Gedenkschrift van 40-jarige jaarbeurs Het probleem van de investeringen Presidium van de partij in de Sovjet-Unie herkozen Londen handhaaft uitnodiging aan de Sovjet-leiders Positie van Kroesjtsjev versterkt Britse regering zal pogen hen tot vredelievende politiek te bewegen Effecten- en Geldmarkt Moskou zou Libanon hulp hebben aangeboden Heemsteeds schilder gaf belhamel een pak slaag Koninklijke rondvaart in de Middellandse Zee Examens DINSDAG 28 FEBRUARI 1986 5 Het wordt meer en meer duidelijk dat de regeringen, die vooral na het einde van de tweede wereldoorlog een aanmerkelijk grotere invloed op conjunctuur en volks welvaart hebben gekregen, thans voor gro te problemen staan, welke tot op zekere hoogte een paradoxaal karakter dragen. Zij hebben uit de economische chaos, wel ke de oorlog ons liet, een nieuwe kosmos moeten scheppen en met tal van middelen gepoogd de conjunctuur omhoog te stu wen en de volkswelvaart te vergroten. En ze zijn hierin zonder enige twijfel geslaagd, het ene land in meerdere, het andere in mindere mate. Amerika, dat grote oorlogs winsten had gemaakt, heeft deze voor een deel voor de wederopbouw van Europa aangewend, waarbij het zich er reken schap van heeft gegeven dat de produktie alleen kan worden verhoogd en vergroot als er voor die produktie afnemers zijn. Zo is in ons werelddeel de laatste jaren nieu we koopkracht gevormd en heeft zich met behulp van kapitaal, arbeid en techniek een proces van economische ontwikkeling voltrokken, dat alle verwachtingen in de schaduw stelt en de volkswelvaart op een belangrijk hoger peil heeft gebracht. De hoogconjunctuur heeft intussen nieu we problemen doen ontstaan, met de op lossing waarvan men nu reeds ettelijke maanden bezig is en die de wereld en der halve ook de beurzen in spanning houden. De beurzen hebben zich bij de opgaande conjunctuur aangepast, hier en daar mis schien wel in een wat al te snel tempo en wachten nu af in welke richting de con junctuur zich verder zal bewegen. Het gro te probleem hierbij is om het juiste even wicht te vinden en te handhaven tussen produktie en consumptie, een uiterst moei lijke bezigheid, omdat een zo goed moge lijke verdeling van de welvaart over alle kringen van de bevolking voor de bevor dering van de totale welvaart gevaren op roept. En zo doen zich, althans tot op ze kere hoogte, paradoxale verschijnselen voor en worden er paradoxale maatregelen getroffen, waarvan de uitkomst voorshands onzeker is. De verhoging van het Engelse disconto tot 5'/i pet. nadat het een jaar geleden van 3'/i tot 4'/z pet. was verhoogd en de ande re maatregelen, welke thans door de En gelse regering zijn afgekondigd, zijn er wel het bewijs van dat het daar met de ont wikkeling van de conjunctuur misgelopen is. Met een bedrag van 75 miljoen heeft de handelsbalans over januari een tekort aangewezen, dat groter is dan het gemid delde van het laatste kwartaal van 1955 en waarover men zich toen ook al zorgen maakte. Gevolg hiervan is dat de beta lingsbalans zich steeds meer ten nadele van Engeland keert en zich inflatieverschijnse len voordoen, welke premier Eden hebben doen zeggen dat Engeland zich thans in een ernstige economische crisis bevindt. Reeds bijna een jaar wordt de kredietge- ving bij de banken beperkt, terwijl thans scherpe beperkingen op het afbetalings krediet zullen worden toegepast, waarbij het minimum in contanten te betalen be drag tot 20 a 50 pet. zal worden verhoogd. Voorts zullen de staatsuitgaven worden verminderd, o.m. door verlaging van de subsidies op brood en melk, terwijl ook de belastingaftrek voor kapitaalsinvestering zal worden verlaagd. In ons land is de toestand heel wat ge zonder, omdat onze betalingsbalans nog altijd in evenwicht is, maar ook hier ziet