Als sensatie kwam uit Warschau
„De Opwekking van Lazarns"
Agenda voor
Haarlem
Tentoonstelling ter herdenking
van Bartus Korteling
Muzikale Offer van Bach door
„Alma Musica" vertolkt
Rembrandt als leermeester
Nadere kennismaking
met Carel Fabritius
Haarlemse jongen
Kunstmaand Amsterdam
gewond in Driehuis
Spel met munitie werd
hem bijna noodlottig
Bank in hoofdstad voor
f 18.000 opgelicht
Rotterdammers verkochten
marihuana-sigaretten
Rogeri-Strijkkwartet
Werken van Cézanne
Wat is parkeerterrein
in de zin der wet?
DONDERDAG 31 MEI 1956
O
is stellig een van de hoogtepunten van de
belangrijke tentoonstelling, maar er zijn
meer verrassingen van hoge kwaliteit.
Door een New Yorkse kunsthandelaar is
een schilderij afgestaan, voorstellend een
meisje dat een eend plukt. Uit een Zwit
serse verzameling kon de getekende voor
studie verworven worden. Ook dit schilde
rij maakt; een grote indruk op de beschou
wer door het voldragen sentiment, de dro
merige atmosfeer. Het jonge kind is geheel
verdiept in haar nederige werk. Zeer raak
is het gegeven uitgebeeld in een kleuren
schema, dat het meest verwant is aan de
bekende werken van Barent Fabritius, een
jongere broer van Carel en het is daarom,
dat dit prachtige schilderij en de schets-
tekening aan hem worden toegeschreven.
J. N. VAN WESSEM
Gistermiddag: om vijf uur werd door een
surveillerende agent bij de voormalige
tankmuur in Driehuis een hevig bloedende
jongen van 12 Jaar gevonden. De knaap
bleek afkomstig te zijn uit Haarlem; hij
moest dan ook naar een Haarlems zieken
huis worden overgebracht.
Bij onderzoek bleek, dat de jongen met
twee vriendjes op deze plek met explosie
ven geëxperimenteerd had. Nadat er een
ontploffing op gevolgd was, die voor de
12-jarige bijna fataal was geworden, zijn
de beide anderen er van door gegaan, maar
de gewonde jongen is blijven liggen, tot
de agent hem vond en een passerende auto
mobilist hem kon vervoeren.
In de fietstas van de knaap werd een
Hollandse handgranaat, die op scherp
stond gevonden, benevens een aantal ver
woeste geweerpatronen en enige andere,
levensgevaarlijke munitie.
De toestand van de gewonde jongen E.
B., die in het ziekenhuis Joannes de Deo
is opgenomen, is goed. De Haarlemse politie
heeft inmiddels een onderzoek in de wo
ningen der drie jongens ingesteld, waar
echter niets bijzonders werd aangetroffen.
Uit de jaszak van de gewonde knaap
kwamen in het ziekenhuis enige geweer
patronen tevoorschijn alsmede een tank
granaat ontsteking.
De recherche van het politiebureau Leid-
seplein heeft een 40-jarige bankemployé
gearresteerd, die bekend heeft de bank in
de hoofdstad waar hij werkzaam was, voor
achttienduizend gulden te hebben opge
licht. Van het geld is nog maar duizend
gulden over; de resterende zeventiendui
zend gulden heeft de man aangewend om
oude schulden af te lossen.
Een -firma in Engeland had via haar
Bank het bedrag laten overmaken voor
een fabriek in Amsterdam. Dit bedrijf had
echter geen rekening bij die bank. Deze
zond aan de fabriek mededeling van de
voor haar bestemde overschrijving, doch de
employé onderschepte deze brief.
Hij voerde een telefoongesprek, waarbij
„de "fabriek de bank verzocht om uitbe
taling in contanten". Enige tijd daarna
vervoegde de bankemployé zich bij de kas
sier met de mededeling, dat de procuratie
houder van de fabriek in de wachtkamer
zat te wachten en hij verzocht de kassier
een kwitantie ad f 18.000 uit te schrijven.
De man deed dit in goed vertrouwen en
even later keerde de bankbediende met een
valse handtekening op de kwitantie bij de
kassier terug, die prompt uitbetaalde.
