Productie van Conrad-Stork
wordt steeds veelzijdiger
Jlom Derby
Aan het Spaarne houdt men
het Suezkanaal schoon
Samengaan met andere bedrijven
intenser door mankracht-tekort
Meer dan hijsen, baggeren en boren
KLASSELOOS
Aaf en Herman Bouber
ereburgers van
Amsterdam
Men levert er baggermolens in
helften, in mootjes en in panelen
President Paasikivi van
Finland 85 jaar
Vrijheidsstraf tegen
automobilist geëist
Finest Virginia
v f I.-
Kerkelijk Nieuws
In de breedte
Inde hoogte
Waggelend baggeren
Straalaandrijving
Welvaart en evenwicht in een
land dat de oorlog verloor
Geen voorrang verleend;
een dode en drie gewonden
In de diepte
ZATFRDAG 26 NOVEMBER 195 5
De bekende Engelse auteur en criticus
Harold Nicolson heeft in zijn boek „Good
Behaviour" de veronderstelling geuit dat
Europa en Amerika „blijkbaar een klasse
loze maatschappij in uitzicht hebben". Dit
lijkt mij een ongegronde veronderstelling
en daarom kom ik er hier op terug, na haar
een week geleden alleen maar geciteerd te
hebben. Nicolson is kennelijk tot zijn uit
spraak bewogen door de verdwijning van
machtig persoonlijk bezit in zijn vaderland,
door de verlatenheid van talloze landgoe
deren en kastelen, door de mate van nivel
lering in inkomen en bezit, die zich vol
trokken heeft. Men kan aannemen dat die
zich verder zal voortzetten.
Men kan dat aannemen, maar is het
juist? Wie het proces als een ontwikkeling
in communistische richting beschouwen
wil, stuit meteen op de tegenwerping, dat
de Russische samenleving geenszins klasse
loos is. Op de grote verschillen in inkomen
hebben Russische machthebbers zich trou
wens meermalen met trots beroepen. Dat
zulke hoge inkomens van leiders van be
drijven, als bij hen gebruikelijk zijn, zich
niet in Europa en zelfs niet in Amerika
voordoen, is voor hen een motief om te
zeggen: „Jullie doen het verkeerd; jullie
begrijpen het niet; wie niet inziet dat men
de top-mensen hoog moet betalen is een
man van bekrompen inzicht".
Het ontstaan en handhaven van klassen
in de samenleving wordt overigens niet al
leen bepaald door verschillen in materiële
welstand. Er zijn andere invloeden: ont
wikkeling, beschaving, cultuur.
Meer dan honderd jaar geleden schreef
de Amerikaanse auteur Edgar Allan Poe in
zijn lange reeks meesterlijke, vaak beklem
mende, soms benauwende korte verhalen
er een onder de titel „The Devil in the
Belfry" De Duivel in de Klokketoren.
Dat verhaal is gewijd aan een Hollands
dorp, dat hij aanduidt met de lange en
lelijke naam Vondervotteimittiss. Het lijkt
een mislukte poging om iets Hollands ten
beste te geven, maar is het niet. Wie het
in Engelse uitspraak weergeeft zal er da
delijk de betekenis van verstaan: Wonder
what time it is. Vrij vertaald: Hoe laat zou
het zijn?
Dit is de gedachte die het dorp beheerst.
Alle gezinnen zijn er gelijk. Zij wonen in
dezelfde huisjes met dezelfde meubelen
erin en met dezelfde tuintjes. Zij werken
in gelijke mate en worden in gelijke mate
beloond. Ieder gezin bezit een varken, vier
entwintig bloemkolen in het voortuintje en
ook een klok. Alle klokken lopen precies
gelijk met die van de belfry: de klokke
toren. Tot op een dag de duivel in de toren
vliegt en het alles-beheersende uurwerk na
de twaalfde slag laat doorslaan. Als het
dertien slaat sticht dat een volledige ver
warring in wat ik zou willen noemen: een
klasseloos samenlevinkje. Ir> een nacht
merrie. In iets dat veeleer door de duivel
gesticht zou kunnen zijn dan dat hij het in
de war stuurt en daarmee, ondanks zich
zelf, een goede daad verricht.
