TENTEN Abdoel en het Vliegende Tapijt^) FATALE V DIAMANTEN Samenstelling der afdelingen van Raad voor de Kunst Kunstmaand Amsterdam besloten met sublieme kamermuziek r Nederlands positie in de wereldhandel 4 GARAGE DEN HOUT Bespreking met minister over debacle bij de aardappelexport Op waterski's over de Noordzee BUITENSPORTCENTRUM Synode der Hervormde Kerk bijeen Uitspraken rechtbank Effecten- en Geldmarkt FEUILLETON R. HASSBERGER VRIJDAG 15 JUNI 195 6 Op 15 juni treedt de wet op de Raad voor de Kunst in werking. Met ingang van de zelfde datum wordt de voorlopige raad voor de kunst opgeheven. Bij Koninklijk Besluit zijn de leden van deze raad be noemd, bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werden zij verdeeld over de zes afdelingen van de raad. Volgens wettelijk voorschrift is een aantal kunstenaars benoemd uit de voordrachten van kunstenaarsorganisaties. Mede ten gevolge hiervan verschilt de sa menstelling sterk van die van de voorlo pige. Behalve met de voordrachten moest bij de benoeming met velerlei factoren rekening worden gehouden, zoals met de geestelijke stromingen in ons volk en met de spreiding over het land, met de vele vormen van kunstbeoefening, met de kunststichtingen en met het particuliere kunstleven. Aan alle verlangens kon daar door niet worden voldaan. Enkele plaatsen in de raad zijn nog niet vervuld, omdat daarover nog overleg gaande is. Het is de bedoeling dat de Raad voor de Kunst op vrijdag 6 juli zal worden geïnstalleerd. Tot voorzitter, respectievelijk ondervoor zitter van de Raad voor de Kunst zijn be noemd mr. dr. P. J. Witteman te Overveen, lid der Eerste Kamer en jhr. W. J. H. B. Sandberg, directeur der stedelijke musea te Amsterdam, die deze functie ook bij de voorlopige raad vervulden. In de afdeling Algemene Zaken zullen, behalve de voorzitter en de ondervoorzit ter, de vijf voorzitters van de overige af delingen zitting hebben. Zij zijn nog niet aangewezen, omdat de wet voorschrijft, dat de raad over hun benoeming moet worden gehoord. Benoemd zijn verder: Willem Andriessen, Ben Groenier, Lize Houtstra- Van Dam, Bernard Verhoeven. M. A. Baeten, wethouder van onderwijs en kunstzaken van Maastricht, J. B. Broeksz, J. Kassies, mr. A. de Roos, wethouder van onderwijs en kunstzaken van Amsterdam, J. Willems te Ooisterwijk, lid van de Tweede Kamer. In de afdeling Beeldende Kunsten en Bouwkunst zijn benoemd: de schilders Jan Franken Pzn. en Theo Swagenmakers, de schilder-graficus prof. Jan Wiegers, de beeldhouwers Jan Havermans en Titus Lefeser, de architect prof. G. H. M. Holt, de graficus Dirk van Gelder, de typograaf D. Dooyes, benevens Joh. Haanstra, schil der te Enschedé, Ch. Jongejans, industrieel ontwerper te Amsterdam, Meindert Zaal berg, pottebakker te Leiderdorp, J. G. S. van Haaren, directeur van de Kunstnijver heidsschool te 's-Hertogenbosch en prof. dr. N. R. A. Vroom, directeur van de Rijks academie van Beeldende Kunsten te Am sterdam. In de afdeling filmkunst zijn benoemd de heren Charles Huguenot van der Linden te Amsterdam, J. G. J. Toonder te Amster dam, A. H. Wegerif te Wassenaar, E. J. Verschueren te Haarlem, J. G. J. Bosman te Amsterdam, P. J. van Mullem te Oegst- geest, Ch. Boost te Amsterdam, mr. H. L. 's Jacob te Voorburg. In de afdeling letteren zijn benoemd: Emmy van Lokhorst, Max Nord, prof. dr. W. A. P. Smit, dr. Victor E. van Vriesland, prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs, Ary den Hertog, Gerard Knuvelder, prof. dr. L. J. Rogier Adriaan van der Veen, Bert Bak ker, dr. H. J. Prakke en prof. dr. Garmt Stuiveling. In de afdeling Muziek zullen zitting heb ben: Jan Mul, Leon Orthel, Hans Henke- ADVERTENTIE Weet u nog een fabriek, welke dit geeft RENAULT FREGATE geeft 12 maan den garantie en vergoedt bovendien eventueel arbeidsloon, ongeacht het aantal afgelegde K.M. Prijzen