunnen er voor de voetgan gers behalve in de winkels nog uitgangen aangelegd worden op bijvoorbeeld de Grote Markt en in de openbare instellingen zoals het stadhuis en het postkantoor, de incasso- dienst en het huisvestingbureau, bij de cafés en restaurants, bij de bioscopen en andere vermakelijkheidsbedrijven. Dit alles zal, aldus de heer Holt. tot ge volg hebben, dat er onder de grond par keerruimtes zullen ontstaan, die vele tien tallen malen groter zijn dan de reeds be staande pleinen en straten en bovendien wordt hierdoor het verkeer bovengronds in niet geringe mate ontlast. OVERIGENS MAAKT DE HEER HOLT zich over de technische bezwaren, die aan dit gehele plan kleven, niet al te bezorgd. De binnenstad van Haarlem ligt, aldus de initiatiefnemer, op een zandplaat van enige meters dikte, zodat men in het geheel geen gebruik hoeft te maken van bemaling en van heipalen. Het „dak" van de nieuwe ondergrondse straat is geprojecteerd op 60 centimeter onder de gewone straat, zodat de rijbaan van de bovengrondse weg tegelijk het pla fond van de straat onder de grond zal zijn. De heer Holt stelt zich vervolgens voor, dat de Grote Houtstraat wanneer het eenmaal zo ver is, met bulldozers opengegooid zal worden, waarna men zo snel mogelijk de geprojecteerde straat moet aanleggen, om dat nu eenmaal elke dag sluiting voor de winkeliers een bijzonder grote schadepost betekent. Dat de ondergrondse straat onder de rij baan van de Grote Houtstraat zal komen te liggen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat men bij het ondergraven van de huizen eerder last met verzakkingen zal krijgen, en bovendien zal men in een dergelijk ge val ook moeilijkheden kunnen ondervinden van die winkeliers, die om de een of andere reden niet in het plan geïnteresseerd zijn en die dus gebruik zullen maken van hun eigendomsrecht op de grond onder hun winkel of huis. Met dit laatste hangt ook vooral de finan ciële zijde van het plan-Holt samen. Wan- aantal mensen, dat de beschikking heeft over een auto ver veelvoudigd zal zijn en vooral in de oudere steden, met de vrij nauwe straten zal dat tot gevolg hebben, dat men des morgens vroeg zijn wagen in de binnenstad al niet meer kwijt kan. Er zijn daarom, nog steeds volgens de heer Holt, slechts enkele mogelijkheden om dit vraagstuk op te lossen. Men zal óf parkeerruimte moeten scheppen in de onmiddel lijke nabijheid van de binnenstad óf men zal bijvoorbeeld aan de rand van de stad nieuwe gebouwen dienen op te richten met voldoende ruimte om alle auto's te plaatsen, er omheen, er onder of er bovenop. Uiteraard voelt de heer Holt, als winkelier in de binnenstad, niets voor deze laatste oplossing zodat hij gedurende een half jaar diep heeft na gedacht over de vraag hoe men in een oude stad, die propvol is gebouwd,'toch nog ruime pleinen kan aanleggen. En toen kwam het idee om een ondergrondse straat te pro jecteren. Het plan-Holt was geboren. Holt gebaseerd is op de toestand over een jaar of twintig, dan zal men er toch wel van overtuigd zijn, dat de neringdoenden toch vrij ver in de toekomst dienen te kijken. Men heeft daarbij als voorbeeld Amerika, waar de winkelcentra zich verplaatsen naar de buitenwijken, waar men over ge noeg parkeerruimte beschikt en waardoor de binnenstad wel niet ten dode is opge schreven, maar toch de terugslag van deze ontwikkeling in niet geringe mate onder vindt. Voorts meent de heer Holt, dat men in komsten kan derven uit de precariorechten, die men zal moeten betalen voor onder grondse