r
Rector van Thijsse-lyceum krijgt
subsidie van Z.W.O.-organisatie
koud buiten
binnen warm
ramen dicht
Heemsteedse raad herdacht
wethouder H. J. W. B. Disselkoen
Mozarts laatste levensjaar
Twee dagen op pad
met de „Zwarte Mannen"
Bloemendaal
Geldlening van één miljoen gulden
door Ged. Staten goedgekeurd
„Israël heeft recht op
steun van west-Europa
Voor onderzoek naar didactiek en methodiek
van het onderwijs in het Frans
Kolenbezorgers doen hun werk
tot laat in de avond
Schoolvakanties voor
openbaar onderwijs
Inriföf ri
U
II M
Kwarteeuw politieman
Rob van Reijn voor
het Instituut
Kerkspel „Judas"
Lezing P. J. Kapteyn van
P. v. d. A. in Bloemendaal
Hulpcolonnes van Dieren-
rampenfonds ingezet
Examens
Wegens mishandeling
veroordeeld
Floraliavereniging
opnieuw opgericht
FeJenvergadering HVOR
Opdrachten Amsterdamse
kunstenaars
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1956
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT
De Nederlandse organisatie voor zuiver
wetenschappelijk onderzoek heeft de heer
D. M. van Willigen, rector van het Jac. P.
Thysse-lyceum te Overveen en docent in
de didactiek van het Frans aan de Ge
meentelijke Universiteit van Amsterdam,
een subsidie verleend voor een onderzoek
naar de toegepaste didactiek en methodiek
in het Frans in ons land en in de om
ringende landen.
De leiding van dit onderzoek berust bij
de heer Van Willigen, dr. A. L. A. Mooy,
leraar in het Frans te Groningen en do
cent in de didactiek van het Frans aan
de Rijksuniversiteit aldaar en de heer R.
Mossel, doctorandus in de Romaanse let
teren (Frans), leraar en hoofdassistent
aan het Paedagogisch Instituut van prof.
Langeveld te Utrecht.
De bovengenoemde subsidie werd door
de heer Van Willigen aangevraagd namens
de didactiecommissie van de Vereniging
van Leraren in de levende talen. Van dze
vereniging is de heer Van Willigen voor
zitter der Franse sectie en lid van het
hoofdbestuur.
De vereniging is aangesloten bij de „Fé-
dération Interantionale d'associations de
professeurs de langues vivantes", die ze
ventien landen bestrijkt en elke drie jaar
een internationaal congres houdt. Dit jaar
zal de „fédération" voor het eerst in ons
land congresseren en wel te Amsterdam op
4, 5 en 6 april. Het congres zal een onder
werp op didactisch gebied behandelen en
de Unesco zal er een expositie inrichten
van leerboeken, betrekking hebbende op
de levende talen.
Groeiende belangstelling
voor de didactiek
In een onderhoud met een verslaggever
vertelde de heer Van Willigen, dat een
groot aantal leraren in de levende talen
zich in de laatste jaren steeds meer voor
de didactiek is gaan interesseren. Vandaar
dat in September 1952 de zogenaamde ,.di-
dactiekcommissie" werd ingesteld, gesplitst
in secties voor Nederlands. Frans, Duits en
Engels. Deze commissie komt regelmatig
bijeen en zij heeft het als één van haar
eerste taken beschouwd, een historisch
overzicht te geven, hoe de huidige toestand
gegroeid is. Daartoe werden verschillende
onderzoekingen gedaan, waarvan de resul
taten zijn neergelegd in een aantal ar
tikelen, verschenen in de laatste jaar-
gagen van „levende talen". Na dit histo
risch onderzoek heeft de didactiekcommis-
sie zich tot opgave gesteld, de didacktiek en
de methodiek te bestuderen, waarop in Ne
derland en de omringende landen het
Frans gedoceerd wordt en het is hiervoor
dat een subsidie werd aangevraagd en
verkregen.
Bij dit onderzoek hoopt men vele do
centen van verschillende scholen en school
typen in te schakelen en een goed te han
teren materiaal in handen te krijgen. De
meewerkende docenten zullen een zo goed
mogelijk inzicht geven in de wijze waarop
zij ^et Frans doceren, zodat men tot een
alge neen inzicht kan komen. Het studie
materiaal zal, waar mogelijk, met behulp
van studenten worden gerangschikt en ge
ordend, maar de leiders van het onderzoek
zullen dit zelf bestuderen en er éventueel
conclusies uit trekken.