vanaf ƒ7.500. Vraagt proefrit bij: Wagenweg 166-168 - Haarlem Telefoon 15056 - 12138 Tijdens een vergadering van het Hoofd- produktschap Akkerbouwprodukten is over de débacle bij de uitvoer van aardap pelen medegedeeld, dat een delegatie van het produktschap vandaag een bespreking met minister Mansholt zal hebben. De ongelukkige afloop van deze uitvoer op Engeland, waarbij het verlies, naar in ingewijde kringen gefluisterd wordt, dicht bij de veertig miljoen gulden voor Engel se importeurs en Nederlandse exporteurs zal liggen, behoeft een regeling om faillis sementen te voorkomen. Bovendien drukt het tekort aan liquide middelen bij de En gelse importeurs thans zwaar op de Neder landse uitvoer van tuinbouwprodukten naar Engeland. De gedachten gaan uit naar een langdurige kredietverlening, zo ver klaarde de voorzitter van het hoofdpro- duktschap, ir. T. P. Huisman. mans, Nellie Steuer-Wagenaar, dr. J. Smits van Waesberghe, de orkestmusici J. Blom en F. Pels, To van der Sluys, Eduard v. Beinum, prof. dr. A. A. Smijers, Sem Dresden en A. A. F. M. Verbeek. In de afdeling Theater tenslotte zijn be noemd: Marie Hamel, Robert de Vries, Jo- han de Meester, Paul Steenbergen, Max Croiset, W. Ph. Pos, mr. P. Cleveringa, dr. P. Cronheim, Sem Dresden, prof. dr. H. E. Reeser, Corrie Hartong, Indra Kamadjojo, Sonia Gaskell, Paula Balma, Wouter Paap, A. H. Vankan, J. Bendien, M. J. C. Büchli en mr. F. Adriaanse. ADVERTENTIE ADVERTENTIE BRIXON COSTUUMS ƒ114.- - 184.- Gen. Cronjéstr. 40-44 - Tel. 15438 - Haarlem Alan Grompton, de Britse Olympische skiër die vorig jaar met waterski's over het Kanaal kwam, wil nu hetzelfde proberen over de Noordzee, zo bericht de Britse Daily Express. Crompton zal een water dicht vest dragen en over een microfoon beschikken om de boot die hem voorttrekt te waarschuwen als er iets mis gaat. Crompton wil de afstand van ruim 500 km tussen Bergen (Noorwegen) en Aber deen (Schotland) in 15 uur afleggen, als alles gaat zoals hij zich dat voorstelt. Hij zal op een nog niet bepaalde, gunstige dag van de komende zomer uit Aberdeen star ten. De Daily Express, die dit waagstuk brengt onder de kop „eerste poging om de Noordzee op ski's over te steken", weet r.og te melden dat reserve-skiërs het koord zullen overnemen als Crompton mocht fa len. De mogelijkheid zou bestaan, dat snel- heidskoning Donald Campbell hem over de Noordzee trekt. (Campbell trok hem ook over het Kanaal). Crompton, die 28 jaar is, is de leider van het Britse Olympische (sneeuw) ski-team. ADVERTENTIE ADVERTENTIE De Kunstmaand Amsterdam 1956 heeft een prachtig slot gekregen met de kamer muziekavond, die donderdag in de Bach- zaal gegeven werd. Door het programma en door het gehalte der uitvoeringen be tekende deze avond tevens de bekroning van een reeks concerten, die behalve be kende composities veel minder bekende en zelfs onbekende werken brachten, waar mede aan de idealistische opzet van de Kunstmaand beantwoord werd. Het laatste concert, was aan muziek van Wolfgang Amadeus Mozart gewijd. Wij leven nog steeds in het Mozartjaar en het ligt voor de hand te veronderstellen, dat herden kingsmotieven tot deze programmasamen stelling hebben geleid. Mozart had een pianoleerlinge, waarop hij terecht trots was. Zij heette Franziska en was de zuster van zijn vriend, Gottfried von Jacquin. In 1787 schreef Mozart uit Praag een brief aan Gottfried, waarin hij hem vroeg zijn zuster te verzoeken „auf ihrem neuen Pianoforte recht fleissig zu seyn". Hij laat er echter direct op volgen, dat deze aansporing niet nodig is. want hij moet bekennen nog nooit een leerling gehad te hebben, die zo vlijtig was en zo veel ijver getoond had als zij. Voor haar zou Mozart het Trio voor piano, klarinet en altviool in Es (K.V. 498) geschreven hebben, dat als eerste werk op het laatste Kunstmaandconcert tot uitvoering