r Rector van Thijsse-lyceum krijgt subsidie van Z.W.O.-organisatie koud buiten binnen warm ramen dicht Heemsteedse raad herdacht wethouder H. J. W. B. Disselkoen Mozarts laatste levensjaar Twee dagen op pad met de „Zwarte Mannen" Bloemendaal Geldlening van één miljoen gulden door Ged. Staten goedgekeurd „Israël heeft recht op steun van west-Europa Voor onderzoek naar didactiek en methodiek van het onderwijs in het Frans Kolenbezorgers doen hun werk tot laat in de avond Schoolvakanties voor openbaar onderwijs Inriföf ri U II M Kwarteeuw politieman Rob van Reijn voor het Instituut Kerkspel „Judas" Lezing P. J. Kapteyn van P. v. d. A. in Bloemendaal Hulpcolonnes van Dieren- rampenfonds ingezet Examens Wegens mishandeling veroordeeld Floraliavereniging opnieuw opgericht FeJenvergadering HVOR Opdrachten Amsterdamse kunstenaars VRIJDAG 24 FEBRUARI 1956 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT De Nederlandse organisatie voor zuiver wetenschappelijk onderzoek heeft de heer D. M. van Willigen, rector van het Jac. P. Thysse-lyceum te Overveen en docent in de didactiek van het Frans aan de Ge meentelijke Universiteit van Amsterdam, een subsidie verleend voor een onderzoek naar de toegepaste didactiek en methodiek in het Frans in ons land en in de om ringende landen. De leiding van dit onderzoek berust bij de heer Van Willigen, dr. A. L. A. Mooy, leraar in het Frans te Groningen en do cent in de didactiek van het Frans aan de Rijksuniversiteit aldaar en de heer R. Mossel, doctorandus in de Romaanse let teren (Frans), leraar en hoofdassistent aan het Paedagogisch Instituut van prof. Langeveld te Utrecht. De bovengenoemde subsidie werd door de heer Van Willigen aangevraagd namens de didactiecommissie van de Vereniging van Leraren in de levende talen. Van dze vereniging is de heer Van Willigen voor zitter der Franse sectie en lid van het hoofdbestuur. De vereniging is aangesloten bij de „Fé- dération Interantionale d'associations de professeurs de langues vivantes", die ze ventien landen bestrijkt en elke drie jaar een internationaal congres houdt. Dit jaar zal de „fédération" voor het eerst in ons land congresseren en wel te Amsterdam op 4, 5 en 6 april. Het congres zal een onder werp op didactisch gebied behandelen en de Unesco zal er een expositie inrichten van leerboeken, betrekking hebbende op de levende talen. Groeiende belangstelling voor de didactiek In een onderhoud met een verslaggever vertelde de heer Van Willigen, dat een groot aantal leraren in de levende talen zich in de laatste jaren steeds meer voor de didactiek is gaan interesseren. Vandaar dat in September 1952 de zogenaamde ,.di- dactiekcommissie" werd ingesteld, gesplitst in secties voor Nederlands. Frans, Duits en Engels. Deze commissie komt regelmatig bijeen en zij heeft het als één van haar eerste taken beschouwd, een historisch overzicht te geven, hoe de huidige toestand gegroeid is. Daartoe werden verschillende onderzoekingen gedaan, waarvan de resul taten zijn neergelegd in een aantal ar tikelen, verschenen in de laatste jaar- gagen van „levende talen". Na dit histo risch onderzoek heeft de didactiekcommis- sie zich tot opgave gesteld, de didacktiek en de methodiek te bestuderen, waarop in Ne derland en de omringende landen het Frans gedoceerd wordt en het is hiervoor dat een subsidie werd aangevraagd en verkregen. Bij dit onderzoek hoopt men vele do centen van verschillende scholen en school typen in te schakelen en een goed te han teren materiaal in handen te krijgen. De meewerkende docenten zullen een zo goed mogelijk inzicht geven in de wijze waarop zij ^et Frans doceren, zodat men tot een alge neen inzicht kan komen. Het studie materiaal