Een der modernste Europese
fabrieken voor hijsinstallaties
Begin van 120-jarig bedrijf:
kistenmakerij Leidse Vaart
Respectabele voorstelling
van Vondels „Lucifer"
FIGEE: KRANIG WERK
Bijna miljoen tekeningen
in brandvrije kluis
5
IJzeren tijdperk
eiste ruimte
De montage
Generaties oude
bedrijf school
Ex-vice-president Barkley
van de V.S. overleden
Nieuwe waarnemend hoofd
commissaris in Den Haag
Examens
Zesde bridge-drive
voor kankerbestrijding
Onder regie van Johan de Meester
Ontsnapte uit Wapenveld
bekende zes inbraken
Bollenweek-attractie
op de Grote Markt
Nederland in tweede
ronde D.C.-toernooi
Kort nieuws
D i\ S D A G 1 MEl 19 5 6
De vierde rijdende, zelj-traverserende laadbrug, die Figee voor hel Amsterdamse havenbedrijf „De Rietlanden" bouwde,
ziet men op deze foto met behulp van een andere kraan en een drijvende bok monte ren.
Aan het Spaarne, in de hoek die gevormd wordt door het zijkanaal naar de
Industriehaven, ligt een der modernste kranenfabrieken van Europa: de NV
Haarlemsche Machinefabriek v/h Gebr. Figee. Vroeger sprak men algemeen van
„de HMF", maar op het ogenblik is „Figee" wel de meest gebruikelijke aan
duiding voor dit grote bedrijf met zijn vierhonderd medewerkers. Zijn ge
schiedenis komt in zoverre met die van zijn gebuur Hilarius waarop wij al
eerder de aandacht vestigden overeen, dat ook dit bedrijf zijn oorsprong vond
aan de Leidse Vaart met een geheel andere produktiebëstemming dan thans.
Heeft Hilarius zich ontwikkeld uit een leienhandel, Figee is begonnen als kisten
fabriek ergens in 1836, drie jaar vóórdat de eerste locomotief van Haarlem
naar Amsterdam pufte. De stoom techniek was zijn opmars begonnen en dit hout-
bewerkingsbedrijf blies zijn partij daarin niee, want de machines werden aange
dreven door locomobielen. Vele bedrijven moesten in deze industriële revolutie
hun uiteindelijke bestemming nog vinden en Figee evenzeer: een reparatie
afdeling die ten behoeve van het eigen machinepark was opgericht, ging steeds
meer reparaties voor andere bedrijven verrichten en langzamerhand werd het
karakter van Figee volkomen gewijzigd: het „houten tijdperk" maakte plaats voor
het „ijzeren". Er werden nieuwe werktuigen vervaardigd, zoals voedingstoestellen
voor stoomketels en in 1871 werd de eerste hefkraan geconstrueerd. Zij had een
capaciteit van een halve ton. Thans zijn er onder de kranen, die in het Spaarne
worden ingescheept voor alle delen van de wereld, verscheidene met een
capaciteit van 125 ton.
Middenin de moderne ontwikkeling van
de bouw van transportinstallaties wordt
het bedrijf nog wel eens herinnerd aan dat
verleden, dat dan nog zeer levend blijkt te
zijn. Zoals onlangs toen uit de gemeente
Rotterdam de opdracht kwam om een in
1897 geleverde kraan te voorzien van
nieuwe tandwielen en rondsels. Geen nood:
de tekening is er nog en in enkele secon
den tijd wordt zij er door de archivaris
tussen bijna een miljoen tekeningen uitge
pikt in de grote brandvrije kluis achter de
tekenkamer. Als men bedenkt, dat er in
vele tekeningen voor minstens 500 aan
werk zit dan is het wel duidelijk waarom
men ze in een brandvrije kluis heeft opge
slagen. De. inhoud vertegenwoordigt voor
het bedrijf een waarde, die in de miljarden
loopt.
Het archief ontleent zijn betekenis ook
aan het feit, dat Figee geen massaproduct
levert, maar telkens weer andere werk
stukken naar de telkens weer andere eisen
van de klanten, allerlei variaties op de
gangbare soorten. Rijdende hefwerktuigen,
zoals laadbruggen, bovenloopkranen en
mantrolleys, draaiende hefwerktuigen, zo
als torenkranen, havenkranen, kranen voor
grijper en stukgoedbedrijf (vaste en drij
vende, op wagen, poort of rups) dekkranen
en kaapstanders voor schepen enzovoort.