De zaak kwam aan het rollen doordat de
Amsterdamse fabriek de Engelse firma om
uitbetaling verzocht. Deze antwoordde
verbaasd, dat het geld reeds via de bank
was overgemaakt. De bank in Amsterdam
deelde op haar beurt mede, dat het bedrag
aan de procuratiehouder van de fabriek
was uitbetaald. De naam van de procu
ratiehouder op de kwitantie, die duidelijk
was gescheven, klopte echter niet, zodat
men toen begreep, dat het geld aan een
niet gerechtigde was uitbetaald.
Omdat de bank een administratie voert
waarbij de postzegels voor de uitgaande
post worden genoteerd, kon worden nage
gaan, dat er geen postzegels voor brieven
aan de fabriek waren verantwoord. Toen
was de oneerlijke bankbediende weldra
gevonden.
Critic on J*»* r N.V
en
Tijdens de jaarvergadering van de
Christelijke Kruideniershond. die in
Utrecht is gehouden, heeft de voorzitter,
de heer P. Renkema uit Appingedam. ver
klaard verontrust te ziin over het on
treden van de Nederlandse Consumenten
bond.
Hij achtte het een zeer ernstige fout van
de redactie van het Anti-Revolutionaire
partijblad ..Nederlandse Gedachten", de
onlangs opgerichte consumentenraad aan
te prijzen in een artikel, dat tof titel draagt
„Wordt koning klant een geknechte consu
ment?" „Nu onze partner in het convent
van Chi-istelijk Nationaal Vakverbond,
samen met NVV en KAB mede een actie
op tou wzet, die de middenstand ernstig te
na komt, aldus de heer Renkema. moet
men zich afvragen, of in Nederland een
nieuwe klassenstrijd wordt aangekondigd.
Want in het artikel in „Nederlandse Ge
dachten" wordt gezegd, dat de consu
menten waakzaam moeten zijn met het ge
weer aan de voet. Het ons geestverwante
CNV", aldus de heer Renkema. „heeft ons
zeer ernstig onrecht aangedaan". Hij vroeg
zich af, of het voor de Christelijke Mid
denstandsbond. waarbij de Christelijke
Kruideniersbond is aangesloten, nog zin
heeft onder deze verhoudingen met de
conventpartners aan tafel te gaan zitten.
De kleine tentoonstellingen in de kunst
handel komen een beetje in de schaduw
te staan van de grote Rembrandt-exposi-
ties. Het zou jammer zijn als de herden
kingstentoonstelling van schilderijen en
tekeningen van Bartus Korteling (1853-
1930) tot 9 juni bij de kunsthandel M. L.
de Boer te Amsterdam te zien aan de
aandacht, van de minnaars van de schilder
kunst. ontsnapte. Het is niet onze schuld
als wij deze naam niet kenden. De schilder
moet zich verre gehouden hebben van de
openbaarheid. Korteling werkte als leraar
aan inrichtingen van onderwijs te Har-
lingen en Deventer en had het exposeren
misschien dus niet zo van node. Opge
nomen in een groep, die een bepaalde
schilderkunstige richting voorstond, is hij
blijkbaar niet. Wel is kortelings werk te
situeren zowel in de Haagse School als bij
het Amsterdamse impressionisme. Door
zijn voorkeur voor landschappen denken
we aan de eerste groep. Zijn soms fors-
gebouwde kinderkoppen zijn er echter
moeilijk in te plaatsen. Zijn wijze van
schilderen toont soms even de drift van
een Breitner, maar een „Zandafgraving"
plaatst men toch meer in de buurt van
de dicht bij deze staande De Zwart.
Zeer zeker was Korteling geen figuur
die na een enthousiast begin naar de pro
vincie afzakte om verder in gezapigheid te
vervlakken. Hij had blijkbaar genoeg aan
zichzelf.
Drie landschappen boeiden me vooral.
In de eerste plaats is er een „Boerderij
met koolveld" met een sappige manier
van schilderen en een positieve kleur-
geving. Hoewel Korteling zich vermeide
in details bleef het een groot geschilderd,
doek. Het is zo echt Hollands van kleur
zonder grauw te zijn. Nergens werd de
kleur in die lommerrijke „Laan" ook
maar enigszins vuil. Bij een dergelijk on
derwerp hebben anderen niet altijd even
goed raad geweten met de zonnevlekken
op de weg als hij. Bijzonder van kleur,
even zwemend naar het grijze en toch
kleur gebleven, is de „Boomgaard" uitge
vallen. Bij zo'n schilderij vraagt men zich
af waarom het nodig was dat Mondriaan
een volkomen op dit gelijkend onderwerp
zo tot abstractie moest brengen. Een feit
is het voor mij dat Mondriaan het op deze,
Kortelings wijze, eenvoudig niet kon.