Bovendien hopen zij op grond van het
verkregen materiaal bepaalde normen te
kunnen vaststellen en de relatie te kunnen
aangeven, die tussen een bepaalde decent
en de door hem toegepaste methode van
lesgeven bestaat, aangezien geen enkele
didactiek voor allen kan gelden.
De heer Van Willigen was verheugd
We hebben ons dezer dagen eens in het
zwarte manchester gestoken van de man,
die in deze tijd stellig tot de meest gewaar
deerde bezoekers behoort. Tenminste ais
de voorraad in het kolenhok zo is geslon
ken dat men blij kan zijn met elk mud, dat
de kolenhandelaar aflevert.
Een paar dagen namen we persoonlijk
waar, hoe gezien de kolenmensen op dit
ogenblik zijn. Ook de klanten die er anders
per se op staan, d'at de bestelling beslist
voor twaalf uur 's morgens wordt afgele
verd, ontvangen je met open deur bij
wijze van spreken dan als je 's avonds
na zes of zeven uur komt met een bijna
volle wagen.
Het is op het ogenblik niets abnormaals
meer, dat tussen etenstijd en bedtijd de ko-
lenwerkers zoals hun beroep officieel
luidt nog bezig zijn met het rondbren
gen van brandstoffen onder de klanten.
Als de gevraagde soorten op zijn, dan
moet men met andere kolen genoegen ne
men en wees er dan blij mee, dat men
toch zo goed mogelijk de bediening tracht
voort te zetten. De handelaren hebben
weinig aanvoer door stagnaties bij de
spoorwegen en dichtgevroren waterwegen
en het is dan ook niet te verwonderen, dat
hun voorraden soms gering zijn, hoewel er
zeer beslist geen reden tot ongerustheid is.
De vorige week werd enige stagnatie
veroorzaakt door het uitvallen van elek
trische locomotieven, die door nei weer
(beijzelde bovenleidingen) met moeilijk
heden te kampen hadden. Daardoor zijn
er verschillende wagons op de goederen
emplacementen, zoals op de Rietlanden in
Amsterdam, enige dagen blijven staan. De
spoorwegen hebben echter zondag op deze
terreinen schoon schip kunnen maken.
Dit is overal gelukt, behalve in Rotter
dam, zo deelde ons woensdagmiddag de
heer Agina, perschef van de Nederlandse
Spoorwegen in Utrecht mee.
Theoretisch kan men bij de aanvoer per
trein maximaal op een week vertraging
rekenen, maar in de praktijk komt dit
zelden voor, aldus onze zegsman.
Zodra het weer wat gunstiger wordt, de
koude afneemt, maar vooral de sneeuw
verdwijnt, zal de aanvoer weer vlot kunnen
geschieden en zullen ook de kolenbezor
gers weer op tijd hun avondeten kunnen
gebruiken.
Overigens mogen wij na twee dagen de
moeilijkheden van dit geplaagde gilde ge
deeld te hebben, toch niet nalaten respect
uit te spreken voor deze werkers met
zwarte, beëelte handen die koude, sneeuw
en wind trotseren ten gerieve van hun
medeburgers. Evenals trouwens melkboer,
kruidenier, .postbode, en wie verder alle
maal hun brood op de koude straat moeten
verdienen.
over de verleende subsidie, omdat deze
toewijzing niet alleen het belang van de
didactiek als zodanig accentueert, maai
tevens de mogelijkheid schept, leerkrach
ten geheel of gedeeltelijk vrij te maken
voor dit wel zeer uitgebreide onderzoek
Hij hoopte dat de leiders van het onderzoek
tevens wat tijd zou overblijven om kennis
te némen van de omvangrijke litteratuui
op het gebied van de didactiek der mo
derne talen, welke de laatste jaren in het
buitenland is verschenen en waaruit blijkt,
dat Nederland op dit terrein een achter
stand heeft in te halen.
De schoolvakanties voor het jaar 1956
voor de gemeentelijke scholen te Haarlem
hebben B. en W. ais volgt vastgesteld:
Paasvakantie: Scholen voor v.h. en m.o.,
u.l.o. en de gemeentelijke handelsavond
school met 5-j. cursus van en met 29 maart
tot en met 9 April. Alle andere scholen
van en met 29 maart tot en met 8 april.
