Productie van Conrad-Stork wordt steeds veelzijdiger Jlom Derby Aan het Spaarne houdt men het Suezkanaal schoon Samengaan met andere bedrijven intenser door mankracht-tekort Meer dan hijsen, baggeren en boren KLASSELOOS Aaf en Herman Bouber ereburgers van Amsterdam Men levert er baggermolens in helften, in mootjes en in panelen President Paasikivi van Finland 85 jaar Vrijheidsstraf tegen automobilist geëist Finest Virginia v f I.- Kerkelijk Nieuws In de breedte Inde hoogte Waggelend baggeren Straalaandrijving Welvaart en evenwicht in een land dat de oorlog verloor Geen voorrang verleend; een dode en drie gewonden In de diepte ZATFRDAG 26 NOVEMBER 195 5 De bekende Engelse auteur en criticus Harold Nicolson heeft in zijn boek „Good Behaviour" de veronderstelling geuit dat Europa en Amerika „blijkbaar een klasse loze maatschappij in uitzicht hebben". Dit lijkt mij een ongegronde veronderstelling en daarom kom ik er hier op terug, na haar een week geleden alleen maar geciteerd te hebben. Nicolson is kennelijk tot zijn uit spraak bewogen door de verdwijning van machtig persoonlijk bezit in zijn vaderland, door de verlatenheid van talloze landgoe deren en kastelen, door de mate van nivel lering in inkomen en bezit, die zich vol trokken heeft. Men kan aannemen dat die zich verder zal voortzetten. Men kan dat aannemen, maar is het juist? Wie het proces als een ontwikkeling in communistische richting beschouwen wil, stuit meteen op de tegenwerping, dat de Russische samenleving geenszins klasse loos is. Op de grote verschillen in inkomen hebben Russische machthebbers zich trou wens meermalen met trots beroepen. Dat zulke hoge inkomens van leiders van be drijven, als bij hen gebruikelijk zijn, zich niet in Europa en zelfs niet in Amerika voordoen, is voor hen een motief om te zeggen: „Jullie doen het verkeerd; jullie begrijpen het niet; wie niet inziet dat men de top-mensen hoog moet betalen is een man van bekrompen inzicht". Het ontstaan en handhaven van klassen in de samenleving wordt overigens niet al leen bepaald door verschillen in materiële welstand. Er zijn andere invloeden: ont wikkeling, beschaving, cultuur. Meer dan honderd jaar geleden schreef de Amerikaanse auteur Edgar Allan Poe in zijn lange reeks meesterlijke, vaak beklem mende, soms benauwende korte verhalen er een onder de titel „The Devil in the Belfry" De Duivel in de Klokketoren. Dat verhaal is gewijd aan een Hollands dorp, dat hij aanduidt met de lange en lelijke naam Vondervotteimittiss. Het lijkt een mislukte poging om iets Hollands ten beste te geven, maar is het niet. Wie het in Engelse uitspraak weergeeft zal er da delijk de betekenis van verstaan: Wonder what time it is. Vrij vertaald: Hoe laat zou het zijn? Dit is de gedachte die het dorp beheerst. Alle gezinnen zijn er gelijk. Zij wonen in dezelfde huisjes met dezelfde meubelen erin en met dezelfde tuintjes. Zij werken in gelijke mate en worden in gelijke mate beloond. Ieder gezin bezit een varken, vier entwintig bloemkolen in het voortuintje en ook een klok. Alle klokken lopen precies gelijk met die van de belfry: de klokke toren. Tot op een dag de duivel in de toren vliegt en het alles-beheersende uurwerk na de twaalfde slag laat doorslaan. Als het dertien slaat sticht dat een volledige ver warring in wat ik zou willen noemen: een klasseloos samenlevinkje. Ir> een nacht merrie. In iets dat veeleer door de duivel gesticht zou kunnen zijn dan dat hij het in de war