Het eeuwig misverstand Grotere bollen betekent niet altijd kwaliteitsvermeerdering Herdenking van Anna Pavlova Arbeidsvoorziening in Noordholland „Bosbeek" ondergaat grote uitbreiding Svanholm" onder de Engelse kust 7 Stijging van aanbod in laatste kwartaal Botsing tussen bus en auto in Heemstede Heemsteedse toneel verenigingen op de planken „Het Konijn" tijdelijk in Frans Halsmuseum Burgerlijke Stand van Kleuterschool met muurschildering verrijkt Rotterdams Toneel in Haarlem niet film en door het Nederlands Ballet Ledenvergadering van Volksonderwijs Haarlem Haarlemse wielrenners voetbalden in Willebrord Bestemming: rusthuis voor R.K. zusters ..TRESLONG"- HILLEGOM Sleeptros gebroken Examens Aanrijding op de Rijksstraatweg DINSDAG 24 JANUARI 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE GUI RAN 1 (Van onze correspondent in de bollenstreek) In de vergadering van „de Lelie" heeft prof. Van Slogteren de verkoop van bloem bollen naar grootte een ramp voor het blocmbollenvak genoemd. Dit is by alle andere bestaande problemen wel ongeveer het zwaarste. Zo zwaar, dat men er eigen lijk niet eens aan durft denken om er ver andering in te brengen. Slechts in zeer enkele gevallen wordt meer gelet op de kwaliteit dan de grootte van de bollen. De kwaliteit en de grootte van de bollen gaan niet atijd samen. Voor de broei heeft men bij vele variëteiten werkelijk niet de grootste maten nodig om goede bloemen te krijgen. Soms is het zelfs zo, dat men liever kleinere heeft. Het ongeluk wil echter, dat de exporteurs dikwijls op grootte kopen, omdat de klanten nu eenmaal graag grote bollen zien. Voor zeer deskundigen kopen ze wel bijzondere partijen, omdat deze af nemers zelf uit ervaring weten dat ze dit of dat willen hebben. Het gevolg van deze algemeen aanvaarde koop naar grootte is, dat de kwekers ook steeds streven naar het verkrijgen van zoveel mogelijk „dikke" bollen. Daar doen ze alles voor, en ze lopen hiervoor graag het risico de bollen te veel te forceren. In vaktermen noemt men dat „over de kop jagen". Volgens ervaren mensen zijn zulke partijen meestal vatbaarder voor allerlei aantastingen. Men zoekt op het ogenblik naar een wat meer uitgebalanceerde be mesting waarbij de stikstof, de groeistof bij uitnemendheid, wat minder toegepast zal worden. Ongelukkigerwijze worden allerlei ziekte bestrijdingsmiddelen tegenwoordig zo ge construeerd (een ander woord voor dit ver vaardigen is moeilijk te vinden) dat deze ook nog de groei stimuleren. De exporteurs vinden dit allemaal niet zo prettig, want zij krijgen nogal wat klach ten over vertragingen in de broei. Ze wijten dit dan aan de bemesting en de bestrij dingsmiddelen. Zij hebben dus nu een be vestiging kunnen zien in de woorden van prof. Van Slogteren. Eigenlijk is het zo, dat thans aan hen het woord is. Zij zullen meer moeten gaan letten op de kwaliteit en zij zullen meer moeten gaan betalen voor partijen^ waar van ze weten, dat daaraan alles is gedaan om een goede kwaliteit te krijgen. Maar spreekt men met kwekers, die wel graag uitmuntende partijen zouden willen kwe ken, dan hoort men de klacht, dat de export hun moeiten en zorgen zo slecht waardeert. Het is namelijk een vrij kostbare ge schiedenis om zo goed als feilloze partijen te krijgen. Men moet daarbij voortdurend opletten of er geen zieke plant in voor komt. Deze moet dan worden verwijderd. Iedere partij heeft de neiging om terug te lopen als men niet zorgt, dat men voldoen de, geselecteerd plantmateriaal heeft. Het allerbeste moet dus eigenlijk voor een groot gedeelte weer worden opgeplant. De grootste moeilijkheid levert het virus. Dit komt in verschillende soorten en waar schijnlijk ook nuances voor. Men dient een zeer ervaren ziekte-ontdekker te zijn of te hebben, wil men dat alles haarfijn onder kennen. Een vakman weet dat een derge lijke methode geld "Rostri"" Zou men veel meer op kwaliteit moeten gaan werken, dan zouden de exporteurs zelf iedere in het