men gevaren, welke in wezen indentiek zijn aan die, waarmee men in Engeland worstelt. En in zoverre houdt Engeland ons de spiegel voor, waarin we kunnen zien wat ons bedreigt als het evenwicht tussen produktie, consumptie en export wordt verbroken. Het dezer dagen verschenen rapport van de SE.R. heeft ons geconfronteerd met de grote en vele meningsverschillen over de mogelijkheden van een welvaartsverde ling, welke de welvaartsbevordering niet aantast. De regering zit met dit van cijfers wemelend rapport voor een Gordiaanse knoop, welke op de een of andere manier zal moeten worden ontward. Duidelijk is alleen dat het er om gaat in hoeverre in dit stadium van de conjunctuur met de welvaartsverdeling kan worden voortge gaan, zonder dat ons land zijn reeds heel wat ongunstiger geworden exportpositie en hiermede een van zijn voornaamste bronnen van welvaart verliest. Zoals men weet heeft de regering het tot dusver met name in een afremmen van de kapitaalsinvesteringen bij de particulie re ondernemingen gezocht, hetgeen ook de Engelse regering in eerste instantie heeft ged'aan. Zij heeft daarbij gedreigd andere en scherpere maatregelen te zullen nemen als aan de naar haar mening bovenmatige kredietverlening geen einde komt. In dit verband is het van belang kennis te nemen van wat het Engelse weekblad ..The Economist" heeft geschreven over het paradoxale verschijnsel dat men aan de ene kant thans de investeringen wil doen verminderen, maar aan de andere kant nieuwe investeringen nodig heeft om de welvaart op peil te kunnen houden. En het waarschuwt tegen de neiging om het ni veau van de investeringen tot zondebok te maken van de economische moeilijkheden, welke zich thans voordoen. Het is duidelijk, zo zegt „The Economist" d:at indien de levensstandaard in de tijd van een genera tie moet worden verdubbeld, op de inves teringen boven alles moet worden gerekend om die tot stand te brengen. Als onze kin deren tweemaal zoveel zullen produceren als wij, 7,al dit niet zijn omdat zij harder werken, doch omdat zij meer kapitaalgoe deren tot hun beschikking hebben. Er moe ten dus fabrieken worden gebouwd, machi neparken vernieuwd en verbeterd, kracht- centralen worden gesticht en transport middelen verkregen om het gewenste doel te kunnen ver-wezenlijken. En het staat dus wel vast dat in deze tijd van ongekende technische en chemische progressie het in vesteringsvolume hoog moet zijn. Dit geldt nog temeer nu met een aanmer kelijke bevolkingsaanwas va'lit te rekenen. Dit geldt ook voor ons land, dat zijn be volking in tien jaar met bijna 1.400.000 zie len heeft zien vermeerderen en voor de toekomst een dergelijk accres heeft te wachten. Zo gezien, is het dus onjuist de investeringen bij de particuliere onderne mingen in te perken. Maar nu komt de andere kant van de medaille. Want hoezeer nieuwe investe ringen nodig zijn, even belangrijk is dat deze investeringen niet hoger zijn dan de besparingen, welke voor de financiering er van beschikbaar zijn. Als de stijging van de investeringen inderdaad in meer dere of mindere mate voor de inflationis- tische ontwikkeling en de moeilijkheden met de betalingsbalans verantwoordelijk zijn, is dit zo, omdat andere uitgaven consumptie en overheidsuitgaven voor deze investeringen geen ruimte lieten. Gro tere besparingen zijn dus de oplossing uit het dilemma, waarvoor Engeland en menig ander land zich thans geplaatst ziet en in dit licht kan men dus de jongste maatre gelen, welke de Engelse regering heeft genomen, slechts toejuichen als het enig juiste middel om handels- en betalingsba lans weer in evenwicht te brengen. Principieel zal dus elke regering nieuwe investeringen tot vergroting en moderni sering van het produktie-apparaat moeten aanmoedigen en