Beheerder verkocht effecten
van Mussert te eigen bate
TARVO
Eerste Kamer eenstemmig
voor Ouderdomswet
Onze concurrentiepositie
moet zo sterk mogelijk zijn
(Urv.TIleyec
Voel
met
Prof. Pompe pleit voor bekorting van
de langdurige gevangenisstraf
Haagse tram reed
personenauto aan
Verdachte: „Ik had van Musserts tante
verlof in vrijheid ermee te handelen
„Iedere gepensioneerde wordt er
beter vanzegt minister Suurhoff
Minister Zijlstra:
DONDERDAG 31 MEI 1°36
11
Officier van Justitie eist anderhalf jaar
Verdachte aangesteld
door Beheersinstituut
GROTE HOUTSTRAAT 16
Toren van Appingedam
door bliksem getroffen
Bondsdag Gereformeerde
vrouwen in Amsterdam
MOUTBROOD
Twee ontwikkelingslijnen
Inzittende twee dames na
een half uur bevrijd
Dr. D. J. Broekens overleden
Kustvaarder bij Folkestone
aangevaren
Bij automatisering van het fabricageproces
moeten wij niet achteraan komen"
De brand in de St. Servaas
toren te Maastricht
99
„Ik neem wel aan dat nijpende financiële omstandigheden hem voor de verleiding heb
ben doen bezwijken", zei de officier van Justitie bij de rechtbank te Amsterdam,
maar hij achtte verduistering der opbrengst (circa f 34.000) van effecten uit het bezit
van wijlen ir. Mussert zo ernstig, dat hij ondanks het blanco strafblad anderhalf jaar
gevangenisstraf eiste tegen de beheerder dezer effecten, de 56-jarige belastingconsu
lent mr. H. A. J. D. uit Naarden. „Ik blijf bU mijn standpunt, dat mevrouw Mijnlieff
mij volstrekte vrijheid had gegeven om met de effecten te doen wat ik wilde", luid
de het verweer van deze beheerder, die tussen 1950 en 1954 telkens stukken had ver
kocht en de opbrengst zelf had behouden.
Mevrouw Mijnlieff was een tante van
Mussert, een zuster van de echtgenote van
Mussert. Toen de Utrechtse grond de voor
malige „Leider van het Nederlandse Volk"
te heet onder de voeten werd, stelde hij
zich in verbinding met zijn schoonzuster.
Afgesproken werd, dat Mussert zijn effec
ten op zijn vlucht niet mee zou nemen.
Mevrouw Mijnlieff nam contact op met
haar ouders, tevens de ouders van Mus
serts echtgenote, de bejaarde heer en me
vrouw Verburg in Utrecht. De dienstbode
van dit echtpaar werd nu als getuige ge-
hoord.
Schoonvader wilde Mussert
niet ontvangen
„Mevrouw Mijnlieff vroeg of wij een
pakje voor haar wilden bewaren", zei ze.
„Wij dachten, dat het brieven waren, waar
ze op gesteld was. Als ik ooit had geweten,
dat het Musserts effecten waren geweest,
had ik ze nooit aangepakt. Er reden in die
tijd weinig of geen treinen. Daarom zei
mevrouw Mijnlieff, die zelf in 't Gooi
woonde, dat Mussert het pakje wel zou ko
men brengen, maar mijn oude mevrouw
wilde hem aan huis niet ontvangen en dus
werd ik er op uit gestuurd om Mussert er
gens in de stad te ontmoeten. Hij gaf me
het pakje daar zelf".
Evenmin als haar zuster was mevrouw
Mijnlieff vrij van nationaal-socialistische
smetten. Het gevolg was, dat haar eigen
ADVERTENTIE
REGENKLEDING
PLASTIC DEUX PlèCES
voor fiets en bromfiets 4 A nfl
alleenverkoop voor T vJU
Haarlem
In de nacht van woensdag op donderdag
ontlastte zich boven Appingedam een kort,
doch hevig onweer, waarbij een kerktoren
door de bliksem getroffen werd. Een blik
semstraal sloeg via de ongeveer achtender
tig meter hoge toren aan de Wijkstraat in
het wegdek. Enige minuten daarna zag
men dat een zware houten lijst van de
toren in brand was geraakt.
