Arabische openbare mening onverzoenlijk jegens Israel blijft HOFNAR soepen soepen Wraakzucht van volk dwarsboomt nuchterder inzicht van verantwoordelijke leiders Wettelijke regeling bevoegdheid van tandheelkundigen JOODSE STAAT MOET VAN DE KAART" BOUQUET 1m* Het conflict in de Stichting van de Arbeid DONDERDAG 16 FEBRUARI 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 3 Drie elementen Een van het miljoen vluchtelingen dat iedere dag de Arabieren aan de grote nederlaag herinnert Sterke zaak Scheepsmachinist bij ontploffing omgekomen Kamercommissie meent dat het ontwerp geen afdoende oplossing biedt Garagehouder lichtte het rijk op Eet se vaak Muurbloempje Minister Suurhoff overlegde met beide partijen Agenda voor Haarlem 9? DAMASCUS. „Nooit van ons leven zullen wij Israel erkennen, De smaad en het onrecht ons aangedaan zullen eens uitgewist worden door de volkomen ver dwijning van de Joodse staat. Dit kan kergezwel moet worden uitgesneden, hoe lang het nog moge duren. Wij heb ben de Kruisvaarders er na twee honderd jaar ook uitgekregen. Op de rokende puinhopen van de bandietenstaat zal de nieuwe Arabische eenheid gesmeed wor den. Wij zijn bereid met Israel te spre ken. Met de stem van het kanon!" Ziedaar een kleine bloemlezing uit gesprekken met Iraki's, Egyptenaren, Syriërs, Libanezen en Jordaniërs, ziedaar ook de toon van de Arabische pers die het woordje Israel nog steeds tussen aan halingstekens plaatst. Ziedaar kortom de openbare mening in de Arabische lan den, een opinie zó algemeen, dat men er slechts zelden een uitzondering op zal vinden. Het klinkt bijzonder onrustba rend, vooral wanneer men in overweging wil nemen dat er veertig miljoen Arabie ren tegenover anderhalf miljoen Israë liërs staan en dat communistische wa pens de Arabische militaire kracht ver groot hebben. Het zóu inderdaad zeer onrustbarend zijn, ware het niet, dat het schijnbare Arabische overwicht door een onvoorstelbare verdeeldheid wordt on dergraven en dat zijn juist enige van de i 7> belangrijkste Arabische leiders die uit- Gelovige Moslims komen over de lwge drempel de Omapad zonderingen zijn op de wraakzuchtige cus binnen voor het gebed. In hun ogen is ieder vergelijk publieke opinie. Het zijn deze leiders en men moet daarbij in de eerste plaats aan Egypte's president-premier Gamal Abdel Nasser denken die, zij het in ruil voor belangrijke Israëlische concessies, bereid zijn tot uiteindelijke aanvaarding van het onvermijdelijke: het voortbe staan van Israel. Hade m oskee in Dam as- met Israel verraad. Niet dat de ernst van de huidige toe stand onderschat mag worden. Ook de gematigde Arabische leider moet navigeren op de wilde stroom van publieke emotie. Wanneer Israel zijn dreigement waar zou maken om in maart tot stroomwijziging van de Jordaan over te gaan, indien tegen die tijd de betrokken Arabische landen niet het plan-Johnston tot verdeling van het Jordaan-water tussen Israel, Jordanië, Syrië en de Libanon hebben aanvaard, dan bestaat er reeds degelijk deze lente gevaar voor een gewapend conflict. Afgezien van zulke kwade eventualiteiten, zijn er ge gronde redenen om aan te nemen, dat de Arabische leiders géén oorlog wensen, ster ker nog, dat zij, ondanks die scherpe pu blieke opinie, onder bepaalde voorwaarden bereid zijn om tot een duurzame oplossing van het Palestijnse conflict te komen. Om zich een duidelijk beeld le kunnen vormen van de binnenlandse weerstanden die zij daarbij overwinnen moeten, moet men weten dat de Arabische vijandschap jegens Israel uit drie elementen bestaat: vrees, schaamte en verontwaardiging. Die vrees geldt militaire, maar vooral econo mische uitbreiding van het sterk ontwik- kelde Israel. De schaamte is geboren uit de smadelijke nederlaag die het grote Ara bische blok tegen de Israëlische lilliputter op alle fronten geleden heeft. Noch mili tair, noch