B. en W. streven krachtig naar een modernere personeelsorganisatie Scherpe aanval in Haarlemse raad op investerings-beperkers „in de ruimte" Meeuw vastgevroren in Leidsevaart Begroting in Haarlems raad Gemeentebestuur zal de vijfde mei consequent in ere blijven houden Verhouding overheids- en bedrijfssalarissen Carnaval en Spencer Motie-Lucas in wezen boerenbedrog" Oud zeer van verwerping eenhoofdige B en W-voordracht blijft schrijnen 11 Vrijere loonvorming voor gemeentepersoneel „Doorloop**-regeling Pleidooien voor langere openstelling secretarie „Genieentelonen zijn heus niet zo slecht" Geen „dienstje** maar wel assistenten li Gaat de raad verzitten Bedrijfspsycholoog nodig? Investeringsduel Boerenbedrog Geen „dappere ongehoorzaamheid Verwijt van wethouder Happé VRIJDAG 10 FEBRUARI 1956 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHECOURANT De discussie over het hoofdstuk Algemene Zaken van de Haarlemse gemeen tebegroting voor 1956, die in de raadsvergadering van donderdagmiddag werd begonnen, heeft nog eens duidelijk het stellige voornemen van B. en W. doen blijken om de personeelsorganisatie en de uitvoering van diverse ge meentelijke taken in sterke mate te moderniseren. Daarvan getuigde de repliek van wethouder Bakker (A.R.) op de opmerkingen die enige raads leden hadden gemaakt over de aanstelling van een taak-analist, een maat schappelijke werkster en een bedrijfspsycholoog in gemeentedienst. Verder verdienden vooral enige punten uit het antwoord, dat de voorzitter, mr. O. P. F. M. Cremers, aan verschillende sprekers gaf, vermelding. Ten eerste, dat B. en W. het vaste voornemen hebben om er het hunne toe bij te dragen, dat de vijfde mei voor Haarlem haar volle betekenis zal behouden en dat de viering van deze dag op een waardig peil zal blijven staan. De aandrang, die van verschillende kanten werd uitgeoefend op een langere openstelling van de secretarie voor het publiek, was echter voorshands vergeefs: de voorzitter betoogde, dat dit, gezien de mate van belangstelling ervoor en de vele andere taken van de secretarie, niet nodig en ook niet wenselijk was. In een speciale uiteenzetting over de ambtenarenzaken, waarmee hij de be schouwingen over het hoofdstuk Algemene Zaken opende, maakte de heer Janssen (Arb.) de inleidende opmerking, dat het debat over de verhoging van de gasprijs en het onderzoek inzake de gasproduktie in de gemeente klaarblijkelijk enige on gerustheid heeft veroorzaakt onder de bij dit bedrijf werkzame ambtenaren. Dit was voor hem aanleiding te verklaren, dat zijn fractie steeds ten volle de menselijke kant van de zaken, dus de positie van de amb tenaren, in het oog zal weten te houden. Hij klaagde er over, dat het besef van de noodzakelijkheid van krachtige organisatie in ambtenarenkringen nog zo vaak ont breekt, dat .„de ambtenarenvakbeweging, behoudens de bonafide organisaties, een toonbeeld van wanbegrip en versnippering is" en dat 170.000 georganiseerde ambte naren in ons land buiten elk centraal ver band staan. Hij herinnerde voorts aan de conclusie van 31 januari van drie loon- deskundigen, dat er in het algemeen niet van een ongemotiveerde discrepantie tus sen de lonen van het overheidspersoneel en van het personeel in het particuliere bedrijf kan worden gesproken. Hij memo reerde de reacties, die deze uitspraak heeft gewekt en voegde er aan toe, dat ook aan het beloningssysteem van de gemeen telijke overheid bezwaren kleven. Hier ligt zijns inziens primair een taak voor de vakbeweging, maar ook het gemeentebe stuur zou zich over de grote lijnen van dit vraagstuk kunnen verstaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De heer Janssen herhaalde een reeds eerder door hem gestelde vraag of er geen aanleiding bestaat het personeelsbeleid meer te concentreren, ook wat de dien sten, bedrijven en afdelingen betreft. De omvang van het