Gedenkschrift van
40-jarige jaarbeurs
Het probleem van
de investeringen
Presidium van de partij in de
Sovjet-Unie herkozen
Londen handhaaft uitnodiging
aan de Sovjet-leiders
Positie van Kroesjtsjev versterkt
Britse regering zal pogen hen tot
vredelievende politiek te bewegen
Effecten- en
Geldmarkt
Moskou zou Libanon hulp
hebben aangeboden
Heemsteeds schilder gaf
belhamel een pak slaag
Koninklijke rondvaart in
de Middellandse Zee
Examens
DINSDAG 28 FEBRUARI 1986
5
Het wordt meer en meer duidelijk dat
de regeringen, die vooral na het einde van
de tweede wereldoorlog een aanmerkelijk
grotere invloed op conjunctuur en volks
welvaart hebben gekregen, thans voor gro
te problemen staan, welke tot op zekere
hoogte een paradoxaal karakter dragen.
Zij hebben uit de economische chaos, wel
ke de oorlog ons liet, een nieuwe kosmos
moeten scheppen en met tal van middelen
gepoogd de conjunctuur omhoog te stu
wen en de volkswelvaart te vergroten. En
ze zijn hierin zonder enige twijfel geslaagd,
het ene land in meerdere, het andere in
mindere mate. Amerika, dat grote oorlogs
winsten had gemaakt, heeft deze voor een
deel voor de wederopbouw van Europa
aangewend, waarbij het zich er reken
schap van heeft gegeven dat de produktie
alleen kan worden verhoogd en vergroot
als er voor die produktie afnemers zijn. Zo
is in ons werelddeel de laatste jaren nieu
we koopkracht gevormd en heeft zich met
behulp van kapitaal, arbeid en techniek
een proces van economische ontwikkeling
voltrokken, dat alle verwachtingen in de
schaduw stelt en de volkswelvaart op een
belangrijk hoger peil heeft gebracht.
De hoogconjunctuur heeft intussen nieu
we problemen doen ontstaan, met de op
lossing waarvan men nu reeds ettelijke
maanden bezig is en die de wereld en der
halve ook de beurzen in spanning houden.
De beurzen hebben zich bij de opgaande
conjunctuur aangepast, hier en daar mis
schien wel in een wat al te snel tempo en
wachten nu af in welke richting de con
junctuur zich verder zal bewegen. Het gro
te probleem hierbij is om het juiste even
wicht te vinden en te handhaven tussen
produktie en consumptie, een uiterst moei
lijke bezigheid, omdat een zo goed moge
lijke verdeling van de welvaart over alle
kringen van de bevolking voor de bevor
dering van de totale welvaart gevaren op
roept. En zo doen zich, althans tot op ze
kere hoogte, paradoxale verschijnselen
voor en worden er paradoxale maatregelen
getroffen, waarvan de uitkomst voorshands
onzeker is.
De verhoging van het Engelse disconto
tot 5'/i pet. nadat het een jaar geleden van
3'/i tot 4'/z pet. was verhoogd en de ande
re maatregelen, welke thans door de En
gelse regering zijn afgekondigd, zijn er wel
het bewijs van dat het daar met de ont
wikkeling van de conjunctuur misgelopen
is. Met een bedrag van 75 miljoen heeft
de handelsbalans over januari een tekort
aangewezen, dat groter is dan het gemid
delde van het laatste kwartaal van 1955
en waarover men zich toen ook al zorgen
maakte. Gevolg hiervan is dat de beta
lingsbalans zich steeds meer ten nadele van
Engeland keert en zich inflatieverschijnse
len voordoen, welke premier Eden hebben
doen zeggen dat Engeland zich thans in
een ernstige economische crisis bevindt.
Reeds bijna een jaar wordt de kredietge-
ving bij de banken beperkt, terwijl thans
scherpe beperkingen op het afbetalings
krediet zullen worden toegepast, waarbij
het minimum in contanten te betalen be
drag tot 20 a 50 pet. zal worden verhoogd.
Voorts zullen de staatsuitgaven worden
verminderd, o.m. door verlaging van de
subsidies op brood en melk, terwijl ook de
belastingaftrek voor kapitaalsinvestering
zal worden verlaagd.
In ons land is de toestand heel wat ge
zonder, omdat onze betalingsbalans nog
altijd in evenwicht is, maar ook hier ziet
men gevaren, welke in wezen indentiek
zijn aan die, waarmee men in Engeland
worstelt. En in zoverre houdt Engeland ons
de spiegel voor, waarin we kunnen zien
wat ons bedreigt als het evenwicht tussen
produktie, consumptie en export wordt
verbroken.