Pinkstervakantie: Scholen voor v.h. en
m.o., u.l.o. en de gemeentelijke handels
avondschool met 5-j. cursus van en met 19
mei tot en met 22 mei. Alle andere scholen
van en met 19 mei tot en met 23 mei.
Zomervakantie: Scholen voor v.h. en
m.o., u.l.o. van en met 15 juli tot en met
2 september. Dr. A. van Voorthuysenschool
van en met 15 juli tot en met 12 augustus.
Alle andere scholen van en met 15 juli tot
en met 19 augustus.
Herfstvakanties Dr. A. van Voorthuy
senschool van en met 28 oktober tot en
met 4 november. Alle andere scholen van
en met 1 november tot en met 4 november.
Kerstvakantie: Alle scholen van en met
23 december 1956 tot en met 6 januari 1957.
ADVERTENTIE
Een schaars geluchte kamer wordt muf met rook en etenslucht -
hoeft niet, zet air-wick open!
air-wick maakt
Zondag 1 april zal de heer J. P. Wessel,
brigadier bij de gemeentepolitie van Bloe
mendaal en wonende Zandvoorterweg 27
te Aerdenhout, vijfentwintig jaar in dienst
van de overheid zijn. De heer Wessel, die
werkzaam is bij de politiepost Aerdenhout,
begon zijn politieloopbaan in Hoorn. Op 1
december 1938 werd hij aangesteld als
agent bij de gemeentepolitie van Bloemen
daal. In maart 1948 volgde zijn benoeming
tot hoofdagent en op 1 april 1952 zijn be
vordering tot brigadier. Van 1 januari 1954
af is de heer Wessel werkzaam in Aerden
hout. De jubilaris heeft onder meer een
werkzaam aandeel in de r.-k. politiebond
„St. Michael", waarvan hij bestuurslid is.
BURGERLIJKE STAND
GEBOORTEN: C. M. van der RaadBak
ker, zoon.
ONDERTROUWD: J. Krol cn H. Damsma;
A. de With en B. Postma; W. A. van Daat-
selaar cn J. A. H. Guilloteaux; W. J. Dijk-
mans en M. J. Dekker.
GEHUWD: B. du Pon en J. H. Nienhuis;
Chr. W. R. Lindeman en M. Beumkes.
OVERLEDEN: Mevr. M. KeurMolenaar,
53 j.; Wed. G. Bakker—Houteboom, 79 j.; A.
A. van Pieterson, 80 j.; Wed. W. Klaver
Bams. 78 j.; A. Bergman. 73 j.
De broodcollecten, die overal in de stad door schoolkinderen worden gehouden voor
de hongerende vogels, hebben een groot succes: daarvan getuigt wel deze in de
Christiaan Huygensschool aan de Ohmstraat 2 genomen foto. Daar kan men de
voorraad, welke dagelijks binnenkomt, nauwelijks meer aan.
Voor een goed bezette zaal in een niet al
te warme „Leeuwerik" heeft de pantomi
mespeler Rob van Reijn woensdagavond
een voorstelling gegeven op uitnodiging
van het Instituut voor Arbeidersontwikke
ling. Het Instituut heeft daarmee een goe
de keus gedaan, want het programma van
Van Reijn bood in dit toch niet altijd ge
makkelijk te begrijpen genre der uitbeel
dingskunst het houvast van een zeer dui
delijk aansprekende figuur en wel het
mannetje Maccus, dat de verpersoonlijking
mag heten van de gewone man, waarin
ieder eenvoudig mens zichzelf herkent.
Natuurlijk ging die herkenning weer niet
zover, dat zij tot een vereenzelviging leid
de, want daarvoor was het figuurtje te
grotesk opgezet en werd het soms naar
het karikaturale getrokken. Maar wat Van
Reijn beoogde en betoogde bleef voor
niemand een geheim. Het beantwoordde
aan zijn omschrijving, dat het de dagelijk
se dingen van het bestaan brengt, beke
ken door een vergrootglas. De pantomime
speler bleek te beschikken over een rijk
gevarieerd uitdrukkingsgamma in het ko
mische. Zijn mimiek en plastiek waren
perfect beheerst en uitnemend gebruikt
voor een imitatie, die zelfs af en toe het
mannetje Maccus die tragische verschij
ningsvorm gaf, welke stoelt op meer dan
het nabootsen van gevoelens alleen, al
bleef de imitatie dan de overhand behou
den. Pas na de pauze zocht Van Reijn zijn
weg naar het echte gevoel dat uit zijn mas
ker nog niet zo sterk spreekt en bijvoor
beeld niet van de orde is als Chaplin de
monstreert, die hij overigens niet probeer
de als voorbeeld te nemen, al zal er altijd
wel een vleug herinnering aan hem over
waaien. Van Reijn beschikt over een per
soonlijke stijl, die met de ervaring aan ver
dieping zal winnen. Wat hij gisteravond
liet zien was gaaf en oogstte de bewonde
ring van de zaal. Wat hij meer vermag en
dan ook in het romantische kwam nog niet
helemaal tot gelding, maar is in hem aan
wezig. De tijd, die voortreffelijke leer
meester, zal het hem en ons leren.