bevorderen, ook door een zo laag mogelijke belastingdruk, praktisch zal zij er voor moeten zorgen dat die in vesteringen het overschot van produktie en consumptie niet overtreffen, omdat in dat geval prijsstijgingen niet kunnen wor den voorkomen, de koopkracht van het geld daalt en we in de spiraalbeweging van de inflatie terecht komen. Dit probleem heeft uiteraard ook de be sprekingen en het rapport van de SER beheerst en vormt thans het twistpunt tus sen werkgevers en werknemers. Men heeft becijferd dat het nationaal inkomen van Nederland in 1954 met 6 pet., de totale loonsom met 11 pet. is gestegen, voor 1955 wordt de stijging van het nationaal inko men op 8, die van de totale loonsom op 6 pet. geraamd en de speling is hier dus niet groot. Bij de vraag in hoeverre de loonsom verder kan worden verhoogd, dient daarom te worden overwogen dat loonsverhoging en consumptiestijging zonder een even redige stijging van de arbeidsproduktiviteit de vraag naar goederen in het binnenland verhoogt en daardoor de prikkel tot export verzwakt, nog afgezien van het feit, dat die export door een prijsstijging in het binnenland wordt bemoeilijkt. BEIROET (A.F.P.) Een Sovjet-missie van deskundigen heeft de Libanon vermoe delijk economische en technische hulp op grote schaal aangeboden. Volgens gewoon lijk goed ingelichte bronnen hebben de af gevaardigden voorgesteld met Sovjet-hulp ieder mogelijk project voor de economi-ehe en industriële ontwikkeling van het land uit te voeren. De Russen zouden echter eisen, dat voor de projecten, waarvan de uitvoering aan de Sovjet-Unie wordt toe vertrouwd, geen ander financieringsmid del wordt gebruikt. Zelfs nationale fond sen zouden niet in aanmerking komen. An derzijds zouden zij geen enkel voorbehoud hebben gemaakt ten aanzien van het beno digde kapitaal, het aantal deskundigen of de belangrijkheid van het uit te voeren project. De betaling zou contant, in ter mijnen of met Libanese produkten kunnen geschieden. Het Russische aanbod heeft enige op schudding in de regeringskringen veroor zaakt. Naar men meent te weten heeft de minister van Economische Zaken Nozih Bezri uitstel gevraagd teneinde de voorstel len te kunnen bestuderen. De Libanon heeft met verscheidene landen economische over eenkomsten lopen, waarvan de bepalingen niet volledig in overeenstemming zijn te brengen met de voorwaarden van het Rus sische aanbod. In de Soedanese stad Kosti zijn 285 katoen verbouwers drie dagen lang opgesloten in een bunker van 10 bij 12 nieter zonder ventilatie trots de verschrikkelijke hitte. Zij waren in arrest gesteld nadat er in het plaatsje ongeregeldheden waren voorge vallen waartegen politie en leger met harde hand optraden. Van de 285 ingeslotenen kwamen er 192 door verstikking om het leven. Hier ziet men enige der overleven den op de binnenplaats der gevangenis van het stadje. Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlands Jaarbeurs is een gedenkschrift uitgegeven, dat onder redactie van het hoofd van de afdeling Pars en Documentatie van de Jaarbeurs, de heer A. J. P. G, Sandfort, tot stand kwam. In een „Ten Geleide" schrijft Prins Bernhard, 'koninklijk commissaris van de Jaarbeurs, dat een van de belangrijkste grondslagen voor welvaart de internatio nale handel is. Om uitwisseling van goe deren en diensten mogelijk te,maken, die nen de landen eikaars produktie en han delsmogelijkheden te kennen. De Prins noemt het moderne jaarbeurswezen hiertoe een doeltreffend middel en verklaart dat de Utrechtse jaarbeurs bewezen heeft, een onmisbare schakel te zijn tussen binnen landse produktie en distributie en een waardevol instrument ter bevordering van de buitenlandse handel. De minister van Economische Zaken, prof. dr. J. Zijlstra, schrijft in een