Het eeuwig misverstand
Grotere bollen betekent niet
altijd kwaliteitsvermeerdering
Herdenking van Anna Pavlova
Arbeidsvoorziening
in Noordholland
„Bosbeek" ondergaat
grote uitbreiding
Svanholm" onder
de Engelse kust
7
Stijging van aanbod
in laatste kwartaal
Botsing tussen bus en auto
in Heemstede
Heemsteedse toneel
verenigingen op de planken
„Het Konijn" tijdelijk
in Frans Halsmuseum
Burgerlijke Stand
van
Kleuterschool met
muurschildering verrijkt
Rotterdams Toneel in Haarlem
niet film en door het Nederlands Ballet
Ledenvergadering van
Volksonderwijs Haarlem
Haarlemse wielrenners
voetbalden in Willebrord
Bestemming: rusthuis
voor R.K. zusters
..TRESLONG"- HILLEGOM
Sleeptros gebroken
Examens
Aanrijding op de
Rijksstraatweg
DINSDAG 24 JANUARI 1956
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE GUI RAN 1
(Van onze correspondent in de
bollenstreek)
In de vergadering van „de Lelie" heeft
prof. Van Slogteren de verkoop van bloem
bollen naar grootte een ramp voor het
blocmbollenvak genoemd. Dit is by alle
andere bestaande problemen wel ongeveer
het zwaarste. Zo zwaar, dat men er eigen
lijk niet eens aan durft denken om er ver
andering in te brengen. Slechts in zeer
enkele gevallen wordt meer gelet op de
kwaliteit dan de grootte van de bollen.
De kwaliteit en de grootte van de bollen
gaan niet atijd samen. Voor de broei heeft
men bij vele variëteiten werkelijk niet de
grootste maten nodig om goede bloemen te
krijgen. Soms is het zelfs zo, dat men liever
kleinere heeft. Het ongeluk wil echter, dat
de exporteurs dikwijls op grootte kopen,
omdat de klanten nu eenmaal graag grote
bollen zien. Voor zeer deskundigen kopen
ze wel bijzondere partijen, omdat deze af
nemers zelf uit ervaring weten dat ze dit
of dat willen hebben.
Het gevolg van deze algemeen aanvaarde
koop naar grootte is, dat de kwekers ook
steeds streven naar het verkrijgen van
zoveel mogelijk „dikke" bollen. Daar doen
ze alles voor, en ze lopen hiervoor graag
het risico de bollen te veel te forceren. In
vaktermen noemt men dat „over de kop
jagen". Volgens ervaren mensen zijn zulke
partijen meestal vatbaarder voor allerlei
aantastingen. Men zoekt op het ogenblik
naar een wat meer uitgebalanceerde be
mesting waarbij de stikstof, de groeistof bij
uitnemendheid, wat minder toegepast zal
worden.
Ongelukkigerwijze worden allerlei ziekte
bestrijdingsmiddelen tegenwoordig zo ge
construeerd (een ander woord voor dit ver
vaardigen is moeilijk te vinden) dat deze
ook nog de groei stimuleren.
De exporteurs vinden dit allemaal niet zo
prettig, want zij krijgen nogal wat klach
ten over vertragingen in de broei. Ze wijten
dit dan aan de bemesting en de bestrij
dingsmiddelen. Zij hebben dus nu een be
vestiging kunnen zien in de woorden van
prof. Van Slogteren.
Eigenlijk is het zo, dat thans aan hen het
woord is. Zij zullen meer moeten gaan
letten op de kwaliteit en zij zullen meer
moeten gaan betalen voor partijen^ waar
van ze weten, dat daaraan alles is gedaan
om een goede kwaliteit te krijgen. Maar
spreekt men met kwekers, die wel graag
uitmuntende partijen zouden willen kwe
ken, dan hoort men de klacht, dat de
export hun moeiten en zorgen zo slecht
waardeert.
Het is namelijk een vrij kostbare ge
schiedenis om zo goed als feilloze partijen
te krijgen. Men moet daarbij voortdurend
opletten of er geen zieke plant in voor
komt. Deze moet dan worden verwijderd.
