Arabische openbare mening
onverzoenlijk jegens Israel
blijft
HOFNAR
soepen
soepen
Wraakzucht van volk dwarsboomt nuchterder
inzicht van verantwoordelijke leiders
Wettelijke regeling bevoegdheid
van tandheelkundigen
JOODSE STAAT MOET VAN DE KAART"
BOUQUET
1m*
Het conflict in de
Stichting van de Arbeid
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1956
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
3
Drie elementen
Een van het miljoen vluchtelingen dat
iedere dag de Arabieren aan de grote
nederlaag herinnert
Sterke zaak
Scheepsmachinist bij
ontploffing omgekomen
Kamercommissie meent dat het
ontwerp geen afdoende oplossing biedt
Garagehouder lichtte
het rijk op
Eet se vaak
Muurbloempje
Minister Suurhoff overlegde
met beide partijen
Agenda voor Haarlem
9?
DAMASCUS. „Nooit van ons leven
zullen wij Israel erkennen, De smaad en
het onrecht ons aangedaan zullen eens
uitgewist worden door de volkomen ver
dwijning van de Joodse staat. Dit kan
kergezwel moet worden uitgesneden,
hoe lang het nog moge duren. Wij heb
ben de Kruisvaarders er na twee honderd
jaar ook uitgekregen. Op de rokende
puinhopen van de bandietenstaat zal de
nieuwe Arabische eenheid gesmeed wor
den. Wij zijn bereid met Israel te spre
ken. Met de stem van het kanon!"
Ziedaar een kleine bloemlezing uit
gesprekken met Iraki's, Egyptenaren,
Syriërs, Libanezen en Jordaniërs, ziedaar
ook de toon van de Arabische pers die
het woordje Israel nog steeds tussen aan
halingstekens plaatst. Ziedaar kortom de
openbare mening in de Arabische lan
den, een opinie zó algemeen, dat men
er slechts zelden een uitzondering op zal
vinden. Het klinkt bijzonder onrustba
rend, vooral wanneer men in overweging
wil nemen dat er veertig miljoen Arabie
ren tegenover anderhalf miljoen Israë
liërs staan en dat communistische wa
pens de Arabische militaire kracht ver
groot hebben. Het zóu inderdaad zeer
onrustbarend zijn, ware het niet, dat het
schijnbare Arabische overwicht door een
onvoorstelbare verdeeldheid wordt on
dergraven en dat zijn juist enige van de i 7>
belangrijkste Arabische leiders die uit- Gelovige Moslims komen over de lwge drempel de Omapad
zonderingen zijn op de wraakzuchtige cus binnen voor het gebed. In hun ogen is ieder vergelijk
publieke opinie. Het zijn deze leiders
en men moet daarbij in de eerste plaats aan Egypte's president-premier Gamal
Abdel Nasser denken die, zij het in ruil voor belangrijke Israëlische concessies,
bereid zijn tot uiteindelijke aanvaarding van het onvermijdelijke: het voortbe
staan van Israel.
Hade m oskee in Dam as-
met Israel verraad.
Niet dat de ernst van de huidige toe
stand onderschat mag worden. Ook de
gematigde Arabische leider moet navigeren
op de wilde stroom van publieke emotie.
Wanneer Israel zijn dreigement waar zou
maken om in maart tot stroomwijziging
van de Jordaan over te gaan, indien tegen
die tijd de betrokken Arabische landen niet
het plan-Johnston tot verdeling van het
Jordaan-water tussen Israel, Jordanië,
Syrië en de Libanon hebben aanvaard, dan
bestaat er reeds degelijk deze lente gevaar
voor een gewapend conflict. Afgezien van
zulke kwade eventualiteiten, zijn er ge
gronde redenen om aan te nemen, dat de
Arabische leiders géén oorlog wensen, ster
ker nog, dat zij, ondanks die scherpe pu
blieke opinie, onder bepaalde voorwaarden
bereid zijn om tot een duurzame oplossing
van het Palestijnse conflict te komen.
