Beheerder verkocht effecten van Mussert te eigen bate TARVO Eerste Kamer eenstemmig voor Ouderdomswet Onze concurrentiepositie moet zo sterk mogelijk zijn (Urv.TIleyec Voel met Prof. Pompe pleit voor bekorting van de langdurige gevangenisstraf Haagse tram reed personenauto aan Verdachte: „Ik had van Musserts tante verlof in vrijheid ermee te handelen „Iedere gepensioneerde wordt er beter vanzegt minister Suurhoff Minister Zijlstra: DONDERDAG 31 MEI 1°36 11 Officier van Justitie eist anderhalf jaar Verdachte aangesteld door Beheersinstituut GROTE HOUTSTRAAT 16 Toren van Appingedam door bliksem getroffen Bondsdag Gereformeerde vrouwen in Amsterdam MOUTBROOD Twee ontwikkelingslijnen Inzittende twee dames na een half uur bevrijd Dr. D. J. Broekens overleden Kustvaarder bij Folkestone aangevaren Bij automatisering van het fabricageproces moeten wij niet achteraan komen" De brand in de St. Servaas toren te Maastricht 99 „Ik neem wel aan dat nijpende financiële omstandigheden hem voor de verleiding heb ben doen bezwijken", zei de officier van Justitie bij de rechtbank te Amsterdam, maar hij achtte verduistering der opbrengst (circa f 34.000) van effecten uit het bezit van wijlen ir. Mussert zo ernstig, dat hij ondanks het blanco strafblad anderhalf jaar gevangenisstraf eiste tegen de beheerder dezer effecten, de 56-jarige belastingconsu lent mr. H. A. J. D. uit Naarden. „Ik blijf bU mijn standpunt, dat mevrouw Mijnlieff mij volstrekte vrijheid had gegeven om met de effecten te doen wat ik wilde", luid de het verweer van deze beheerder, die tussen 1950 en 1954 telkens stukken had ver kocht en de opbrengst zelf had behouden. Mevrouw Mijnlieff was een tante van Mussert, een zuster van de echtgenote van Mussert. Toen de Utrechtse grond de voor malige „Leider van het Nederlandse Volk" te heet onder de voeten werd, stelde hij zich in verbinding met zijn schoonzuster. Afgesproken werd, dat Mussert zijn effec ten op zijn vlucht niet mee zou nemen. Mevrouw Mijnlieff nam contact op met haar ouders, tevens de ouders van Mus serts echtgenote, de bejaarde heer en me vrouw Verburg in Utrecht. De dienstbode van dit echtpaar werd nu als getuige ge- hoord. Schoonvader wilde Mussert niet ontvangen „Mevrouw Mijnlieff vroeg of wij een pakje voor haar wilden bewaren", zei ze. „Wij dachten, dat het brieven waren, waar ze op gesteld was. Als ik ooit had geweten, dat het Musserts effecten waren geweest, had ik ze nooit aangepakt. Er reden in die tijd weinig of geen treinen. Daarom zei mevrouw Mijnlieff, die zelf in 't Gooi woonde, dat Mussert het pakje wel zou ko men brengen, maar mijn oude mevrouw wilde hem aan huis niet ontvangen en dus werd ik er op uit gestuurd om Mussert er gens in de stad te ontmoeten. Hij gaf me het pakje daar zelf". Evenmin als haar zuster was mevrouw Mijnlieff vrij van nationaal-socialistische smetten. Het gevolg was, dat haar eigen ADVERTENTIE REGENKLEDING PLASTIC DEUX PlèCES voor fiets en bromfiets 4 A nfl alleenverkoop voor T vJU Haarlem In de nacht van woensdag op donderdag ontlastte zich boven Appingedam een kort, doch hevig onweer, waarbij een kerktoren door de bliksem getroffen werd. Een blik semstraal sloeg via de ongeveer achtender tig meter hoge toren aan de Wijkstraat in het wegdek. Enige minuten daarna zag men dat een zware houten lijst van de toren in brand was geraakt. De brandweer, die spoedig uitrukte, stond voor een bijzonder zware taak, om dat men van de grond af geen bluswater rechtstreeks naar deze hoogte kon opvoe ren. Via een aantal nauwe trappen kon men tenslotte doordringen tot het boven ste gedeelte van de toren, waar de vuur haard met emmers water geblust werd. Na een half uur was men de brand meester. Omtrent de schade kon men hedennacht nog niets meedelen, doch vermoed wordt dat deze zeer aanzienlijk is. Vijfduizend leden der Gereformeerde vrouwenverenigingen uit vele plaatsen van ons land hebben gisteren de Bonsdag be zocht, die in verschillende gebouwen te Amsterdam