Ik weet niet waarom Edgar Allan Poe
dit verhaal in Holland heeft doen spelen.
Hij is hier nooit geweest. Sommigen zouden
er een griezelig voorteken in kunnen zien.
Heeft Poe hier profetische gave getoond?
Ik geloof het niet. Hijzelf zag in Vonder
votteimittiss geen toekomst, maar integen
deel een ver verleden. Maar het onder
scheid tussen historie en toekomstbeeld
blijkt zo vaak moeilijk te vinden.
Het is niet moeilijk ons in deze tijd een
klasseloze maatschappij voor te stellen, als
wij alleen maar aan verdeling van inkomen
en bezit denken. Maar daar moet geen
verbeeldingskracht bij komen. Zodra die er
wèl bij komt beseft men dat de mensen
niet gelijk zijn, dat een aantal in onder
nemingsgeest, organisatievermogen en durf
om van andere gaven nu maar te zwij
gen ver boven de rest staat en dat
bovendien iedere samenleving dringend be
hoefte heeft aan leiding-gevende mannen.
Die nemen daarmee extra-verantwoorde
lijkheid op zich. Als zij nog jong zijn voelen
zij haar niet als een druk. Als zij ouder
worden wel. Men kan hen evenwel niet
missen en moet hun dus hoge beloning
geven, hetgeen niet belet dat velen vroeg
sterven aan hetgeen tegenwoordig heet „de
managers-ziekte". Hun opvolgers zijn ge
lukkig vaak tijdig uitgezocht. Al die man
nen, met hun vrouwen en kinderen, vormen
onvermijdelijk „een klasse". Een klasse met
eigen gewoonten en gebruiken, met een
eigen houding en allure, die niet kunnen
uitblijven als de vader een man is die lei
ding geeft. Evenmin kunnen zij uitblijven
in de ambtenaren-klasse rondom het régime
en in de kringen der wetenschap. Dus:
klassen.
De nachtmerrie van Poe zal noch in En
geland, noch in Amerika, noch in ons land
ooit werkelijkheid worden. Zij lijkt alleen
denkbaar, de klasseloze samenleving (maar
dan in een woestenij zonder keurig-gelijke
huisjes en klokketorens) na een derde
wereldoorlog. En niet eens voor lange tijd.
Want de overlevenden zullen juist daaraan
zo snel mogelijk willen ontkomen.
H. R.
ADVERTENTIE
DE MACHTIGE ARM van een torenkraan op hel voorterrein van Conrad-Stork
draait over het Spaarne, wijst met majesteit naar het nietige Spaarndam in
het Noorden en draait vervolgens over de Waarderpolder in zijn oude stand
terug. Een paar arbeiders, die temidden van een struikgewas van stalen spanten
aan het werk zijn, kijken even op. De kraan draait proef. Als zij voldoet, wordt
zij weer helemaal uit elkaar gehaald voor de verzending en na aankomst
opnieuw gemonteerd. Conrad-Stork heeft na de oorlog de ontmantelde Neder
landse havens weer grotendeels aan haar uitrusting geholpen. En in ver
scheidene delen van de wereld liggen de baggermolens, die in dit bedrijf
gebouwd zijn; hier houden zij havens op diepte en daar ontsluiten zij de weg
iiaar de rijkdommen van het binnenland, terwijl zij dwars door dichte moerassen
brede en diepe kanalen baggeren. Maar ook de boorkoppen, die straks door
dringen naar de kolenlagen, waarop de nieuwe Beatrixmijn is geprojecteerd,
zijn in dit veelzijdige Haarlemse bedrijf vervaardigd. En men bouwt er ook
papiermachines, in licentie. Aan dergelijke volkomen nieuwe producties, terwijl
men toch voor de fabriek orders te over heeft, ziet men een oriëntatie, die in
deze hoogconjunctuur tast naar zekere waarborgen voor het geval, dat er
vroeger of later een verslapping in de markt optreedt.