ambtenarenkorps is, naar hij zeide, zozeer toegenomen, dat het ge vaar bestaat van een onderling verdeeld personeelsbeleid. Hij bepleitte voorts be perking van het aantal arbeidscontrac tanten. Hij prees de consequente houding van B. en W. inzake de 5-meiviering en drong er op aan, dat de Bevrijdingsdag een waar dig feest zal blijven. Voorts zeide hij nog onder meer dat de gemeente de 4% vakan tietoeslag voor het overheidspersoneel, zo dra het k.b. daaromtrent is uitgevaar digd, zo spoedig mogelijk ook voor Haar lem dient te verwezenlijken. De heer Loerakker (KVP) vond het een veeg teken dat er meer arbeidscontrac tanten onder het gemeentepersoneel pa- raisseren dan in voorgaande jaren. Hij had in het onlangs verschenen rapport van loondeskundigen geen hoopvolle pers pectieven kunnen ontdekken. Een betere loonregeling van het gemeentepersoneel mag zijns inziens niet vertraagd worden door dreigementen (in genoemd rapport) als het ontbreken van een goede werkclas- sificatie; in een perticuliere onderneming worden de eventuele bedrijfseconomische gebreken toch ook niet door de werknemers betaald? De regering, die aan de ene kant een soepele toepassing van het gratificatiebe- sluit (volgens artikel 126 van de Ambte narenwet) aanbeveelt, treedt nochtans, on der andere in Eindhoven, streng op tegen overtreders van deze bepaling. Voor de huidige ziekte- en studiekostenregelingen had de heer Loerakker alle lof. De onbe vredigende salarissen van de kleine, mid delbare en hogere armbtenaren schaden in hoge mate de gemeentebelangen. Een mogelijkheid tot vrije loonvorming zou naar zijn mening veel verbetering kunnen bewerkstelligen. Wat de kwestie der vakantie-toeslagen betreft sloot hij zich aan bij hetgeen de heer Janssen (P.v.d.A.) hierover betoogd had. De door deze bepleitte langere open stelling der secretarie voor het publiek achtte de KVP-fractie een redelijk voor stel dat zij gaarne zal steunen. De heer S i 1 v i s (AR) sloot zich aan bij het verzoek van de P. v. d. A. en de KVP om de secretarie ook tijdens de middag pauze voor het publiek open te stellen. Aanknopend aan wethouder Bakkers mededelingen over de onderbezetting van de gemeentediensten constateerde hij dat het personeelstekort wel tot op zekere hoogte zal samenhangen met de lage amb tenaarssalarissen. Misschien is er zonder stoornis door hogere instanties toch al iets te doen aan het loonbeleid, in welk ver band de heer Silvis onder andere dacht aan een „doorloop"-regeling. Na een be paald aantal dienstjaren zouden compe tente ambtenaren dan automatisch in een hogere salarisklasse overgeheveld kunnen worden. Voor de aangekondigde arbeid van een taak-analist was de AR-woordvoerder niet helemaal gerust. Moest er nog helemaal begonnen worden met het vaststellen der bedrijfsanalyses voor het gemeenteperso- tariefloon van het personeel te komen, dan zou de heer Silvis dit van harte toejuichen, maar hij zag ook schaduwzijden. Voor vele functies zou tariefloon niet mogelijk zijn; moet men dan de regel gaan huldigen: de ene ambtenaar wel, de andere niet en zo „schele ogen" maken? Bovendien hoopte hij dat B. en W. zich bij dit alles voor ogen zullen houden dat werknemers ook mensen en schepselen Gods zijn en dus niet alleen naar maatstaven als efficiency en „nuttig redement" gemeten mogen worden. Overigens zou de heer Silvis gaarne vernemen of het georganiseerd overleg in deze zaken gekend wordt. Ook de heer Hennevelt (Comm.) trad op als pleitbezorger voor het gemeenteper soneel, dat zijns inziens niets hoeft te hopen van het „van ondeskundigheid ge tuigende rapport der salariscommissie van minister Beel". Vele gemeente-ambtenaren geven een jarenlange positie met pensioen rechten en alles prijs „omdat zij van hun karige beloning hun gezin niet meer on derhouden kunnen" Het is volgens hem hoog tijd de inhoud der gemeentelijke loon zakjes, hoe