kwam. De instrumentale bezetting van dit trio is zeker origineel.,Het werk zou niet het eni ge voorbeeld blijven van de voortreffelijke behandeling van de toen betrekkelijk „moderne" klarinet als karakteristiek ly risch instrument en als begeleidend me dium. Het Kwintet in A (K.V. 581), dat later op de avond werd gespeeld is daar een an der, superieur voorbeeld van. Een meester lijke inval is ook de toepassing van het timbre van de altviool in het trio, dat als gaaf kunstwerk een juweel genoemd kan worden. Het werd uitgevoerd door de alt violist Paul Godwin, die zich op zijn instru ment een voortreffelijk kunstenaar toonde. Jolle Huckriede had de klarinetpartij in handen, een taak die hij met gevoelige toon en knappe beheersing der techniek ver vulde. Jan Huckriede speelde de pianopar tij met begrip voor de stijl van deze mu ziek, dat wil zeggen fijn van klank en met bescheiden genuanceerde gevoelsexpressie. De uitvoering van het trio werd een uit nemende inleiding van de vertolking van het Kwartet in F (K.V. 370) wederom een zeldzame gebeurtenis. De bezetting: hobo, viool, altviool en violoncel is onge woon. Maar Mozart wist ook met deze tim bre-combinatie een prachtig stuk te schrij ven, dat getypeerd wordt door de contras ten der muzikale gedachten. Tegenover de intieme vreugde der snelle delen staat de weemoed van het Adagio, waarvan de subjectiviteit ons midden in de romantiek brengt. Wie zou durven ontkennen dat Mozart in dit Adagio zijn hart heeft laten spreken in de volmaakte taal der muziek? De hobopartij is zeer belangrijk geworden in dit werk. Niemand minder dan de ver maarde Jaap Sotijn speelde deze partij. De violist Nap de Klijn, de altviolist Paul Godwin en de violoncellist Carel van Leeuwen Boomkamp stonden hem daarbij voortreffelijk ter zijde. Het werd een mu siceren van hoge orde. Jaap Stotijn liet zijn instrument klagen, jubelen en dartel spelen met een haast overmoedige virtuo siteit en de strijkers pasten zich daar be wonderenswaardig bij aan. Gul lieten zij de langdurige bijval zich concentreren op Jaap Stotijn, die op zijn beurt met begrip voor hun belangrijke prestaties de waarde ringsbetuigingen ook op hen deed richten. Twee jaar voor zijn dood schreef Mo zart het Kwintet in A. De zorgen drukten zwaar op zijn leven. Maar er was voor hem een wijkplaats naar het gebied der pure muziek, waar hij hij zich tijdelijk be vrijden kon van de last van het leven, waar hij. een wijle gelukkig kon zijn met de volmaakte schoonheid, die aan hem ge openbaard werd, in wezen eenvoudig en teer. Die schoonheid is ook de zeer talrijke toehoorders deelachtig geworden door de bijzonder mooie en aangrijpende uitvoe ring, die de klarinettist Jan Huckriede, de violisten Nap de Klijn en Jaap Schroder, de altviolist Paul Godwin en de violoncel list Carel van Leeuwen Boomkamp van het werk gegeven hebben. Een hoogtepunt werd het beroemde Larghetto, al toonde de klarinet zich soms wat minder gewillig bij het aanspreken. Maar ook met de an dere delen werd een uitmuntende indruk gemaakt, waarbij het verfijnde vioolspel van Nap de Klijn een factor van betekenis werd. Het auditorium was opgetogen. Voor het aanhoudende applaus werd het rijkelijk beloond met een herhaling van het Larghetto. P. ZWAANSWIJK ADVERTENTIE Alle modellen uit voorraad leverbaar Volledige kampuitrustingen Twijnclerslaan 9 - Haarlem - Tel. 15116 In de donderdag op Woudscholen te Zeist gehouden zitting van de Generale Synode der Nederlands Hervormde Kerk kwam onder meer een motie van de classis Bom mel aan de orde, waarin bezorgdheid werd uitgesproken over het functioneren van ar tikel 10 van de Kerkorde, namelijk het ar tikel dat handelt over het belijden der kerk bij de colloquia, de onderzoekers die beslis sen over de toelating tot het predikanten ambt. Dr. Emmen meende, dat artikel 10 in derdaad