De brandweer, die spoedig uitrukte,
stond voor een bijzonder zware taak, om
dat men van de grond af geen bluswater
rechtstreeks naar deze hoogte kon opvoe
ren. Via een aantal nauwe trappen kon
men tenslotte doordringen tot het boven
ste gedeelte van de toren, waar de vuur
haard met emmers water geblust werd. Na
een half uur was men de brand meester.
Omtrent de schade kon men hedennacht
nog niets meedelen, doch vermoed wordt
dat deze zeer aanzienlijk is.
Vijfduizend leden der Gereformeerde
vrouwenverenigingen uit vele plaatsen van
ons land hebben gisteren de Bonsdag be
zocht, die in verschillende gebouwen te
Amsterdam is gehouden.
In het Concertgebouw, gebouw Bellevue
en de Parkkerk zijn bijeenkomsten gehou
den, waar de dames G. Kraanvan de
Burg, A. de Dievan de Berg en N. P.
Veerman het onderwerp „Goed lezen en
goede lectuur" hebben ingeleid. Tijdens de
middaguren hebben ds. D. J. Roos van
Haarlem, dr. J. C. Gilhuis van Amsterdam
en ds. H. A. L. van der Linden van De Bilt
gesproken over het centrale thema van
deze Bondsdag: „Ons leven een brief van
Christus".
vermogen en dat van haar dochter na de
bevrijding onder beheer van het Beheers
instituut werden gesteld.Als beheerder werd
mr. D. uit Naarden aangesteld. Mevrouw
Mijnlieff liet het pakje uit Utrecht halen
en voorlopig werden Musserts effecten toe
gevoegd aan haar onder beheer gesteld be
zit. In 1949 werd het beheer opgeheven,
maar er ontstond wel enige verwarring,
want de beheerder repte met geen woord
meer over Musserts effecten, waarover
geen beslissing werd genomen.
Van de Staat
„Wij hebben er de beheerder herhaalde
lijk over geschreven", vertelde als getuige
een ambtenaar van het Nederlands Be
heersinstituut, „maar hij liet niets van zich
horen en heeft van de verkoop in het ge
heel geen melding gemaakt. Mevrouw
Mijnlieff had hem de effecten niet eens
kunnen schenken, als we al aannemen, dat
ze dat had willen doen, want de effecten
behoorden haar helemaal niet toe, doch de
Staat".
Vervolgens verscheen de 33-jarige doch
ter van mevrouw Mijnlieff, een achter
nicht van Mussert, thans mevrouw M. C.
RompelmanMijnlieff uit Oisterwijk, als
getuige. Ook haar houding tijdens de oor
log was van dien aard geweest, dat haar
bezit onder beheer was gesteld. Haar moe
der is inmiddels overleden, zodat de recht
bank haar en haar man,, de 44-jarige koop
man F. H. Rompelman uit Oisterwijk,
hoorde over de beweerde volmacht.
„Onzin"
„Onzin", zei Musserts achternicht, „hij
mocht er natuurlijk niet mee doen wat hij
wilde. De verhouding tussen ons en mr. D.
was zeker niet van dien aard, dat wij hem
vierendertig mille cadeau wilden doen.
Wij waren over zijn beheer niet tevreden".
Wel echter was volgens haar juist, dat me
vrouw Mijnlieff bij de opheffing van het
beheer over haar eigen vermogen gewei
gerd had ook Musserts effecten terug te
nemen, „want ze was er niet van overtuigd,
dat deze haar toekwamen". Ze had dus de
beheerder toestemming gegeven dit nader
uit te zoeken. Toen mevrouw Mijnlieff
overleed had de beheerder de effecten ver
kocht en de opbrengst zelf behouden.
De rechtbank zal op 13 juni tegen de be
heerder vonnis wijzen.