is gehouden. In het Concertgebouw, gebouw Bellevue en de Parkkerk zijn bijeenkomsten gehou den, waar de dames G. Kraanvan de Burg, A. de Dievan de Berg en N. P. Veerman het onderwerp „Goed lezen en goede lectuur" hebben ingeleid. Tijdens de middaguren hebben ds. D. J. Roos van Haarlem, dr. J. C. Gilhuis van Amsterdam en ds. H. A. L. van der Linden van De Bilt gesproken over het centrale thema van deze Bondsdag: „Ons leven een brief van Christus". vermogen en dat van haar dochter na de bevrijding onder beheer van het Beheers instituut werden gesteld.Als beheerder werd mr. D. uit Naarden aangesteld. Mevrouw Mijnlieff liet het pakje uit Utrecht halen en voorlopig werden Musserts effecten toe gevoegd aan haar onder beheer gesteld be zit. In 1949 werd het beheer opgeheven, maar er ontstond wel enige verwarring, want de beheerder repte met geen woord meer over Musserts effecten, waarover geen beslissing werd genomen. Van de Staat „Wij hebben er de beheerder herhaalde lijk over geschreven", vertelde als getuige een ambtenaar van het Nederlands Be heersinstituut, „maar hij liet niets van zich horen en heeft van de verkoop in het ge heel geen melding gemaakt. Mevrouw Mijnlieff had hem de effecten niet eens kunnen schenken, als we al aannemen, dat ze dat had willen doen, want de effecten behoorden haar helemaal niet toe, doch de Staat". Vervolgens verscheen de 33-jarige doch ter van mevrouw Mijnlieff, een achter nicht van Mussert, thans mevrouw M. C. RompelmanMijnlieff uit Oisterwijk, als getuige. Ook haar houding tijdens de oor log was van dien aard geweest, dat haar bezit onder beheer was gesteld. Haar moe der is inmiddels overleden, zodat de recht bank haar en haar man,, de 44-jarige koop man F. H. Rompelman uit Oisterwijk, hoorde over de beweerde volmacht. „Onzin" „Onzin", zei Musserts achternicht, „hij mocht er natuurlijk niet mee doen wat hij wilde. De verhouding tussen ons en mr. D. was zeker niet van dien aard, dat wij hem vierendertig mille cadeau wilden doen. Wij waren over zijn beheer niet tevreden". Wel echter was volgens haar juist, dat me vrouw Mijnlieff bij de opheffing van het beheer over haar eigen vermogen gewei gerd had ook Musserts effecten terug te nemen, „want ze was er niet van overtuigd, dat deze haar toekwamen". Ze had dus de beheerder toestemming gegeven dit nader uit te zoeken. Toen mevrouw Mijnlieff overleed had de beheerder de effecten ver kocht en de opbrengst zelf behouden. De rechtbank zal op 13 juni tegen de be heerder vonnis wijzen. ADVERTENT1E Let op de zak met de Zeeuwse boer (Van onze parlementaire redacteur) Minister Suurhoff heeft de Eerste Kamer de verzekering gegeven, dat al het moge lijke wordt gedaan om te zorgen dat de algemene ouderdomswet, die de Eerste Kamer met algemene stemmen heeft aangenomen, op 1 januari 1957 in werking zal treden. Over de invoering van een algemene kinderbijslag-verzekering (met kinderbijslag van het derde kind af) heeft de ministerraad nog geen beslissing kunnen nemen. Dat zal vóór 13 juni de datum van de verkiezingen ook niet gebeuren. In de Eerste Kamer was de vrees uitgesproken, dat na het in werking treden van de Ouderdoms wet degenen, die een uitkering genoten krachtens de Noodwet-Ouderdomsvoorziening en andere sociale rentetrekkers, niet meer zouden kunnen profiteren van een lagere premie voor het ziekenfonds. Minister Suurhoff had dezer dagen hierover een advies ontvangen van de Ziekenfondsraad. Er zal spoedig een wetsontwerp worden uitge werkt om deze zaak te regelen. „Deze wet schept, wat men dan ook nog over sommige onzekerheden moge kunnen opmerken, in elk geval één zekerheid, namelijk dat iedere gepensioneerde er beter en niet een slechter van wordt." Dat stelde minister Suurhoff nog eens met bijzondere nadruk vast, toen hij, in gaande op wat er ook in de Eerste Kamer in het midden was gebracht wegens de mogelijkheid van aanpasing van andere pensioenen aan de ouderdomsuitkering. Hij merkte op dat er in brede kring