Iedere partij heeft de neiging om terug te
lopen als men niet zorgt, dat men voldoen
de, geselecteerd plantmateriaal heeft. Het
allerbeste moet dus eigenlijk voor een
groot gedeelte weer worden opgeplant. De
grootste moeilijkheid levert het virus. Dit
komt in verschillende soorten en waar
schijnlijk ook nuances voor. Men dient een
zeer ervaren ziekte-ontdekker te zijn of te
hebben, wil men dat alles haarfijn onder
kennen. Een vakman weet dat een derge
lijke methode geld "Rostri""
Zou men veel meer op kwaliteit moeten
gaan werken, dan zouden de exporteurs
zelf iedere in het voorjaar gekochte partij
te velde moeten controleren. Ze zouden dan
veel meer moeten gaan letten op de be
handeling van de bollen in de schuur en
dan een kern van leveranciers gaan opbou
wen, waar zij altijd terecht kunnen. Dit
wordt ook wel veel geckian, maar nog lang
niet voldoende. Bovenften zouden zij ook
nog van iedere gekochte partij monsters
moeten opzetten en broeiproeven moeten
nemen. Pas dan zou men bereiken, dat de
kwekers meer aandacht aan de kwaliteit
gaan besteden. In jaren van overvloed
krijgen zij echter nog minder voor hun
produkten en in de jaren van schaarste,
zoals de afgelopen jaren het geval is ge
weest, zijn de meeste exporteurs al blij als
ADVERTENTIE
De stijging van het aanbod in het vierde
kwartaal van 1955 in het district Noord
holland voor de Arbeidsvoorziening, geves
tigd te Haarlem, wordt volgens het verslag
een verschijnsel genoemd dat ieder jaar
weerkeert en dat samenhangt met de ver
mindering van de seizoenwerkgelegenheid
in verscheidene bedrijfsklassen. Ook in
1955 deed zich dat verschijnsel voor; het
aanbod van mannen is in het kwartaal toe
genomen van 3673 tot 6327, dus met ruim
2600.
Van het totale aanbod per eind Decem
ber 1955 waren 6.083 mannen geheel werk
loos en 244 mannen werkzaam op objecten
voor aanvullende werkgelegenheid. In het
begin van het vierde kwartaal bedroegen
deze aantallen respectievelijk 3.624 en 49.
De toeneming van het aantal in het laat
ste kwartaal tengevolge van de seizoensom
standigheden is beperkt gebleven. Ener
zijds is dit een gevolg van de gunstige
weersgesteldheden in het kwartaal, waar
door al het buitenwerk ongestoord door
gang kon vinden, anderzijds was de vraag
naar arbeidskrachten door de gunstige
conjunctuur zo groot, dat vele seizoen
werklozen elders (ook voor tijdelijke werk
zaamheden) in niet-seizoengevoelige be
drijven konden worden tewerkgesteld. Bo
vendien worden de seizoenarbeiders zo lang
mogelijk in dienst gehouden.
Tegenover het aanbod in het overeen
komstige kwartaal in 1954 is het aanbod in
dat van 1955 met ongeveer 38 pet. gedaald,
hetgeen in hoofdzaak een gevolg is van de
conjunctuur, die zich ook in 1955 in gun
stige zin bleef ontwikkelen.
Het aanbod van vrouwen nam geduren
de het laatste kwartaal van het afgelopen
jaar af van 1.058 tot 901, dus met 157
personen. Ook in het overeenkomstige
kwartaal in 1954 was eenzelfde verschijn
sel merkbaar.
ze de bollen voor een schappelijke prijs
kunnen kopen.
Een nog groter struikelblok is de aan
koop door middel van tussenpersonen en
veilingen. Een vermoedelijk zeer groot per
centage wordt door exporteurs gekocht van
mensen die ze niet eens kennen. Van de
tussenhandel moeten ze het maar geloven,
dat „het partij" best is en op de veilingen
kijkt men hoofdzakelijk naar het uiterlijk.
Deze handel is niet meer uit te schake
len, omdat het aantal kwekers en expor
teurs zo groot is (ongeveer 8000 en 600) dat
het onmogelijk is om de vraag door per
soonlijk contact gedekt te krijgen.
Het zal dus wel een vrome wens blijven,
dat er uitsluitend op kwaliteit kan worder.
gekocht. De epige mogelijkheid is, dat men
de kwekers leert beseffen, dat een bloem
bol een ingenieus verpakkingsmateriaal
voor een bloem is en dat zij verder leren
zien dan de exportschuur. De exporteurs
op hun beurt verzuimen, of zien geen kans,
de kwekers in kennis te stellen van de
klachten die zij krijgen. Pas als ze zelf tot
monstertrekking overgaan, krijgen ze enig
recht van spreken, en kans de kwekers
verder op te voeden.
Het vraagt echter allemaal veel tijd en
geld. Maar misschien komt er nog eens
iemand, die een speciaal bedrijf voor het
telen van monsters opricht, bij voorbeeld
in de vorm van een broeiproevenbedrijf.
Overigens is de ramp, zoals prof. Van
Slogteren zegt, niet zo heel ernstig, want
de koper merkt er niet zo veel van. De
moeilijkheden zijn meer van interne aard.
Om ongeveer kwart over vijf is maandag
middag op de Valkenburgerlaan in Heem
stede een personenauto, bestuurd door de
heer P. L. B. uit Naaldwijk, in botsing ge
komen met een autobus van lijn 1 van de
N.Z.H. De automobilist, die aan een voor
hem links van de weg gelegen huis iemand
af wilde halen, zag, terwijl hij bezig was
zijn wagen daartoe te keren, plotseling de
bus naderen. Hoewel de buschauffeur en
de heer B. beiden krachtig remden, konden
zij niet meer voorkomen, dat hun voer
tuigen elkaar raakten. De personenauto
kreeg daarbij een flinke deuk in het linker
voorspatbord, de autobus liep schade op aan
de rechterkant van de carrosserie.