Korteling blijkt een uitstekend tekenaar
geweest; t.e zijn, puntig in enkele land
schappen, gevoelig en knap van observeren
in het portret van een schrijvende jongen.
Moge een enkel stilleven met koperen pot
ons wat te academisch vervelend (hoewel
knap geschilderd) aandoen, daartegenover
prijkt een bijzonder bloemstuk met pa
pavers dat, wanneer we vergelijken met
Verster, Breitner of Amsterdamse Joffers,
een geheel eigen persoonlijkheid achter
zich bewijst te hebben.
BOB BUYS
Het bekende instrumentale sextet „Alma
Musica" leverde dinsdagavond een zeer
belangrijke bijdrage in de manifestaties
van de Amsterdamse Kunstmaand, name
lijk met de uitvoering van Bach's „Musika-
lisches Opfer" in de interpretatie zoals wij
die reeds kennen van de grammofoon-op
name van dit ensemble. Dit nummer van
muzikale wiskunde, dat niettemin verras
send van uitdrukking blijkt te zijn, dankt
zoals men weet zijn ontstaan aan het be
zoek dat de „oude" Bach in 1747 aan Fre-
derik de Grote in het paleis te Potsdam
heeft gebracht. De koning legde de cantor
een thema voor en verzocht hem hierop
een driestemmige fuga te improviseren.
Nadat Bach hieraan tot bewondering van
alle aanwezigen voldaan had, vroeg de mu
zikale koning hij componeerde zelf ook
en speelde fluit op hetzelfde thema ook
een zesstemmige fuga te improviseren.
Bach ging hier echter niet op in, doch be
loofde deze opgave op schrift uit te werken
en haar aan Frederik toe te zenden. Als
compensatie speelde hij wel een zesstem
mige fuga op een eigen thema. Tengevolge
van de gedane belofte is het „Musikalisches
Opfer" ontstaan. Teruggekeerd te Leipzig
componeerde Bach de gevraagde zesstem
mige fuga op het „koninklijke thema," zo
als hij het noemde.
Het was ook inderdaad een muzikale in
val van zeer voorname betekenis en rijk
aan mogelijkheden. Deze buitte de geniale
componist niet alleen op verrassende wijze
uit in de zesstemmige fuga, maar tevens in
wat hij er nog aan toevoegde, namelijk tien
canons en een vierdelige sonate voor fluit,
viool en continuo. In de tien canons, die
evenzoveel modellen zijn van muzikale
wiskunde, toonde Bach zijn wonderlijke
bedrevenheid in het muzikale handwerk,
dat meer dan twee eeuwen vroeger de
roem geweest was van de zuidnederlandse
polyfonisten. Men kan zich afvragen of
Bach's tijdgenoten, Frederik de Grote
daarbij inbegrepen, de portée gesnapt heb
ben van deze kunstvaardigheid, gesubli
meerd bovendien door de geniale geest, die
dit wiskunstig notenspel tot waarachtige
muziek maakte.
Behoudens in de Triosonate onthield
Bach zich van enige aanduiding betreffen
de de instrumentatie van zijn werk, wat
ook het geval met zijn „Die Kunst der
Fuga" was. Schx-eef hij enkel muziek om
gelezen te worden, of gaf hij zijn werk als
een raadsel om op te lossen? Gelet op de
muzikale inhoud en de rijke mogelijkheden
dringt 'net laatste zich op. Of men daar
De procureur-generaal bij het gerechts
hof te 's-Gravenhage heeft bevestiging van
het vonnis van de rechtbank te Rotterdam
gerenuireerd tegen de meter en weger Th.
H. van O. negen maanden gevangenis
straf en de controleur J. W. zes
maanden gevangenisstraf beiden uit
Rotterdam, die in het begin van dit jaar
verdovende sigaretten in voorraad hadden
en wildéh v.erhiopeiv ,ir
Van de werkgever van W„ had in
januari tijdens een feestje aan W. gevraagd
of hij deze sigaretten wilde verkopen. Zij
moesten een gulden per stuk kosten, waar
van W. dan een kwartje voor zichzelf
mocht behouden. De controleur, die geld
nodig had omdat hij wilde trouwen, raakte
in contact met een in Katendrecht onder
de naam „Dolle Dries" bekend staande fi
guur, die hem om marihuana sigaretten zou
hebben gevraagd.
