Koninklijke belangstelling
voor jubilerende jaarbeurs
BUNKIE
E
Moord met staatsie
Personeelsleden
onderscheiden
„The family of man"
komt naar Nederland
Voor de échte
Virginia-
liefhebber
D-E ZILVER-SHAG!
Bloemencorso op
zaterdag 21 april
Duitse kotters in nood
Volksvertegenwoordigers
tegen federaal hof
Premier Nehroe in het
voorjaar naar Parijs
FEUILLETON
4
Uitvoer van aardappelen
neemt toe
Lutherse gem. bezuiden
van Noordzeekanaal
Examens
Kleuter verongelukt
Beide zijn lekgestoten op
zware ijsbarrière
Supra-nationale regeling
inzake atoomenergie
Advocaat weigerde
parkeergeld te betalen
Rassenstrijd in V.S
Brief uit het
verleden
Pineaa voorziet combinatie van
socialisme en kapitalisme
Acht jaar gevangenisstraf
wegens poging tot moord
door Wil Wanting
DINSDAG 13 MAART 1956
ADVERTENTIE
Koningin Juliana heeft maandagmiddag
de nieuwe jaarbeurshal aan de Graadt van
Roggenweg te Utrecht officieel geopend. De
Koningin arriveerde omstreeks half vier op
het jaarbeursterrein, waar zij werd begroet
door de voorzitter van de Raad van Beheer
der Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs,
rar. W. H. Fockema Andreae, en de direc
teur van de jaarbeurs, mr. H. A. R. Schuit.
Joost Fockema Andreae, de achtjarige
zoon van de voorzitter van de Raad van
Beheer, bood de vorstin bloemen aan. De
in ceremonieel tenue gestoken Koninklijke
Militaire Kapel speelde het Wilhelmus.
Mr. Fockema Andreae sprak een kort
welkomstwoord.
Daarna was het woord aan de staats
secretaris van Economische Zaken, dr. G.
J. M. Veldkamp, die onder meer zei dat de
regering grote waardering had voor het
geen de jaarbeurs in de veertig jaren van
haar bestaan in het belang der Nederlandse
economie had verricht. Op de gunstige ont
wikkeling van de export, vooral na de
tweede wereldoorlog, heeft de jaarbeurs
een grote invloed gehad. De omvang van
onze export, aldus dr. Veldkamp, is be
palend voor de verdere mogelijkheden tot
uitbreiding van het Nederlandse industriële
apparaat en daarmede voor het peil van
onze welvaart en onze werkgelegenheid.
Aan het slot van zijn rede deelde de
staatssecretaris mede, dat de heer F. Loeb,
lid van het algemeen bestuur van de jaar
beurs, benoemd was tot ridder in de Orde
van Oranje Nassau.
Aan vier leden van de technische dienst
van de jaarbeurs, die reeds vele jaren hun
krachten aan de beurs hebben gegeven,
werden bronzen medailles, behorende bij
de Orde van Oranje Nassau, uitgereikt. De
gedecoreerden zijn de heren J. den Daas, C.
Griffioen, J. Blok en A. Stomp.
Nadat de burgemeester van Utrecht, jhr.
mr. C. J. A. de Ranitz, de prettige ver
houding tussen jaarbeurs en de gemeente
Utrecht had gereleveerd, sprak mr. W. H.
Fockema Andreae een slotwoord. Hij her
innerde eraan dat 36 jaar geleden prinses
Juliana de eerste steen had gelegd voor
het eerste permanente jaarbeursgebouw en
betuigde de Koningin zijn dank dat zij haar
naam heeft willen verbinden aan het
nieuwste bouwwerk, de Julianahal.
„In een gemeenschap van mensen", zo
besloot mr. Fockema Andreae, „blijkt altijd
weer de waarde van het voorbeeld van en
kelen. Hun woord, hun geestkracht opent
de blik voor nieuwe mogelijkheden. Waar
zonder hen stilstand dreigt, komt door hen
leven en beweging. Voor de jaarbeurs was
de jaarbeurspionier Graadt van Roggen
zo'n voorbeeld. Maar ver daarboven uit
Voorraden ruim voldoende
voor het binnenland
In de afgelopen weken is de uitvoer van
aardappelen, voornamelijk naar Engeland,
doch ook naar Zwitserland, Zweden en
Italië, vrij aanzienlijk toegenomen. De
groothandelsprijzen, vooral van de veel ge
vraagde soort bintje, liepen daardoor op
naar 20 cent per kg. Ondershands is reeds
21 cent per kg. betaald.