zal, waar mogelijk, met behulp van studenten worden gerangschikt en ge ordend, maar de leiders van het onderzoek zullen dit zelf bestuderen en er éventueel conclusies uit trekken. Bovendien hopen zij op grond van het verkregen materiaal bepaalde normen te kunnen vaststellen en de relatie te kunnen aangeven, die tussen een bepaalde decent en de door hem toegepaste methode van lesgeven bestaat, aangezien geen enkele didactiek voor allen kan gelden. De heer Van Willigen was verheugd We hebben ons dezer dagen eens in het zwarte manchester gestoken van de man, die in deze tijd stellig tot de meest gewaar deerde bezoekers behoort. Tenminste ais de voorraad in het kolenhok zo is geslon ken dat men blij kan zijn met elk mud, dat de kolenhandelaar aflevert. Een paar dagen namen we persoonlijk waar, hoe gezien de kolenmensen op dit ogenblik zijn. Ook de klanten die er anders per se op staan, d'at de bestelling beslist voor twaalf uur 's morgens wordt afgele verd, ontvangen je met open deur bij wijze van spreken dan als je 's avonds na zes of zeven uur komt met een bijna volle wagen. Het is op het ogenblik niets abnormaals meer, dat tussen etenstijd en bedtijd de ko- lenwerkers zoals hun beroep officieel luidt nog bezig zijn met het rondbren gen van brandstoffen onder de klanten. Als de gevraagde soorten op zijn, dan moet men met andere kolen genoegen ne men en wees er dan blij mee, dat men toch zo goed mogelijk de bediening tracht voort te zetten. De handelaren hebben weinig aanvoer door stagnaties bij de spoorwegen en dichtgevroren waterwegen en het is dan ook niet te verwonderen, dat hun voorraden soms gering zijn, hoewel er zeer beslist geen reden tot ongerustheid is. De vorige week werd enige stagnatie veroorzaakt door het uitvallen van elek trische locomotieven, die door nei weer (beijzelde bovenleidingen) met moeilijk heden te kampen hadden. Daardoor zijn er verschillende wagons op de goederen emplacementen, zoals op de Rietlanden in Amsterdam, enige dagen blijven staan. De spoorwegen hebben echter zondag op deze terreinen schoon schip kunnen maken. Dit is overal gelukt, behalve in Rotter dam, zo deelde ons woensdagmiddag de heer Agina, perschef van de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht mee. Theoretisch kan men bij de aanvoer per trein maximaal op een week vertraging rekenen, maar in de praktijk komt dit zelden voor, aldus onze zegsman. Zodra het weer wat gunstiger wordt, de koude afneemt, maar vooral de sneeuw verdwijnt, zal de aanvoer weer vlot kunnen geschieden en zullen ook de kolenbezor gers weer op tijd hun avondeten kunnen gebruiken. Overigens mogen wij na twee dagen de moeilijkheden van dit geplaagde gilde ge deeld te hebben, toch niet nalaten respect uit te spreken voor deze werkers met zwarte, beëelte handen die koude, sneeuw en wind trotseren ten gerieve van hun medeburgers. Evenals trouwens melkboer, kruidenier, .postbode, en wie verder alle maal hun brood op de koude straat moeten verdienen. over de verleende subsidie, omdat deze toewijzing niet alleen het belang van de didactiek als zodanig accentueert, maai tevens de mogelijkheid schept, leerkrach ten geheel of gedeeltelijk vrij te maken voor dit wel zeer uitgebreide onderzoek Hij hoopte dat de leiders van het onderzoek tevens wat tijd zou overblijven om kennis te némen van de omvangrijke litteratuui op het gebied van de didactiek der mo derne talen, welke de laatste jaren in het buitenland is verschenen en waaruit blijkt, dat Nederland op dit terrein een achter stand heeft in te halen. De schoolvakanties voor het jaar 1956 voor de gemeentelijke scholen te Haarlem hebben B. en W. ais volgt vastgesteld: Paasvakantie: Scholen voor v.h. en