voorjaar gekochte partij te velde moeten controleren. Ze zouden dan veel meer moeten gaan letten op de be handeling van de bollen in de schuur en dan een kern van leveranciers gaan opbou wen, waar zij altijd terecht kunnen. Dit wordt ook wel veel geckian, maar nog lang niet voldoende. Bovenften zouden zij ook nog van iedere gekochte partij monsters moeten opzetten en broeiproeven moeten nemen. Pas dan zou men bereiken, dat de kwekers meer aandacht aan de kwaliteit gaan besteden. In jaren van overvloed krijgen zij echter nog minder voor hun produkten en in de jaren van schaarste, zoals de afgelopen jaren het geval is ge weest, zijn de meeste exporteurs al blij als ADVERTENTIE De stijging van het aanbod in het vierde kwartaal van 1955 in het district Noord holland voor de Arbeidsvoorziening, geves tigd te Haarlem, wordt volgens het verslag een verschijnsel genoemd dat ieder jaar weerkeert en dat samenhangt met de ver mindering van de seizoenwerkgelegenheid in verscheidene bedrijfsklassen. Ook in 1955 deed zich dat verschijnsel voor; het aanbod van mannen is in het kwartaal toe genomen van 3673 tot 6327, dus met ruim 2600. Van het totale aanbod per eind Decem ber 1955 waren 6.083 mannen geheel werk loos en 244 mannen werkzaam op objecten voor aanvullende werkgelegenheid. In het begin van het vierde kwartaal bedroegen deze aantallen respectievelijk 3.624 en 49. De toeneming van het aantal in het laat ste kwartaal tengevolge van de seizoensom standigheden is beperkt gebleven. Ener zijds is dit een gevolg van de gunstige weersgesteldheden in het kwartaal, waar door al het buitenwerk ongestoord door gang kon vinden, anderzijds was de vraag naar arbeidskrachten door de gunstige conjunctuur zo groot, dat vele seizoen werklozen elders (ook voor tijdelijke werk zaamheden) in niet-seizoengevoelige be drijven konden worden tewerkgesteld. Bo vendien worden de seizoenarbeiders zo lang mogelijk in dienst gehouden. Tegenover het aanbod in het overeen komstige kwartaal in 1954 is het aanbod in dat van 1955 met ongeveer 38 pet. gedaald, hetgeen in hoofdzaak een gevolg is van de conjunctuur, die zich ook in 1955 in gun stige zin bleef ontwikkelen. Het aanbod van vrouwen nam geduren de het laatste kwartaal van het afgelopen jaar af van 1.058 tot 901, dus met 157 personen. Ook in het overeenkomstige kwartaal in 1954 was eenzelfde verschijn sel merkbaar. ze de bollen voor een schappelijke prijs kunnen kopen. Een nog groter struikelblok is de aan koop door middel van tussenpersonen en veilingen. Een vermoedelijk zeer groot per centage wordt door exporteurs gekocht van mensen die ze niet eens kennen. Van de tussenhandel moeten ze het maar geloven, dat „het partij" best is en op de veilingen kijkt men hoofdzakelijk naar het uiterlijk. Deze handel is niet meer uit te schake len, omdat het aantal kwekers en expor teurs zo groot is (ongeveer 8000 en 600) dat het onmogelijk is om de vraag door per soonlijk contact gedekt te krijgen. Het zal dus wel een vrome wens blijven, dat er uitsluitend op kwaliteit kan worder. gekocht. De epige mogelijkheid is, dat men de kwekers leert beseffen, dat een bloem bol een ingenieus verpakkingsmateriaal voor een bloem is en dat zij verder leren zien dan de exportschuur. De exporteurs op hun beurt verzuimen, of zien geen kans, de kwekers in kennis te stellen van de klachten die zij krijgen. Pas als ze zelf tot monstertrekking overgaan, krijgen ze enig recht van spreken, en kans de kwekers verder op te voeden. Het vraagt echter allemaal veel tijd en geld. Maar misschien komt er nog eens iemand, die een speciaal bedrijf voor het telen van monsters opricht, bij voorbeeld in de vorm van een broeiproevenbedrijf. Overigens is de ramp, zoals prof. Van Slogteren zegt, niet zo heel ernstig, want de koper merkt er niet zo veel van. De moeilijkheden zijn meer van interne aard. Om ongeveer kwart over vijf is maandag middag op de Valkenburgerlaan in Heem stede een personenauto, bestuurd