Door deze innige samenwerking in de
belangrijkste productietakken kan voor ons
land nog veel, wat aan kapitale orders
binnenkomt, worden behouden. Maar het
personeelsprobleem, vooral de behoefte aan
vakmensen, blijft zeer knellend. De grote
aandacht, die Conrad-Stork besteedt aan
de opleiding (er zijn permanent tachtig
jongens in opleiding) is op zichzelf een
investering, waarxmn het resultaat uitein
delijk niet alleen dit bedrijf toekomt. Er is
natuurlijk altijd een zeker percentage van
de gediplomeerde leerlingen, dat dit bedrijf
verlaat, maar dat treedt dan meestal weer
in dienst bij bedrijven van dezelfde aard
als Conrad-Stork en op zijn beurt krijgt
dit bedrijf weer geschoold personeel uit
andere bedrijven. Indien het maar binnen
deze tak van de metaalindustrie blijft,
maakt men zich daar geen bijzondere zor
gen over, maar het is het algemene aan
bod, dat in toenemende mate moeilijk
heden veroorzaakt.
Aan het Spaarne worden de boorkoppen
gefabriceerd, die deel zullen uitmaken van
de gehele boorinstallatie voor de nieuwe
staatsmijn Beatrix. Een van de boorkoppen
„in de touwen".
heden water naar binnen, en de pers
leidingen stuivden het aan de achterzijde
van de ponton naar buiten. De proeven
die ermee op de Nieuwe Waterweg werden
genomen, slaagden uitstekend en de vol
komen verantwoorde benaming van pers-
zuig er-met-straalaandrijving leek zo fan
tastisch, dat werd geïnformeerd of dit geen
Aprilmop was. Dat dit echter in de verste
verte niet met zulk een grapje te vereen
zelvigen was, werd nog dit jaar bewezen.
Op de Tigris, waarover deze perszuiger
onhoudbaar voortblubberde naar zijn ar
beidsterrein!
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Nieuw-Helvoet H. F. Swavt
te Marum (Gron.); te Schoondijke (toez.)
P. A. L. Brinkman te Purmerland; te Meers-
sen-Valkenburg (toez.) J. Stoffels, pred.
voor de geestel. verz. van de arbeiderskam
pen te Blitterswijk.
Geref. Kerken
Tweetal te Schiebroek-Hillegersberg-C.:
(2e pred.pl.) G. ter Steege te Vianen en J.
Verlare te 's-Gravenzande.
Beroepen te Woerden (vac. C. v. Reenen)
J. P. Haspels te Goënga (Fr.).
Aangenomen naar Amsterdam als 2e
ziekenhuispred. Th. Struys te Driebergen;
naar Genderen J. A. Kemp, cand. te Rot
terdam, die bedankte voor Geesteren-Gel-
selaar, Molenaarsgraaf-Brandwijk, Opper
does en Vollenhove-Kraggenburg; de be
noeming tot koopvaardijpredikant te Soe-
rabaja P. Hainjé te Tiel.
Examens. Aan de V.U. zijn geslaagd voor
het prop.examen theologie de heren P. N.
Kruyswijk te Ouderkerk a.d. Amstel en L.
R. Krol te 's Gravenhage.
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Beroepen te Dokkum-Wierum O- J. Dou-
ma, cand. te Stadskanaal.
Examens. De classis Amersfoort heeft
praep. geëxamineerd en beroepbaar ver
klaard de heer A. Veefkind te Amersfoort,
cand. aan de Theol. Hogeschool te Kampen.
Geref. Gemeenten
Tweetal te Schevenigen: J. B. Bel te
Krabbendijke en M. Blok te Rotterdam-C.,
van wie eerstgenoemde is beroepen.
Aaf en Herman Bouber zijn Vrijdagavond
in Theater Carré te Amsterdam hun hul-
digingstournée door Nederland begonnen
ter gelegenheid van hun gouden toneeljubi
leum en van hun zeventigste verjaardag.
Zy zijn ereburgers van de stad Amsterdam
geworden.
