ZE VEN DA GEN HAARLEM
GEVEL OM HALS
GEBRACHT
VICTORIE
'"Brieven aan
de redactie
TWEE SOLO-BLAZERS
KUNSTENAAR
VAKMAN
JAN VAN DER PIGGE
Wat ze kunnen tekenen
kan ik in glas buigen
Tirolers in Haarlem
mm
WÊIÊÊÊÊ
19 cent SIGAAR
Marius Ruysink: musicus
met een baardje en een
technische knobbel
Vao rneosee eo diogeo
onder de Damiaatjes
Bij „Caecilia"
Partij van de Arbeid hield
bijeenkomst met oude leden
Wegens diefstal 8 maanden
geëist tegen timmerman
Beroep uit roeping
NICO VAN SCHAGEN ZONEN
Gierstr. 42 - Haarlem - tel17768
Russisch vlootbezoek
aan Rotterdam
Alarminstallatie in
Frans Halsmuseum
Invalidenwagenfonds te
Amsterdam opgericht
PatateS'frites
cultuur
Haarlems Lied
Boeke(n)rij
Cursus esthetische vorming
jongeren gesloten
Anderhalf jaar geëist
tegen jeugdige metselaar
Minister Suurhoff opende
inrichting voor gestoorde
kinderen
Poeder en gas
alle kleuren
Engel Excelsior
VRIJDAG 1 JUNI 1956
Het Koninklijk Mannenkoor „Caecilia"
js verleden zomer te gast bij de zangver
eniging „Mühlau" te Innsbruck in Tirol
geweest. Naar loffelijk gebruik werden nu
de rollen omgekeerd: de zangers uit Inns
bruck kwamen naar Haarlem om twee
avonden achtereen in combinatie een con
cert te geven in de gemeentelijke concert
zaal: donderdag de traditionele uitvoering
voor de Ouden van Dagen, en vrijdag voor
het gewone publiek, dat rijkelijk van be
langstelling blijk gaf.
Het werd in letterlijke zin een bonte
avond van dingen, die men ieder apart kan
waarderen, doch die niet bij elkaar horen.
pe twintig leden van „Mühlau" vormen,
onder leiding van Otto Radier, een zeer
verdienstelijk jodelkoor, met een paar be
dreven jodelzangers. Hun repertoire bleek
zeer omvangrijk en hun ijver om het pu
bliek daarvan te laten genieten onuit
puttelijk .Of men echter tien dan wel
twintig van die Tirolerliedjes met jodel-
refrein hoort, het maakt weinig uit, want
ze zijn allemaal op dezelfde wijze in el
kaar gezet er kunnen ten hoogste eens
wat grapjes bij komen of verdubbelingen
van jodelpartijen. Men kon respect hebben
voor de wijze waarop de amateurs van
„Mühlau" deze amusementskunst be
oefenen.
De boerenkapel „Die lustig'n Innthaler"
was meegekomen om met enige nummer
tjes dansmuziek het programma te rekken.
Bovendien werd het publiek in opgewon
den stemming gebracht door een paar
dansnummers met begeleiding van accor
deon. Dit alles sloot vrijwel goed' bij elkaar
aan.
Maar na het afscheid van de Tirolers
moest Anton de Beer, volgens programma,
een werk van César F-ranck gaan vertolken
op het orgel van Cavaülé Coll en er was
heel wat moed voor nodig om daar in een
cabaretsfeer aan te beginnen. Maar De
Beer bracht die moed op en aldus werd, zo
goed en zo kwaad als het ging, de sfeer
voorbereid, waarin Hoogerwerf zijn Cae-
cilianen het machtige en gevoelsrijke
„Trösterin Musi'k" van Bruckner kon laten
klinken.
Een zelfde onverenigbare tegenstelling
ais die welke het besluit van de avond
bracht, had' ook in het begin van de avond
het programma een bont karakter gegeven.
„Caecilia1" zong toen drie strofen van Mo-
zarts „Bundeslied" (het pseudo-volkslied
van Oostenrijk), twee van het Wilhelmus,
twee van „O Isis" uit „De Toverfluit" en
tweemaal „Ej, hoTy, hory" van Kricka,
wat met het oog op de te voorziene lange
duur van het concert van alle nummers
een couplet te veel was. Daarna namen de
Tirolers bezit van het terrein en wel zo
danig, dat men het hen van harte moest
gunnen.
