Dienstmeisjes zijn in Australië nod duurder dan een auto Rijke bergers van Verona bouwen een theater Het veelbelovende debuut van Cees Nootebooni Philip en de anderen Litteraire Kanttekeningen Nieuwe uitgaven voor vrienden der muziek Onze Puzzle PROVINCIE GEEFT HET VOORBEELD Hoe de Australiër vrouw verwent Bijverdiensten mniet maaien en zuiden Rembrandt-gedichten (Van onze correspondent te Rome) DE MOOISTE STAD van Noord-Italië na Venetië is ontegenzeggelijk Verona, een vrij grote plaats (250.000 inwoners) met talrijke en goed bewaarde monumen ten uit de Romeinse oud heid, de middeleeuwen en de renaissance. Maar Vero na heeft ernstig geleden door bombardementen: het verloor zijn beide vermaar de bibliotheken, enkele van zijn mooiste paleizen, de tien monumentale bruggen over de Adige, die door de Duitsers werden opgebla zen en de fraaie schouw burg, die het middelpunt vormde van het sociale en mondaine leven. Vele hui zen en ook monumenten zijn herbouwd, evenals de bruggen, waarvan de meest bekende de middeleeuw se, met kantelen, weergan gen en poorten versterkte Ponte Scaligero dank zij Amerikaanse hulp geheel in oude vorm kon herrijzen. Maar de Veronezen voelen meer dan iets anders het ge mis aan een grote schouw burg. Die schouwburg van Ve rona is niet iets, waar men min over denken moet. In de zeventiende eeuw had zich uit de rijke burgerij een groep gevormd van personen, die belang stel den in muziek en theater. Zij stichtten het philhar- monlsch genootschap en ga ven opdracht aan de groot ste en vermaardste archi tect op theatergebied, Fran cesco Bibbiena, voor hen een theater te ontwerpen. In de jaren 1713 tot 1729 kwam het prachtige bouw werk tot stand. In die tijd dienden de schouwburgen niet alleen om er toneel voorstellingen te geven. De leden van het genootschap, die eigenaars waren van een vaste loge, ontvingen er ook hun vrienden en ga ven er feesten. Zo kon het gebeuren, dat in 1749 door de onvoorzichtigheid van markies Spolverini, die in zijn loge een paar vrienden had onthaald en daarna weg was gegaan zonder de fak kels, die voor verlichting dienden te doven, het ge hele gebouw in enkele uren afbrandde. Het genootschap verloor de moed niet: het theater werd volgens de oorspronkelijke tekeningen van Bibbiena herbouwd en in 1754 opnieuw ingewijd. Met een verrukkelijk klein theatertje in Nancy was het ..Filarmonico" van Verona het enige werk van de gro te Bibbiena dat ons restte Al zijn theaters in Duits land en Oostenrijk zijn ver bouwd of gesloopt. Maar op 23 Februari 1945 vielen bij een bombarde ment enkele Amerikaanse brandbommen op het dak van 't theater. In twee uren was van het beroemde ba rokke intérieur, dat geheel uit hout en stuco bestond, niets meer over. Ook de buitenmuren moesten wor den gesloopt. In de jaren kort na de bevrijding had Italië andere zorgen dan de herbouw van een schouw burg in een provinciestad. Het leek dus of Verona zich voortaan zou moeten tevre den stellen met het antieke Romeinse amphitheater, waar 's zomers openlucht voorstellingen worden ge geven voor een publiek van vijftigduizend personen en met zijn bioscoopzalen, maar het philharmonisch genootschap bestond nog steeds en alle aanzienlijke burgers beschouwden het als een eer daar lid van te mogen zijn. Twee jaar na de ramp schreef het genoot schap een prijsvraag uit voor de herbouw van het theater op dezelfde grond. Er werd een ontwerp be kroond, waarvan de uit voering een milliard lire (dus ruim zes millioen gul den) zou kosten. Het ver dween voorlopig in een la. De jaren gingen voorbij en de Veronezen voelden steeds meer het gemis aan een waardig centrum van mon dain leven in hun stad. Ten slotte is er iets gebeurd, dat wel uniek zal zijn in de ge schiedenis van het toneel leven in de gehele wereld. OVERTUIGD, dat noch de staat