diplomatiek heeft het immers een been aan de grond gekregen. Het zit de Arabieren bovenal dwars, dat zij de strijd om Palestina gewonnen zouden heb ben wanneer er zoals de Libanees Ed ward Atiayh schrijft niet „iets vals of rots" in hen zelf was geweest. Dit besef, dat zij een sterke zaak slecht verdedigd hebben steekt velen van hen zó, dat zij voor de wereldomspannende invloed van het Zionistisch complot van een aan ver volgingswaanzin grenzende angst blijk geven. Een sterke zaak: uit deze overtuiging is hun verontwaardiging gegroeid, die op recht gemeend is en niet makkelijk uit zal sterven. Want, zoals een Syriër tegen mij zei: ,,Ons geheugen is even lang als dat van onze kamelen". Kort samengevat zijn hun grieven tegen Israel en het Westen de volgende: „Het feit dat de Joden tweeduizend jaar geleden in Palestina hebben gewoond, geeft hun geen recht op dit zuiver Arabische land. Palestina had na de eerste wereldoor log zijn onafhankelijkheid verdiend, in- stede daarvan kreeg het een Brits man daat. De Britten misbruikten dit om de Balfour-verklaring (steun aan de vestiging van een Joods nationaal tehuis) ten uitvoer te leggen door ongebreidelde Joodse immi gratie, in strijd met de belangen van de Arabische inwoners, die krachtens het mandaat juist beschermd hadden moeten worden. Dit was het begin van de Weste lijke inmenging in een land waar het Wes ten niets te maken had, maar waar het zijn grootmoedigheid jegens het verdruk te Joodse volk ten koste van een ander volk deed gelden. Deze Westelijke par tijdigheid kwam nog openlijker tot uiting in de tweede wereldoorlog toen het Zionis tisch doel „niet een Joods tehuis, maar een Joodse staat in Palestina" vast stond en toen de Britten in ruil voor Joodse deel neming aan de geallieerde oorlogsinspan ning het Joodse bevolkingsdeel onder an dere in de „Jewish Brigade" militair voor bereidden voor de gewapende strijd om Palestina. Na de oorlog werd de Britse steun nog overtroffen door die van de Verenigde Staten waar de Zionistische invloed door de Joodse „blokstemmen" in de staten New York en Illinois beslissend was. Door deze politieke en stoffelijke steun werd het Joodse bevolkingsdeel, hoewel nog steeds numeriek zwakker, sterk genoeg om de Joodse staat af te dwingen. De Britten legden hun mandaat neer, de UNO besloot onder ongehoorde Zionistische pressie tot verdeling van Palestina in een Joodse en een Arabische staat, een oneerlijke verde ling, omdat de Joodse minderheid zeven tig percent van het land (vrijwel het ge hele vruchtbare deel) kreeg en de Ara bische staat zou moeten bestaan uit enige versnipperde en geheel oneconomische ge bieden. Tegelijkertijd begon de Israëlische ter reur die tot massale uittocht van de Pa lestijnse Arabieren leidde. In het gewapend conflict met de Arabische legers dat volg de, breidde Israel zijn gebied tot ver bui ten de grenzen van de verdelingsresolutie van de UNO uit. Niet alleen met deze ter reinwinst, die Israel heeft vastgehouden, heeft het UNO-resoluties getart, ook de latere beslissingen van de UNO-assemblée tot grenswijziging, internationalisering van de ook voor de Mohammedanen heilige stad Jeruzalem en het recht op terugkeer of schadeloosstelling van de Arabische vluchtelingen, heeft Israel naast zich neer gelegd. Bovendien heeft het herhaalde ma len de wapenstilstandsovereenkomsten ge schonden onder andere door de massa moord in Qibiya en ovgrvallen bij'Gaïta en het meer van Tiberias. Ondanks al deze schanddaden is Israel het troetelkind van het Westen gebleven en nimmer hardhan dig tot de orde geroepen. Integendeel het Westen is Israel politiek en met wapens blijven steunen". Tot zover zeer in het kort het Arabische standpunt. Ik heb het weergegeven zonder in te gaan op de al of niet houdbaarheid dezer argumenten en wel om twee rede nen. Ten eerste schieten de officiële Ara