Men had het daarbij best kunnen laten.
JOS. DE KLERK
Bejaarden pro blew en
De federatie Haarlem van de Partij van
de Arbeid had bejaarden uitgenodigd voor
een bijeenkomst, die donderdagmiddag in
„De Leeuwerik" is gehouden, waarop on
derwerpen aan de orde kwamen waarmee
de bezoekers te maken hebben. Uit het
aantal vragen over de nieuwe ouderdoms
wet bleek hun grote belangstelling voor
de problemen'van de oude dag.
Na ingeleid te zijn door de federatie
voorzitter, de heer W. F. Happé, heeft mr.
Th. J. A. M. van Lier, lid van de Tweede
Kamer, gesproken over de ouderdomswet.
Hij merkte op, dat een belangrijke ver
betering tot stand komt maar de toestand
voor bejaarden zal nog niet zodanig zijn,
dat alle wensen vervuld zijn. Er is een
recht geschapen (de noodwet-Drees is een
gunst), waarover al vijftig jaar gesproken
wordt. Aan minister Suurhoff is het te
danken, dat een wet tot stand is gekomen.
In het verleden ging het steeds over de
vorm; de een was voorstander van een
staatspensioen en de andere van verzeke
ring.
De standpunten van beide groepen zijn
naar elkander gegroeid, doordat men aan
dacht besteedde aan solidariteitsgedachte.
De gehele bevolking valt onder de nieuwe
wet.
Over diverse artikelen uit de wet gaf
mr. Van Lier een toelichting en hij deelde
mee, waarmee de bejaarden binnenkort te
maken hebben.
Mevrouw H. Straalman-Kremer uit Hil
versum behandelde het onderwerp „Doel
matige eigen huisvesting voor bejaarden"
en merkte op, dat mr. Van Lier feitelijke
dingen kon vertellen, omdat er pas een wet
is aangenomen. Over haar onderwerp staat
nog niets positiefs vast. Daarom kon zij
alleen aandacht vragen voor punten, waar
voor voorzieningen getroffen dienen te
worden. Over de vraagstukken lopen de
meningen uiteen.
Toen mevrouw Straalman langs het
Hofje van Oorschot liep, dat nabij de ver
gaderzaal is gelegen, werd zij getroffen
door 't opschrift uit 1776: „uit liefde voor
armen, voorbeeld voor rijken". Het ver
schil op huisvestingsgebied is thans wel
anders dan twee eeuwen geleden. Arm of
rijk speelt geen rol meer en men is niet
meer afhankelijk van de rijken. Vroeger
was de gemiddelde leeftijd 35 tot 36 jaar
en thans is het gemiddelde over de 70
jaar. Met het stijgen van de leeftijd zijn
ook de problemen voor de huisvesting ge
stegen. Van belang achtte spreekster het,
dat met de mening van de bejaarden reke
ning wordt gehouden. De een wil een te
huis en de ander geeft de voorkeur aan
een eigen huis; getracht moet worden het
de bejaarden naar de zin te maken en
ze zo lang mogelijk in eigen omgeving te
laten.
Vervolgens besprak mevrouw Straalman
bet probleem van warm eten. Meestal is
het niet gebruiken van warm eten niet het
gevolg van armoede. De bejaarde is ge
neigd te zeggen „het warme eten is voor
mij niet nodig, ik red me wel". Dat is
jammer, want de bejaarden dienen aan
dacht te besteden aan doelmatige voeding.
Van belang is het organiseren van een
dienst, waardoor eten thuis bezorgd wordt.
Dat geschiedt in Haarlem.
Tenslotte pleitte mevrouw Straalman
voor het bouwen van woningen, zoals in
Staphorst bestaan, waarin grootouders,
ouders en kinderen wonen. Zij zeide wel
te weten, dat het samenwonen in vele ge
vallen geen hemel op aarde is. Het is ech
ter een grote zegen, als kinderen voor moe
der en vader kunnen zorgen, als deze oud
worden.
Het bejaardenvraagstuk heeft vele kan
ten en het is noodzakelijk dat de overheid
steun verleent, waardoor bejaarden ver
zekerd worden van een menswaardig be
staan.
Op deze bijeenkomst verleende mejuf
frouw Fraenkel (piano) medewerking.