De prijzen van eigenheimers zijn in veel
minder sterke mate gestegen. Vraag voor
uitvoer is er van deze aardappel weinig.
Het merkwaardige is, dat in het seizoen
1954/55 de eigenheimer zeer gevraagd was.
Het gevolg hiervan was, dat in 1955 meer
eigenheimers werden geteeld. De kwaliteit
is nu doorgaans goed.
Hoe de prijzen voor de aardappelen zich
verder zullen ontwikkelen is een grote
vraag. De voorraden, vooral van minder
gevraagde soorten, zijn behoorlijk. De ex
porteurs echter moeten altijd eerst inkopen,
voordat zij in het buitenland kunnen aan
bieden, zodat men er nooit zeker van Is
welke hoeveelheden het buitenland wil
kopen. Deze onzekerheid, die kan leiden
tot het stopzetten van invoeren of het ver
lopen van de handel, doet voorzichtigheid
betrachten.
Deskundigen verklaren dat ons land vol
doende ruime voorraden aardappelen voor
de binnenlandse voorziening, ook bij voort
gezette uitvoer, zal hebben. De kleinhan
delsprijzen volgen de groothandelsprijzen
traag. Om de huisvrouw te vriend te hou
den kan de kleinhandelaar zijn prijzen niet
te sterk verhogen, zodat hij gedwongen is
voorzichtig en op zo klein mogelijke
schaal in te kopen. Het is immers niet on
mogelijk, dat door het wegvallen van uit
voer de prijzen flink zullen dalen.
De telers, die in 1954/55 een slecht sei
zoen hadden, enerzijds door de slechte, nat
te en kostbare oogstomstandigheden, an
derzijds door de matige houdbaarheid en
de lage prijzen van het produkt, hebben op
het ogenblik een meevaller, die de een jaar
geleden verliezen wellicht enigszins goed
zal kunnen maken.
gaatvoor Nederland het levenwekkende
voorbeeld van het Huis van Oranje. Dit
voorbeeld wordt door het bedrijfsleven niet
misverstaan.
Allen, in wier handen een deel van de
verantwoordelijkheid ligt voor onze handel
en nijverheid, zijn gelukkig Uwe Majesteit
in de jaarbeurs telkens weer te mogen
tonen hoezeer zij willens zijn te doen wat
zij kunnen, onder Uwer Majesteits leiding,
voor de welvaart en het geluk van ons
land. Zij allen bevestigen op dit ogenblik
deze wil, nu Uwe Majesteit haar naam
heeft, verbonden aan het nieuwste deel van
de gemeenschappelijke werkplaats van het
Nederlands bedrijfsleven dat de jaarbeurs
mag zijn."
Unieke foto-tentoonstelling
in Stedelijk Museum
De befaamde internationale fototentoon
stelling „The family of man" waarvan
wij verschillende foto's reeds geruime tijd
geleden in „Erbij" reproduceerden zal
ook naar Nederland komen. Onder de titel
„Wij mensen" zal zij van 23 maart tot 2y
april in het Stedelijk Museum te Amster
dam te zien zijn. De tentoonstelling bestaat
uit 503 foto's, gemaakt door fotografen uit
68 landen en is gewijd aan „de waardig
heid van de mens". De nestor van het
Amerikaanse fotografendom, Edward Stei-
chen, heeft het materiaal voor deze unieke
expositie gekozen uit ruim twee millioen
foto's uit alle delen van de wereld.
Van de oorspronkelijke tentoonstelling
zijn verschillende copieën gemaakt, zodat
er over de hele wereld nu 15 in omloop
zijn. In Tokio is een permanente tentoon
stelling van „wij mensen" ingericht. De
foto's, die in Amsterdam te .zien zullen
zijn, hebben al gediend voor tentoonstellin
gen in Parijs, Berlijn en München. Na Am
sterdam zullen Brussel en Londen aan de
beurt komen.
Zeven Nederlandse fotografen zijn op de
expositie vertegenwoordigd. Het zijn Eva
Besnyö, Hans Schreiner, Nico Jesse, Cas
Oorthuys, Ed van der Slsken, Henk Jonker
en Emmy Andriesse.