ADVERTENT1E
Let
op
de zak met de Zeeuwse boer
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Suurhoff heeft de Eerste Kamer de verzekering gegeven, dat al het moge
lijke wordt gedaan om te zorgen dat de algemene ouderdomswet, die de Eerste Kamer
met algemene stemmen heeft aangenomen, op 1 januari 1957 in werking zal treden.
Over de invoering van een algemene kinderbijslag-verzekering (met kinderbijslag
van het derde kind af) heeft de ministerraad nog geen beslissing kunnen nemen. Dat
zal vóór 13 juni de datum van de verkiezingen ook niet gebeuren. In de Eerste
Kamer was de vrees uitgesproken, dat na het in werking treden van de Ouderdoms
wet degenen, die een uitkering genoten krachtens de Noodwet-Ouderdomsvoorziening
en andere sociale rentetrekkers, niet meer zouden kunnen profiteren van een lagere
premie voor het ziekenfonds. Minister Suurhoff had dezer dagen hierover een advies
ontvangen van de Ziekenfondsraad. Er zal spoedig een wetsontwerp worden uitge
werkt om deze zaak te regelen.
„Deze wet schept, wat men dan ook nog
over sommige onzekerheden moge kunnen
opmerken, in elk geval één zekerheid,
namelijk dat iedere gepensioneerde er
beter en niet een slechter van wordt." Dat
stelde minister Suurhoff nog eens
met bijzondere nadruk vast, toen hij, in
gaande op wat er ook in de Eerste Kamer
in het midden was gebracht wegens de
mogelijkheid van aanpasing van andere
pensioenen aan de ouderdomsuitkering. Hij
merkte op dat er in brede kring misvat
tingen over de aanpassingsmogelijkheid
blijken te bestaan.
Als voorbeeld maakte hij gewag van
hetgeen een eenvoudige arbeider had ge
schreven. Deze man krijgt een invalidi
teitspensioen van 5,Voorts uit de vrij
willige ouderdomsverzekering 10,en
dank zij een hem door zijn werkgever toe
gekend pensioentje nog eens 9,per
week. In zijn brief noemde hij het onrecht
vaardig, dat de minister hem al deze pen
sioenen afneemt en hem daarvoor in de
plaats alleen laat genieten van wat „deze
armzalige wet" hem toekent. De man had
echter volkomen over het hoofd gezien,
dat de bepalingen inzake de aanpassings
mogelijkheid de eerste twee uitkeringen
geheel buiten beschouwing laat. Het zou
heel vreemd zijn, als de werkgever op het
bescheiden pensioentje van 9,nog zou
gaan korten.
„Men zal verbaasd zijn over de
verbeteringen"
Ter verdediging van het bepaalde om
trent de aanpassingsmogelijkheid voerde
minister Suurhoff aan, dat een
algemeen sociaal-economisch belang vor
dert, dat er tussen arbeidsinkomen en pen-
„DE SLECHTE GEVOLGEN, welke de langdurige gevangenisstraf voor de
persoonlijkheidsvorming van de gevangene heelt, doen de wens geboren worden
om deze straf af te schaffen. In de huidige omstandigheden lijkt deze wens een
droom." Dit verklaarde prof. mr. YV. P. Pompe, hoogleraar in het Strafrecht, de
Strafvordering en de Criminologie aan de ijksuniversiteit te Ufgecht, tijdens de
laatste bijeekomst voor de „meireekslezingen van het Criminologisch Instituut
te Utrecht. Stelselmatig en voortdurend onderzoek naar de psychische toestand
der langgestraften is, volgens hem, een eerste cis. Men mag echter, aldus de
spreker, niet op de resultaten daarvan wachten om met verbeteringen te beginnen,
welke nu reeds noodzakelijk en mogelijk blijken.
Prof. Pompe zei, dat twee ontwikkelings
lijnen zich thans duidelijk aftekenen. De
eerste bestaat in de oriëntering naar een
„maximum security prison", de tweede in
de wijziging der lange gevangenisstraf in
de richting van een psycho-therapeutische
behandeling der gevangenen.