noch de gemeente steun zouden geven voor de bouw van een zo duur thea ter, zijn de zeventig eige naars van een vaste loge bijeengekomen: zeventig dragers van namen, die in geheel Italië klinken als een klok. Ze begonnen met ieder vijf millioen lire (ruim dertigduizend gulden) fonds perdu" te geven voor de herbouw. Zij rondden alleen het grandioze pros cenium, een meesterwerk van barokke architectuur, worden herbouwd. Dit is in het bekroonde ontwerp van de Veronese architect Vitto- rio Filippini voorzien. Een tweede, kleinere maar niet minder weelderige zaal met zevenhonderd plaatsen zal dienen voor intiem toneel en ook als bioscoopzaal. Op de beschikbare grond, twee duizend vierkante meter, komen voorts een groot ho tel, een luxe flatgebouw, enkele winkels voor kunst voorwerpen en boeken en een groot café. In Rome voelt men zich ta melijk beschaamd door dit voorbeeld uit de provincie. Sedert 1936 heeft de hoofd stad van Italië geen con certzaal meer (Mussolini liet het oude Augusteum, bekend om zijn uitstekende acoustiek, slopen). Concer ten worden gegeven in een oude, veel te kleine schouw burg met heel slechte acou stiek. Op het terrein, dat de gemeente vijf jaar geleden beschikbaar stelde voor een concertgebouw, hebben zich abusievelijk allerlei kleine Horizontaal: 1. lidwoord, 4. in dat geval (afk. Latijn), 6. onderrichten, 10. in het jaar onzes Heren (afk. Latijn), 12. meisjesnaam, 13. muzieknoot, 14. in orde brengen, 17. aanspreektitel van een koning of keizer, 18. lusthof, 19. ober, 21. foei, 22. plechtige ge lofte, 23. voorzetsel, 25. gemeente in Fries land, 27. staatsbedrijf (afk.), 28. spil van een wiel. Verticaal: 2. lengtemaat, 3. stap, 4. voor zetsel, 5. onder andere (afk.), 7. gemeente in Noord Brabant bij Den Bosch, 8. ramp, onheil, 9. komt van de kip, 11. meisjes naam, 13. erwtensoep, 15. eer, 16. gemeente in Gelderland, 20. bereide dierenhuid, 21. insect, 24. maanstand (afk.) 25. stoom schip (afk.), 26. dam langs een water. Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad 7,50, 5,en ƒ2,50 dient men uiterlijk Dinsdag 17 uur de oplossing in te zenden aan een van onze bureaux: in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer- laan 186. Men wordt verzocht de oplossingen uit sluitend per briefkaart in te zenden, met duidelijke vermelding: „Puzzle". Oplossing van de vorige puzzle: Horizontaal: 1. indianenhut, 10. uur, 11. nat, 13. amok, 15. pen, 17. papa, 19. rot, 20. Wenen, 22. hen, 23. is, 24. zot, 25. mal, 27. ra. 28. bol, 29. peron, 31. even, 32. pan, 33. soli, 34. s.d.'ers, 36. esp, 37. a.m., 39. EDO, 40. mee, 41. B.Z., 42. s.o.s., 44. enkel, 46. Bea, De arena van Verona, een uit de Romeinse oudheid daterend openluchttheater. Het „Kruidenplein" met markt en theater, het hart der stad van Romeo en Julia. het bedrag meteen maar of tot vijfhonderd millioen, de helft van de benodigde som. Dat is dus een geschenk. Voor de tweede helft heb ben dezelfde zeventig bur gers een lening verstrekt aan hun genootschap. Het geld is er en over enkele maanden wordt met de bouw begonnen. Er komt, ditmaal niet uit hout, maar uit steen en marmer, een grote schouwburg met ne gentienhonderd zitplaatsen, verdeeld over een parterre, drie ordes van loges en een galerij. Van het oorspronke lijke werk van Bibbiena zal 47. iets, 49. kin, 50. Nana, 51. Rio, 53. pen, 54. voetbalpool. Verticaal: 2. noot, 3. dok, 4. ir., 5. neen, 6. n.n., 7. hap, 8. Utah, 9. marinebasis, 12. kanariezaad, 14. mos, 15. pet, 16. nemen, 18. per, 20. wol, 21, nar, 24. zonde, 26. losse, 28. bes, 29. pas, 30. nop, 32. Pronk, 35, Ede, 36. eel, 38. moe, 40. men, 41, Ben, 43. stro, 45. kina, 46. bano, 48. sie, 50. neo, 52, Ot, 53. p.p. De prijzen van onze vorige puzzle werden na loting als volgt toegekend: J. G. Rijke- boer, Van Dortstraat 64, Haarlem (ƒ7,50); A. van