bij de beoordeling van de kandi daat mee moet functioneren. Ds. J. Vink echter stelde dat men er van uit dient te gaan, dat de kandidaat zich stelt achter artikel 10. Bij de Colloquia moet de ge schiktheid en de bekwaamheid in het ge ding zijn, niet het toetsen der belijdenis van de kandidaat. Alleen wanneer onwil lekeurig een grote discrepantie met arti kel 10 blijkt, moet men dat in het oor deel betrekken. Prof. dr. A. J. Rasker zei dat de commisies voor de colloquia niet, zoals classis Bommel wil, bedoelen de trouw aan de belijdenis te onderzoeken. Ds. L. Kievit meende dat duidelijk is wat classis Bommel bedoelt. Er zijn aperte ge vallen, waarin verwerping van artikel 10 duidelijk werd. Moet men hier doen alsof men daar niet mee te maken heeft? Classis Bommel bedoelt geen inquisitie, maar wel dat er gereageerd wordt in zeer duidelijke gevallen. Dr. Emmen stelde voor deze motie door te zenden aan de commissies voor de col loquia. Zo werd besloten. In de avondvergadering waren als gas ten aanwezig rev. H. Hageman en zijn vrouw. Hij is predikant bij de Reformed Church in Newark (V.S.) en heeft juist een reis van twee maanden achter de rug naar Zuid-Afrika. Ds. Hageman juichte het toe, dat zoveel nieuw bloed uit de Hervormde Kerk naar de „Reformed Church" stroomt. Hij sprak over zijn erva ringen in Zuid-Afrika en die met de drie verschillende Hervormde Kerken daar. Hij besprak voorts de rassensituatie. Er komt enige bezinning in de kerken, die op kente ring wijst. Ook de verhouding tussen kerk en staat wordt nu bestudeerd. Duidelijk is het dat de Zuid-Afrikaanse kerken in be weging zijn. Contact met de Nederlands Hervormde Kerk zou zeer waardevol zijn. r De Haarlemse rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen een tweeëntwin- tigjarige metselaar, verdacht van diefstal van een schrijfmachine uit een kantoor te Haarlem; het vonnis luidde een gevange nisstraf van een jaar en zes maanden, door te brengen in de jeugdgevangenis te Zut- phen. Een zevenendertig]arige timmerman, wie ten laste was gelegd diefstal van een film projector uit een auto, die onbeheerd stond, werd veroordeeld tot een gevange nisstraf van zes maanden: een vierender- tigjarige koopman, die getracht heeft de projector te verkopen en een caféhoud ster, die terecht hadden gestaan wegens heling, werden vrijgesproken. Ja, nu bezat Abdoel dat kostbare tapijtje, waarmee hij door de lucht kon vliegen. En je begrijpt zeker wel, dat hij dat leuke ding niet wegborg, om er niet meer naar om te kijken. O, nee!... integendeel... hij had met zijn vriendje Mohab afgespro ken, dat ze daar nou 'es braaf plezier mee zouden hebben! En zo gingen ze op hun volgende vrije dag op weg, vol plannen1-2 Men mag het een zeer gelukkige omstan digheid achten dat de omvang van wat men op de beurzen gewoon is prolongatie affaires te noemen, dat zijn de aankopen van effecten met geleend geld, gedurende de laatste jaren zeer gering is geweest en dat tot dusver is gebleven. In de V. S. is het dekkingspercentage allengs tot 70 pet. verhoogd en ten onzent zijn de niet-con- tante affaires feitelijk verboden, al wil dit niet zeggen dat er niet met geleend geld wordt gekocht. Maar hier zowel als in de V. S. is het effectenkrediet toch binnen zeer enge grenzen gebleven en het is voor geen gering deel aan deze omstandigheid te danken dat de beurzen de vorige week niet in een paniekstemming zijn geraakt en op de koersdaling, welke het gevolg was van Eisenhower's opnieuw geschokte ge zondheid, een krachtig herstel kon volgen. De effectenbeurs kan worden beschouwd als de manometer van de conjunctuur, maar in het verleden heeft zij omgekeerd ook dikwijls invloed op de conjunctuur uit geoefend, doordat grote verliezen op ge dwongen verkopen van effecten uiteraard hun weerslag vinden op de consumptie in de ruimste zin van het