m.o., u.l.o. en de gemeentelijke handelsavond school met 5-j. cursus van en met 29 maart tot en met 9 April. Alle andere scholen van en met 29 maart tot en met 8 april. Pinkstervakantie: Scholen voor v.h. en m.o., u.l.o. en de gemeentelijke handels avondschool met 5-j. cursus van en met 19 mei tot en met 22 mei. Alle andere scholen van en met 19 mei tot en met 23 mei. Zomervakantie: Scholen voor v.h. en m.o., u.l.o. van en met 15 juli tot en met 2 september. Dr. A. van Voorthuysenschool van en met 15 juli tot en met 12 augustus. Alle andere scholen van en met 15 juli tot en met 19 augustus. Herfstvakanties Dr. A. van Voorthuy senschool van en met 28 oktober tot en met 4 november. Alle andere scholen van en met 1 november tot en met 4 november. Kerstvakantie: Alle scholen van en met 23 december 1956 tot en met 6 januari 1957. ADVERTENTIE Een schaars geluchte kamer wordt muf met rook en etenslucht - hoeft niet, zet air-wick open! air-wick maakt Zondag 1 april zal de heer J. P. Wessel, brigadier bij de gemeentepolitie van Bloe mendaal en wonende Zandvoorterweg 27 te Aerdenhout, vijfentwintig jaar in dienst van de overheid zijn. De heer Wessel, die werkzaam is bij de politiepost Aerdenhout, begon zijn politieloopbaan in Hoorn. Op 1 december 1938 werd hij aangesteld als agent bij de gemeentepolitie van Bloemen daal. In maart 1948 volgde zijn benoeming tot hoofdagent en op 1 april 1952 zijn be vordering tot brigadier. Van 1 januari 1954 af is de heer Wessel werkzaam in Aerden hout. De jubilaris heeft onder meer een werkzaam aandeel in de r.-k. politiebond „St. Michael", waarvan hij bestuurslid is. BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: C. M. van der RaadBak ker, zoon. ONDERTROUWD: J. Krol cn H. Damsma; A. de With en B. Postma; W. A. van Daat- selaar cn J. A. H. Guilloteaux; W. J. Dijk- mans en M. J. Dekker. GEHUWD: B. du Pon en J. H. Nienhuis; Chr. W. R. Lindeman en M. Beumkes. OVERLEDEN: Mevr. M. KeurMolenaar, 53 j.; Wed. G. Bakker—Houteboom, 79 j.; A. A. van Pieterson, 80 j.; Wed. W. Klaver Bams. 78 j.; A. Bergman. 73 j. De broodcollecten, die overal in de stad door schoolkinderen worden gehouden voor de hongerende vogels, hebben een groot succes: daarvan getuigt wel deze in de Christiaan Huygensschool aan de Ohmstraat 2 genomen foto. Daar kan men de voorraad, welke dagelijks binnenkomt, nauwelijks meer aan. Voor een goed bezette zaal in een niet al te warme „Leeuwerik" heeft de pantomi mespeler Rob van Reijn woensdagavond een voorstelling gegeven op uitnodiging van het Instituut voor Arbeidersontwikke ling. Het Instituut heeft daarmee een goe de keus gedaan, want het programma van Van Reijn bood in dit toch niet altijd ge makkelijk te begrijpen genre der uitbeel dingskunst het houvast van een zeer dui delijk aansprekende figuur en wel het mannetje Maccus, dat de verpersoonlijking mag heten van de gewone man, waarin ieder eenvoudig mens zichzelf herkent. Natuurlijk ging die herkenning weer niet zover, dat zij tot een vereenzelviging leid de, want daarvoor was het figuurtje te grotesk opgezet en werd het soms naar het karikaturale getrokken. Maar wat Van Reijn beoogde en betoogde bleef voor niemand een geheim. Het beantwoordde aan zijn omschrijving, dat het de dagelijk se dingen van het bestaan brengt, beke ken door een vergrootglas. De pantomime speler bleek te beschikken over een rijk gevarieerd uitdrukkingsgamma in het ko mische. Zijn mimiek en plastiek waren perfect beheerst en uitnemend gebruikt voor een imitatie, die zelfs af en toe het mannetje Maccus die tragische verschij ningsvorm gaf, welke stoelt op meer dan het nabootsen van gevoelens alleen, al bleef de imitatie dan de overhand behou den. Pas na