Iperen, Herensingel 163 rood, Haar lem 5,en L. Greidanus, Stols'raat 6 b, IJmuiden-Oost (ƒ2,50;. Iillllllllllllllllillliiilillililill!lillllllllllllllllllllllllllllllllll!llllliilliiili!illlllllllllllll!llllllllllllllillllllllillllillliillllillllllill!illlllllll!lll!i!lll'i:i 99 99 HOE RISKANT HET voor een beginnend schrijver ook zijn mag met zijn eersteling ondubbelzinnige lof te oogsten, in het geval van Cees Nooteboom móét het er wel op gewaagd worden. „Philip en de anderen" zijn debuut heeft me overrom peld en ontwapend, al kan het best waar zijn dat met een potlood in de hand voor wie wil een aantal onvolkomenheden zouden zijn aan te strepen: een te zwaar accent hier, een wat geforceerde zegging daar, misschien wel op deze of gene pagina een inzinking, een kleine verflauwing van de spanning, een geringe vervlakking van de inhoud. Goed maar ze doen niet terzake, deze bijkomstige „schoonheidsfouten". Ze verzinken in het niet, vergeleken met hetgeen deze jonge auteur een 22-jarige, als ik het wel heb in één slag bereikt heeft: de compositie van een volwaardige roman, van een indrukwekkend, zinrijk, suggestief boek, dat van de eerste tot de laatste bladzijde „geschreven" is. Van hoeveel moderne romans kan men dat zeggen? industrietjes gevestigd en het zal jaren duren voor men de drie duizend perso nen, die zich daar zonder vergunning bevinden, kan wegwerken, zodat ook al zou het geld er zijn (maar het is er nog niet) Rome, dat vrijwel ongedeerd de oorlog heeft doorstaan, nog jaren zonder concertzaal zal blijven. En in het veel klei nere Verona, door de oor log zwaar geteisterd, bou wen zeventig personen uit eigen middelen een schouw burg, die een wereldstad zou sieren, mede ten behoe ve van het nageslacht. ZICH ZONDER POSE, zonder gewild heid te blijven bewegen op de grens van waken en dromen, een omfloersde wereld in toon en sfeer op te roepen van drome rige herinneringen, die betoverend belicht door een diffuus schijnsel gestalte gaan aannemen in een buiten-reële werkelijk heid dat is niet het werk van iedere romancier. Rilke was dat gegeven in zijn „Malte Laurids Brigge" en Van Schendel, de magiër van „Fratilamur" en „Angiolino en de lente". En nu heeft waarachtig een beginneling een instrument van hetzelfde timbre in de hand genomen en het con sordino bespeeld met een fluweelzachte streek, dat het ging zingen met alle nuan ces van toon en kleur, die een verlangend mens rijk kan zijn in het doorzichtigste van zijn verbeelding, zijn droom, zijn luci diteit. Philip is een verlangend mens, één die het geluk onvervalst en ongeschonden hoopt in te lijven bij zijn isolement. Zijn jeugd is een zwerftocht, door herinnerin gen begeleid. Het is een verhaal, zijn jonge leven, door het heimwee gedicteerd, door de eenzaamheid genoteerd, door de ver beelding voorgelezen. En geen zou weten te zeggen wie er naar dit transparante pro za meeluistert in de lijd van gisteren of de tijd van morgen. In het verhaal van dit verhaal gaat Philip rond als in een visioen, hier rakend aan het mysterie van een dood verleden, in het schimmige huis van zijn oom Antonin, daar tastend naar een ver wante, een meeluisterende ziel, één die het antwoord weet op zijn geluksvraag. Veel namen dragen ze, in veel oorden wonen ze en veel woorden spreken ze, die „anderen" wijze en bittere, verLeidelijke en wanho pende, ook woorden (als die van de man Maventer) die klinken als uit de mond van een oude, mythische Merlijn. Maar geen spreekt het verlossende woord: in Arles niet, dat oud is van verleden, in Les Baux niet, waar de grond weerbarstig, de zon fel en de mistral onmeedogend is en „de kin deren vreemd en geluidloos speelden" noch in Parijs of Calais, noch in Brussel of Luxemburg, want voor wie als Philip het ongerepte zoekt, het droommeisje met haar Chinese