stuurt en daarmee, ondanks zich zelf, een goede daad verricht. Ik weet niet waarom Edgar Allan Poe dit verhaal in Holland heeft doen spelen. Hij is hier nooit geweest. Sommigen zouden er een griezelig voorteken in kunnen zien. Heeft Poe hier profetische gave getoond? Ik geloof het niet. Hijzelf zag in Vonder votteimittiss geen toekomst, maar integen deel een ver verleden. Maar het onder scheid tussen historie en toekomstbeeld blijkt zo vaak moeilijk te vinden. Het is niet moeilijk ons in deze tijd een klasseloze maatschappij voor te stellen, als wij alleen maar aan verdeling van inkomen en bezit denken. Maar daar moet geen verbeeldingskracht bij komen. Zodra die er wèl bij komt beseft men dat de mensen niet gelijk zijn, dat een aantal in onder nemingsgeest, organisatievermogen en durf om van andere gaven nu maar te zwij gen ver boven de rest staat en dat bovendien iedere samenleving dringend be hoefte heeft aan leiding-gevende mannen. Die nemen daarmee extra-verantwoorde lijkheid op zich. Als zij nog jong zijn voelen zij haar niet als een druk. Als zij ouder worden wel. Men kan hen evenwel niet missen en moet hun dus hoge beloning geven, hetgeen niet belet dat velen vroeg sterven aan hetgeen tegenwoordig heet „de managers-ziekte". Hun opvolgers zijn ge lukkig vaak tijdig uitgezocht. Al die man nen, met hun vrouwen en kinderen, vormen onvermijdelijk „een klasse". Een klasse met eigen gewoonten en gebruiken, met een eigen houding en allure, die niet kunnen uitblijven als de vader een man is die lei ding geeft. Evenmin kunnen zij uitblijven in de ambtenaren-klasse rondom het régime en in de kringen der wetenschap. Dus: klassen. De nachtmerrie van Poe zal noch in En geland, noch in Amerika, noch in ons land ooit werkelijkheid worden. Zij lijkt alleen denkbaar, de klasseloze samenleving (maar dan in een woestenij zonder keurig-gelijke huisjes en klokketorens) na een derde wereldoorlog. En niet eens voor lange tijd. Want de overlevenden zullen juist daaraan zo snel mogelijk willen ontkomen. H. R. ADVERTENTIE DE MACHTIGE ARM van een torenkraan op hel voorterrein van Conrad-Stork draait over het Spaarne, wijst met majesteit naar het nietige Spaarndam in het Noorden en draait vervolgens over de Waarderpolder in zijn oude stand terug. Een paar arbeiders, die temidden van een struikgewas van stalen spanten aan het werk zijn, kijken even op. De kraan draait proef. Als zij voldoet, wordt zij weer helemaal uit elkaar gehaald voor de verzending en na aankomst opnieuw gemonteerd. Conrad-Stork heeft na de oorlog de ontmantelde Neder landse havens weer grotendeels aan haar uitrusting geholpen. En in ver scheidene delen van de wereld liggen de baggermolens, die in dit bedrijf gebouwd zijn; hier houden zij havens op diepte en daar ontsluiten zij de weg iiaar de rijkdommen van het binnenland, terwijl zij dwars door dichte moerassen brede en diepe kanalen baggeren. Maar ook de boorkoppen, die straks door dringen naar de kolenlagen, waarop de nieuwe Beatrixmijn is geprojecteerd, zijn in dit veelzijdige Haarlemse bedrijf vervaardigd. En men bouwt er ook papiermachines, in licentie. Aan dergelijke volkomen nieuwe producties, terwijl men toch voor de fabriek orders te over heeft, ziet men een oriëntatie, die in deze hoogconjunctuur tast naar zekere waarborgen voor het geval, dat er vroeger of later een verslapping in de markt optreedt. Door deze innige samenwerking in de belangrijkste productietakken kan