Na afloop van de opvoering van het door
Herman Bouber in 1928 geschreven volks
stuk „Zeemansvrouwen" door De Toneel
vereniging, waarin de auteur de rol van
Dronken Lodewijk en Aaf Bouber die van
Manke Mien hebben vertolkt, bood de wet
houder voor de Kunstzaken, mr. A. de
Roos, het echtpaar de zilveren penning van
de stad aan, omdat „Amsterdam nooit zal
vergeten, wat dit echtpaar aan de hoofd
stad heeft gegeven in de stukken met een
lach en een traan een brok Amsterdams
leven".
Tevoren had de heer K. Wunnik namens
het werkcomité de Boubers de traditionele
enveloppe aangeboden met het door dank
bare Amsterdammers geschonken geld en
met de recette van de avond, door De
Toneelvereniging en de directie Carré af
gestaan.
In het door Herman Bouber geregisseerde
stuk speelden mee: Jobs van Zuylen, Cor
„jRuö.13uib 4e. Vries, Ad vap G&s§el„
Bé Schenk, Mary Smithuysen, Floor Koen,
Heddy Bouber en Nol Stanowsky.
De voorstelling werd ook bijgewoond
door de burgemeester van Amsterdam en
mevrouw d'Ailly, die het echtpaar bloe
men schonken. Na de woorden van de wet
houder hebben velen het jubilerende echt
paar de hand gedrukt en vriendelijk toe
gesproken, onder wie de heer C. van
Waerden namens De Toneelvereniging, de
acteur Johan Elsensohn, de heer H. Deinum
namens de Vereniging van Schouwbur-
directies, Henriëtte Davids en anderen. De
huldiging is later in intiemere kring voort
gezet in Hötel Schiller.
Herman Bouber, die eigenlijk Herman
Blom heet en op 24 September 1885 te
Amsterdam werd geboren, heeft vele stuk
ken voor het volkstoneel geschreven, ge
regisseerd en gespeeld, onder meer: Mooie
Neel, Bleke Bet en De Jantjes, die ook zijn
verfilmd.
Een van de vele kranen, die door de con
structiehallen van Conrad-Stork worden
afgeleverd voor het buitenland. Telkens
staan er weer andere op het voorterrein
van deze Haarlemse industrie.
Aaf, Herman en Heddy Bouber in een
scène uit „Zeemansvrouwen".
De natuurlijke markt, welke Nederland
altijd gevormd heeft voor het buitenland,
wanneer het ging om producten als die van
Conrad-Stork, voldoet thans niet meer aan
de behoefte, als gevolg van gebrek aan
personeel en materiaal. In deze tak van de
metaalnijverheid moeten om die redenen
thans kapitale orders worden afgewezen.
Het grote gevaar is dus, dat Nederland
zich bij een verslapping van de markt ver
drongen zal zien door andere landen, zoals
Duitsland. Juist met het oog op dergelijke
kwade kansen doet men in bedrijven als
Conrad Stork reeds thans alles om het af
zetgebied te vergroten, ook al moet men
daarvoor vaak de beste krachten aan het
lopende productieproces onttrekken.
Zoals men zich nog zal kunnen herinne
ren verbond de werf-Conrad, die reeds
sinds de vorige eeuw in Haarlem bestond,
zich in 1932 met Stork in Hengelo en kwam
de „Hijsch"-afdeling met haar productie
van hijskranen en andere transportmidde
len, die er in Hengelo een beetje uit was
gaan groeien, naar Haarlem over. De be
staande werf-Conrad bleef baggermolens,
zuigers en ook nog wel schepen produ
ceren (de eerste „De Hoop" is er bijvoor
beeld gebouwd) en zij begon zich tevens
toe te leggen op diepboorwerk. Immers: de
aanboring van tinlagen maakte de vraag
naar tinbaggermolens groter. Zo werden
er in nauwe samenwerking met de Billiton-
maatschappij verscheidene boorinstallaties
ontwikkeld, geschikt voor diepten tot tach
tig meter.
