Koninklijke belangstelling voor jubilerende jaarbeurs BUNKIE E Moord met staatsie Personeelsleden onderscheiden „The family of man" komt naar Nederland Voor de échte Virginia- liefhebber D-E ZILVER-SHAG! Bloemencorso op zaterdag 21 april Duitse kotters in nood Volksvertegenwoordigers tegen federaal hof Premier Nehroe in het voorjaar naar Parijs FEUILLETON 4 Uitvoer van aardappelen neemt toe Lutherse gem. bezuiden van Noordzeekanaal Examens Kleuter verongelukt Beide zijn lekgestoten op zware ijsbarrière Supra-nationale regeling inzake atoomenergie Advocaat weigerde parkeergeld te betalen Rassenstrijd in V.S Brief uit het verleden Pineaa voorziet combinatie van socialisme en kapitalisme Acht jaar gevangenisstraf wegens poging tot moord door Wil Wanting DINSDAG 13 MAART 1956 ADVERTENTIE Koningin Juliana heeft maandagmiddag de nieuwe jaarbeurshal aan de Graadt van Roggenweg te Utrecht officieel geopend. De Koningin arriveerde omstreeks half vier op het jaarbeursterrein, waar zij werd begroet door de voorzitter van de Raad van Beheer der Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs, rar. W. H. Fockema Andreae, en de direc teur van de jaarbeurs, mr. H. A. R. Schuit. Joost Fockema Andreae, de achtjarige zoon van de voorzitter van de Raad van Beheer, bood de vorstin bloemen aan. De in ceremonieel tenue gestoken Koninklijke Militaire Kapel speelde het Wilhelmus. Mr. Fockema Andreae sprak een kort welkomstwoord. Daarna was het woord aan de staats secretaris van Economische Zaken, dr. G. J. M. Veldkamp, die onder meer zei dat de regering grote waardering had voor het geen de jaarbeurs in de veertig jaren van haar bestaan in het belang der Nederlandse economie had verricht. Op de gunstige ont wikkeling van de export, vooral na de tweede wereldoorlog, heeft de jaarbeurs een grote invloed gehad. De omvang van onze export, aldus dr. Veldkamp, is be palend voor de verdere mogelijkheden tot uitbreiding van het Nederlandse industriële apparaat en daarmede voor het peil van onze welvaart en onze werkgelegenheid. Aan het slot van zijn rede deelde de staatssecretaris mede, dat de heer F. Loeb, lid van het algemeen bestuur van de jaar beurs, benoemd was tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Aan vier leden van de technische dienst van de jaarbeurs, die reeds vele jaren hun krachten aan de beurs hebben gegeven, werden bronzen medailles, behorende bij de Orde van Oranje Nassau, uitgereikt. De gedecoreerden zijn de heren J. den Daas, C. Griffioen, J. Blok en A. Stomp. Nadat de burgemeester van Utrecht, jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, de prettige ver houding tussen jaarbeurs en de gemeente Utrecht had gereleveerd, sprak mr. W. H. Fockema Andreae een slotwoord. Hij her innerde eraan dat 36 jaar geleden prinses Juliana de eerste steen had gelegd voor het eerste permanente jaarbeursgebouw en betuigde de Koningin zijn dank dat zij haar naam heeft willen verbinden aan het nieuwste bouwwerk, de Julianahal. „In een gemeenschap van mensen", zo besloot mr. Fockema Andreae, „blijkt altijd weer de waarde van het voorbeeld van en kelen. Hun woord, hun geestkracht opent de blik voor nieuwe mogelijkheden. Waar zonder hen stilstand dreigt, komt door hen leven en beweging. Voor de jaarbeurs was de jaarbeurspionier Graadt van Roggen zo'n voorbeeld. Maar ver daarboven uit Voorraden ruim voldoende voor het binnenland In de afgelopen weken is de uitvoer van aardappelen, voornamelijk naar Engeland, doch ook naar Zwitserland, Zweden en Italië, vrij aanzienlijk toegenomen. De groothandelsprijzen, vooral van de veel ge vraagde