voor ons land nog veel, wat aan kapitale orders binnenkomt, worden behouden. Maar het personeelsprobleem, vooral de behoefte aan vakmensen, blijft zeer knellend. De grote aandacht, die Conrad-Stork besteedt aan de opleiding (er zijn permanent tachtig jongens in opleiding) is op zichzelf een investering, waarxmn het resultaat uitein delijk niet alleen dit bedrijf toekomt. Er is natuurlijk altijd een zeker percentage van de gediplomeerde leerlingen, dat dit bedrijf verlaat, maar dat treedt dan meestal weer in dienst bij bedrijven van dezelfde aard als Conrad-Stork en op zijn beurt krijgt dit bedrijf weer geschoold personeel uit andere bedrijven. Indien het maar binnen deze tak van de metaalindustrie blijft, maakt men zich daar geen bijzondere zor gen over, maar het is het algemene aan bod, dat in toenemende mate moeilijk heden veroorzaakt. Aan het Spaarne worden de boorkoppen gefabriceerd, die deel zullen uitmaken van de gehele boorinstallatie voor de nieuwe staatsmijn Beatrix. Een van de boorkoppen „in de touwen". heden water naar binnen, en de pers leidingen stuivden het aan de achterzijde van de ponton naar buiten. De proeven die ermee op de Nieuwe Waterweg werden genomen, slaagden uitstekend en de vol komen verantwoorde benaming van pers- zuig er-met-straalaandrijving leek zo fan tastisch, dat werd geïnformeerd of dit geen Aprilmop was. Dat dit echter in de verste verte niet met zulk een grapje te vereen zelvigen was, werd nog dit jaar bewezen. Op de Tigris, waarover deze perszuiger onhoudbaar voortblubberde naar zijn ar beidsterrein! Ned. Herv. Kerk Beroepen te Nieuw-Helvoet H. F. Swavt te Marum (Gron.); te Schoondijke (toez.) P. A. L. Brinkman te Purmerland; te Meers- sen-Valkenburg (toez.) J. Stoffels, pred. voor de geestel. verz. van de arbeiderskam pen te Blitterswijk. Geref. Kerken Tweetal te Schiebroek-Hillegersberg-C.: (2e pred.pl.) G. ter Steege te Vianen en J. Verlare te 's-Gravenzande. Beroepen te Woerden (vac. C. v. Reenen) J. P. Haspels te Goënga (Fr.). Aangenomen naar Amsterdam als 2e ziekenhuispred. Th. Struys te Driebergen; naar Genderen J. A. Kemp, cand. te Rot terdam, die bedankte voor Geesteren-Gel- selaar, Molenaarsgraaf-Brandwijk, Opper does en Vollenhove-Kraggenburg; de be noeming tot koopvaardijpredikant te Soe- rabaja P. Hainjé te Tiel. Examens. Aan de V.U. zijn geslaagd voor het prop.examen theologie de heren P. N. Kruyswijk te Ouderkerk a.d. Amstel en L. R. Krol te 's Gravenhage. Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen te Dokkum-Wierum O- J. Dou- ma, cand. te Stadskanaal. Examens. De classis Amersfoort heeft praep. geëxamineerd en beroepbaar ver klaard de heer A. Veefkind te Amersfoort, cand. aan de Theol. Hogeschool te Kampen. Geref. Gemeenten Tweetal te Schevenigen: J. B. Bel te Krabbendijke en M. Blok te Rotterdam-C., van wie eerstgenoemde is beroepen. Aaf en Herman Bouber zijn Vrijdagavond in Theater Carré te Amsterdam hun hul- digingstournée door Nederland begonnen ter gelegenheid van hun gouden toneeljubi leum en van hun zeventigste verjaardag. Zy zijn ereburgers van de stad Amsterdam geworden. Na afloop van de opvoering van het door Herman Bouber in 1928 geschreven volks stuk „Zeemansvrouwen" door De Toneel vereniging, waarin de auteur de rol van Dronken Lodewijk en Aaf Bouber die van Manke Mien hebben vertolkt, bood de wet houder voor de Kunstzaken, mr. A. de Roos, het echtpaar de zilveren penning van de stad aan, omdat „Amsterdam