De vier Heemsteedse toneelverenigingen
hebben voor haar tweede voorstelling in
dit seizoen de volgende stukken en opvoe
ringsdata vastgesteld:
De R.K. Toneelgroep „Berkenrode" geeft
donderdag 26 januari in het Minerva
Theater een opvoering van „Chateau de
Bersac '12," blijspel in drie bedrijven en
een voorspel door Ben van Eijsselsteijn.
De regie is van John Kraay. Zoals bekend
komt „Berkenrode" met dit stuk uit in de
voorronde van het landjuweel, ter gelegen
heid van de Pieter Langendijk-herdenking.
De R.K. Toneelvereniging „Heemsteeds
Amateur Toneel" speelt, eveneens in het
Minerva Theater^ op woensdag 1 februari
„De man in de rolstoel,thriller fn drie
bedrijven door Wjll. vair der- Berg. De .regie
is weer in handen van de heer J. J. Schel
vis.
De Heemsteedse Toneelvereniging „Nut
en Genoegen" heeft onder regie van de
heer L. Beck in studie „Het oude ijzer,"
toneelspel in drie bedrijven door Hans
Nesna. Hiervan zullen eerst drie opvoerin
gen worden gegeven in hotel „Het Wapen
van Heemstede" aan het Wilhelminaplein;
namelijk zaterdag 4 februari een middag
voorstelling voor de Heemsteedse bejaar
den en 's avonds en Zaterdag 11 februari
voor de donateurs. De leden-actie van deze
vereniging in „De Glip", waarover wij
reeds het een en ander hebben medege
deeld, heeft als resultaat opgeleverd dat
het vrijwel zeker is, dat „Nut en Genoe
gen" dit stuk ook zaterdag 18 februari in
het wijkgebouw „De Princehof" zal op
voeren.
Ten slotte geeft de toneelvereniging
„Heemstede-West" zaterdag 25 februari in
hotel „De Leeuwerik" te Haarlem een op
voering van „In 't Gouden Haantje," klucht
in drie bedrijven door Otto Harting. De
regie is van Carl Veerhoff. In verband met
het tienjarig bestaan van „Heemstede-
West" zal deze voorstelling een enigszins
feestelijk karakter verkrijgen.
Van 24 januari tot 7 februari zal in het
Frans Halsmuseum in Haarlem het tapijt
„Het Konijn" worden geëxposeerd. Dit ta
pijt (2.75 x 1.50 m.) behoort tol de serie
verdures van de gemeente Nijmegen. Deze
serie werd in 1664 te Delft besteld en ge
weven door Bartholomeus van der Gucht.
Er bestaat geen zekerheid over of dit tapijt
oorspronkelijk een fragment van een groter
tapijt is geweest of dat het destijds inder
daad in deze maten is besteld om te wor
den gehangen boven de deur van de
Nijmeegse raadkamer.
Het tapijt was onder meer door versnij
dingen en spijkergaten vrij ernstig bescha-
digd.
In de Werkplaats tot herstel van antieke
textiel in Haarlem is nog één tapijt uit
de serie verdures ter restauratie aanwezig
namelijk „De Vos". De overige tapijten sie
ren reeds het Nijmeegse stadhuis.
Aan het tapijt werd door één stopster 27
maanden gewerkt.
HAARLEM, 23 januari 1956
ONDERTROUWD: 23 jan., W. A. van Dan-
sik en M. R. E. Verstralen.
BEVALLEN van een zoon: 21 jan., A. H.
J. van Opstal—Bult: C. A. Slenters—Koomen;
E. C. Zomerdijkvan de Laarschot; A. E.
Dorresteijnvan 't Klooster; H. C. M. War
merdamTrossel; 22 jan., C. J. Booms
Versteeg; W. van DrunenSchmit2.
BEVALLEN van een dochter: 21 jan.,
J. Th. Habraken—Bijster; 22 jan., H. Bremer
de Haan; C. J. van Bezuvan der Zande;
M. A. J. DernisonAssendelft; P. Wegman
Molenkamp; W. J. Booms—Munniks; Th.
Belvan Kouteren; 23 jan., M. W. Driessen
—Bottelier, 2 d.; A. Heuverkamp—van Wijk;
M. P. Pardon—de Boer.
OVERLEDEN: 20 jan., J. Blom, 45 j„ Kam
perlaan; 21 jan., A. J. W. Braakman, 78 j„
Kenaupark; J. A. van Gennip, 57 j„ Scheep-
makersdijk; H. C. van Batenburg. 57 j.,
Gasthuisvest; C. H. Rees, 82 j„ Ramplaan;
M. Th. Wennekes—Kruijssen, 44 j., Vondel-
weg; A. Ravenhorstvan den Essenburg,
80 j., Boogstraat J. J. BeilschnidtNijgh, 84
j„ Bakkerstraat; 22 jan., J. H. Rohdens, 94
j„ Schalkwijkerweg; P. van Gelder, 79 j.,
Maerten van Heemskerkstraat.