bische voorlichtingsdiensten zo angstwek kend in hun taak tekort, dat de Arabische lezing van het Palestijns conflict in het Westen slechts gebrekkig tot de openbaar heid is doorgedrongen. Ten tweede moet men er kennis van nemen om te begrijpen waarom de Arabische publieke opinie zo onverzoenlijk anti-Israelisch gezind is en vooral om te beseffen welke moeilijkheden sommige wèl tot vreedzame regeling van het conflict geneigde Arabische leiders op hun weg zullen vinden. ADVERTENTIE Vraag uw winkefier! Aan boord van het 388 brt. metende Ne derlandse kustvaartuig „Eagle", dat de haven van Rotterdam is binnengelopen, bevond zich het stoffelijk overschot van de tweede machinist, de 24-jarige R. Dijk stra uit Harlingen. Toen het schip in het Kanaal voer, heeft zich in de machineka mer van het schip een ontploffing voorge daan, die de tweede machinist het leven heeft gekost. Verschenen is het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Volksgezondheid uit de Tweede Kamer over het wetsontwerp inzake aanvullende bepalingen tot het verlenen van de be voegdheid van tandheelkundige. Vele leden meenden de regering een woord van waardering niet te mogen ont houden voor haar bereidheid, te beproeven het zozeer omstreden probleem van de tandtechnici tot een afdoende oplossing te brengen. Blijkens de memorie van toelichting ver onderstelt de regering, dat na de inwer kingtreding van de voorgestelde regeling geen enkele tandtechnicus nog met recht als gedupeerd kan worden aangemerkt De commissie vroeg zich echter af of deze veronderstelling gegrond is. Een zwak punt in het voorstel achtten vele leden, dat daarin wordt uitgegaan van de wet van 29 juni 1925 en dientengevolge van een wettelijke fictie. Noch de wet van 1925, noch de wet van 30 december 1926 bevatte ten aanzien van de bevoegdheden van tandtechnici objectieve normen. Het zwakste element in het betoog van de regering vonden deze leden het loslaten van het enige criterium, dat althans nog enig houvast voor de beoordeling zou kun nen geven, namelijk de bepaling, dat de be trokkenen vóór 1913 de toepassing van de tandprothese al dan niet als zelfstandig be roep hebben uitgeoefend. Aanvaard men, gelijk in de memorie van toelichting ge schiedt, dat pas in 1920 de rechtspraak al gehele klaarheid bracht, dan konden deze_ leden niet inzien, waarom tandtechnici, die na 1913 begonnen zijn, of die werden opge leid tussen 1913 en 1930, niet evenzeer thans op erkenning aanspraak zouden kun nen maken. Be 'commissie stelde de vraag, of de wet gever niet beter zou doen, het belang van De rechtbank te Zwolle heeft de 42- jarige garagehouder J. H. uit Nijkerk we gens knoeierijen bij het indienen van reke ningen voor het rijk voor reparaties aan militaire voertuigen veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een boete van 500 gulden. De chef-monteur van de ga rage, de 37-jarige J. S. uit Nijkerk kreeg een maand voorwaardelijk en een boete van f 250.De boekhouder van de garage, de 43-jarige G. S. uit Amersfoort, werd veroordeeld tot een boete van 100 gulden. De garagehouder was ten laste gelegd te hebben gefraudeerd door op zijn reke ningen voor het rijk meer werkuren in rekening te brengen dan waartoe hij ge rechtigd was. Voorts schreef hij gefin geerde rekeningen van garages uit, waar aan hij werk zou hebben uitbesteed. Ook had hij banden verduisterd en ter revisie ontvangen motoren vervangen door minder goede. zen. Het had de aandacht getrokken, dat de memorie van toelichting dit aspect van het vraagstuk uit de weg gaat met de korte opmerking, dat het niet juist zou zijn bij de behandeling van deze aangelegenheid ver- band te leggen met een bestaand of ver meend tekort aan tandartsen en met een be hoefte aan meer eenvoudige en minder dure hulp bij bepaalde groepen van de bevolking. De commissie zou het op prijs stellen te