dan ook, te verbeteren. Hope lijk zou Haarlem in navolging van andere gemeenten een herfst- of andere extra gratificatie aan het personeel willen uit reiken en zou ook de vakantietoeslagkwes tie nu spoedig door de regering worden opgelost. De heer Hennevelt bepleitte voorts een vollediger beantwoording van schriftelijke vragen door B. en W., een bevolkingson derzoek op reumatiek en meer werkpauzes in geval van een nieuwe koudegolf voor het gemeentepersoneel in de buiten diensten. Zijn fractiegenoot de heer Pro per opperde de gedachte, dat B. en W. op grond van het Ambtenarenreglement spe ling genoeg hebben om direct tot gratifi catie-uitkeringen voor bijzondere presta ties aan het overbelaste deel van het ge meentepersoneel over te gaan. De heer Wensink (CH) behoorde tot degenen, die een langere openstelling van de secretarie en een vroegere gelegenheid tot inzage van de stukken voor het pu bliek voorstonden. Hij had met belang stelling kennis genomen van het voor nemen van B. en W. om voorlopig geen ingrijpende maatregelen voor verplaatsing van de raadszaal te nemen en achtte een gedeeltelijke invoering van een vijfdaagse werkweek voor het gemeentepersoneel niet schadelijk. Het salarisbeleid van de over heid achtte hij in het algemeen wat star in tegenstelling tot dat in het bedrijfs leven. De volgende spreekster, mevrouw S c h e 11 e m aC o n r a d i (VVD) klaagde, dat het systeem van schriftelijke vragen langzamerhand geworden is tot een ge legenheid tot verkapte interpellaties. Ook zij bleek sterk geporteerd voor een langere openstelling van de secretarie op zater dagen. Het tempo van de uitvoering der raadsbesluiten was naar haar oordeel vaak te traag, omdat men zich haars inziens te veel liet beheersen door de toestand op de arbeidsmarkt. De voorzitter, mr. O. P. F. M. C r e- m e r s, begon de beantwoording van de kant van het college met de toezegging, dat B. en W. er het hunne toe zullen bij dragen, dat de feestviering op de vijfde mei niet zal afzakken en prees zich ge lukkig, dat Haarlem mèt Wageningen de gemeente was, waar de meeste aandacht aan het feest van de bevrijding is geschon ken. In antwoord op de vragen van de heer Hennevelt (Comm.) zeide hij, dat B. en W. hun functionarissen in de kou goed be denken: de verkeersagenten hebben een plankje tussen hun zolen en het ijskoude wegdek gekregen en er zullen van vandaag af vuurpotten branden bij de andere ge meentelijke activiteiten op straat. De raadsleden die een langere openstel ling van de secretarie wensten, moest de voorzitter teleurstellen. De openings uren blijven ongewijzigd omdat een eerder onderzoek reeds heeft uitgewezen, dat een langere openstelling, gezien de belangstel ling ervoor en gezien de vele andere ta ken van de secretarie onnodig en onwense lijk is. Ook een eerdere ter visie legging van de stukken voor het publiek stuit op praktische bezwaren: de ambtenaren zou den in dat geval te weinig tijd overhouden om de zaak uit te werken. Wat de behandeling der schriftelijke vragen betreft, zeide de voorzitter hierover spoedig een voorstel aan de fractievoorzit ters voor te zullen leggen. Vooral de wethouder van Personeelsza ken, de heer Bakker (AR) had heel wat vragen te beantwoorden. Hij begon met op te merken, dat de totstandkoming van een regeling voor studietoelagen een enorme belangstelling bij het gemeentepersoneel had gekregen, een verheugend verschijn sel, waarbij het college echter nauwlettend zal toezien of van de geboden mogelijk heden ook met voldoende toewijding ge bruik zal worden gemaakt. Wat de ver- neel en zouden hierbij behalve de techni-houding tussen de lonen in het overheids- r^nU C l 1 .1 - 4 4. - It t-\ n v> V> i m,< n 1-v r. J „i 1 f Lr,i «mfl frtrv vn rl W r. ,,,/nI sche functies ook de administratieve be schreven worden? Als het mogelijk zou zijn, via deze taakanalyses tot een