B. en W. streven krachtig naar een
modernere personeelsorganisatie
Scherpe aanval in Haarlemse raad op
investerings-beperkers „in de ruimte"
Meeuw vastgevroren in Leidsevaart
Begroting in Haarlems raad
Gemeentebestuur zal de vijfde mei
consequent in ere blijven houden
Verhouding overheids-
en bedrijfssalarissen
Carnaval en Spencer
Motie-Lucas in wezen boerenbedrog"
Oud zeer van verwerping eenhoofdige
B en W-voordracht blijft schrijnen
11
Vrijere loonvorming
voor gemeentepersoneel
„Doorloop**-regeling
Pleidooien voor langere
openstelling secretarie
„Genieentelonen zijn
heus niet zo slecht"
Geen „dienstje** maar
wel assistenten
li Gaat de raad verzitten
Bedrijfspsycholoog nodig?
Investeringsduel
Boerenbedrog
Geen „dappere
ongehoorzaamheid
Verwijt van wethouder
Happé
VRIJDAG 10 FEBRUARI 1956
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHECOURANT
De discussie over het hoofdstuk Algemene Zaken van de Haarlemse gemeen
tebegroting voor 1956, die in de raadsvergadering van donderdagmiddag
werd begonnen, heeft nog eens duidelijk het stellige voornemen van B. en W.
doen blijken om de personeelsorganisatie en de uitvoering van diverse ge
meentelijke taken in sterke mate te moderniseren. Daarvan getuigde de
repliek van wethouder Bakker (A.R.) op de opmerkingen die enige raads
leden hadden gemaakt over de aanstelling van een taak-analist, een maat
schappelijke werkster en een bedrijfspsycholoog in gemeentedienst. Verder
verdienden vooral enige punten uit het antwoord, dat de voorzitter, mr. O. P.
F. M. Cremers, aan verschillende sprekers gaf, vermelding. Ten eerste,
dat B. en W. het vaste voornemen hebben om er het hunne toe bij te dragen,
dat de vijfde mei voor Haarlem haar volle betekenis zal behouden en dat de
viering van deze dag op een waardig peil zal blijven staan. De aandrang, die
van verschillende kanten werd uitgeoefend op een langere openstelling van
de secretarie voor het publiek, was echter voorshands vergeefs: de voorzitter
betoogde, dat dit, gezien de mate van belangstelling ervoor en de vele andere
taken van de secretarie, niet nodig en ook niet wenselijk was.
In een speciale uiteenzetting over de
ambtenarenzaken, waarmee hij de be
schouwingen over het hoofdstuk Algemene
Zaken opende, maakte de heer Janssen
(Arb.) de inleidende opmerking, dat het
debat over de verhoging van de gasprijs
en het onderzoek inzake de gasproduktie
in de gemeente klaarblijkelijk enige on
gerustheid heeft veroorzaakt onder de bij
dit bedrijf werkzame ambtenaren. Dit was
voor hem aanleiding te verklaren, dat zijn
fractie steeds ten volle de menselijke kant
van de zaken, dus de positie van de amb
tenaren, in het oog zal weten te houden.
Hij klaagde er over, dat het besef van de
noodzakelijkheid van krachtige organisatie
in ambtenarenkringen nog zo vaak ont
breekt, dat .„de ambtenarenvakbeweging,
behoudens de bonafide organisaties, een
toonbeeld van wanbegrip en versnippering
is" en dat 170.000 georganiseerde ambte
naren in ons land buiten elk centraal ver
band staan. Hij herinnerde voorts aan de
conclusie van 31 januari van drie loon-
deskundigen, dat er in het algemeen niet
van een ongemotiveerde discrepantie tus
sen de lonen van het overheidspersoneel
en van het personeel in het particuliere
bedrijf kan worden gesproken. Hij memo
reerde de reacties, die deze uitspraak
heeft gewekt en voegde er aan toe, dat ook
aan het beloningssysteem van de gemeen
telijke overheid bezwaren kleven. Hier
ligt zijns inziens primair een taak voor de
vakbeweging, maar ook het gemeentebe
stuur zou zich over de grote lijnen van
dit vraagstuk kunnen verstaan met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De heer Janssen herhaalde een reeds
eerder door hem gestelde vraag of er geen
aanleiding bestaat het personeelsbeleid
meer te concentreren, ook wat de dien
sten, bedrijven en afdelingen betreft. De
omvang van het ambtenarenkorps is, naar
hij zeide, zozeer toegenomen, dat het ge
vaar bestaat van een onderling verdeeld
personeelsbeleid. Hij bepleitte voorts be
perking van het aantal arbeidscontrac
tanten.
