Gelijke rechten voor man
en vrouw in het huwelijk
SENATOR
m
Regering wenst normaal diplo
matiek verkeer met Indonesië
Agenda voor
Haarlem
Het feest
Bankbiljettencirculatie bereikt
nieuwe top op f4.1 miljard
Maar wettelijk blijft de man
het hoofd der echtvereniging
Weekstaat Nedertandsche Batik
Van België wordt thans een beslissing
verlangd over het Moerdijkkanaal
DONDERDAG 3 MEI 1?56
3
K.V.P.-A .R.-amendement
met 41-35 aangenomen
Christelijke grondslag
bit CaL\
Daad van durf
'n prachtige SHAG
allernieuwste
plastic - verpakking
85 ct.
men
bel
gag
i
^^^^n^ngtexMel
i
Brand in Bergeyk; schade
geraamd op f 750.000
Prof. Dirken overleden
Indonesische beschul
digingen afgewezen
Met alleen de stemmen van de Anti-Revolutionairen tegen heeft de Tweede
Kamer gisteren het wetsontwerp aangenomen volgens hetwelk de man en de
vrouw in het huwelijk volledig gelijke rechten krijgen. De A.R. stemden tegen
omdat volgens hen in het verbreken van de goederengemeenschap ook een
element zit van verbreking van het huwelijk. De aanneming van het wetsontwerp
betekende, volgens zijn eigen woorden, een „belangrijke en gelukkige dag" in
het leven van de 74-jarige minister Van Oven, want dertig jaar lang heeft hij
gepleit voor de gelijkstelling van man en vrouw in het huwelijk. Hij heeft nimmer
kunnen bevroeden dat het hem gegeven zou zijn als minister een desbetreffend
wetsontwerp in het parlement te mogen verdedigen en te zien aangenomen.
De bepaling in het Burgerlijk Wetboek dat de man het hoofd is der eentvereni-
ging, had minister Van Oven in de nieuwe opzet van de huwelijkswetgeving
willen schrappen, maar de K.V.P. en de A.R. zagen hun gezamenlijk amendement
aangenomen om in de wet vast te leggen: De man is het hoofd der echt
vereniging.
Tegen dit amendement had mej. Ten-
d e 1 o o (P.v.d.A.) zich krachtig verzet. Zij
merkte op dat er in de nieuwe wet geen
sprake meer van is dat de man altijd gelijk
zou hebben en de vrouw ondergeschikt is.
De tijd is voorbij dat op de getrouwde
vrouw met geringschatting kan worden
neergezien. Die tijd komt nooit meer terug.
Tegen de bepaling dat de man het hoofd
van de echtvereniging is heeft altijd de
grootste weerzin bestaan. Die bepaling is
de angel, die zoveel echtelijke verhoudin
gen heeft vergiftigd.
plicht van de vrouw suggereert. Maar dat
is niet juist, want de juridische gehoor
zaamheidsplicht, volgens de wet dus, is
geschrapt. De bepaling heeft echter bete
kenis omdat de man meestal het gezin ver
tegenwoordigt. Bovendien was de wense
lijkheid van de bepaling in de wet bij prof.
Gerbrandy versterkt door het- betoog van
mej. Tendeloo omdat daarin de neiging
doorklonk het huwelijk te splitsen. Prof.
Gerbrandy stelde voorop dat man en vrouw
volkomen gelijkwaardig zijn. maar tevens
volkomen ongelijk, waardoor het grote
mysterie van het huwelijk wordt gevormd.
Minister Van Oven stelde zich op het
standpunt, dat in de wetgeving alleen wets
voorschriften behoren te staan en geen con-
stateringen van feiten, die al of niet juist
SrhiitihpDnPddhpisI zi.in- Rechtens heeft de bepaling geen en-
dtnijnotvoe^aneiu kele betekenis Voor de gewone burger wil
de minister de bepaling daarom uit de wet
schrappen, omdat domme mannen en vrou
wen er misbruik van zouden kunnen
maken.
Het amendement heeft rechtens geen en
kele betekenis, zei mej. Tendeloo verder.