soort bintje, liepen daardoor op naar 20 cent per kg. Ondershands is reeds 21 cent per kg. betaald. De prijzen van eigenheimers zijn in veel minder sterke mate gestegen. Vraag voor uitvoer is er van deze aardappel weinig. Het merkwaardige is, dat in het seizoen 1954/55 de eigenheimer zeer gevraagd was. Het gevolg hiervan was, dat in 1955 meer eigenheimers werden geteeld. De kwaliteit is nu doorgaans goed. Hoe de prijzen voor de aardappelen zich verder zullen ontwikkelen is een grote vraag. De voorraden, vooral van minder gevraagde soorten, zijn behoorlijk. De ex porteurs echter moeten altijd eerst inkopen, voordat zij in het buitenland kunnen aan bieden, zodat men er nooit zeker van Is welke hoeveelheden het buitenland wil kopen. Deze onzekerheid, die kan leiden tot het stopzetten van invoeren of het ver lopen van de handel, doet voorzichtigheid betrachten. Deskundigen verklaren dat ons land vol doende ruime voorraden aardappelen voor de binnenlandse voorziening, ook bij voort gezette uitvoer, zal hebben. De kleinhan delsprijzen volgen de groothandelsprijzen traag. Om de huisvrouw te vriend te hou den kan de kleinhandelaar zijn prijzen niet te sterk verhogen, zodat hij gedwongen is voorzichtig en op zo klein mogelijke schaal in te kopen. Het is immers niet on mogelijk, dat door het wegvallen van uit voer de prijzen flink zullen dalen. De telers, die in 1954/55 een slecht sei zoen hadden, enerzijds door de slechte, nat te en kostbare oogstomstandigheden, an derzijds door de matige houdbaarheid en de lage prijzen van het produkt, hebben op het ogenblik een meevaller, die de een jaar geleden verliezen wellicht enigszins goed zal kunnen maken. gaatvoor Nederland het levenwekkende voorbeeld van het Huis van Oranje. Dit voorbeeld wordt door het bedrijfsleven niet misverstaan. Allen, in wier handen een deel van de verantwoordelijkheid ligt voor onze handel en nijverheid, zijn gelukkig Uwe Majesteit in de jaarbeurs telkens weer te mogen tonen hoezeer zij willens zijn te doen wat zij kunnen, onder Uwer Majesteits leiding, voor de welvaart en het geluk van ons land. Zij allen bevestigen op dit ogenblik deze wil, nu Uwe Majesteit haar naam heeft, verbonden aan het nieuwste deel van de gemeenschappelijke werkplaats van het Nederlands bedrijfsleven dat de jaarbeurs mag zijn." Unieke foto-tentoonstelling in Stedelijk Museum De befaamde internationale fototentoon stelling „The family of man" waarvan wij verschillende foto's reeds geruime tijd geleden in „Erbij" reproduceerden zal ook naar Nederland komen. Onder de titel „Wij mensen" zal zij van 23 maart tot 2y april in het Stedelijk Museum te Amster dam te zien zijn. De tentoonstelling bestaat uit 503 foto's, gemaakt door fotografen uit 68 landen en is gewijd aan „de waardig heid van de mens". De nestor van het Amerikaanse fotografendom, Edward Stei- chen, heeft het materiaal voor deze unieke expositie gekozen uit ruim twee millioen foto's uit alle delen van de wereld. Van de oorspronkelijke tentoonstelling zijn verschillende copieën gemaakt, zodat er over de hele wereld nu 15 in omloop zijn. In Tokio is een permanente tentoon stelling van „wij mensen" ingericht. De foto's, die in Amsterdam te .zien zullen zijn, hebben al gediend voor tentoonstellin gen in Parijs, Berlijn en München. Na Am sterdam zullen Brussel en Londen aan de beurt komen. Zeven Nederlandse fotografen zijn op de expositie vertegenwoordigd. Het zijn Eva Besnyö, Hans Schreiner, Nico Jesse, Cas Oorthuys, Ed van der Slsken, Henk Jonker en Emmy Andriesse. De tentoonstelling wordt geopend door de minister mr. J. M. A. H. Luns