Hij prees de consequente houding van
B. en W. inzake de 5-meiviering en drong
er op aan, dat de Bevrijdingsdag een waar
dig feest zal blijven. Voorts zeide hij nog
onder meer dat de gemeente de 4% vakan
tietoeslag voor het overheidspersoneel, zo
dra het k.b. daaromtrent is uitgevaar
digd, zo spoedig mogelijk ook voor Haar
lem dient te verwezenlijken.
De heer Loerakker (KVP) vond het
een veeg teken dat er meer arbeidscontrac
tanten onder het gemeentepersoneel pa-
raisseren dan in voorgaande jaren. Hij
had in het onlangs verschenen rapport
van loondeskundigen geen hoopvolle pers
pectieven kunnen ontdekken. Een betere
loonregeling van het gemeentepersoneel
mag zijns inziens niet vertraagd worden
door dreigementen (in genoemd rapport)
als het ontbreken van een goede werkclas-
sificatie; in een perticuliere onderneming
worden de eventuele bedrijfseconomische
gebreken toch ook niet door de werknemers
betaald?
De regering, die aan de ene kant een
soepele toepassing van het gratificatiebe-
sluit (volgens artikel 126 van de Ambte
narenwet) aanbeveelt, treedt nochtans, on
der andere in Eindhoven, streng op tegen
overtreders van deze bepaling. Voor de
huidige ziekte- en studiekostenregelingen
had de heer Loerakker alle lof. De onbe
vredigende salarissen van de kleine, mid
delbare en hogere armbtenaren schaden
in hoge mate de gemeentebelangen. Een
mogelijkheid tot vrije loonvorming zou
naar zijn mening veel verbetering kunnen
bewerkstelligen.
Wat de kwestie der vakantie-toeslagen
betreft sloot hij zich aan bij hetgeen de
heer Janssen (P.v.d.A.) hierover betoogd
had. De door deze bepleitte langere open
stelling der secretarie voor het publiek
achtte de KVP-fractie een redelijk voor
stel dat zij gaarne zal steunen.
De heer S i 1 v i s (AR) sloot zich aan bij
het verzoek van de P. v. d. A. en de KVP
om de secretarie ook tijdens de middag
pauze voor het publiek open te stellen.
Aanknopend aan wethouder Bakkers
mededelingen over de onderbezetting van
de gemeentediensten constateerde hij dat
het personeelstekort wel tot op zekere
hoogte zal samenhangen met de lage amb
tenaarssalarissen. Misschien is er zonder
stoornis door hogere instanties toch al iets
te doen aan het loonbeleid, in welk ver
band de heer Silvis onder andere dacht
aan een „doorloop"-regeling. Na een be
paald aantal dienstjaren zouden compe
tente ambtenaren dan automatisch in een
hogere salarisklasse overgeheveld kunnen
worden.