Dat voorzover het kranen betreft. Daarbij
komen dan nog andere dekwerktuigen, zo
als ankerlieren, spillen, laad en verhaal-
lieren traverseerinrichtingen voor loco
motieven en hefwerktuigen, transporteurs
en elevatoren, heiwerktuigen, bewegings
inrichtingen voor bruggen, sluizen en af
sluitbomen en tal van electrische appa
raten. En daarmee is het productiepro
gramma nog niet volledig vermeld, want
de naam Figee prijkt ook op de Grave-
stenenbrug, de Buitenrustbrug, de Lange-
brug en de Catharijnebrug (die door dit
bedrijf werd geëlectrificeerd) en zal naar
verwachting ook komen te staan op de
nieuwe Prinsenbrug.
Het „ijzeren tijdperk" begon al in de
fabriek aan de Leidse Vaart, maar het
transport daarvandaan werd al spoedig
veel te moeilijk omdat de omvang ervan
bepaald werd door de bruggen over de
Haarlemse grachten. Het vervoer moest in
onverantwoord kleine mootjes geschieden
tot 1927 het gehele bedrijf was overge
plaatst uit het tegenwoordige Krelagehuis
naar de huidige hallen aan het Noorder
Buiten Spaarne, die geheel volgens een
reeds sinds 1913 bestaand plan werden ge
bouwd te beginnen bij een grote grof-
stemperij (Laat men het overigens niet
wagen, de daar werkende mannen nog
als „grofstompers" te betitelen, sinds men
allang van „constructiebankwerkers"
spreekt). Degene die daar thans doorheen
loopt, komt diep onder de indruk van dit
„grove" werk en duikt af en toe onwille
keurig ineen, wanneer er zo'n zware tien
tons loopkraan boven zijn hoofd in be
weging komt.
In deze drie aaneensluitende hallen wor
den de profielen, strippen, hoekijzers en
dergelijke bewerkt en samengevoegd tot
de grote kraan-onderdelen. Midden in de
centrale hal wordt thans de fundering ge
legd voor een pers van vijftig ton, die
platen van zes meter lengte in één keer
perst. De arbeid in deze hallen kan overi
gens alleen „grof" genoemd worden in ver
houding tot het fijne precisiewerk in de
draaierij waar de mechanische werkstuk
ken geleverd worden die erbij horen. Daar
staan lange rijen machines, die gezamen
lijk terecht de trots van het bedrijf ge
noemd worden, gereed voor allerlei bewer
kingen zoals draaien, freezen, kotteren,
schaven, tandwielfreezen en -steken en
carousseldraaien. Met kleine elektrisch be
diende handtakels worden de stukken van
de ene naar de andere bewerking over
geheveld. Temidden van die lange rijen
machines ziet men telkens weer nieuwe
verschijnen. Gepensionneerde werknemers
die hier bij gelegenheid worden rondgeleid
slaken daarbij wel eens een zucht van ver
wondering over het materiaal dat de
jongere generatie ten dienste staat. Bij
voorbeeld bij een nieuwe Oerlikonbank,
een installatie zoals er nog maar drie in
Nederland zijn. Wanneer men deze bank
voor een serie verschillende bewerkingen
aan een stuk instelt, kan die hele serie zo
vaak als men wenst volkomen worden ge-
copiëerd bij volgende stukken, dank zij een
zeer ingenieuze „voeler" op deze bank. On
langs liep een gepensionneerde caroussel-
draaier bij zo'n rondleiding geïnteresseerd
naar een carousselbank toe en trok zijn
jasje uit om het nog eens te proberen. Het
werd echter nuttig geoordeeld, dat de wer
king van de machine hem eerst even zou
worden gedemonstreerd. En dat leidde er
toe, dat hij onmiddellijk zijn jasje weer
aantrok
Tussen de constructie-afdeling en de
draaierij vindt men een klein bureau onder
direct toezicht van de bedrijfsleider: de
werkvoorbereiding en de tarifiëring. Het is
het brein van het bedrijf, waar wordt ge
combineerd en gecoördineerd en van waar
uit de verscheidene onderdelen van een
produkt via allerlei bewerkingen naar een
bepaald punt in het fabricageproces wor
den gedirigeerd, waar zij worden gemon
teerd tot een groter geheel. Daaromheen
staan de magazijnen dusdanig gegroepeerd,
dat elk onderdeel in zo kort mogelijke tijd
op de plaats is waar men het hebben moet.