en de am bassadeur van de V.S. in Nederland, de heer H. Freeman Matthews. Waarschijn lijk zal de samensteller van de tentoon stelling, de heer Edward Steichen, de ope ning bijwonen. In het maandblad voor de Evangelisch- Lutherse gemeente te Beverwijk en Velsen wordt meegedeeld, dat de Haarlemse ge meente bij de synode der Evangelisch Lu therse kerk een voorstel heeft ingediend tot annexatie van het gebied ten zuiden van het Noordzeekanaal, namelijk Velsen en Santpoort. Volgens het maandblad wordt dat betreurd. Leiden. Geslaagd voor het kandidaats examen Franse taal- en letterkunde mej. J. P. Veenendaal te Heemstede; doctoraal examen geneeskunde (II) mej. A. A. Grote te Haarlem en de heren E. van der Does te Rotterdam; R. Grijm te Oegstgeest; M. A. Houtkooper te Haarlem; M. J. Lexmond te Leidschendam; R. J. Olie te Den Haag en A. R. Tegelaar te Oegstgeést. Semi-artsexamen: G. H. Holtslag te Leiden; C. Koning te Rotterdam; G. H. van Lavieren te Voorschoten; H. A. Reterink te Den Haag; H. van der Schaar te Rotterdam en N. G. Skripnikow te Den Haag. Artsexamen: mej. M. G. Dijk te Leider dorp; mej. A. J. Straat te Leeuwarden: mej. W. G. K. Visser te Voorburg en de heren H. J. Eschbach te Den Haag en P. Seinen te Alphen aan den Rijn. Utrecht. Geslaagd voor het kandidaats examen Ned. recht: C. T. Spijkerboer, Utrecht; J. G. van Amameren, Utrecht. Semi-artsexamen: J. W. F. Beks. Eind hoven; J. C. de Jong, Amersfoort; L. C. M. Meulendijk, De Bilt; A. H. Meijers, Rieber- gen; Th. van Schaik, Utrecht; W. P. Schoen, Utrecht; G. van Woudenberg, Utrecht. Artsexamen: H. Bouter, Bergambacht; D. J. R. Jellema, Huis ter Heide; P. G. Kars- dorp, Meppel; mej. J. F. Lammens, Katwijk aan Zee, J. M. J. Rutten, Eygelshoven; E. L. Smits, Zeist. Utrceht. C. F. G. Lehr is gepromoveerd tot doctor in de Wis- en Natuurkunde op een proefschrift getiteld: „Een Onderzoek naar de Aangrijpingspunten van enige Quarternaire Ammoniumverbindingen in geïsoleerde glad de en dwarsgestreepte Spieren". Op de Stadionweg te Rotterdam is het vijfjarige meisje L. S. voor de ouderlijke woning, toen zij de straat overstak, door een bestelauto aangereden. Zij werd naar het ziekenhuis overgebracht, waar bij aan komst bleek, dat zij was overleden. Zodra U een sigaret van D-E Zilver-Shag opsteekt, proeft U onmiddellijk: dat is de lekkerste Virginia die U ooit heeft gerookt! Fijner. Zachter. Geuriger. En met de rijke goudgele kleur, die het onloochenbare kenmerk is van de beste Virginia-tabakkert PP is de step t C 174 Bij een normaal verloop van de bloeitijd der hyacinthen kan worden verwacht, dal het bloemencorso in de bollenstreek zal worden gehouden op zaterdag 21 april a.s. De titel voor dit negende corso in de bol lenstreek zal zijn „Lentejuwelen". De heer A. W. van Driel uit Amstelveen, artistiek adviseur van het comité, heeft veertig ontwerpen vervaardigd, onder an dere zullen op de praalwagens uitgebeeld worden: lentejuwelen, intocht van de len te, de tulp, de narcis, de hyacinth, spring time, 20.000 mylen onder zee, Neptunus, de walvis, Don Quichotle, juwelenparadijs, hangende tuinen. Het ligt in de bedoeling om, evenals vo rig jaar, vrijdagmiddag vóór het corso in de veilinggebouwen van de H.B.G. in Lis- se een tentoonstelling van de wagens te houden, die tegen betaling toegankelijk zal zijn. Zaterdag 21 April zal het corso in Sassenheim beginnen. Het keerpunt is Bennebroek. Plannen zijn in voorbereiding in elke gemeente vijf muziekcorpsen in het corso op te nemen. Men verwacht, dat het corso nog groter z£d zijn dan in 1955. Enkele wagens hebben een lengte van 16 