Het geeft een schijnbevoegdheid aan hen,
die in hun hart de gelijkwaardigheid van
de vrouw niet willen. Uit het feit dat de
man zijn naam geeft aan het gezin, behoeft
nog niet voort te vloeien dat de man het
hoofd der echtvereniging moet zijn. Hoe
staat het trouwens met de tienduizenden
kinderen, die de naam van de moeder dra
gen, omdat de man hun de zijne niet wil
geven? De UNO streeft er al jarenlang naar
dat de vrouw, wanneer zij huwt, haar eigen
nationaliteit kan behouden. De man met
gezag is het hoofd van de echtvereniging
ook zonder wettelijke bepaling en als hij
geen gezag heeft, dan wordt hij ook niet
het hoofd op grond van de wet. Uit de
huwelijkswetgeving is de bepaling ge
schrapt dat de vrouw verplicht is de man
te gehoorzamen. Maar met andere woorden
wil het amendement de suggestie wekken
dat dit toch nog het geval zou zijn.
Om die reden zei ook prof. Gerbrandy
(A.R.) dat hij de woordkeuze dat de man
het hoofd is der echtvereniging nooit heeft
bewonderd, omdat het de gehoorzaamheids-
ADVERTENTIE
ÖYVw
DONDERDAG 3 MEI
Minerva: „Madame Butterfly", alle leeft.,
tijden, 8.15 uur. Palace: „Rear Window", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De hel van Pa
rijs", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „I vitel-
loni", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Botsende
jeugd", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Gunga
Din", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Carmen Jones", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Halsmuseum: avondopenstelling. 8.30 tot
10.30 uur. met oude muziek. Vishal: Mario
nettentheater van Feike Boschma, 8.30 uur.
Stadsschouwburg: 8 uur, De Toneelvereni
ging met „Zeeman, pas op!". Openluchtthea
ter, Blocmendaal: Tentoonstelling werken
van in Bloemendaal wonende beeldende
kunstenaars. Zuiderkapel: 8 uur, ds. J. Visser
spreekt over „De Antichrist". Aula HBS-B,
Zijlvest: 8.15 uur, Voor de Vereniging voor
Vrije Opvoedkunst spreekt prof. dr. B. C. J.
Lievegoed over „Welke eisen stelt de 20ste
eeuw aan de opvoeding?". Gebouw H.K.B.:
8 uur, Filmavond voor emigranten.
VRIJDAG 4 MEI
Palace: „Never too young", 2. 4.15, en 9.15
uur. Luxor: „De hel van Parijs", 14 jaar, 2
uur. Studio: „Phffft", 18 jaar, 2.15 en 9.15
uur. Lido: „My sister Eileen", alle leeft., 2,
4.15 en 9.15 uur. Roxy: „Duivels te paard", 14
jaar, 2.30 en 9.15 uur. Rembrandt: „Die drei
von der Tonkstelle", 2, 4.15 en 9.15 uur. Frans
Halsmuseum: avondopenstelling, 8.30 tot
10.30 uur, met oude muziek. Vishal: Mario
nettentheater van Feike Boschma, 8.30 uur.
Openluchttheater, Bloemendaal: Tentoon
stelling werken van in Bloemendaal wonen
de beeldende kunstenaars.
Jkvr. Wttewaal van Stoetwegen
(C.H.U.) verklaarde dat zij voor het amen
dement zou stemmen, omdat de bepaling,
dat de man het hoofd is van de echtvereni
ging, overeenkomt met hetgeen leeft onder
haar protestantse geestverwanten.
Mej. De Vink (K.V.P.) gaf toe dat de
bepaling een oordeel is van ethische aard
zonder juridische betekenis. Velen in haar
kring zouden echter bezwaar hebben tegen
het vervallen van de bepaling omdat daar
door de christelijke grondslagen aan het
huwelijk zouden worden ontnomen. Om
geen misverstand te wekken was zij daar
om bereid voor het amendement te stem
men. Zij verklaarde dat haar partijgenote
mej. Klompé, die wegens een vergadering
in het buitenland niet aanwezig kon zijn,
het met haar eens was.