De „maximum security prisons", aan een
Amerikaans voorbeeld ontleend, zijn waar
schijnlijk, aldus prof. Pompe, in ons land
ingevoerd naar aanleiding van de fameuze
ontvluchting der zeven politieke delinquen
ten uit de strafgevangenis van Breda. Zij
zijn thans gevestigd in Breda, Hoorn en
Leeuwarden, zonder onderscheid des per-
soons, bestemd voor de lang en levenslang
gestraften. Prof. Pompe meent, dat in de
maximale beveiliging, zoals deze in zulke
gevangenissen eenzijdig wordt beklem
toond, ernstige gevaren schuilen voor
geestelijke misvorming van <le gevangenen
en van belemmering van de menselijke
Woensdag begon een driedaagse jeeprit voor militairen, welke werd georgani
seerd door de militaire commissie voor automobiel- en motorwedstrijden. Ter
gelegenheid van het tweede lustrum van deze commissie heeft de jeeprit een
'internationaal karakter: er wordt door Engelse, Belgische en Luxemburgse
équipes aan deel genomen. De foto toont een van de Nederlandse jeeps die de
tocht van de Chassée-kazerne uit te Breda begint.
verhouding tussen gevangenispersoneel en
gevangenen.
De andere richting, psycho-therapeu
tische behandeling der thans langdurig ge
straften, zal volgens hem slechts een vol
ledige oplossing van het probleem der
langdurige gevangenisstraf kunnen geven,
indien de langgestraften allen psychisch
gestoord zouden zijn in psychiatrische zin.
Vergelding of onschadelijk making?
De grote moeilijkheid der langdurige ge
vangenisstraf is, volgens prof. Pompe, daar
in gelegen, dat zij boven de nodige en
nuttige tijd ter verbetering van de ge
vangene, ter voorbereiding van zijn invrij
heidstelling, een restant strafduur bevat
van vele jaren, tot levenslang toe. De recht
vaardiging van dit restant zoekt men ofwel
in de gedachte der onschadelijkmaking of
wel in die der vergelding.
De gedachte der onschadelijkmaking
mag, volgens prof. Pompe, niet leiding
gevend zijn. Zij is onvruchtbaar en tevens
in strijd met het wezen van de straf, dat
wil zeggen vergelding der misdaad. De ge
dachte van de vergelding heeft in de loop
der vele eeuwen waarin zij werd toegepast,
aan bederf bloot gestaan en moet, volgens
hem, als het ware worden schoon gemaakt.
Deze gedachte, aldus prof. Pompe, berust
op twee waarden, namelijk verantwoorde
lijkheid en het onderscheid van zedelijk
goed en kwaad. Enige intuïtie van de
waarde der vergelding, heeft welhaast
ieder mens. Een belangrijk element daarin
noemde de spreker de gedachte van het
goedmaken der misdaad.
In dit opzicht merkte prof. Pompe op,
dat men dit na de bezetting nastreefde
door de politieke delinquenten de gelegen
heid te geven vrijwillig landmijnen te rui
men of in de kolenmijnen te werken. De
spreker is dan ook van mening, dat ver
betering der lange straffen kan geschieden
door de levenslange gevangenisstraf af te
schaffen en het algemeen maximum van
twintig jaar te reduceren tot bijvoorbeeld
tien jaar. Dit zou volgens hem, niet in
strijd zijn met het beginsel der vergelding,
want in het strafrecht is vergelding slechts
relatief, dienstbaar aan het welzijn der ge
meenschap.
Actueler en meer kans biedend acht prof.