P. W. FRANSE
Het moderne, tegelijk realistische en
symbolische spel „Judas" van Hubert Gig-
noux wordt in de vertaling van mevrouw
H. Albach-Tielrooy in de Remonstrantse
kerk te Haarlem door leden van deze ge
meente opgevoerd op dinsdag 28 en woens
dag 29 februari en donderdag 1 maart,1
steeds des avonds. Het stuk werd enkele
jaren geleden te Haarlem onder de oor
spronkelijke titel „l'Homme a la Corde"
door de Comédiens de l'Etoile vertoond.
De vergadering van de gemeenteraad van
Heemstede, die donderdagmiddag wegens
ziekte van de burgemeester onder leiding
stond van wethouder E. J. van Lent, begon
met een herdenking van de heer H. J. W.
B. Disselkoen, die van september 1931 af
raadslid is geweest en van 1 september
1946 wethouder. De heer Van Lent schetste
de overledene eerst als raadslid. Men heeft
hem leren kennen als een uitnemend, be
kwaam en prettig mens, die volkomen op
de hoogte was van de Heemsteedse zaken;
hij was een uitstekend spreker met wel
eens scherpe opmerkingen, maar hij ging
altijd recht door zee. Als raadslid ging
speciaal zijn belangstelling uit naar de
minst-bedeelden.
De heer Van Lent herinnerde er aan, dat
de heer Disselkoen het als wethouder van
bedrijven na september 1946 niet gemak
kelijk heeft gehad; in die periode zijn de
gezinstarieven ingevoerd. Als wethouder
van Volksgezondheid kwam de heer Dissel
koen steeds met nieuwe ideeën, waarvan
de meeste verwezenlijkt zijn. Het Gezond
heidshuis, voor welks bouw dokter Droog
het initiatief had genomen, heeft de heer
Disselkoen voltooid. Voorts herinnerde
spreker aan de plannen tot de aanleg van
een zwemvijver en aan de vele verdiensten
voor het onderwijs, zowel het openbaar als
het bijzonder. De opvolger kan een dank
baar gebruik maken van het vele voorbe
reidende werk, dat de overledene heeft
verricht. De heer Van Lent, memoreerde
tenslotte de stichting van een bibliotheek
Voor een klein gehoor onder wie zich
de raadsleden mevrouw F. F. Dalmeyer
Van Bachum de Boer en de heer C. Schulz,
alsmede de oud-voorzitter van het N.V.V.,
de heer E. Kupers bevonden heeft in
het Jeugdhuis te Bloemendaal de heer P. J.
Kapteyn uit Aerdenhout voor de leden van
de plaatselijke afdeling van de Partij van
de Arbeid gesproken over zijn ervaringen
in Israel. Dat er nog altijd een gespannen
toestand heerst, bleek uit de cijfers, die de
spreker noemde. Van de 1.700.000 inwoners
bevat het leger ongeveer een miljoen men
sen. Niet alleen de jongens, maar ook de
meisjes moeten een tweejarige dienstplicht
vervullen. De minimum immigratie in deze
jonge van 1948 daterende staat varieert
van vijftig tot zeventigduizend mensen, die
afkomstig zijn uit niet minder dan zeventig
landen. Men dient zich te realiseren, aldus
de spreker, dat dit heel iets anders is dan
de vroegere volksverhuizing van ongeveer
tienduizend personen uit zeventien landen
naar Amerika. Israel bevindt zich volgens
de heer Kapteyn op de grens van de neer
gang van het idealisme en de grens van de
opgang van het materialisme. Het is vol
gens hem nog niet uitgemaakt, welke van
deze twee het zal winnen.