bijdrage, dat de Utrechtse jaarbeurs tijdens de veer tig jaar van haar bestaan is uitgegroeid tot een instelling, d'ie voor het economisch leven van ons land van grote betekenis is geworden. De erevoorzitter der Kon. Ned. Jaarbeurs, dr. F. H. Fentener van Vlissingen, zegt in een „Terugblik" onder meer, dat het jaar- beunsinstituut trouw is gebleven aan de taak, die het bij zijn oprichting in 1916 op zich heeft genomen: contactorgaan te zijn tussen de Nederlandse industrie en de af zet van en de vraag naar haar produkten. Na beschouwingen over de betekenis en de historische ontwikkeling van de jaar beurs door mr. W. H. Fockema Andreae, voorzitter, en mr. J. Milius, gedelegeerd lid van de Raad van Beheer, geeft de Amster damse hoogleraar prof. dr. J. F. Haccou een overzicht van de economische evolutie van Nederland in de laatste veertig jaar. De industriële ontwikkeling in die periode wordt beschreven door de heer T. J. Twijm- stra, voorzitter van het Verbond van Ne derlandse Werkgevers. Over een zeer be langrijke factor bij de afzet van producten, de reclame, geeft jhr. W. van Andringa de Kempenaer, voorzitter van het Genoot- LONDEN Reuter/AFP) Het presidium van de Sovjet-communistische partij (het vroegere Politburo), dat in feite in de Sovjet-Unie het bewind voert, is in zijn geheel herkozen, aldus meldt radio-Moskou. De elf leden, die door het centrale comité zijn herkozen, zijn de eerste partijsecretaris Nikita Kroesjtsjev, de premier, maarschalk Nikolai Boelganin, de president, maarschalk Klimcnti Vorosjilov, de plaatsvervan gende premiers Lazar Kaganovitsj, Anastas Mikojan, Michail Pervoekhin en Maxim Saboerov, de minister van Buitenlandse Zaken, Vyatsjeslav Molotov, oud-premier Georgi Malenkov, de secretaris van de Oekrainse communistische partij Alexei Kirt- sjenko en de secretaris van het centrale partijcomité Michail Soeslov. Er zijn zes kandi daat-leden geko zen. Nikolai Sjvernik, de voor zitter van de Unie van Vakvereni gingen, werd als kandidaat-lid her kozen. De nieuwe kandidaat-leden zijn de 46-jarige mevrouw Ekateri- na Foertseva, eerste secretaris van het partij- comité van Moskou, de minis ter van Defensie, maarschalk Zjoe- kov, en Brezjev, Moetsjetdinov en Sjepilov. Het centrale par tijcomité koos voorts de leden van zijn secreta riaat. Kroesjtsjev werd herkozen als eerste secretaris. Onder de zeven gewone secretaris sen bevindt zieh ALLE AMBTEN IN DE STAAT W0R0EN BEKLEED DOOR PART'JLEOEN mevrouw Foertseva. De andere secretaris sen zijn Michail Soeslov, Averki Aristov, Leonid Beliaev, Brezjnev, Pjotr Pospelov en Sjepilov. Sjvernik werd gekozen tot voorzitter van de commissie voor partij controle. Dimitri Sjepilov is hoofdredacteur van de „Pravda". Vorig jaar is zijn ster snel gerezen. Sommige waarnemers zien in hem de toekomstige minister van Buitenland se Zaken. Brezjnev is eerste secretaris van de republiek Kazakhstan, waar hij de lei ding heeft van het project voor ontginning van woeste gronden. Moetsjetdinov is een vertrouwde partijfunctionaris, die eind vo rig jaar zijn functie van premier van Oez bekistan opgaf en secretaris van de com munistische partij van deze Sovjet-repu bliek werd. Alle drie zijn zij nauwe me dewerkers van Kroesjtsjev. Hetzelfde geldt voor mevrouw Foertseva. Nieuw bloed De bevordering van maarschalk Zjoekov acht men een logisch? ontwikkeling. Men gelooft niet, dat Kroesjtsjev van het leger afhankelijk is, zoals vroeger wel gedacht werd. Niettemin blijft het leger veel in vloed houden. Volgens waarnemers duidt de toeneming van het aantal kandidaat leden op een verlangen van Kroesjtsjev ..nieuw bloed" aan het toporgaan toe te voegen en nieuwe leiders voor de toekomst op te leiden. Zij zien hierin, samen met de verkiezing van een aantal