Pompe evenwel de veiwroeging van de
wettelijke mogelijkheid tot voorwaarde
lijke invrijheidstelling. Tenslotte merkte
prof. Pompe op, dat ook de arbeid grote
betekenis heeft voor een zinvolle ten uit
voer legging der lange straf, waarbij ver
hoging van het loon tot het normale peil in
de maatschappij de gevangene in staat stelt
zijn gezin te onderhouden.
sioeninkomen een redelijke verhouding
bestaat en blijft bestaan. Daarom was in
deze wet nodig de mogelijkheid van aan
passing te scheppen, wilde niet het gevaar
ontstaan, dat pensioenen zouden worden
genoten tot dusdanig hoge percentages van
het inkomen uit arbeid, dat onze nationale
economie het niet meer zou kunnen dragen.
De minister zette vervolgens nog uiteen,
dat de groep van gepensioneerden in haar
geheel geen nadeed van de aanpassing zal
ondervinden.
Hij besloot met de voorspelling, dat op
1 januari de mensen verbaasd zullen zijn
over de verbeteringen, die deze wet hen
zal doen genieten. Tal van belanghebben
den, zo zei hij, zullen zich dan verwonderd
afvragen, waarom er destijds zoveel lawaai
over de aanpassingsartikelen is gemaakt.
De nieuwe wet is voortgekomen uit een
beslissing van het gehele kabinet. Tijdens
de nu op gang zijnde verkiezingsveldtocht
wordt daarop de nadruk gelegd om te ver
doezelen, dat hij, minister Suurhoff, in de
ministerraad het initiatief tot deze stap
had ondernomen en het kabinetsbesluit had
voorbereid. Met de heer Schipper (A.R.)
was hij het eens, dat deze wet als het
sluitstuk van onze sociale verzekering te
beschouwen valt, maar niet als het slot.
Want volgens de minister hoort er bepaald
nog een voorziening ten behoeve van
weduwen en wezen bij. Het plan van de
Katholieke Volkspartij om daarvoor een
noodvoorziening te treffen had het kabinet
niet aanvaard, aangezien bij verwezen
lijking van dat plan slechts weinigen
buiten de armenzorg zouden zijn gekomen.
Overigens houdt de Sociaal Economische
Raad zich met bestudering van dat vraag
stuk bezig.
De voor de ouderdomsuitkering vereiste
premie is. voorlopig bepaald op 6%a 7 pet.
van het inkomen tot een maximum van
6000,daarboven wordt niets geheven.
Zc laat mogelijk zal het tot definitieve
vaststelling van het percentage komen.
De loonstijgingen zullen vermoedelijk
wel uitlopen op verhoging van de uitkering,
die immers met de loonindex stijgt. Een
verhoging van de ambtenarenpensioenen
is de ministerraad reeds gepasseerd.
Aldus nog enige door minister Suurhoff
gedane mededelingen. Hij liet niet na
Talma met ere te noemen als een der weg
bereiders van de sociale verzekering. De
indertijd door Talma gevoerde strijd gaf
nog aanleiding tot wat gekibbel. Daaraan
nam onder meer de heer Algra (A.R.)
deel, waarop prof. Schermerhorn
(P. v. d. A.) opmerkte, dat de drijvende
krachten voor de emancipatie van de
arbeidende klasse meer uit de socialistische
dan uit de andere hoek waren voortge
komen. Intussen kon ook hij vaststellen,
dat de thans aangenomen wet op nationale
overeenstemming berust. Zo gold mede
hier: eind goed al goed.
Ongeluk liep wonderlijk goed af
Woensdag heeft zich op de Scheveningse-
weg te 's-Gravenhage een botsing tussen
een personenauto en een tram voorgedaan,
die gezien de spectaculaire schade welke
hierbij aan de auto werd aangericht, voor
de beide inzittenden daarvan nog als be
trekkelijk goed afgelopen mag worden be
schouwd. Toen de auto waarin de dames T.
en Van der M. evenwijdig aan lijn acht op
de Soheveningseweg reed, stuurde de be
stuurster nabij de Antonius Abtkedk plot
seling de naar deze kerk leidende weg in,
vlak voor een tramstel van lijn acht. De
bestuurder van de tram remde hevig, doch
kon niet verhinderen dat de auto aan de
achterkant werd geraakt.