meter en een hoogte van 4.75 meter. Na een aanvaring met een ijsberg of ijs- barrière zijn twee Duitse visserijkot ter s in nood gekomen. Het ongeluk gebeurde in de nacht van maandag op dinsdag. De scheep jes heten „Kahl'bergliep" en „Seeadler" en zijn beide lek geslagen. Op hun noodseinen kwamen van verschillende kanten schepen ter assistentie naar de plaats van het onge luk, circa 10 of 15 mijl ten oosten van Kiel; het Duitse motorschip „F. Werner" kwam als eerste bij de beide gehavende vissers schepen aan. De kotters werden aan weers zijden van de „F. Werner" vastgesjord, doch het schip heeft niet genoeg motorvermogen, om de „Seeadler" en de „Kahlbergliep" boven water te houden. De Duitse sleep boot „Alk" heeft nu de schepen bereikt. De „Alk" heeft pompen aan boord met vol doende vermogen om de beide lekgestoten kotters boven water te houden. De kotters liepen 's nachts omstreeks 1 uur op de ijs- barrière, die gevormd wordt door ijsschot- sen, die in open zee door de storm opeen gedreven zijn. De commissie voor Buitenlandse Zaken uit de Tweede Kamer heeft verslag uitge bracht over de gemeenschappelijke ver klaring van het Comité van actie voor de Verenigde Staten van Europa inzake de bevordering van een supra-nationale rege ling voor de zaak der atoomenergie in Europa. De overgrote meerderheid van de com missie stelt aan de Kamer voor, haar in stemming te betuigen met de verklaring van het comité van 18 januari 1956 en voorts als haar mening uit te spreken dat de aanvaarding in beginsel van een supra nationale gemeenschap voor de atoomener gie niet betekent een voorkeur voor een ge leidelijke sectorsgewijze integratie, maar dat integendeel bij voortduring moet wor den gestreefd naar de totstandkoming van een gemeenschappelijke markt, waarin deze gemeenschap dan later haar plaats zal krijgen. Op 3 maart van het vorig jaar heeft de Haagse advocaat mr. I. E. Hes zijn auto op het Buitenhof te 's-Gravenhage geparkeerd en daarbij geweigerd om van de bewaker een bonnetje aan te nemen en de verschul digde 15 cent parkeergeld te betalen. Dit deed hij omdat hij principieel uitgemaakt wilde zien of de gemeente voor het par keren op het Buitenhof parkeergeld mocht vragen. De advocaat meent namelijk diat dit niet mag omdat het Buitenhof niet kan worden beschouwd als een speciaal inge richt parkeer terrein. Deze kwestie werd thans behandeld voor de politierechter te 's-Gravenhage. Als een getuige-deskundige werd de heer A. G. M. Boost, directeur van de afdeling Wegen en Verkeer van de A.N. W.R. gehoord. Zijn mening was dat, het Buitenhof inderdaad niet als een daartoe in het bijzonder ingerichte parkeerplaats kan worden gezien. De plaats waar de auto's staan maakt kennelijk onderdeel uit van de straat. De officier van Justitie was van oordeel dat het Buitenhof wel een ingerichte par keerplaats is en geen deel van de rijweg. Hij vroeg één gulden boete. Mr. Hes zei te zijner verdediging dat het de bedoeling van de wetgever is de open bare weg mogelijk onbelast te laten. Er is op het Buitenhof geen sprake van een par keerterrein, zei hij, op zijn hoogst van een parkeerhaven. Hij verzocht vrijspraak. De politierechter zal op 19 maart «onnis wii zen. Daar stond Bunkie, met het pijpje krijt. En wat doet een jongen met zoietsBunkie liep naar een schutting en begon te tekenen. Eerst een rond hoofd, met ogen, een neus en een mond; daaronder kwam een lijf, met armen en benen. Ziezo, dat was klaarBunkie deed een stap achteruit en bekeek zijn werk. Nou ja, het was wel geen kunstwerk, maar je kon toch duidelijk zien, dat het een mannetje was. Bunkie