nieuwelingen in het centrale comité, een aanzienlijke versterking van het partij-apparaat, dat Kroesjtsjev nu vast in de hand heeft. Het partijpresidium kwant na de dood van Stalin in de plaats van het Politburo. Toen Malenkov in 1953 Stalin opvolgde als premier werd het presidium verkleind van 25 tot tien leden. Door het liquideren van Lavrentia Beria bleven er negen over. Dit aantal werd in juli van het vorige jaar tot elf verhoogd door de verkiezing van de eerste secretaris van de Oekrainse communistische partij, Kritsjenko, en een secretaris van het centrale partijcomité, Soeslov. Geen M.V.D. In het presidium is geen enkele verte genwoordiger van de veiligheidspolitie, de M.V.D., opgenomen. Bij de verkiezingen van het centrale comité verloren zes ver tegenwoordigers van de M.V.D zetel. Generaal Ivan Serov vertegenwoordigt de M.V.D. in het centrale comité. Kroesjtsjev, die 62 jaar is, is de zoon van een Oekrainse mijnwerker. Hij werd op het partijcongres bevestigd in de po sitie van „eerste tussen gelijken" in het collectieve leiderschap. De 62-jarige pre mier Boelganin is een zakenman, diplo maat en „politieke generaal", die nog nooit een leger te velde heeft gekommandeerd. Hij volgde een jaar geleden Malenkov op. De 65-jarige Molotov, minister van Bui tenlandse Zaken en reeds lang in de diplo matieke dienst, moest vorig jaar oktober zijn verontschuldigingen aanbieden voor zijn uitlating, dat in de Sovjet-Unie, pas „de grondslagen voor het socialisme" wa ren gelegd. Vorosjilov, de 75-jarige president, was in de tijd van de revolutie een van de naaste vrienden van Stalin en een van de organisatoren van het Rode leger. De 60-jarige Mikojan is een eerste vice- premier. Veel van de industriële ontwikke ling van de Sovjet-Unie is zijn werk, even als een belangrijk deel van de handelsbe sprekingen met het buitenland. Op het partijcongres oefende hij critiek op Stalin. Hij veroordeelde enige politieke stellingen van de gestorven leider. Een andere eerste vice-premier is de 62-jarige Kaganovitsj, die bekend staat om zijn meedogenloos optreden. Hij is de enige Jood in het presidium en staat aan het hoofd van de commissie voor arbeid en lonen. De 54-jarige Malenkov is thans vice-pre mier en minister voor de elektrische cen- tralen. De politiek, welke hij als premier nastreefde, het geven van voorrang aan de produktie van verbruiksgoederen, is op het jongste partijcongres weer veroor deeld. De eerste vice-premier Saboerov is voor zitter van de tegenwoordige Plancommis sie. Zijn collega Pervoekhin wordt be schouwd als de grote econoom van de Sovjet-Unie. Gewonde van busongeluk op onbewaakte overweg overleden De 55-jarige arbeider H. F. H. uit Poster- holt, die bij het ongeluk op de onbewaakte overweg nabij de staatsmijn „Beatrix" ernstig werd gewond, is in het ziekenhuis te Roermond overleden. Hij was gehuwd en had een kind. De overige gewonden zijn thans buiten levensgevaar. schap voor Reclame, een interessante be schouwing, waarin hij onder meer waar schuwt tegen de misvatting, dat reclame een soort brandweer zou zijn die men inci denteel te hulp kan roepen wanneer de om zet een teruggang vertoont. „Reclame is evenmin een ongevaarlijk oefenterrein voor de amateur. Reclame is een investe ring als elke andere en slechts rendabel indien zij door deskundigen wordt gehan teerd." Het gedenkboek toont ook door uitge breid illustratiemateriaal de ontwikkeling van de jaarbeurs en de in veertig jaar wel sterk gewijzigde opvattingen over de in richting van de stands. Een schilder uit Heemstede moest maan dag voor de Haarlemse politierechter ver schijnen, omdat hij was aangeklaagd we gens mishandeling van een 10-jarige jon gen in Heemstede. Het bleek echter dat deze jongen deel uitmaakte van een