Het amendement om de bepaling dat de
man het hoofd is van de echtvereniging,
toch weer in de wet te brengen, werd met
41 tegen 35 stemmen aangenomen. Tegen
stemden P.v.d.A., VC.V.D. en C.P.N. Vóór
stemden K.V.P., A.R., C.H.U. en S.G.P. De
stemming was dus zuiver rechts tegen
links.
Er werden met algemene stemmen nog
twee amendementen aangenomen van on
dergeschikte betekenis, waarna het wets
ontwerp zonder hoofdelijke stemming werd
aangenomen met de aantekening dat de
Anti-Revolutionairen geacht wilden wor
den te hebben tegen gestemd.
Minister Van Oven noemde de nieuwe
huwelijkswetgeving een daad van durf en
moed van de Kamer. Wij staan nu nog bij
andere landen ten achter, aldus de minis
ter, maar wTj komen vooraan te staan. Als
de twee zuilen van de nieuwe huwelijks
wetgeving beschouwde hij de artikelen 176
en 177, die bepalen: de huwelijksgemeen
schap omvat, wat haar lasten betreft, alle
schulden van ieder der echtgenoten. De
schuld van een echtgenoot is, behalve op
diens eigen goederen, verhaalbaar op de
goederen der gemeenschap. Heeft een echt
genoot goederen buiten de gemeenschap,
dan kunnen op die goederen slechts de
schulden \rorden verhaald die daarop zou
den kunnen worden verhaald indien er
generlei gemeenschap was. De goederen der
gemeenschap staan onder het bestuur van
die echtgenoot, van wiens zijde zij in de
gemeenschap zijn gevallen, tenzij de echt
genoten anders overeenkomen.
ADVERTENTIE
steeds geurig en vers
De verkorte balans van de Nederlandsche
Bank, die wegens Koninginnedag ditmaal
is opgemaakt per dinsdag 1 mei, bevat
enkele markante mutaties. Zo is de bank
biljettencirculatie met het formidabele
bedrag van f 222 miljoen gestegen tot
een nieuw naoorlogs hoogtepunt van
f 4.106.410.045. Deze sterke uitzetting houdt
verband met de ultimobehoefte, doch daar
enboven hebben vele ondernemingen de
3 percent ineens over 1955 bij deze maand-
wisseling uitgekeerd.
Het tegoed van de schatkist heeft een
gevoelige aderlating ondergaan, 's Rijks
saldo verminderde met f 226 miljoen tot
f 176 miljoen. Naar bekend, heeft het Rijk
de vorige week de driemaandelijkse uit
kering aan de gemeenten geëffectueerd,
waarmede een bedrag gemoeid is geweest
van circa f 240 miljoen. Via de banken is
dit geld in de chartale sfeer terecht ge
komen. Voorts diende op 1 mei de storting
te geschieden op de nieuwe staatslening,
waarmede een bedrag van circa f 280 mil
joen was gemoeid. Voor een groot deel
heeft deze betaling plaats gevonden in
schatkistpapier. Uit de zojuist verstrekte
gegeven van het ministerie van Financiën
blijkt, dat de schatkistpromessen de vorige
week met f 78 miljoen zijn gedaald tot
f 118 miljoen en de biljetten met ruim
f 131 miljoen tot f 2.750 miljoen. Begrijpe
lijkerwijze is de situatie op de geldmarkt
zeer krap gebleven. De rente van daggeld
bedraagt weliswaar nog steeds 11/4 per
cent, doch deze notering wordt meer als
ADVERTENTIE
nominaal beschouwd, daar er zo goed als
geen handel in daggeld is.
Opmerkelijk groot is dit keer ook de
daling van de netto deviezenreserve. Deze
verminderde met f 96 miljoen tot f 1.291
miljoen. Eensdeels is dit het gevolg van
een stijging van het totale Nederlandse
schatkistpapier, waarin guldenssaldo's uit
betalingsakkoorden zijn belegd, te weten
met f 41,5 miljoen tot f 126,5 miljoen,
anderdeels dienden dollars te worden ge
fourneerd voor de couponbetalingen en af
lossingen op de dollarleningen ten laste
van de Staat. De tegenwaarde van deze
deviezen is verstrekt door de handels
banken, die ondanks de betalingen van het
Rijk hun tegoed zagen verminderen met
f 50 miljoen tot f 426 miljoen. Bovendien
dienden zij, om niet al te zeer op het ver
plicht aan te houden kastegoed achter te
raken, voor f 8 miljoen aan dure voor
schotten bij de Centrale Bank op te nemen.