Voor de aangekondigde arbeid van een
taak-analist was de AR-woordvoerder niet
helemaal gerust. Moest er nog helemaal
begonnen worden met het vaststellen der
bedrijfsanalyses voor het gemeenteperso-
tariefloon van het personeel te komen, dan
zou de heer Silvis dit van harte toejuichen,
maar hij zag ook schaduwzijden. Voor vele
functies zou tariefloon niet mogelijk zijn;
moet men dan de regel gaan huldigen: de
ene ambtenaar wel, de andere niet en zo
„schele ogen" maken? Bovendien hoopte
hij dat B. en W. zich bij dit alles voor
ogen zullen houden dat werknemers ook
mensen en schepselen Gods zijn en dus
niet alleen naar maatstaven als efficiency
en „nuttig redement" gemeten mogen
worden. Overigens zou de heer Silvis
gaarne vernemen of het georganiseerd
overleg in deze zaken gekend wordt.
Ook de heer Hennevelt (Comm.) trad
op als pleitbezorger voor het gemeenteper
soneel, dat zijns inziens niets hoeft te
hopen van het „van ondeskundigheid ge
tuigende rapport der salariscommissie van
minister Beel". Vele gemeente-ambtenaren
geven een jarenlange positie met pensioen
rechten en alles prijs „omdat zij van hun
karige beloning hun gezin niet meer on
derhouden kunnen" Het is volgens hem
hoog tijd de inhoud der gemeentelijke loon
zakjes, hoe dan ook, te verbeteren. Hope
lijk zou Haarlem in navolging van andere
gemeenten een herfst- of andere extra
gratificatie aan het personeel willen uit
reiken en zou ook de vakantietoeslagkwes
tie nu spoedig door de regering worden
opgelost.
De heer Hennevelt bepleitte voorts een
vollediger beantwoording van schriftelijke
vragen door B. en W., een bevolkingson
derzoek op reumatiek en meer werkpauzes
in geval van een nieuwe koudegolf
voor het gemeentepersoneel in de buiten
diensten. Zijn fractiegenoot de heer Pro
per opperde de gedachte, dat B. en W. op
grond van het Ambtenarenreglement spe
ling genoeg hebben om direct tot gratifi
catie-uitkeringen voor bijzondere presta
ties aan het overbelaste deel van het ge
meentepersoneel over te gaan.
De heer Wensink (CH) behoorde tot
degenen, die een langere openstelling van
de secretarie en een vroegere gelegenheid
tot inzage van de stukken voor het pu
bliek voorstonden. Hij had met belang
stelling kennis genomen van het voor
nemen van B. en W. om voorlopig geen
ingrijpende maatregelen voor verplaatsing
van de raadszaal te nemen en achtte een
gedeeltelijke invoering van een vijfdaagse
werkweek voor het gemeentepersoneel niet
schadelijk. Het salarisbeleid van de over
heid achtte hij in het algemeen wat star
in tegenstelling tot dat in het bedrijfs
leven.
De volgende spreekster, mevrouw
S c h e 11 e m aC o n r a d i (VVD) klaagde,
dat het systeem van schriftelijke vragen
langzamerhand geworden is tot een ge
legenheid tot verkapte interpellaties. Ook
zij bleek sterk geporteerd voor een langere
openstelling van de secretarie op zater
dagen. Het tempo van de uitvoering der
raadsbesluiten was naar haar oordeel vaak
te traag, omdat men zich haars inziens te
veel liet beheersen door de toestand op de
arbeidsmarkt.
De voorzitter, mr. O. P. F. M. C r e-
m e r s, begon de beantwoording van de
kant van het college met de toezegging,
dat B. en W. er het hunne toe zullen bij
dragen, dat de feestviering op de vijfde
mei niet zal afzakken en prees zich ge
lukkig, dat Haarlem mèt Wageningen de
gemeente was, waar de meeste aandacht
aan het feest van de bevrijding is geschon
ken.
In antwoord op de vragen van de heer
Hennevelt (Comm.) zeide hij, dat B. en W.
hun functionarissen in de kou goed be
denken: de verkeersagenten hebben een
plankje tussen hun zolen en het ijskoude
wegdek gekregen en er zullen van vandaag
af vuurpotten branden bij de andere ge
meentelijke activiteiten op straat.