door de heer P. L. B. uit Naaldwijk, in botsing ge komen met een autobus van lijn 1 van de N.Z.H. De automobilist, die aan een voor hem links van de weg gelegen huis iemand af wilde halen, zag, terwijl hij bezig was zijn wagen daartoe te keren, plotseling de bus naderen. Hoewel de buschauffeur en de heer B. beiden krachtig remden, konden zij niet meer voorkomen, dat hun voer tuigen elkaar raakten. De personenauto kreeg daarbij een flinke deuk in het linker voorspatbord, de autobus liep schade op aan de rechterkant van de carrosserie. De vier Heemsteedse toneelverenigingen hebben voor haar tweede voorstelling in dit seizoen de volgende stukken en opvoe ringsdata vastgesteld: De R.K. Toneelgroep „Berkenrode" geeft donderdag 26 januari in het Minerva Theater een opvoering van „Chateau de Bersac '12," blijspel in drie bedrijven en een voorspel door Ben van Eijsselsteijn. De regie is van John Kraay. Zoals bekend komt „Berkenrode" met dit stuk uit in de voorronde van het landjuweel, ter gelegen heid van de Pieter Langendijk-herdenking. De R.K. Toneelvereniging „Heemsteeds Amateur Toneel" speelt, eveneens in het Minerva Theater^ op woensdag 1 februari „De man in de rolstoel,thriller fn drie bedrijven door Wjll. vair der- Berg. De .regie is weer in handen van de heer J. J. Schel vis. De Heemsteedse Toneelvereniging „Nut en Genoegen" heeft onder regie van de heer L. Beck in studie „Het oude ijzer," toneelspel in drie bedrijven door Hans Nesna. Hiervan zullen eerst drie opvoerin gen worden gegeven in hotel „Het Wapen van Heemstede" aan het Wilhelminaplein; namelijk zaterdag 4 februari een middag voorstelling voor de Heemsteedse bejaar den en 's avonds en Zaterdag 11 februari voor de donateurs. De leden-actie van deze vereniging in „De Glip", waarover wij reeds het een en ander hebben medege deeld, heeft als resultaat opgeleverd dat het vrijwel zeker is, dat „Nut en Genoe gen" dit stuk ook zaterdag 18 februari in het wijkgebouw „De Princehof" zal op voeren. Ten slotte geeft de toneelvereniging „Heemstede-West" zaterdag 25 februari in hotel „De Leeuwerik" te Haarlem een op voering van „In 't Gouden Haantje," klucht in drie bedrijven door Otto Harting. De regie is van Carl Veerhoff. In verband met het tienjarig bestaan van „Heemstede- West" zal deze voorstelling een enigszins feestelijk karakter verkrijgen. Van 24 januari tot 7 februari zal in het Frans Halsmuseum in Haarlem het tapijt „Het Konijn" worden geëxposeerd. Dit ta pijt (2.75 x 1.50 m.) behoort tol de serie verdures van de gemeente Nijmegen. Deze serie werd in 1664 te Delft besteld en ge weven door Bartholomeus van der Gucht. Er bestaat geen zekerheid over of dit tapijt oorspronkelijk een fragment van een groter tapijt is geweest of dat het destijds inder daad in deze maten is besteld om te wor den gehangen boven de deur van de Nijmeegse raadkamer. Het tapijt was onder meer door versnij dingen en spijkergaten vrij ernstig bescha- digd. In de Werkplaats tot herstel van antieke textiel in Haarlem is nog één tapijt uit de serie verdures ter restauratie aanwezig namelijk „De Vos". De overige tapijten sie ren reeds het Nijmeegse stadhuis. Aan het tapijt werd door één stopster 27 maanden gewerkt. HAARLEM, 23 januari 1956 ONDERTROUWD: 23 jan., W. A. van Dan- sik en M. R. E. Verstralen. BEVALLEN van een zoon: 21 jan., A. H. J. van Opstal—Bult: C. A. Slenters—Koomen; E. C. Zomerdijkvan de Laarschot; A. E. Dorresteijnvan 't Klooster; H. C. M. War merdamTrossel; 22 jan., C. J. Booms Versteeg; W. van DrunenSchmit2. BEVALLEN van een dochter: 21 jan., J. Th. Habraken—Bijster; 22 jan., H. Bremer de Haan; C. J. van Bezuvan der Zande; M. A. J. DernisonAssendelft; P. Wegman Molenkamp; W. J. Booms—Munniks; Th. Belvan Kouteren; 23 jan., M. W. Driessen —Bottelier, 2 d.; A. Heuverkamp—van Wijk; M. P. Pardon—de Boer. OVERLEDEN: 20 jan., J. Blom, 45 j„ Kam perlaan; 21 jan., A. J. W. Braakman, 78 j„ Kenaupark; J. A. van Gennip, 57 j„ Scheep- makersdijk; H. C. van Batenburg. 