was best in zijn schik met het gevonden pijpje kleurkrijt. Hij hield van teke nen en met zo'n krijtje kon hij nog een heleboel tekenen! WASHINGTON (Reuter). Het Ameri kaanse federale hooggerechtshof heeft be paald, dat de toelating van negerstudenten tot de staatsuniversiteiten niet mag wor den uitgesteld hangende een bestudering van de met toelating gepaard gaande pro blemen. Hiermee is een besluit van het hoogge rechtshof van Florida tot uitstel van de toelating van een 48-jarige neger tot de universiteit van Florida teniet gedaan. Het college van curatoren van de uni versiteit van Alabama heeft een student verwijderd en drie studenten geschorst, wegens hun aandeel in de ongeregeldheden naar aanleiding van de toelating van de eerste negerstudente op deze universiteit, Autherine Lucy. 21 studenten kregen lich tere disciplinaire straffen. Zesennegentig leden van het Amerikaan se congres uit elf zuidelijke staten hebben een manifest uitgegeven, waarin zij belo ven alle wettige middelen te zullen gebrui ken om de uitspraak van 't federale hoog gerechtshof tegen scheiding van blanken en negers op de scholen ongedaan te ma ken. Het zijn 19 senatoren en 77 leden van het Huis van Afgevaardigden, die het be sluit van het hof, dat in 1954 genomen is, „misbruik van gerechtelijke macht" noe men. Het besluit heeft volgens deze volksver tegenwoordigers haat en achterdocht ge zaaid, waar tevoren „vriendschap en be grip" bestonden. Men is van plan het manifest maandag bij beide Huizen van het Congres in te dienen. KINGSTON (Jamaica) (Reuter) Op de noordkust van Jamaica is een fles aange spoeld met een brief, die klaarblijkelijk 200 jaar geleden werd geschreven door een zeeman, die gedoemd was midden op de Atlantische Oceaan aan boord van een brandend schip om te komen. De brief was geschreven op de achter kant van een stuk van een kaart, waarvan het papier van ouderdom geel en slap was geworden. De laatste zin was niet beëin digd. De tekst van de brief, die nog maar juist leesbaar was, luidt als volgt: „Juli 1750, de „Brethren of the Coast" (vermoedelijk de naam van het schip) staat midden op de Atlantische Oceaan in brand. Er is weinig hoop dat iemand van de bemanning dit zal overleven, behalve de twaalf die kans heb ben gezien aan boord van de reddingboot te komen. Het lot heeft mij een plaats ge geven bij de ongelukkigen en voor ons is de dood onafwendbaar. Aan mijn moeder Elizabeth uit London derry, huil niet om me. Aan mijn geeste lijke, pater Thomas Dryden, troost ma en mi,in jongere zusters. De tonelen zijn zeer verward. Dappere mannen zijn lafaards geworden en gehuil als van kleine kinderen klinkt over het schip. De monsters van de diepte wachten diegenen, die het wagen overboord te springen. We bevinden ons honderden mij len uit de kust. Mijn kapitein tracht tever geefs de orde te handhaven. Ik wacht de dood in stilte af. De hemel belone de vinder van deze brief. Bericht mijnhiermee eindigt de.brief. VETTE VARKENSMARKT LEIDEN Aanvoer: 146 stuks; notering: grossiers varkens 162170, slagersvarkens 168170, zeugen 138145 gld. Handel vlot wegens geringe aanvoer. Twens 10 nuchtere kal veren. NIEUW DELHI (Reuter) De Franse minister van Buitenlandse Zaken Pineau heeft te Nieuw Delhi medegedeeld dat pre mier Nehroe van India een uitnodiging heeft aanvaard om in het komende voor jaar Parijs te bezoeken. Pineau, die India bezoekt op de thuisreis naar Frankrijk, na te Karatsji de conferentie van de Zuidoost- Aziatische Verdragsorganisatie te hebben bijgewoond, zei op een persconferentie dat Frankrijk ZOAVO-lid wil blijven en dat het