Reeds in 1880 trokken Joden uit Rusland
uit idealisme naar Israel. Toen de tijd van
Hitier naderde werd het idealisme van de
nieuwe Israelkomers geconfronteerd met de
vraag: Komt u uit overtuiging of uit Duits
land?
Spreker had in Israel de Joodse proble
men gezien. De mens, die er tot Oosterling
is geassimileerd ontmoet er de hoog gecul
tiveerde Jood uit Wenen of de Amerikaan
met zijn tractors en televisietoestel. Zij,
die uit overtuiging naar het nieuwe land
zijn gegaan menen, dat er de vervulling
van de belofte der vaderen zal plaats heb
ben. Rustig is het er nog lang niet, zeker
niet langs de grenzen waar regelmatig over
vallen gebeuren en overal de vijand loert.
De heer Kapteyn sprak verder over de
kleine gemeenschappen van zes tot acht
idealisten, die willen ontkomen aan de
karakter eigenschappen waaronder de
wereld lijdt en die alleen voor elkaar wer
ken. Er is de gemeenschap van de Kiboets
waarbij het zelf werken en doen voor de
gemeenschap het ideaal is zonder er een
geldelijke beloning voor te ontvangen. Een
nederzetting, die in het klein op de coöpe
ratie gelijkt. De vakvereniging werkt nauw
samen met de gemeenschap. Het is een
merkwaardig instituut, want de vakvereni
ging bezit fabrieken, waarin 170.000 arbei
ders werk vinden.
Als er één volk recht heeft op de steun
van het Europese westen, zo besloot de
spreker zijn boeiend betoog, dan is het
Israel. Het laat zien wat met ijver en goede
wil van de bodem is te maken. Men sloeg
de handen aan de ploeg van een onontwik
keld een ontwikkeld gebied te maken. Daar
wordt een nieuwe mens geboren en van
daaruit ons een voorbeeld gegeven.
De lezing, die Paul Christiaan van Wes
tering woensdagavond als onderdeel van
de Haarlemse Mozartherdenking in de
Vleeshal hield, had als onderwerp „Mozarts
laatste levensjaar".
Aan het einde van het korte leven van
Mozart was er een grote vereenzaming ge
komen. De oorzaak van dit isolement moet
voor een belangrijk deel bij Mozart zelve
gezocht worden. Hij leende geld voor soms
onbegrijpelijke uitgaven en was niet in
staat het bedrag terug te betalen. Zijn
toetreding tot de vrijmetselaars ver
vreemdde hem van de katholieke kerk. En
omdat hij in wezen toch niet geheel afstand
daarvan gedaan had, konden de vrijmetse
laren hem niet onvoorwaardelijk aanvaar
den. De enkele leerlingen, die Mozart had,
verlieten hem ook al, met uitzondering van
Franz Xaver Süssmayer, een jonge begaaf
de componist, wie het vergund was het
onvoltooide Requiem van Mozart af te ma
ken, zelfs zo, dat niet met absolute zeker
heid te zeggen valt, waar Mozart moest
eindigen en waar Süssmayer vervolgd en
aangevuld heeft.
Mozart was bezeten door muziek. De
overigens begrijpelijke zorgzaamheid van
zijn ouders had bij Mozart een tekort aan
zelfstandigheid in het leVen veroorzaakt.
Hij was vaak niet tegen het leven opge
wassen, zeker niet tegen intriges. Mozart is
nimmer een volwassen mens naar de geest
geweest. Steeds bleef er iets van het kind
in hem, wat ook uit zijn brieven spreekt.
Mozart kreeg in zijn laatste levensjaar
weinig steun van collega's. Beethoven met
zijn puriteinse levenshouding had nogal
critiek op de levenswandel van Mozart;
ook op de litteraire onderwerpen, die hij
koos voor zijn muziek. Haydn aanvaardde
Mozart zoals hij was. Hij speelde het klaar
om een dirigentenpost in Londen voor
Mozart te verkrijgen, maar om onbekende
redenen weigerde Mozart die betrekking.
Met zijn vrouw Constanze had Mozart al
heel weinig contact, wanneer het zijn werk
betrof. Het beste werkte hij, wanneer Con
stanze op reis was. Buiten zijn muzikaal
werk om hield hij van gezellige kout over
allerlei oppervlakkigheidjes van het dage
lijkse leven. Biljarten en kegelen waren
voor hem eveneens een grote ontspanning.