Voor de Haarlemse rechtbank stond
donderdagmorgen een 37-jarige timmer
man terecht, die ervan verdacht werd in
oktober van het vorig jaar een filmpro
jector, die onbeheerd bij een auto stond, te
hebben meegenomen. De officier van Ju
stitie, mr. G. W. F. van der Valk Bouman,
eiste mede met het oog op het strafblad
van de verdachte waarop niet minder dan
elf veroordelingen voorkomen, een gevan
genisstraf voor de tijd van acht maanden
met aftrek van voorarrest. Een 34-jarige
koopman hoorde wegens schuldheling drie
weken tegen zich eisen omdat hij had ge
tracht de projector aan de man te brengen
en tegen een caféhoudster die honderd
gulden voor het apparaat had betaald werd
vijftig gulden boete geëist.
ADVERTENTIE
LOCOMOTIEF RUDGE
SIMPLEX RIJWIELEN
Het Sovjet-Russische smaldeel, dal op 20
juli voor een bezoek aan ons land in Rot
terdam zal aankomen, zal bestaan uit een
kruiser en twee torpedobootjagers. De
kruiser is de „Sverdlov" de torpedoboot
jagers zijn de „Serditiyi" en de „Surovyi".
B. en W. van Haarlem delen de gemeen
teraad mee, dat gebleken is, dat het sys
teem van bewaking van de verzamelingen
van het Frans Halsmuseum ten aanzien
van diefstal verbetering behoeft. Zoals
men weet was het in december van het
vorige jaar mogelijk dat een zilveren plooi-
schotel en een klein schilderstuk spoorloos
uit het museum verdwenen. Deze vermis-
derneming van alarm-installaties heeft than
sing is tot nu toe niet opgehelderd. Een
onderneming van alarm-installaties heeft
thans een aanbieding gedaan. Volgens des
kundigen zal de aangeboden installatie de
grootst mogelijke beveiliging waarborgen
tegen inbraak en insluiting. De kosten be
dragen f 9500. B. en W. vragen de raad dit
bedrag beschikbaar te stellen.
De stichting ,Het Algemene Nederlandse
Invalidenwagenfonds" (HANIF) heeft in
tegenwoordigheid van de Amsterdamse
wethouder voor Gezondheid en Zieken
huiswezen, de heer A. In 't Veld, in een
der lokalen van „Ons Huis" in de Nova
Zemblastraat in Amsterdam haar installa
tievergadering gehouden.
Naar ruwe schatting zijn er circa vijf
duizend wagens nodig voor alle in Neder
land daarvoor in aanmerking komende in
validen. Daar de kosten van een wagen op
vierhonderd gulden worden geraamd is
met deze hele actie een bedrag van twee
miljoen gulden gemoeid. Volgens een me
dedeling van de penningmeester is de to
tale kasinhoud op het ogenblik nog slechts
f 189.45. Teneinde dit bedrag te vergroten
wil men allereerst de hulp van de grote
bedrijven inroepen.
vertrouwen de toekomst tege
moet.
Een abonné stuurt ons de
volgende hartekreet, die wij
als zodanig laten volgen:
„Velen zullen zich met mij
niet weinig hebben geërgerd
aan de manier waarop zondag
morgen uren lang de rust is
verstoord door honderden mo
toren, waarop men zich naai
de races te Zandvoort spoedde.
Men was getuige van een soort
collectieve waanzin! Men
denkt Zandvoort er „bovenop"
te halen, maar men degradeert
het plaatsje alleen maar tot
een stijlloze „motor- en pata-
tes-frites-cultuur".
Ik gun ieder graag zijn ge
noegens, maar moet het motor-
gedaver beslist 's zondagsmor
gens dwars door Haarlem en
Heemstede heen?
En is opheffing der maxi
mum-snelheid binnen de ge
meente wel wijs beleid? Het
is nu zo geworden dat men
door de gekken - op-motoren
zelfs op de stoepen niet meer
veilig is, want de een heeft nog
meer haast dan de ander. Men
regelt zo graag tegenwoordig,
maar wat geregeld dient te
worden, dat regelt men niet".
De uitslag van het Haarlems
Lied zal in „Zeven Dagen
Haarlem" van volgende week
worden gepubliceerd.
Lijst van door de Stadsbibliotheek
aangeschafte boeken die 11 juni
voor de uitlening beschikbaar ko
men.
Romans: Van Aerde, Vogel zon
der nest; Eising, De pioniers: Hey-
ward. Porgy en Bess; McLean, Zr.