zal pogen zijn medeleden te winnen voor het Franse standpunt, dat de econo mische aspecten even belangrijk zijn als de militaire. Pineau verklaarde voorts met Nehroe te hebben gesproken over ontwapening, het Sovjetrussische partijcongres, Indochina, Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Kasj mir en de ZOAVO. „Het is gebleken dat wij bij de beschou wing van vele vraagstukken van een ge meenschappelijk standpunt uitgaan. In feite ging onze overeenstemming verder dan ik had gedacht", aldus Pineau. Pineau heeft in een radiorede tot het Indiase volk verklaard, dat de wereld „mo rele zowel als materiële ontwapening" no dig heeft. Voor dit soort ontwapening zou den de staatslieden de problemen op een nieuwe manier moeten aanpakken en een minimum aan vertrouwen moeten hebben. Volgens Pineau waren de belangrijke re devoeringen tijdens het communistische partijcongres in Moskou gekenmerkt door een belangrijke verandering van toon. Het zou zinloos zijn er eindeloos over te rede twisten of deze verandering oprecht is ot niet. „Waar het op aankomt is, dat zij uit gesproken zijn". Pineau zei: „Wij willen alle vraagstukken, die tussen de Westelijke mogendheden en de Sovjet-Unie rijzen be handelen met een ernstig verlangen en de oprechte wens naar een vreedzame rege ling. Wij zijn van mening, dat de wereld er eens in zal slagen het kapitalistische stelsel, waarvan sommige aspecten zijn verouderd, met een stelsel van staatslei ding te combineren. Wij koesteren de hoop, dat door .vergelijking van de twee stelsels wij zekere volken ertoe kunnen brengen, de geestelijke waarden van individuele vrijheid en eerbied voor de menselijke waardigheid te erkennen. Wij zijn er ons van bewust, dat het koloniale tijdperk voorbij is en dat nieuwe vormen van sa menwerking tussen de volken slechts op basis van gelijkheid van rechten en plich ten tot stand kunnen komen". Hof legde hogere straf op dan Haarlemse rechtbank Het gerechtshof te Amsterdam heeft een negenenveertigjarige fabrieksarbeider uit Zaandam veroordeeld tot een gevange nisstraf van acht jaar met aftrek wegens poging tot moord op zijn echtgenote. De Zaandammer was door de rechtbank te Haarlem veroordeeld tot drie jaar met af trek wegens mishandeling met voorbe dachten rade. Dit vonnis, waartegen de officier van Justitie in hoger beroep was gekomen en in de plaats waarvan de pro cureur-generaal veertien dagen geleden een gevangenisstraf van acht jaar eiste, werd door het hof vernietigd. In mei en juni van het vorige jaar had verdachte zijn echtgenote een hoeveelheid Parijs groen in een kopje thee en enige dagen later op een beschuit, toegediend. Het beschuitje had zij niet opgegeten maar wel was zij ernstig ziek geworden van het drinken van de thee. Het slachtoffer was zijn tweede vrouw. 18 De Raaspolder lag helemaal aan de an dere kant van Wasdijk en grensde met een zware rivierdijk en een lagere zomer- kade aan de Illingse A. De Jacobshoeve daarentegen lag aan de andere zijde van Wasdijk de kant van Illingen uit. Zij moes ten de weg, die zij zoeven gekomen waren, weer een stuk terugrijden en dan na een minuut of vijf links afslaan een brede zijweg in. Die konden zij niet missen, want bij het begin van die zijweg stond een bord van de autobusdienst uit Illingen die hier een stopplaats had. Na nog eens vijf minuten zouden zij dan de Jacobshoeve aan hun rechterhand zien, terwijl links van die zijweg, maaT even verderop, het moerasland begon, waar de reigerkolonie in nestelde. Na aldus deskundig voorgelicht te zijn, namen Enters en Boekje weer in hun wa gen plaats, die wat later het