De tentoonstelling wordt geopend door
de minister mr. J. M. A. H. Luns en de am
bassadeur van de V.S. in Nederland, de
heer H. Freeman Matthews. Waarschijn
lijk zal de samensteller van de tentoon
stelling, de heer Edward Steichen, de ope
ning bijwonen.
In het maandblad voor de Evangelisch-
Lutherse gemeente te Beverwijk en Velsen
wordt meegedeeld, dat de Haarlemse ge
meente bij de synode der Evangelisch Lu
therse kerk een voorstel heeft ingediend
tot annexatie van het gebied ten zuiden
van het Noordzeekanaal, namelijk Velsen
en Santpoort. Volgens het maandblad
wordt dat betreurd.
Leiden. Geslaagd voor het kandidaats
examen Franse taal- en letterkunde mej. J.
P. Veenendaal te Heemstede; doctoraal
examen geneeskunde (II) mej. A. A. Grote
te Haarlem en de heren E. van der Does te
Rotterdam; R. Grijm te Oegstgeest; M. A.
Houtkooper te Haarlem; M. J. Lexmond te
Leidschendam; R. J. Olie te Den Haag en A.
R. Tegelaar te Oegstgeést.
Semi-artsexamen: G. H. Holtslag te Leiden;
C. Koning te Rotterdam; G. H. van Lavieren
te Voorschoten; H. A. Reterink te Den Haag;
H. van der Schaar te Rotterdam en N. G.
Skripnikow te Den Haag.
Artsexamen: mej. M. G. Dijk te Leider
dorp; mej. A. J. Straat te Leeuwarden: mej.
W. G. K. Visser te Voorburg en de heren H.
J. Eschbach te Den Haag en P. Seinen te
Alphen aan den Rijn.
Utrecht. Geslaagd voor het kandidaats
examen Ned. recht: C. T. Spijkerboer,
Utrecht; J. G. van Amameren, Utrecht.
Semi-artsexamen: J. W. F. Beks. Eind
hoven; J. C. de Jong, Amersfoort; L. C. M.
Meulendijk, De Bilt; A. H. Meijers, Rieber-
gen; Th. van Schaik, Utrecht; W. P. Schoen,
Utrecht; G. van Woudenberg, Utrecht.
Artsexamen: H. Bouter, Bergambacht; D.
J. R. Jellema, Huis ter Heide; P. G. Kars-
dorp, Meppel; mej. J. F. Lammens, Katwijk
aan Zee, J. M. J. Rutten, Eygelshoven; E. L.
Smits, Zeist.
Utrceht. C. F. G. Lehr is gepromoveerd
tot doctor in de Wis- en Natuurkunde op een
proefschrift getiteld: „Een Onderzoek naar de
Aangrijpingspunten van enige Quarternaire
Ammoniumverbindingen in geïsoleerde glad
de en dwarsgestreepte Spieren".
Op de Stadionweg te Rotterdam is het
vijfjarige meisje L. S. voor de ouderlijke
woning, toen zij de straat overstak, door
een bestelauto aangereden. Zij werd naar
het ziekenhuis overgebracht, waar bij aan
komst bleek, dat zij was overleden.
Zodra U een sigaret van
D-E Zilver-Shag opsteekt,
proeft U onmiddellijk:
dat is de lekkerste Virginia
die U ooit heeft gerookt!
Fijner. Zachter. Geuriger.
En met de rijke goudgele
kleur, die het
onloochenbare kenmerk is
van de beste
Virginia-tabakkert
PP is de step
t
C 174
Bij een normaal verloop van de bloeitijd
der hyacinthen kan worden verwacht, dal
het bloemencorso in de bollenstreek zal
worden gehouden op zaterdag 21 april a.s.
De titel voor dit negende corso in de bol
lenstreek zal zijn „Lentejuwelen".
De heer A. W. van Driel uit Amstelveen,
artistiek adviseur van het comité, heeft
veertig ontwerpen vervaardigd, onder an
dere zullen op de praalwagens uitgebeeld
worden: lentejuwelen, intocht van de len
te, de tulp, de narcis, de hyacinth, spring
time, 20.000 mylen onder zee, Neptunus,
de walvis, Don Quichotle, juwelenparadijs,
hangende tuinen.