Maandagmiddag is de wandschildering
van mevrouw Annie Apol in de speelzaal
van de gemeentelijke kleuterschool aan de
Faradaystraat in Haarlem onthuld. Daar de
Haarlemse wethouder van onderwijs, de
heer D. J. A. Geluk, verhinderd was om
tijdig de onthulling te verrichten heeft de
inspecteur van het lager onderwijs te
Haarlem, de heer E. J. Lodewijks, deze taak
op zich genomen.
De onthulling werd onder meer bijge
woond door mevrouw Apol, ir. H. A. Breu-
ning, hoofdingenieur bij de dienst Open
bare Werken te Haarlem en de heer D.
Heiloo, de architect van deze school.
De heer Lodewijks merkte in zijn toe
spraak op, dat met deze wandschildering
wederom een waardevolle bijdrage gele
verd was om de schakel kunst-school te
verstevigen. Hij achtte dit-van zeer groot
belang. Vroeger was het, naar hij zeide,
haast ondenkbaar, dat een kunstenaar een
pedagogische rol voor de schooljeugd zou
kunnen vervullen. Er is echter een kente
ring ingetreden en men is de belangrijk
heid van de sociale functie van de kunste
naar gaan inzien. De gebeurtenis van deze
middag in deze school achtte de heer Lo
dewijks hiervan een bewijs. Tot mevrouw
Apol richtte hij een kort dankwoord voor
de wijze waarop zij haar opdracht ver
vuld had. Hij wenste zowel het schoolhoofd
mejuffrouw J. H. Bauer als de heer Heiloo
met deze aanwinst van „hun" school ge
luk. Vervolgens trok hij het gordijn open
dat tot nog toe de grote muurschildering
verborgen had gehouden.
Mejuffrouw Bauer sprak hierna haar
dank uit aan het gemeentebestuur voor het
feit dai de speelzaal in deze school thans
met een dergelijke schildering verrijkt was
en tevens richtte zij zich met enkele waar
derende woorden tot mevrouw Apol.
Hierna bleven de aanwezigen met in hun
midden de inmiddels gearriveerde wethou
der Geluk, nog enige tijd bijeen onder het
genot van een kopje thee.
99
99
„Ik vind het zo'n enig spelletje, ik kan
er gewoon niet mee ophouden!" Dat zegt
een van de personen in het blijspel „Het
eeuwig misverstand" van Sir James Bar-
rie, waarvan het Rotterdams Toneel maan
dagavond onder regie van Eric van Ingen
een voorstelling in de Haarlemse Schouw
burg gaf. Het is een merkwaardige, bijna
autobiografische regel. Men heeft deze
schrijver (reeds enkele jaren voor de twee
de wereldoorlog overleden, maar om de
een of andere onnaspeurlijke reden plotse
ling teruggekeerd in de belangstelling van
de Nederlandse theaterdirecties) al dikwijls
vereenzelvigd met de titelheld van zijn
„Peter Pan" de jongen, die niet volwas
sen wilde worden. En ook in dit stuk, dat
een halve eeuw geleden als „Alice sit-by-
the-fire" zijn première in Londen beleef
de, wordt de wereld der grote mensen be
keken door een stel kinderogen. Misschien
moet men de herontdekte aantrekkings
kracht verklaren uit de eigenaardige
mengeling van naïeve charme en Shaviaan-
se humor, waarvan Barrie het recept bezat.
Het zijn geen meesterwerken, die hij
schreef. Zijn oeuvre hoort thuis in de cata
logus van komedies der beschaafde gezel
ligheid. Maar toch is er menigmaal iets
bijzonders aan de hand, iets waarvoor het
moeilijk valt een naam te bedenken. Ook
in dit geval, waarvan de Nederlandse titel
in de overigens voortreffelijk klinkende
vertaling van Gerard Rekers te weinig het
speelse karakter aanduidt. Dit blijspel is
een lachspiegel van vele der levensge
woonten uit het begin van deze eeuw en
in het tweede bedrijf zelfs een regelrechte
persiflage van de driehoeksverhoudingen
uit de populaire toneelstukken van die
periode en toch maakt het helemaal niet
de indruk aan een bepaalde tijd gebonden
te zijn. Integendeel: het staat er op een
plezierige manier los van, het stijgt er in
alle vluchtigheid boven uit.