En een consequentie daarvan in het
heden ziet men in een van de constructie
hallen, waar de enorme boorapparatuur
wordt vervaardigd voor het maken van de
schachten van de nieuwe Beatrixmijn der
Nederlandse Staatsmynen. De lagers van
de grote aandrijvingsstangen zullen door
Philips allemaal röntgenologisch worden
onderzocht. De meeste in druk maken de
boorkoppen van verschillende grootten, die
in successie gebruikt zullen worden: de
eerste is twee diameter, de laatste niet
minder dan acht. Onderaan de koppen, die
zich dus onder geweldige kracht de grond
in zullen boren, worden schuin naar bin
nen gerichte beitels aangebracht om alle
weerstanden op weg naar de kolenlagen
kapot te breken.
BEHALVE MET DE WERF CONRAD in
Haarlem, verbond Stork-Hengelo zich met
nog méér bedrijven in Nederland en Bel
gië, waardoor thans als zelfstandige onder
nemingen tot hetzelfde concern behoren:
Stork-Amsterdam, Stork-Jaffa te Utrecht,
Stork-Holland in Bergen op Zoom en
Stork-Brussel. En, om dit overzicht te com
pleteren: het moederbedrijf in Hengelo
heeft eigen onderafdelingen in Zwolle, in
Assen, zoals Stork Amsterdam een eigen
afdeling heeft in Boxmeer. De fusie van
1954 met Werkspoor tot een nieuwe N.V.,
Verenigde Machinefabrieken, zal slechts
zeer geleidelijk geschieden. Het is de be
doeling, dat de bedrijven langzamerhand
naar elkaar toegroeien. Zij zal in het totaal
een personeelssterkte van 20.000 man
hebben.
De afdeling „Hijsch" van Conrad-Stork,
doet onmiddellijk aan reusachtige kranen
denken en terecht, maar heeft betrekking
op velerlei transportsystemen. Zo vervaar
digde Conrad-Stork het hele, indrukwek
kende kolentransportsysteem voor de cen
trale aan de Hemweg, een enorm en zeer
veelomvattend werk.
En in de nieuwe constructiehal, die met
het oog op de oorspronkelijke Prinsenbrug-
plannen van de gemeente op enige afstand
van de oude werd gebouwd, beginnen in
het hel oplichtende vuur van de lassers al
weer nieuwe kranen de gestalte aan te
nemen, die de leek overigens niet zomaar
van de stoffige, stukgelezen tekeningen af
leest. Het voorste gedeelte van de hal is
veel hoger dan de rest; het worden immers
stééds grotere delen, welke gemonteerd
moeten worden. Ook wat de productie van
transportsystemen aangaat heeft Conrad-
Stork een bijzondere binding in de combi
natie „Holland Cranes", waarvan ook Ver-
schure en Figee deel uitmaken.
CONRAD-STORK in Haar
lem heeft als werf ook weer
andere bindingen, namelijk
in de Industriële Handels
combinatie „Holland" waar
in met haar samenwerken
de werven Gusto te Schie
dam, De Klop te Sliedrecht,
J. en K. Smit en L. Smit en
Zoon te Kinderdijk en Ver-
schure te Amsterdam.
Deze werven omvatten te
zamen 6000 man personeel.
Zij blijven zelfstandig, maar
werken in productie en ver
koop zeer nauw samen. In
vele gevallen worden grote
orders verdeeld, hetgeen
juist nu de capaciteit door
personeelstekorten beperkt
wordt, van nationale be
tekenis is. De waarde van
deze samenwerking bleek
bijvoorbeeld toen de Billi-
tonmaatschappij na de oor
log overwoog een order
voor acht baggermolens in
Amerika te plaatsen, aange
zien zy deze voor de Neder
landse industrie te omslach
tig achtte. Er werden ook
wel bijzondere eisen gesteld:
de molens moesten tot op
de kleinste schroeven en
moeren toe gelyk zijn. De
I.H.C. wist echter de order
voor het grootste deel te
bemachtigen: zes bagger
molens zouden in Nederland
worden gebouwd en twee in
Amerika. En deze Neder
landse werven, waaronder
Conrad-Stork, bewezen de
waarde van hun samengaan:
deze zes molens waren eer
der in Indonesië dan de
twee Amerikaanse.