troep belhamels, die hem al maandenlang het leven zuur maakten door de draak te ste ken met zijn spraakgebrek, en zijn werk plaats telkens weer te teisteren, onder meer door de dakpannen ervan kapot te gooien. Op 13 december was hij de jon gens achterna gegaan en deze ene, die hij te pakken had gekregen, kreeg er behoor lijk van langs. Hij verklaarde echter niet met een stok te hebben geslagen, zoals bij de aangifte was medegedeeld. „Ik kan me voorstellen, dat deze man uit zijn vel gesprongen is", zo zei de offi cier van Justitie, die er aan herinnerde, dat de jongens ook de bordjes „Verboden Toegang" van het terrein hadden wegge sleept, zodat zij op verboden terrein wa ren, zonder dat er iets aan gedaan kon worden. Hij eiste slechts een „symbolische" boete van f 3 tegen de schilder en de politie rechter veroordeelde deze conform. LONDEN (Reuter) Koningin Elizabeth en de hertog van Edinburgh gaan volgen de maand aan boord van het koninklijke jacht „Britannia" (4.000 ton) een rond vaart van een week door de Middellandse Zee maken. Het zal de eerste maal sinds koning George V, de grootvader van de koningin, zijn, dat een Brits staatshoofd in dit gebied een dergelijke tocht maakt. In 1925 maakte koning George V een kruis tocht door de Middellandse Zee. Het ko ninklijk paar zal geen officiële bezoeken afleggen. Als het stormachtig weer is, maakt de koningin de tocht niet. Amsterdam. Gemeentelijke Universiteit. Bevorderd tot doctor in de Geneeskunde op proefschrift getiteld: „De Waarde van de Arthografie van het Kniegewricht voor het Diagnotiseren van een Meniscuslaesie": H. Horninge. geboren te 's Gravenhage; op proefschrift getiteld: „Cinchofeen, een expe rimenteel Onderzoek over zijn Werking en Giftigheid": J. van Noordwijk, geboren te Amsterdam. Doctoraal examen Aardkunde: Oen Ing Soen, Amsterdam. Doctoraal examen Scheikunde: A. Heijkoop, Zaandam. Docto raal examen Natuurkunde: B. W. Roos, Am sterdam; Doctoraal examen Wiskunde: mej. G. J. Dijkshoorn, Amsterdam. Kandidaats examen Wis- en Natuurkunde: mej. W. A. M. Driessen, Hoorn; M. Schlejen, Amsterdam. Doctoraal examen Psychologie: J. de Klerk, Heemstede. Doctoraal examen Rechten: mej. W. de Boer, Amsterdam; met lof G. J. Tam- mes. hoofddorp. Bevordert met lof tot doctor in de Economische Wetenschappen op proef schrift getiteld: „Vraagstukken van Directie voering in Geografisch Gedecentraliseerde Bedrijven: H. J. Kruisinga, geboren te Am sterdam. Aan het Nutsseminarium voor Pedagogiek te Amsterdam zijn voor de Middelbare Akte Pedagogiek geslaagd de heren T. Egmond, Bussum, M. Geertsma, Haarlem; M. A. Hage, Dordrecht; J. R. Hakemulder, Schiedam. Delft. Kandidaatsexamen voor Vliegtuig bouwkundig Ingenieur: H. Binkhorst. Haren (Gron.). Ingenieursexamen voor Werktuig kundig Ingenieur: H. Berghuijs, Warnsveld; P. van Bommel (met lof), Velp; M, E. H. Breuning, Haarlem; C. P. Burger, Groningen; H. Cool, 's Gravenhage; R. J. D. Dubbeldam, Dordrecht; G. J. Geels, Almelo; R. H. Fakkel, Amsterdam; C. W. J. de Goederen, 's Gra venhage; J. van Hoorn, Zwolle; N. P. Jansen, Rotterdam; R. A van der Laken, 's Graven hage; Rochman Oesman, Delft; F. Offereins, Eindhoven; H. van Oosten, Leiden; J. Scheep stra, Delft: J. W. Schmidt, Delft; Raden Mas Soenarso Notosoedirdjo, 's Gravenhage, C. van Straten, Eindhoven. Groningen. Kandidaatsexamen Economi sche Wetenschappen: M. Douma, Alphen a. d. Rijn. Doctoraal examen Economische We tenschappen: mej. S. Haitjema, Dedemsvaart. Leiden. Kandidaatsexamen Geneeskunde 2: mej. N. Bensink, Voorburg; mej. M. M. van Harmeien, Den Haag: mej. W. E. Nanning, Leiden; A. J. J. Beerens. Den Haag; M. van Doominck. Deventer; H. O. de Fries (U.S.A.); M. R. Halie, Apeldoorn; H. N. B. M. Kemme, Rijswijk; P. K. Pel. Den