woord, welke dan noodgedwongen wordt beperkt. Ook lokken de lagere koersen op de effectenbeurzen dan veelal nieuwe verkopen uit van be angst geworden houders en als zo de sneeuwbal eenmaal aan het rollen is, valt zijn vaart moeilijk te stuiten. Ook de vorige week hebben er in New York, zowel als in Amsterdam zulke angstverkopen plaats gehad, maar de houders van betaalde fond sen hebben merendeels het hoofd koel ge houden en de omzetten zijn dan ook niet abnormaal groot geweest. En als we, ter wijl we dit schrijven, het koersverloop be zien, blijkt dat in New York het index cijfer voor Industrials al weer hoger is dan vóór Eisenhower's operatie en dat ook op de Amsterdamse beurs met name voor de zwaargehavende internationale fondsen een krachtig herstel kon intreden. Intussen blijven de onzekere factoren, welke nu reeds geruime tijd de beurzen be ïnvloeden, bestaan en de ongetwijfeld nog altijd wankele gezondheid van de Ameri kaanse president, tezamen met de komende verkiezingen in de V. S. vertroebelt lot op zekere hoogte het beeld van de feitelijke conjunctuuraanwijzingen wegens de ten dentieuze beoordelingen, welke daarvan uit politieke overwegingen worden gegeven. En ook de natuurlijke ontwikkeling van de fondsenhandel wordt hierdoor beïnvloed, zodat een gevoel van onzekerheid blijft domineren. En hoezeer ook de Amster damse beurs'op het kompas van haar New Yorkse zusterinstelling vaart, is de vorige en ook deze week wel weer duidelijk aan het licht getreden. De integratie en de internationale eco nomische vervlechting, waarvoor na de oorlog met kracht en klem het pleit is gevoerd, is een prachtig ding en voor de algemene welvaartsbevordering ongetwij feld van grote betekenis, het brengt nu eenmaal mee dat de economische zelfstan digheid van de onderscheidene landen voortdurend kleiner wordt en als één lid lijdt, alle andere leden moeten mede-lijden. De V. S. mogen dan goeddeels z.g. self supporting zijn, hun buitenlandse handel heeft zich na de oorlog aanmerkelijk uit gebreid en is voor ons werelddeel een in tegrerend deel van de in- en uitvoeren. Vermindert de Amerikaanse koopkracht, dan slaat dat op Europa terug. In het rap port van de Economische Commissie voor Europa van de V. N. wordt o.m. gezegd dat de mogelijkheid van een voortgezette stij ging der totale overzeese uitgaven van de V. S., mogelijk in een trager tempo dan de laatste tijd het geval was, van rechtstreeks belang is voor de Westeuropese export vooruitzichten in de V. S. en tevens van invloed zal zijn op de welvaart der pri maire produktielanden, welke een nog be langrijker afzetgebied voor West-Europa vormen. Volgens het rapport zal de afzet van West-Europese produkten naar de klassieke grondstoffenlanden dit jaar waar schijnlijk iets moeilijker zijn, terwijl aan de andere kant Europa waarschijnlijk meer granen, steenkolen, petroleum en staal zal moeten invoeren. Tot dusver heeft de Nederlandse buiten landse handel zich zeker niet onbevredi gend ontwikkeld, de cijfers van de laatste maanden vormen niettemin een waarschu wing tegen een lichtvaardig optimisme Onze uitvoer ging in de eerste vier maan den van 1956 niet onbelangrijk vooruit, maar de invoer steeg met een nog groter bedrag en het invoersaldo, dat voor die vier maanden van 1955 765 miljoen be droeg, was ultimo april 1956 tot meer dan 900 miljoen gestegen. Dit is een van de redenen,waarom de Nederlandse betalings balans een heel wat ongunstiger beeld ver toont dan de laatste jaren het geval was en zij voor 1956 vermoedelijk geen over schot meer zal aanwijzen. Ook het feit dat de netto-overschotten van Nederland in de E.B.U. sinds maart in tekorten zijn ver anderd (in mei 36 miljoen) betekent een kentering in de positie van Nederland in het onderling Europees verband. Daar 75 pet. van de tekorten bij de E.B.U. in goud of dollars moet worden