Op het voorterrein verheft zich thans
een volledig gemonteerde portaalwip-
kraan, een van een serie voor het Rot
terdamse havenbedrijf, dat er nauw
lettend naar blijft streven om zijn
reputatie als het snelste los- en laad-
bedrijf van Europa te handhaven. En
nog onlangs vertrok op een dekschuit
de vierde, zelf-traverserende laadbrug,
die Figee maakte voor De Rietlanden
in Amsterdam. Maar ook veel kleinere,
minder imposante hijswerktuigen en
lieren verlaten de fabriek: men is juist
bezig met de dekwerktuigen van de in
aanbouw zijnde „Rotterdam". En als
deelnemer in de gezamenlijke export
combinatie Holland-Cranes voert Figee
ook belangrijke opdrachten uit voor
landen als Brazilië en Irak. De export
blijft echter ver beneden de productie
voor het binnenland. Niet alleen de
havens vragen nog talrijke voorzienin
gen, ook nadat de verwoestingen uit
de oorlog waren hersteld, maar ook tal
van verlaadstations en emplacementen
daarbuiten, bijvoorbeeld in de Mijn
streek.
Een kenmerk van elk dynamisch bedrijf,
namelijk dat er altijd net iets bijgebouwd
wordt, ontbreekt ook in Figee niet, maar
belangrijke uitbreidingen zijn thans zeker
niet aan de orde. De aanhoudende toe
vloed van orders zou deze wel verant
woord maken indien er maar personeel
genoeg was om dergelijke nieuwe afdelin
gen te bemannen. Maar daarin bestaat
juist het grote euvel, dat door een bedrijf
als dit met zijn behoefte aan bekwame
metaalbewerkers bijzonder fnuikend is.
Een stevige kern heeft Figee wel. en
dat is in hoge mate te danken aan zijn
generaties oude eigen bedrijfsschool, waar
voor blijkens een ons ter inzage gegeven
folder uit de twintiger jaren toen al op een
zeer vooruitstrevende manier propaganda
werd gemaakt. De opleiding impliceerde
vanouds geen vaste verbintenis met de
fabriek en de geschiktheid voor het vak
werd toen reeds zowel medisch als psy
chotechnisch onderzocht. Vroeger was de
baas van iedere werkplaats (constructie,
draaierij en montage) tevens de leermeester
van een groep leerlingen, maar thans heeft
men voor deze functie reeds lang speciale
leermeesters in elk van deze afdelingen.
En die zijn tevens elk van speciale leer-
lingenwerkplaatsen voorzien. De bedrijfs
school, die onder auspiciën van „Bemetel"
werkt, leidt zowel ambachtscholieren als
oud-leerlingen van het vglo op. Zij telt
op het ogenblik ongeveer zestig jongens.
Een vast onderdeel van het leerprogram
ma is ook een jaarlijkse excursie van een
week, die bijvoorbeeld het vorig jaar naar
het Sauerlandse staalcentrum Iserlohn
leidde en dit jaar gericht is op de mijnen
en de kastelen van Limburg.
Het is opmerkelijk, dat de oprichters-
naam Figee al een halve eeuw lang niet
meer voorkomt in de directie. De laatste
Figee, die er in voorkwam, was Hendrik
Figee junior een van de drie zoons van de
oprichter. De andere twee zoons waren
Thomas, die zich in 1883 uit de firma
terugtrok en de werf-Conrad, de voorloper
van Conrad-Stork aan het Noorder Buiten-
spaarne oprichtte, en Jan, die de fabriek
een meer wetenschappelijke basis gaf, maar
reeds in 1889 overleed. Hendrik junior be
sloot in 1896 reeds de firma in een N.V.
om te zetten wegens gebrek aan een ge
schikte opvolger en de wens om de familie
naam aan het bedrijf verbonden te hou
den. Hij bleef zelf tot 1903 directeur en tot
1907 adviseur.