De raadsleden die een langere openstel
ling van de secretarie wensten, moest de
voorzitter teleurstellen. De openings
uren blijven ongewijzigd omdat een eerder
onderzoek reeds heeft uitgewezen, dat een
langere openstelling, gezien de belangstel
ling ervoor en gezien de vele andere ta
ken van de secretarie onnodig en onwense
lijk is. Ook een eerdere ter visie legging
van de stukken voor het publiek stuit op
praktische bezwaren: de ambtenaren zou
den in dat geval te weinig tijd overhouden
om de zaak uit te werken.
Wat de behandeling der schriftelijke
vragen betreft, zeide de voorzitter hierover
spoedig een voorstel aan de fractievoorzit
ters voor te zullen leggen.
Vooral de wethouder van Personeelsza
ken, de heer Bakker (AR) had heel wat
vragen te beantwoorden. Hij begon met op
te merken, dat de totstandkoming van een
regeling voor studietoelagen een enorme
belangstelling bij het gemeentepersoneel
had gekregen, een verheugend verschijn
sel, waarbij het college echter nauwlettend
zal toezien of van de geboden mogelijk
heden ook met voldoende toewijding ge
bruik zal worden gemaakt. Wat de ver-
neel en zouden hierbij behalve de techni-houding tussen de lonen in het overheids-
r^nU C l 1 .1 - 4 4. - It t-\ n v> V> i m,< n 1-v r. J „i 1 f Lr,i «mfl frtrv vn rl W r. ,,,/nI
sche functies ook de administratieve be
schreven worden? Als het mogelijk zou
zijn, via deze taakanalyses tot een directer
verband tussen prestatie en beloning zoals
en het vrije bedrijf betreft, toonde de wet
houder zich niet pessimistisch. Kan in
het particuliere bedrijf wat meer met de
prestatie rekening worden gehouden, bij de
gemeente is dat toch ook mogelijk door
promotie. Er blijven natuurlijk ambtenaren
achter, die krachtens hun functie vrijwel
geen mogelijkheid tot promotie hebben,
maar met het oog daarop is in verschei
dene gevallen het loon opgevoerd tot het
maximum, dat binnen de salariëringsscha
len mogelijk is. Stunts als een algemene
loonsverhoging met 3%, waar de heer
Proper op doelde, achtte hij alleen op zijn
plaats in politieke propaganda maar niet
als een doeltreffende tegemoetkoming van
de gemeentelijke overheid aan haar per
soneel. Evenzeer achtte hij de suggestie
van de heer Loerakker om de functionele
waardering' van de gemeente-ambtenaar
hoger te gaan stellen dan die voor de
rijksambtenaar onjuist.
De wethouder voelde alles voor moder
nisering van het personeelsbeleid: daaruit
was ook de aanstelling van een taak-
analist, een maatschappelijke werkster en
een bedrijfspsycholoog in gemeentedienst
voortgevloeid. Aan een taakanalyse kan
ook een andere werkclassificatie vastzitten,
vandaar, dat hier een grote voorzichtig
heid is geboden. De aanstelling van een
bedrijfspsycholoog wordt, naar hy in ant
woord op de vraag van mevrouw Schelte-
maConradi zeide, zeker door de huidige
personeelssterkte gewettigd. Het zal geen
speciaal „dienstje" worden, maar de man
zal zich wel door een paar assistenten
moeten laten bijstaan, aldus de heer Bak
ker.