Het dezer dagen verschenen rapport van
de SE.R. heeft ons geconfronteerd met de
grote en vele meningsverschillen over de
mogelijkheden van een welvaartsverde
ling, welke de welvaartsbevordering niet
aantast. De regering zit met dit van cijfers
wemelend rapport voor een Gordiaanse
knoop, welke op de een of andere manier
zal moeten worden ontward. Duidelijk is
alleen dat het er om gaat in hoeverre in
dit stadium van de conjunctuur met de
welvaartsverdeling kan worden voortge
gaan, zonder dat ons land zijn reeds heel
wat ongunstiger geworden exportpositie
en hiermede een van zijn voornaamste
bronnen van welvaart verliest.
Zoals men weet heeft de regering het
tot dusver met name in een afremmen van
de kapitaalsinvesteringen bij de particulie
re ondernemingen gezocht, hetgeen ook de
Engelse regering in eerste instantie heeft
ged'aan. Zij heeft daarbij gedreigd andere
en scherpere maatregelen te zullen nemen
als aan de naar haar mening bovenmatige
kredietverlening geen einde komt.
In dit verband is het van belang kennis
te nemen van wat het Engelse weekblad
..The Economist" heeft geschreven over het
paradoxale verschijnsel dat men aan de
ene kant thans de investeringen wil doen
verminderen, maar aan de andere kant
nieuwe investeringen nodig heeft om de
welvaart op peil te kunnen houden. En het
waarschuwt tegen de neiging om het ni
veau van de investeringen tot zondebok te
maken van de economische moeilijkheden,
welke zich thans voordoen. Het is duidelijk,
zo zegt „The Economist" d:at indien de
levensstandaard in de tijd van een genera
tie moet worden verdubbeld, op de inves
teringen boven alles moet worden gerekend
om die tot stand te brengen. Als onze kin
deren tweemaal zoveel zullen produceren
als wij, 7,al dit niet zijn omdat zij harder
werken, doch omdat zij meer kapitaalgoe
deren tot hun beschikking hebben. Er moe
ten dus fabrieken worden gebouwd, machi
neparken vernieuwd en verbeterd, kracht-
centralen worden gesticht en transport
middelen verkregen om het gewenste doel
te kunnen ver-wezenlijken. En het staat dus
wel vast dat in deze tijd van ongekende
technische en chemische progressie het in
vesteringsvolume hoog moet zijn.
Dit geldt nog temeer nu met een aanmer
kelijke bevolkingsaanwas va'lit te rekenen.
Dit geldt ook voor ons land, dat zijn be
volking in tien jaar met bijna 1.400.000 zie
len heeft zien vermeerderen en voor de
toekomst een dergelijk accres heeft te
wachten. Zo gezien, is het dus onjuist de
investeringen bij de particuliere onderne
mingen in te perken.
Maar nu komt de andere kant van de
medaille. Want hoezeer nieuwe investe
ringen nodig zijn, even belangrijk is dat
deze investeringen niet hoger zijn dan de
besparingen, welke voor de financiering
er van beschikbaar zijn. Als de stijging
van de investeringen inderdaad in meer
dere of mindere mate voor de inflationis-
tische ontwikkeling en de moeilijkheden
met de betalingsbalans verantwoordelijk
zijn, is dit zo, omdat andere uitgaven
consumptie en overheidsuitgaven voor
deze investeringen geen ruimte lieten. Gro
tere besparingen zijn dus de oplossing uit
het dilemma, waarvoor Engeland en menig
ander land zich thans geplaatst ziet en in
dit licht kan men dus de jongste maatre
gelen, welke de Engelse regering heeft
genomen, slechts toejuichen als het enig
juiste middel om handels- en betalingsba
lans weer in evenwicht te brengen.
Principieel zal dus elke regering nieuwe
investeringen tot vergroting en moderni
sering van het produktie-apparaat moeten
aanmoedigen en bevorderen, ook door een
zo laag mogelijke belastingdruk, praktisch
zal zij er voor moeten zorgen dat die in
vesteringen het overschot van produktie
en consumptie niet overtreffen, omdat in
dat geval prijsstijgingen niet kunnen wor
den voorkomen, de koopkracht van het
geld daalt en we in de spiraalbeweging
van de inflatie terecht komen.