De huidige directeur is ir. H. Hissink.
Maar onder de werknemers van Figee
zijn er waarlijk verscheidenen, die het in
dit opzicht de oprichters nog verbeteren.
Er bestaan langzamerhand hele Figee-
geslachten. Dit zal bijvoorbeeld de negen
tiende van de volgende maand blijken,
wanneer de universeel freezer H. H. J.
Mertens gehuldigd zal worden voor zijn
vijftig dienstjaren. Zijn vader werkte 48
jaar voor „dezelfde baas" en zijn zoon zit
nu ook alweer 19 jaar in het bedrijf!
Luchtmachtdelegatie. Een delegatie van
de Nederlandse Luchtmacht onder leiding
van luitenant-generaal-waarnemer A. Ba-
rette, chef van de Luchtmachtstaf, is zondag
te Belgrado aangekomen. Zij zal in Zuid-
Slavië een aantal luichtmachtcentra be
zoeken.
LEXINGTON, (Reuter) De Ameri
kaanse democratische senator Alben Bark
ley is maandag tijdens een toespraak in
elkaar gezakt en kort daarop overleden. De
78-jarige Barkley is sinds 1927 lid van de
Senaat geweest. Van 1949 tot 1952 was hij
vice-president onder president Truman.
Met ingang van 26 april is door de bur
gemeester van Den Haag commissaris P. P.
Paul benoemd tot waarnemend hoofdcom
missaris. Als zodanig zal dus commissaris
Paul hoofdcommissaris J. H. A. K. Gual-
therie van Weezei bij diens afwezigheid
vervangen.
Amsterdam. Gemeentelijke Universiteit.
Kandidaatsexamen Klassieke Letteren: P A
M Seuren. Amsterdam (cum laudeV Kan
didaatsexamen Frans: A. L. M. Oomen. Am
sterdam. Doctoraal examen Politieke en
Sociale Wetenschappen (sectie AF M Snij
ders en J. van Gogh, beiden Amsterdam
Kandidaatsexamen Politieke en Sociale We
tenschappen (sectie B): J. Berting. Amster
dam. Doctoraal examen Sociale Aardrijks
kunde: mej. G. Bezema. Amsterdam: J Pil -
ger. Arnhem.
Amsterdam. Vrije Universiteit Doctoraal
examen Rechten: mej. N. ter Haar Rorrenij,
Rotterdam; C A Bergsma, Hilversum Kan
didaatsexamen Theologie: R. van den Berg.
Rijsóord; C. van Rijo. Den Haag Doctoraal
examen Theologie: ds. C. Augustijn, Schip
luiden.
Delft. Kandidaatsexamen voor Werktuig
kundig Ingenieur: H van Opstal. Zeven
bergen. Kandidaatsexamen voor Vliegtuig
bouwkundig Ingenieur: Mulder. Amster
dam. Ingenieursexamen voor Vliegtuigbouw
kundig ingenieur: F. P. B. Mühlstaff, Amstel
veen; T. C. J. van Bijleveld, Amsterdam. In
genieursexamen voor scheikundig Ingenieur:
A. M. Alkemad0, Sint Oedenrode; C. Boeree.
Over veen; W. F. Chalmers Hoynck van Pa-
•oendrecht. Schevenangen; H. A. Das, Delft;
T. Erkelens, Dordrecht; J. Groenhof. Wor-
kum; W, J. Hendriks (met lof), Geleen; C.
A. Jansen, 's Gravenhage; F. R. van der Kolk,
's Gravenhage; A. Kramer, Giessen; H. J.
Kroes, 's Gravenhage: H. I. X. Mager (met
'of), 's Gravenhage: J. H. Palm. Delft; H. S.
G. Slooten. Rotterdam; Raden Mas Soeman-
•*ri. Delft: Tan Bian Seng, Delf; Tjan Hok
Liang. Delft: A. J. M. Verhaar, 's Graven
hage; T. de Vries. Alkmaar, J. A. Walkier,
Amsterdam: J. G. de Winter, Rijswijk (Z.H.)
Ingenieursexamen voor Mijningenieur: A. A.
van der Sluijs, 's Gravenhage.