de pauze zocht Van Reijn zijn weg naar het echte gevoel dat uit zijn mas ker nog niet zo sterk spreekt en bijvoor beeld niet van de orde is als Chaplin de monstreert, die hij overigens niet probeer de als voorbeeld te nemen, al zal er altijd wel een vleug herinnering aan hem over waaien. Van Reijn beschikt over een per soonlijke stijl, die met de ervaring aan ver dieping zal winnen. Wat hij gisteravond liet zien was gaaf en oogstte de bewonde ring van de zaal. Wat hij meer vermag en dan ook in het romantische kwam nog niet helemaal tot gelding, maar is in hem aan wezig. De tijd, die voortreffelijke leer meester, zal het hem en ons leren. P. W. FRANSE Het moderne, tegelijk realistische en symbolische spel „Judas" van Hubert Gig- noux wordt in de vertaling van mevrouw H. Albach-Tielrooy in de Remonstrantse kerk te Haarlem door leden van deze ge meente opgevoerd op dinsdag 28 en woens dag 29 februari en donderdag 1 maart,1 steeds des avonds. Het stuk werd enkele jaren geleden te Haarlem onder de oor spronkelijke titel „l'Homme a la Corde" door de Comédiens de l'Etoile vertoond. De vergadering van de gemeenteraad van Heemstede, die donderdagmiddag wegens ziekte van de burgemeester onder leiding stond van wethouder E. J. van Lent, begon met een herdenking van de heer H. J. W. B. Disselkoen, die van september 1931 af raadslid is geweest en van 1 september 1946 wethouder. De heer Van Lent schetste de overledene eerst als raadslid. Men heeft hem leren kennen als een uitnemend, be kwaam en prettig mens, die volkomen op de hoogte was van de Heemsteedse zaken; hij was een uitstekend spreker met wel eens scherpe opmerkingen, maar hij ging altijd recht door zee. Als raadslid ging speciaal zijn belangstelling uit naar de minst-bedeelden. De heer Van Lent herinnerde er aan, dat de heer Disselkoen het als wethouder van bedrijven na september 1946 niet gemak kelijk heeft gehad; in die periode zijn de gezinstarieven ingevoerd. Als wethouder van Volksgezondheid kwam de heer Dissel koen steeds met nieuwe ideeën, waarvan de meeste verwezenlijkt zijn. Het Gezond heidshuis, voor welks bouw dokter Droog het initiatief had genomen, heeft de heer Disselkoen voltooid. Voorts herinnerde spreker aan de plannen tot de aanleg van een zwemvijver en aan de vele verdiensten voor het onderwijs, zowel het openbaar als het bijzonder. De opvolger kan een dank baar gebruik maken van het vele voorbe reidende werk, dat de overledene heeft verricht. De heer Van Lent, memoreerde tenslotte de stichting van een bibliotheek Voor een klein gehoor onder wie zich de raadsleden mevrouw F. F. Dalmeyer Van Bachum de Boer en de heer C. Schulz, alsmede de oud-voorzitter van het N.V.V., de heer E. Kupers bevonden heeft in het Jeugdhuis te Bloemendaal de heer P. J. Kapteyn uit Aerdenhout voor de leden van de plaatselijke afdeling van de Partij van de Arbeid gesproken over zijn ervaringen in Israel. Dat er nog altijd een gespannen toestand heerst, bleek uit de cijfers, die de spreker noemde. Van de 1.700.000 inwoners bevat het leger ongeveer een miljoen men sen. Niet alleen de jongens, maar ook de meisjes moeten een tweejarige dienstplicht vervullen. De minimum immigratie in deze jonge van 1948 daterende staat varieert van vijftig tot zeventigduizend mensen, die afkomstig zijn uit niet minder dan zeventig landen. Men dient zich te realiseren, aldus de spreker, dat dit heel iets anders is dan de vroegere volksverhuizing van ongeveer tienduizend personen uit zeventien landen naar Amerika. Israel bevindt zich volgens de heer Kapteyn op de grens van de neer gang van het idealisme en de grens van de opgang van het materialisme. Het is vol gens hem nog niet uitgemaakt, welke van