directer verband tussen prestatie en beloning zoals en het vrije bedrijf betreft, toonde de wet houder zich niet pessimistisch. Kan in het particuliere bedrijf wat meer met de prestatie rekening worden gehouden, bij de gemeente is dat toch ook mogelijk door promotie. Er blijven natuurlijk ambtenaren achter, die krachtens hun functie vrijwel geen mogelijkheid tot promotie hebben, maar met het oog daarop is in verschei dene gevallen het loon opgevoerd tot het maximum, dat binnen de salariëringsscha len mogelijk is. Stunts als een algemene loonsverhoging met 3%, waar de heer Proper op doelde, achtte hij alleen op zijn plaats in politieke propaganda maar niet als een doeltreffende tegemoetkoming van de gemeentelijke overheid aan haar per soneel. Evenzeer achtte hij de suggestie van de heer Loerakker om de functionele waardering' van de gemeente-ambtenaar hoger te gaan stellen dan die voor de rijksambtenaar onjuist. De wethouder voelde alles voor moder nisering van het personeelsbeleid: daaruit was ook de aanstelling van een taak- analist, een maatschappelijke werkster en een bedrijfspsycholoog in gemeentedienst voortgevloeid. Aan een taakanalyse kan ook een andere werkclassificatie vastzitten, vandaar, dat hier een grote voorzichtig heid is geboden. De aanstelling van een bedrijfspsycholoog wordt, naar hy in ant woord op de vraag van mevrouw Schelte- maConradi zeide, zeker door de huidige personeelssterkte gewettigd. Het zal geen speciaal „dienstje" worden, maar de man zal zich wel door een paar assistenten moeten laten bijstaan, aldus de heer Bak ker. Aan het grote aantal van de arbeids contractanten onder het gemeentepersoneel valt, naar hij zeide, moeilijk te ontkomen: het zijn vooral vrouwelijke personeels leden, die niet in de pensioenregeling wensen te worden opgenomen, seizoen arbeiders en nieuwelingen. De 4% vakan tietoeslag zal naar hij de heren Janssen en Loerakker toezegde inderdaad, nadat zij voor het rijkspersoneel van kracht is geworden, ook zo spoedig mogelijk voor 3<>oo<>3oooooocoocoo<xx>occocoooooccoocoooccctto:coococoococ Van verschillende kanten is donderdag-!"- o middag bij de behandeling van heü 3 hoofdstuk Algemene Zaken van de be- groting de aandacht gevestigd op de huidige indeling van de raad, die op het 3 ogenblik in akoestisch opzicht zeker 3 niet voldoet. De voorzitter zegde 8 een onderzoek naar de mogelijkheid- van een nieuwe indeling toe en zeide S gaarne eens een proef te nemen met verschillende opstellingen, waarbij amb- 8 tenaren als figuranten zouden kunneni 0 optreden. 3 j Het is dus niet uitgesloten, dat de raad 3 -j in zijn geheel zal gaan verzitten. Het is 3 v te hopen, dat sommige sprekers, die be- i, paald niet met een Stentorstem zijn be- gaafd, daardoor ook beter in het ge- 8 hoor komen te „liggen" bij de perstri- 3 bune. 8 ooooocxx>ooocxx»cooc>oooooooooo<x)caxcoo3oc<xx>cc<xx>oow:ccc het gemeentepersoneel worden doorge voerd. Voorts zegde de wethouder een onderzoek toe naar de mogelijkheid van een gedeeltelijke invoering van een vijf daagse werkweek, in die zin, dat er om de maand één vrije zaterdag wordt ge geven. De wens van de heer Hennevelt voor een extra beloning voor de zand- strooiers, was, naar hij zeide. niet voor verwezenlijking vatbaar. Er zijn ook zo vele andere mensen in gemeentedienst, van wie minder spectaculaire maar even zware inspanning worden gevergd, dat men dan ook die extra zou moeten gaan belonen. Overigens krijgen de zand- strooier, naar hij zeide, honderd percent vergoeding voor hun nachtelijke overwerk - uren. De motivering die B. en W. haar ge geven hadden voor de aanstelling van een bedrijfspsycholoog met de mededeling dat er „voldoende doeltreffend werk voor een dergelijk functionaris zou zijn te vinden, achtte deze spreekster nogal wonderlijk. Zij vroeg zich af of dit strikt nodig was en sprak voorts haar beduchtheid