misvat tingen over de aanpassingsmogelijkheid blijken te bestaan. Als voorbeeld maakte hij gewag van hetgeen een eenvoudige arbeider had ge schreven. Deze man krijgt een invalidi teitspensioen van 5,Voorts uit de vrij willige ouderdomsverzekering 10,en dank zij een hem door zijn werkgever toe gekend pensioentje nog eens 9,per week. In zijn brief noemde hij het onrecht vaardig, dat de minister hem al deze pen sioenen afneemt en hem daarvoor in de plaats alleen laat genieten van wat „deze armzalige wet" hem toekent. De man had echter volkomen over het hoofd gezien, dat de bepalingen inzake de aanpassings mogelijkheid de eerste twee uitkeringen geheel buiten beschouwing laat. Het zou heel vreemd zijn, als de werkgever op het bescheiden pensioentje van 9,nog zou gaan korten. „Men zal verbaasd zijn over de verbeteringen" Ter verdediging van het bepaalde om trent de aanpassingsmogelijkheid voerde minister Suurhoff aan, dat een algemeen sociaal-economisch belang vor dert, dat er tussen arbeidsinkomen en pen- „DE SLECHTE GEVOLGEN, welke de langdurige gevangenisstraf voor de persoonlijkheidsvorming van de gevangene heelt, doen de wens geboren worden om deze straf af te schaffen. In de huidige omstandigheden lijkt deze wens een droom." Dit verklaarde prof. mr. YV. P. Pompe, hoogleraar in het Strafrecht, de Strafvordering en de Criminologie aan de ijksuniversiteit te Ufgecht, tijdens de laatste bijeekomst voor de „meireekslezingen van het Criminologisch Instituut te Utrecht. Stelselmatig en voortdurend onderzoek naar de psychische toestand der langgestraften is, volgens hem, een eerste cis. Men mag echter, aldus de spreker, niet op de resultaten daarvan wachten om met verbeteringen te beginnen, welke nu reeds noodzakelijk en mogelijk blijken. Prof. Pompe zei, dat twee ontwikkelings lijnen zich thans duidelijk aftekenen. De eerste bestaat in de oriëntering naar een „maximum security prison", de tweede in de wijziging der lange gevangenisstraf in de richting van een psycho-therapeutische behandeling der gevangenen. De „maximum security prisons", aan een Amerikaans voorbeeld ontleend, zijn waar schijnlijk, aldus prof. Pompe, in ons land ingevoerd naar aanleiding van de fameuze ontvluchting der zeven politieke delinquen ten uit de strafgevangenis van Breda. Zij zijn thans gevestigd in Breda, Hoorn en Leeuwarden, zonder onderscheid des per- soons, bestemd voor de lang en levenslang gestraften. Prof. Pompe meent, dat in de maximale beveiliging, zoals deze in zulke gevangenissen eenzijdig wordt beklem toond, ernstige gevaren schuilen voor geestelijke misvorming van <le gevangenen en van belemmering van de menselijke Woensdag begon een driedaagse jeeprit voor militairen, welke werd georgani seerd door de militaire commissie voor automobiel- en motorwedstrijden. Ter gelegenheid van het tweede lustrum van deze commissie heeft de jeeprit een 'internationaal karakter: er wordt door Engelse, Belgische en Luxemburgse équipes aan deel genomen. De foto toont een van de Nederlandse jeeps die de tocht van de Chassée-kazerne uit te Breda begint. verhouding tussen gevangenispersoneel en gevangenen. De andere richting, psycho-therapeu tische behandeling der thans langdurig ge straften, zal volgens hem slechts een vol ledige oplossing van het probleem der langdurige gevangenisstraf kunnen geven, indien de langgestraften allen psychisch gestoord zouden zijn in psychiatrische zin. Vergelding of onschadelijk making? De grote moeilijkheid der langdurige ge vangenisstraf is, volgens prof. Pompe, daar in gelegen, dat zij boven de nodige en nuttige tijd ter verbetering van de ge vangene, ter voorbereiding van zijn invrij heidstelling, een restant strafduur bevat van vele jaren, tot levenslang toe. De recht vaardiging van dit restant zoekt men ofwel in de gedachte der onschadelijkmaking of wel in die der vergelding. De gedachte der onschadelijkmaking mag, volgens prof. Pompe, niet leiding gevend zijn. Zij is onvruchtbaar en tevens in