gestalte, roept elke vraag niet meer op dan haar echo. Velen hebben dat geluksmeisje gekend, maar voor allen is zij een herinnering, iets dat voorbij is gegaan, zoals Philip voorbij de mensen gaat, voorbij de „anderen", de vreemden, wier ontmoeting tevens een af scheid is. Ieder heeft zijn „verhaal", zijn geheim, zijn „geschiedenis", waarin hij ronddwaalt als een schim van 'hetgeen hij eens was: de nog gelovenden en de ont goochelden, de verdwaasden en de geteken den. Elk van hen speelt zijn spel, wrang de één en licht de ander. En ieder verhaal in het verhaal van Philip zou een droom kunnen zijn, een beklemmende of een ver lokkende droom, waarin het verlangen in tweegesprek is met de ervaring, het geluk met de ontnuchtering, een oude Adam met het paradijs dat hij achterliet en waar van het vlammend zwaard van de „actua liteit" hem tergend gescheiden houdt. Ik wilde dal ik meer kon doen dan de sfeer oproepen, waarin deze mensen, deze droomgestalten, te voorschijn treden als in een nevelige maanavond, zich als scherp omlijnde silhouetten aftekenen tegen de verwazende achtergrond van het betoverde landschap en vervagen gaan als een weg stervende melodie van melancholische zan gerigheid. Maar of ik nu al zeg, dat Philip zijn dooltocht tot in Denemarken voortzet en daar één gezegende avond deelt met het Chinese geluksmeisje, één avond daar is, waar allen samenkomen die weten wat heimwee en stille vervoering is en het zwij gen van alle vragen, van alle verlangen en alle onvervuldheid het is niet meer dan een aanduiding en kan ook niet meer zijn dan dat. Want dit boek, zelf een en al sugges tie, is als een pastel in klanken, in beelden, in stemmingen, genuanceerd met een door zichtigheid, verdoezeld soms met een teder heid die kracht, met een kleurgevoeligheid die muzikaliteit is, zoals ik in jaren in Ne derlands proza niet heb aangetroffen. Niet de inhoud is het verhaal. Deze is niet an ders dan het instrument dat bespeeld wordt. En het verhaal is de melodie van een „wohltemperirtes Klavier" door een vragende mensenstem begeleid een een zame melodie, een weemoedige zang, be sloten met een majeur van gelukservaring, die weet dat ze bestemd is om voorbij te gaan, maar troostend blijft nazingen in de stilte van een diepe eenzaamheid. Cees Nooteboom, ik weet niet wie hij is. Maar ik weet hoe hij is. En ik weet wat hij worden kan, als hij zich door het (welver diende) succes van zijn eersteling niet laat misleiden, toegewijd verder werkt en trouw blijft aan zichzelf: een romanschrijver van. de eerste rang. C. J. E. DINAUX Verschenen bij N.V. Em. Querido's Uit- geversmaatschappü te Amsterdam. (Van onze correspondent in Australië) DE VROUW in Australië is in de laatste weken heel erg over de tong gegaan. In het parlement heeft het liberale lid A. R. Downer een rede gehouden over het vele, lange en zware werk, dat zij moet doen, omdat er gebrek aan huis- houdpersoneel is. Dit is natuurlijk geen nieuws voor de huisvrouwen in Nederland, want die sukkelen al meer dan twintig jaar of langer, met dat probleem. Maar de heer Downer wist er wel raad op: „Er zijn vele duizenden dienst meisjes, vooral vrouwen, beschikbaar in Italië, Oostenrijk en andere Europese landen. De Australische regering moet die maar naar Australië laten komen". De echtgenote van de heer Downer kwam er later in een persgesprek nog een schepje boven op deen. Zij zei: „Mijn man is er zelf getuige van hoe hard ik moet werken. Hij weet dus wel iets van het probleem af!" Nu zijn wij toevallig twee jaar geleden bij de heer en mevrouw Downer op be zoek geweest. Zij wonen in Bridgewater, in de buurt van Adelaide, de hoofdstad van Zuid-Australië, in een prachtig kasteel. Hoeveel kamers er zijn, weten wij niet, want wij zijn de tel kwijt geraakt. Mevrouw Downer is een aller- charmantste dame. Ze