aanduidingen van de winkels, en uit de parkeergelden. De initiatiefnemer is van oordeel, dat dit laatste probleem het beste opgelost kan worden door eenvoudig aan de ingang van de onderaardse straat een loket aan te brengen, waar men bij voorbeeld pas na betaling van een kwartje de toegang tot deze enorme parkeerruimte kan kopen. En wanneer men bedenkt, dat gerekend naar het aantal auto's, dat tegen woordig in de binnenstad parkeerruimte in beslag neemt, deze „tol" reeds een bedrag van ongeveer 750.000 zal opbrengen, dan kan men er van verzekerd zijn, dat dit neer men namelijk de „ondergrondse" aan legt onder de bestaande openbare weg, dan zullen de kosten aanmerkelijk lager liggen dan wanneer de wegen kris-kras onder de stad doorlopen, zoals bijvoorbeeld in Parijs en Londen het geval is. EN ZO IS MEN DUS GEKOMEN bij de financiële problemen, die met dit plan in verband staan. De heer Holt gaat van het standpunt uit, dat in de eerste plaats de bedrijven, zowel de middenstanders als de grote magazijnen in de binnenstad het meest geïnteresseerd behoren te zijn in de totstandkoming van dit project. Tegen woordig is men er namelijk reeds van overtuigd, dat het publiek uit de drukke centra wegblijft. Men ziet het in Amster dam. Men merkt het ook in Haarlem. Niet voor niets worden er in de hoofdstraten van de oude stadskern verlichtingen aange bracht en ook de acties van de winkeliers in groepjes of individueel om meer klanten te trekken, zijn niet zonder reden. Men merkt het namelijk al, dat de buiten wijken een groot gedeelte van de kopers trekken en niet in de laatste plaats door de grote toeneming van het verkeer in de te nauwe binnenstad. Natuurlijk, de omzetten zullen niet plot seling met tientallen percenten gaan dalen, maar wanneer men bedenkt dat het plan- Het Houtplein zoals het er over een jaar of twintig misschien uit zal zien wanneer de plannen van de heer Holt tenminste uitgevoerd worden. Ter hoogte van het plantsoen duikt een gedeelte van het auto verkeer de tunnel in, waardoor de straten in de binnenstad in niet geringe mate zullen worden ontlast. bedrag over een twintigtal jaren verveel voudigd zal zijn. NATUURLIJK ZAL IN DE ONDER GRONDSE straat, aldus de heer Holt, ook de service van de moderne tijd niet ont breken. Er zullen op diverse punten gara ges worden ingericht, er zullen kranten- stallen komen en voorts kraampjes met losse eetwaren, welke bedrijfjes tezamen weer een behoorlijk bedrag aan huur zul len moeten opbrengen. De volgende bron van inkomsten zoekt de heer Holt in Den Haag, want naar zijn mening zal deze ondergrondse een ideale atoomschuilplaats worden, die plaats zal kunnen bieden aan tienduizenden mensen. Reeds nu investeert men belangrijke be dragen in kleine schuilplaatsen, die dan alle aan de financiering van het grote pro ject. ten deel zullen vallen. Het belangrijkste gedeelte van het geld g De heer Willebrordus C. M. Holt, x 47 jaar, wonende in Bloeviendaal,'6 3 heeft onder meer een zaak in de Anegang „de gekste straat ter we- 8 3 reld". Deze uitspraak is niet van ons, 3 maar van Haarlems burgemeester, 8 8 mr. O. P. F. M. Cremers, die bij het 3; ontsteken van de neon-v er lichting in het begin van dit jaar in deze 8 8 winkelstraat deze krasse benaming p aan het gezellige straatje gaf. Hij bedoelde daar niets kwaads mee, Jwant hij draagt de Anegang, zoals p ook later bleek, een bijzonder goed hari toe. De winkeliers uit de Ane- gang beschouwen deze betiteling trouwens meer als een erenaam. Zij lachen