Tlij was eenvoudig en oprecht, uiterst
kwetsbaar en stond open voor allerlei in
vloeden. Hij hield van het bijzondere waar
het de muziek betrof. Uit zijn laatste
levensjaren stammen bijvoorbeeld de Fan
tasie in f (K.V. 608) voor een mechanisch
orgel, een compositie voor glasharmonika
voor de blinde virtuoze op dit instrument
Marie Anne Kirchgassner en ook het con
cert voor klarinet, opgedragen aan Anton
Stadler, behoort mede tot die werken.
Het was merkwaardig, dat Mozart zon
der opdrachten niet componeerde. Hij
kwam aan inkomsten, wanneer hij geen
nieuwe werken schreef, door te spelen op
feesten, waar Duitse dansen, contra-dansen
en menuetten van zijn hand werden uit
gevoerd. Na maart 1791 kwam er een pe
riode van hard werken. In opdracht schreef
hij „De Toverfluit" de opera, die men
niet als een sacrale ceremonie moet zien,
maar als een kijkspel, waarin van alles te
beleven valt. Verder kwamen de opera „La
Clemenza di Tito" en de Vrijmetselaars
cantate, alsmede zijn meesterwerk, het
Requiem tot stand. De cantate is van een
ongekende levensvreugde. En dan te be
denken, dat zij werd voltooid negentien
dagen voordat de dood Mozart uit zijn
lijden verloste. Men kan haar zien als een
reactie op de geweldige spanningen bij het
componeren van het „Requiem".
Eén dag voor zijn dood zong de kapel
meester van de opera hem een van zijn
eigen aria's: „Der Vogelfanger bin ich, ja!"
voor, onbezorgde muziek. Daarna raakte
hij buiten bewustzijn en in de nacht van
de vijfde december 1791 stierf Mozart
tijdens een sneeuwstorm met onweer. Hij
werd door iedereen verlaten bijgezet in
een armengraf en niemand kon later zeg
gen waar precies zijn laatste rustplaats
was. Mozart ging heen, maar zijn muziek,
waarvan Van Westering op deze avond
enkele fraaie fragmenten liet horen op de
gramofoon, bleef. En daarvoor kan de
mensheid Mozart met een dankbaar hart
gedenken.
ADVERTENTIE
Het Comité Wintervoedering van vogels
in Amersfoort heeft bij zijn actie thans ook
de medewerking gekregen van de colonnes
van het Dierenrampenfonds, de zogenaam
de Blauwe Cirkel-Organisatie. In groepen
van 20 a 40 personen opereren deze colon
nes in Kampen, Amersfoort, Haarlem, Hil
versum en Breda.
Volgens vanochtend ontvangen berich
ten van de vliegvelden hebben bestuurders
van toestellen geconstateerd dat vrijwel
alle zwanen die tot nu toe op het ijs in de
omgeving van Texel en Kampen werden
waargenomen zijn verdwenen. Men ver
moedt dat deze vogels zich nu in de buurt
van de Biesbosch ophouden.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Bevor
derd tot Arts: mej. P. C. Verduin, Bloemen
daal; E. S M. Thole, E. J. C. Lubbers. H. J. J.
Schardaun, allen te A'dam; H. Boer, Wormer-
veer; L. W. Winter, Uithoorn. Artsexamen le
gedeelte: mej. C. J. Colthof, J. Steenbergen,
A. Soeparto, K. M. J. Ceha, R. Th. J. M.
Ypma, F. M. Schonenberger en A, Middel-
hoek, allen te Amsterdam
De Haarlemse rechtbank heeft giste
ren de zevenendertigjarige machinehande
laar P. A. E. uit Badhoevedorp wegens mis
handeling veroordeeld tot een gevangenis
straf van een maand. Veertien dagen ge
leden had de officier van justitie wegens
poging tot. doodslag een gevangenisstraf
van een jaar en drie maanden geëist.
Op zondag 3 juli maakte met zijn
vrouw en een yriend een autotocht-en bij
de Sloterbrug 'stopte hij om twee echt
paren, afkomstig uit Amsterdam, aan te
spreken. Hij vroeg in het Engels de weg
naar Hoofddorp, waar het eeuwfeest werd
gevierd. De Amsterdammers begrepen, dat
het geen ernst was van E. en een scheld
partij volgde. De heer en mevrouw E. en de
vriend verlieten de wagen en rake klappen
werden uitgedeeld. Het drietal stapte weer
in de auto en terwijl een Amsterdamse
dame nog op de weg lag, gaf E. gas. Iemand
heeft de dame weggetrokken, anders zou
zij zijn aangereden. Veertien dagen geleden
verklaarde E. voor de rechtbank, dat hij de
Amsterdamse niet op de weg had zien
liggen.