Ms. Ulysses; Wouk, Marjorie; Ja-
meson, The black laurel; Ray
mond, The lord ol" Wensley; Peis-
son, Gens de mer; Simenon, Un
crime en Hollande.
Populair wetenschappelijke boe
ken: Inleiding In de psychologie:
Bakker, Jezus in de Islam; Den
Hollander, Nederzettingsvormen en
-problemen in de groote Hongaar-
sche laagvlakte; Ten Have: Speel
films in de belevingswereld van
jeugdigen; Jackson, Nooit meer
ziek 7.yn; Ganzevoort, De auto en
zijn baas; Bandreeordingstechniek;
Smit, Tuinieren voor beginners;
Fetter, De priesterroman in een
gesaeeulariseerde wereld: Aafjes,
De blinde harpenaar; Jonckheere,
Van zee tot schelp; Lange en Hir-
mer, De cultuur van Egypte: Vos
kuil, De arbeid in de kunst: Brook.
Companion to opera; Van Egeraat,
Apulië, het witte Italië; Laver,
Children's fashion in the nineteentli
century; Der Kinderen-Besier,
Spelevaart der mode (Leeszaal);
De kleine gids voor de Nederland
se sociale verzekering, 1955 (Inl.).
Moderne Jeugd Raad liet in
Haarlem proef cursus houden
In ,,'t Baken" aan de Bakenessergracht
in Haarlem is donderdag de sluitingsavond
gehouden van de cursus esthetische vor
ming van jongeren, uitgaande van de Mo
derne Jeugd Raad. Deze had op een confe
rentie in Vierhouten in december van het
vorige jaar besloten, in een aantal plaatsen
in ons land dit jaar een experimentele
cursus op het gebied van de esthetische
vorming van jongeren te laten houden on
der leiding van kunstenaars, aangesloten
bij de Nederlandse federatie van Kunste
naars. Haarlem behoorde tot de proefplaat-
sen: veertien weken lang, iedere donder
dagavond is een groepje jongeren in ,,'t
Baken" bijeengekomen om zich te bekwa
men in het tekenen, verven en boetseren.
Deze cursussen die tevens gehouden wor
den in Rotterdam, Amsterdam, Arnhem,
Groningen, Leiden, Deventer, Dordrecht en
Enschedé, worden onder meer gesubsi
dieerd door de Moderne Jeugd Raad, de
Centrale Arbeiders Verzekeringsbank en
het Prins Bernhardfonds voor culturele
doeleinden.
De Haarlemse cursus werd gevolgd door
zestien leden van de A.J.C., Jonge Strijd en
de jongerenorganisatie van het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling. Op het pro
gramma stond het vervaardigen van houts
kooltekeningen, vetkrijttekeningen, pastel
en verftekeningen, pentekeningen en
scheurwerk, linoleumsnijden, vingerverven,
boetseren en het vervaardigen van poppen
uit koperdraad en krantenpapier. Aan het
begin van iedere avond werd het betref
fende onderwerp in het kort ingeleid dooi
de Amsterdamse schilder F. Aldenberg, die
de leiding heeft van deze cursus, waarna
de jongens en meisjes aan de slag konden
gaan, niet gebonden aan voorbeelden,
maar geheel volgens de methode van vrije
expressie.
De laatste cursusavond was gewijd aan
het vervaardigen van wandschilderingen.
Alle werkstukken van deze cursus zullen
binnenkort in een der zalen van ,,'t Baken"
tentoongesteld worden.
Deze cursussen bevinden zich nog slechts
in een experimenteel stadium. Tijdens een
nieuwe conferentie van de Moderne Jeugd
Raad zullen de resultaten, die in de negen'*
plaatsen bereikt zijn, besproken worden,
waarna men zal besluiten, de cursussen al
dan niet voort te zetten. Wat Haarlem be
treft, kan men nu reeds van een succes
spreken. Men stelt zich voor, wanneer de
cursussen geprolongeerd worden, ook be
werking van metaal en beeldhouwen in
het programma op te nemen.
ADVERTENTIE
Een wonder van techniek!
Voor de roker een openbaring!
SIGARENHANDEL
Grote Houtstraat 81 - Haarlem
Specialiteit: EIKEN MERKEN
De officier van Justitie bij de Haarlemse
rechtbank, mr. G. W. F. van der Valk
Bouman, eiste donderdag tegen een 22-
jarige metselaar die door middel van een
inbraak in een kantoor van een aannemer
een schrijfmachine had gestolen een ge
vangenisstraf voor de tijd van anderhalf
jaar door te brengen in de jeugdgevangenis
te Zutphen.