Het ligt in de bedoeling om, evenals vo
rig jaar, vrijdagmiddag vóór het corso in
de veilinggebouwen van de H.B.G. in Lis-
se een tentoonstelling van de wagens te
houden, die tegen betaling toegankelijk zal
zijn. Zaterdag 21 April zal het corso in
Sassenheim beginnen. Het keerpunt is
Bennebroek. Plannen zijn in voorbereiding
in elke gemeente vijf muziekcorpsen in
het corso op te nemen. Men verwacht, dat
het corso nog groter z£d zijn dan in 1955.
Enkele wagens hebben een lengte van 16
meter en een hoogte van 4.75 meter.
Na een aanvaring met een ijsberg of ijs-
barrière zijn twee Duitse visserijkot ter s in
nood gekomen. Het ongeluk gebeurde in de
nacht van maandag op dinsdag. De scheep
jes heten „Kahl'bergliep" en „Seeadler" en
zijn beide lek geslagen. Op hun noodseinen
kwamen van verschillende kanten schepen
ter assistentie naar de plaats van het onge
luk, circa 10 of 15 mijl ten oosten van Kiel;
het Duitse motorschip „F. Werner" kwam
als eerste bij de beide gehavende vissers
schepen aan. De kotters werden aan weers
zijden van de „F. Werner" vastgesjord, doch
het schip heeft niet genoeg motorvermogen,
om de „Seeadler" en de „Kahlbergliep"
boven water te houden. De Duitse sleep
boot „Alk" heeft nu de schepen bereikt. De
„Alk" heeft pompen aan boord met vol
doende vermogen om de beide lekgestoten
kotters boven water te houden. De kotters
liepen 's nachts omstreeks 1 uur op de ijs-
barrière, die gevormd wordt door ijsschot-
sen, die in open zee door de storm opeen
gedreven zijn.
De commissie voor Buitenlandse Zaken
uit de Tweede Kamer heeft verslag uitge
bracht over de gemeenschappelijke ver
klaring van het Comité van actie voor de
Verenigde Staten van Europa inzake de
bevordering van een supra-nationale rege
ling voor de zaak der atoomenergie in
Europa.
De overgrote meerderheid van de com
missie stelt aan de Kamer voor, haar in
stemming te betuigen met de verklaring
van het comité van 18 januari 1956 en
voorts als haar mening uit te spreken dat
de aanvaarding in beginsel van een supra
nationale gemeenschap voor de atoomener
gie niet betekent een voorkeur voor een ge
leidelijke sectorsgewijze integratie, maar
dat integendeel bij voortduring moet wor
den gestreefd naar de totstandkoming van
een gemeenschappelijke markt, waarin deze
gemeenschap dan later haar plaats zal
krijgen.
Op 3 maart van het vorig jaar heeft de
Haagse advocaat mr. I. E. Hes zijn auto op
het Buitenhof te 's-Gravenhage geparkeerd
en daarbij geweigerd om van de bewaker
een bonnetje aan te nemen en de verschul
digde 15 cent parkeergeld te betalen. Dit
deed hij omdat hij principieel uitgemaakt
wilde zien of de gemeente voor het par
keren op het Buitenhof parkeergeld mocht
vragen. De advocaat meent namelijk diat
dit niet mag omdat het Buitenhof niet kan
worden beschouwd als een speciaal inge
richt parkeer terrein. Deze kwestie werd
thans behandeld voor de politierechter te
's-Gravenhage. Als een getuige-deskundige
werd de heer A. G. M. Boost, directeur van
de afdeling Wegen en Verkeer van de A.N.
W.R. gehoord. Zijn mening was dat, het
Buitenhof inderdaad niet als een daartoe in
het bijzonder ingerichte parkeerplaats kan
worden gezien. De plaats waar de auto's
staan maakt kennelijk onderdeel uit van de
straat.
De officier van Justitie was van oordeel
dat het Buitenhof wel een ingerichte par
keerplaats is en geen deel van de rijweg.
Hij vroeg één gulden boete.
Mr. Hes zei te zijner verdediging dat het
de bedoeling van de wetgever is de open
bare weg mogelijk onbelast te laten. Er is
op het Buitenhof geen sprake van een par
keerterrein, zei hij, op zijn hoogst van een
parkeerhaven. Hij verzocht vrijspraak. De
politierechter zal op 19 maart «onnis
wii zen.