Om zich een duidelijk beeld le kunnen
vormen van de binnenlandse weerstanden
die zij daarbij overwinnen moeten, moet
men weten dat de Arabische vijandschap
jegens Israel uit drie elementen bestaat:
vrees, schaamte en verontwaardiging. Die
vrees geldt militaire, maar vooral econo
mische uitbreiding van het sterk ontwik-
kelde Israel. De schaamte is geboren uit de
smadelijke nederlaag die het grote Ara
bische blok tegen de Israëlische lilliputter
op alle fronten geleden heeft. Noch mili
tair, noch diplomatiek heeft het immers
een been aan de grond gekregen. Het zit
de Arabieren bovenal dwars, dat zij de
strijd om Palestina gewonnen zouden heb
ben wanneer er zoals de Libanees Ed
ward Atiayh schrijft niet „iets vals of
rots" in hen zelf was geweest. Dit besef,
dat zij een sterke zaak slecht verdedigd
hebben steekt velen van hen zó, dat zij
voor de wereldomspannende invloed van
het Zionistisch complot van een aan ver
volgingswaanzin grenzende angst blijk
geven.
Een sterke zaak: uit deze overtuiging is
hun verontwaardiging gegroeid, die op
recht gemeend is en niet makkelijk uit zal
sterven. Want, zoals een Syriër tegen mij
zei: ,,Ons geheugen is even lang als dat
van onze kamelen". Kort samengevat zijn
hun grieven tegen Israel en het Westen de
volgende:
„Het feit dat de Joden tweeduizend jaar
geleden in Palestina hebben gewoond, geeft
hun geen recht op dit zuiver Arabische
land. Palestina had na de eerste wereldoor
log zijn onafhankelijkheid verdiend, in-
stede daarvan kreeg het een Brits man
daat. De Britten misbruikten dit om de
Balfour-verklaring (steun aan de vestiging
van een Joods nationaal tehuis) ten uitvoer
te leggen door ongebreidelde Joodse immi
gratie, in strijd met de belangen van de
Arabische inwoners, die krachtens het
mandaat juist beschermd hadden moeten
worden. Dit was het begin van de Weste
lijke inmenging in een land waar het Wes
ten niets te maken had, maar waar het
zijn grootmoedigheid jegens het verdruk
te Joodse volk ten koste van een ander
volk deed gelden. Deze Westelijke par
tijdigheid kwam nog openlijker tot uiting
in de tweede wereldoorlog toen het Zionis
tisch doel „niet een Joods tehuis, maar
een Joodse staat in Palestina" vast stond
en toen de Britten in ruil voor Joodse deel
neming aan de geallieerde oorlogsinspan
ning het Joodse bevolkingsdeel onder an
dere in de „Jewish Brigade" militair voor
bereidden voor de gewapende strijd om
Palestina.
Na de oorlog werd de Britse steun nog
overtroffen door die van de Verenigde
Staten waar de Zionistische invloed door
de Joodse „blokstemmen" in de staten New
York en Illinois beslissend was. Door deze
politieke en stoffelijke steun werd het
Joodse bevolkingsdeel, hoewel nog steeds
numeriek zwakker, sterk genoeg om de
Joodse staat af te dwingen. De Britten
legden hun mandaat neer, de UNO besloot
onder ongehoorde Zionistische pressie tot
verdeling van Palestina in een Joodse en
een Arabische staat, een oneerlijke verde
ling, omdat de Joodse minderheid zeven
tig percent van het land (vrijwel het ge
hele vruchtbare deel) kreeg en de Ara
bische staat zou moeten bestaan uit enige
versnipperde en geheel oneconomische ge
bieden.
Tegelijkertijd begon de Israëlische ter
reur die tot massale uittocht van de Pa
lestijnse Arabieren leidde. In het gewapend
conflict met de Arabische legers dat volg
de, breidde Israel zijn gebied tot ver bui
ten de grenzen van de verdelingsresolutie
van de UNO uit. Niet alleen met deze ter
reinwinst, die Israel heeft vastgehouden,
heeft het UNO-resoluties getart, ook de
latere beslissingen van de UNO-assemblée
tot grenswijziging, internationalisering van
de ook voor de Mohammedanen heilige
stad Jeruzalem en het recht op terugkeer
of schadeloosstelling van de Arabische
vluchtelingen, heeft Israel naast zich neer
gelegd. Bovendien heeft het herhaalde ma
len de wapenstilstandsovereenkomsten ge
schonden onder andere door de massa
moord in Qibiya en ovgrvallen bij'Gaïta
en het meer van Tiberias. Ondanks al deze
schanddaden is Israel het troetelkind van
het Westen gebleven en nimmer hardhan
dig tot de orde geroepen. Integendeel het
Westen is Israel politiek en met wapens
blijven steunen".