aangezuiverd, is het dan ook geen wonder dat de goud- en de viezenvoorraad bij de Nederlandsche Bank nu reeds zeven weken achtereen teruggaat. Bij een hoogste stand van 4756 miljoen op 27 februari, bedraagt de goud- en de viezenvoorraad per 4 juni nog 4423 mil joen, zodat ze met 333 miljoen is terug gegaan. Het uitblijven van buitenlandse effectenaankopen op de Amsterdamse beurs heeft hieraan ook meegewerkt en de krappe geld- en kapitaalmarkt vindt hier in voor een deel haar verklaring. Over het algemeen kan worden geconsta teerd dat het conjunctuurbeeld in ons land nog gunstig blijft. De industriële produktie was in maart weer groter dan in de beide voorafgaande maanden (indexcijfer 163 tegen 149, resp. 142 bij een basiscijfer van 100 voor 1949). Met name in de metaal nijverheid was de vooruitgang opvallend; het indexcijfer steeg van 176 in februari tot 201 in maart. Voorts kan er op worden gewezen dat de onuitgevoerde orders bij de industriële bedrijven, ultimo maart niet onbelangrijk groter waren dan drie maan den tevoren, waarbij vooral de scheeps bouw gewicht in de schaal legt. Uit de verslagen van verschillende ondernemin gen blijkt echter dat de grotere bedrijvig heid in vele gevallen met een kleinere winst gepaard gaat, wat dus op afnemen de winstmarges wijst als gevolg van de sterk verhoogde produktiekosten. Deze worden veroorzaakt zowel door de hogere lonen en salarissen als door de noodzakelijke kapitaalsuitgaven welke de vaste kosten bij de bedrijven doen stijgen. Dit verschijnsel gaat gepaard met een nog altijd voortgaande toeneming van de consumptie, alleszins verklaarbaar wegens de grotere inkomsten bij een deel van de bevolking. De voorjaarsverkoop geeft voor de textielgoederen een verhoging van het indexcijfer (1954 100) van 118 in 1954 en 136 in 1955 tot 158 voor 1956 te zien, voor huishoudelijke artikelen van resp. 89 en 95 tot 134, voor schoeisel van resp. 118 en 118 tot 136, voor de omzet in de waren huizen van resp. 97 en 111 tot 131. Hoewel ook de besparingen blijkens de cijfers van de verschillende spaarbanken nog steeds een vooruitgang aanwijzen, bestaat toch het gevaar dat de consumptie in ons land in een te snel tempo stijgt en dat wij bezig zijn een al te groot deel van de verkregen welvaart te verteren. Onder deze omstan digheden zal het voor vele bedrijven moei lijk zijn de prijzen te handhaven, hoezeer ook de werkgevers, algemeen gesproken, het streven van de regering tot prijsstabili- satie kunnen waarderen en steunen. Men mag er de president van de Her- stelbank, drs. J. F. Posthuma, dan ook dankbaar voor zijn dat hij dezer dagen in een rede voor het Grafisch Export Cen trum nog eens heeft gewezen op de wen selijkheid de exportpositie van de Neder landse bedrijven te verlichten door een aanpassing van het in ons land bestaande systeem, dat nog op het verleden is ge baseerd, bij de snelle technische ontwik keling, welke snelle afschrijvingen nood zakelijk maakt, zodat de fiscus met veel kortere afschrijvingstermijnen genoegen zal moeten nemen. Als de bedrijfskosten wegens de hogere bezoldiging van man kracht en de noodzakelijke kapitaalsuitga ven stijgen en de verkoopprijzen niet mo gen worden verhoogd, zal door een verla ging van de belastingen bij de bedrijven de noodzakelijke rentabiliteit moeten worden gehandhaafd. Het enig alternatief, nl. een noodgedwon gen vermindering van de industriële in vesteringen en een afnemende bedrijfsren- tabiliteit, tast onze internationale handels positie aan en ondermijnt de welvaart, met de verdeling waarvan men zich thans ver moedelijk in al te groot optimisme occu peert. Gas en olie. In de boring van de Neder landse Aardoliemaatschappij op de zuide lijke oever van de Maas te Rotterdam, in de omgeving van het stadion Feyenoord, zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van olie