Voorschotten in rekening courant belopen
thans f 84 miljoen. Van de overige mutaties
is nog van belang de stijging van andere
saldo's met f 33 miljoen tot f 112 miljoen
en de daling van de bijzondere rekening
van het rijk met f 24 miljoen tot f 466
miljoen. De goudvoorraad bleef wederom
onveranderd op f 3.322 miljoen.
ADVERTENTIE
KEUS UIT 1000 BROEKEN
Gea. Cron.jéstr. 40-44 - Haarlem - Tel. 15438
Een felle brand heeft woensdagnacht een
van de gebouwen van de weverij „De
Ploeg" te Bergeijk (N.B.) nagenoeg geheel
verwoest. De schade, die door de verzeke
ring wordt gedekt, wordt geraamd op meer
dan 750.000 gulden. Bijna de gehele inven
taris van het gebouw, waaronder een. deel
van het machinepark ging verloren. De
brand is vermoedelijk veroorzaakt door
kortsluiting.
De Bergeijkse brandweer werd bij de
blussing geassisteerd door brandweren uit
Valkenswaard en Eindhoven. Doordat de
weverij „De Ploeg" op nog zes andere
plaatsen in Bergeijk is gevestigd, verwacht
men de produktie voor een groot deel te
kunnen voortzetten.
Op 61-jarige leeftijd is te Lourdes, waar
hij medisch hoofdleider was bij een bede
vaart, plotseling overleden prof. dr. M. N.
J. Dirken, hoogleraar in de Fysiologie
aan de Rijksuniversiteit te Groningen.
Prof. Dirken werd te Alkmaar geboren op
4 Februari 1895. Vandaag vinden de uit
vaart en teraardebestelling te Lourdes
plaats.
(Van onze parlementaire redacteur)
Binnenkort zal Den Haag aan Djakarta mededelen, dat de Nederlandse regering
van mening is, dat voor behandeling van de feitelijke betrekkingen tussen
Indonesië en Nederland normaal diplomatiek en consulair verkeer de juiste
weg is en dit zal dienen te geschieden door ambassades en consulaten. Dit
deelde minister Luns woensdag in de Eerste Kamer mee. Een tweede nieuwtje,
meegedeeld om mr. Sassen (K.V.P.) in het bijzonder te bewijzen, dat werkelijk
niet alleen de Belgische verlangens bepalend zijn voor het Nederlandse stand
punt inzake de Nederlands-Belgische waterwegenkwestie, kreeg men te horen,
toen minister Luns verklaarde, dat hij aan de Belgische minister van Buiten
landse Zaken, Spaak, had gezegd dat verder uitstel van een door de Belgische
regering te nemen beslissing over een Moerdijkkanaal, hetzij in positieve, hetzij
in negatieve zin, voor Nederland, wegens West-Brabantse belangen, niet aan
vaardbaar is. „De Nederlandse regering zal op zeer korte termijn een beslissing
moeten nemen over de aard der te ondernemen werken".