Tot zover zeer in het kort het Arabische
standpunt. Ik heb het weergegeven zonder
in te gaan op de al of niet houdbaarheid
dezer argumenten en wel om twee rede
nen. Ten eerste schieten de officiële Ara
bische voorlichtingsdiensten zo angstwek
kend in hun taak tekort, dat de Arabische
lezing van het Palestijns conflict in het
Westen slechts gebrekkig tot de openbaar
heid is doorgedrongen. Ten tweede moet
men er kennis van nemen om te begrijpen
waarom de Arabische publieke opinie zo
onverzoenlijk anti-Israelisch gezind is en
vooral om te beseffen welke moeilijkheden
sommige wèl tot vreedzame regeling van
het conflict geneigde Arabische leiders
op hun weg zullen vinden.
ADVERTENTIE
Vraag uw winkefier!
Aan boord van het 388 brt. metende Ne
derlandse kustvaartuig „Eagle", dat de
haven van Rotterdam is binnengelopen,
bevond zich het stoffelijk overschot van
de tweede machinist, de 24-jarige R. Dijk
stra uit Harlingen. Toen het schip in het
Kanaal voer, heeft zich in de machineka
mer van het schip een ontploffing voorge
daan, die de tweede machinist het leven
heeft gekost.
Verschenen is het voorlopig verslag van
de vaste commissie voor Sociale Zaken en
Volksgezondheid uit de Tweede Kamer
over het wetsontwerp inzake aanvullende
bepalingen tot het verlenen van de be
voegdheid van tandheelkundige.
Vele leden meenden de regering een
woord van waardering niet te mogen ont
houden voor haar bereidheid, te beproeven
het zozeer omstreden probleem van de
tandtechnici tot een afdoende oplossing te
brengen.
Blijkens de memorie van toelichting ver
onderstelt de regering, dat na de inwer
kingtreding van de voorgestelde regeling
geen enkele tandtechnicus nog met recht
als gedupeerd kan worden aangemerkt
De commissie vroeg zich echter af of deze
veronderstelling gegrond is.
Een zwak punt in het voorstel achtten
vele leden, dat daarin wordt uitgegaan van
de wet van 29 juni 1925 en dientengevolge
van een wettelijke fictie. Noch de wet van
1925, noch de wet van 30 december 1926
bevatte ten aanzien van de bevoegdheden
van tandtechnici objectieve normen.
Het zwakste element in het betoog van
de regering vonden deze leden het loslaten
van het enige criterium, dat althans nog
enig houvast voor de beoordeling zou kun
nen geven, namelijk de bepaling, dat de be
trokkenen vóór 1913 de toepassing van de
tandprothese al dan niet als zelfstandig be
roep hebben uitgeoefend. Aanvaard men,
gelijk in de memorie van toelichting ge
schiedt, dat pas in 1920 de rechtspraak al
gehele klaarheid bracht, dan konden deze_
leden niet inzien, waarom tandtechnici, die
na 1913 begonnen zijn, of die werden opge
leid tussen 1913 en 1930, niet evenzeer
thans op erkenning aanspraak zouden kun
nen maken.
Be 'commissie stelde de vraag, of de wet
gever niet beter zou doen, het belang van
De rechtbank te Zwolle heeft de 42-
jarige garagehouder J. H. uit Nijkerk we
gens knoeierijen bij het indienen van reke
ningen voor het rijk voor reparaties aan
militaire voertuigen veroordeeld tot zes
maanden gevangenisstraf, waarvan drie
maanden voorwaardelijk, en een boete van
500 gulden. De chef-monteur van de ga
rage, de 37-jarige J. S. uit Nijkerk kreeg
een maand voorwaardelijk en een boete
van f 250.De boekhouder van de garage,
de 43-jarige G. S. uit Amersfoort, werd
veroordeeld tot een boete van 100 gulden.
De garagehouder was ten laste gelegd
te hebben gefraudeerd door op zijn reke
ningen voor het rijk meer werkuren in
rekening te brengen dan waartoe hij ge
rechtigd was. Voorts schreef hij gefin
geerde rekeningen van garages uit, waar
aan hij werk zou hebben uitbesteed. Ook
had hij banden verduisterd en ter revisie
ontvangen motoren vervangen door minder
goede.
zen. Het had de aandacht getrokken, dat
de memorie van toelichting dit aspect van
het vraagstuk uit de weg gaat met de korte
opmerking, dat het niet juist zou zijn bij de
behandeling van deze aangelegenheid ver-
band te leggen met een bestaand of ver
meend tekort aan tandartsen en met een be
hoefte aan meer eenvoudige en minder dure
hulp bij bepaalde groepen van de bevolking.