Leiden. Doctoraal examen Geneeskunde 2:
E. Gans, Leiden: A. J. de .Tong, Honselersdijk;
W. P. van Law rek van Pabst. Den Haag; N.
J. A. Noorduyn, Leiden; D. W. Odenthal,
Den Haag. J. Wieriks, Leiden. Semi-arts-
examen: H. W. Alferink, Leiden; H. W.
Breedveld, Delft: C. E. M. G. Caminada, Rijs
wijk (Z.H.); J L. Grubben, Maasbree (L.);
P. J J. Zuur. Voorburg, Artsexamen: mevr.
N. Greenvan Ringelestein, Rijswijk: mevr.
H. C. Kuyvenhovenv. d. Ende. Leiden;
mej. A. R. Smit. Leiden: R. E. H. Buss, Lei
den: L. Ligtvoet, Amstelveen: A. H. J. van
Loenen Martinet, Oegstgeest: Th. Manuikin,
(U.S.A.). Kandidaatsexamen Franse Taal- en
Letterkunde: mevr. H. HoekBongers, Den
Haag.
Nijmegen. Doctoraal examen Geschiedenis:
J. W. Ber -r, Nijmegen. Doctoraal examen
Nederlands: cum laude J. J. E. van Dijck,
Nijmegen. Kandidaatsexamen Nederlands: M.
F. J. Pijnenborg, Nijmegen.
Utrecht. Kandidaatsexamen Geschiedenis:
F. Nauta. Utrecht. Semi-artsexamen: H. Bie-
kart. Utrecht; mej. I. M. L. Huizinga, Utrecht;
H. C. Lequin. Utrecht; H. J. Vissers. Utrecht;
B. M. A. Staring. Utrecht; P. Stoutenbeek.
Utrecht; W. C. van Vulpen, Breukelen; F. A.
Schoenmaker, Kockengen. Artsexamen; M.
C. J. Anderegg, Nuenen; F. B. G. Groothuis,
Almelo; B. Kemp, Bodegraven; A. J. Polder
man. Utrecht; F. J. Voorhuis, Hengelo (O.);
P. van 't Woud, Hilversum.
Opbrengst ruim 400,-
In hotel „Boekenrode" aan de Zand-
voortselaan in Heemstede werd zaterdag
avond de zesde bridge-drive gehouden, die
door de afdeling Heemstede van het Ko
ningin Wilhelminafonds ten bate van de
kankerbestrijding was georganiseerd. De
honderd deelnemers waaronder het
(wellicht jongste) bridgepaar Goudsmit,
namelijk twaalf en vijftien jaar oud
werden begroet door de afdelingsvoorzitter,
de heer N. de Lange. Hij kondigde voor
het najaar de zevende bridge-drive aan.
Nadat spreker ten slotte zijn erkentelijk
heid had betuigd aan de velen, die zulk
een verrassend aantal fraaie prijzen heb
ben geschonken en aan de heer S. Prins,
die zich als voorzitter van de Kennemer
Bridge Bond opnieuw met de leiding heeft
willen belasten, werden de kaarten ge
schud en nam de strijd tussen de vijftig
paren aan de groene tafels een aanvang.
Het was ongeveer middernacht dat de
laatste robber werd geëindigd, waarna de
prijswinnaars bekend gemaakt konden
worden. De eerste prijzen werden als volgt
toegekend: A-klasse: mevrouw De Heer-
Kloots en mevrouw Vurtheim, 50 pnt.; B-
klasse: Dr. Koot en partner, 49 pnt.; C-
klasse; mevrouw Witjas en mevrouw Smoo.
lenaars, 51 pnt.; D-klasse: familie Philippo,
52 pnt.; E-klasse: familie Emmer. 49''2 pnt.
Na het uitreiken der prijzen deelde de
heer De Lange mee, dat deze bridge-drive
ten bate van de kankerbestrijding een
batig saldo van f 408.75 heeft opgeleverd.
Een recordopbrengst, waarover hij zich
uiteraard bijzonder erkentelijk toonde.
Vondels treurspel „Lucifer" werd, door
Jan Vos „op moderne wijze" in scène ge
zet, voor het eerst in de schouwburg van
Amsterdam vertoond op 2 februari 1654.