57 j., Gasthuisvest; C. H. Rees, 82 j„ Ramplaan; M. Th. Wennekes—Kruijssen, 44 j., Vondel- weg; A. Ravenhorstvan den Essenburg, 80 j., Boogstraat J. J. BeilschnidtNijgh, 84 j„ Bakkerstraat; 22 jan., J. H. Rohdens, 94 j„ Schalkwijkerweg; P. van Gelder, 79 j., Maerten van Heemskerkstraat. Maandagmiddag is de wandschildering van mevrouw Annie Apol in de speelzaal van de gemeentelijke kleuterschool aan de Faradaystraat in Haarlem onthuld. Daar de Haarlemse wethouder van onderwijs, de heer D. J. A. Geluk, verhinderd was om tijdig de onthulling te verrichten heeft de inspecteur van het lager onderwijs te Haarlem, de heer E. J. Lodewijks, deze taak op zich genomen. De onthulling werd onder meer bijge woond door mevrouw Apol, ir. H. A. Breu- ning, hoofdingenieur bij de dienst Open bare Werken te Haarlem en de heer D. Heiloo, de architect van deze school. De heer Lodewijks merkte in zijn toe spraak op, dat met deze wandschildering wederom een waardevolle bijdrage gele verd was om de schakel kunst-school te verstevigen. Hij achtte dit-van zeer groot belang. Vroeger was het, naar hij zeide, haast ondenkbaar, dat een kunstenaar een pedagogische rol voor de schooljeugd zou kunnen vervullen. Er is echter een kente ring ingetreden en men is de belangrijk heid van de sociale functie van de kunste naar gaan inzien. De gebeurtenis van deze middag in deze school achtte de heer Lo dewijks hiervan een bewijs. Tot mevrouw Apol richtte hij een kort dankwoord voor de wijze waarop zij haar opdracht ver vuld had. Hij wenste zowel het schoolhoofd mejuffrouw J. H. Bauer als de heer Heiloo met deze aanwinst van „hun" school ge luk. Vervolgens trok hij het gordijn open dat tot nog toe de grote muurschildering verborgen had gehouden. Mejuffrouw Bauer sprak hierna haar dank uit aan het gemeentebestuur voor het feit dai de speelzaal in deze school thans met een dergelijke schildering verrijkt was en tevens richtte zij zich met enkele waar derende woorden tot mevrouw Apol. Hierna bleven de aanwezigen met in hun midden de inmiddels gearriveerde wethou der Geluk, nog enige tijd bijeen onder het genot van een kopje thee. 99 99 „Ik vind het zo'n enig spelletje, ik kan er gewoon niet mee ophouden!" Dat zegt een van de personen in het blijspel „Het eeuwig misverstand" van Sir James Bar- rie, waarvan het Rotterdams Toneel maan dagavond onder regie van Eric van Ingen een voorstelling in de Haarlemse Schouw burg gaf. Het is een merkwaardige, bijna autobiografische regel. Men heeft deze schrijver (reeds enkele jaren voor de twee de wereldoorlog overleden, maar om de een of andere onnaspeurlijke reden plotse ling teruggekeerd in de belangstelling van de Nederlandse theaterdirecties) al dikwijls vereenzelvigd met de titelheld van zijn „Peter Pan" de jongen, die niet volwas sen wilde worden. En ook in dit stuk, dat een halve eeuw geleden als „Alice sit-by- the-fire" zijn première in Londen beleef de, wordt de wereld der grote mensen be keken door een stel kinderogen. Misschien moet men de herontdekte aantrekkings kracht verklaren uit de eigenaardige mengeling van naïeve charme en Shaviaan- se humor, waarvan Barrie het recept bezat. Het zijn geen meesterwerken, die hij schreef. Zijn oeuvre hoort thuis in de cata logus van komedies der beschaafde gezel ligheid. Maar toch is er menigmaal iets bijzonders aan de hand, iets waarvoor het moeilijk valt een naam te bedenken. Ook in dit geval, waarvan de Nederlandse titel in de overigens voortreffelijk klinkende vertaling van Gerard Rekers te weinig het speelse karakter aanduidt. Dit blijspel is een lachspiegel van vele der levensge woonten uit het begin van deze eeuw en in het tweede bedrijf zelfs een regelrechte persiflage van de driehoeksverhoudingen uit de populaire toneelstukken van die periode en toch maakt het helemaal niet de indruk aan een bepaalde tijd gebonden te zijn. Integendeel: het staat er op een plezierige manier