er om, zij laten anderen er om lachen, maar ondertussen gaan zij door. Eerst de neon-verlichting, het oude posthuis, de straatbeschil- 8 dering. Er kwamen plannen voorr luifeitjes langs de winkels en voor En daarom is lipt niet te verwonderen, dat de heer Hold 8 ook uit deze straat afkomstig is. Op 'd de foto wijst hij ernstig naar de g grond, waarin, wanneer hij zijn zin krijgt, over vele tientallen jaren het X stadsverkeer opgeborgen wordt. Ach- ter hem de auto's, die hij zo spoedig ,:i mogelijk uit het straatbeeld wil laten 8 verdwijnen en bovendien nog de ge- li veltjes, die hij ten koste van alles] g wil behouden. Voor de goede orde 3 3 vermelden wij nog, dat men deze v plannenmaker niet verwarren moet met zijn broer, de bekende architect prof. G. H. M. Holt. zal echter, aldus de heer Holt, beschikbaar gesteld dienen te worden door de gemeen te, die meer dan één belang bij de totstand koming van deze onderaardse gang heeft. Immers, afgezien van het feit, dat bijvoor beeld de dienst Openbare Werken bijzonder gemakkelijk bij de riolering en bij de gas buizen en eleetriciteitskabels kan komen, is het voor Haarlem economisch gezien van bijzonder groot belang, dal de stad in de nog verre toekomst niet afzakt tot een wel iswaar gezellig historisch stadje, waaruit het bedrijfsleven echter haastig gevlucht is naar gunstiger oorden. Er zullen, indien het plan doorgaat, meer vreemdelingen komen en bovendien zullen de kopers uit de om liggende gemeenten waarbij men vooral moet denken aan Amsterdam-West eer der naar een stad komen, waar zij zonder al te veel moeilijkheden hun auto kwijt kunnen. Men zal het al wel begrepen hebben: met de uitvoering van dit plan zullen naar voorlopige raming tientallen millioenen guldens gemoeid zijn. En dit geld moet en kan er, volgens de heer Holt, komen. In het belang van de Haarlemse middenstand in de binnenstad, in het belang van het groot winkelbedrijf, in het belang van de Haar lemmers zelf, omdat door deze „onder grondse" straat ook de verkeersveiligheid boven de grond zeer zeker zal toenemen. De Grote Houtstraat in het jaar 1975. Er is zoals men ziet, bij zonder weinig veran derd. Het verkeer in de stad is weinig drukker geworden en de straat is evenals vroeger om de- een of andere reden weer feestelijk versierd. Onder de grond rijden de auto's echter af en aan. Langs brede wegen stromen de auto's naar de bin nenstad waar zij on dergronds op grote pleinen worden ge parkeerd. Temidden van oude klooster gangen is daar een geheel apart wereldje gesticht. Er komen ondergrondse garages, krantenkiosken, stal letjes met eetwaren en verkeersagenten, die alleen kunstlicht zien. De heer Holt meent, dat deze ver lichting geen enkel probleem met zich kan mee brengen, op de foto hebben wij een beeld 'willen ge ven van de Grote Houtstraat over en kele decennia. Alleen de hokjes aan de in gang waar men het parkeergeld a een kwartje moet betalen zijn weggelaten om dat daar tegen die tijd wel weer iets an ders op gevonden zal zijn. Diverse Haarlemmers hebben wij in het kort het plan van de heer W. Holt voorge legd en uit de reacties bleek, dat velen met hem van oordeel zijn, dat men zioh nu reeds ernstig moet beraden over de problemen, die de toeneming van het verkeer over een jaar of twintig met zich meebrengt. En dat is ook de bedoeling van de heer Holt. Hij is in het geheel niet van plan zijn idee ten koste van alles door te voeren. Integendeel, hij maakt graag plaats voor iemand, die een beter project kan tonen en