Door de hevigheid van de schok werd de
tram uit de rails gelicht, terwijl de auto
na om haar lengte-as gedraai te zijn met
de flank tegen een boom schoot. De linker
zijde van de auto werd hierbij geheel inge
drukt. Door kortsluiting ontstond onmid
dellijk brand in de auto doch deze kon door
het kordate optreden van personeel van ge
meentewerken en van een kantoor worden
bedwongen met een drietal schuimblussers.
De beide inzittenden, bestuursleden van
een meisjesvereniging, die zich naar het
kindertehuis Don Bosco hadden willen be
geven, bleken bekneld te zitten, maar wa
ren bij bewustzijn. De nieuwe materiaal
wagen van de brandweer in de Duinstraat
was onmiddellijk met snijbranders en een
neveltoestel ter plaatse en een half uur
later kon een der dames, die een been had
gebroken, naar het ziekenhuis aan het
Westeinde worden overgebracht. Moeilijker
bleek het de andere dame uit de auto te
verlossen omdat zij bekneld zat tussen
delen van de carrosserie en de boom. De
brandweer moest verscheidene delen van
de motor losbranden voordat ook zij naar
het ziekenhuis kon worden overgebracht.
Het verkeer ondervond door het verkeers
ongeval grote vertraging.
Gisteravond is nog vrij onverwacht te
Velsen overleden dr. D. J. Boekens, gepen-
sionneerd leraar in de biologie en wis
kunde aan de RHBS. Dr. Boekens, die tot
een der meest beminde leraren van de
school behoorde, was pas gepensionneerd
en heeft daarvoor tot zijn 65ste jaar tot
op de laatste dag een intense belangstelling
gehouden voor de natuur, zowel flora als
fauna. De thans overledene heeft enige
malen meegewerkt aan het blad van de
Velsense commissie voor natuurbescher
ming „De Zandkorrel". Hij ondervond in
brede kring waardering voor zijn sympa
thieke persoonlijkheid. De crematie heeft
plaats vrijdagmiddag in het Velsense cre
matorium na aankomst van de trein van
2 uur.
De Nederlandse kustvaarder „Prins
Bernhard" (379 ton) is woensdagavond laat
op 5 mijl van Folkestone in aanvaring ge
weest met een nog onbekend schip. De
„Prins Bernhard" maakte na de aanva
ring slagzij en vroeg radiografisch om hulp
van een reddingboot.
Later meldde het Duitse schip „Tanger"
dat het met de „Prins Bernhard" in aan
varing is geweest. De „Tanger" heeft een
reddingboot naar het Nederlandse schip
gezonden.
De reddingboot van Dover is langszij de
„Prins Bernhard" gekomen en vergezelde
het schip naar Dover. De aanvaring had
plaats in dichte mist.
Morgen is het 1 ■juni. Wat dat wil zeggen tcerd hierboven in beeld gebracht.
Het hengelseizoen wordt geopend. Een andere jacht op Hollandse Nieuwe"
wordt ermee begonnen!
De minister van Economische Zaken,
prof. dr. J. Zijlstra, heeft op de algemene
ledenvergadering van de Federatie van
Werkgeversorganisaties in het Boekdruk-
kersbedrijf te Enschedé gesproken over
.Samenspel tussen overheid en bedrijfs
leven."
Prof. Dr. J. Zijlstra
Deze samenwerking behoort, aldus de
minister, tot de belangrijkste factoren, die
hebben bijgedragen tot de economische op
bloei van ons land in de na-oorlogse jaren.
De samenwerking op sociaal-economisch
gebied tussen overheid, werkgevers en
werknemers in Nederland is een nieuwe
benaderingswijze van de sociaal-economi
sche problematiek, die in het buitenland
sterk de aandacht heeft getrokken. De be
tekenis van dit samenspel is met name ook
gebleken bij het voeren van de huidige
prijsstabilisatiepolitiek. De noodzaak van
prijsstabiliteit klemt te meer, omdat begin
volgend jaar gerekend moet worden op
nieuwe lastenverzwaringen, voortvloeiende
uit de oudedagsvoorziening en een huur
verhoging, die onontkoombaar tot loon-
correcties zullen moeten leiden. Het is
daarbij zelfs de vraag of deze buiten de
prijzen kunnen worden gehouden. Hiervoor
is beslissend de ontwikkeling van de
arbeidsproduktiviteit, zei de minister.