heeft drie kinderen en twee Joego slavische dienstmeisjes „maar die kunnen geen Engels spreken', zei ze. De heer Downer is dikwijls van huis, van wege zijn werkzaamheden als parlementslid „als hij thuis is, dan werkt hij mee in de huishouding", zei zijn vrouw. Wij kunnen ons dus levendig voorstellen dat hij dienstmeis jes naar Australië wil laten komen. Mevrouw Downer heeft echter een realistischer kijk op de zaak dan haar echtgenoot, die er klaarblijkelijk geen begrip van heeft, dat dienstmeisjes het meeste nodig zijn in gezin nen, die het niet kunnen betalen. Mevrouw Downer stelde daarom voor, dat de regering subsidie op dienstmeisjes gaat geven. Als de regering daartoe ooit zou besluiten, is Austra lië, menen wij, het eerste land ter wereld waar „regerings dienstmeisjes" een officieel gesubsidieerd beroep wordt. mtunuMmmnmmnnmmnmmimnnmimnmnmumnumuima M Hierbij treft men het vierde artikel s van onze correspondent over het leven der Nederlandse immigranten p H in Australië aan. Dit keer zün het vooral huishoudelijke problemen in het nieuwe vaderland, die ter sprake j| komen. De nevenstaande foto geeft een uit de lucht genomen beeld van de haven van Melbourne, waar de meeste nieuwkomers debarqueren. Schepen uit vele landen kiezen hier hun ligplaats voor het aan boord nemen van lading, vooral grondstof- =j H fen. Men vindt in Australië, dank zij de grote uitvoerhandel, vele indruk- wekkende kuststeden. DE DOWNERS en velen met hen hebben natuurlijk alle verhoudingen uit het oog verloren. Het beroep van dienst meisje is in alle Westerse landen al sinds lange tijd in discrediet geraakt, omdat in andere beroepen meer geld te verdienen valt of meer vrije tijd wordt geboden. In dien de Australische regering dienstmeisjes naar hier liet komen, zouden ze in korte tijd naar de hogere lonen betalende in- dustriën verhuizen. Anderzijds ligt het loon van een dienstmeisje in Australië veel te hoog dan dat een normaal gezin met een normaal inkomen zo'n hulp in de huis houding zou kunnen betalen, namelijk zes tot acht pond (of wel vijftig gulden tot zeventig gulden) per week. Met inbegrip van kost en inwoning komt dit op tien tot dertien pond per week (vijfentachtig tot honderdtien gulden). Dat is de helft of meer dan de helft van wat een man hier gemiddeld verdient. De enige oplossing van der huisvrouwen moeilijkheden is „stroomlijning" van de huishouding door het bouwen van kleinere woningen hetgeen al gebeurt en elec- trische apparaten in de keuken enzovoorts, een ontwikkeling die ook in Australië bezig is zich te voltrekken. EEN NEDERLANDSE immigrant, die met een Australiër getrouwd is, zei naar aanleiding van des heren Downer's rede in het parlement: „Australische mannen zijn uitstekende echtgenoten. Daarom ben ik met een Australiër getrouwd. Hij wast de vaat voor me, hij maait het gras in de tuin en doet het grootste deel van het huishoud- werk. Hij doet het zo goed, dat ik geen dienstmeisje nodig heb. Hij perst ook zijn eigen broeken!" Een andere immigrante zei: „Europese vrouwen werken veel har der dan de Australische, want de mannen hier zijn veel te goed voor hun vrouwen. Zij doen het grootste deel van de huis houding". Ook andere immigrantenvrou wen beweren dat de Australische mannen hun vrouwen verwennen. Met dat al doet de Australische regering toch haar best zoveel mogelijk jonge vrou wen te laten komen, al was het alleen maar omdat er een ontstellend tekort is aan huwbare meisjes. De regering heeft begrepen, dat zij bij de opzet van het immigratieplan teveel naar de mannen heeft gekeken. Minister Holt heeft nu mee gedeeld, dat hij zal proberen meer meisjes en vrouwen te latenn komen uit Duits land en Oostenrijk. De synode van de Anglicaanse kerk heeft zich eveneens met deze „vrouwenkwestie" bezig gehouden. Zij heeft er bij de