De verdediger, mr. J. H. Junge, vroeg een
clementere straf.
Donderdag is het „Hendrik van Boeijen-
oord" - inrichting voor Gestoorde Kinderen
van de stichting Ned. Herv. Inrichtingen
voor Geestelijk Hulpbehoevenden officieel
door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, de heer J. G. Suur
hoff, geopend.
De inrichting, die bedoeld is voor het
opnemen van ongeveer driehonderd de
biele en imbeciele kinderen uit de drie
noordelijke provinciën, werkt al ongeveer
een half jaar en er zijn dan ook reeds on
geveer 125 patiëntjes, die geen plaats kon
den vinden op een BLO-school, in het ge
zin of de maatschappij, opgenomen.
(Verkort weergegeven)
Voorrangswegen. Op het Houtplein te
Haarlem ziet men vaak een opeenhoping
van voertuigen welke in lange files wach
ten om van rechts komend verkeer voor te
laten gaan. Het gevolg hiervan is dat er
6 a 7 politieagenten het verkeer ter plaatse
moeten regelen zonder nochtans een schijn
van kans te hebben om het verkeer
vloeiend te kunnen afwerken. Mag ik de
volgende suggestie eens voorleggen? Indien
men nü het Houtplein naderende een bord
ziet staan met het opschrift „Rondver-
keer heeft voorrang" of „Pleinverkeer
heeft voorrang." Dit houdt dan in dat daar
ter plaatse het verkeer van links in feite
voorrang heeft. In het kort komt het hier
op neer, dat men nu individueel de ge
legenheid kan benutten om het plein op te
rijden, om gewaarborgd door het opschrift
„Pleinverkeer heeft voorrang" zijn weg
over het plein te vervolgen, zonder te
moeten stilstaan voor verkeer van rechts.
Een andere mijns inziens verkeerde voor
rangsregeling op de hoek van de Emma-
brug en de Leidsevaart, waar de tram van
links komende, een voorrangsweg oprij
dende, voorrang heeft! Hetzelfde doet zich
voor indien de tram aan het rangeren is
op de Leidsevaart. Ook daar is sprake van
voorrangsweg. Vooral bij avond is de
situatie daar zeer gevaarlijk, want bij het
rangeren gebeurt het vaak dat de tram
tegen de rijrichting van het weggedeelte
in achteruit rijdt, dus met hst achterlicht
naar voren en de koplampen naar achte
ren. Het enige waarschuwingsbord op deze
plaats betreft het slipgevaar. Een stop
licht met de woorden „Let od tram" lijkt
mij juister. S.
De solo's, die de heren Marius Ruysink en Ad Joppe blazen, liggen even ver uiteen als de
klanken van hun namen. Ruvsink, de fluitist die per 1 september het Noordhollands Phil-
harmonisch orkest gaat verlaten, is een klassiek musicus. Joppe blaast op moderne wijs:
hij blaast letters en figuren voor lichtreclames, het eerst opvallende verschijnsel van een
moderne stad bij avond. Zij hebben niets meer met elkaar gemeen, dan het feit dat zij
beiden hun beroep blazend uitoefenen. Een vergelijking in artistieke kwaliteiten zou te
ver gezocht zijn, al moeten we bekennen getroffen te zijn geweest door de artisticiteit
waarmee Ad Joppe uit een holle glazen buis wonderlijk sierlijke figuurtjes wist te blazen.
In het verleden van de beide heren is echter niet het blazen het hoedje waar beiden onder
te vangen zijn, maar de techniek. Fluitist Ruysink was vroeger namelijk elektrotechnicus
voor liften. Glasblazer Joppe was monteur. Men zou zelfs overeenkomsten in hun adres
sen kunnen zoeken; de heer Ruysink woont namelijk in de straat, genoemd naar de pianiste
componiste Henriëtte Bosmans. Maar laten we dat niet doen, want de heer Joppe woont
in deKerkhofstraat.