vernemen, of zij uit deze verklaring van de regering moest worden afgeleid, dat zij het verlenen aan tandtechnici van beperkte bevoegdheden ten aanzien van de prothese strijdig acht met het belang van de volks gezondheid, een vraag, welke de commisie te meer klemmend achtte, omdat nog altijd gesproken moet worden van een groot te kort aan tandheelkundige hulp, nog afge zien van het feit, dat de door tandtechnici thans geboden hulp blijkens tal van adres sen, welke de Kamer uit alle lagen der be volking bereiken, in een behoefte voorziet. Men vroeg zich af of het, na alles wat zich met betrekking tot de tandtechnici heeft afgespeeld, niet op de weg van de regering lag, een nieuwe afbakening van de taken van tandarts enerzijds en tandtech nicus anderzijs bij de wet te bevorderen, ten einde tot een bevredigende situatie te komen, welke aan de bestaande behoeften en eisen van de volksgezondheid beant woordt. Terwille van de twee categorieën, waar voor met behulp van het ontwerp dan ein delijk de mogelijkheid tot erkenning /.al worden geopend, meende de comissie ten slotte niet op wijziging van het ontwerp te moeten aandringen. Men» sprak de wens uit, dat de regering in de opmerkingen van de commissie een stimulans zal vinden het gehele vraagstuk van de tandtechnici binnen afzienbare tijd ADVERTENTIE de volksgezondheid tot uitgangspunt te kie- tot een doeltreffende oplossing te brengen. ADVERTENTIE MAGGI Er zijn twee dingen die de mens sinds onheugelijke tijden schijnt te hebben gedaan, in weerwil van alles wat hem in zijn tijdsgewricht ontroerde en bekommerde; namelijk dansen en schaatsen. Misschien zijn zelfs deze twee uitbarstingen van bewegingsvreugde ont sproten aan dezelfde stam. Zij zijn wellicht beide voortge komen uit de pure menselijke neiging om zich los te maken van de aarde en in de ruimte te zweven als een vogel. De gladde dansvloer en de spie gelende ijsvlakten gaven hem de illusie dat zijn voeten niet meer aan de grond gebonden waren en dat hij vrij was ge worden van alles, wat hem vermoeid en worstelend door het leven deed strompelen. Dansen dat is immers niets anders dan de sierlijke meeuw volgen op zijn kunstige spiralen en zich in vreugde verheffen boven de bodem der zorgen. Schaatsen dat is vliegen. Een enkele streek, een enkele vleugelslag. Een krach tige afstoot als een snelle wiekslag om los te komen en dan glijden, lavéren, zweven zonder geluid behalve het zoe vend zuchten der ijzers op hef gladde ijs, als de schurende adem van doorsneden lucht. Zo zou men dansen het cirke len op rustende vleugels kun nen noemen, zoals de meeuwen doen boven hun viswater, en schaatsen het pijlsnelle vliegen op de wind, zoals de meeuwen doen die in de schemer naar hun nest gaan. Voor de mensen is zowel het dansen als het schaatsen im mer verbonden geweest aan het romantische liefdesspel. Arm in arm, hand in hand, op dansvloer en ijs, samengeko men in een vluchtige romance die na elke dans en na elke ommegang over de vaarten kan eindigen in een andere, in een nieuwe. Dat is het kenmerk van luchtige ontspanningen: ro mances die met één enkele glimlach tussen volkomen vreemden plotseling geschapen worden, om even plotseling en met eenzelfde glimlach te ver vliegen in de lucht als een adem in de koude. Even zicht baar, éven intens en verwar mend, en dan verdwenen. Maar dan vernieuwd en herhaald. Want de jongens vragen de meisjes voor een dans en voor een baantje over het ijs met hetzelfde gemak en dezelfde luchthartige vrijmoedigheid, die bij voorbaat alle beloften vermijdt en alle regels ontkent. Wie heeft ooit gehoord dat vliegende vogels in hun krin kelende bewegingsvreugde kleinzielige beloften deden aan hun partners voor volgende vluchten? Zo doen de mensen dat evenmin. Zij beoefenen bij het dansen en het schaatsen geen serieuze levenspraktijken, doch zij geven zich aan een