strijd met het wezen van de straf, dat wil zeggen vergelding der misdaad. De ge dachte van de vergelding heeft in de loop der vele eeuwen waarin zij werd toegepast, aan bederf bloot gestaan en moet, volgens hem, als het ware worden schoon gemaakt. Deze gedachte, aldus prof. Pompe, berust op twee waarden, namelijk verantwoorde lijkheid en het onderscheid van zedelijk goed en kwaad. Enige intuïtie van de waarde der vergelding, heeft welhaast ieder mens. Een belangrijk element daarin noemde de spreker de gedachte van het goedmaken der misdaad. In dit opzicht merkte prof. Pompe op, dat men dit na de bezetting nastreefde door de politieke delinquenten de gelegen heid te geven vrijwillig landmijnen te rui men of in de kolenmijnen te werken. De spreker is dan ook van mening, dat ver betering der lange straffen kan geschieden door de levenslange gevangenisstraf af te schaffen en het algemeen maximum van twintig jaar te reduceren tot bijvoorbeeld tien jaar. Dit zou volgens hem, niet in strijd zijn met het beginsel der vergelding, want in het strafrecht is vergelding slechts relatief, dienstbaar aan het welzijn der ge meenschap. Actueler en meer kans biedend acht prof. Pompe evenwel de veiwroeging van de wettelijke mogelijkheid tot voorwaarde lijke invrijheidstelling. Tenslotte merkte prof. Pompe op, dat ook de arbeid grote betekenis heeft voor een zinvolle ten uit voer legging der lange straf, waarbij ver hoging van het loon tot het normale peil in de maatschappij de gevangene in staat stelt zijn gezin te onderhouden. sioeninkomen een redelijke verhouding bestaat en blijft bestaan. Daarom was in deze wet nodig de mogelijkheid van aan passing te scheppen, wilde niet het gevaar ontstaan, dat pensioenen zouden worden genoten tot dusdanig hoge percentages van het inkomen uit arbeid, dat onze nationale economie het niet meer zou kunnen dragen. De minister zette vervolgens nog uiteen, dat de groep van gepensioneerden in haar geheel geen nadeed van de aanpassing zal ondervinden. Hij besloot met de voorspelling, dat op 1 januari de mensen verbaasd zullen zijn over de verbeteringen, die deze wet hen zal doen genieten. Tal van belanghebben den, zo zei hij, zullen zich dan verwonderd afvragen, waarom er destijds zoveel lawaai over de aanpassingsartikelen is gemaakt. De nieuwe wet is voortgekomen uit een beslissing van het gehele kabinet. Tijdens de nu op gang zijnde verkiezingsveldtocht wordt daarop de nadruk gelegd om te ver doezelen, dat hij, minister Suurhoff, in de ministerraad het initiatief tot deze stap had ondernomen en het kabinetsbesluit had voorbereid. Met de heer Schipper (A.R.) was hij het eens, dat deze wet als het sluitstuk van onze sociale verzekering te beschouwen valt, maar niet als het slot. Want volgens de minister hoort er bepaald nog een voorziening ten behoeve van weduwen en wezen bij. Het plan van de Katholieke Volkspartij om daarvoor een noodvoorziening te treffen had het kabinet niet aanvaard, aangezien bij verwezen lijking van dat plan slechts weinigen buiten de armenzorg zouden zijn gekomen. Overigens houdt de Sociaal Economische Raad zich met bestudering van dat vraag stuk bezig. De voor de ouderdomsuitkering vereiste premie is. voorlopig bepaald op 6%a 7 pet. van het inkomen tot een maximum van 6000,daarboven wordt niets geheven. Zc laat mogelijk zal het tot definitieve vaststelling van het percentage komen. De loonstijgingen zullen vermoedelijk wel uitlopen op verhoging van de uitkering, die immers met de loonindex stijgt. Een verhoging van de ambtenarenpensioenen is de ministerraad reeds gepasseerd. Aldus nog enige door minister Suurhoff gedane mededelingen. Hij liet niet na Talma met ere te noemen als een der weg bereiders van de sociale verzekering. De indertijd door Talma gevoerde strijd gaf nog aanleiding tot wat gekibbel. Daaraan nam onder meer de heer Algra (A.R.) deel, waarop prof. Schermerhorn (P. v. d. A.) opmerkte, dat de drijvende krachten voor de emancipatie van de