Aan het grote aantal van de arbeids
contractanten onder het gemeentepersoneel
valt, naar hij zeide, moeilijk te ontkomen:
het zijn vooral vrouwelijke personeels
leden, die niet in de pensioenregeling
wensen te worden opgenomen, seizoen
arbeiders en nieuwelingen. De 4% vakan
tietoeslag zal naar hij de heren Janssen
en Loerakker toezegde inderdaad, nadat
zij voor het rijkspersoneel van kracht is
geworden, ook zo spoedig mogelijk voor
3<>oo<>3oooooocoocoo<xx>occocoooooccoocoooccctto:coococoococ
Van verschillende kanten is donderdag-!"-
o middag bij de behandeling van heü
3 hoofdstuk Algemene Zaken van de be-
groting de aandacht gevestigd op de
huidige indeling van de raad, die op het 3
ogenblik in akoestisch opzicht zeker
3 niet voldoet. De voorzitter zegde 8
een onderzoek naar de mogelijkheid-
van een nieuwe indeling toe en zeide S
gaarne eens een proef te nemen met
verschillende opstellingen, waarbij amb- 8
tenaren als figuranten zouden kunneni
0 optreden. 3
j Het is dus niet uitgesloten, dat de raad 3
-j in zijn geheel zal gaan verzitten. Het is 3
v te hopen, dat sommige sprekers, die be-
i, paald niet met een Stentorstem zijn be-
gaafd, daardoor ook beter in het ge-
8 hoor komen te „liggen" bij de perstri-
3 bune.
8
ooooocxx>ooocxx»cooc>oooooooooo<x)caxcoo3oc<xx>cc<xx>oow:ccc
het gemeentepersoneel worden doorge
voerd. Voorts zegde de wethouder een
onderzoek toe naar de mogelijkheid van
een gedeeltelijke invoering van een vijf
daagse werkweek, in die zin, dat er om
de maand één vrije zaterdag wordt ge
geven. De wens van de heer Hennevelt
voor een extra beloning voor de zand-
strooiers, was, naar hij zeide. niet voor
verwezenlijking vatbaar. Er zijn ook zo
vele andere mensen in gemeentedienst,
van wie minder spectaculaire maar even
zware inspanning worden gevergd, dat
men dan ook die extra zou moeten gaan
belonen. Overigens krijgen de zand-
strooier, naar hij zeide, honderd percent
vergoeding voor hun nachtelijke overwerk -
uren.
De motivering die B. en W. haar ge
geven hadden voor de aanstelling van een
bedrijfspsycholoog met de mededeling dat
er „voldoende doeltreffend werk voor een
dergelijk functionaris zou zijn te vinden,
achtte deze spreekster nogal wonderlijk.
Zij vroeg zich af of dit strikt nodig was
en sprak voorts haar beduchtheid uit, dat
de benoeming van één persoon hier weer
zou gaan leiden tot een klein dienstje. Ten
slotte is dat bij de benoeming van een
ambtenaar voor het maatschappelijke op
bouwwerk ook zo gegaan, zeide zij.
ADVERTENTIE
O VER. 2>E K.L£IN£ GÊVOÊGENS DÊS LEVEf\l5
De Vastenavondviering is voor milli-
oenen het toppunt van levensvreugde.
Zij is zo'n oeroude traditiedat sommigen
zelfs menendat ze afstamt van de
Bacchusf eesten der oude Grieken. Daar
namen zelfs de heidense goden actief
aan deel en de dochters van koning
Minyas, die op een keer geen zin hadden
mee te doenwerden door hen tot straf
in vleermuizen veranderd.
U bent gelukkig geen oude Griek. En
als U het rustige genot van een Spencer -
een genot dat óók een traditie ge
worden is - verkiest boven uitbundig
feestgewoel, dan kunt II dat ongestraft
doen.
99
Voordat de gemeenteraad van Haar
lem gisteren een begin maakte met de
behandeling dér afzonderlijke hoofd
stukken van de begroting hebben en
kele leden nog wat nagepraat over de
algemene beschouwingen. De eerste
van deze sprekers was de heer W e n-
s i n g (C.H.), die ook tot de conclusie
gekomen was dat het nuttig zou zijn
als men in den vervolge de beschik
king kreeg over een volledige ambte-
narenlijst, opdat de raad op de hoogte
zou blijven van alle bewegingen van
het gemeentepersoneel en de leer-
kraeh'en.