spel, Een spel van beweging en romantiek, licht en vluchtig in beide opzichten. En daarom komt het, dat zo wel het dansen als het schaat sen de muurbloempjes kent. Waar een spel gespeeld wordt, vallen de zwaarmoedigen door de mazen van het net. De schepselen die om een of an dere reden niet begeerd wor den als deelgenoot. De arme verschoppelingen, die door hun verlegenheid niet vermogen te glimlachen op de juiste mo menten, die onbewust een ge zichtstrek hebben welke af stoot, die in hun linksheid een sfeer van afwijzen om zich heen scheppen, ofschoon zij zo gaarne zouden meedoen. Zij staan aan de kanten van de ijsbaan, en niemand slaat zijn armen om hen heen om hen mee te voeren. Zij zitten langs de dansvloer en trommelen de maat met nerveuze vingers op tafel, terwijl niemand hen komt vragen. Zij begeren het spel zozeer, dat zij de kracht niet kunnen opbrengen weg te blijven van het feest, doch zij keren telkens huiswaarts met de desillusie van de eenzaam heid. 1-Iet is moeilijk te bepalen, wat precies het muurbloempje tot. muurbloempjesbestaan ver oordeelt. Het is geen kwestie van uiterlijk, noch van kle ding, noch van charme. Het is een kwestie van sfeer, van eigen kleine omgeving, die een onzichtbare muur wordt tussen de vreugde en henzelf. De modei'ne schaatssport heeft enigszins met het ver schijnsel der muurbloemen afgerekend. De zogenaamde Noren hebben het schaatsen tot een snelheidssport gemaakt, waarbij de sierlijke krullen, getweeën in kalme halve bochten gedraaid, uit de mode raakten. Doch nog steeds ziet men de paren in hun blinkend figurenspel en de eenzamen in hun kwasi-ijverig oefenen. De muurbloempjes staan niet al len meer stil, dat is het ver schil. Maar ze zijn er nog wel. Wij hadden gedrieën een eenzame graafput, die prach tig bevroren was, als ijsvloer uitverkoren. De twee kleine dochters, nog nauwelijks aan schaatsen-krabbelen toe, had den ook hun slee meegenomen en in de felle vorst werd het een warme vrolijkheid, waar van de muziek geleverd werd door de echo's van stemmen tegen de harde lucht. Het plezierige gedoe werd gadegeslagen door een wollige jongeman van nauwelijks vijf, die met enkel zijn neus bloot in dikke dassen en jassen roer loos aan de kant stond. Een muurbloem in optima forma, die wellicht elders door lucht hartige kameraadjes gewei gerd was en nu ons spel als een schrale troost voor zijn eenzaamheid beschouwde. De ganse middag door was zijn bewegenloos staan en kij ken een aanklacht tegen allen, die onnadenkend de minder vlotte schepselen van hun spel uitsluiten. Wij trachtten hem op onze slee te lokken, doch hij weigerde met een verlegen blik naar zijn schoenneuzen. Hij bleef staan en keek. Soms wierp hij een verlangen de blik in de verte, waar on getwijfeld een warme kachel en een meelevende moeder hem veel zouden hebben kun nen vergoeden, als hij de kracht had gehad het spel te verzaken en die liefde te nemen. Doch is het ons allen niet vaak moeilijk, de luchtige ro mance op te geven en de serieuze genegenheid als een zekerheid te aanvaarden? Hij bleef waar hij was, en hij weigerde het spel met de slee en met de drie vreemde wezens, die als vader en doch ters verbonden waren in een vrolijke eenheid tégen hem. Het is moeilijk, muurbloem pjes te plukken. Toen het schemerde en wij huiswaarts gingen, stond hij er nog. Er was nu niemand meer op de bevroren kuil en hij moest het vreselijk koud heb ben. Wij gingen langs hem, en hij keek verlegen naar zijn schoe nen. „Waarom ga je niet naar huis?" vroegen wij hem in koor, met onze vriendelijkste driedubbele glimlach. Geen antwoord. „Waarom ben je niet gaan schaatsen of glijden op het ijs, net als de anderen?" Geen antwoord. Slechts een blik naar roerloze schoen- neuzen. „Als je niet oppast, vries je aan het ijs vast", zei mijn jongste dochter, die altijd be reid is grapjes te maken met