Daar stond Bunkie, met het pijpje krijt. En wat doet een jongen met zoietsBunkie
liep naar een schutting en begon te tekenen. Eerst een rond hoofd, met ogen, een
neus en een mond; daaronder kwam een lijf, met armen en benen. Ziezo, dat was
klaarBunkie deed een stap achteruit en bekeek zijn werk. Nou ja, het was wel
geen kunstwerk, maar je kon toch duidelijk zien, dat het een mannetje was.
Bunkie was best in zijn schik met het gevonden pijpje kleurkrijt. Hij hield van teke
nen en met zo'n krijtje kon hij nog een heleboel tekenen!
WASHINGTON (Reuter). Het Ameri
kaanse federale hooggerechtshof heeft be
paald, dat de toelating van negerstudenten
tot de staatsuniversiteiten niet mag wor
den uitgesteld hangende een bestudering
van de met toelating gepaard gaande pro
blemen.
Hiermee is een besluit van het hoogge
rechtshof van Florida tot uitstel van de
toelating van een 48-jarige neger tot de
universiteit van Florida teniet gedaan.
Het college van curatoren van de uni
versiteit van Alabama heeft een student
verwijderd en drie studenten geschorst,
wegens hun aandeel in de ongeregeldheden
naar aanleiding van de toelating van de
eerste negerstudente op deze universiteit,
Autherine Lucy. 21 studenten kregen lich
tere disciplinaire straffen.
Zesennegentig leden van het Amerikaan
se congres uit elf zuidelijke staten hebben
een manifest uitgegeven, waarin zij belo
ven alle wettige middelen te zullen gebrui
ken om de uitspraak van 't federale hoog
gerechtshof tegen scheiding van blanken
en negers op de scholen ongedaan te ma
ken.
Het zijn 19 senatoren en 77 leden van
het Huis van Afgevaardigden, die het be
sluit van het hof, dat in 1954 genomen is,
„misbruik van gerechtelijke macht" noe
men.
Het besluit heeft volgens deze volksver
tegenwoordigers haat en achterdocht ge
zaaid, waar tevoren „vriendschap en be
grip" bestonden.
Men is van plan het manifest maandag
bij beide Huizen van het Congres in te
dienen.
KINGSTON (Jamaica) (Reuter) Op de
noordkust van Jamaica is een fles aange
spoeld met een brief, die klaarblijkelijk 200
jaar geleden werd geschreven door een
zeeman, die gedoemd was midden op de
Atlantische Oceaan aan boord van een
brandend schip om te komen.
De brief was geschreven op de achter
kant van een stuk van een kaart, waarvan
het papier van ouderdom geel en slap was
geworden. De laatste zin was niet beëin
digd.
De tekst van de brief, die nog maar juist
leesbaar was, luidt als volgt: „Juli 1750, de
„Brethren of the Coast" (vermoedelijk de
naam van het schip) staat midden op de
Atlantische Oceaan in brand. Er is weinig
hoop dat iemand van de bemanning dit zal
overleven, behalve de twaalf die kans heb
ben gezien aan boord van de reddingboot
te komen. Het lot heeft mij een plaats ge
geven bij de ongelukkigen en voor ons is
de dood onafwendbaar.
Aan mijn moeder Elizabeth uit London
derry, huil niet om me. Aan mijn geeste
lijke, pater Thomas Dryden, troost ma en
mi,in jongere zusters.
De tonelen zijn zeer verward. Dappere
mannen zijn lafaards geworden en gehuil
als van kleine kinderen klinkt over het
schip. De monsters van de diepte wachten
diegenen, die het wagen overboord te
springen. We bevinden ons honderden mij
len uit de kust. Mijn kapitein tracht tever
geefs de orde te handhaven. Ik wacht de
dood in stilte af. De hemel belone de vinder
van deze brief. Bericht mijnhiermee
eindigt de.brief.
VETTE VARKENSMARKT LEIDEN
Aanvoer: 146 stuks; notering: grossiers
varkens 162170, slagersvarkens 168170,
zeugen 138145 gld. Handel vlot wegens
geringe aanvoer. Twens 10 nuchtere kal
veren.