Onder de prioriteit van de woning
bouw wilde de C'.H. fractieleider ook
de noodzakelijkste scholenbouw rang
schikken: het eerste gedeelte van het
Coornhertlyceum was bijvoorbeeld uit
het aandeel bekostigd, dat de gemeen
te van de woningbouwpremies ont
vangt.
Plet wilde er bij de heer Wensing niet in
dat de arbeiders en materialen uit de lam
gelegde utiliteitsbouw niet naar de wo
ningbouw over te hevelen zijn. Het ont
stellende feit dat het woningtekort-cijfer
in 1955 slechts met 70 verminderd is, lag
hem bizonder zwaar. Maar ook als men elk
jaar enkele honderden gevallen meer kon
helpen, dan nog zullen wij over twintig
jaar niet van de woningnood af zijn. Rap
porten als dat over woningdifferentiatie
waren heel nuttig, maar voorshands was
men meer gebaat bij kwantiteit dan bij
welke andere normen ook in de woning
bouw.
Sprekend over het investeringsplan ad
25 miljoen zei de heer Wensing in te zien,
dat de achterstand van Haarlem op het
gebied van openbare werken grote inves
teringen noodzakelijk maakt. Toch vroeg
hij zich af en dit niet uit bewondering
voor de motie-Lucas of het niet van wijs
beleid getuigen zou, als Haarlem zich op
dit stuk enige beperkingen oplegde. Op
welke punten of onderdelen die beper
kingen gevonden moeten worden, daar
over had zijn fractie geen mening, maar
dit zou wellicht gelijk hij ook woensdag
al betoogd had in gezamenlijk overleg
der fracties kunnen worden bepaald.
Tegen deze suggestie van de C.H.-fractie-
leider kwam de heer M e n s i n k (P.v.d.A.)
in liet geweer. „Waarom'', zo vroeg deze,
„werd de motie-Lucas niet ingediend ter
wijl de Kamer b.v. de Waterstaat-begro
ting behandelde? Dan had de heer Lucas
zijn bezuinigingsmotie meteen op het Del
taplan of op andere concrete overheids
investeringen kunnen betrekken. Inplaats
daarvan kwam hij ermee voor de dag toen
de Kamer Financiën onderhanden had. Bij
gevolg bleef zijn motie een lege frase en
een gebaar in de ruimte, dat tot niets ver
plicht: een stuk boerenbedrog.
Precies zo zag de heer Mensink het be
zuinigingsdenkbeeld van de C.H. fractie.
Laat de heer Wensing de raad precies ver
tellen, hoe er zijns inziens bezuinigd
zou kunnen worden op onze investeringen,
maar zich niet verschuilen achter vaag- en
algemeenheden, zo riep hij uit.
De heer Wensing (C.H.) sprak in
tweede instantie nog over het inflatiege
vaar en verzocht B. en W. daarmee vooral
bij de zorg voor de bejaarden rekening te
willen houden. Voor de voorzichtige toe
zegging van wethouder Bakker omtrent
een onderzoek naar de mogelijkheid van
bijbel-onderwijs op de scholen was hij
dankbaar, evenals voor diens bereidheid,
het vraagstuk subsidie voor kerkbouw te
zijner tijd eens nader te bezien, al ver
moedde de C.H. woordvoerder hier wel
vele technische en principiële voetangels
en klemmen.
De toenemende „verzuiling", waarover
de heer Albrecht (P.v.d.A.) woensdag
geklaagd had, achtte mr. Wensing mede te
wijten aan het streven van bepaalde groe
peringen ter linkerzijde, waarop het P. v.
d. A.-raadslid in kwestie repliceerde, dat
men hem op dit gebied wellicht misver
staan had. „Wij hebben alleen gewaar
schuwd", aldus de heer Albrecht, „voor
een teveel aan „opdeling" van ons volk op
charitatief, cultureel en sociale zorg-ter-
rein". Overigens zou samenwerking alleen
„aan de top" volgens hem weinig uithalen;
de coördinatie op de betrokken gebieden
zou op ieder niveau veel vollediger kun
nen zijn.