arbeidende klasse meer uit de socialistische dan uit de andere hoek waren voortge komen. Intussen kon ook hij vaststellen, dat de thans aangenomen wet op nationale overeenstemming berust. Zo gold mede hier: eind goed al goed. Ongeluk liep wonderlijk goed af Woensdag heeft zich op de Scheveningse- weg te 's-Gravenhage een botsing tussen een personenauto en een tram voorgedaan, die gezien de spectaculaire schade welke hierbij aan de auto werd aangericht, voor de beide inzittenden daarvan nog als be trekkelijk goed afgelopen mag worden be schouwd. Toen de auto waarin de dames T. en Van der M. evenwijdig aan lijn acht op de Soheveningseweg reed, stuurde de be stuurster nabij de Antonius Abtkedk plot seling de naar deze kerk leidende weg in, vlak voor een tramstel van lijn acht. De bestuurder van de tram remde hevig, doch kon niet verhinderen dat de auto aan de achterkant werd geraakt. Door de hevigheid van de schok werd de tram uit de rails gelicht, terwijl de auto na om haar lengte-as gedraai te zijn met de flank tegen een boom schoot. De linker zijde van de auto werd hierbij geheel inge drukt. Door kortsluiting ontstond onmid dellijk brand in de auto doch deze kon door het kordate optreden van personeel van ge meentewerken en van een kantoor worden bedwongen met een drietal schuimblussers. De beide inzittenden, bestuursleden van een meisjesvereniging, die zich naar het kindertehuis Don Bosco hadden willen be geven, bleken bekneld te zitten, maar wa ren bij bewustzijn. De nieuwe materiaal wagen van de brandweer in de Duinstraat was onmiddellijk met snijbranders en een neveltoestel ter plaatse en een half uur later kon een der dames, die een been had gebroken, naar het ziekenhuis aan het Westeinde worden overgebracht. Moeilijker bleek het de andere dame uit de auto te verlossen omdat zij bekneld zat tussen delen van de carrosserie en de boom. De brandweer moest verscheidene delen van de motor losbranden voordat ook zij naar het ziekenhuis kon worden overgebracht. Het verkeer ondervond door het verkeers ongeval grote vertraging. Gisteravond is nog vrij onverwacht te Velsen overleden dr. D. J. Boekens, gepen- sionneerd leraar in de biologie en wis kunde aan de RHBS. Dr. Boekens, die tot een der meest beminde leraren van de school behoorde, was pas gepensionneerd en heeft daarvoor tot zijn 65ste jaar tot op de laatste dag een intense belangstelling gehouden voor de natuur, zowel flora als fauna. De thans overledene heeft enige malen meegewerkt aan het blad van de Velsense commissie voor natuurbescher ming „De Zandkorrel". Hij ondervond in brede kring waardering voor zijn sympa thieke persoonlijkheid. De crematie heeft plaats vrijdagmiddag in het Velsense cre matorium na aankomst van de trein van 2 uur. De Nederlandse kustvaarder „Prins Bernhard" (379 ton) is woensdagavond laat op 5 mijl van Folkestone in aanvaring ge weest met een nog onbekend schip. De „Prins Bernhard" maakte na de aanva ring slagzij en vroeg radiografisch om hulp van een reddingboot. Later meldde het Duitse schip „Tanger" dat het met de „Prins Bernhard" in aan varing is geweest. De „Tanger" heeft een reddingboot naar het Nederlandse schip gezonden. De reddingboot van Dover is langszij de „Prins Bernhard" gekomen en vergezelde het schip naar Dover. De aanvaring had plaats in dichte mist. Morgen is het 1 ■juni. Wat dat wil zeggen tcerd hierboven in beeld gebracht. Het hengelseizoen wordt geopend. Een andere jacht op Hollandse Nieuwe" wordt ermee begonnen! De minister van Economische Zaken, prof. dr. J. Zijlstra, heeft op de algemene ledenvergadering van de Federatie van Werkgeversorganisaties in het Boekdruk- kersbedrijf te Enschedé gesproken over .Samenspel tussen overheid en bedrijfs leven." Prof. Dr. J. Zijlstra Deze samenwerking behoort, aldus de minister, tot de belangrijkste factoren, die hebben bijgedragen tot de economische op bloei van ons land in de na-oorlogse jaren. De samenwerking op sociaal-economisch gebied tussen