Het Nederlands Ballet heeft maandag
avond, precies een kwart eeuw na haar
overlijden in Hotel des Indes op bijna
vijftigjarige leeftijd, de wereldberoemde
danseres Anna Pavlova herdacht in het
stampvolle Gebouw van Kunsten en We
tenschappen in Den Haag, hetzelfde thea
ter waar zij destijds haar tweede en laat
ste tournee door ons land zou beginnen.
De herdenking begon met het spelen van
„Le Cygne" uit „Het carnaval der dieren"
van Camille Saint-Saëns bij gesloten doek,
waarop twee schijnwerpers waren gericht.
Deze muziek was ook het laatste, dat men
te horen kreeg: als begeleiding bij haar
optreden in enkele proefopnamen als „De
stervende zwaan" voor een Engelse film,
die nooit is voltooid.
Dr. L. Hornstra. voorzitter van de Kring
van Nederlandse Danscritici, sprak enkele
woorden ter inleiding. Hij herinnerde eraan
dat Anna Pavlova een leven leidde van
gestrengheid voor zichzelf, van toewijding
aan haar kunst en bovenal van schoon
heid. Wasdzi.il er niet geweest, dan zou de
opbloei van het klassieke ballet nooit zo
niogélijk "zijn gëweest als tlxans valt waar
te nemen. Deze misschien niet te evenaren
verschijning heeft ons geleerd, aldus spre
ker, dat de dans in het theater geen leeg
amusement is, maar een volwaardige kunst.
Mevrouw Sonia Gaskell hield vervolgens
een korte, maar treffende toespraak, waar
in zij schetste hoe Diaghilev zich van am
bassadeur der pure Russische kunst ont
wikkelde tot een specialist van het West-
europese theater, waartegenover Anna
Pavlova altijd de waarde van de zuivere
danskunst hooghield, zich alleen en zonder
hulpmiddelen in staat honende gedichten
van beweging voort te brengen.
De door het British Film Institute te
Londen afgestane montage van enkele
fragmenten uit een rolprent in voorberei
ding bewees ondanks of misschien juist
door de betrekkelijke primitiviteit van de
destijds beschikbare technische apparatuur
op fascinerende en ontroerende wijze de
unieke begaafdheid van Anna Pavlova,
wier zeldzame persoonlijkheid zelfs via dit
gebrekkige medium tot gelding kwam. Het
was een heel bijzondere en stilmakende
ervaring deze tijdens een repetitie gemaak
te opnamen te zien. Weliswaar traden
dooir.het gebruik van een stilstaande ca
mera vertekeningen en verschuivingen op,
maar over het algemeen kon men zich een
beter beeld vormen van de eigenlijke dans
dan in vele moderne films. De laatste
meter van de gevoelige strook leverde nog
een heel treffend effect: Anna Pavlova
opstaande uit de sterfhouding van de door
haar onnavolgbaar vertolkte zwaan en
heel simpel on de lens toelopende met een
armgebaar, dat blijkbaar de vraag uit
drukte: „Moet het nog eens over, of was
het zo goed?" Zelfs wie haar. zoals ik,
nooit in werkelijkheid zag, voelde de nei
ging in zich opkomen te zeggen: ja, het
is goed geweest.
Deze film diende ook om de legende te
weerleggen, als zou Anna Pavlova geen
voorbeeldige techniek hebben gehad. Al
leen reeds haar snelle en exacte variaties
als Columbine op het pizzicato uit „Sylvia"
van Delibes bewezen het tegendeel. Als u
voor het eerst of nog eenmaal haar won
derbaarlijke lichaamsexpressie als „De
stervende zwaan" wil zien, probeer dan
toegang te krijgen tot de avond, die door
de „Vrienden van het Nederlands Ballet"
aanstaande zaterdag in het Stedelijk Mu
seum te Amsterdam wordt gegeven en
waar deze twaalf minuten durende, on
vergetelijke rolprent nogmaals wordt ver
toond.
Het aandeel van het Nederlands Ballet
begon, heel toepasselijk als een demonstra
tie van opgaan in de koele, heldere sfeer
van het werk, maar helaas daar zelden of
nooit bovenuit stijgend, met „Concerto
Italiano" van Sonia Gaskell, op muziek
van Bach, waarin Maria Huisman en Ja-
nine van Thor de solisten waren. Hierna
volgde een sterke uitvoering van „Pe-
troesjka" van Fokine op muziek van Stra-
winsky, waarbij men het orkest wel erg
miste, doch waarin Aart Verstegen een
grandoze uitbeelding van de titelrol gaf.
De Moor van Conrad van de Weetering
heeft sinds de première aanmerkelijk aan
expressieve kracht gewonnen.