dorp Wasdijk, maar nu aan de andere kant dan zij er binnen gekomen waren, weer verliet met de zon in de voorruit en met vóór de beide inzittenden het glorieuze uitzicht over de grote Raaspolder onder de wijde hemel, waarin boven de al gauw van verre zicht bare machtige rivierdijk, zich torenhoog witte wolkengevaarten verhieven. Het was warm geworden. Het was zelfs ongewoon warm voor eind april. Boekje schroefde het portiervenster van zijn kant omlaag en liet de koele lucht- suizing, door de snelheid van de wagen verwekt, behaaglijk om zijn hoofd spelen. Dan snoof hij. Eerst als om zich te ver gewissen of er werkelijk iets was om op te snuiven en de tweede maal veel nadruk kelijker, omdat de geur die de wagen bin nenwoei, allerminst onaangenaam was. „Wat ruik ik?" vroeg de dikke recher cheur. Enters lachte. „Het lijkt me in elk geval geen shag- tabak", antwoordde hij. „Maar het zal het doel van ons eerste bezoek zijn. Want als ik de „opper" goed begrepen heb, moe ten we dóór zijn!" En terwijl hij met de ene hand het stuur wiel zachtjes liet meedraaien met een flauwe kromming van de weg, wees hij met zijn andere hand over het stuurwiel op een achter die kromming en achter een doornhaag zichtbaar geworden boerde rijtje. Het scheen maar een kleine boerenbe- doening te zijn en ook zag het er op het eerste gezicht niet al te wel onderhouden uit. Maar dat alles werd meer dan goed gemaakt door de schilderachtigheid van het lage huis, diep gedoken onder een dak van donkerrode pannen, met klimop be groeid en vooral door de hagen van nu al bloeiende jasmijn, waardoor het huis van de weg werd gescheiden en die het ook aan de zijkanten afsloten, 't Was de zoele, door de wind aangedragen geur van jas mijn geweest, die Boekje had geroken. De weg, die zij nu reden, was smal, een binnenweg die, zo vermoedde Enters, wat verder wel weer zou aansluiten op de brede dijkweg. Voorzichtig liet hij daarom, al remmend de wagen naar de berm aflo- voor het helder wit gekalkte toegangshekje dat de enige opening in de geurende haag van jasmijn vormde. Een kat, die onder het hekje had zitten soezen, sprong verschrikt weg. Enters zag hoe op het hekje in grove en wat wankele ouderwetse letters de naam van het boerde rijtje geschilderd stond: „Polder Roem". Het was in elk geval een naam, die hier, op dit kleine bedrijfje in de rijke Raas polder en temidden van zoveel grotere boerderijen, tenvolle bevestigde wat de „opper" van Wasdijk al had verteld: dat de bewoner het hart hóóg droeg! Enters stapte uit, door Boekje gevolgd. In de vlinderblanke omlijsting der geu rende bloemstruiken lag stil het huis, on der het overstekende dak de diepe kleine donkere vensters,waarachter potplanten als gevangen vogels hongerig hun bladeren naar het zonnefeest daarbuiten keerden, tussen de vensters de voordeur. Er was niemand te zien. Zwaar en zwoel geurde de jasmijn, een illusie van volle zomer, nu het nog pas lente was Langzaam liepen de beide politiemannen het onder hun schoenen krakende pad van witte kiezels op, dat achter die bedwel mend-zoete jasmijn langs de bloemperken leidde, waar hiér tulpen stonden, verflen send al bij deze ongewone warmte en waar daar jong en pril zomergroen opdonsde en vróéger kwam kijken dan het eigenlijk verwacht werd. Het pad eindigde bij de donkergroen ge schilderde uit twee helften bestaande deur. Maar alleen de onderdeur was gesloten; op de in de schemer van het binnenhuis teruggeslagen bovendeur glansde warm het geel van een koperen klopper. De deur opende op een klein, donker en afgesloten portaal. Van de bewoners was nog geen spoor te