W. werd op 4 februari aangehouden. Hij
had toen tweehonderd sigaretten bij zich.
W. verklaarde ter zitting, dat hij niet had
geweten dat de sigaretten zo gevaarlijk
waren. Hij dacht dat het „een aardig zwart
handeltje" was.
De verdedigers van O. en W„ mr. G. van
Iersel Kooiman en J. P. M. Mastboom,
vroegen een lichte straf omdat de beide
verdachten huns inziens geen werkelijke
handelaren in verdovende middelen wa
ren. Arrest volgt op 13 juni.
direct van geprofiteerd heeft, is echter de
vraag. Al te lang heeft men het muzikale
offer als een curiositeit beschouwd van de
heksenmeester in het contrapunt, die op
een keerpunt der cultuurgeschiedenis hier
nog eens op geniale wijze samenvatte wat
vroegere generaties aan kunstvaardigheid
opgebouwd hadden.
„Alma Musica" vertolkt het werk zoals
het door H. T. David praktisch uitvoerbaar
gemaakt is. Dit is natuurlijk niet de enige
mogelijkheid, maar het is er een en het is
een zeer aanvaardbare. Vooral de ver
menging van hobo, hobo d'amore en alt
hobo met de strijkers leidt tot prachtige
klankcomplexen en houdt het lijnenspel
van de contrapuntiek klaar en duide
lijk. Men mag niet verwachten, dat het pu
bliek al de finesses van dit zeldzame kunst
werk volgen en verwerken kan, doch de
zuiver muzikale indruk, die het er van
krijgt, maakt in ieder geval dat het geheel
sterk blijft boeien. De geestdriftige reactie
van de vele belangstellenden, die de Bach-
zaal vulden, was een overtuigend bewijs,
dat de innerlijke waarde van Bach's werk
machtig domineert boven de muzikale wis
kunde, die de ingewijden weet te verbazen.
Ik wil van harte hopen dat wij deze
prestatie van „Alma Musica" ook eens in
Haarlem te horen krijgen. Zou de eerst
komende Muziekweek van de K.N.T.V.
daartoe niet een geschikte gelegenheid zijn?
JOS DE KLERK
In de reeks concerten van de Amster
damse Kunstmaand in „Ons Huis" trad
woensdagavond het Rogeri-kwartet op, dat
bestaat uit Gerard den Hertog, eerste viool,
Jo Jacobs, tweede viool, Jaap Moelker, alt
en Joop Kleman cello. Als eigentijds werk
van eigen bodem werd uitgevoerd het
Strijkkwartet no. 4 van Oscar van Hemel,
dat in 1953 bekroond werd in de wedstrijd
voor kwartetcompositie te Luik.
Een opvallende kwaliteit van het werk
is de rake tekening en de karakteristiek
van het themamateriaal, dat zich dan ook
aldoor gemakkelijk laat herkennen en bo
vendien geschiktheid tot ontwikkeling en
bouwkracht heeft. Constructief wijkt de
componist niet ver van de klassieke basis.
In een „Tema con variazioni" blijft hij
zelfs vrij conventioneel. De moderniteit
van het stuk resulteert uit een vrije be
handeling van het contrapunt en uit een
originele periodenbouw. De praktische
schrijfwijze verzekert een goed klinkend
resultaat. Trouwens, het ensemble had
blijkbaar veel zorg besteed aan de inter
pretatie.
Uit de werken van Mozart had men
voor deze avond het „Divertimento" in F
(K.V. 247) geput, ter vertolking waarvan
met het Rogeri-kwartet de hoornisten Jan
Bos en Marinus Clarys en de contrabassist
Cees de Ligt meewerkten. Dit frisse werk
ontstond in de Salzburgse periode van de
jonge meester, die aan zijn tijd in Mann
heim en Parijs voorafging. Het mag wer
kelijk een juweeltje van ontspannings
kunst of tafelmuziek genoemd worden en
wij rekenden het dan ook als een zeld
zame tractatie dit zelden gespeelde werk
in uiterst verzorgde vertolking te mogen
beluisteren. De primarius Gerard den Her
tog wist met smaak van de kansen gebruik
te maken, die de componist hem solistisch
aan de hand deed. Het staat vast dat Mo
zart zelf met voorliefde de eerste viool
partij in dit Divertimento speelde.