het leed van anderen. „Dat ben ik al", zei hij. „Sinds vanmiddag, toen ik even bleef kijken. Ik wilde naar de ijsbaan." Wij trokken aan hem, doch hij zat inderdaad muurvast. Wij hakten hem los met een steen en toen holde hij stijfjes naar huis. Hij was dus geen echte muurbloem, achteraf. Meer een ijsbloem op de ruit der om standigheden. J. L. De minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid, de heer Suurhoff, heeft woensdag vertegenwoordigers van werk gevers en werknemers afzonderlijk ont vangen en gehoord over hun standpunten. Bij deze besprekingen ging het erom te zien in hoeverre het afgebroken overleg in de Stichting van de Arbeid over de lonen door bemiddeling van de minister weer op gang gebracht zou kunnen worden. Het rapport van de Sociaal Economische Raad is aan de regering uitgebracht, doch nog niet vrijgegeven voor publicatie. De heer F. H. Terwindt, vice-voorzitter van het Katholiek Verbond van Werk geversvakverenigingen, heeft in een radio rede over het overleg in de S.E.R. en over het rapport een en ander medegedeeld. Volgens de heer Terwindt was de meer derheid van de S.E.R. van oordeel dat de lonen in het algemeen gesproken reeds gelijke tred hebben gehouden met de groei van het nationaal inkomen en dat plotse linge belangrijke verschuivingen voor onze economie gevaarlijk zijn. Een andere overweging, die bij de werk- geversvoorstellèn in de Stichting van de Arbeid gold, was volgens de heer Ter windt, dat er binnen een jaar wegens de ouderdomsverzekering en een verder aan gepast huurpeil nog nieuwe, niet onbe langrijke loonsverhogingen te verwachten zijn. Tenslotte hielden de werkgevers, even eens volgens de heer Terwindt, rekening met het feit dat op het ogenblik in tal van bedrijfstakken gebruik gemaakt wordt van de onlangs geopende mogelijkheid om in de vakantietoeslag en andere bijkomende voorwaarden verbeteringen aan te brengen. De heer Terwindt berekende tenslotte dat de bedrijfstakken, die ten volle ge bruik maken van de mogelijkheden, die in het werkgeversvoorstel zijn vervat, reke ning zouden moeten houden met een loon kostenstijging in 1956 van 10 percent. DONDERDAG 16 FEBRUARI Minerva: Bijzs kerkewerk Ned. Herv. ge meente Heemstede: „The Titfield thunder bolt", alle leeft., 8.15 uur. Palace: „Black board jungle", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: Luxor: „Les Diaboliques", 18 jaar,, 2, 6.45, Studio: „De Helden zijn vermoeid", 18 jaar, 7 en 9.15 uur Lido: „Huis van Bamboe", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De koninklijke reis", 7.30 en 9.15 uur. Rembrandt: ..Helena van Troje", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „The Shanghai Story", 7 en 9.15 uur. Zui derkapel: 8 uur, Ds. J. van der Schors over: „Gods volk een volk van wonderen". VRIJDAG 17 FEBRUARI Minerva: „Muiterij op de Caine", 14 jaar, 8.15 uur. Palace: „De jacht op kapitein Ehrlich", 14 jaar, 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. Luxor: „Les iDaboliques", 18 jaar, 2, 6.45, en 9.15 uur. Studio: „Goud van Napels", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Twee maal begeerd", 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. .Roxy: „De Vechtjas", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „De luit droeg een rokje", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw zonder vrees", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Concertgebouw: 8.15 uur, 7de V-concert door het Noordhollands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marinus Adam, met mede werking van Dick de Reus, viool. Hotel Brinbmann: 8 uur, B. van der Meer voor de Stichting Centrum voor Psychosynthese oven „Kiest de beste vorm voor uw leven". Zaal Wilhelminastraat 22: Vereniging van Spiritisten „Het Licht" Psychometrische avond door de heer W. Groeneveld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5