wij zijn er van overtuigd, dat hij in een dergelijk geval even enthousiast aan de verwezenlijking van een volgend plan zal meehelpen. Voorlopig is echter eerst zijn eigen idee aan de orde en de heer Holt stelt zich voor, dat de Commissie Centrum Belangen, die reeds op de hoogte gebracht is van het plan, belast zal worden met de verdere uitvoering. De voorzitter van deze commissie, de heer A. G. Spaargaren uit de Grote Hout straat, is overigens van oordeel, dat dit radicale plan zeer zeker het overwegen waard is, temeer daar men thans over vrij veel geld kan beschikken. Uiteraard werd ook de burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. C r e m e r s, direct in het plan-Holt gekend en ook Haarlems eerste burger toonde alle belangstelling en was van oordeel, dat het idéé zeker niet in portefeuille 'zou moeten raken. Mr. Cremers meende., dat het project, wanneer het een- mag] js ingediend ter béstuderiijg zal.moe ten,'worden voórgetègcf aan de nieuw te be noemen verkeersingenieur, die dan de bouwmogelijkheden en de mate van be langstelling zal moeten onderzoeken. De wethouder van Openbare Werken, de heer W. F. H a p p was van oordeel, dat het aantrekkelijke van het plan gelegen is in de gedurfde opzet. Wethouder Happé meende, dat het project zeer zeker de moei te van het overwegen waard is en boven dien verklaarde hij, dat het plan-Holt wel licht zal leiden tot weer andere en mis schien eenvoudiger ideeën, die eerder ge realiseerd kunnen woi\len. De wethouder van Financiën, de heer W. C. B a k k e r, sprak als zijn mening uit, dat het plan uit verkeerstechnisch oogpunt be zien, bijzonder aantrekkelijk genoemd moest worden, maar dat de financiële zijde zeker niet onderschat moest worden. En vooral dit laatste punt gaf wethouder Bak ker de overtuiging, dat het plan nooit ta rea liseren zal zijn. Hoofdinspecteur I. B. Brauckmann van de Haarlemse verkeerspolitie zag het plan-Holt niet als de oplossing van het par- keervraagstuk, omdat de route van de on dergrondse weg te kort zou zijn en omdat er bovendien te steile hellingen bij op- en afrit aangelegd zouden moeten worden, die voor vele auto's bijzonder grote bezwaren met zich mee zouden brengen. De heer M. List, plaatsvervangend hoofd van de Bescherming Bevolking van de A-kring Haarlem, deelde ons mede, dat hij persoonlijk het project van twee kanten wilde bekijken In de eerste plaats als op lossing van het verkeersvraagstuk, waarbij hij uiteraard elke verbetering van harte zal toejuichen en vervolgens van de zijde van de B.B. Natuurlijk biedt een dergelijke „ondergrondse" bijzonder grote mogelijk heden voor de B.B. als schuilkelder, maar men moet niet vergeten, dat de vijftien ge projecteerde schuilkelders over de gehele stal verspreid zijn en dat men aan één enorme schuilplaats in het centrum in feite toch weinig heeft. Ook de financiële kant ADVERTENTIE Hoe de weersomstandigheden ook zijn, radar is het alziend oog, dat het schip steeds zijn goede koers doet behouden Wat radar is voor het schip, is de Amsterdamschc Bank voor de zakenman. Ook in het zakenleven hebt U soms het gevoel verloren in de mist te staan, door de enorme hoeveelheid van gegevens, die U onmogelijk alle tegelijk kunt overzien. Dit doet de Bank voor U,,met haar uitgebreide staf van deskundigen die in het zakelijke en financiële wereldverkeer volkomen thuis zijn. Wie zich laat adviseren door de Bank vaart altijd een goede, veilige koers. 