uit, dat de benoeming van één persoon hier weer zou gaan leiden tot een klein dienstje. Ten slotte is dat bij de benoeming van een ambtenaar voor het maatschappelijke op bouwwerk ook zo gegaan, zeide zij. ADVERTENTIE O VER. 2>E K.L£IN£ GÊVOÊGENS DÊS LEVEf\l5 De Vastenavondviering is voor milli- oenen het toppunt van levensvreugde. Zij is zo'n oeroude traditiedat sommigen zelfs menendat ze afstamt van de Bacchusf eesten der oude Grieken. Daar namen zelfs de heidense goden actief aan deel en de dochters van koning Minyas, die op een keer geen zin hadden mee te doenwerden door hen tot straf in vleermuizen veranderd. U bent gelukkig geen oude Griek. En als U het rustige genot van een Spencer - een genot dat óók een traditie ge worden is - verkiest boven uitbundig feestgewoel, dan kunt II dat ongestraft doen. 99 Voordat de gemeenteraad van Haar lem gisteren een begin maakte met de behandeling dér afzonderlijke hoofd stukken van de begroting hebben en kele leden nog wat nagepraat over de algemene beschouwingen. De eerste van deze sprekers was de heer W e n- s i n g (C.H.), die ook tot de conclusie gekomen was dat het nuttig zou zijn als men in den vervolge de beschik king kreeg over een volledige ambte- narenlijst, opdat de raad op de hoogte zou blijven van alle bewegingen van het gemeentepersoneel en de leer- kraeh'en. Onder de prioriteit van de woning bouw wilde de C'.H. fractieleider ook de noodzakelijkste scholenbouw rang schikken: het eerste gedeelte van het Coornhertlyceum was bijvoorbeeld uit het aandeel bekostigd, dat de gemeen te van de woningbouwpremies ont vangt. Plet wilde er bij de heer Wensing niet in dat de arbeiders en materialen uit de lam gelegde utiliteitsbouw niet naar de wo ningbouw over te hevelen zijn. Het ont stellende feit dat het woningtekort-cijfer in 1955 slechts met 70 verminderd is, lag hem bizonder zwaar. Maar ook als men elk jaar enkele honderden gevallen meer kon helpen, dan nog zullen wij over twintig jaar niet van de woningnood af zijn. Rap porten als dat over woningdifferentiatie waren heel nuttig, maar voorshands was men meer gebaat bij kwantiteit dan bij welke andere normen ook in de woning bouw. Sprekend over het investeringsplan ad 25 miljoen zei de heer Wensing in te zien, dat de achterstand van Haarlem op het gebied van openbare werken grote inves teringen noodzakelijk maakt. Toch vroeg hij zich af en dit niet uit bewondering voor de motie-Lucas of het niet van wijs beleid getuigen zou, als Haarlem zich op dit stuk enige beperkingen oplegde. Op welke punten of onderdelen die beper kingen gevonden moeten worden, daar over had zijn fractie geen mening, maar dit zou wellicht gelijk hij ook woensdag al betoogd had in gezamenlijk overleg der fracties kunnen worden bepaald. Tegen deze suggestie van de C.H.-fractie- leider kwam de heer M e n s i n k (P.v.d.A.) in liet geweer. „Waarom'', zo vroeg deze, „werd de motie-Lucas niet ingediend ter wijl de Kamer b.v. de Waterstaat-begro ting behandelde? Dan had de heer Lucas zijn bezuinigingsmotie meteen op het Del taplan of op andere concrete overheids investeringen kunnen betrekken. Inplaats daarvan kwam hij ermee voor de dag toen de Kamer Financiën onderhanden had. Bij gevolg bleef zijn motie een lege frase en een gebaar in de ruimte, dat tot niets ver plicht: een stuk boerenbedrog. Precies zo zag de heer Mensink het be zuinigingsdenkbeeld van de C.H. fractie. Laat de heer Wensing de raad precies ver tellen, hoe er zijns inziens bezuinigd zou kunnen worden op onze investeringen, maar zich niet verschuilen achter vaag- en algemeenheden, zo riep hij uit. De heer Wensing (C.H.) sprak in tweede instantie nog over het inflatiege vaar en verzocht B. en W. daarmee vooral bij de zorg voor de bejaarden rekening te willen houden. Voor de voorzichtige toe zegging van wethouder Bakker omtrent een onderzoek naar de mogelijkheid van bijbel-onderwijs op de scholen was hij dankbaar, evenals voor diens bereidheid, het vraagstuk subsidie voor kerkbouw te zijner tijd eens nader te bezien, al ver moedde de C.H. woordvoerder hier wel vele technische en principiële voetangels en klemmen. De toenemende „verzuiling", waarover de heer Albrecht (P.v.d.A.) woensdag geklaagd had, achtte mr. Wensing mede te wijten aan het streven van bepaalde groe peringen ter linkerzijde, waarop het P. v. d. A.