los van, het stijgt er in alle vluchtigheid boven uit. Het Nederlands Ballet heeft maandag avond, precies een kwart eeuw na haar overlijden in Hotel des Indes op bijna vijftigjarige leeftijd, de wereldberoemde danseres Anna Pavlova herdacht in het stampvolle Gebouw van Kunsten en We tenschappen in Den Haag, hetzelfde thea ter waar zij destijds haar tweede en laat ste tournee door ons land zou beginnen. De herdenking begon met het spelen van „Le Cygne" uit „Het carnaval der dieren" van Camille Saint-Saëns bij gesloten doek, waarop twee schijnwerpers waren gericht. Deze muziek was ook het laatste, dat men te horen kreeg: als begeleiding bij haar optreden in enkele proefopnamen als „De stervende zwaan" voor een Engelse film, die nooit is voltooid. Dr. L. Hornstra. voorzitter van de Kring van Nederlandse Danscritici, sprak enkele woorden ter inleiding. Hij herinnerde eraan dat Anna Pavlova een leven leidde van gestrengheid voor zichzelf, van toewijding aan haar kunst en bovenal van schoon heid. Wasdzi.il er niet geweest, dan zou de opbloei van het klassieke ballet nooit zo niogélijk "zijn gëweest als tlxans valt waar te nemen. Deze misschien niet te evenaren verschijning heeft ons geleerd, aldus spre ker, dat de dans in het theater geen leeg amusement is, maar een volwaardige kunst. Mevrouw Sonia Gaskell hield vervolgens een korte, maar treffende toespraak, waar in zij schetste hoe Diaghilev zich van am bassadeur der pure Russische kunst ont wikkelde tot een specialist van het West- europese theater, waartegenover Anna Pavlova altijd de waarde van de zuivere danskunst hooghield, zich alleen en zonder hulpmiddelen in staat honende gedichten van beweging voort te brengen. De door het British Film Institute te Londen afgestane montage van enkele fragmenten uit een rolprent in voorberei ding bewees ondanks of misschien juist door de betrekkelijke primitiviteit van de destijds beschikbare technische apparatuur op fascinerende en ontroerende wijze de unieke begaafdheid van Anna Pavlova, wier zeldzame persoonlijkheid zelfs via dit gebrekkige medium tot gelding kwam. Het was een heel bijzondere en stilmakende ervaring deze tijdens een repetitie gemaak te opnamen te zien. Weliswaar traden dooir.het gebruik van een stilstaande ca mera vertekeningen en verschuivingen op, maar over het algemeen kon men zich een beter beeld vormen van de eigenlijke dans dan in vele moderne films. De laatste meter van de gevoelige strook leverde nog een heel treffend effect: Anna Pavlova opstaande uit de sterfhouding van de door haar onnavolgbaar vertolkte zwaan en heel simpel on de lens toelopende met een armgebaar, dat blijkbaar de vraag uit drukte: „Moet het nog eens over, of was het zo goed?" Zelfs wie haar. zoals ik, nooit in werkelijkheid zag, voelde de nei ging in zich opkomen te zeggen: ja, het is goed geweest. Deze film diende ook om de legende te weerleggen, als zou Anna Pavlova geen voorbeeldige techniek hebben gehad. Al leen reeds haar snelle en exacte variaties als Columbine op het pizzicato uit „Sylvia" van Delibes bewezen het tegendeel. Als u voor het eerst of nog eenmaal haar won derbaarlijke lichaamsexpressie als „De stervende zwaan" wil zien, probeer dan toegang te krijgen tot de avond, die door de „Vrienden van het Nederlands Ballet" aanstaande zaterdag in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam wordt gegeven en waar deze twaalf minuten durende, on vergetelijke rolprent nogmaals wordt ver toond. Het aandeel van het Nederlands Ballet begon, heel toepasselijk als een demonstra tie van opgaan in de koele, heldere sfeer van het werk, maar helaas daar zelden of nooit bovenuit stijgend, met „Concerto Italiano" van Sonia Gaskell, op muziek van Bach, waarin Maria Huisman en Ja- nine van Thor de solisten waren. Hierna volgde een sterke uitvoering van „Pe- troesjka" van Fokine op muziek van Stra- winsky, waarbij men het orkest wel erg miste, doch waarin Aart Verstegen een grandoze uitbeelding van de titelrol gaf. De Moor van Conrad van de Weetering heeft sinds de première aanmerkelijk aan expressieve kracht gewonnen. 