aangetroffen. In dezelfde boring is in het begin van deze maand aardgas gevonden. (Copyright Cosmospresse, Genève) Gebaseerd op historische gegevens door 2) „Hij heeft de diamanten gezien. Oor spronkelijk moet het één diamant zijn ge weest van veel meer dan honderd karaat, maar de steen was in verschillende stukken gesprongen". Floriano was van zijn stoel opgesprongen en had zijn bezoeker bij de schouders ge grepen. „Onmiddellijk hier met die stenen, dan kunnen ze nog mee met het schip. Onmid dellijk! We hebben geen minuut te ver liezen". „Uitstekend, excellentie. We zullen die Indiaan een laxeermiddel geven, en dan is het met een paar uur gebeurd". „Onmiddellijk heb ik gezegd, niet 'n paar uur". bestaat „Dat kan niet, excellentie, er geen enkel middeltje dat „Zo'n middel is er wèl! Binnen tien mi nuten moet ik de stenen hebben". Floriano sloeg met'een vuist op tafel. „En het kan bovendien helemaal geen kwaad als we eens een goed voorbeeld stellen". „Maar excellentie", probeerde Quintino nog, „het is een jongeman, sterk als een buffel...." Quintino zei dat niet uit men selijke gevoelens, doch met het oog op de grote waarde van de Indiaan als slaaf en vanwege zijn handelswaarde. Maar Flori- no gaf op dit moment even weinig om het leven van één zijner slaven als om diens handelswaarde. Eindelijk diamanten, die zijn positie in Lissabon weer wat zouden kunnen verstevigen! „En nu opschieten. Binnen tien mi nuten wil ik die diamanten hebben". Een kwartier later bewonderde Floriano vijf diamanten van ongewone schoonheid, die uitgespreid lagen op een doek met en kele bloedvlekken. Er kon geen twijfel over bestaan, dat ze oorspronkelijk één enkele grote steen hadden gevormd. De breukvlakken stemden nauwkeurig over een. Het moest wel een tweehonderd ka raats zijn geweest! Maar ook nu waren het stuk voor stuk nog prachtstenen, elk van véél meer dan 22 karaat. Koningsdiaman ten! Vier stukken waren ongeveer van ge lijke grootte, het vijfde aanzienlijk zwaar der. Floriano pakte de stenen, die hij opper vlakkig gereinigd had, samen met een haastig gekrabbeld briefje in een lederen buidel en droeg deze over aan een inmid dels ontboden en reeds wachtende koerier. Deze spoedde zich in allerijl naar de ha ven, doch kwam daar aan toen hij nog juist de masten van het regeringsschip aan de horizon zag verdwijnen, veel te ver ver wijderd om nog door seinen teruggehaald te kunnen worden. Pas toen Floriano van de havenmeester hoorde, dat er over twee dagen een ander, snel zeilschip naar Portugal zou vertrek ken, kwam hij weer wat tot bedaren. De „Santa Maddalena", zo verzekerde de havenmeester hem, zou in staat zijn het regeringsschip in te halen en zelfs nog eer der in Lissabon te zijn. Floriano ontbood de kapitein van de „Santa Maddalena" en overhandigde hem de vijfvoudig verzegel de lederen buidel met de opdracht, deze persoonlijk, tezamen met een brief, die het haastig geschreven krabbeltje had ver vangen, aan de koning van Portugal ter hand te stellen. De buidel kwam veilig op zijn bestem ming aan. Maar het was niet de kapitein van de „Santa Maddalena", die hem aan de ko ning overreikte, maar de eerste officier. De kapitein was, halverwege de reis, door één van zijn matrozen neergestoken. Hij stond over het algemeen als een rechtvaardig man bekend, maar ditmaal had hij ten onrechte een matroos ervan verdacht, de diamanten te willen stelen. Hij had de matroos in zijn kajuit aange troffen. Hoewel deze bij alle heiligen be zwoer van het bestaan der diamanten niet af te weten en alleen maar was gekomen om hem voor een op handen zijnde wer velstorm te waarschuwen, had de kapitein hem niet geloofd en hem laten geselen aan de mast. Hierover in dolle woede en haat ontstoken, had de matroos nadien de kapi tein met een mes aangevallen en ver moord. De dader werd door de bemanning gegrepen