NIEUW DELHI (Reuter) De Franse
minister van Buitenlandse Zaken Pineau
heeft te Nieuw Delhi medegedeeld dat pre
mier Nehroe van India een uitnodiging
heeft aanvaard om in het komende voor
jaar Parijs te bezoeken. Pineau, die India
bezoekt op de thuisreis naar Frankrijk, na
te Karatsji de conferentie van de Zuidoost-
Aziatische Verdragsorganisatie te hebben
bijgewoond, zei op een persconferentie dat
Frankrijk ZOAVO-lid wil blijven en dat
het zal pogen zijn medeleden te winnen
voor het Franse standpunt, dat de econo
mische aspecten even belangrijk zijn als
de militaire.
Pineau verklaarde voorts met Nehroe te
hebben gesproken over ontwapening, het
Sovjetrussische partijcongres, Indochina,
Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Kasj
mir en de ZOAVO.
„Het is gebleken dat wij bij de beschou
wing van vele vraagstukken van een ge
meenschappelijk standpunt uitgaan. In
feite ging onze overeenstemming verder
dan ik had gedacht", aldus Pineau.
Pineau heeft in een radiorede tot het
Indiase volk verklaard, dat de wereld „mo
rele zowel als materiële ontwapening" no
dig heeft. Voor dit soort ontwapening zou
den de staatslieden de problemen op een
nieuwe manier moeten aanpakken en een
minimum aan vertrouwen moeten hebben.
Volgens Pineau waren de belangrijke re
devoeringen tijdens het communistische
partijcongres in Moskou gekenmerkt door
een belangrijke verandering van toon. Het
zou zinloos zijn er eindeloos over te rede
twisten of deze verandering oprecht is ot
niet. „Waar het op aankomt is, dat zij uit
gesproken zijn". Pineau zei: „Wij willen
alle vraagstukken, die tussen de Westelijke
mogendheden en de Sovjet-Unie rijzen be
handelen met een ernstig verlangen en de
oprechte wens naar een vreedzame rege
ling. Wij zijn van mening, dat de wereld
er eens in zal slagen het kapitalistische
stelsel, waarvan sommige aspecten zijn
verouderd, met een stelsel van staatslei
ding te combineren. Wij koesteren de hoop,
dat door .vergelijking van de twee stelsels
wij zekere volken ertoe kunnen brengen,
de geestelijke waarden van individuele
vrijheid en eerbied voor de menselijke
waardigheid te erkennen. Wij zijn er ons
van bewust, dat het koloniale tijdperk
voorbij is en dat nieuwe vormen van sa
menwerking tussen de volken slechts op
basis van gelijkheid van rechten en plich
ten tot stand kunnen komen".
Hof legde hogere straf op
dan Haarlemse rechtbank
Het gerechtshof te Amsterdam heeft
een negenenveertigjarige fabrieksarbeider
uit Zaandam veroordeeld tot een gevange
nisstraf van acht jaar met aftrek wegens
poging tot moord op zijn echtgenote. De
Zaandammer was door de rechtbank te
Haarlem veroordeeld tot drie jaar met af
trek wegens mishandeling met voorbe
dachten rade. Dit vonnis, waartegen de
officier van Justitie in hoger beroep was
gekomen en in de plaats waarvan de pro
cureur-generaal veertien dagen geleden
een gevangenisstraf van acht jaar eiste,
werd door het hof vernietigd.
In mei en juni van het vorige jaar had
verdachte zijn echtgenote een hoeveelheid
Parijs groen in een kopje thee en enige
dagen later op een beschuit, toegediend.
Het beschuitje had zij niet opgegeten maar
wel was zij ernstig ziek geworden van het
drinken van de thee. Het slachtoffer was
zijn tweede vrouw.
18
De Raaspolder lag helemaal aan de an
dere kant van Wasdijk en grensde met
een zware rivierdijk en een lagere zomer-
kade aan de Illingse A. De Jacobshoeve
daarentegen lag aan de andere zijde van
Wasdijk de kant van Illingen uit. Zij moes
ten de weg, die zij zoeven gekomen waren,
weer een stuk terugrijden en dan na een
minuut of vijf links afslaan een brede
zijweg in. Die konden zij niet missen, want
bij het begin van die zijweg stond een bord
van de autobusdienst uit Illingen die
hier een stopplaats had. Na nog eens vijf
minuten zouden zij dan de Jacobshoeve
aan hun rechterhand zien, terwijl links
van die zijweg, maaT even verderop, het
moerasland begon, waar de reigerkolonie
in nestelde.