nooit zal vergeten, wat dit echtpaar aan de hoofd stad heeft gegeven in de stukken met een lach en een traan een brok Amsterdams leven". Tevoren had de heer K. Wunnik namens het werkcomité de Boubers de traditionele enveloppe aangeboden met het door dank bare Amsterdammers geschonken geld en met de recette van de avond, door De Toneelvereniging en de directie Carré af gestaan. In het door Herman Bouber geregisseerde stuk speelden mee: Jobs van Zuylen, Cor „jRuö.13uib 4e. Vries, Ad vap G&s§el„ Bé Schenk, Mary Smithuysen, Floor Koen, Heddy Bouber en Nol Stanowsky. De voorstelling werd ook bijgewoond door de burgemeester van Amsterdam en mevrouw d'Ailly, die het echtpaar bloe men schonken. Na de woorden van de wet houder hebben velen het jubilerende echt paar de hand gedrukt en vriendelijk toe gesproken, onder wie de heer C. van Waerden namens De Toneelvereniging, de acteur Johan Elsensohn, de heer H. Deinum namens de Vereniging van Schouwbur- directies, Henriëtte Davids en anderen. De huldiging is later in intiemere kring voort gezet in Hötel Schiller. Herman Bouber, die eigenlijk Herman Blom heet en op 24 September 1885 te Amsterdam werd geboren, heeft vele stuk ken voor het volkstoneel geschreven, ge regisseerd en gespeeld, onder meer: Mooie Neel, Bleke Bet en De Jantjes, die ook zijn verfilmd. Een van de vele kranen, die door de con structiehallen van Conrad-Stork worden afgeleverd voor het buitenland. Telkens staan er weer andere op het voorterrein van deze Haarlemse industrie. Aaf, Herman en Heddy Bouber in een scène uit „Zeemansvrouwen". De natuurlijke markt, welke Nederland altijd gevormd heeft voor het buitenland, wanneer het ging om producten als die van Conrad-Stork, voldoet thans niet meer aan de behoefte, als gevolg van gebrek aan personeel en materiaal. In deze tak van de metaalnijverheid moeten om die redenen thans kapitale orders worden afgewezen. Het grote gevaar is dus, dat Nederland zich bij een verslapping van de markt ver drongen zal zien door andere landen, zoals Duitsland. Juist met het oog op dergelijke kwade kansen doet men in bedrijven als Conrad Stork reeds thans alles om het af zetgebied te vergroten, ook al moet men daarvoor vaak de beste krachten aan het lopende productieproces onttrekken. Zoals men zich nog zal kunnen herinne ren verbond de werf-Conrad, die reeds sinds de vorige eeuw in Haarlem bestond, zich in 1932 met Stork in Hengelo en kwam de „Hijsch"-afdeling met haar productie van hijskranen en andere transportmidde len, die er in Hengelo een beetje uit was gaan groeien, naar Haarlem over. De be staande werf-Conrad bleef baggermolens, zuigers en ook nog wel schepen produ ceren (de eerste „De Hoop" is er bijvoor beeld gebouwd) en zij begon zich tevens toe te leggen op diepboorwerk. Immers: de aanboring van tinlagen maakte de vraag naar tinbaggermolens groter. Zo werden er in nauwe samenwerking met de Billiton- maatschappij verscheidene boorinstallaties ontwikkeld, geschikt voor diepten tot tach tig meter. En een consequentie daarvan in het heden ziet men in een van de constructie hallen, waar de enorme boorapparatuur wordt vervaardigd voor het maken van de schachten van de nieuwe Beatrixmijn der Nederlandse Staatsmynen. De lagers van de grote aandrijvingsstangen zullen door Philips allemaal röntgenologisch worden onderzocht. De meeste in druk maken de boorkoppen van verschillende grootten, die in successie gebruikt zullen worden: de eerste is twee