Na de tweede voorstelling wisten twee
predikanten en een ouderling van de bur
gemeester gedaan te krijgen dat het stuk
„noit na desen dach meer ghespeelt" zou
worden. Ondanks een kortstondige popu
lariteit van de gedrukte tekst geraakte
deze hemelse tragedie bij de waardering
van het dramatische werk van de prins
onzer dichters, zoals hij in de litteratuur
geschiedenis voortleeft, op de achtergrond.
De opvoeringen onder regie van Willem
Royaards in het seizoen 1910-1911, met
medewerking van Roland Holst voor de
decors en Diepenbrock voor de muziek,
hebben het bewijs der dikwijls betwijfelde
vertoonbaarheid geleverd en de vooringe
nomenheid tegen de behandeling der bo
venaardse stof weggeruimd. Sindsdien
wordt „Lucifer" door velen als het hoogte
punt van Vondels oeuvre beschouwd.
Zaterdagavond werd „Luisevaers treur
spel van de val der Enghelen" opnieuw in
de Amsterdamse Stadsschouwburg ten
tonele gebracht, door de Nederlandse
Comedie ditmaal en voor een zeer aan
dachtig publiek. Hoewel ik talrijke bezwa
ren kan aanvoeren, moet de grondtoon der
bespreking er een van waardering zijn.
Een vergelijking met de „Gysbreght" van
hetzelfde gezelschap levert naar mijn me
ning zellfs een bijzonder grote winst. Johan
de Meester - die ten onrechte, want hij is
nog altijd een der zeer weinige werkelijke
kunstenaars onder de Nederlandse regis
seurs, uit de gunst gedrongen leek te wor
den - moet zich sterk aangetrokken heb
ben gevoeld tot Vondels liefde voor uiter
lijke majesteit, tot diens glanzende beeld
spraak vol praal en pracht ter vertolking
in esthetisoh verrukkende vormen van
diep in het innerlijke verborgen zekerhe
den van een laatmiddeleeuws mysticisme.
Welnu: wat schoonheid van taalbehande
ling betreft kwam men vrijwel aan niets
tekort.
Op zeer gelukkige wijze werd de verhe
venheid der reien versterkt door de muziek
voor enkele blaasinstrumenten en zang
stemmen van Lex van Delden, onder lei
ding van Felix de Nobel ten gehore ge
bracht. De keuze van Eppo Doeve als ont
werper voor de aankleiding heeft geen
resultaat opgeleverd dat beantwoordde
aan de stoutmoedigheid van Vondels ver
beelding. „Het tooneel is in den hemel" -
dat is gemakkelijker geschreven, al bracht
het de verplichting mee daaraan in hoog
gestemde verzen te beantwoorden, dan
visueel waargemaakt. Het is mogelijk, dat
er moedwillig is gestreefd naar soberheid
of dat er financiële beperkingen zijn opge
legd, maar niettemin mocht men toch ten
minste een sterker perspectief verwachten
en behalve kunst ook het vliegwerk, waar
de tekst zo nadrukkelijk op zinspeelt, in
deze nu wel heel erg Wagneriaanse hemel.
In dit barokke meesterwerk, waarin de
symboliek doortrokken is met zinnelijk
realisme, had bijvoorbeeld Lucifers praal
wagen niet mogen ontbreken. De lage
trappenbouw met sterren aan de voorzijde
der treden wekte meer associaties met de
entree van een bioscoop, waar men om de
afstapjes moet denken, dan met een strijd
toneel van opstandige engelen, die de uit
verkiezing van de pas geschapen mens niet
boven zich verdragen en als straf voor hun
hoogmoedige rebellie veroordeeld worden
tot „val en neersmack" in de verschrik
king van de hel. Ook de costuums - vooral
die van de reizegsters - hadden weelderi
ger. meer in de stijl van Rubens kunnen
uitvallen. Bepaald de illusie storend vond
ik de vleugels der bovenzinnelijke wezens,
lijkend op insignes van spoorwegmannen
of reclame voor èen luchtvaartmaatschap
pij Uitmuntend daarentegen was het schit
terende veldheersgewaad van Michaël,
door Frans 't Hoen met manhafte waardig
heid gedragen bovendien.
Het tekort aan uiterlijke bewogenheid
werd boven verwachting goedgemaakt door
een over het algemeen voortreffelijke zeg
ging van de voldragen, weelderige verzen.