Het bestuur van de afdeling Haarlem
van de Koninklijke Nederlandse Maat
schappij voor Tuinbouw en Plantkunde
heeft plannen om over te gaan de Floralia
vereniging opnieuw op te richten. De voor
bereidende maatregelen zijn reeds zover
gevorderd, dat binnenkort overgegaan zal
worden tot het uitreiken van planten aan
leerlingen van de vierde en vijfde klas van
alle lagere scholen in Haarlem(zowel open
bare als bijzondere!. Op vier of vijf punten
der stad zullen de kinderen de planten
kunnen halen. De vraag is de planten in
notten te verzorgen, hetgeen zowel in de
tuin, op een balkon of op een vensterbank
zal kunnen geschieden.
In september zullen in alle wijken van
Haarlem tentoonstellingen worden gehou
den van de ingezonden planten. Voor de
best verzorgde planten zullen prijzen be
schikbaar worden gesteld.
De Floraliavereniging heeft tot de oorlog
bestaan. In vroeger jaren was er voor het
werk van de vereniging erote belangstel
ling en op de in sebouw Sint Bavo gehou
den tentoonstellingen werden honderden
planten ingezonden Het aantal scholen is
uitgebreid en daardoor moeten meer plan
ten beschikbaar worden gesteld dan vroe
ger. Door de uitbreiding der stad zullen op
diverse plaatsen tentoonstellingen worden
ingericht.
De Haarlemse Zwem- en noleHi'b U.V.G.B
hield in de bovenzaal van Café Bolwerk
haar jaarliikse algemene ledenvergadering
Na een kort oneningswoord van de voor
zitter, de heer J Hogeland. volgden de no
tulen en de jaarverslagen van de secretaris,
penningmeester en de technische commissie.
De prestatiebekers voor het jaar 1955 wer
den ditmaal uitgereikt aan Lenie Harwijne
en Dick Meulenberg. De tweede plaatsen
werden ingenomen door Like Bijkerk en
Cees Dekker. Tenslotte als derden Nelleke
de Zwart en Hans Kors.
Het bestuur werd als volgt gekozen: Voor
zitter J. Hogeland Jr.. secretaris A. J. van
Ommeren, penningmeester K. Bongertman,
commissarissen D. Bongertman en W. Halse-
ma. Een speciaal woord van dank werd daar
na gericht tot de scheidende bestuursleden
R. Hagebout en J. Rol, die zich wegens
drukke werkzaamheden niet meer hadden
beschikbaar gesteld. De. technische commis
sie werd geheel herkozen. Voorzitter A. Na-
ter, alg. secretaresse Mevr. H. Diek, polo-
secretaresse mej. A. Harwijne, zwemsecre-
taresse mej. L. Harwijne, leden D. Bongert
man en D. Meulenberg. Hieraan werd als
nieuw lid toegevoegd C. Hartel.
Nieuw voor H.V.G.B. was de benoeming
van de jeugdraad. Doel is het stimuleren
van de activiteit van de jeugd in de vereni
ging en de behartiging van de belangen van
deze jeugd tegenover de leiding van de ver
eniging. In deze jeugdraad zijn benoemd:
voorziter F. Ludding, secretaris J. Ekering,
pemningn:cos',eresse mej. M. Fuykschot, le
den mej. L. Bijkerk en H. Kors.
Aan zijn soepele houding is het te danken,
dat een openbare en een r.k. afdeling in
één gebouw verenigd zijn.
Archief Berkenrode
In dank werd het archief van de Heer
lijkheid „Berkenrode", dat de heer E. H.
van Eeghen aan de gemeente ten geschenke
had aangeboden, aanvaard. Belangstellen
den kunnen het op het raadhuis raadplegen.
De geloofsbrieven van het nieuwe raads
lid mevrouw H. van der Meulen-Houwer
werden onderzocht en in orde bevonden.
Tot toelating werd besloten. De gemeente
raad zal op maandagavond 5 maart bijeen
komen om een wethouder te kiezen.
Tot voorzitter van de huurcommissie
werd met algemene stemmen benoemd mr.