EEN BELANGRIJK afzetgebied van deze
combinatie is. het Nabije Oosten. „Het komt
er op neer, dat het Suezkanaal door ons
wordt schoongehouden", zo hoorden we
iemand van Conrad-Stork zeggen, en in
derdaad, dit bedrijf leverde er de bagger
molens voor. Verder maakte de I.H.C. op
het ogenblik passagierschepen voor Tur
kije. Maar omdat het altijd het „bagger-
wezen" is, dat zoveel tot de Nederlandse
verbeelding spi-eekt, trekt de productie
van baggermolens voor verafgelegen ge
bieden het meest de aandacht.
Juist de bijzondere eisen, welke aan deze
baggermolens gesteld worden, maken pro
ductie en vervoer ervan veelal bijzonder
interessant. In een van de constructiehal
len wordt een grote baggermolen voor het
achterland van Madagascar gebouwd, die
voor het vervoer helemaal in paneeltjes uit
elkaar moet worden genomen! Even ver
derop is er een in aanbouw, die voor het
vervoer eenvoudig doormidden gezaagd zal
worden. En onlangs ging er een weg in op
nieuw monteerbare „mootjes". Op zulke
manier lost men grote vervoersproblemen
op. Maar op de plaats van aankomst doen
zich veelal nog nieuwe problemen voor, die
reeds bij de constructie nauwkeurig moe
ten worden bestudeerd.
DE BESTEMMING-MADAGASCAR van
een der baggermolens waarvan hier het
ponton geconstrueerd wordt, blijkt waar
lijk niet alleen uit het golfplaten-zonne
scherm, dat erop is aangebracht, maar het
hele, uitzonderlijke type is afgestemd op
de speciale taak, die deze baggermolen
krijgt op dit Franse eiland. Om de in het
binnenland gelegen rijkdommen te kunnen
exploiteren, moet men door onafzienbare
moerassen, waarin geen enkel mensen-
verkeer mogelijk is. Dempen of weggraven
van zulke moerassen- is vrijwel onbegon
nen werk, zodat men heeft besloten om een
twintig meter breed kanaal over een lengte
van 30 kilometer tot een diepte van drie
meter uit te baggeren. Een omvangrijke
order voor twee baggermolens, hulppon
tons, transporteurs, lieren enzovoort wordt
thans uitgevoerd bij Conrad Stork en Ver-
schure. Een normale verplaatsingswijze
voor deze molens is echtèr in deze moe
rassen niet mogelijk: men kan er geen
anker in uitzetten om een ponton aan
te verhalen. Het zal dan ook op een zeer
bijzondere manier gaan: van twee masten
op het voordek slingeren zich de ankers
beurtelings aan lieren schuin naar voren,
totdat ze ergens in het moeras houvast
hebben gevonden, zodat de molen zich
daaraan kan verhalen.
HIERMEE ZIJN echter alleen nog slechts
de zijdelingse bewe
gingen bewerkstel
ligd. Om in het geheel
ook een voorwaartse
beweging te krijgen
heeft men twee (en
kele meters uit elkaar
staande) palen in een
ponton geconstrueerd,
die men, dwars door
de ponton heen, diep
in de bodem kan la
ten zakken. Wil men
dan naar links, dan
wordt de rechterpaal
omhooggehaald, en
doet men de ponton
door middel van de
ankerlieren om de
linkerpaal naar links
draaien. De opgehaal
de rechterpaal ligt
dan schuin voor de
linker. Laat men dan
die rechterpaal weer
zakken en de linker
omhoog gaan, dan
kan de ponton weer
door de ankerlieren
naar rechts gehaald
worden en daarmee
schuift deze dus ook
een stuk naar voren.
Op deze waggelende
manier zal de bagger
molen, die thans nog
een indrukwekkend
pièce de milieu vormt
in een van de Con-
rad-hallen,zich straks
een weg banen door
de moerassen van
Madagascar. Vermoedelijk zal zij in het
volgend voorjaar gereed komen.
EN HET IS NIET de eerste keer, dat
men zich bij Conrad-Stork verdiept in bij
zondere voortbewegingsproblemen voor
baggermateriaal: het heeft zelfs geleid tot
de levering van een perszuiger „met straal
aandrijving" voor Perzië! Deze perszuiger
moest bij Bashra de Tigris op, maar nor
maal vervoer ervoor was niet mogelijk.