1-Iet gedeelte voor de pauze werd beslo ten met de pas-de-deux uit „Don Quichote" op muziek van Minkus in een aan Laurent Novikov toegeschreven choreografie. Joan Cadzow demonstreerde in dit duet, dat ook op het repertoire van Anna Pavlova stond, een waarlijk fenomenale techniek. Het was eigenlijk adembenemend variété en kwam daardoor bijna in strijd met de stelling, waarop deze avond was gebaseerd. Niette min dwong zij respect en grote bijval af door haar triomferend kunnen. Milorad Miskovitch was - als danser niet bijzonder opvallend, maar met een sympathieke al lure - haar voorbeeldige partner. In „Les Sylphides" op muziek van Chopin, een ideale overgang naar de film, kon ik Joan Cadzow. die zowel de prélude als de beide walsen aan het slot voor haar x-ekening nam, niet zozeer waarderen door een te veel aan geaffecteex-dheid. Jaap Flier was prachtig als de enige man in het zeer zui ver en in de gedroomde stemming werken de ensemble. In de pauze verdrongen de talrijke aan wezigen zich in de foyers, hopende een glimp op te vangen van de vele souvenirs aan Anna Pavlova uit de collectie van haar Nederlandse impresario. Ex-nst Krauss, die daar voor deze gelegenheid waren tentoon gesteld. DAVID KONING. „Volksonderwijs", afdeling Haarlem, be legt morgen, woensdagavond in gebouw „Cultura" aan de Jansstraat een algemene ledenvergadering. De agenda vermeldt behandeling dei- jaarverslagen van de secretaris en de pen ningmeester en de vex-kiezing van enkele bestuux-sleden. Aan de beurt van aftreding zijn mevrouw W. van Es-Jacobs, mevrouw M. E. Neudorfer-Meyer en de heer J. J. Voogd, die zich allen hei-kiesbaar stellen. Voorts is aan de orde gesteld de jubi leumactie ter gelegenheid van het feit, dat „Volksonderwijs" dit jaar 90 jaar bestaat. De Haarlemse wielerclub „De Kampioen" is zondag naar Willebi-ord (N. Br.) geweest en heeft daar een voetbalwedstrijd gespeeld tegen de plaatselijke wielervex-eniging „Wil lebrord Wil Vooruit", welke ontmoeting in een: vijftien overwinning voor de Haar lemmers is geëindigd. Barrie was een aartsromanticus, wiens levendige fantasie het jeugdige in ons nog steeds weet te bekoren. Jaren geleden heeft hij zelf in een lezing eens zijn werk voor het toneel gekenschetst als „verstop pertje spelen met engelen". Romantisch was ook de instelling, die hem een hemelse mislukking boven een aards succes deed verkiezen. Hij had iets van een beschei den sprookjesdichter, waarbij hij tevens als een navolger van Dickens de lach en de tx-aan liet samenvloeien. Aan Andersen doet trouwens de in dit stuk optredende figuur van de verteller denken, die niet alleen een kostelijk lesje geeft in wat „dramatische etiquette" wordt genoemd, maar ook het spelkarakter van de hele vertoning verdubbelt. „Het eeuwig misverstand" is een onder houdend niemandalletje, vol geestige trouvailles, over de hereniging van ouders, die ambtshalve in India hebben gewoond, met hun tot de jaren van verwarring der gevoelens gerijpte kinderen, die vrij zelf standig in Engeland bleven wonen. Het is de bij Barrie gebruikelijke omgekeerde wereld: in het eerste bedrijf zijn het de kinderen die hun vader en moeder ver wachten. De dwaze vex-wikkelingen ont staan, doordat de dochter des huizes op haar vijftiende jaar teveel toneelstukken heeft gezien, die volgens de normen der filmkeuring alleen voor personen boven de achttien geschikt zijn. Zij beziet het le ven door een de werkelijkheid verteke nende kijker en heeft een heerlijk-opwin dende drang zichzelf in bewogen situaties en dramatische rollen van zelfopoffei-ing te verplaatsen. Deze neiging vindt al spoe dig voedsel doordat haar moeder de groot ste moeite heeft „de vrouw te zijn die bij haar leeftijd past". Maar men ziet moeder en dochter samen volwassen worden en dat is een vrij amusant proces. Eric