regering op aangedrongen meer ongetrouwde vrou wen toe te laten. Van de bijna één millioen immigranten, die sinds 1947 zijn aange komen, was het aantal mannen honderd dertigduizend groter dan dat der vrouwen. Er zijn daardoor allerlei spanningen ont staan, die de kerk niet zomaar kan negeren. De synode heeft het verzoek om „meer vrouwen" met algemene stemmen gesteund. OVERIGENS heeft het tekort beter: het gemis aan vrouwelijke hulp voor de huishouding ook een keerzijde. Er zijn mannelijke immigranten, die ervan profi teren. In de afgelopen jaren heeft zich namelijk een nieuw beroep ontwikkeld. Al moge de huisvrouw dan, naar beweerd wordt, tachtig uur per week werken, dit nieuwe beroep voor de mannen kon slechts ontstaan nadat de veertig-urige arbeids week werd ingevoerd (in 1948). Vele man nen hebben sindsdien zoveel „vrije tijd" dat zij trachten deze te besteden om extra inkomsten te verdienen doorde huis vrouwen te helpen. Deze mannen oefenen na hun gewone arbeidstijd onder meer de volgende rondtrekkende beroepen uit: Grasmaaiers: het grasveld is de trots van de Australiër in de voorsteden of dor pen die aan de rand der grote steden zijn gelegen. Zo'n grasveld vereist echter veel werk en in elk geval een grasmaaimachine, die driehonderd tot duizend gulden kost. Het is gemakkelijker en goedkoper om het door een mannelijke hulp te laten doen. Vloerpolijster: Vele huizen hebben geen vloerkleed. Men laat de vloer liever polijs ten met behulp van een electrische ma chine. Het is goedkoper dan een vloer kleed. Stofzuigpiccolo's: Zij maken in een paar uur uw gehele huis stofvrij. Wij herinneren ons, dat er in Nederland dienstbetoonfirma's waren die de koperen deurknop en de brievenbusklep wekelijks oppoetsten. Maar aangezien dergelijke at tributen in Australië meestal aan de hui zen ontbreken, is het „dienstbetoon" op andere punten gericht. Er zijn hier man nen, die in hun vrije tijd zo'n tweede be roep in de vorm van dienstbetoon hebben gecultiveerd. Zij komen met auto en ma chine voorrijden en verdienen per week tachtig tot honderdzeventig gulden extra met bijvoorbeeld grasmaaien, vloeren po lijsten en huizen stofzuigen. Trouwens, de Nederlandse immigranten hebben van het glazenwassen eigenlijk voor het eerst in de geschiedenis van Australië een goed vak gemaakt. De Australische vrouw, die van deze diensten gebruik maakt, vaart er wel bij, want al bestaat er verschil van inzicht over wat „hard werken" eigenlijk is, zij moet meestal lange afstanden afleggen om naar de kruidenier, de groenteboer en de slager te gaan. Deze winkeliers zijn niet, zoals in Nederland, op de hoek van elke straat te vinden. Zij hebben hun winkels in het centrum. Omdat de huizen hier vrijwel allemaal eengezinswoningen zijn, met een behoorlijk stuk grond eromheen, zijn de afstanden, vooral in de woonwijken der voorsteden, heel erg groot geworden. "Vele huisvrouwen rijden in een auto naar het winkelcentrum, anderen trekken er op uit met boodschappenwagentjes op zeep kistwieltjes. Als Australische huisvrouwen klagen, dan is het vrijwel altijd over het moeten sjouwen met boodschappen, want de winkeliers sloven zich niet uit om iets thuis te bezorgen. DUIZENDEN Nederlandse huisvouwen, die naar Australië zijn getrokken, hebben deze ongemakken in de eerste jaren van haar verblijf in het nieuwe vaderland aan den lijve moeten ondervinden als één der onaangenaamste kanten van de Austra lische levenswijze. Geen wonder dat zij dikwijls heimwee kregen naar Nederland. Maar alles went, ook als men geen auto heeft. Op den duur komt die auto er trou wens wel. Althans eerder dan een dienst meisje. Mocht minister Holt er in slagen zo'n dienstmeisje naar Australië te lokken, dan zal in de practijk blijken dat zij duur der is dan zo'n vierwielig voertuig. ROCWJQ ONDER DE vele boeken