Het Rogeri-kwartet was de avond be
gonnen met opus 95 van Beethoven, waar
van de kwaliteiten van klankgehalte en
samenspel met succes werden gedemon
streerd. Enkele dynamische contrasten had
den wellicht nog overtuigender indrukken
kunnen wekken, maar dit neemt niet weg
dat het Rogeri-kwartet het bewijs leverde,
dat het gerekend mag worden onder de
waardevolle ensembles die zich aan de
kamermuziek wijden. JOS DE KLERK
In het Gemeentemuseum van 's-Graven
hage heeft de ambassadeur van Frank
rijk baron Edmond de Beauverger, woens
dagavond een tot 1 augustus durende ten
toonstelling van werken van Paul Cézanne
met een korte toespraak geopend. Deze
overzichtstentoonstelling wordt gehouden
ter gelegenheid van het Holland Festival
en tevens ter herdenking van het feit, dat
deze schilder een halve eeuw geleden is
gestorven.
Deze grote tentoonstelling, groter dan
alle exposities van Cézannes werken, die
de laatste vijfentwintig jaar in Europa zijn
gehouden, is in samenwerking met het
Kunsthaus te Zürich georganiseerd. Er zijn
ongeveer honderd werken van Cézanne ten
toongesteld, namelijk schilderijen, aquarel
len en tekeningen uit achtereenvolgende
perioden van het leven van de schilder.
Ter gelegenheid van het driehonderd
jarig bestaan van de Garde Grenadiers
wordt in het St. Jame s-Ralace te Lon
den een tentoonstelling gehouden,
welke woensdag werd geopend. De foto
toont een nieuw portret van Koningin
Elizabeth van Engeland in haar uni
form van „Colonel-in-Chief' van de
Garde. De schilder van het portret is
Raymond. Kanelba.
Principiële zaak voor Hoge Raad
De procureur-generaal bü de Hoge Raad
heeft geconcludeerd tot vernietiging van
het vonnis van de politierechter te 's Gra-
venhage, die mr. I. E. Nes had veroordeeld
tot een gulden boete subsidiair een" dag
hechtenis omdat deze op het Haagse Bui
tenhof geen parkeergcld had willen betalen.
Mr. Nes is namelijk van mening dat de
gemeente Den Haag een rand langs de
stoep van het middenplein op het Buiten
hof ten onrechte had aangewezen als par
keerterrein, omdat dit geen parkeerterrein
in de zin der wet is.
Het is een deel van de openbare weg,
waar zoals in iedere willekeurige straat
geparkeerd mag worden, meent hij. De
Hoge Raad zal op 19 juni arrest wijzen.
DONDERDAG 31 MEI
Palace: „The rose Tattoo", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Luxor: „Attila", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Studio: „De politie volgt het spoor", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Het moeras der
zonde", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „In de
greep der Casbahbandieten", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Rembrandt: „Drei Madel vom
Rhein", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Het moederhart spreekt". 14 jaar. 7 en 9.15
uur. Minerva: „De wenteltrap", 18 jaar, 8.15
uur. Grote Kerk: 3 uur, Orgelbespeling door
Klaas Bolt. Zuiderkapel: 8 uur, J. Kits
spreekt over „Gods deurwaarder". Noorder
kapel: 8 uur. Dienst onder leiding van J.
Sevensma. Botermarkt: 8 uur. Openlucht
geluidsfilm „Op mars" van het Leger des
Heils.
VRIJDAG 1 JUNI
Minerva: „Gejaagd door de wind", 14 jaar,
7.30 uur. Palace: „Love me, or leave me", 14
jaar, 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. Luxor:
„Moord op de voorpagina", 18 jaar, 2, 7 en
9.15 uur. Studio: „Limelight", alle leeft., 2.15
6.45 en 9.15 uur. Lido: „Djengis Khan, de
veroveraar", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Roxy: „Dc hel van Dien Bien Phoe, 18 j., 2.30,
7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Onrust in Mar
seille", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Speelduivel en metgezel", 14 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Concertgebouw: 8 uur,
Openbare vergadering van de Anti-Revolu
tionaire Partij. Sprekers: prof. dr. J. Zijlstra
en J. van Eybergen. Brinkmann: 8 uur, Voor
de Stichting Centrum van Psycho-Synthese
spreekt de heer B. van der Meer over „Zon
de als fase van bewustwording".