De minister zonder portefeuille was be
gonnen met een bespreking van de ver
wikkelingen met Indonesië. Onjuist zou het
op het eind van het vorige jaar geweest
zijn bij voorbaat te weigeren met Indonesië
te gaan praten. Maar toen de Geneefse
onderhandelingen waren begonnen, is van
onze kant herhaaldelijk gezegd, dat er van
ondertekening van een overeenkomst geen
sprake zou zijn, als niet tevoren een be
vredigende oplossing met betrekking tot
de kwestie van de arrestanten bereikt zou
zijn. Duidelijk toonde de minister aan, dat
er op allerlei wijzen het nodige met het oog
op de belangen van Jungschlager en
anderen was gedaan. Hij getuigde van
diepe bewogenheid over de dood van
Jungschlager onder zulke tragische om
standigheden. Voorts uitte hij opnieuw zijn
bewondering voor de onversaagde activi
teit van de verdedigster, mevrouw Bou-
man. Met verontwaardiging wees hij
namens de regering de Indonesische be
schuldiging van de hand, dat Nederland
doende zou zijn geweest met bemoeiingen
om opstandige bewegingen in Indonesië te
ontketenen. Hij protesteerde ertegen, dat
reeds bij voorbaat vanwege de Indonesi
sche regering als het ware 't schuldig over
anderen, wier zaken nog berecht moeten
worden, is uitgesproken. Daaruit blijkt dat
ginds de rechter als onafhankelijke macht
terzijde wordt geschoven. Hierdoor komt
de politieke opzet van de vervolgingen des
te duidelijker tot uiting. Door het ontbre
ken van normale rechtspleging valt nu te
duchten, dat gevoerde of nog te voeren
strafprocessen de verhoudingen ten op
zichte van Nederland zullen vergiftigen.
Door de eenzijdige opzegging van de
Unie heeft, aldus minister Luns, Indonesië
zich wat zijn relatie tot Nederland betreft
buiten de internationale rechtsorde ge
plaatst. Die schending van de rechtsorde
laat echter helaas andere landen onver
schillig. Nederland zou zich wegens die ver
dragsschending tot de Algemene Vergade
ring van de UNO kunnen wenden. Maar
gezien het in dat bij uitstek politieke
lichaam zich telkens weer uitende anti
kolonialisme zou ten aanzien van deze
juridische aangelegenheid succes niet be
reikbaar zijn. Als wij de kwestie bij het
Internationale Gerechtshof aanhangig zou
den maken, zou het te betwijfelen zijn, of
dit zich bevoegd zou achten, aangezien In
donesië niet de verplichte rechtspraak van
dat Hof heeft aanvaard. Nu bestaat er nog
een theorie, namelijk dat deze zaak toch
door het Hof behandeld zou kunnen wor
den zonder medewerking van Indonesië.
Voor zover bekend is bestaat hieromtrent
echter geen jurisprudentie van het Hof. Nu
dit punt nog nader in studie is, kon de
minister er niet meer over zeggen.
Met betrekking tot Nieuw-Guinea ver
klaarde mr. Luns, dat voorshands de be
staande toestand nog moet voortduren en
dat ook niet in te zien is, waarom een
trustschapsoplossing de voorkeur zou ver
dienen.
Sprekende over de UNO gaf minister
Luns te kennen, dat een volgend kabinet
het dan in te nemen standpunt omtrent
eventuele erkenning van communistisch
China als lid dier organisaite zal hebben
uit te maken. Ten aanzien van 't vraagstuk
Wanneer men omtrent zes
jaren oud geworden is, en ta
melijk bedreven is geraakt in
de wetenschap van het huise
lijke gedragsleven, komt de
tijd dat men op een zonnige
dag op de scheiding tussen
april en mei aan de hand
wordt meegenomen naar een
wondere wereld, waarin de
dingen allemaal anders blijken
te zijn dan zij u zijn voorge
spiegeld.
Het begint al bij het van
huis gaan. Bij vorige wande
lingetjes was het u verboden,
een knoop van uw nette he
melsblauwe kinderjasje los te
dragen, onder het motief dat
men er netjes uit moest zien.
Op deze merkwaardige dag
echter wordt men voorzien
van een papieren pet in een
schreeuwende oranje kleur,
waarmee men er wel moet uit
zien als een dwaas. Een zon
derling muziekinstrument moet
men in de hand meedragen:
een papieren toeter, die een
schor en zenuwslopend geluid
voortbrengt wanneer men er
op blaast en die aan het uit
einde een bos eveneens
papieren ruigte draagt, als
de ongekamde pruik van een
bosjesman. Om de prille borst
wordt u een alweer papie
ren sjerp gehangen, waarop
de onmiskenbare waarheid
„Oranje Boven" met forse let
ters gedrukt staat. Dat slaat
natuurlijk op de pet, doch het
is u niet duidelijk waarom nog
eens uitdrukkelijk in zwarte
letters moet worden medege
deeld dat deze pet van oranje
kleur is.