Prof. Zijlstra ging daarna in op het kar-
telbeleid, waarbij hij opmerkte dat niet
iedere ondernemersafspraak onder alle om
standigheden voor de gemeenschap na
delige consequenties heeft. De ervaring in
de afgelopen jaren heeft geleerd, dat er
kartelvormen voorkomen die niet aan
vaardbaar zijn en dan ook vrijwel steeds
veroordeeld moesten worden. De minister
verklaarde uitdrukkelijk dat tot op de dag
van heden nog geen definitief standpunt
ten aanzien van welke vorm van kartel
lering ook is ingenomen. De verschillende
vormen worden grondig bestudeerd. De
algemene bezwaren op sommige gebieden
gaan zich duidelijk aftekenen.
Op het terrein van de prijsregelingen
zijn er eveneens bepaalde vormen, waar
tegen hij bezwaren heeft, bijvoorbeeld de
verticale prijsbinding voor merkartikelen.
Verticale prijsbinding betekent een auto
matisch prijskartel. Tegen de horizontale
uniforme prijsregelingen heeft hij ook
onder de huidige omstandigheden in het
algemeen bezwaar. Ook dit soort regelin
gen hoort in ondernemingsgewijze georga
niseerde produktie in het algemeen niet
thuis. Hij was bereid horizontale uniforme
prijsregelingen te aanvaarden, als men hem
duidelijk maakt, dat zonder deze een
catastrofale ontwikkeling zou ontstaan.
De bevolking van ons land neemt nog
steeds toe, hetgeen betekent, dat de indus
trie verder uitgebreid moet worden. Dit
structurele probleem wordt thans door de
hoogconjunctuur versluierd, maar men
dient zich van deze realiteit bewust te
blijven. De ontwikkeling van de uitbrei
dingsinvesteringen hangt in belangrijke
mate af van onze uitvoer.
Automatisering
Er is nog een andere omstandigheid,
waarmee wij rekening moeten houden,
aldus de minister. De automatisering
van het fabricageproces begint thans
tot ontwikkeling te komen. Willen wij
een zo sterk mogelijke concurrentie
positie op de buitenlandse markt hand
haven, dan zullen wij niet alleen
moeten meegaan, maar er zelfs voor
moeten zorgen dat wij in de voorste
linie komen en er in blijven. Dit be
tekent verhoging van de kapitaals
intensiteit van de produktie. Het struc
turele werkgelegenheidsvraagstuk van
ons land zal hierdoor nog verder ver
scherpen, ook al lijkt het conjuncturele
beeld thans anders.
Met het ook op onze internationale con
currentiepositie dient onze economie een
zo groot mogelijke mate van flexibiliteit
te bezitten. De minister is er zich van be
wust, dat dit hoge eisen stelt aan de
Nederlandse ondernemers. De meest doel
matige wijze om deze flexibiliteit te be
reiken is handhaving van een gezonde
concurrentie. Waar deze concurrentie min
of meer opzettelijk wordt uitgeschakeld,
treedt onvermijdelijk een verstarring op.
Samenwerking in het bedrijfsleven kan
een groot goed zijn, wanneer zij positief
gericht is, doch wanneer zij ingesteld is op
afweer, door uitschakeling van de concur
rentie, kan samenwerking leiden tot ach
teruitgang en vroeg of laat tot ondergang,
zo besloot minister Zijlstra.
Loodgieter door Hof veroordeeld
De loodgieter G. S. uit Maastricht, is
door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
veroordeeld tot twee weken hechtenis om
dat hij, naar het oordeel van het hof, door
onvoorzichtig omgaan met vuur de brand
in de St. Servaastoren veroorzaakt heeft.