Dit probleem heeft uiteraard ook de be
sprekingen en het rapport van de SER
beheerst en vormt thans het twistpunt tus
sen werkgevers en werknemers. Men heeft
becijferd dat het nationaal inkomen van
Nederland in 1954 met 6 pet., de totale
loonsom met 11 pet. is gestegen, voor 1955
wordt de stijging van het nationaal inko
men op 8, die van de totale loonsom op 6
pet. geraamd en de speling is hier dus niet
groot. Bij de vraag in hoeverre de loonsom
verder kan worden verhoogd, dient daarom
te worden overwogen dat loonsverhoging
en consumptiestijging zonder een even
redige stijging van de arbeidsproduktiviteit
de vraag naar goederen in het binnenland
verhoogt en daardoor de prikkel tot export
verzwakt, nog afgezien van het feit, dat
die export door een prijsstijging in het
binnenland wordt bemoeilijkt.
BEIROET (A.F.P.) Een Sovjet-missie
van deskundigen heeft de Libanon vermoe
delijk economische en technische hulp op
grote schaal aangeboden. Volgens gewoon
lijk goed ingelichte bronnen hebben de af
gevaardigden voorgesteld met Sovjet-hulp
ieder mogelijk project voor de economi-ehe
en industriële ontwikkeling van het land
uit te voeren. De Russen zouden echter
eisen, dat voor de projecten, waarvan de
uitvoering aan de Sovjet-Unie wordt toe
vertrouwd, geen ander financieringsmid
del wordt gebruikt. Zelfs nationale fond
sen zouden niet in aanmerking komen. An
derzijds zouden zij geen enkel voorbehoud
hebben gemaakt ten aanzien van het beno
digde kapitaal, het aantal deskundigen of
de belangrijkheid van het uit te voeren
project. De betaling zou contant, in ter
mijnen of met Libanese produkten kunnen
geschieden.
Het Russische aanbod heeft enige op
schudding in de regeringskringen veroor
zaakt. Naar men meent te weten heeft de
minister van Economische Zaken Nozih
Bezri uitstel gevraagd teneinde de voorstel
len te kunnen bestuderen. De Libanon heeft
met verscheidene landen economische over
eenkomsten lopen, waarvan de bepalingen
niet volledig in overeenstemming zijn te
brengen met de voorwaarden van het Rus
sische aanbod.
In de Soedanese stad Kosti zijn 285 katoen
verbouwers drie dagen lang opgesloten in
een bunker van 10 bij 12 nieter zonder
ventilatie trots de verschrikkelijke hitte.
Zij waren in arrest gesteld nadat er in het
plaatsje ongeregeldheden waren voorge
vallen waartegen politie en leger met harde
hand optraden. Van de 285 ingeslotenen
kwamen er 192 door verstikking om het
leven. Hier ziet men enige der overleven
den op de binnenplaats der gevangenis
van het stadje.
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan
van de Koninklijke Nederlands Jaarbeurs
is een gedenkschrift uitgegeven, dat onder
redactie van het hoofd van de afdeling Pars
en Documentatie van de Jaarbeurs, de heer
A. J. P. G, Sandfort, tot stand kwam.
In een „Ten Geleide" schrijft Prins
Bernhard, 'koninklijk commissaris van de
Jaarbeurs, dat een van de belangrijkste
grondslagen voor welvaart de internatio
nale handel is. Om uitwisseling van goe
deren en diensten mogelijk te,maken, die
nen de landen eikaars produktie en han
delsmogelijkheden te kennen. De Prins
noemt het moderne jaarbeurswezen hiertoe
een doeltreffend middel en verklaart dat
de Utrechtse jaarbeurs bewezen heeft, een
onmisbare schakel te zijn tussen binnen
landse produktie en distributie en een
waardevol instrument ter bevordering van
de buitenlandse handel.
De minister van Economische Zaken,
prof. dr. J. Zijlstra, schrijft in een bijdrage,
dat de Utrechtse jaarbeurs tijdens de veer
tig jaar van haar bestaan is uitgegroeid tot
een instelling, d'ie voor het economisch
leven van ons land van grote betekenis is
geworden.
De erevoorzitter der Kon. Ned. Jaarbeurs,
dr. F. H. Fentener van Vlissingen, zegt in
een „Terugblik" onder meer, dat het jaar-
beunsinstituut trouw is gebleven aan de
taak, die het bij zijn oprichting in 1916 op
zich heeft genomen: contactorgaan te zijn
tussen de Nederlandse industrie en de af
zet van en de vraag naar haar produkten.