J. F. Jansonius.
De vergadering besloot medewerking te
verlenen aan de uitbreiding van de Sint
Henricusschool en de bouw van een gym
nastiekzaal.
B. en W. hadden aanvankelijk voorge
steld het raadsbesluit van de vorige maand
tot het aangaan van een geldlening van
1.100.000 in te trekken omdat Gedepu
teerde Staten hadden meegedeeld, dat zij
'bezwaren tegen het besluit hadden.
Wethouder Van Houten (V.V.D.) deel
de mee, dat hij na de vergadering van de
commissie van financiën een bespreking
heeft gehad met Gedeputeerde Staten. Het
college heeft meegedeeld, dat het, gelet de
recente ontwikkeling op de kapitaalmarkt,
geen bezwaren meer had tegen het
raadsbesluit.
Het. voorstel werd van de agenda afge
voerd.
Bij de rondvraag werden vragen gesteld
(de heer Van der Linden (K.V.P.) leidde het
onderwerp in) over extra-uitkering aan
daarvoor in aanmerking komende inwoners
tijdens de koude.
Wethouder mr. Van W ij k (A.R.) deelde
mee. dat B. en W. reeds voor de vierde
maal de kolentoeslag verdubbeld hebben.
De toeslag zal uitgekeerd worden, zo lang
de vorst aanhoudt. Tegenover de groep
stille armen wordt soepel opgetreden, als
bekend is, dat ej- noodlijdenden zijn. Voorts
zal aan gemeentepersoneel, dat in de bui
tendienst werkt, een gratificatie worden
verstrekt.
Mr. Zeelenberg (K.V.P.) vestigde de
aandacht op een artikel in een dagblad
over het bouwen van huizen met veel hout.
Kan dat systeem in Heemstede met mede
werking van Gedeputeerde Staten en om
liggende gemeenten toegepast worden?
Over dit onderwerp volgde een gedach-
tenwisseling, waaraan verscheidene leden
deelnamen. De voorzitter merkte op,
dat een commissie uit de raad voor de wo
ningbouw zich met het vraagstuk bezig
houdt: een rapport zal worden uitgebracht.
Het beste is het resultaat van het onder
zoek af te wachten.
De heer D ij k s t r a (C.H.) had klachten
gehoord over het „ploffen" van gasgeysers
en vroeg inlichtingen, waarna wethouder
Van W ij k meedeelde, dat de kwaliteit
van het gas de laatste weken minder is
dan voor de vorstperiode. Mogelijk zijn
daardoor de klachten over de gasgeysers te
verklaren. B. en W. zullen zich met de
gemeente Haarlem, die het gas levert, in
verbinding stellen.
De heer Verspoor (Arbeid) was van
mening, dat vele bewoners de vuilnis
emmers niet afdekten, waardoor tijdens
wind veel vuil op straat komt. Ook had hij
klachten over kapotte afrasteringen van
?aas. waarvan wandelaars hinder onder
vinden.
De voorzitter zegde een onderzoek
toe. Vuilnisemmers moeten afgesloten zijn.
Uit het „Dr. J. E. Baron de Vos van
Steenwijk-fonds", dat ingesteld is om aan
Noordhollandse beeldende kunstenaars op
drachten te verstrekken, hebben Gedepu
teerde Staten als onderwern voor de eer
ste uit het fonds te verstrekken opdrachten
gekozen: de bouwput van de in aanbouw
zijnde tunnel in Velsen. alsmede de ver
schillende aspecten van het „voorheen" en
„thans" op en nabij het terrein van die
werken met inbegrip van het pontveer over
het Noordzeekanaal. De opdrachten zullen
omvatten een olieverfschilderij, groot on
geveer 100x 70 cm., dat een min of meer
vrije parafrase van het onderwerp zal ge
ven, en enkele kleinere werken van z.g.
topografisch karakter, t.w. twee aquarel
len en een litho, drie of vierkleurendruk,
een en ander in de afmetingen ongeveer
40 x 30 cm.
De opdracht van het olieverfschilderij
is verstrekt aan de heer Johan Buning. die
van de aquarellen aan mevrouw J. E. Wes-
tendorp-Osieck en mej. C. J. van den Ende
en die van de litho aan de heer Johan Suer,
allen te Amsterdam.
Het is de bedoeling, dat de werken ten
toongesteld zullen worden ter gelegenheid
van de aanstaande zomervergadering van
de Provinciale Staten.
ADVERTENTIE