bekennen. In de stilte, die door de geur der jasmijn als betoverd scheen, was alleen dichtbij het zoevend gonzen van bijen te horen en ver af, maar dan als uit die andere, die niet betoverde wereld buiten de tuin, de roep van een vogel, het verre geblaat van een kalf in de polder en nog verder weg de echo van een ijl en onbestemd geluid, ko mend van de rivier Enters kuchte. Eerst zacht. Dan wat har der. En daarna riep hij luid: „Volk!" Er kwam antwoord. Uit het achterhuis. Nog niet van een menselijke stem, maar van het schurend gerammel van melkemmers. Dan hoorden zij in het achterhuis een vrou wenstem iets roepen, dat onverstaanbaar was en een andere vrouwenstem iets ant woorden en dadelijk daarop het sloffend geluid van naderende voeten. De binnendeur van het portaaltje ging open. Op de drempel stond een oude boe renvrouw. Hdar hoofd ging schuil onder de neepjesmuts en onder het bonte schort toonden de mouwen van een jak, opgerold tot boven de ellebogen, dat de vrouw aan het werk was. Verbaasd eerst keek ze de beide bezoekers aan en onmiddellijk scheen ook iets van argwaan in haar blik te krui pen. Maar zij zei niets. „Goede morgen, juffrouw", begon Enters. „Zijn wij hier bijEn hij noemde de naam door dr. Van Heukelom opgegeven. Zij knikte, maar bleef zwijgen. „Zouden wij U en Uw man dan even kunnen spreken?" De argwaan in haar ogen was duidelijker geworden. „Waar is het veur?", klonk het kort en nors van haar lippen. „Wij komen uit Illingen", verklaarde En ters. „En Uw naam en adres werden ons opgegeven door dr. Van Heukelom, die, naar ik meen, familie van U is." Vergiste de inspecteur zich nu, of was de argwaan in haar ogen een ogenblik omgeslagen in hevige felle schrik, die ze echter dadelijk weer onderdrukte? „Maar waar is het dan veur?", herhaalde zij nogeens nors en nu bovendien onge duldig. Zij was nog geen stap op zij geweken in de deuropening en zij scheen ook geen aan stalten te maken om de beide bezoekers binnen te nodigen. Enters voelde onder deze omstandigheden weinig voor een gesprek op de dorpel. „Is de boer thuis?", vroeg hij nu ook van zijn kant kortaf. „Wij zijn van de po litie uit Illingen." Nu wist hij het zeker. Het lichtte de angst op uit haar blik, die zij strak op de inspecteur gevestigd hield. Maar nog antwoordde zij niet. Het was een ogenblik weer doodsstil. Zelfs de bijen in de jasmijn schenen een seconde lang hun gonzen in te houden. Toen zagen Enters en Boekje hoe de vrouw doodsbleek werd. Haar handen, die zij tot nu toe, als was zij bezig ze af te drogen onder haar boezelaar had gehou den, klemden zich tegen haar borst en haar hals. Zij wankelde en terwijl haar een luide kreet ontsnapte, een gil, die vlijmend sneed door de stilte en door de tover van lente en jasmijn wankelde zij en zij zou geval len zijn, als op hetzelfde ogenblik niet Boekje naast haar had gestaan om haar op te vangen en te steunen. Die gil scheen de betovering van de tuin vol jasmijn, van het huis zonder geluid op eens te hebben verbroken. Want van over al en van alle kanten kwam nu geluid en gerucht. Achter de geurende heg begon opeens woedend een hond te blaffen en kakelden kippen, opgeschrikt uit hun dag slaap en achter in het huis riep schel een vrouwenstem, waarop van verderaf een mannenstem scheen te antwoorden. Dan gedraaf van voeten en een oogwenk later was de kamer achter het portaal vol men sen. Het was een lage boerenhuiskamer met op de wand de lichte vlek van een be tegelde schouw en met donkere rechte meubelen rond de zware notenhouten tafel in het midden. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 6