De heer Mensink (P. v. d. A.) vroeg
voorts aandacht voor de positie en de bi-
zondere lasten van Haarlem als centrum
gemeente, mede in verband met de ont
wikkeling aan de IJmond. Misschien kan
deze positie Binnenlandse Zaken ervan
overtuigen dat Haarlem op grond van zijn
bizondere structuur in aanmerking be
hoort te komen voor een extra-uitkering
volgens de bestaande rijksregeling.
Met de suggestie terzake van een pre
advies omtrent kerkbouw-subsidie kon
sprekers fractie instemmen. Principiële
moeilijkheden op dit gebied zouden naar
zijn mening wel overkomelijk zijn, maar
de technische zijde zou wel meer proble
men bieden, meende de heer Mensink.
Ook in de duplieken van de zijde van
het college kabbelde het gesprek over de
„verzuiling" donderdagmiddag nog even
rustig door: wethouder Bakker (Arb.)
erkende gaarne, dat men zoveel mogelijk
samenwerking dient te zoeken, maar juist
bijvoorbeeld in gezinszorg en gezinshulp
kunnen zich de praktische bezwaren van
verschillen in levensbeschouwing naar hij
zeide sterk voordoen. Hij toonde de onmo
gelijkheid van eenheid op alle terreinen
aan met behulp van een persoonlijke erva
ring. Wat de financiële verhouding met
het rijk betreft onderschreef hij de mening
van de heer Schipper (K.V.P.) dat hier
sprake is van een volkomen nieuwe situa
tie. Daarom zegde hij grote voorzichtig
heid van B. en W. toe. Het is echter niet
zo, dat B. en W., zoals de heer Proper had
geconstateerd, een houding van „dappere
ongehoorzaamheid" zouden hebben inge
nomen door voor het tekort te putten uit
de saldi-reserve. „Het was alleen maar
een aanvaarding van onze verantwoorde
lijkheid", zo zei hij. „Wij geloven niet, dat
Den Haag daarom deze begroting zal af
keuren; de regering zou bijvoorbeeld wel
om een toelichting kunnen vragen".
Wat de subsidie voor kerkbouw betreft,
verklaarde hij in antwoord op de opmer
kingen van de heren Spek, Mensink
en Schippers, dat B. en W. even
tueel bij een te lang uitblijven van het rap
port van de commissie-Sassen over deze
aangelegenheid zelf met een ontwerp voor
een regeling in deze zaak zullen komen.
Een objectieve norm zou bijvoorbeeld zijn
het alleen ter beschikking stellen van
grond voor kerkbouw. Wat de aanmoedi
ging van verenigingen door verlaging van
de vermakelijkheidsbelasting betreft, die
door mevrouw S c h e 11 e m a-C o n r a d i
(V.V.D.) was bepleit en waarvoor door de
heer Spek (A.R.) integendeel was ge
waarschuwd, herhaalde hij dat B. en W. al
een eind op deze weg zijn. Over het steeds
terugkerende beding, dat het rijk bij zijn
subsidies maakt omtrent het aandeel, dat
dan óók de gemeenten dienen te geven, be
loofde de wethouder een informatie in
Den Haag.
Het meest opmerkelijke in het betoog
van wethouder Happé (Arb.) was een
reeds woensdag geuite grief tegen de heer
Schipper (KVP) en de meerderheid van de
raad. die destijds de eenhoofdige voor
dracht voor een directeur van openbare
werken afstemde.
De heer Schippers had in tweede in
stantie hierover opgemerkt, dat het hem
verwonderd had, dat B. en W. nog steeds
niet met een nieuwe voordracht waren
gekomen. Thans verklaarde de wethouder,
dat hij nu ook nog hier en daar van raads
leden de opmerking had gehoord, dat zij
deze voordracht „op formele gronden"
hadden moeten afstemmen. „Dat zou nóg
erger zijn geweest, waar het ging om zulk
een belangrijke benoeming voor deze ge
meentedienst", zo zeide hij, „ik heb het
zélf dan ook zo gesteld, dat de raads-
meerderheid hier op grond van een op
zichzelf juist principe niet meer meeging.