-raadslid in kwestie repliceerde, dat men hem op dit gebied wellicht misver staan had. „Wij hebben alleen gewaar schuwd", aldus de heer Albrecht, „voor een teveel aan „opdeling" van ons volk op charitatief, cultureel en sociale zorg-ter- rein". Overigens zou samenwerking alleen „aan de top" volgens hem weinig uithalen; de coördinatie op de betrokken gebieden zou op ieder niveau veel vollediger kun nen zijn. De heer Mensink (P. v. d. A.) vroeg voorts aandacht voor de positie en de bi- zondere lasten van Haarlem als centrum gemeente, mede in verband met de ont wikkeling aan de IJmond. Misschien kan deze positie Binnenlandse Zaken ervan overtuigen dat Haarlem op grond van zijn bizondere structuur in aanmerking be hoort te komen voor een extra-uitkering volgens de bestaande rijksregeling. Met de suggestie terzake van een pre advies omtrent kerkbouw-subsidie kon sprekers fractie instemmen. Principiële moeilijkheden op dit gebied zouden naar zijn mening wel overkomelijk zijn, maar de technische zijde zou wel meer proble men bieden, meende de heer Mensink. Ook in de duplieken van de zijde van het college kabbelde het gesprek over de „verzuiling" donderdagmiddag nog even rustig door: wethouder Bakker (Arb.) erkende gaarne, dat men zoveel mogelijk samenwerking dient te zoeken, maar juist bijvoorbeeld in gezinszorg en gezinshulp kunnen zich de praktische bezwaren van verschillen in levensbeschouwing naar hij zeide sterk voordoen. Hij toonde de onmo gelijkheid van eenheid op alle terreinen aan met behulp van een persoonlijke erva ring. Wat de financiële verhouding met het rijk betreft onderschreef hij de mening van de heer Schipper (K.V.P.) dat hier sprake is van een volkomen nieuwe situa tie. Daarom zegde hij grote voorzichtig heid van B. en W. toe. Het is echter niet zo, dat B. en W., zoals de heer Proper had geconstateerd, een houding van „dappere ongehoorzaamheid" zouden hebben inge nomen door voor het tekort te putten uit de saldi-reserve. „Het was alleen maar een aanvaarding van onze verantwoorde lijkheid", zo zei hij. „Wij geloven niet, dat Den Haag daarom deze begroting zal af keuren; de regering zou bijvoorbeeld wel om een toelichting kunnen vragen". Wat de subsidie voor kerkbouw betreft, verklaarde hij in antwoord op de opmer kingen van de heren Spek, Mensink en Schippers, dat B. en W. even tueel bij een te lang uitblijven van het rap port van de commissie-Sassen over deze aangelegenheid zelf met een ontwerp voor een regeling in deze zaak zullen komen. Een objectieve norm zou bijvoorbeeld zijn het alleen ter beschikking stellen van grond voor kerkbouw. Wat de aanmoedi ging van verenigingen door verlaging van de vermakelijkheidsbelasting betreft, die door mevrouw S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V.V.D.) was bepleit en waarvoor door de heer Spek (A.R.) integendeel was ge waarschuwd, herhaalde hij dat B. en W. al een eind op deze weg zijn. Over het steeds terugkerende beding, dat het rijk bij zijn subsidies maakt omtrent het aandeel, dat dan óók de gemeenten dienen te geven, be loofde de wethouder een informatie in Den Haag. Het meest opmerkelijke in het betoog van wethouder Happé (Arb.) was een reeds woensdag geuite grief tegen de heer Schipper (KVP) en de meerderheid van de raad. die destijds de eenhoofdige voor dracht voor een directeur van openbare werken afstemde. De heer Schippers had in tweede in