deze twee het zal winnen. Reeds in 1880 trokken Joden uit Rusland uit idealisme naar Israel. Toen de tijd van Hitier naderde werd het idealisme van de nieuwe Israelkomers geconfronteerd met de vraag: Komt u uit overtuiging of uit Duits land? Spreker had in Israel de Joodse proble men gezien. De mens, die er tot Oosterling is geassimileerd ontmoet er de hoog gecul tiveerde Jood uit Wenen of de Amerikaan met zijn tractors en televisietoestel. Zij, die uit overtuiging naar het nieuwe land zijn gegaan menen, dat er de vervulling van de belofte der vaderen zal plaats heb ben. Rustig is het er nog lang niet, zeker niet langs de grenzen waar regelmatig over vallen gebeuren en overal de vijand loert. De heer Kapteyn sprak verder over de kleine gemeenschappen van zes tot acht idealisten, die willen ontkomen aan de karakter eigenschappen waaronder de wereld lijdt en die alleen voor elkaar wer ken. Er is de gemeenschap van de Kiboets waarbij het zelf werken en doen voor de gemeenschap het ideaal is zonder er een geldelijke beloning voor te ontvangen. Een nederzetting, die in het klein op de coöpe ratie gelijkt. De vakvereniging werkt nauw samen met de gemeenschap. Het is een merkwaardig instituut, want de vakvereni ging bezit fabrieken, waarin 170.000 arbei ders werk vinden. Als er één volk recht heeft op de steun van het Europese westen, zo besloot de spreker zijn boeiend betoog, dan is het Israel. Het laat zien wat met ijver en goede wil van de bodem is te maken. Men sloeg de handen aan de ploeg van een onontwik keld een ontwikkeld gebied te maken. Daar wordt een nieuwe mens geboren en van daaruit ons een voorbeeld gegeven. De lezing, die Paul Christiaan van Wes tering woensdagavond als onderdeel van de Haarlemse Mozartherdenking in de Vleeshal hield, had als onderwerp „Mozarts laatste levensjaar". Aan het einde van het korte leven van Mozart was er een grote vereenzaming ge komen. De oorzaak van dit isolement moet voor een belangrijk deel bij Mozart zelve gezocht worden. Hij leende geld voor soms onbegrijpelijke uitgaven en was niet in staat het bedrag terug te betalen. Zijn toetreding tot de vrijmetselaars ver vreemdde hem van de katholieke kerk. En omdat hij in wezen toch niet geheel afstand daarvan gedaan had, konden de vrijmetse laren hem niet onvoorwaardelijk aanvaar den. De enkele leerlingen, die Mozart had, verlieten hem ook al, met uitzondering van Franz Xaver Süssmayer, een jonge begaaf de componist, wie het vergund was het onvoltooide Requiem van Mozart af te ma ken, zelfs zo, dat niet met absolute zeker heid te zeggen valt, waar Mozart moest eindigen en waar Süssmayer vervolgd en aangevuld heeft. Mozart was bezeten door muziek. De overigens begrijpelijke zorgzaamheid van zijn ouders had bij Mozart een tekort aan zelfstandigheid in het leVen veroorzaakt. Hij was vaak niet tegen het leven opge wassen, zeker niet tegen intriges. Mozart is nimmer een volwassen mens naar de geest geweest. Steeds bleef er iets van het kind in hem, wat ook uit zijn brieven spreekt. Mozart kreeg in zijn laatste levensjaar weinig steun van collega's. Beethoven met zijn puriteinse levenshouding had nogal critiek op de levenswandel van Mozart; ook op de litteraire onderwerpen, die hij koos voor zijn muziek. Haydn aanvaardde Mozart zoals hij was. Hij speelde het klaar om een dirigentenpost in Londen voor Mozart te verkrijgen, maar om onbekende redenen weigerde Mozart die betrekking. Met zijn vrouw Constanze had Mozart al heel weinig contact, wanneer het zijn werk betrof. Het beste werkte hij, wanneer Con stanze op reis was. Buiten zijn muzikaal werk om hield hij van gezellige kout over allerlei oppervlakkigheidjes van het dage lijkse leven. Biljarten