Formeel was deze inderdaad niet in staat
tot het treffen van vergelijkingen met an
dere candidaten, maar in de praktijk zijn
wel degelijk alle inlichtingen verstrekt".
Hij verklaarde tenslotte hierover, dat
deze verwerping door de raadsmeerderheid
„ontstellende" gevolgen voor de verdere
gang van zaken had gehad, waarvoor hij
inderdaad de genoemde raadsmeer derheid
verantwoordelijk stelde.
Wat de gemeentelijke investeringen be
treft, herhaalde wethouder Happé: „Wij
schuiven niet, maar we worden gescho
ven". Het grote nadeel blijft dat de ur
gentie niet centraal kan worden bekeken.
Het is juist bij de kleinere objecten (be
neden 100.000.dat de gemeenten
mede moeten kunnen beoordelen, wat wel
en wat niet urgent is. Bij projecten van
nationale betekenis komt de rijksvergoe
ding meestal wel vlot. Bij de bespreking
van de woningdifferentiatie had de wet
houder niet zoals de heer W e n s i n g (CH)
stelde de kwaliteit van de woningen pri
mair gesteld boven de kwantiteit, maar
slechts betoogd, dat men bij de opvoering
van de kwantiteit de kwaliteit niet diende
te verwaarlozen.
Men zal ook van hogerhand by de con-
tingentering van de woningbouw meer
rekening dienen te houden met de omvang
van de woningnood in de verschillende ge
meenten opdat niet delen van het land
spoedig voorzien zijn en andere bevol
kingscentra, zoals die in het Westen
latent in de zorgen zyn. Dit is een bijzon
der moeilijk vraagstuk omdat een derge
lijke voorziening naar de omvang van de
nood een grote verplaatsing van arbeids
krachten met zich mee zal brengen, aldus
wethouder Happé.
Vanmorgen om een uur of negen ont
dekte men, dat er in het water van de Leid
sevaart in Haarlem nabij het Krelagehuis
een meeuw in het ijs zat vastgevroren. On
middellijk werd de politie gewaarschuwd,
die spoedig met een steen, een touw, een
haak en een plank in de weer was om het
dier te bevrijden uit zijn bijzonder verve
lende en koude positie. Nu ging dat niet zo
gemakkelijk, want het ijs was nog te dun
om er op te staan en de schots, waarin het
kapmeeuwtje zat vastgevroren brokkelde
steeds meer af. Toch slaagde men er na veel
moeite in om het dier, dat nog wel wan
hopig probeerde weg te fladderen, op het
ijs te krijgen waarna men met een red-
dingshaak en een plank de meeuw naar de
kant toe schoof. Het dier was niet bepaald
vriendelijk tegenover zijn redders, want
zodra hij opgepakt was pikte hij nijdig om
zich heen en hij stribbelde nog tegen toen
men hem in het mandje van de dierenbe
scherming wilde stoppen.
Overigens heeft men deze winter bij de
dierenbescherming in de Ridderstraat "reeds
vijf meeeuwen hartelijk ontvangen. Drie
van deze dieren konden na een liefderijke
verpleging weer worden losgelaten, maar
twee moesten, omdat zij de vleugel gebro
ken hadden, worden afgemaakt.
Het zijn niet alleen de kapmeeuwen, die
in de Ridderstraat te Haarlem een onder
dak vinden want ook meerkoeten en andere
vogels raken wel eens in het ijs vast, zodat
de mannen van de dierenbescherming
vooral in de tijden dat het hevig vriest de
handen vol hebben met het verzorgen van
de vogels. Zij doen dat echter graag en zij
maken daarbij graag gebruik van de dien
sten van vriendelijke Haarlemmers, die
meehelpen het winterleed van de vogels
enigszins te verzachten.