stantie hierover opgemerkt, dat het hem verwonderd had, dat B. en W. nog steeds niet met een nieuwe voordracht waren gekomen. Thans verklaarde de wethouder, dat hij nu ook nog hier en daar van raads leden de opmerking had gehoord, dat zij deze voordracht „op formele gronden" hadden moeten afstemmen. „Dat zou nóg erger zijn geweest, waar het ging om zulk een belangrijke benoeming voor deze ge meentedienst", zo zeide hij, „ik heb het zélf dan ook zo gesteld, dat de raads- meerderheid hier op grond van een op zichzelf juist principe niet meer meeging. Formeel was deze inderdaad niet in staat tot het treffen van vergelijkingen met an dere candidaten, maar in de praktijk zijn wel degelijk alle inlichtingen verstrekt". Hij verklaarde tenslotte hierover, dat deze verwerping door de raadsmeerderheid „ontstellende" gevolgen voor de verdere gang van zaken had gehad, waarvoor hij inderdaad de genoemde raadsmeer derheid verantwoordelijk stelde. Wat de gemeentelijke investeringen be treft, herhaalde wethouder Happé: „Wij schuiven niet, maar we worden gescho ven". Het grote nadeel blijft dat de ur gentie niet centraal kan worden bekeken. Het is juist bij de kleinere objecten (be neden 100.000.dat de gemeenten mede moeten kunnen beoordelen, wat wel en wat niet urgent is. Bij projecten van nationale betekenis komt de rijksvergoe ding meestal wel vlot. Bij de bespreking van de woningdifferentiatie had de wet houder niet zoals de heer W e n s i n g (CH) stelde de kwaliteit van de woningen pri mair gesteld boven de kwantiteit, maar slechts betoogd, dat men bij de opvoering van de kwantiteit de kwaliteit niet diende te verwaarlozen. Men zal ook van hogerhand by de con- tingentering van de woningbouw meer rekening dienen te houden met de omvang van de woningnood in de verschillende ge meenten opdat niet delen van het land spoedig voorzien zijn en andere bevol kingscentra, zoals die in het Westen latent in de zorgen zyn. Dit is een bijzon der moeilijk vraagstuk omdat een derge lijke voorziening naar de omvang van de nood een grote verplaatsing van arbeids krachten met zich mee zal brengen, aldus wethouder Happé. Vanmorgen om een uur of negen ont dekte men, dat er in het water van de Leid sevaart in Haarlem nabij het Krelagehuis een meeuw in het ijs zat vastgevroren. On middellijk werd de politie gewaarschuwd, die spoedig met een steen, een touw, een haak en een plank in de weer was om het dier te bevrijden uit zijn bijzonder verve lende en koude positie. Nu ging dat niet zo gemakkelijk, want het ijs was nog te dun om er op te staan en de schots, waarin het kapmeeuwtje zat vastgevroren brokkelde steeds meer af. Toch slaagde men er na veel moeite in om het dier, dat nog wel wan hopig probeerde weg te fladderen, op het ijs te krijgen waarna men met een red- dingshaak en een plank de meeuw naar de kant toe schoof. Het dier was niet bepaald vriendelijk tegenover zijn redders, want zodra hij opgepakt was pikte hij nijdig om zich heen en hij stribbelde nog tegen toen men hem in het mandje van de dierenbe scherming wilde stoppen. Overigens heeft men deze winter bij de dierenbescherming in de Ridderstraat "reeds vijf meeeuwen hartelijk ontvangen. Drie van deze dieren konden na een liefderijke verpleging weer worden losgelaten, maar twee moesten, omdat zij de vleugel gebro ken hadden, worden afgemaakt. Het zijn niet alleen de kapmeeuwen, die in de Ridderstraat te Haarlem een onder dak vinden want ook meerkoeten en andere vogels raken wel eens in het ijs vast, zodat de mannen van de dierenbescherming vooral in de tijden dat het hevig vriest de handen vol hebben met het verzorgen van de vogels. Zij doen dat echter graag en zij maken daarbij graag gebruik van de dien sten van vriendelijke Haarlemmers, die meehelpen het winterleed van de vogels enigszins te verzachten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7