De commissie zou het op prijs stellen te
vernemen, of zij uit deze verklaring van de
regering moest worden afgeleid, dat zij het
verlenen aan tandtechnici van beperkte
bevoegdheden ten aanzien van de prothese
strijdig acht met het belang van de volks
gezondheid, een vraag, welke de commisie
te meer klemmend achtte, omdat nog altijd
gesproken moet worden van een groot te
kort aan tandheelkundige hulp, nog afge
zien van het feit, dat de door tandtechnici
thans geboden hulp blijkens tal van adres
sen, welke de Kamer uit alle lagen der be
volking bereiken, in een behoefte voorziet.
Men vroeg zich af of het, na alles wat
zich met betrekking tot de tandtechnici
heeft afgespeeld, niet op de weg van de
regering lag, een nieuwe afbakening van de
taken van tandarts enerzijds en tandtech
nicus anderzijs bij de wet te bevorderen,
ten einde tot een bevredigende situatie te
komen, welke aan de bestaande behoeften
en eisen van de volksgezondheid beant
woordt.
Terwille van de twee categorieën, waar
voor met behulp van het ontwerp dan ein
delijk de mogelijkheid tot erkenning /.al
worden geopend, meende de comissie ten
slotte niet op wijziging van het ontwerp te
moeten aandringen.
Men» sprak de wens uit, dat de regering
in de opmerkingen van de commissie een
stimulans zal vinden het gehele vraagstuk
van de tandtechnici binnen afzienbare tijd
ADVERTENTIE
de volksgezondheid tot uitgangspunt te kie- tot een doeltreffende oplossing te brengen.
ADVERTENTIE
MAGGI
Er zijn twee dingen die de
mens sinds onheugelijke tijden
schijnt te hebben gedaan, in
weerwil van alles wat hem in
zijn tijdsgewricht ontroerde en
bekommerde; namelijk dansen
en schaatsen. Misschien zijn
zelfs deze twee uitbarstingen
van bewegingsvreugde ont
sproten aan dezelfde stam. Zij
zijn wellicht beide voortge
komen uit de pure menselijke
neiging om zich los te maken
van de aarde en in de ruimte
te zweven als een vogel. De
gladde dansvloer en de spie
gelende ijsvlakten gaven hem
de illusie dat zijn voeten niet
meer aan de grond gebonden
waren en dat hij vrij was ge
worden van alles, wat hem
vermoeid en worstelend door
het leven deed strompelen.
Dansen dat is immers
niets anders dan de sierlijke
meeuw volgen op zijn kunstige
spiralen en zich in vreugde
verheffen boven de bodem der
zorgen. Schaatsen dat is
vliegen. Een enkele streek, een
enkele vleugelslag. Een krach
tige afstoot als een snelle
wiekslag om los te komen en
dan glijden, lavéren, zweven
zonder geluid behalve het zoe
vend zuchten der ijzers op hef
gladde ijs, als de schurende
adem van doorsneden lucht.
Zo zou men dansen het cirke
len op rustende vleugels kun
nen noemen, zoals de meeuwen
doen boven hun viswater, en
schaatsen het pijlsnelle vliegen
op de wind, zoals de meeuwen
doen die in de schemer naar
hun nest gaan.
Voor de mensen is zowel het
dansen als het schaatsen im
mer verbonden geweest aan
het romantische liefdesspel.
Arm in arm, hand in hand, op
dansvloer en ijs, samengeko
men in een vluchtige romance
die na elke dans en na elke
ommegang over de vaarten
kan eindigen in een andere, in
een nieuwe.
Dat is het kenmerk van
luchtige ontspanningen: ro
mances die met één enkele
glimlach tussen volkomen
vreemden plotseling geschapen
worden, om even plotseling en
met eenzelfde glimlach te ver
vliegen in de lucht als een
adem in de koude. Even zicht
baar, éven intens en verwar
mend, en dan verdwenen. Maar
dan vernieuwd en herhaald.
Want de jongens vragen de
meisjes voor een dans en voor
een baantje over het ijs met
hetzelfde gemak en dezelfde
luchthartige vrijmoedigheid,
die bij voorbaat alle beloften
vermijdt en alle regels ontkent.
Wie heeft ooit gehoord dat
vliegende vogels in hun krin
kelende bewegingsvreugde
kleinzielige beloften deden aan
hun partners voor volgende
vluchten? Zo doen de mensen
dat evenmin. Zij beoefenen bij
het dansen en het schaatsen
geen serieuze levenspraktijken,
doch zij geven zich aan een
spel, Een spel van beweging
en romantiek, licht en vluchtig
in beide opzichten.