1-Iet gedeelte voor de pauze werd beslo
ten met de pas-de-deux uit „Don Quichote"
op muziek van Minkus in een aan Laurent
Novikov toegeschreven choreografie. Joan
Cadzow demonstreerde in dit duet, dat ook
op het repertoire van Anna Pavlova stond,
een waarlijk fenomenale techniek. Het was
eigenlijk adembenemend variété en kwam
daardoor bijna in strijd met de stelling,
waarop deze avond was gebaseerd. Niette
min dwong zij respect en grote bijval af
door haar triomferend kunnen. Milorad
Miskovitch was - als danser niet bijzonder
opvallend, maar met een sympathieke al
lure - haar voorbeeldige partner. In „Les
Sylphides" op muziek van Chopin, een
ideale overgang naar de film, kon ik Joan
Cadzow. die zowel de prélude als de beide
walsen aan het slot voor haar x-ekening
nam, niet zozeer waarderen door een te
veel aan geaffecteex-dheid. Jaap Flier was
prachtig als de enige man in het zeer zui
ver en in de gedroomde stemming werken
de ensemble.
In de pauze verdrongen de talrijke aan
wezigen zich in de foyers, hopende een
glimp op te vangen van de vele souvenirs
aan Anna Pavlova uit de collectie van haar
Nederlandse impresario. Ex-nst Krauss, die
daar voor deze gelegenheid waren tentoon
gesteld.
DAVID KONING.
„Volksonderwijs", afdeling Haarlem, be
legt morgen, woensdagavond in gebouw
„Cultura" aan de Jansstraat een algemene
ledenvergadering.
De agenda vermeldt behandeling dei-
jaarverslagen van de secretaris en de pen
ningmeester en de vex-kiezing van enkele
bestuux-sleden. Aan de beurt van aftreding
zijn mevrouw W. van Es-Jacobs, mevrouw
M. E. Neudorfer-Meyer en de heer J. J.
Voogd, die zich allen hei-kiesbaar stellen.
Voorts is aan de orde gesteld de jubi
leumactie ter gelegenheid van het feit, dat
„Volksonderwijs" dit jaar 90 jaar bestaat.
De Haarlemse wielerclub „De Kampioen"
is zondag naar Willebi-ord (N. Br.) geweest
en heeft daar een voetbalwedstrijd gespeeld
tegen de plaatselijke wielervex-eniging „Wil
lebrord Wil Vooruit", welke ontmoeting in
een: vijftien overwinning voor de Haar
lemmers is geëindigd.
Barrie was een aartsromanticus, wiens
levendige fantasie het jeugdige in ons nog
steeds weet te bekoren. Jaren geleden
heeft hij zelf in een lezing eens zijn werk
voor het toneel gekenschetst als „verstop
pertje spelen met engelen". Romantisch
was ook de instelling, die hem een hemelse
mislukking boven een aards succes deed
verkiezen. Hij had iets van een beschei
den sprookjesdichter, waarbij hij tevens
als een navolger van Dickens de lach en
de tx-aan liet samenvloeien. Aan Andersen
doet trouwens de in dit stuk optredende
figuur van de verteller denken, die niet
alleen een kostelijk lesje geeft in wat
„dramatische etiquette" wordt genoemd,
maar ook het spelkarakter van de hele
vertoning verdubbelt.
„Het eeuwig misverstand" is een onder
houdend niemandalletje, vol geestige
trouvailles, over de hereniging van ouders,
die ambtshalve in India hebben gewoond,
met hun tot de jaren van verwarring der
gevoelens gerijpte kinderen, die vrij zelf
standig in Engeland bleven wonen. Het is
de bij Barrie gebruikelijke omgekeerde
wereld: in het eerste bedrijf zijn het de
kinderen die hun vader en moeder ver
wachten. De dwaze vex-wikkelingen ont
staan, doordat de dochter des huizes op
haar vijftiende jaar teveel toneelstukken
heeft gezien, die volgens de normen der
filmkeuring alleen voor personen boven
de achttien geschikt zijn. Zij beziet het le
ven door een de werkelijkheid verteke
nende kijker en heeft een heerlijk-opwin
dende drang zichzelf in bewogen situaties
en dramatische rollen van zelfopoffei-ing
te verplaatsen. Deze neiging vindt al spoe
dig voedsel doordat haar moeder de groot
ste moeite heeft „de vrouw te zijn die bij
haar leeftijd past". Maar men ziet moeder
en dochter samen volwassen worden en
dat is een vrij amusant proces.
Eric van Ingen. zo gemakkelijk de losse
toon van de verteller vindend dat hij, al
thans in Utrecht waar ik onlangs de opvoe
ring zag, niet altijd verstaanbaar bleef,
heeft dit blijspel in de gewenste trant der
vermakelijke overdrijving geregisseerd.
Ann Hasekamp was prima als het opge
wonden kindvrouwtje met Adolf Rijkens
als haar autoritair-bezadigde echtgenoot
en Peter Holland als de vermeende, zich
van geen kwaad bewust zijnde minnaar.