diameter, de laatste niet minder dan acht. Onderaan de koppen, die zich dus onder geweldige kracht de grond in zullen boren, worden schuin naar bin nen gerichte beitels aangebracht om alle weerstanden op weg naar de kolenlagen kapot te breken. BEHALVE MET DE WERF CONRAD in Haarlem, verbond Stork-Hengelo zich met nog méér bedrijven in Nederland en Bel gië, waardoor thans als zelfstandige onder nemingen tot hetzelfde concern behoren: Stork-Amsterdam, Stork-Jaffa te Utrecht, Stork-Holland in Bergen op Zoom en Stork-Brussel. En, om dit overzicht te com pleteren: het moederbedrijf in Hengelo heeft eigen onderafdelingen in Zwolle, in Assen, zoals Stork Amsterdam een eigen afdeling heeft in Boxmeer. De fusie van 1954 met Werkspoor tot een nieuwe N.V., Verenigde Machinefabrieken, zal slechts zeer geleidelijk geschieden. Het is de be doeling, dat de bedrijven langzamerhand naar elkaar toegroeien. Zij zal in het totaal een personeelssterkte van 20.000 man hebben. De afdeling „Hijsch" van Conrad-Stork, doet onmiddellijk aan reusachtige kranen denken en terecht, maar heeft betrekking op velerlei transportsystemen. Zo vervaar digde Conrad-Stork het hele, indrukwek kende kolentransportsysteem voor de cen trale aan de Hemweg, een enorm en zeer veelomvattend werk. En in de nieuwe constructiehal, die met het oog op de oorspronkelijke Prinsenbrug- plannen van de gemeente op enige afstand van de oude werd gebouwd, beginnen in het hel oplichtende vuur van de lassers al weer nieuwe kranen de gestalte aan te nemen, die de leek overigens niet zomaar van de stoffige, stukgelezen tekeningen af leest. Het voorste gedeelte van de hal is veel hoger dan de rest; het worden immers stééds grotere delen, welke gemonteerd moeten worden. Ook wat de productie van transportsystemen aangaat heeft Conrad- Stork een bijzondere binding in de combi natie „Holland Cranes", waarvan ook Ver- schure en Figee deel uitmaken. CONRAD-STORK in Haar lem heeft als werf ook weer andere bindingen, namelijk in de Industriële Handels combinatie „Holland" waar in met haar samenwerken de werven Gusto te Schie dam, De Klop te Sliedrecht, J. en K. Smit en L. Smit en Zoon te Kinderdijk en Ver- schure te Amsterdam. Deze werven omvatten te zamen 6000 man personeel. Zij blijven zelfstandig, maar werken in productie en ver koop zeer nauw samen. In vele gevallen worden grote orders verdeeld, hetgeen juist nu de capaciteit door personeelstekorten beperkt wordt, van nationale be tekenis is. De waarde van deze samenwerking bleek bijvoorbeeld toen de Billi- tonmaatschappij na de oor log overwoog een order voor acht baggermolens in Amerika te plaatsen, aange zien zy deze voor de Neder landse industrie te omslach tig achtte. Er werden ook wel bijzondere eisen gesteld: de molens moesten tot op de kleinste schroeven en moeren toe gelyk zijn. De I.H.C. wist echter de order voor het grootste deel te bemachtigen: zes bagger molens zouden in Nederland worden gebouwd en twee in Amerika. En deze Neder landse werven, waaronder Conrad-Stork, bewezen de waarde van hun samengaan: deze zes molens waren eer der in Indonesië dan de twee Amerikaanse. EEN BELANGRIJK afzetgebied van deze combinatie is. het Nabije Oosten. „Het komt er op neer, dat het Suezkanaal door ons wordt schoongehouden", zo hoorden we iemand van Conrad-Stork zeggen, en in derdaad, dit bedrijf leverde er de bagger molens voor. Verder maakte de I.H.C. op het ogenblik passagierschepen voor Tur