Na beschouwingen over de betekenis en
de historische ontwikkeling van de jaar
beurs door mr. W. H. Fockema Andreae,
voorzitter, en mr. J. Milius, gedelegeerd lid
van de Raad van Beheer, geeft de Amster
damse hoogleraar prof. dr. J. F. Haccou
een overzicht van de economische evolutie
van Nederland in de laatste veertig jaar. De
industriële ontwikkeling in die periode
wordt beschreven door de heer T. J. Twijm-
stra, voorzitter van het Verbond van Ne
derlandse Werkgevers. Over een zeer be
langrijke factor bij de afzet van producten,
de reclame, geeft jhr. W. van Andringa de
Kempenaer, voorzitter van het Genoot-
LONDEN Reuter/AFP) Het presidium van de Sovjet-communistische partij (het
vroegere Politburo), dat in feite in de Sovjet-Unie het bewind voert, is in zijn geheel
herkozen, aldus meldt radio-Moskou. De elf leden, die door het centrale comité zijn
herkozen, zijn de eerste partijsecretaris Nikita Kroesjtsjev, de premier, maarschalk
Nikolai Boelganin, de president, maarschalk Klimcnti Vorosjilov, de plaatsvervan
gende premiers Lazar Kaganovitsj, Anastas Mikojan, Michail Pervoekhin en Maxim
Saboerov, de minister van Buitenlandse Zaken, Vyatsjeslav Molotov, oud-premier
Georgi Malenkov, de secretaris van de Oekrainse communistische partij Alexei Kirt-
sjenko en de secretaris van het centrale partijcomité Michail Soeslov.
Er zijn zes kandi
daat-leden geko
zen. Nikolai
Sjvernik, de voor
zitter van de Unie
van Vakvereni
gingen, werd als
kandidaat-lid her
kozen. De nieuwe
kandidaat-leden
zijn de 46-jarige
mevrouw Ekateri-
na Foertseva,
eerste secretaris
van het partij-
comité van
Moskou, de minis
ter van Defensie,
maarschalk Zjoe-
kov, en Brezjev,
Moetsjetdinov en
Sjepilov.
Het centrale par
tijcomité koos
voorts de leden
van zijn secreta
riaat. Kroesjtsjev
werd herkozen als
eerste secretaris.
Onder de zeven
gewone secretaris
sen bevindt zieh
ALLE AMBTEN IN DE STAAT W0R0EN BEKLEED DOOR PART'JLEOEN
mevrouw Foertseva. De andere secretaris
sen zijn Michail Soeslov, Averki Aristov,
Leonid Beliaev, Brezjnev, Pjotr Pospelov
en Sjepilov. Sjvernik werd gekozen tot
voorzitter van de commissie voor partij
controle.
Dimitri Sjepilov is hoofdredacteur van
de „Pravda". Vorig jaar is zijn ster snel
gerezen. Sommige waarnemers zien in hem
de toekomstige minister van Buitenland
se Zaken. Brezjnev is eerste secretaris van
de republiek Kazakhstan, waar hij de lei
ding heeft van het project voor ontginning
van woeste gronden. Moetsjetdinov is een
vertrouwde partijfunctionaris, die eind vo
rig jaar zijn functie van premier van Oez
bekistan opgaf en secretaris van de com
munistische partij van deze Sovjet-repu
bliek werd. Alle drie zijn zij nauwe me
dewerkers van Kroesjtsjev. Hetzelfde
geldt voor mevrouw Foertseva.
Nieuw bloed
De bevordering van maarschalk Zjoekov
acht men een logisch? ontwikkeling. Men
gelooft niet, dat Kroesjtsjev van het leger
afhankelijk is, zoals vroeger wel gedacht
werd. Niettemin blijft het leger veel in
vloed houden. Volgens waarnemers duidt
de toeneming van het aantal kandidaat
leden op een verlangen van Kroesjtsjev
..nieuw bloed" aan het toporgaan toe te
voegen en nieuwe leiders voor de toekomst
op te leiden. Zij zien hierin, samen met de
verkiezing van een aantal nieuwelingen
in het centrale comité, een aanzienlijke
versterking van het partij-apparaat, dat
Kroesjtsjev nu vast in de hand heeft.
Het partijpresidium kwant na de dood
van Stalin in de plaats van het Politburo.
Toen Malenkov in 1953 Stalin opvolgde
als premier werd het presidium verkleind
van 25 tot tien leden. Door het liquideren
van Lavrentia Beria bleven er negen over.