Het gebruik van papier bij
al deze merkwaardige versier
selen duidt erop, dat zij slechts
één dag dienst behoeven te
doen, zodat grote uitgave voor
kostbare materialen ook inder
daad verspilling zouden be
tekenen.
Nog steeds aan de Land van
de begeleidende volwassene
wandelt men enigszins gene-
neerd vanwege de opval
lende klederdracht door
straten waar vlaggen wappe
ren en andere kinderen, even
eens duidelijk kenbaar aan hun
opvallende papieren opsmuk,
schreeuwend in rijen over de
stoepen lopen, achter één hun
ner die met stokken op een
blik slaat. Nog steeds peinzend
over de vraag, waarom deze
arme kinderen door hun ouders
tot deze afgrijselijke exercitie-
straf zijn veroordeeld, arri
veert men plotseling op een
plein dat men vaag meent te
herkennen, doch dat een ver
rassend en ontstellend uiterlijk
heeft gekregen. Het is namelijk
overdekt met vreemdsoortige
bouwsels en staketsels, waar
van sommige slordig zijn be
dekt met beschilderde lappen
zeildoek. Veel van deze schil
deringen tonen dansende meis
jes met opgezwollen benen in
een paarsachtige kleur en
kleine-kinderen-kopjes die aan
vleugeltjes door een laag blau
we verf schijnen te zweven.
Dit alles dringt echter slechts
moeizaam tot u door, omdat
uw waarnemingsvermogen be-
lemmerd wordt door een af
schuwelijk lawaai, bestaande
uit duizenden verschillende
geluiden. Ieder van die ge
luiden lijkt wel uit de wolke
loze hemel op u neer te vallen
zij zijn schel en schor en
raspen over de toppen van uw
gevoelige zenuwen.
Wonderlijke zaken doemen
op: een grote, roodfluwelen
winkel met open etalages is
een opgepropte voorraadschuur
van miljoenen wijnballen in
reusachtige glazen flessen en
kaneelstokken als telefoon
palen.
Verbijsterd ziet ge verder,
hoe hier alles geoorloofd is
wat ge tot nu toe als volstrekt
verboden hebt geleerd. Hier
worden fijngevormde stenen
pijpen door mannen met ge
weren aan gruzels geschoten.
Hier worden auto's door kin
deren bestuurd, waarvan de
gevolgen niet uitblijven: zij
botsen met geweld tegen el
kander op en raken in kluwen
vast midden op de rijbaan.
Hier worden netjes opgesta
pelde blikken bussen onmid
dellijk weer met ballen omge-
mikt. Een van de merkwaar
digste dingen is wel, dat men
sen en kinderen proberen de
trap van een zeildoeken bouw
sel te bestijgen, die niet
zoals de trap thuiseenvou
dig stilstaat, doch op en neer
gaat door een geheimzinnig
mechanisme. Natuurlijk be
moeilijkt dit het opstijgen ern
stig en het is géén wonder, dat
velen als dronkemannen aan
de leuningen hangen met als
maar op en neergaande benen,
en nooit daarboven geraken.
Ge denkt dat het doelmatiger
zou zijn, wanneer men die trap
liet stilstaan, doch uw aan
dacht wordt reeds weer naar
een ander vreemdsoortig ver
schijnsel getrokken: op een
podium wordt een man, die
toch al uw medelijden opwekt
doordat zijn tenen door zijn
reusachtige schoenen steken en
zijn neus zo groot en zo rood is
als een tomaat, om de oren ge
slagen door een kerel met een
zestal gouden ringen aan de
vingers en een diamant als een
knikker op zijn das. En ieder
een lacht erom. Ook de vol
wassene aan wiens hand ge
deze vreemde tocht maakt en
die u altijd heeft ingeprent,
dat ge voor allen en alles lief
moet zijn.