Een goede bezetting, waartoe ook Jetty
van Dijk-Riecker en Marianne van Wa-
veren als „nurse" en dienstmeisje gerekend
moeten worden. En dan is het Rotterdams
Toneel zo gelukkig over een paar jonge
krachten te beschikken: Marianne Rector.
Ria Vroemen en Manfred de Graaf, die het
kinderlijke element de gewenste natuur
lijkheid geven, zelfs met talent. Friso Wie"
ger^mn ontwiex-p décors in toepasselijke
stijl. DAVID KONING.
Op de secretarie te Heemstede ligt een
ontwerp ter inzage van een uitbreidings
plan voor het R.K. zusterhuis „Bosbeek"
aan de Glipperweg 91. Het geldt hier een
zeer aanzienlijke uitbreiding van het reeds
bestaande huis met twee aanbouwen, waar
door in de toekomst 2700 vierkante meter
van het landgoed „Bösbeek", grenzend aan
Groenendaal, bebouwd zal zijn.
In dit huis is een groep x-ustende x-oomsl
katholieke zusters gehuisvest en het is de
bedoeling, dit aantal sterk uit te breiden
omdat een dex-gelijke inrichting in Scheve-
ningen zal worden opgeheven. De vleugels
zullen voor een groot deel twee verdiepin
gen ~n een zolderverdieping hebben en de
maximum hoogte zal 12 meter zijn. Er zal
ook een kapel aan het geheel wox-den toe
gevoegd. Voor het plan werd reeds over
leg gepleegd met de stedebouwkundig ad
viseur van de gemeente Heemstede, ir. W.
F. Schut, de Provinciale Planologische
Dienst en de directies Noordholland van
Wederopbouw en Rijkswaterstaatwier
goedkeuring werd verkregen.
Een 27-jarige huisvrouw uit Koog aan
de Zaan heeft in december op een morgen
haar overbuurvrouw in blinde woede het
woox'd „waterchinees" toegevoegd en de
politierechter te Haaxriem vorste heden
morgen naar haar motieven voor nu juist
déze aanduiding van haar overbuurvrouw,
die toch wel een bijna geijkt Nederlands
type was. „Waarom kwam dit in uw ge
dachten op?" vroeg hij.
„Zo maai", edelachtbare", antwoordde de
vrouw.
De politierechter noemde toen een aan
tal krachtige alledaagse scheldwoorden en
voegde er de vraag aan toe: „waarom zei
u niet gewoon zoiets?"
„Ik zal wel uitkijken, edelachtbare, dan
is het belediging", luidde het verhelderen
de antwoord.
„Juist, u zei dus waterchinees omdat u
hoopte, dat het haar wel zou grieven, maar
dat het géén belediging was", aldus de
politierechter.
,,'t Was moeilijk om helemaal niets te
zeggen", zo sprak de vrouw, „want al drie
jaar lang probeerde ze me uit te dagen
door allerlei treiterende opmerkingen en
gemene grimassen. En nou had ik pas mijn
haar laten permanenten en toen ik langs
liep wi.s 't: ach, kijk es, wat móói, dag lie
verd - enzovoort".
„Dat is toch vriendelijk van uw over
buurvrouw?" zei de politierechter kwasi-
argeloos.
„Jahou der in de gaten", reageerde
de verdachte fel.
De officier moest echter concluderen,
dat het woord waterchinees moeilijk als
een belediging kon worden beschouwd; dat
zou hoogstens nog gaan indien de over
buurvrouw hetzij haar man van enigerlei
Aziatische herkomst waren geweest.
En ook de politierechter moest dat wel
beamen, zodat hij conform de eis tot vrij
spraak concludeei-de, echter met het advies
aan de verdachte en haar overbuurvrouw
om zich in het vervolg wat meer als grote
mensen te gedragen.
ADVERTENTIE
Woensdags
„Dancing by Candlelight"
m. medew. v. internationale artisten
55
Duizenden Egyptische vrouwen hebben tijdens een dankdemonstratie in Cairo hulde
gebracht aan premier Nasser, na zijn aankondiging, dat de Egyptische vrouwen
stemrecht zullen verkrijgen. Op deze foto zien we de premier lachend voor
de ovatie danken.
De sleepboot „Holland" van Doeksen op
Terschelling is er gisteren in geslaagd de
Noorse 896 ton nietende „Svanholm" naar
de Engelse kust te slepen. Gistermiddag
was de sleep ongeveer negentig mijl gevor
derd en had de „Holland" naar de Londen-
se haven nog ruim honderd mijl voor de
boeg.
Om twaalf uur gistermiddag was men bij
het lichtschip Outer Dowsing. In deze
buurt, ten oosten van Grimsby bij drivier
Humber, brak de sleepdraad. De beman
ning van de „Holland" slaagde er echter in
weer vrij spoedig contact te maken. Van
deze gelegenheid maakte men tevens ge
bruik om een motorpomp aan boord van de
nog steeds met slagzij op de houtlading
drijvende „Svanholm" te brengen. Ook het
aantal runners werd uitgebreid. Aan boord
van de Noor bevinden zich nu zes Noren,
waaronder de kapitein en voorts een ma
troos en inspecteur van Doeksen. Men
hoopte vanavond in Londen aan te komen.