Dit aantal werd in juli van het vorige
jaar tot elf verhoogd door de verkiezing
van de eerste secretaris van de Oekrainse
communistische partij, Kritsjenko, en een
secretaris van het centrale partijcomité,
Soeslov.
Geen M.V.D.
In het presidium is geen enkele verte
genwoordiger van de veiligheidspolitie, de
M.V.D., opgenomen. Bij de verkiezingen
van het centrale comité verloren zes ver
tegenwoordigers van de M.V.D zetel.
Generaal Ivan Serov vertegenwoordigt de
M.V.D. in het centrale comité.
Kroesjtsjev, die 62 jaar is, is de zoon
van een Oekrainse mijnwerker. Hij werd
op het partijcongres bevestigd in de po
sitie van „eerste tussen gelijken" in het
collectieve leiderschap. De 62-jarige pre
mier Boelganin is een zakenman, diplo
maat en „politieke generaal", die nog nooit
een leger te velde heeft gekommandeerd.
Hij volgde een jaar geleden Malenkov op.
De 65-jarige Molotov, minister van Bui
tenlandse Zaken en reeds lang in de diplo
matieke dienst, moest vorig jaar oktober
zijn verontschuldigingen aanbieden voor
zijn uitlating, dat in de Sovjet-Unie, pas
„de grondslagen voor het socialisme" wa
ren gelegd.
Vorosjilov, de 75-jarige president, was
in de tijd van de revolutie een van de
naaste vrienden van Stalin en een van de
organisatoren van het Rode leger.
De 60-jarige Mikojan is een eerste vice-
premier. Veel van de industriële ontwikke
ling van de Sovjet-Unie is zijn werk, even
als een belangrijk deel van de handelsbe
sprekingen met het buitenland. Op het
partijcongres oefende hij critiek op Stalin.
Hij veroordeelde enige politieke stellingen
van de gestorven leider.
Een andere eerste vice-premier is de
62-jarige Kaganovitsj, die bekend staat om
zijn meedogenloos optreden. Hij is de enige
Jood in het presidium en staat aan het
hoofd van de commissie voor arbeid en
lonen.
De 54-jarige Malenkov is thans vice-pre
mier en minister voor de elektrische cen-
tralen. De politiek, welke hij als premier
nastreefde, het geven van voorrang aan
de produktie van verbruiksgoederen, is op
het jongste partijcongres weer veroor
deeld.
De eerste vice-premier Saboerov is voor
zitter van de tegenwoordige Plancommis
sie. Zijn collega Pervoekhin wordt be
schouwd als de grote econoom van de
Sovjet-Unie.
Gewonde van busongeluk op
onbewaakte overweg overleden
De 55-jarige arbeider H. F. H. uit Poster-
holt, die bij het ongeluk op de onbewaakte
overweg nabij de staatsmijn „Beatrix"
ernstig werd gewond, is in het ziekenhuis
te Roermond overleden. Hij was gehuwd
en had een kind. De overige gewonden
zijn thans buiten levensgevaar.
schap voor Reclame, een interessante be
schouwing, waarin hij onder meer waar
schuwt tegen de misvatting, dat reclame
een soort brandweer zou zijn die men inci
denteel te hulp kan roepen wanneer de om
zet een teruggang vertoont. „Reclame is
evenmin een ongevaarlijk oefenterrein
voor de amateur. Reclame is een investe
ring als elke andere en slechts rendabel
indien zij door deskundigen wordt gehan
teerd."
Het gedenkboek toont ook door uitge
breid illustratiemateriaal de ontwikkeling
van de jaarbeurs en de in veertig jaar wel
sterk gewijzigde opvattingen over de in
richting van de stands.
Een schilder uit Heemstede moest maan
dag voor de Haarlemse politierechter ver
schijnen, omdat hij was aangeklaagd we
gens mishandeling van een 10-jarige jon
gen in Heemstede. Het bleek echter dat
deze jongen deel uitmaakte van een troep
belhamels, die hem al maandenlang het
leven zuur maakten door de draak te ste
ken met zijn spraakgebrek, en zijn werk
plaats telkens weer te teisteren, onder
meer door de dakpannen ervan kapot te
gooien. Op 13 december was hij de jon
gens achterna gegaan en deze ene, die hij
te pakken had gekregen, kreeg er behoor
lijk van langs. Hij verklaarde echter niet
met een stok te hebben geslagen, zoals bij
de aangifte was medegedeeld.