Na aldus deskundig voorgelicht te zijn,
namen Enters en Boekje weer in hun wa
gen plaats, die wat later het dorp Wasdijk,
maar nu aan de andere kant dan zij er
binnen gekomen waren, weer verliet met
de zon in de voorruit en met vóór de beide
inzittenden het glorieuze uitzicht over de
grote Raaspolder onder de wijde hemel,
waarin boven de al gauw van verre zicht
bare machtige rivierdijk, zich torenhoog
witte wolkengevaarten verhieven. Het was
warm geworden.
Het was zelfs ongewoon warm voor eind
april. Boekje schroefde het portiervenster
van zijn kant omlaag en liet de koele lucht-
suizing, door de snelheid van de wagen
verwekt, behaaglijk om zijn hoofd spelen.
Dan snoof hij. Eerst als om zich te ver
gewissen of er werkelijk iets was om op te
snuiven en de tweede maal veel nadruk
kelijker, omdat de geur die de wagen bin
nenwoei, allerminst onaangenaam was.
„Wat ruik ik?" vroeg de dikke recher
cheur.
Enters lachte.
„Het lijkt me in elk geval geen shag-
tabak", antwoordde hij. „Maar het zal het
doel van ons eerste bezoek zijn. Want
als ik de „opper" goed begrepen heb, moe
ten we dóór zijn!"
En terwijl hij met de ene hand het stuur
wiel zachtjes liet meedraaien met een
flauwe kromming van de weg, wees hij
met zijn andere hand over het stuurwiel
op een achter die kromming en achter een
doornhaag zichtbaar geworden boerde
rijtje.
Het scheen maar een kleine boerenbe-
doening te zijn en ook zag het er op het
eerste gezicht niet al te wel onderhouden
uit. Maar dat alles werd meer dan goed
gemaakt door de schilderachtigheid van
het lage huis, diep gedoken onder een dak
van donkerrode pannen, met klimop be
groeid en vooral door de hagen van nu al
bloeiende jasmijn, waardoor het huis van
de weg werd gescheiden en die het ook
aan de zijkanten afsloten, 't Was de zoele,
door de wind aangedragen geur van jas
mijn geweest, die Boekje had geroken.
De weg, die zij nu reden, was smal, een
binnenweg die, zo vermoedde Enters, wat
verder wel weer zou aansluiten op de brede
dijkweg. Voorzichtig liet hij daarom, al
remmend de wagen naar de berm aflo-
voor het helder wit gekalkte toegangshekje
dat de enige opening in de geurende haag
van jasmijn vormde.
Een kat, die onder het hekje had zitten
soezen, sprong verschrikt weg. Enters zag
hoe op het hekje in grove en wat wankele
ouderwetse letters de naam van het boerde
rijtje geschilderd stond: „Polder Roem".
Het was in elk geval een naam, die hier,
op dit kleine bedrijfje in de rijke Raas
polder en temidden van zoveel grotere
boerderijen, tenvolle bevestigde wat de
„opper" van Wasdijk al had verteld: dat
de bewoner het hart hóóg droeg! Enters
stapte uit, door Boekje gevolgd.
In de vlinderblanke omlijsting der geu
rende bloemstruiken lag stil het huis, on
der het overstekende dak de diepe kleine
donkere vensters,waarachter potplanten als
gevangen vogels hongerig hun bladeren
naar het zonnefeest daarbuiten keerden,
tussen de vensters de voordeur. Er was
niemand te zien. Zwaar en zwoel geurde
de jasmijn, een illusie van volle zomer, nu
het nog pas lente was
Langzaam liepen de beide politiemannen
het onder hun schoenen krakende pad van
witte kiezels op, dat achter die bedwel
mend-zoete jasmijn langs de bloemperken
leidde, waar hiér tulpen stonden, verflen
send al bij deze ongewone warmte en waar
daar jong en pril zomergroen opdonsde en
vróéger kwam kijken dan het eigenlijk
verwacht werd.
Het pad eindigde bij de donkergroen ge
schilderde uit twee helften bestaande deur.
Maar alleen de onderdeur was gesloten;
op de in de schemer van het binnenhuis
teruggeslagen bovendeur glansde warm het
geel van een koperen klopper. De deur
opende op een klein, donker en afgesloten
portaal. Van de bewoners was nog geen
spoor te bekennen.