Men kan bij het zoeken naar overeenkomsten ver verdwaald raken. Hoewel we soms
werkelijk verbaasd zijn, in hoeveel punten nauwelijks vergelijkbare mensen met elkaar
overeenstemmen, kan men er lelijk door in de war raken. Je houdt ze gewoon niet meer
uit elkaar. Men gaat mensen groeten, die andere mensen zijn. Laatst kwamen we voorbij
een aanplakbiljet met een goedmoedig glimlachende heer op leeftijd. Verdraaid, dachten
we, dat zijn we zelf. Drees vergeve het ons: hij ziet eruit als een alom vergeven cl man;
een man waarin het nauwelijks vergelijkbare tot overeenstemming kan geraken. Hij zou
toch geen goede lijsttrekker zijn voor Zeven Dagen Haarlem; die hangen van tegenstel
lingen aan elkaar!
De heer Ruysink verlaat Haarlem niet graag. Hij houdt van
de stad en van het orkest, waarin hij tien jaar eerste fluitist
is geweest. In het Utrechts Stedelijk Orkest maakten de druk
ke concertdiensten het wenselijk, dat de taak van eerste solo
fluitist door twee musici zou worden vervuld. De heer Ruy
sink is nu aangesteld naast Piet van de Hurk in gelijke func
tie. Te drukke werkzaamheden remmen een artistieke ont
plooiing en de taakverdeling in het U.S.O. gaf dan ook voor
Ruysïn'k de clotirsfag T-ïaarlem fe verlaten. Nu'kan hij zich
meer wijden aan solo-concerten en aan duo-uitvoeringen met
de pianiste Anneke Uittenbosch.
de toenmalige H.O.V. te gaan
spelen.
Wie zich herinnert hoe de
musici in die tijd gesalarieerd
werden er is uit die tijd
nog steedis een grondige soli
dariteit tussen de orkestleden
overgebleven, zegt Ruysink!
en tevens kan vermoeden dat
er in de liftenbouw meer ver
diend werd, kan nagaan hoe
zeer Ruysink door het musi
ceren bezield moet zijn ge
weest. Het is geen beroep voor
hem maar roeping; hoezeer
men dit cliché ook zou willen
vermijden: bij Ruysink komt
het toch weer tevoorschijn.
Al koos hij de muziek, het
technisch prutsen zit hem nog
in de vingers. Niet dat hij met
een strijkstok geluid uit zijn
fluit zou proberen te halen,
maar hij heeft wel een zeil
jacht in elkaar getimmerd uit
zo'n wrakke hoop hout, dat hij
het schip „Phoen-ix" heeft ge
noemd. „Al een vat, kist of
krat op het water gehad'"
moet hij nu dikwijls horen.
Wie Ruysink heeft zien spe
len bij het N.Ph.O., hoog ge
zeten achter in het midden,
heeft ongetwijfeld de indruk,
dat hij een lange man is. Hij
is echter klein en als hij een
B-voet aan zijn fluit doet, zijn
instrument en bespeler als de
zijden van een rechthoek. Hij
is echter niet kleiner dan zijn
vrouw, die haar artistieke
kwaliteiten toonde als potten
bakster, zij het onder haar
meisjesnaam Roos van der
Heyden. Zij kan zeggen:
„Voorwaar, bij de baard van
de fluitist". Die baard bracht
Ruysink op een anecdote. Bij
zijn sollicitatie bij de H.O.V.
vroeg iemand hem: „Waarom
heeft u een baard". Dat is nu
niet de beste manier om een
nerveuze sollicitant op zijn ge
mak te stellen. De cellist B.
Hart Nibbrig kwam Ruysink
echter te hulp. Hij keek de
vragensteller lang aan en
vroeg toen: „Die das van u,
waarom draagt u een das?"
Wij hebben de fluitist toen
maar niet meer gevraagd
waarom hij een baard heeft.
Zijn baard is er trouwens een
van de goede soort. Je hebt
baarden, die tegen iemands
gezicht aangegroeid schijnen,
omdat ze er niet bij horen.
Die van Ruysink komt echter
van binnen uit; het is een goe
de baard.