„Ik kan me voorstellen, dat deze man
uit zijn vel gesprongen is", zo zei de offi
cier van Justitie, die er aan herinnerde,
dat de jongens ook de bordjes „Verboden
Toegang" van het terrein hadden wegge
sleept, zodat zij op verboden terrein wa
ren, zonder dat er iets aan gedaan kon
worden.
Hij eiste slechts een „symbolische" boete
van f 3 tegen de schilder en de politie
rechter veroordeelde deze conform.
LONDEN (Reuter) Koningin Elizabeth
en de hertog van Edinburgh gaan volgen
de maand aan boord van het koninklijke
jacht „Britannia" (4.000 ton) een rond
vaart van een week door de Middellandse
Zee maken. Het zal de eerste maal sinds
koning George V, de grootvader van de
koningin, zijn, dat een Brits staatshoofd in
dit gebied een dergelijke tocht maakt. In
1925 maakte koning George V een kruis
tocht door de Middellandse Zee. Het ko
ninklijk paar zal geen officiële bezoeken
afleggen. Als het stormachtig weer is,
maakt de koningin de tocht niet.
Amsterdam. Gemeentelijke Universiteit.
Bevorderd tot doctor in de Geneeskunde op
proefschrift getiteld: „De Waarde van de
Arthografie van het Kniegewricht voor het
Diagnotiseren van een Meniscuslaesie": H.
Horninge. geboren te 's Gravenhage; op
proefschrift getiteld: „Cinchofeen, een expe
rimenteel Onderzoek over zijn Werking en
Giftigheid": J. van Noordwijk, geboren te
Amsterdam. Doctoraal examen Aardkunde:
Oen Ing Soen, Amsterdam. Doctoraal examen
Scheikunde: A. Heijkoop, Zaandam. Docto
raal examen Natuurkunde: B. W. Roos, Am
sterdam; Doctoraal examen Wiskunde: mej.
G. J. Dijkshoorn, Amsterdam. Kandidaats
examen Wis- en Natuurkunde: mej. W. A.
M. Driessen, Hoorn; M. Schlejen, Amsterdam.
Doctoraal examen Psychologie: J. de Klerk,
Heemstede. Doctoraal examen Rechten: mej.
W. de Boer, Amsterdam; met lof G. J. Tam-
mes. hoofddorp. Bevordert met lof tot doctor
in de Economische Wetenschappen op proef
schrift getiteld: „Vraagstukken van Directie
voering in Geografisch Gedecentraliseerde
Bedrijven: H. J. Kruisinga, geboren te Am
sterdam.
Aan het Nutsseminarium voor Pedagogiek
te Amsterdam zijn voor de Middelbare Akte
Pedagogiek geslaagd de heren T. Egmond,
Bussum, M. Geertsma, Haarlem; M. A. Hage,
Dordrecht; J. R. Hakemulder, Schiedam.
Delft. Kandidaatsexamen voor Vliegtuig
bouwkundig Ingenieur: H. Binkhorst. Haren
(Gron.). Ingenieursexamen voor Werktuig
kundig Ingenieur: H. Berghuijs, Warnsveld;
P. van Bommel (met lof), Velp; M, E. H.
Breuning, Haarlem; C. P. Burger, Groningen;
H. Cool, 's Gravenhage; R. J. D. Dubbeldam,
Dordrecht; G. J. Geels, Almelo; R. H. Fakkel,
Amsterdam; C. W. J. de Goederen, 's Gra
venhage; J. van Hoorn, Zwolle; N. P. Jansen,
Rotterdam; R. A van der Laken, 's Graven
hage; Rochman Oesman, Delft; F. Offereins,
Eindhoven; H. van Oosten, Leiden; J. Scheep
stra, Delft: J. W. Schmidt, Delft; Raden Mas
Soenarso Notosoedirdjo, 's Gravenhage, C.
van Straten, Eindhoven.
Groningen. Kandidaatsexamen Economi
sche Wetenschappen: M. Douma, Alphen a.
d. Rijn. Doctoraal examen Economische We
tenschappen: mej. S. Haitjema, Dedemsvaart.
Leiden. Kandidaatsexamen Geneeskunde 2:
mej. N. Bensink, Voorburg; mej. M. M. van
Harmeien, Den Haag: mej. W. E. Nanning,
Leiden; A. J. J. Beerens. Den Haag; M. van
Doominck. Deventer; H. O. de Fries (U.S.A.);
M. R. Halie, Apeldoorn; H. N. B. M. Kemme,
Rijswijk; P. K. Pel. Den Haag; T. Swelheim,
's Gravenhage: L. F. J. M. Theunissen, Gre-
venbicht; A. F. C. Vervloet, Wassenaar; R.