Deze volwassene trekt trou
wens meer en meer uw ver
wonderde aandacht. Terwijl ge
thuis iedere zondag moet sme
ken om een stuiver, waarmee
ge dan wat luttele dropjes kunt
kopen, betaalt hij grif gulden
op gulden om in een rammelend
ronddraaiende namaak-auto te
mogen zitten, waarbij ge dan
tegen wil en dank meemoet,
om duizelig en met tuitende
oren eindelijk weer op uw
wankele benen te staan. Hij
stopt u keer en keer kostbare
dubbeltjes in de hand en
dwingt u, aan een soort glazen
tafel wat ijzeren knikkers in
beweging te brengen, die
prompt weer even snel naar
beneden rollen als gij ze om
hoog hebt gestuwd. Als ge dat
ongeveer driehonderd keer ge
daan hebt, geeft de eigenaar
van de tafel u een doosje cho
co! aadj es dat volgens uw er
varing in de snoepwinkel op de
hoek een kwartje kost. En
de volwassene zegt dan, dat
ge een enorm geluk hebt ge
had.
Het papieren petje is onoog
lijk verkreukeld en de sjerp is
in het gedrang gebleven. De
kaneelstok is halverwege op
en de oliebollen vechten met
die helft in uw kleine maag.
Uw hoofd duizelt en uw benen
beven. Ge laat u in het avond
uur door de lege straten naar
huis slepen en ge wordt ziek
bij de gedachte, dat thuis het
dampende eten op u wacht.
Zo hebt ge dan uw intrede
gedaan in de wei-eld van het
vermaak. Ge hebt de vreugde
geproefd, die de grote mensen
u bereid hebben met hun slim
me, handige, goedbedoelde me
chanische plezierigheden. Gé
moet er aan wennen, kleine
man, net als straks aan uw
eerste sigaret.
Ge weet nu, dat er feest
dagen in de wereld zijn. Later,
als ge nog wat groter zijt, zult
ge op zulke dagen moeten zak-
lopen, touwtrekken, ringste
ken, zeepkistrennen en ton-
kruipen. Dat kan nog even
wachten.
Ge merkt echter wel, dat er
op deze wereld heel wat ple
zierigs te beleven valt. J. L.
van het zelfbeschikkingsrecht, zed hij: „In
het oosten cultiveert men gaarne de zelf-
beschikkingsplant in andermans tuin, om
haar echter bewust in eigen hof te laten
verdorren."
Mr. Wendelaar (WD) had, sprekende
over de kwestie oost-west, wel een pleidooi
gehouden om iedere door het oosten uitge
stoken hand aan te nemen. Tot een onder
zoek met welke bedoeling de hand wordt
uitgestoken is de regering steeds bereid,
zei de minister. De zorgwekkende toestand
in het midden-Oosten gaf hem aanleiding
tot de verklaring, dat Nederland gaarne
zal medewerken aan voorkoming van een
bewapen in gswedloop, van nakoming van de
aan Israel verstrekte waarborgen in het
Handvest van de UNO en tot handhaving
van de door bemiddeling van de UNO des
tijds tot stand gekomen wapenstilstands
overeenkomst.
Uitvoerig stond de minister stil bij de
opmerkingen van prof. Gerretson. Deze
senator meende, dat er op 14 oktober 1949
inzake de taak van de technische Schelde-
ccmmissie een overeenkomst tot stand was
gekomen, die had moeten worden overge
legd. Voorts was prof. Gerretson van oor
deel, dat de gemeenschappelijke verklaring
van de Nederlandse en van de Belgische
regering van 15 november 1955 omtrent
waterwegen en Delta-plan volkenrechte
lijke verplichtingen in het leven zou heb
ben geroepen, dus een door de Staten»
Generaal goed te keuren overeenkomst zou
zijn. In beide opzichten had prof. Gerret
son volgens minister Luns de plank misge
slagen. Op 14 oktober 1949 was slechts een
beleidsafspraak gemaakt, waarvan de in
houd volledig be/kend was, ook aan de
Kamer. Voor enige overlegging bestond
dus niet de minste reden. Daarom zou de
Kamer ook goed doen haar stem niet te
geven aan een daartoe strekkende door
prof. Geretson ingediende motie.