die in de laatste jaren hier en in het buitenland geschreven werden met de bedoeling de jeugd en de leek in het algemeen belangstelling voor de muziek bij te brengen en als gids te dienen om de geheimen van „Vrouwe Musica" te ontraadselen, heeft het werk „Zwerftochten door het rijk der muziek" van dr. Hélène Nolthenius, waarvan bij de uitgeverij „De Toorts" te Haarlem de twee de druk verscheen, bijzonder de aandacht getrokken en verdiend door de fantasie, waarmee zij het onderwerp behandelde. De schrijfster heeft er een sprookjesboek van gemaakt, zonder de werkelijkheidszin uit het oog te verliezen. Na ieder avontuur dat Michieltje de held van het verhaal op zijn zwerftochten door het rijk der muziek beleeft en waarin hij, na geschoold te zijn door de zonderlinge wezentjes, die do, re,mi, fa, sol, la en si heten, tot page van Vrouwe Musica verheven wordt, krijgt hij de nodige spelregels mee naar huis, die orde moeten scheppen in de socm van de ervaringen die hij opdeed bij zijn fantasti sche verkenningen. De vorm van het sprookje zou niet doen vermoeden, dat de materie zo grondig kan worden behandeld als in werkelijkheid het geval is. Dr. Hélène Nolthenius heeft met zeer persoonlijk paedagogisch talent de hachelijkste problemen opgelost. En niet weinig is zij geholpen tot het bereiken van haar doel door de medewerking van de il lustrator Hans Ducro, die het boek met talloze kleurige en geestige plaatjes ver sierd heeft. Met dat al een veelzijdige en srerlijke wegwijzer. NA HAAR AFSCHEID van het podium heeft de vermaarde Nederlandse sopraan Jo Vincent onder de titel „Zingend door het leven" haar herinneringen aan haar vierendertig jarige loopbaan in Elseviers Weekblad gepubliceerd. Deze mémoires zijn nu bij de uitgeverij „Elsevier" in boek vorm verschenen in een met smaak gekozen witlinnen bandje en rijkelijk verlucht met fotomateriaal. Het boek is ingeleid door Piet Bakker, dr. Rudolf Mengelberg, C. G. J. Bos en op verzoek van de uitgeverij door ondergetekende. Deze vier aanlo pen vertegenwoordigen de stem van: de muzikale leek, van de componist, van „le mari de sa femme" en van de criticus. Het geestige, hartelijk-eenvouddge ver haal lezend, dat Jo Vincent uit de herin neringen aan haar schitterende carrière samenstelde, meent men nog het wonder lijk mooie timbre te horen van haar zeld zame stem, die, wars van alle kunstmatig heid, is blijven klinken als een natuur- fenomeen. Het is een simpele belijdenis geworden van het geluk om een haar ge schonken voorrecht, geuit op een toon die van dankbaarheid' getuigt. De sympathie, die het zingen van Jo Vincent steeds wekte, zal ongetwijfeld ook bij de lectuur van deze zeer karakteristieke mémoires doorstralen. JOS. DE KLERK De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft aan de navolgende letterkundigen opdracht verleend tot het schrijven van een gedicht over Rembrandt, wiens geboorte, driehonderd jaar geleden, in 1956 wordt herdacht: Clara Eggink, Ber- tus Aafjes, Jan Engelman, Pierre Kemp, Alfred Kossman, dr. J. W. Schulte Nord- holt, Gabriel Smit en Hendrik de Vries. Het is de bedoeling nog enkele andere litterato ren een soortgelijke opdracht te geven. De resultaten van al deze opdrachten zullen in het herdenkingsjaar gebundeld in druk verschijnen. Verder heeft de minister aan Adriaan van der Veen opdracht verleend' tot het sa menstellen van een uitvoerige keur uit de gepubliceerde en ongepubliceerde aforis men van Jan Greshoff, voorzien van een inleiding over aforismen in het algemeen en deze in het bijzonder. MUNT TERUG OP TONEEL De acteur Paul Muni, die drie maanden de hoofdrol in het kasstuk „Inherit id" op Broadway moest opgeven voor een operatie, waarbij zijn linkeroog verwijderd werd, heeft deze week zijn ro hervat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 15