In zijn eerste artikel schreef de directeur van het
museum De Lakenhal te Leiden (door ons gepubliceerd
op zaterdag 26 mei) over Rembrandts vroegste ontwik
keling en de komst van de eerste leerlingreeds in 1628.
Hieronder volgt het tweede artikel.
In Amsterdam verandert het beeld van Rembrandt
als leermeester. Hij is een succesrijk portrettist, wan
neer hij zich in 1631 te Amsterdam vestigt, zoals bij
voorbeeld blijkt uit de opdracht voor de Anatomische
les uit 1632. Weldra stromen de leerlingen toe. Joachim
von Sandrart, die van 1637 tot 1642 te Amsterdam ver-
Daarnaast hebben
deze werken een ge
heel eigen waarde,
want zij zijn schep
pingen van goede
kunstenaars. Om een
enkel voorbeeld te
noemen: „De Jacobs-
zegen" van Govert
Flinck geeft een ex
acte indruk van het
kleurengamma dat
Rembrandt in 1638
gebruikte, het jaar
van het ontstaan van
Flincks schilderij. In
de compositie en de
weergeving van het
dramatische onder
werp is het stuk aan
Rembrandt zeer ver
want. Op zichzelf beschouwd is het dooi
de beheersing der vormen en de knappe
weergeving van het gebeurde een zeer
boeiend schilderij, dat een grote artistieke
waarde vertegenwoordigt. De mogelijkheid
hot. gelijktijdig met twee getekende voor
studies te bekijken is uniek.
In de veertiger jaren wint Rembrandts
werk aan kracht en helderheid. Hij schept
zowel grooise barokke composities zoals
De Nachtwacht, als intieme werken, zoals
de vroegere landschappen of portretten
van vrienden. In deze tijd werkt op zijn
atelier de meest begaafde van alle leer
lingen: Carel Fabritius, wiens werken
hoogtepunten van de Leidse tentoonstel-
ling zijn.
Men kan er de zogenaamde „Visser" zien
uit dc verzameling Larsen, kort voor de
oorlog aan het Mauritshuis geschonken,
een ruige buitenman, met bijzonder gevoel
voor het onderwerp in eenvoudig bruin
achtige tonen door de kunstenaar weer
gegeven. Daarnaast kan men een studiekop
uit het Groninger Museum zien, dat voor
heen toebehoorde aan de pionier van onze
kunstgeschiedenis dr. C. Hofstedede
Groot en ook hier treft de scherpe uitbeel
ding en de verrassende techniek. Wat deze
portretten van de overige beeltenissen, die
in deze jaren zijn ontstaan, onderscheidt
is een vervuldzijn van het sentiment.
Algemeen beschouwt men het zelfportret
in het museum Bovmans als Fabritius'
meesterwerk. Men kan zich moeilijk een
volmaakter schilderij voor de geest halen.
Vol zelfbewustheid ziet de kunstenaar de
beschouwer aan, zijn kleding is slordig,
zijn haardracht verwaarloosd, maar de
ogen zijn brandend van willen zien en be
grijpen, vervuld van hartstocht en smart,
vragend naar het mysterie van het leven.
Door de blanke achtergrond spreken de
fiere houding van het hoofd en de uitdruk
king van het gelaat nog frappanter.
Carel Fabritius bezocht, zoals wij zeiden,
Rembrandts atelier in de periode, dat De
Nachtwacht ontstond en kort daarna. Er
is een schilderij, dat deze periode in haar
volle glorie voor ons oproept, een schilderij
weliswaar, dat in ons land nog nimmer ten
'oon is gesteld, maar waar de litteratuur
rijkelijk aandacht heeft besteed en waar
van de opneming in de Leidse tentoon
stelling wanneer het geoorloofd is deze
uitdrukking te gebruiken een sensatie
genoemd kan worden: het schilderij met
de voorstelling van de Opwekking van
Lazarus uit de H. Alexanderkerk le War
schau. Dit schilderij alleen al zou de Leid
se tentoonstelling tot een gebeurtenis ma
ken. De uitbeelding is rijk aan personages
in de kleuren, die Rembrandt in deze jaren
(en met name in De Nachtwacht) gebruikt.