En daarom komt het, dat zo
wel het dansen als het schaat
sen de muurbloempjes kent.
Waar een spel gespeeld wordt,
vallen de zwaarmoedigen door
de mazen van het net. De
schepselen die om een of an
dere reden niet begeerd wor
den als deelgenoot. De arme
verschoppelingen, die door hun
verlegenheid niet vermogen te
glimlachen op de juiste mo
menten, die onbewust een ge
zichtstrek hebben welke af
stoot, die in hun linksheid een
sfeer van afwijzen om zich
heen scheppen, ofschoon zij zo
gaarne zouden meedoen. Zij
staan aan de kanten van de
ijsbaan, en niemand slaat zijn
armen om hen heen om hen
mee te voeren. Zij zitten langs
de dansvloer en trommelen de
maat met nerveuze vingers op
tafel, terwijl niemand hen
komt vragen. Zij begeren het
spel zozeer, dat zij de kracht
niet kunnen opbrengen weg te
blijven van het feest, doch zij
keren telkens huiswaarts met
de desillusie van de eenzaam
heid.
1-Iet is moeilijk te bepalen,
wat precies het muurbloempje
tot. muurbloempjesbestaan ver
oordeelt. Het is geen kwestie
van uiterlijk, noch van kle
ding, noch van charme. Het is
een kwestie van sfeer, van
eigen kleine omgeving, die een
onzichtbare muur wordt tussen
de vreugde en henzelf.
De modei'ne schaatssport
heeft enigszins met het ver
schijnsel der muurbloemen
afgerekend. De zogenaamde
Noren hebben het schaatsen
tot een snelheidssport gemaakt,
waarbij de sierlijke krullen,
getweeën in kalme halve
bochten gedraaid, uit de mode
raakten. Doch nog steeds ziet
men de paren in hun blinkend
figurenspel en de eenzamen in
hun kwasi-ijverig oefenen. De
muurbloempjes staan niet al
len meer stil, dat is het ver
schil.
Maar ze zijn er nog wel.
Wij hadden gedrieën een
eenzame graafput, die prach
tig bevroren was, als ijsvloer
uitverkoren. De twee kleine
dochters, nog nauwelijks aan
schaatsen-krabbelen toe, had
den ook hun slee meegenomen
en in de felle vorst werd het
een warme vrolijkheid, waar
van de muziek geleverd werd
door de echo's van stemmen
tegen de harde lucht.
Het plezierige gedoe werd
gadegeslagen door een wollige
jongeman van nauwelijks vijf,
die met enkel zijn neus bloot
in dikke dassen en jassen roer
loos aan de kant stond. Een
muurbloem in optima forma,
die wellicht elders door lucht
hartige kameraadjes gewei
gerd was en nu ons spel als
een schrale troost voor zijn
eenzaamheid beschouwde.
De ganse middag door was
zijn bewegenloos staan en kij
ken een aanklacht tegen allen,
die onnadenkend de minder
vlotte schepselen van hun spel
uitsluiten. Wij trachtten hem
op onze slee te lokken, doch
hij weigerde met een verlegen
blik naar zijn schoenneuzen.
Hij bleef staan en keek.
Soms wierp hij een verlangen
de blik in de verte, waar on
getwijfeld een warme kachel
en een meelevende moeder
hem veel zouden hebben kun
nen vergoeden, als hij de
kracht had gehad het spel te
verzaken en die liefde te
nemen.
Doch is het ons allen niet
vaak moeilijk, de luchtige ro
mance op te geven en de
serieuze genegenheid als een
zekerheid te aanvaarden?
Hij bleef waar hij was, en
hij weigerde het spel met de
slee en met de drie vreemde
wezens, die als vader en doch
ters verbonden waren in een
vrolijke eenheid tégen hem.
Het is moeilijk, muurbloem
pjes te plukken.
Toen het schemerde en wij
huiswaarts gingen, stond hij er
nog. Er was nu niemand meer
op de bevroren kuil en hij
moest het vreselijk koud heb
ben.
Wij gingen langs hem, en hij
keek verlegen naar zijn schoe
nen.
„Waarom ga je niet naar
huis?" vroegen wij hem in
koor, met onze vriendelijkste
driedubbele glimlach.
Geen antwoord.
„Waarom ben je niet gaan
schaatsen of glijden op het ijs,
net als de anderen?"