Vrijwel geen moment werd de stroom van
als ene orgel bruisende taalmuziek, met de
bazuinen van de angelieke koren daar hoog
boven uit, een plechtstatige dreun van
kalm berekende alexandrijnen. Dit vloeien
de karakter is hier overigens een dubbele
eigenaardigheid, daar „Lucifer" als het
ware reeds in „Adam in ballingschap"
overloopt. Bij het streven naar innerlijke
bewogenheid in de klankrijke voordracht
ging Lous Hensen. hoe mooi ook in zegging
naar nuances van begrip en geluid, als de
beschermenkel Rafaël, verder in verlies
van waardigheid dan het klassieke even
wicht der vorm verdraagt. Zeer zwak, mede
door een klaarblijkelijk tekort aan tech
niek, was Andrea Domburg als een vooral
door dofheid opvallende eerste reizegster.
Speciaal met haar in alle strakheid stra
lende vertolking van de tegenzang in het
eerste bedrijf bevestigde Sigrid Koetse de
in haar gestelde verwachtingen, al haalde
zij nog niet de gewenste volheid van toon.
Pohan Schmitz - pathosspeler bij uit
stek - vervulde wonderwel de in dubbele
zin bovenmenselijke opdracht de titelheld
een tragische allure te geveen. Het vierde
bedrijf was werkelijk door zijn toedoen
een monumentale versmelting van reto
Het grote gebouwencomplex van Figee in de hoek van het Spaarne en het
zijkanaal naar de Industriehaven.
riek en persoonlijkheid. Ko van Dijk gaf
aan Beelzebub op volmaakte wijze het
demonische, dat zich in de tekst slechts
laat vermoeden. Enkele uitschieters mogen
hemzelf als waarschuwing geklonken heb
ben zijn stem niet te misbruiken. Subliem
van beweeglijk schilderende dictie was het
aandeel van Henk van Ulsen als Apollion,
de zaaier van verderfelijke twijfel. André
van den Heuvel gaf aan de „geheimenis-
tolk „Gabriel de wat zoetgevooisde allure
van een Limburgse kapelaan, hetgeen niet
verhinderde dat hij menigmaal met tref
fende zuiverheid de gevoelige toon aan
sloeg. Het optrekken der Luciferisten, door
Bob Goedhart met sombere gloed aange
voerd, stelde helaas niet veel voor. Trou
wens, er was een uiterst spaarzaam ge
bruik van figuratie gemaakt.
Aan Henk Rigters was het halsbrekende
bodeverhaal van Uriël toevertrouwd. Hij
moest af en toe heel wat lettergrepen af
raffelen om adem voor de machtige kla
roenstoten over te houden. Zijn vlammend
zwaard verwees ons naar de aarde, waar
de wraakzuchtige rebellen intussen de erf
zonde hadden ingesteld. Daarmee waren
wij teruggekeerd bij het punt van uitgang:
de verbeelding van het onstaan van het
kwaad in de wereld als een op klassieke
leest geschoeid mysteriespel, tevens weer
spiegelend een politiek conflict, waarbij
men vele speculaties kan wagen aangaan
de de toepasselijkheid van de beschuldi
ging van „staatzucht" der helmelse „stede
houder" op onze eerste stadhouder. Men
kan ook speuren naar wijsgerige invloeden
op de stelling der begunstiging van de
mens. Maar men kan nooit het stuk zo
treffend karakteriseren als destijds de
dominees deden in hun waarschijnlijk veel
zijdige verontwaardiging, opmerkende na
melijk dat Vondel hier „op een vleesse-
lijcke manier de hooghe materie van de
diepte Godes" heeft voorgesteld. In deze
uitspraak zijn namelijk enkele fundamen
tele wezenstrekken van de barok onthuld,
die in deze respectabele vertoning van een
onspeelbaar geacht stuk niet helemaal tot
hun recht kwamen.
DAVID KONING.