overheid, werkgevers en werknemers in Nederland is een nieuwe benaderingswijze van de sociaal-economi sche problematiek, die in het buitenland sterk de aandacht heeft getrokken. De be tekenis van dit samenspel is met name ook gebleken bij het voeren van de huidige prijsstabilisatiepolitiek. De noodzaak van prijsstabiliteit klemt te meer, omdat begin volgend jaar gerekend moet worden op nieuwe lastenverzwaringen, voortvloeiende uit de oudedagsvoorziening en een huur verhoging, die onontkoombaar tot loon- correcties zullen moeten leiden. Het is daarbij zelfs de vraag of deze buiten de prijzen kunnen worden gehouden. Hiervoor is beslissend de ontwikkeling van de arbeidsproduktiviteit, zei de minister. Prof. Zijlstra ging daarna in op het kar- telbeleid, waarbij hij opmerkte dat niet iedere ondernemersafspraak onder alle om standigheden voor de gemeenschap na delige consequenties heeft. De ervaring in de afgelopen jaren heeft geleerd, dat er kartelvormen voorkomen die niet aan vaardbaar zijn en dan ook vrijwel steeds veroordeeld moesten worden. De minister verklaarde uitdrukkelijk dat tot op de dag van heden nog geen definitief standpunt ten aanzien van welke vorm van kartel lering ook is ingenomen. De verschillende vormen worden grondig bestudeerd. De algemene bezwaren op sommige gebieden gaan zich duidelijk aftekenen. Op het terrein van de prijsregelingen zijn er eveneens bepaalde vormen, waar tegen hij bezwaren heeft, bijvoorbeeld de verticale prijsbinding voor merkartikelen. Verticale prijsbinding betekent een auto matisch prijskartel. Tegen de horizontale uniforme prijsregelingen heeft hij ook onder de huidige omstandigheden in het algemeen bezwaar. Ook dit soort regelin gen hoort in ondernemingsgewijze georga niseerde produktie in het algemeen niet thuis. Hij was bereid horizontale uniforme prijsregelingen te aanvaarden, als men hem duidelijk maakt, dat zonder deze een catastrofale ontwikkeling zou ontstaan. De bevolking van ons land neemt nog steeds toe, hetgeen betekent, dat de indus trie verder uitgebreid moet worden. Dit structurele probleem wordt thans door de hoogconjunctuur versluierd, maar men dient zich van deze realiteit bewust te blijven. De ontwikkeling van de uitbrei dingsinvesteringen hangt in belangrijke mate af van onze uitvoer. Automatisering Er is nog een andere omstandigheid, waarmee wij rekening moeten houden, aldus de minister. De automatisering van het fabricageproces begint thans tot ontwikkeling te komen. Willen wij een zo sterk mogelijke concurrentie positie op de buitenlandse markt hand haven, dan zullen wij niet alleen moeten meegaan, maar er zelfs voor moeten zorgen dat wij in de voorste linie komen en er in blijven. Dit be tekent verhoging van de kapitaals intensiteit van de produktie. Het struc turele werkgelegenheidsvraagstuk van ons land zal hierdoor nog verder ver scherpen, ook al lijkt het conjuncturele beeld thans anders. Met het ook op onze internationale con currentiepositie dient onze economie een zo groot mogelijke mate van flexibiliteit te bezitten. De minister is er zich van be wust, dat dit hoge eisen stelt aan de Nederlandse ondernemers. De meest doel matige wijze om deze flexibiliteit te be reiken is handhaving van een gezonde concurrentie. Waar deze concurrentie min of meer opzettelijk wordt uitgeschakeld, treedt onvermijdelijk een verstarring op. Samenwerking in het bedrijfsleven kan een groot goed zijn, wanneer zij positief gericht is, doch wanneer zij ingesteld is op afweer, door uitschakeling van de concur rentie, kan samenwerking leiden tot ach teruitgang en vroeg of laat tot ondergang, zo besloot minister Zijlstra. Loodgieter door Hof veroordeeld De loodgieter G. S. uit Maastricht, is door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot twee weken hechtenis om dat hij, naar het oordeel van het hof, door onvoorzichtig omgaan met vuur de brand in de St. Servaastoren veroorzaakt heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 13