218 kantoren jp.ua jdaassep. van het plan-Holt leek de heer List nu niet bepaald rooskleurig, vooral ook niet omdat de bijdrage, die de B.B. bij combinatiebouw van kelders in de stad placht uit te trek ken op het millioenenplan van de heer Holt in het niet zou vallen. De bedrijfsleiders van de grootwinkelbe drijven, die een dergelijke ondergrondse straat van harte zouden toejuichen, vroegen zich ook af of het plan-Holt wel practised uitvoerbaar is. De heer Muller, bedrijfsleider van Vroom en Dreesmann, meende dat de grondgedachte van het plan-Holt juist ge noemd moet worden, hoewel hij daar direct aan toevoegde dat het idéé zeker niet nieuw is omdat de heer Dreesmann zelf in Den Haag in het verleden reeds het initiatief genomen heeft om een dergelijk plan te ontwikkelen. Uiteraard woog ook de finan ciële kant bij de heer Muller bijzonder zwaar, maar toch meende hij, dat een bij eenkomst van grote zakenlieden met bij voorbeeld de overheid, waarbij dan een dergelijk plan in bespreking gebracht zou worden, zeer zeker vruchten zou afwerpen. Eenzelfde mening was de heer R i s, be drijfsleider van C. en A. in de Anegang toegedaan. De heer Ris vroeg zich echter direct af of het plan technisch wel uitvoer baar moet zijn, temeer, daar hij uit eigen ondervinding weet, dat er onder de Haar lemse straten en gebouwen door de vele brokstukken van oude gangen haast geen doorkomen aan is. Ook de heer Ris was er echter ten stelligste van overtuigd, dat men in de toekomst moet kijken met betrekking tot het parkeervraagstuk, temeer omdat tegenwoordig vele automobilisten geruime tijd moeten zoeken naar een plaatsje voor hun wagens. )CCOCOOCOOCOOOOOOC<XXXXXXX)CC<XXXXXX»COOOOOCCCOOOCOOC<X>-'-' 3 De heer Veldkamp, directeur van de Bouw- en Explotatie Maatschappij Ho- gerveka N.V., gaf in een gesprek, dat wij met hem over het plan-Holt had- 3 den toe, dat de binnenstad van Haar- 8 lem inderdaad op een zandplaat ligt. En 8 ie heer Veldkamp kan het weten, want hij xoas het, die indertijd de eerste BB- schuilkelder aan de Breestraat bouio- 8 de, waarbij hij in het geheel geen last van grondwater had. De heer Veld- kamp meende echter, dat de Grote p Houtstraat in het geheel niet geschikt 8 was voor een dergelijke ondergrondse f weg. De straat is namelijk te smal en 5 vooral de rioleringsbuizen, de gasbuizen en de eleetriciteitskabels zouden te veel 3 in de xoeg liggen temeer omdat men 3 nog een betonnen tunnel zou moeten 8 aanleggen. De heer Veldkamp had echter ivel direct een andere oplossing van het parkeervraagstuk bij de hand. Naar zijn oordeel kan men namelijk beter een g 8 gedeelte van het Zuider Buitenspaarne 8 dempen, indien men althans beslist van 3 de gevels en huizen in de binnenstad 8 wil afblijven. Op een dergelijke manier 3 krijgt men een grote oppervlakte voor gj de auto's, die dan bovendien niet te ver 8 van het centrum staan. Dat de heer Veldkamp na dit ge- 3 sprek echter toch nog over het plan- Holt heeft nagedacht wordt wel be- roezen door het feit, dat hij ons de vol- 8 gende dag mededeelde, dat het project van de heer Holt naar zijn overtuiging wèl uitgevoerd zou kunnen worden g onder de Gedempte Oude Gracht. Daar liggen de buizen en kabels namelijk 3 niet in de weg en bovendien kan men g dan, zonder aan de huizen te komen, een bijzonder brede tunnel aanleggen. Daarbij liet de heer Veldkamp echter roei duidelijk uitkomen, dat hij uitslui- tend sprak over de technische kant van 'd de zaak, waarbij hij de financiële zijde o volkomen buiten beschouwing liet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 15