kije. Maar omdat het altijd het „bagger- wezen" is, dat zoveel tot de Nederlandse verbeelding spi-eekt, trekt de productie van baggermolens voor verafgelegen ge bieden het meest de aandacht. Juist de bijzondere eisen, welke aan deze baggermolens gesteld worden, maken pro ductie en vervoer ervan veelal bijzonder interessant. In een van de constructiehal len wordt een grote baggermolen voor het achterland van Madagascar gebouwd, die voor het vervoer helemaal in paneeltjes uit elkaar moet worden genomen! Even ver derop is er een in aanbouw, die voor het vervoer eenvoudig doormidden gezaagd zal worden. En onlangs ging er een weg in op nieuw monteerbare „mootjes". Op zulke manier lost men grote vervoersproblemen op. Maar op de plaats van aankomst doen zich veelal nog nieuwe problemen voor, die reeds bij de constructie nauwkeurig moe ten worden bestudeerd. DE BESTEMMING-MADAGASCAR van een der baggermolens waarvan hier het ponton geconstrueerd wordt, blijkt waar lijk niet alleen uit het golfplaten-zonne scherm, dat erop is aangebracht, maar het hele, uitzonderlijke type is afgestemd op de speciale taak, die deze baggermolen krijgt op dit Franse eiland. Om de in het binnenland gelegen rijkdommen te kunnen exploiteren, moet men door onafzienbare moerassen, waarin geen enkel mensen- verkeer mogelijk is. Dempen of weggraven van zulke moerassen- is vrijwel onbegon nen werk, zodat men heeft besloten om een twintig meter breed kanaal over een lengte van 30 kilometer tot een diepte van drie meter uit te baggeren. Een omvangrijke order voor twee baggermolens, hulppon tons, transporteurs, lieren enzovoort wordt thans uitgevoerd bij Conrad Stork en Ver- schure. Een normale verplaatsingswijze voor deze molens is echtèr in deze moe rassen niet mogelijk: men kan er geen anker in uitzetten om een ponton aan te verhalen. Het zal dan ook op een zeer bijzondere manier gaan: van twee masten op het voordek slingeren zich de ankers beurtelings aan lieren schuin naar voren, totdat ze ergens in het moeras houvast hebben gevonden, zodat de molen zich daaraan kan verhalen. HIERMEE ZIJN echter alleen nog slechts de zijdelingse bewe gingen bewerkstel ligd. Om in het geheel ook een voorwaartse beweging te krijgen heeft men twee (en kele meters uit elkaar staande) palen in een ponton geconstrueerd, die men, dwars door de ponton heen, diep in de bodem kan la ten zakken. Wil men dan naar links, dan wordt de rechterpaal omhooggehaald, en doet men de ponton door middel van de ankerlieren om de linkerpaal naar links draaien. De opgehaal de rechterpaal ligt dan schuin voor de linker. Laat men dan die rechterpaal weer zakken en de linker omhoog gaan, dan kan de ponton weer door de ankerlieren naar rechts gehaald worden en daarmee schuift deze dus ook een stuk naar voren. Op deze waggelende manier zal de bagger molen, die thans nog een indrukwekkend pièce de milieu vormt in een van de Con- rad-hallen,zich straks een weg banen door de moerassen van Madagascar. Vermoedelijk zal zij in het volgend voorjaar gereed komen. EN HET IS NIET de eerste keer, dat men zich bij Conrad-Stork verdiept in bij zondere voortbewegingsproblemen voor baggermateriaal: het heeft zelfs geleid tot de levering van een perszuiger „met straal aandrijving" voor Perzië! Deze perszuiger moest bij Bashra de Tigris op, maar nor maal vervoer ervoor was niet mogelijk. Men bezon zich op middelen om de zuiger zelfvarend te maken en dat werd bereikt zonder een enkele