De Haagse politie is overgegaan tot ar
restatie van de 20-jarige Hagenaar W. M.,
die op 7 april 1956 uit een opvoedingsgesticht
te Wapenveld ontsnapte en sindsdien voort
vluchtig was. Na zijn arrestatie, die zaterdag
plaats had, bekende hij, zich aan een groot
aantal inbraken ih vele gemeenten in ons
land te hebben schuldig gemaakt, eveneens
aan de serie van 6 inbraken in Zandvoort,
welke vorige week in één nacht plaats had
den en waarbij óók een bezoek werd ge
bracht aan hotel Bouwes. Een gedeelte van
het aldaar ontvreemde was nog in zijn bezit,
de rest bleek hij te hebben weggegooid. Hij
bekende tevens, zich in het hotel te hebben
laten insluiten. De man werd voorlopig in
het politiebureau te Den Haag ingesloten.
De stichting Haarlems Bloei heeft zater
dagavond voor een bijzondere attractie
tijdens de Bollenweek gezorgd. Hierin had
het muzikale element een plaats van be
tekenis gekregen. Het was toevertrouwd
aan het Kennemer Kopersextet, dat onder
leiding van Sas Bunge van de trans van
de Grote Kerk zijn metalen klanken uit
strooide over de Grote Markt, die door de
winterse koude van de „lente"avond in wat
eenezame verlatenheid lag te wachten op
de muzikale evenementen, welke verder
gebracht zouden worden door de stads-
beiaardier Arie Peters, door het gezel
schap „Vrij en Blij" onder aanvoering van
Wessel Dekker en door de radiozanger
Henk Dorel.
Voor zover dat uit de vlagen koper
muziek, die gedragen door de gure noor-
derwind van de innen neerdaalden, op te
maken was, werd er" daarboven door de
aan het aards gewoel onttrokken muzikan
ten goed gemusiceerd met een programma,
dat door zijn muzikaal gehalte gunstiger
belusteringsomstandigheden, bijvoorbeeld
in de stille morgenuren van een zomerse
feestdag, verdiend had. Mogelijk zou men
een herhaling van het optreden van het
sextet eens in overweging kunnen nemen.
Het instrument, dat Arie Peters bespeel
de: de beiaard, kon zich uiteraard wel
laten gelden De klokkenklanken werden
eerst dienstbaar gemaakt aan een interes
sante Sonatine van Paul Gilson, toen aan
clavecimbelmuziek van Couperin en Mar
tini, aan liederen van Grieg en Schubert
en aan een paar volksliedbewerkingen, die
in de muzikale interpretatie van de stads-
beiaardier zeer konden voldoen.
Ondertussen was het op de Grote Markt
gezelliger geworden. In afwachting van de
komst van „Vrij en Blij" schaarden zich
talrijke toehoorders om de muziektent. Zij
zijn aan leuke, frisse en bekende liedjes,
die geestig en vlot werden gezongen door
Henk Dorel en de zangeresjes van het ge
zelschap niet te kort gekomen. Hun pres
taties, die zeer in de smaak vielen hielden
niveau. Dit mag, gelet op de bedreiging
van onze volksfeesten door wancultuur,
wel eens gereleveerd worden.
Als gewaardeerd intermezzo werd er
enige tijd hersengymnastiek beoefend on
der leiding van de echte Jan Boot en de
echter „Mieke". p. ZWAANSWIJK
Het dubbelspel in de tennisontmoeting
TurkijeNederland in de eerste ronde van
bet D.C.-toernooi (Europese zone) is gewon
nen door Dehnert en Van Dalsum. Zij ver
sloegen de Turkse combinatie Femmen-Bari
net 7-5, 6-2, 6-3.
Nederland heeft hiermee een beslissende
-0 voorsprong genomen en zich in de tweede
onde geplaatst, waarin het Chili zal ont
meten. Deze wedstrijd wordt 11, 12 en 13 mei
r> de Metz-banen in Scheveningen gespeeld.
Nederland heeft ook de laatste twee enkel-
pelen tegen Turkije gewonnen en daarmee
e eindstand on 5-0 gebracht. Van Dalsum
•ersloeg Nazmi Bari: 0-6, 6-3, 6-4. 8-6 en
Dehnert bleef in drie sets Sefik Fenmen de
aas: 9-7, 6-1, 8-6.
Heidebrand. Bij Hilvarenbeek is maan
dag veertig ha. bos en heide door brand ver
nield. Militairen uit de ..Kromhoutkazerne"
moesten assisteren bij de bestrijding van de
zich snel ontwikkelende brand.