Vink. Den Haag. Doctoraal examen Genees
kunde II: G. J. A. d' Arnaud Gerkens, 's Gra
venhage; C. H. Bowles, 's Gravenhage; A.
Godwin (U.S.A.); C. Singelenberg, Den Haag.
Semi-artsexamen: mej. J W. H. Lindhout,
Noordwijk-Binnen; F. Brand. Rijswijk; F. I.
O. ter Brugen Hugenholtz, Wassenaar; F. G.
I. Jennekens, Maastricht. Artsexamen: mevr.
A. d. BonebakkerVan Enter, Leiden; A. A.
Fischer, Den Haag; Liem Kit Siang, Leiden.
Kandidaatsexamen Rechten: H. A. Wolter-
beek, Den Haag.
Utrecht. Doctoraal examen Rechten: J. J.
Westenbrink, Utrecht. Semi-artsexamen: B.
D. Elsman, Sprang Capelle; J. J. Supit,
Utrecht: mevrouw H. J. Vissersde Keijzer,
Utrecht. Artsexamen: B. Bossenbroek,
Utrecht: G. Th. Meester, Bilthoven.
Van onze correspondent in Londen
De Britse regering zal geen poging on
beproefd laten om de Sovjetleiders te be
wegen een werkelijk vredelievende koers
te volgen. Daarom blijft de uitnodiging
aan Boelganin en Kroesjtsjev. om in april
naar Londen te komen, gehandhaafd. Dit
is verklaard door premier Sir Anthony
Eden en de minister van Buitenlandse Za
ken Selwyn Lloyd tijdens het debat in het
Lagerhuis over dc buitenlandse politiek,
waarin de Russen allerminst gespaard
werden. Selwyn Lloyd beschuldigde hen
er van dat ze het oorlogsgevaar doelbewust
hadden aangewakkerd door hun interven
tie in het Midden-Oosten en hun pogingen
om de vijandigheid in Azië tegen het Wes
ten te vergroten. Het komt niet op woor
den. maar op daden aan en die Russische
daden zijn niet erg geruststellend. Een eer
lijke geestelijke strijd vreest het Westen
niet, zo zei Lloyd, maar is Moskou bereid
onze denkbeelden een eerlijke kans te ge
ven?
Eden verklaarde, dat het hoofddoel van
de komst van Boelganin en Kroesjtsjev
naar Londen was: gemeenschappelijke
grond e ontdekken, waarop kan worden
voortgebouwd. Eden noemde de Sovjet-
Unie de enige nog bestaande koloniale
macht Ier wereld. Geen communistische
mogendheid zou bereid zijn het resultaat
te aanvaarden van het doel dat het Britse
Gemenebest nastreeft: vrijmaking van de
vroegere koloniale gebieden.
De kwestie van het Midden-Oosten stond
in het middelpunt van de belangstelling.
Selwyn Lloyd vertrekt morgen naar dat
gebied om het voorstel van Groot-Brittan-
nië en de Verenigde Staten ter verster
king van de commissie van UNO-waarne-
mers te bepleiten. Selwyn Lloyd betoogde,
dat Israel's veiligheid niet afhankelijk is
van een wapenwedloop. Indien deze een
feit werd, zal Israel bedreigd worden door
een ring van door de Sovjet-Unie bewa
pende Arabische staten.
Critiek
Er was in het Lagerhuis veel critiek op
de Britse politiek in het Midden-Oosten.
De liberale leider Sir Clement Davies be
toogde dat de toch al vage drie-mogendhe-
denverklaring geheel door de gebeurtenis
sen is achterhaald.
Namens de oppositie verklaarde Alfred
Robens. dat er geen vrede mogelijk is zo
lang Duitsland verdeeld blijft. Het moet
worden herenigd op grondslag van vrije
verkiezingen, waarna het dient toe te tre
den tot de UNO en tot een Euripees resio-
naal pact. waarmee ook de Verenigde Sta
ten. Groot-Brittannië en de Soviet-Unie
verbonden dienen te worden. Hij waar
schuwde. dat Groot-Brittannië bezig is zijn
invloed in India en de rest van Azië te
verliezen, omdat die landen buiten de ru
zies tussen Oost en West willen blijven.
Robens beschuldigde de regering van zelf
genoegzaamheid. welke geen rekening
hield met het feit dat de wereld thans door
de vervaardiging van de H-bom grondig is
veranderd. Hij vroeg Eden om met het
verleden te breken en moedig in de nieu
we situatie te handelen.