extra voorziening: de zuiger bleek zichzelf voortreffelijk voort te bewegen door gebruikmaking van het zuig- pers-principe: zij slobberde grote hoeveel- In Juli van dit jaar heeft de rechtbank te Alkmaar de 44-jarige manufacturer H. S. uit Julianadorp, die bij het oprijden van een voorrangsweg te Den Helder geen voorrang had verleend, veroordeeld tot een boete van 250 gulden. Als gevolg van deze hoofdverkeersfout was de bestuurder van een van hem van rechts naderende auto om het leven gekomen en drie inzittenden van diens wagen liepen een hersenschud ding op. De officier van Justitie te Alkmaar (die twee maanden en ontzegging der rijbe voegdheid voor een jaar had geëist) kwam van dit vonnis in beroep. Dat in dit ernstige geval „slechts" een boete was opgelegd, achtte de procureur- te Amsterdam niet juist. Hij eiste weken onvoorwaardelijk en ontzegging der rijbevoegdheid voor de tijd van negen maanden. De raadsman verzocht het Hof geen vrijheidsstraf op te leggen. Op 9 De cember zal het Hof arrest wijzen. DAT GEHELE ONDERZOEK naar en de instelling op de verdere perspectieven is natuurlijk geen zaak van Conrad-Stork al leen. Dit Haarlemse bedrijf is een onder deel van een grote keten metaalindustrie, het Stork-concern, nog versterkt en uit gebreid door de geleidelijke fusie met Werkspoor in de „Verenigde Machine fabrieken". Dit heeft bijvoorbeeld voor Conrad-Stork in Haarlem het gevolg ge had, dat de gehele tandwielfrezerij van Werkspoor aan haar werd overgelaten. Dat leidde weer tot ingrijpende verbouwingen in deze fabriek, waarbij ook een nieuw en uiterst modern magazijn werd gebouwd. President Paasikivi Bij de verkiezingen in 1950 was er geen ernstige tegenstander in de verkiezingen voor „eerste burger van de republiek Fin land." De tweede termijn, die thans bijna ten einde loopt, heeft de positie van Paasi kivi versterkt. In deze periode heeft Fin land, ondanks koude oorlog en onrust over de gehele wereld, zowel in zijn binnenland se als buitenlandse politiek een toestand van evenwicht en welvaart bereikt. De periode van Paasikivi's presidentschap wordt gekenmerkt door het vertrouwen van de natie in zijn president en het ver trouwen van de president in de toekomst van de natie. Het land heeft voorts voor uitgang gemaakt onder zijn waakzaam oog. President Paasikivi is een vurig demo craat, maar in beslissingen aangaande be langrijke aangelegenheden is hij steeds af gegaan op zijn eigen oordeel en heeft hij zich nooit in de partijstrijd laten mee slepen. In September kreeg hij van de Russen gedaan, dat zij de marinebasis Porkkala het pistool op de borst van Helsinki die bij het vredesverdrag werd afgestaan, ontruimen. (A.N.P.) De president van de Finse republiek, J. K. Paasikivi, viert morgen zijn 85ste verjaardag. Paasikivi werd in 1946 tot staatshoofd gekozen. Daarvoor had hij zijn land een jaar gediend als eerste minister met buitengewone volmachten. In die. functie moest hij de politiek leiden van 'n land dat de oorlog mee had verloren en dat een duistere toekomst tegemoet ging. Toen hij tot president werd gekozen, bij wijze van uitzondering voor vier jaar, was er in die onzekere toestand nog weinig verande ring gekomen. Aan het einde van deze ter mijn had Paasikivi niet alleen in het bui tenland erkenning gevonden als talentvol en vooruitziend staatsman, doch had hij tevens grote populariteit verkregen in zijn eigen land.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5