en kegelen waren voor hem eveneens een grote ontspanning. Tlij was eenvoudig en oprecht, uiterst kwetsbaar en stond open voor allerlei in vloeden. Hij hield van het bijzondere waar het de muziek betrof. Uit zijn laatste levensjaren stammen bijvoorbeeld de Fan tasie in f (K.V. 608) voor een mechanisch orgel, een compositie voor glasharmonika voor de blinde virtuoze op dit instrument Marie Anne Kirchgassner en ook het con cert voor klarinet, opgedragen aan Anton Stadler, behoort mede tot die werken. Het was merkwaardig, dat Mozart zon der opdrachten niet componeerde. Hij kwam aan inkomsten, wanneer hij geen nieuwe werken schreef, door te spelen op feesten, waar Duitse dansen, contra-dansen en menuetten van zijn hand werden uit gevoerd. Na maart 1791 kwam er een pe riode van hard werken. In opdracht schreef hij „De Toverfluit" de opera, die men niet als een sacrale ceremonie moet zien, maar als een kijkspel, waarin van alles te beleven valt. Verder kwamen de opera „La Clemenza di Tito" en de Vrijmetselaars cantate, alsmede zijn meesterwerk, het Requiem tot stand. De cantate is van een ongekende levensvreugde. En dan te be denken, dat zij werd voltooid negentien dagen voordat de dood Mozart uit zijn lijden verloste. Men kan haar zien als een reactie op de geweldige spanningen bij het componeren van het „Requiem". Eén dag voor zijn dood zong de kapel meester van de opera hem een van zijn eigen aria's: „Der Vogelfanger bin ich, ja!" voor, onbezorgde muziek. Daarna raakte hij buiten bewustzijn en in de nacht van de vijfde december 1791 stierf Mozart tijdens een sneeuwstorm met onweer. Hij werd door iedereen verlaten bijgezet in een armengraf en niemand kon later zeg gen waar precies zijn laatste rustplaats was. Mozart ging heen, maar zijn muziek, waarvan Van Westering op deze avond enkele fraaie fragmenten liet horen op de gramofoon, bleef. En daarvoor kan de mensheid Mozart met een dankbaar hart gedenken. ADVERTENTIE Het Comité Wintervoedering van vogels in Amersfoort heeft bij zijn actie thans ook de medewerking gekregen van de colonnes van het Dierenrampenfonds, de zogenaam de Blauwe Cirkel-Organisatie. In groepen van 20 a 40 personen opereren deze colon nes in Kampen, Amersfoort, Haarlem, Hil versum en Breda. Volgens vanochtend ontvangen berich ten van de vliegvelden hebben bestuurders van toestellen geconstateerd dat vrijwel alle zwanen die tot nu toe op het ijs in de omgeving van Texel en Kampen werden waargenomen zijn verdwenen. Men ver moedt dat deze vogels zich nu in de buurt van de Biesbosch ophouden. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevor derd tot Arts: mej. P. C. Verduin, Bloemen daal; E. S M. Thole, E. J. C. Lubbers. H. J. J. Schardaun, allen te A'dam; H. Boer, Wormer- veer; L. W. Winter, Uithoorn. Artsexamen le gedeelte: mej. C. J. Colthof, J. Steenbergen, A. Soeparto, K. M. J. Ceha, R. Th. J. M. Ypma, F. M. Schonenberger en A, Middel- hoek, allen te Amsterdam De Haarlemse rechtbank heeft giste ren de zevenendertigjarige machinehande laar P. A. E. uit Badhoevedorp wegens mis handeling veroordeeld tot een gevangenis straf van een maand. Veertien dagen ge leden had de officier van justitie wegens poging tot. doodslag een gevangenisstraf van een jaar en drie maanden geëist. Op zondag 3 juli maakte met zijn vrouw en een yriend een autotocht-en bij de Sloterbrug 'stopte hij om twee echt paren, afkomstig uit Amsterdam, aan te spreken. Hij vroeg in het Engels de weg naar Hoofddorp, waar het eeuwfeest werd gevierd. De Amsterdammers begrepen, dat het geen ernst was van E. en een scheld partij volgde. De heer en mevrouw E. en de vriend verlieten de wagen en rake klappen werden uitgedeeld. Het