Wageningen. Ir. J. Weits te Wageningen is
gepromoveerd tot doctor in de landbouwkun
de op een proefschrift getiteld: „De Antira-
chitische werking van Nederlandse Vee
voeders in verband met het Antagonisme
tussen Cotogeen en Vitamine D".
Leiden. Doctoraal examen II Geneeskunde:
H. S. Cohen, Venlo; E. J. M. Crabbendam,
Zandvoort; H. T. E. 'Hoedt, Leiden; P. E.
Madji, Leiden; G. W. Meeuwisse, Rotterdam;
L. N Nieuwenhuizen, Scheveningen; P. C.
van Remundt, Leiden; W. A. Versteegh,
Oegstgeest. Semi-ai-ts examen: mej. M. J.
Fontein, Haarlem; O. E. Awani, Scheve
ningen; F. Engel Den Haag; D. Frowein, Den
Haag: H. Heering, Zierikzee; I. A. D. Hoh-
berger Oegstgeest; A. S. Muller, Laren
(N.H.). Artsexamen: mej. M. A. A. G. Schaap,
Venlo; J. G. H. Karis, Dorwerth; H. Mass
(USA); E. Schwalben (USA); H. W. B. Stoel,
Scheveningen; R. A. van Tyn, Leiden.
Utrecht. Kandidaatsexamen Tandheelkun
de: W. Bernasco, Leeuwarden; P. P. Th. I.
Bremer, Utrecht; I. A. Flu, Amsterdam; A.
Groeneveld, Rotterdam; R. R. Ho Meau
Long, Utrecht; mej. L. Kaas, Amsterdam;
mej. G. W Kousemaker, Zeist; mej. Liem
Hiang Nio, Delft; C. H. Philipszon, Utrecht;
J. F. H. Ris, Utrecht; R. F. Sinjorgo, Deven
ter; M. Snijders, Enkhuizen; A. H. W. P.
Theunissen. Amstei-dam. Kerkelijk examen:
mej. S. R. C. van Kempen, Zeist; D. W. Koel
man. Den Haag; G. Verschragen, Utrecht;
G. A Ode, Goes; P. Retebrij, Oudzuilen; J.
Roebers, Utrecht; C. J. Janssen, Utrecht;
mej. J. J Spoelstra, Zeist.
M. J. Voorn is gepromoveerd tot doctor
in de Wis- en Natuurkunde op een proef-
schx-ift getiteld: „Complex-Coacervation".
Delft. Kandidaatsexamen voor Werktuig
kundig Ingenieur: P. A. van Zijl Langhout,
Veenendaal; Kandidaatsexamen voor Schei
kundig Ingenieur: J. W. Aeijelts Averink,
Boekelo; W. J. van Asselt (met lof), IJssel-
muiden; H. A. Boer, Apeldoorn; W. H. Bos,
Delft; W. H. de Graaf, Rotterdam; J. C.
Hoogeveen, Eindhoven; M. J. Kleinjan, Rot-
tex-dam; J. T. Knegtel (met lof), Oegstgeest;
A. de Koning, Rotterdam; G. H. Kroes, Nij
megen; A. Langejan, Rotterdam; A. Laport,
Vliessingen; B. G. Linsen, 's-Gravenhage;
II. J. Maat, Enschedé; F. G. ter Moi's, En
schedé; J. M. de Muinck Keizer, Leiden; R.
N. Plooijer, 's Gravenhage; G. A. Roovers,
Rijen; A. H. de Rooij, Delft; J. J. M. Rijp-
kema. Blex-ick; L. P. Savelkoul, Roermond;
A. Schreuders, Rottei'dam. H. J. Vegter,
Dordrecht; C. A. Verbraak (met lof), Delft;
M. Veth, Haarlem; G. S. van Welie (met lof),
's-Gravenhage; C. F. Weijn, Delft; J. van
Willigen, 's-Gravenhage.
Nijmegen. Doctoraal examen Wijsbegeerte:
(cum laude): pater J. Th. C. Arntz, O. P.,
Nijmegen.
Maandagmorgen om tien voor zeven
heeft er een aanrijding plaats gehad op
de Rijksstraatweg nabij de Spaarnrijk-
straat in Haarlem-Noord tussen een per
sonenauto en een motorbakfiets.
De bestuurder van de auto heeft, aldus
de politie, waarschijnlijk niet gezien, dat
de berijder van de bakfiets zijn hand uit
stak om linksaf te slaan. De auto reed de
bakfiets van achteren aan waarna niet
minder dan 350 liter melk over de straat
vloeide. Persoonlijke ongelukken deden
zich niet voor.