Wat de verklaring van 15 november 1955
aangaat, nogmaals achtte de minister het
nodig eraan te herinneren, dat prof. Ger
retson daaraan een veel te grote en trou
wens niet juiste betekenis had toegekend.
Het was louter een in de pers gedane
mededeling, dienstig met het oog op be
vordering van een zuivere sfeer. Op gener
lei wijze hadden wij afstand gedaan van
onze souvereiniteit op de tussenwateren, al
ziin wij natuurlijk gehouden onze, reeds uit
1839 daterende, verdragsverplichtingen na
te komen. In België was in ten dele andere
bewoordingen de inhoud der verklaring
weergegeven. Maar wat prof. Gerretson
hierover had gezegd, zou hij, als hij Bel
gisch senator zou zijn, precies zo hebben
kunnen opmerken tegen Nederland. Als er
werkelijk een overeenkomst was gesloten,
zou er voor 'n gemeenschappelijke authen
tieke tekst gezorgd zijn.
Minister Beyen, het probleem van
de tegenstellingen oost-west en dus ook de
communistische beschouwingen behande
lende, zei, dat evenmin als wij ongewapend
tegen aggressie mogen zijn, wij dit mogen
zijn tegen de politieke druk van een mili
taire overmacht. Hij vond het van belang,
dat er ontwapeningsbesprekingen plaats
vinden, doch die zullen volgens hem alleen
iets opleveren als blijkt, dat het Rusland
daarmee ernst is. Onjuist noemde hij de
door de heer Geugjes (CPN) gemaakte op
merkingen over hetgeen er ter Geneefse
conferentie was gebeurd. Daar toch was
het westen werkelijk heel ver gegaan in
tegemoetkomendheid. Het was echter alle
maal op Rusland's weigering afgestuit, die
voortsproot uit het feit, dat Moskou slechts
een verenigd Duitsland wil onder commu
nistisch regime. Meedoen aan contacten
met het oosten is best, doch hetgeen men
daar wil heeft een eenzijdig karakter, aan
gezien men niet bereid is gedachten uit het
westen ginds toe te laten. Het interview
van Foster Dulles in „Life" scheen op een
misverstand berust te hebben.
Sprekende over de Noord-Atlantische
verdragsorganisatie stelde minister Beyen
op de voorgrond, dat deze nooit uitsluitend
militair is geweest, maar van het begin af
ook een politiek forum was. Op den duur
is dit politiek overleg belangrijk versterkt.
Er is echter een ontwikkeling gaande,
waardóór de samenwerking in die organi
satie aandacht voor allerlei gebieden en
verwikkelingen daar vergt. IJsland, Cyprus
en Algiers geven ongetwijfeld verschijnse
len te zien, die zorg baren. Doch die moei
lijkheden zijn wel te overwinnen. Bredere
samenwerking dient te worden nagestreefd.
Met betrekking tot hulp aan onderontwik
kelde gebieden is alleen een altruïstische
doelstelling op haar plaats: verheffing van
de levensstandaard, waar die beneden peil
is. Dat is een moeizaam en langzaam
proces. Daarbij dient het ontvangende land
als gelijkwaardige partner behandeld te
worden. Onjuist zou het zijn dit werk aan
de Noord-Atlantische verdragsorganisatie
op te dragen. Met prof. Schermerhorn
achtte minister Beyen, wegens de Rus
sische economische concurrentie, die hij
overigens niet als een onmiddellijk drei
gend gevaar ziet, versterking van het eco
nomisch potentieel van het westen nood
zakelijk, maar niet, zoals die senator voor
stond, met behulp van een van bovenaf op
gelegd plan. Men moet het zoeken in eco
nomische solidariteit en in economische
integratie. De minister was van mening, dat
de Noord-Atlantische organisatie zich ook
op economische samenwerking moet instel
len. Tenslotte merkte hij nog op zich niet
te kunnen voorstellen, dat iets meer in het
belang van Nederland zou zijn dan Euro
pese samenwerking.
Zonder hoofdelijke stemming, met aan
tekening van het communistische tegen,
werd de begroting van Buitenlandse Zaken
na re- en dupliek aangenomen.