Dezer dagen hebben we een
tijdelijk doorkijkje laten zien
van de Gedempte Oudegrachl
op de Grote Kerk. De bouw
val, welke drie jaar de bin
nenstad heeft ontsierd als
zwarte herinnering aan de
brand, die het huis van dokter
Van der Eist verwoestte, is nu
verdwenen. Van die ruïne heb
ben w>e zonder hartzeer af
scheid genomen, maar velen
hebben met ons tot hun schrik
gezien, dat ook het bescheiden
halsgeveltje tussen het vroe
gere doktershuis en de trotse
trapgevels van de Tademahui-
zen vrijwel geruisloos hel
straatbeeld heeft verlaten. We
gebruiken die uitdrukking met
voorbedachte rade: het gevel
tje zelf, hoewel zeventiende
eeuws, was niet bijster be
langrijk, maar het had zijn
Het vreemde van Ruysmks
carrière is, dat zij aanvankelijk
in de techniek lag. Hijzelf
vindt dat helemaal niet
vreemd: „Er zijn zoveel mu
sici met een technische knob
bel, Badings bijvoorbeeld".
Het is natuurlijk ook niet zo
vreemd, als men bedenkt dat
in de kunstenaar de uitersten
elkaar raken en welke liggen
verder uiteen dan de concrete
techniek en het abstracte mu
siceren? Ruysink, die nu zes
endertig jaar is, koos in ieder
geval de MTS als opleiding.
Als werktuigbouwkundige en
elektrotechnicus kwam hij bij
een liftenfabriek. Hij is nog
niet helemaal uit het vak. Hij
klaagde tenminste gedegen
over het lift je, dat in zijn
huidige woning is. „En als ik
bij V. en D. in de lift zit
ja, schrijf dat maar gerust op
dan valt het me telkens op.
dat er verkeerde kabels bij
zijn, die met oogsplitsen er aan
zijn gesplitst". Ter geruststel
ling zij hier aan toegevoegd,
dat het niet gevaarlijk is, al
leen in een technisch oog blijk
baar niet zo mooi.... Wij
weten het niet; een technische
collega van ons zit elke dag in
die lift en klaagt er nooit over.
Ruysink stamt uit een muzi
kaal gezin uit Zaandam, waar
veel en goed gemusiceerd
werd. Tijdens de oorlog zette
hij zijn muziekstudies voort en
in 1946 nam hij het besluit de
liften te laien zakken en bij
De 28-jarige Ad Joppe wilde van zijn twaalfde jaar af glasblazer
worden. Hij had gezien hoe de vader van een van zijn vriendjes
uit gloeiend gemaakte glasbuizen de wonderlijkste figuurtjes
maakte en nam toen zijn besluit. Tijdens de oorlogsjaren be
kwaamde hij zichzelf en vele van de glazen figuurtjes die in de
oorlogsjaren zo gretig aftrek vonden, kwamen uit zijn handen;
de eendjes, de haasjes, de giraffen, de struisvogels, al die rag
fijne dunne glazen dingen; het glazen speelgoed uit de oorlog.
Na de oorlog was Joppe weliswaar geen vakman-glasblazer,
maar het „artistieke werk" beheerste hij volkomen. Hij had ge
leerd wat met glas te doen is en glasgevoelige handen gekregen.
„Als je het glas in je macht hebt kun je er alles mee doen", zegt
hij, „wat ze kunnen tekenen kan ik in glas buigen".
Er is geen stad nu in Neder
land of er hangt ergens een
door Joppe vervaardige neon
lichtreclame. Hij zegt zelf,
met alle openhartigheid die
een bekwaam vakman over
zijn eigen werk pleegt te heb
ben: „Ik werk vlug en daar
moet ik het van hebben".
Hij heeft ons tot in de let
terlijke puntjes verteld, hoe
zo'n lichtreclame gemaakt
wordt. Het begint bij een te
kening, meestal in spiegel
beeld. Dan snij je een stuk
glazen buis af, waarop met
krijt wordt afgetekend waar
het gebogen moet worden. Die
buis wordt verhit en aan het
eind ervan wordt een kurkje
bevestigd, omdat anders de in
geblazen lucht zou ontsnap
pen. Dan moet er geblazen
worden, heel rustig en heel
constant, omdat anders de buis
onder de luchtdruk zou zwel
len; dat mag nu juist niet, want
bij neon wordt er niet gebla
zen om te vervormen, maar
om de vorm vol te houden.
Anders zouden er bij het bui
gen knikken in het glas komen.
Het blazen heeft dus slechts
een dienende functie; het han
denwerk is het voornaamste.