van Ingen. zo gemakkelijk de losse toon van de verteller vindend dat hij, al thans in Utrecht waar ik onlangs de opvoe ring zag, niet altijd verstaanbaar bleef, heeft dit blijspel in de gewenste trant der vermakelijke overdrijving geregisseerd. Ann Hasekamp was prima als het opge wonden kindvrouwtje met Adolf Rijkens als haar autoritair-bezadigde echtgenoot en Peter Holland als de vermeende, zich van geen kwaad bewust zijnde minnaar. Een goede bezetting, waartoe ook Jetty van Dijk-Riecker en Marianne van Wa- veren als „nurse" en dienstmeisje gerekend moeten worden. En dan is het Rotterdams Toneel zo gelukkig over een paar jonge krachten te beschikken: Marianne Rector. Ria Vroemen en Manfred de Graaf, die het kinderlijke element de gewenste natuur lijkheid geven, zelfs met talent. Friso Wie" ger^mn ontwiex-p décors in toepasselijke stijl. DAVID KONING. Op de secretarie te Heemstede ligt een ontwerp ter inzage van een uitbreidings plan voor het R.K. zusterhuis „Bosbeek" aan de Glipperweg 91. Het geldt hier een zeer aanzienlijke uitbreiding van het reeds bestaande huis met twee aanbouwen, waar door in de toekomst 2700 vierkante meter van het landgoed „Bösbeek", grenzend aan Groenendaal, bebouwd zal zijn. In dit huis is een groep x-ustende x-oomsl katholieke zusters gehuisvest en het is de bedoeling, dit aantal sterk uit te breiden omdat een dex-gelijke inrichting in Scheve- ningen zal worden opgeheven. De vleugels zullen voor een groot deel twee verdiepin gen ~n een zolderverdieping hebben en de maximum hoogte zal 12 meter zijn. Er zal ook een kapel aan het geheel wox-den toe gevoegd. Voor het plan werd reeds over leg gepleegd met de stedebouwkundig ad viseur van de gemeente Heemstede, ir. W. F. Schut, de Provinciale Planologische Dienst en de directies Noordholland van Wederopbouw en Rijkswaterstaatwier goedkeuring werd verkregen. Een 27-jarige huisvrouw uit Koog aan de Zaan heeft in december op een morgen haar overbuurvrouw in blinde woede het woox'd „waterchinees" toegevoegd en de politierechter te Haaxriem vorste heden morgen naar haar motieven voor nu juist déze aanduiding van haar overbuurvrouw, die toch wel een bijna geijkt Nederlands type was. „Waarom kwam dit in uw ge dachten op?" vroeg hij. „Zo maai", edelachtbare", antwoordde de vrouw. De politierechter noemde toen een aan tal krachtige alledaagse scheldwoorden en voegde er de vraag aan toe: „waarom zei u niet gewoon zoiets?" „Ik zal wel uitkijken, edelachtbare, dan is het belediging", luidde het verhelderen de antwoord. „Juist, u zei dus waterchinees omdat u hoopte, dat het haar wel zou grieven, maar dat het géén belediging was", aldus de politierechter. ,,'t Was moeilijk om helemaal niets te zeggen", zo sprak de vrouw, „want al drie jaar lang probeerde ze me uit te dagen door allerlei treiterende opmerkingen en gemene grimassen. En nou had ik pas mijn haar laten permanenten en toen ik langs liep wi.s 't: ach, kijk es, wat móói, dag lie verd - enzovoort". „Dat is toch vriendelijk van uw over buurvrouw?" zei de politierechter kwasi- argeloos. „Jahou der in de gaten", reageerde de verdachte fel. De officier moest echter concluderen, dat het woord waterchinees moeilijk als een belediging kon worden beschouwd; dat zou hoogstens nog gaan indien de over buurvrouw hetzij haar man van enigerlei Aziatische herkomst waren geweest. En ook de politierechter moest dat wel beamen, zodat hij conform de eis tot vrij spraak concludeei-de, echter met het advies aan de verdachte en haar overbuurvrouw om zich in het vervolg wat meer als grote mensen te gedragen. ADVERTENTIE Woensdags „Dancing by Candlelight" m. medew. v. internationale artisten 55 Duizenden Egyptische vrouwen hebben tijdens een dankdemonstratie in Cairo hulde gebracht aan premier Nasser, na zijn aankondiging, dat de Egyptische vrouwen stemrecht zullen verkrijgen. Op deze foto zien we de premier lachend voor de ovatie danken. De sleepboot „Holland" van Doeksen