en opgehangen aan de bezaans mast. De waakzaamheid van de bemanning was door deze bloedige gebeurtenissen en door de onrust als gevolg van bij gelovigheid, die ontstond toen de voorge schiedenis van de diamanten verteld werd door een op het laatste ogenblik aange monsterd bemanningslid, dat jarenlang tot de lijfwacht van Quintino had behoord enige tijd erg verzwakt geweest; en zo kon het gebeuren, dat de wervelstorm het schip onverhoeds overviel. Slechts met moeite slaagde men er in het schip te be houden, doch men werd ver uit de koers geslagen en de tuigage liep zware schade op. De „Santa Maddalena" liep pas een week na het regeringsschip de haven van Lis sabon binnen. In het zicht van de haven kwam de bark een uitgaande driemaster, de „Francisco" tegen, die zich, zoals uit de signalen bleek, op weg naar Bahia bevond. De „Francisco" had een brief aan boord, gericht tot de gouverneur van de provincie Minas Geraes, waarin Floriano d'Alves van zijn post als beheerder van de dia mantmijnen werd ontheven en onmiddel lijk onder geleide naar Lissabon werd ont boden. Aanvankelijk lag het in de bedoeling de vijf diamanten in Lissabon te laten bewer ken door het nieuwe Portugese diamant bedrijf, de firma Lobo. Maar de bedrijfs leider dier firma zond de steen terug na een ernstige studie gemaakt te hebben van de mogelijkheden tot slijpen. Men voelde zich tegen deze grote en verantwoordelijke taak niet opgewassen. Derhalve werd be sloten de stenen toch maar, zoals gewoon lijk, naar Amsterdam te sturen. Voor de meesters in de slijpkunst, die door de eeuwen heen in Amsterdam te vinden waren, betekende het slijpen van deze vorstelijke diamanten geen enkel pro bleem. Wel vertrouwde men de stenen slechts aan de kundigste ambachtslieden toe, zodat ze niet alle tegelijk konden wor den vervolmaakt. Bijna acht maanden gin gen met het slijpen heen. Het grote stuk werd een schitterende brillant van 35 ka raat, de overige vier werden zo gelijk mogelijk geslepen en werden pronkjuwe len van ongeveer 20 karaat. Onmiddellijk na het gereed komen van de arbeid in Amsterdam kwam het bericht dat belangrijk bezoek te verwachten was: de Parijse hofjuwelier Böhmer had laten door schemeren dat hij op zoek was naar enige bijzondere diamanten. De haast, die met de afwerking van de stenen werd gemaakt toen het bericht kwam, veroorzaakte nog een klein ongelukje. In een van de slijpvlakken viel op een gegeven moment een heel fijn scherp omlijnd vlekje, dat de zuiverheid van het vlakje iets verstoorde. Hoewel het slechts door kenners kon worden waar genomen, betekende dit toch een niet-on- aanzienlijk waardeverlies. Maar doordat slechts enkele uren later Böhmer zou ko men, kon er niets meer gedaan worden om deze onzuiverheid weg te werken. Böhmer werd met een voor zulk een groot man passende vreugde ontvangen. Een kleine, beweeglijke man met heldere onrustige ogen, elegant gekleed doch zonder enige opsmuk. Hij gold als de grootste juwelenkenner van Europa en een der belangrijkste koop lieden van Frankrijk. Zijn juwelierszaak in de Rue Vendöme was in de laatste jaren het trefpunt geworden voor de Franse aris tocratie, voor de verschillende vaak bitter vijandig tegenover elkaar staande groepen uit het hofleven. De reis had Böhmer ondernomen in op dracht van madame Dubarry. Hij gaf geen bijzonderheden over zijn opdracht, maar merkte slechts op, dat hij bij andere juwe lierszaken tevergeefs gezocht had naar iels heel bijzonders. „Laten we dus van de ge woonte afwijken en eens niet het mooiste voor het laatst bewaren. Alles wat minder mooi dan het mooiste is, geeft alleen maar tijdverlies. Ik moet iets heel bijzonders hebben". De joviale Böhmer maakte een enigszins nerveuze indruk, terwijl hij zich op deze wijze over het doel van zijn komst uitliet. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 6