Met snelle handelingen wordt
het gloeiende glas verbogen
tot de gewenste vorm, een let
ter of een beeld. Dit buigen
moet met feilloze zekerheid
gebeuren, anders moet weer
teruggebogen worden, gecor
rigeerd enzovoorts, een werk
wijze die meer tijd vergt dan
de oorspronkelijke. „Je moet
dat vlug en toch zeker buigen
in je handen hebben, het valt
niet te leren", zegt Ad Joppe,
„en het blazen is meer een ge
voelskwestie dan kracht". Als
de tekst of het beeld voltooid
is, de stukken aaneen gelast,
dan moet de kleur worden
aangebracht. Vroeger had men
gekleurd glas, maar tegen
woordig maakt men de kleu
ren met gassen en poeders, een
goedkopere werkwijze met bo
vendien een beter resultaat.
Men kan violet, rood, blauw,
groen, geel, wit en rose maken
met gassen en fluorescerende
poeders, die in principe alle
glaskleur-soorten kunnen ver
vangen. Rood gas is neon,
blauw gas is zeventig percent
argon en dertig percent neon.
Bij blauwe buizen wordt kwik
toegevoegd, dat verdampend
een nog scherper lichteffect
geeft.
De gebogen glazen buizen
worden eerst steriel gemaakt,
omdat anders de poeders zou
den oxyderen. Met een lucht-
compressor wordt een sponsje
door de buis gejaagd, dat
kleefstof tegen de wand duwt.
Dan gaat de poeder er in die
vastkleeft en worden de elec
trodes ingebracht, want het
ding moet toch branden ook.
De met poeder bestreken en
van electrodes voorziene buis
wordt dan aan een hoogva-
cuumpomp gesmolten, waarna
via de electrodes de vuile gas
sen wij noemen dat gewone
lucht en leven er aardig van
bij een temperatuur van 400
graden gebombardeerd wor
den. Dan wordt alle lucht uit
de buis gezogen waarna he-
liumgas wordt ingebracht,
waarmee nogmaals een bom
bardement wordt uitgevoerd.
Alle vuil moet verbranden,
anders haalt de buis geen
brandende levensduur van
zeven jaar. Pas dan wordt het
hele geval weer leeggezo
gen afgevuld met gas en
aangesloten op een transfor
mator: de lichtreclame brandt.
De stukken buis, die niet mo
gen branden, worden eerst nog
zorgvuldig afgelakt en dan is
de buis voor verzending ge
reed. Op deze wijze kunnen
schier alle figuren worden ge
maakt tot lichtvormen: haas
jes, danseressen, wijzelf, mo
torfietsen, bloemmotieven, Sin
terklaas, brillen, fruit enzo
voorts. Als u uzelf nu eens in
fel oranje boven de wastafel
wilt hebben, stuur dan een te
keningetje van uw hoofd naar
Joppe. Hij buigt u tot leven,
doet er groen poeder in, pompt
er rood gas bij: u staat er
oranje-gekleurd op. U leeft in
die vorm echter slechts zeven
jaar. We staan er liever on
gekleurd op.
waarde als overgang naar de
Tademahuizen. Want dat is de
ware betekenis van de moder
ne bescherming van het stads-
schoon: het gaat daarbij niet
om de afzonderlijke gebouwen
maar vooral om hun functie in
het stadsbeeld. Natuurlijk is
het zeer goed mogelijk, dat in
dit geval oude schoonheid door
nieuwe wordt vervangen en
dat hel nieuwe pand van de
Middenstands bank ondanks
enige eeuwen leeftijdsverschil
in harmonie met zijn buren zal
zijn. In dat geval heeft de
architect recht op de eretitel
bouwmeester en onze dank
baarheid. Hetgeen niet weg
neemt, dat we liever niet zien
dat allerlei gevels die ons
dierbaar zijn door hun pitto
reske kwaliteiten op een goede
morgen uit het straatbeeld ver
dwenen zijn, zonder dat er een
haan naar kraait.
Dat het einde van woning
nood en samenwoning een
kwestie van veel geduld is
weten helaas maar al te veel
gezinnen. Maar ook aan ge
schikte zakenpanden is ge
brek en het „samen-zaken-
doen" is ook al geen onge
woon verschijnsel. Daarom
kunnen we ons de huidige
vreugde van de heer Engel
voorstellen, die zijn naai
machinehandel enige jaren
lang op een boven-achterka-
mer aan de Grote Houtstraat
heeft gedreven met als enig
uiterlijk kenteken een vitrine
in een portiek. De heer Enge!
heeft nu namelijk de beschik
king over een „echte" winkel
met een „echte" étalage, Grote
TTnntctraaf 181 on viof mpf