Selwyn Lloyd zal op zijn reis door het
Midden-Oosten, Pakistan en India, vooral
proberen de Arabische leiders te kalmeren
over het Bagdad-pact. Zijn besprekingen
met Nasser en de Israëlische leiders zijn
van groot belang. De nadruk, die in Egypte
wordt gelegd op de economische wederop
bouw en de aanleg van de grote Niildam
acht Londen een gunstige factor voor de
vrede. Overigens is Israel gewaarschuwd
tegen eenzijdige acties, zodat het crisisge
vaar verminderd lijkt. In Ankara zal Sel
wyn Lloyd Turkije er van moeten over
tuigen, dat een regeling op Cyprus geen
gevaren voor dat land inhoudt, omdat Lon
den niet van plan is zijn militaire bases op
Cyprus op te geven. De Turkse regering
schijnt het Britse plan te hebben aanvaard.
Groot-Brittannië verzet zich tegen pogin
gen om het Colombo-plan eventueel met
de zuid-oost-aziatische verdrag-organisatie
(Z.O.A.V.O.) te verbinden, omdat het wel
slagen van het Colombo-plan juist is toe
te schrijven aan het feit, dat het een onver
dacht orgaan is, los van elk militair
streven. Daarvoor kon de medewerking
v orden verkregen van Aziatische landen,
die aarzelend tegenover de beide blokken
staan.
(Reuter) Zowel Eden als Selwyn Lloyd
verwierp een suggestie dat de Sovjet-Uni®
zou moeten deelnemen aan toezicht op de
wapenleveranties aan het Midden-Oosten.
Lioyd zei niet te geloven, dat de Russische
interventie in het Midden-Oosten een ge
volg was van het pact van Bagdad.
Lloyd somde de Britse politiek ten aan
zien van het Midden-Oosten als volgt op:
(1) afgezien van het handhaven van de
vrede, het verlenen van hulp bij het zoe
ken van een regeling tussen Israel en de
Arabische staten; (2) handhaving van de
Britse positie in de Perzische Golf; (3)
ondersteuning van de Britse vrienden;
(4) loyaliteit ten aanzien van de Britse
bondgenoten; (5) het waarschuwen van
landen die dreigen in te gaan op Russische
beloften, voor de gevaren die hun poli
tieke vrijheid en religieuze leven lopen, en
(6) hulp aan de landen van het Midden-
Oosten bij de ontwikkeling van hun na
tuurlijke hulpbronnen en het verhogen van
de levensstandaard.
De specialist van de Labourpartij op het
gebied van buitenlandse kwesties, Robens,
verklaarde dat beëindiging van de koude
oorlog en de bewapeningswedloop een
kwestie van „leven en dood" is. Elke dag
bestaat het gevaar dat een ongeluk ver
nietiging tot gevolg zal hebben, zo betoogde
hij. Robens wees op de wedloop tussen de
Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bij het
ontwikkelen van een raket dat met een
waterstofbom als lading over de oceaan
geschoten kan worden. Wellicht zal een van
deze twee mogendheden binnen twaalf tot
achttien maanden er in slagen een derge
lijk wapen te vervaardigen, zo zei hij.
De werkelijke uitdaging van het commu
nisme is, volgens de Labour-woord voerder,
in welke mate de Westelijke mogendheden
de ontzettende armoede en onwetendheid
in de economisch minder-ontwikkelde ge
bieden in de wereld kunnen lenigen.
Economische hulp moet gegeven worden
zonder dat er voorwaarden aan verbonden
ziin. zo zei hij. Robens beschuldigde dc
regering van slapheid ten aanzien van de
bewapeningswedloop. Hij drong er bij de
premier op aan al zijn moed bijeen te rapen
en niet slechts voor Groot-Brittannië, doch
voor de gehele mensheid te spreken.
Eden verklaarde, dat de opvatting van
Kroesjtsjev. dat het oorlogsgevaar minder
geworden is, als gevolg van de afschrik
wekkende macht van de waterstofbom,
waarschijnlijk juist is.
De communistische leiders schijnen ech
ter de indruk te willen wekken, dat het
gebruik van de waterstofbom het einde van
het kapitalisme, doch niet van het commu
nisme betekenen zou. Dit noemde de Britse
premier echter een waandenkbeeld, omdat
het voor een waterstofbom geen ver
schil maakt of een stad communistisch of
kapitalistisch is.