Haag; T. Swelheim, 's Gravenhage: L. F. J. M. Theunissen, Gre- venbicht; A. F. C. Vervloet, Wassenaar; R. Vink. Den Haag. Doctoraal examen Genees kunde II: G. J. A. d' Arnaud Gerkens, 's Gra venhage; C. H. Bowles, 's Gravenhage; A. Godwin (U.S.A.); C. Singelenberg, Den Haag. Semi-artsexamen: mej. J W. H. Lindhout, Noordwijk-Binnen; F. Brand. Rijswijk; F. I. O. ter Brugen Hugenholtz, Wassenaar; F. G. I. Jennekens, Maastricht. Artsexamen: mevr. A. d. BonebakkerVan Enter, Leiden; A. A. Fischer, Den Haag; Liem Kit Siang, Leiden. Kandidaatsexamen Rechten: H. A. Wolter- beek, Den Haag. Utrecht. Doctoraal examen Rechten: J. J. Westenbrink, Utrecht. Semi-artsexamen: B. D. Elsman, Sprang Capelle; J. J. Supit, Utrecht: mevrouw H. J. Vissersde Keijzer, Utrecht. Artsexamen: B. Bossenbroek, Utrecht: G. Th. Meester, Bilthoven. Van onze correspondent in Londen De Britse regering zal geen poging on beproefd laten om de Sovjetleiders te be wegen een werkelijk vredelievende koers te volgen. Daarom blijft de uitnodiging aan Boelganin en Kroesjtsjev. om in april naar Londen te komen, gehandhaafd. Dit is verklaard door premier Sir Anthony Eden en de minister van Buitenlandse Za ken Selwyn Lloyd tijdens het debat in het Lagerhuis over dc buitenlandse politiek, waarin de Russen allerminst gespaard werden. Selwyn Lloyd beschuldigde hen er van dat ze het oorlogsgevaar doelbewust hadden aangewakkerd door hun interven tie in het Midden-Oosten en hun pogingen om de vijandigheid in Azië tegen het Wes ten te vergroten. Het komt niet op woor den. maar op daden aan en die Russische daden zijn niet erg geruststellend. Een eer lijke geestelijke strijd vreest het Westen niet, zo zei Lloyd, maar is Moskou bereid onze denkbeelden een eerlijke kans te ge ven? Eden verklaarde, dat het hoofddoel van de komst van Boelganin en Kroesjtsjev naar Londen was: gemeenschappelijke grond e ontdekken, waarop kan worden voortgebouwd. Eden noemde de Sovjet- Unie de enige nog bestaande koloniale macht Ier wereld. Geen communistische mogendheid zou bereid zijn het resultaat te aanvaarden van het doel dat het Britse Gemenebest nastreeft: vrijmaking van de vroegere koloniale gebieden. De kwestie van het Midden-Oosten stond in het middelpunt van de belangstelling. Selwyn Lloyd vertrekt morgen naar dat gebied om het voorstel van Groot-Brittan- nië en de Verenigde Staten ter verster king van de commissie van UNO-waarne- mers te bepleiten. Selwyn Lloyd betoogde, dat Israel's veiligheid niet afhankelijk is van een wapenwedloop. Indien deze een feit werd, zal Israel bedreigd worden door een ring van door de Sovjet-Unie bewa pende Arabische staten. Critiek Er was in het Lagerhuis veel critiek op de Britse politiek in het Midden-Oosten. De liberale leider Sir Clement Davies be toogde dat de toch al vage drie-mogendhe- denverklaring geheel door de gebeurtenis sen is achterhaald. Namens de oppositie verklaarde Alfred Robens. dat er geen vrede mogelijk is zo lang Duitsland verdeeld blijft. Het moet worden herenigd op grondslag van vrije verkiezingen, waarna het dient toe te tre den tot de UNO en tot een Euripees resio- naal pact. waarmee ook de Verenigde Sta ten. Groot-Brittannië en de Soviet-Unie verbonden dienen te worden. Hij waar schuwde. dat Groot-Brittannië bezig is zijn invloed in India en de rest van Azië te verliezen, omdat die landen buiten de ru zies tussen Oost en West willen blijven. Robens beschuldigde de regering van zelf genoegzaamheid. welke geen rekening hield met het feit dat de wereld thans door de vervaardiging van de H-bom grondig is veranderd. Hij vroeg Eden om met het verleden te breken en moedig in de nieu we situatie te handelen. Selwyn Lloyd zal op zijn reis door het Midden-Oosten, Pakistan en India, vooral proberen