In de stilte, die door de geur der jasmijn
als betoverd scheen, was alleen dichtbij het
zoevend gonzen van bijen te horen en ver
af, maar dan als uit die andere, die niet
betoverde wereld buiten de tuin, de roep
van een vogel, het verre geblaat van een
kalf in de polder en nog verder weg de
echo van een ijl en onbestemd geluid, ko
mend van de rivier
Enters kuchte. Eerst zacht. Dan wat har
der. En daarna riep hij luid: „Volk!" Er
kwam antwoord. Uit het achterhuis. Nog
niet van een menselijke stem, maar van
het schurend gerammel van melkemmers.
Dan hoorden zij in het achterhuis een vrou
wenstem iets roepen, dat onverstaanbaar
was en een andere vrouwenstem iets ant
woorden en dadelijk daarop het sloffend
geluid van naderende voeten.
De binnendeur van het portaaltje ging
open. Op de drempel stond een oude boe
renvrouw. Hdar hoofd ging schuil onder
de neepjesmuts en onder het bonte schort
toonden de mouwen van een jak, opgerold
tot boven de ellebogen, dat de vrouw aan
het werk was. Verbaasd eerst keek ze de
beide bezoekers aan en onmiddellijk scheen
ook iets van argwaan in haar blik te krui
pen. Maar zij zei niets.
„Goede morgen, juffrouw", begon Enters.
„Zijn wij hier bijEn hij noemde de
naam door dr. Van Heukelom opgegeven.
Zij knikte, maar bleef zwijgen.
„Zouden wij U en Uw man dan even
kunnen spreken?"
De argwaan in haar ogen was duidelijker
geworden.
„Waar is het veur?", klonk het kort en
nors van haar lippen.
„Wij komen uit Illingen", verklaarde En
ters. „En Uw naam en adres werden ons
opgegeven door dr. Van Heukelom, die,
naar ik meen, familie van U is."
Vergiste de inspecteur zich nu, of was
de argwaan in haar ogen een ogenblik
omgeslagen in hevige felle schrik, die ze
echter dadelijk weer onderdrukte?
„Maar waar is het dan veur?", herhaalde
zij nogeens nors en nu bovendien onge
duldig.
Zij was nog geen stap op zij geweken in
de deuropening en zij scheen ook geen aan
stalten te maken om de beide bezoekers
binnen te nodigen.
Enters voelde onder deze omstandigheden
weinig voor een gesprek op de dorpel.
„Is de boer thuis?", vroeg hij nu ook
van zijn kant kortaf. „Wij zijn van de po
litie uit Illingen." Nu wist hij het zeker.
Het lichtte de angst op uit haar blik, die
zij strak op de inspecteur gevestigd hield.
Maar nog antwoordde zij niet. Het was
een ogenblik weer doodsstil. Zelfs de bijen
in de jasmijn schenen een seconde lang hun
gonzen in te houden.
Toen zagen Enters en Boekje hoe de
vrouw doodsbleek werd. Haar handen, die
zij tot nu toe, als was zij bezig ze af te
drogen onder haar boezelaar had gehou
den, klemden zich tegen haar borst en haar
hals. Zij wankelde en terwijl haar een luide
kreet ontsnapte, een gil, die vlijmend sneed
door de stilte en door de tover van lente
en jasmijn wankelde zij en zij zou geval
len zijn, als op hetzelfde ogenblik niet
Boekje naast haar had gestaan om haar
op te vangen en te steunen.
Die gil scheen de betovering van de tuin
vol jasmijn, van het huis zonder geluid op
eens te hebben verbroken. Want van over
al en van alle kanten kwam nu geluid en
gerucht. Achter de geurende heg begon
opeens woedend een hond te blaffen en
kakelden kippen, opgeschrikt uit hun dag
slaap en achter in het huis riep schel een
vrouwenstem, waarop van verderaf een
mannenstem scheen te antwoorden. Dan
gedraaf van voeten en een oogwenk later
was de kamer achter het portaal vol men
sen. Het was een lage boerenhuiskamer
met op de wand de lichte vlek van een be
tegelde schouw en met donkere rechte
meubelen rond de zware notenhouten tafel
in het midden. (Wordt vervolgd)