op Terschelling is er gisteren in geslaagd de Noorse 896 ton nietende „Svanholm" naar de Engelse kust te slepen. Gistermiddag was de sleep ongeveer negentig mijl gevor derd en had de „Holland" naar de Londen- se haven nog ruim honderd mijl voor de boeg. Om twaalf uur gistermiddag was men bij het lichtschip Outer Dowsing. In deze buurt, ten oosten van Grimsby bij drivier Humber, brak de sleepdraad. De beman ning van de „Holland" slaagde er echter in weer vrij spoedig contact te maken. Van deze gelegenheid maakte men tevens ge bruik om een motorpomp aan boord van de nog steeds met slagzij op de houtlading drijvende „Svanholm" te brengen. Ook het aantal runners werd uitgebreid. Aan boord van de Noor bevinden zich nu zes Noren, waaronder de kapitein en voorts een ma troos en inspecteur van Doeksen. Men hoopte vanavond in Londen aan te komen. Wageningen. Ir. J. Weits te Wageningen is gepromoveerd tot doctor in de landbouwkun de op een proefschrift getiteld: „De Antira- chitische werking van Nederlandse Vee voeders in verband met het Antagonisme tussen Cotogeen en Vitamine D". Leiden. Doctoraal examen II Geneeskunde: H. S. Cohen, Venlo; E. J. M. Crabbendam, Zandvoort; H. T. E. 'Hoedt, Leiden; P. E. Madji, Leiden; G. W. Meeuwisse, Rotterdam; L. N Nieuwenhuizen, Scheveningen; P. C. van Remundt, Leiden; W. A. Versteegh, Oegstgeest. Semi-ai-ts examen: mej. M. J. Fontein, Haarlem; O. E. Awani, Scheve ningen; F. Engel Den Haag; D. Frowein, Den Haag: H. Heering, Zierikzee; I. A. D. Hoh- berger Oegstgeest; A. S. Muller, Laren (N.H.). Artsexamen: mej. M. A. A. G. Schaap, Venlo; J. G. H. Karis, Dorwerth; H. Mass (USA); E. Schwalben (USA); H. W. B. Stoel, Scheveningen; R. A. van Tyn, Leiden. Utrecht. Kandidaatsexamen Tandheelkun de: W. Bernasco, Leeuwarden; P. P. Th. I. Bremer, Utrecht; I. A. Flu, Amsterdam; A. Groeneveld, Rotterdam; R. R. Ho Meau Long, Utrecht; mej. L. Kaas, Amsterdam; mej. G. W Kousemaker, Zeist; mej. Liem Hiang Nio, Delft; C. H. Philipszon, Utrecht; J. F. H. Ris, Utrecht; R. F. Sinjorgo, Deven ter; M. Snijders, Enkhuizen; A. H. W. P. Theunissen. Amstei-dam. Kerkelijk examen: mej. S. R. C. van Kempen, Zeist; D. W. Koel man. Den Haag; G. Verschragen, Utrecht; G. A Ode, Goes; P. Retebrij, Oudzuilen; J. Roebers, Utrecht; C. J. Janssen, Utrecht; mej. J. J Spoelstra, Zeist. M. J. Voorn is gepromoveerd tot doctor in de Wis- en Natuurkunde op een proef- schx-ift getiteld: „Complex-Coacervation". Delft. Kandidaatsexamen voor Werktuig kundig Ingenieur: P. A. van Zijl Langhout, Veenendaal; Kandidaatsexamen voor Schei kundig Ingenieur: J. W. Aeijelts Averink, Boekelo; W. J. van Asselt (met lof), IJssel- muiden; H. A. Boer, Apeldoorn; W. H. Bos, Delft; W. H. de Graaf, Rotterdam; J. C. Hoogeveen, Eindhoven; M. J. Kleinjan, Rot- tex-dam; J. T. Knegtel (met lof), Oegstgeest; A. de Koning, Rotterdam; G. H. Kroes, Nij megen; A. Langejan, Rotterdam; A. Laport, Vliessingen; B. G. Linsen, 's-Gravenhage; II. J. Maat, Enschedé; F. G. ter Moi's, En schedé; J. M. de Muinck Keizer, Leiden; R. N. Plooijer, 's Gravenhage; G. A. Roovers, Rijen; A. H. de Rooij, Delft; J. J. M. Rijp- kema. Blex-ick; L. P. Savelkoul, Roermond; A. Schreuders, Rottei'dam. H. J. Vegter, Dordrecht; C. A. Verbraak (met lof), Delft; M. Veth, Haarlem; G. S. van Welie (met lof), 's-Gravenhage; C. F. Weijn, Delft; J. van Willigen, 's-Gravenhage. Nijmegen. Doctoraal examen Wijsbegeerte: (cum laude): pater J. Th. C. Arntz, O. P., Nijmegen. Maandagmorgen om tien voor zeven heeft er een aanrijding plaats gehad op de Rijksstraatweg nabij de Spaarnrijk- straat in Haarlem-Noord tussen een per sonenauto en een motorbakfiets. De bestuurder van de auto heeft, aldus de politie, waarschijnlijk niet gezien, dat de berijder van de bakfiets zijn hand uit stak om linksaf te slaan. De auto reed de bakfiets van achteren aan waarna niet minder dan 350 liter melk over de straat vloeide. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 9