drietal stapte weer in de auto en terwijl een Amsterdamse dame nog op de weg lag, gaf E. gas. Iemand heeft de dame weggetrokken, anders zou zij zijn aangereden. Veertien dagen geleden verklaarde E. voor de rechtbank, dat hij de Amsterdamse niet op de weg had zien liggen. Het bestuur van de afdeling Haarlem van de Koninklijke Nederlandse Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft plannen om over te gaan de Floralia vereniging opnieuw op te richten. De voor bereidende maatregelen zijn reeds zover gevorderd, dat binnenkort overgegaan zal worden tot het uitreiken van planten aan leerlingen van de vierde en vijfde klas van alle lagere scholen in Haarlem(zowel open bare als bijzondere!. Op vier of vijf punten der stad zullen de kinderen de planten kunnen halen. De vraag is de planten in notten te verzorgen, hetgeen zowel in de tuin, op een balkon of op een vensterbank zal kunnen geschieden. In september zullen in alle wijken van Haarlem tentoonstellingen worden gehou den van de ingezonden planten. Voor de best verzorgde planten zullen prijzen be schikbaar worden gesteld. De Floraliavereniging heeft tot de oorlog bestaan. In vroeger jaren was er voor het werk van de vereniging erote belangstel ling en op de in sebouw Sint Bavo gehou den tentoonstellingen werden honderden planten ingezonden Het aantal scholen is uitgebreid en daardoor moeten meer plan ten beschikbaar worden gesteld dan vroe ger. Door de uitbreiding der stad zullen op diverse plaatsen tentoonstellingen worden ingericht. De Haarlemse Zwem- en noleHi'b U.V.G.B hield in de bovenzaal van Café Bolwerk haar jaarliikse algemene ledenvergadering Na een kort oneningswoord van de voor zitter, de heer J Hogeland. volgden de no tulen en de jaarverslagen van de secretaris, penningmeester en de technische commissie. De prestatiebekers voor het jaar 1955 wer den ditmaal uitgereikt aan Lenie Harwijne en Dick Meulenberg. De tweede plaatsen werden ingenomen door Like Bijkerk en Cees Dekker. Tenslotte als derden Nelleke de Zwart en Hans Kors. Het bestuur werd als volgt gekozen: Voor zitter J. Hogeland Jr.. secretaris A. J. van Ommeren, penningmeester K. Bongertman, commissarissen D. Bongertman en W. Halse- ma. Een speciaal woord van dank werd daar na gericht tot de scheidende bestuursleden R. Hagebout en J. Rol, die zich wegens drukke werkzaamheden niet meer hadden beschikbaar gesteld. De. technische commis sie werd geheel herkozen. Voorzitter A. Na- ter, alg. secretaresse Mevr. H. Diek, polo- secretaresse mej. A. Harwijne, zwemsecre- taresse mej. L. Harwijne, leden D. Bongert man en D. Meulenberg. Hieraan werd als nieuw lid toegevoegd C. Hartel. Nieuw voor H.V.G.B. was de benoeming van de jeugdraad. Doel is het stimuleren van de activiteit van de jeugd in de vereni ging en de behartiging van de belangen van deze jeugd tegenover de leiding van de ver eniging. In deze jeugdraad zijn benoemd: voorziter F. Ludding, secretaris J. Ekering, pemningn:cos',eresse mej. M. Fuykschot, le den mej. L. Bijkerk en H. Kors. Aan zijn soepele houding is het te danken, dat een openbare en een r.k. afdeling in één gebouw verenigd zijn. Archief Berkenrode In dank werd het archief van de Heer lijkheid „Berkenrode", dat de heer E. H. van Eeghen aan de gemeente ten geschenke had aangeboden, aanvaard. Belangstellen den kunnen het op het raadhuis raadplegen. De geloofsbrieven van het nieuwe raads lid mevrouw H. van der Meulen-Houwer werden onderzocht en in orde bevonden. Tot toelating werd besloten. De gemeente raad zal op maandagavond 5 maart bijeen komen om een wethouder te kiezen. Tot voorzitter van de huurcommissie werd met algemene stemmen benoemd mr. J. F. Jansonius. De vergadering besloot