Drukke gebaren, tonen in goud en rood
spelen een grote rol, de handen zijn een
expressief onderdeel van de compositie ge
worden, die in hoofdzaak berust op uit
beeldingen door Rembrandt van hetzelfde
onderwerp. Een voornaam onderdeel is de
behandeling van het richt, dat. in de sarco
faag van Lazarus zijn bron lijkt te hebben.
De verwantschap met Rembrandt is dus
onmiskenbaar, maar hoezeer is dit schil
derij een geheel persoonlijke schepping,
die op eigen wijze vorm heeft gekregen.
1-Ioe geheel persoonlijk is vooral het senti
ment: niet zo krachtig als bij Rembrandt,
eerder melanchoniek, met ondanks de druk
gebarende figuranten iets verzadigds, iets
vermoeids. En het is dit sentiment, dat de
mogelijkheid doet opperen, dat de Leidse
tentoonstelling nog een uiterst belangrijk
schilderij van Carel Fabritius bevat, hoe
wel dit als „school van Rembrandt" is ge
catalogiseerd.
Door het Louvre is in bruikleen afge
staan het schilderij met de voorstelling
van de Barmhartige Samaritaan, welk
schilderij tot voor kort aan Rembrandt
werd toegeschreven. Röntgenonderzoek
in het laboratorium van het Louvre, onder
leiding van Madame Hours-Miédan bracht
aan het licht, dat het schilderij niet van
Rembrandt zelf kon zijn, wegens bepaalde
eigenschappen in de structuur, maar dat
het qua opvatting en uitvoering dicht bij
hem staat. Het meest opvallende verschil
met de werken van Rembrandt is wel het
gebrek aan diepte, in de friesachtige weer
geving van alle personen op het hoofdplan,
daarnaast het plaatsen van de hoofd
figuren tegen een lichte achtergrond. De
kleurharmonie doet aan Fabritius denken,
maar vooral zien wij overeenkomsten met
hem in het sentiment waarmede de figuren,
die de beroofde reziger naar de herberg
brengen, zijn uitgebeeld. Met name de Sa-
mariataan is in pose, kleurbchandeling en
gelaatsexpressie zeer verwant aan wat wij
kennen van Carel Fabritius
Deze en soortgelijke puzzels zullen voor
de kunstcritici wellicht de waarde van de
Leidse tentoonstelling bepalen, voor het
publiek gaat het hier om prachtige kunst
werken uit de hoogste bloeiperiode van
onze schilderkunst. Voor ieder, die het ge
not kent van het op zich in laten werken
van prachtige schilderijen zal dit het voor
naamste zijn. Het schilderij uit het Louvre
bleef, verhaalt hoe Rembrandts huis voortdurend ge
vuld was met een groot aantal kinderen uit de beste
families, die tekenen en schilderonderwijs genoten. Het
zal overigens de meeste van deze leerlingen wel zo ver
gaan zijn als de Weense aristocratie anderhalve eeuw
later, die muzieklessen van Mozart ontving: slechts wei
nigen zullen beseft hebben wie de leermeester was!
Voortdurend echter zijn er naast de gewone leer
lingen, die lessen ontvingen als onderdeel van hun
brede humanische opvoeding, anderen in het atelier,
kunstenaars, onder wie veel begaafden. Van al deze
belangrijke leerlingen, zoals Backer, Bol en Flinck,
zullen in de Lakenhal deze zomer belangrijke werken
te zien zijn, niet alleen op zichzelf fraaie schilderijen
en tekeningen, een genot om naar te kijken, maar ook
belangrijke getuigen van Rembrandts invloed en aldus
bijzonder belangrijk voor de kennis van de ontwikke
ling van de meester zelf.
Wij wezen er reeas
op dat het leermees
terschap voor Rem
brandt een primaire
noodzaak was, dat hij
leerlingen om zich
heen moest hebben
uit een innerlijke
drang. Alle afspie
gelingen van Rem
brandts persoonlijk
heid zijn zo de wer
ken der leerlingen
van het grootste be
lang, temeer nu de
Leidse tentoonstel
ling ons in staat stelt
aangezien zij sa
menvalt met de Am
sterdamse en Rotter
damse tentoonstel
ling de leerlingen
met de meester te
vergelijken, waar
door beide exposities
a3n waarde winnen.
Detail van „De opwekking van Lazarus" door Carel Fabrithis
(hierboven) en „De barmhartige Samaritaan" toegeschreven aan de
school van Rembrandt (onder).