Geen antwoord. Slechts een
blik naar roerloze schoen-
neuzen.
„Als je niet oppast, vries je
aan het ijs vast", zei mijn
jongste dochter, die altijd be
reid is grapjes te maken met
het leed van anderen.
„Dat ben ik al", zei hij.
„Sinds vanmiddag, toen ik
even bleef kijken. Ik wilde
naar de ijsbaan."
Wij trokken aan hem, doch
hij zat inderdaad muurvast.
Wij hakten hem los met een
steen en toen holde hij stijfjes
naar huis.
Hij was dus geen echte
muurbloem, achteraf. Meer een
ijsbloem op de ruit der om
standigheden. J. L.
De minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid, de heer Suurhoff, heeft
woensdag vertegenwoordigers van werk
gevers en werknemers afzonderlijk ont
vangen en gehoord over hun standpunten.
Bij deze besprekingen ging het erom te
zien in hoeverre het afgebroken overleg
in de Stichting van de Arbeid over de
lonen door bemiddeling van de minister
weer op gang gebracht zou kunnen worden.
Het rapport van de Sociaal Economische
Raad is aan de regering uitgebracht, doch
nog niet vrijgegeven voor publicatie.
De heer F. H. Terwindt, vice-voorzitter
van het Katholiek Verbond van Werk
geversvakverenigingen, heeft in een radio
rede over het overleg in de S.E.R. en over
het rapport een en ander medegedeeld.
Volgens de heer Terwindt was de meer
derheid van de S.E.R. van oordeel dat de
lonen in het algemeen gesproken reeds
gelijke tred hebben gehouden met de groei
van het nationaal inkomen en dat plotse
linge belangrijke verschuivingen voor onze
economie gevaarlijk zijn.
Een andere overweging, die bij de werk-
geversvoorstellèn in de Stichting van de
Arbeid gold, was volgens de heer Ter
windt, dat er binnen een jaar wegens de
ouderdomsverzekering en een verder aan
gepast huurpeil nog nieuwe, niet onbe
langrijke loonsverhogingen te verwachten
zijn.
Tenslotte hielden de werkgevers, even
eens volgens de heer Terwindt, rekening
met het feit dat op het ogenblik in tal van
bedrijfstakken gebruik gemaakt wordt van
de onlangs geopende mogelijkheid om in de
vakantietoeslag en andere bijkomende
voorwaarden verbeteringen aan te brengen.
De heer Terwindt berekende tenslotte
dat de bedrijfstakken, die ten volle ge
bruik maken van de mogelijkheden, die in
het werkgeversvoorstel zijn vervat, reke
ning zouden moeten houden met een loon
kostenstijging in 1956 van 10 percent.
DONDERDAG 16 FEBRUARI
Minerva: Bijzs kerkewerk Ned. Herv. ge
meente Heemstede: „The Titfield thunder
bolt", alle leeft., 8.15 uur. Palace: „Black
board jungle", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor:
Luxor: „Les Diaboliques", 18 jaar,, 2, 6.45,
Studio: „De Helden zijn vermoeid", 18 jaar,
7 en 9.15 uur Lido: „Huis van Bamboe", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De koninklijke
reis", 7.30 en 9.15 uur. Rembrandt: ..Helena
van Troje", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„The Shanghai Story", 7 en 9.15 uur. Zui
derkapel: 8 uur, Ds. J. van der Schors over:
„Gods volk een volk van wonderen".
VRIJDAG 17 FEBRUARI
Minerva: „Muiterij op de Caine", 14 jaar,
8.15 uur. Palace: „De jacht op kapitein
Ehrlich", 14 jaar, 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur.
Luxor: „Les iDaboliques", 18 jaar, 2, 6.45,
en 9.15 uur. Studio: „Goud van Napels", 18
jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Twee maal
begeerd", 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. .Roxy: „De
Vechtjas", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „De luit droeg een rokje", alle leeft.,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw
zonder vrees", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Concertgebouw: 8.15 uur, 7de V-concert door
het Noordhollands Philharmonisch Orkest
onder leiding van Marinus Adam, met mede
werking van Dick de Reus, viool. Hotel
Brinbmann: 8 uur, B. van der Meer voor de
Stichting Centrum voor Psychosynthese
oven „Kiest de beste vorm voor uw leven".
Zaal Wilhelminastraat 22: Vereniging van
Spiritisten „Het Licht" Psychometrische
avond door de heer W. Groeneveld.