Men bezon zich op middelen om de zuiger
zelfvarend te maken en dat werd bereikt
zonder een enkele extra voorziening: de
zuiger bleek zichzelf voortreffelijk voort te
bewegen door gebruikmaking van het zuig-
pers-principe: zij slobberde grote hoeveel-
In Juli van dit jaar heeft de rechtbank
te Alkmaar de 44-jarige manufacturer H.
S. uit Julianadorp, die bij het oprijden van
een voorrangsweg te Den Helder geen
voorrang had verleend, veroordeeld tot een
boete van 250 gulden. Als gevolg van deze
hoofdverkeersfout was de bestuurder van
een van hem van rechts naderende auto
om het leven gekomen en drie inzittenden
van diens wagen liepen een hersenschud
ding op.
De officier van Justitie te Alkmaar (die
twee maanden en ontzegging der rijbe
voegdheid voor een jaar had geëist) kwam
van dit vonnis in beroep.
Dat in dit ernstige geval „slechts" een
boete was opgelegd, achtte de procureur-
te Amsterdam niet juist. Hij eiste
weken onvoorwaardelijk en ontzegging
der rijbevoegdheid voor de tijd van negen
maanden. De raadsman verzocht het Hof
geen vrijheidsstraf op te leggen. Op 9 De
cember zal het Hof arrest wijzen.
DAT GEHELE ONDERZOEK naar en de
instelling op de verdere perspectieven is
natuurlijk geen zaak van Conrad-Stork al
leen. Dit Haarlemse bedrijf is een onder
deel van een grote keten metaalindustrie,
het Stork-concern, nog versterkt en uit
gebreid door de geleidelijke fusie met
Werkspoor in de „Verenigde Machine
fabrieken". Dit heeft bijvoorbeeld voor
Conrad-Stork in Haarlem het gevolg ge
had, dat de gehele tandwielfrezerij van
Werkspoor aan haar werd overgelaten. Dat
leidde weer tot ingrijpende verbouwingen
in deze fabriek, waarbij ook een nieuw en
uiterst modern magazijn werd gebouwd.
President Paasikivi
Bij de verkiezingen in 1950 was er geen
ernstige tegenstander in de verkiezingen
voor „eerste burger van de republiek Fin
land." De tweede termijn, die thans bijna
ten einde loopt, heeft de positie van Paasi
kivi versterkt. In deze periode heeft Fin
land, ondanks koude oorlog en onrust over
de gehele wereld, zowel in zijn binnenland
se als buitenlandse politiek een toestand
van evenwicht en welvaart bereikt.
De periode van Paasikivi's presidentschap
wordt gekenmerkt door het vertrouwen
van de natie in zijn president en het ver
trouwen van de president in de toekomst
van de natie. Het land heeft voorts voor
uitgang gemaakt onder zijn waakzaam oog.
President Paasikivi is een vurig demo
craat, maar in beslissingen aangaande be
langrijke aangelegenheden is hij steeds af
gegaan op zijn eigen oordeel en heeft hij
zich nooit in de partijstrijd laten mee
slepen.
In September kreeg hij van de Russen
gedaan, dat zij de marinebasis Porkkala
het pistool op de borst van Helsinki die
bij het vredesverdrag werd afgestaan,
ontruimen.
(A.N.P.) De president van de Finse
republiek, J. K. Paasikivi, viert morgen
zijn 85ste verjaardag. Paasikivi werd in
1946 tot staatshoofd gekozen. Daarvoor had
hij zijn land een jaar gediend als eerste
minister met buitengewone volmachten. In
die. functie moest hij de politiek leiden van 'n
land dat de oorlog mee had verloren en dat
een duistere toekomst tegemoet ging. Toen
hij tot president werd gekozen, bij wijze
van uitzondering voor vier jaar, was er in
die onzekere toestand nog weinig verande
ring gekomen. Aan het einde van deze ter
mijn had Paasikivi niet alleen in het bui
tenland erkenning gevonden als talentvol
en vooruitziend staatsman, doch had hij
tevens grote populariteit verkregen in zijn
eigen land.