medewerking te verlenen aan de uitbreiding van de Sint Henricusschool en de bouw van een gym nastiekzaal. B. en W. hadden aanvankelijk voorge steld het raadsbesluit van de vorige maand tot het aangaan van een geldlening van 1.100.000 in te trekken omdat Gedepu teerde Staten hadden meegedeeld, dat zij 'bezwaren tegen het besluit hadden. Wethouder Van Houten (V.V.D.) deel de mee, dat hij na de vergadering van de commissie van financiën een bespreking heeft gehad met Gedeputeerde Staten. Het college heeft meegedeeld, dat het, gelet de recente ontwikkeling op de kapitaalmarkt, geen bezwaren meer had tegen het raadsbesluit. Het. voorstel werd van de agenda afge voerd. Bij de rondvraag werden vragen gesteld (de heer Van der Linden (K.V.P.) leidde het onderwerp in) over extra-uitkering aan daarvoor in aanmerking komende inwoners tijdens de koude. Wethouder mr. Van W ij k (A.R.) deelde mee. dat B. en W. reeds voor de vierde maal de kolentoeslag verdubbeld hebben. De toeslag zal uitgekeerd worden, zo lang de vorst aanhoudt. Tegenover de groep stille armen wordt soepel opgetreden, als bekend is, dat ej- noodlijdenden zijn. Voorts zal aan gemeentepersoneel, dat in de bui tendienst werkt, een gratificatie worden verstrekt. Mr. Zeelenberg (K.V.P.) vestigde de aandacht op een artikel in een dagblad over het bouwen van huizen met veel hout. Kan dat systeem in Heemstede met mede werking van Gedeputeerde Staten en om liggende gemeenten toegepast worden? Over dit onderwerp volgde een gedach- tenwisseling, waaraan verscheidene leden deelnamen. De voorzitter merkte op, dat een commissie uit de raad voor de wo ningbouw zich met het vraagstuk bezig houdt: een rapport zal worden uitgebracht. Het beste is het resultaat van het onder zoek af te wachten. De heer D ij k s t r a (C.H.) had klachten gehoord over het „ploffen" van gasgeysers en vroeg inlichtingen, waarna wethouder Van W ij k meedeelde, dat de kwaliteit van het gas de laatste weken minder is dan voor de vorstperiode. Mogelijk zijn daardoor de klachten over de gasgeysers te verklaren. B. en W. zullen zich met de gemeente Haarlem, die het gas levert, in verbinding stellen. De heer Verspoor (Arbeid) was van mening, dat vele bewoners de vuilnis emmers niet afdekten, waardoor tijdens wind veel vuil op straat komt. Ook had hij klachten over kapotte afrasteringen van ?aas. waarvan wandelaars hinder onder vinden. De voorzitter zegde een onderzoek toe. Vuilnisemmers moeten afgesloten zijn. Uit het „Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk-fonds", dat ingesteld is om aan Noordhollandse beeldende kunstenaars op drachten te verstrekken, hebben Gedepu teerde Staten als onderwern voor de eer ste uit het fonds te verstrekken opdrachten gekozen: de bouwput van de in aanbouw zijnde tunnel in Velsen. alsmede de ver schillende aspecten van het „voorheen" en „thans" op en nabij het terrein van die werken met inbegrip van het pontveer over het Noordzeekanaal. De opdrachten zullen omvatten een olieverfschilderij, groot on geveer 100x 70 cm., dat een min of meer vrije parafrase van het onderwerp zal ge ven, en enkele kleinere werken van z.g. topografisch karakter, t.w. twee aquarel len en een litho, drie of vierkleurendruk, een en ander in de afmetingen ongeveer 40 x 30 cm. De opdracht van het olieverfschilderij is verstrekt aan de heer Johan Buning. die van de aquarellen aan mevrouw J. E. Wes- tendorp-Osieck en mej. C. J. van den Ende en die van de litho aan de heer Johan Suer, allen te Amsterdam. Het is de bedoeling, dat de werken ten toongesteld zullen worden ter gelegenheid van de aanstaande zomervergadering van de Provinciale Staten. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7