de Arabische leiders te kalmeren over het Bagdad-pact. Zijn besprekingen met Nasser en de Israëlische leiders zijn van groot belang. De nadruk, die in Egypte wordt gelegd op de economische wederop bouw en de aanleg van de grote Niildam acht Londen een gunstige factor voor de vrede. Overigens is Israel gewaarschuwd tegen eenzijdige acties, zodat het crisisge vaar verminderd lijkt. In Ankara zal Sel wyn Lloyd Turkije er van moeten over tuigen, dat een regeling op Cyprus geen gevaren voor dat land inhoudt, omdat Lon den niet van plan is zijn militaire bases op Cyprus op te geven. De Turkse regering schijnt het Britse plan te hebben aanvaard. Groot-Brittannië verzet zich tegen pogin gen om het Colombo-plan eventueel met de zuid-oost-aziatische verdrag-organisatie (Z.O.A.V.O.) te verbinden, omdat het wel slagen van het Colombo-plan juist is toe te schrijven aan het feit, dat het een onver dacht orgaan is, los van elk militair streven. Daarvoor kon de medewerking v orden verkregen van Aziatische landen, die aarzelend tegenover de beide blokken staan. (Reuter) Zowel Eden als Selwyn Lloyd verwierp een suggestie dat de Sovjet-Uni® zou moeten deelnemen aan toezicht op de wapenleveranties aan het Midden-Oosten. Lioyd zei niet te geloven, dat de Russische interventie in het Midden-Oosten een ge volg was van het pact van Bagdad. Lloyd somde de Britse politiek ten aan zien van het Midden-Oosten als volgt op: (1) afgezien van het handhaven van de vrede, het verlenen van hulp bij het zoe ken van een regeling tussen Israel en de Arabische staten; (2) handhaving van de Britse positie in de Perzische Golf; (3) ondersteuning van de Britse vrienden; (4) loyaliteit ten aanzien van de Britse bondgenoten; (5) het waarschuwen van landen die dreigen in te gaan op Russische beloften, voor de gevaren die hun poli tieke vrijheid en religieuze leven lopen, en (6) hulp aan de landen van het Midden- Oosten bij de ontwikkeling van hun na tuurlijke hulpbronnen en het verhogen van de levensstandaard. De specialist van de Labourpartij op het gebied van buitenlandse kwesties, Robens, verklaarde dat beëindiging van de koude oorlog en de bewapeningswedloop een kwestie van „leven en dood" is. Elke dag bestaat het gevaar dat een ongeluk ver nietiging tot gevolg zal hebben, zo betoogde hij. Robens wees op de wedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bij het ontwikkelen van een raket dat met een waterstofbom als lading over de oceaan geschoten kan worden. Wellicht zal een van deze twee mogendheden binnen twaalf tot achttien maanden er in slagen een derge lijk wapen te vervaardigen, zo zei hij. De werkelijke uitdaging van het commu nisme is, volgens de Labour-woord voerder, in welke mate de Westelijke mogendheden de ontzettende armoede en onwetendheid in de economisch minder-ontwikkelde ge bieden in de wereld kunnen lenigen. Economische hulp moet gegeven worden zonder dat er voorwaarden aan verbonden ziin. zo zei hij. Robens beschuldigde dc regering van slapheid ten aanzien van de bewapeningswedloop. Hij drong er bij de premier op aan al zijn moed bijeen te rapen en niet slechts voor Groot-Brittannië, doch voor de gehele mensheid te spreken. Eden verklaarde, dat de opvatting van Kroesjtsjev. dat het oorlogsgevaar minder geworden is, als gevolg van de afschrik wekkende macht van de waterstofbom, waarschijnlijk juist is. De communistische leiders schijnen ech ter de indruk te willen wekken, dat het gebruik van de waterstofbom het einde van het kapitalisme, doch niet van het commu nisme betekenen zou. Dit noemde de Britse premier echter een waandenkbeeld, omdat het voor een waterstofbom geen ver schil maakt of een stad communistisch of kapitalistisch is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7