TENTEN
Abdoel en het Vliegende Tapijt^)
FATALE
V DIAMANTEN
Samenstelling der afdelingen
van Raad voor de Kunst
Kunstmaand Amsterdam besloten
met sublieme kamermuziek
r
Nederlands positie in
de wereldhandel
4
GARAGE DEN HOUT
Bespreking met minister
over debacle bij de
aardappelexport
Op waterski's over
de Noordzee
BUITENSPORTCENTRUM
Synode der Hervormde
Kerk bijeen
Uitspraken rechtbank
Effecten- en
Geldmarkt
FEUILLETON
R. HASSBERGER
VRIJDAG 15 JUNI 195 6
Op 15 juni treedt de wet op de Raad voor
de Kunst in werking. Met ingang van de
zelfde datum wordt de voorlopige raad
voor de kunst opgeheven. Bij Koninklijk
Besluit zijn de leden van deze raad be
noemd, bij beschikking van de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
werden zij verdeeld over de zes afdelingen
van de raad. Volgens wettelijk voorschrift
is een aantal kunstenaars benoemd uit de
voordrachten van kunstenaarsorganisaties.
Mede ten gevolge hiervan verschilt de sa
menstelling sterk van die van de voorlo
pige. Behalve met de voordrachten moest
bij de benoeming met velerlei factoren
rekening worden gehouden, zoals met de
geestelijke stromingen in ons volk en met
de spreiding over het land, met de vele
vormen van kunstbeoefening, met de
kunststichtingen en met het particuliere
kunstleven. Aan alle verlangens kon daar
door niet worden voldaan. Enkele plaatsen
in de raad zijn nog niet vervuld, omdat
daarover nog overleg gaande is. Het is de
bedoeling dat de Raad voor de Kunst op
vrijdag 6 juli zal worden geïnstalleerd.
Tot voorzitter, respectievelijk ondervoor
zitter van de Raad voor de Kunst zijn be
noemd mr. dr. P. J. Witteman te Overveen,
lid der Eerste Kamer en jhr. W. J. H. B.
Sandberg, directeur der stedelijke musea
te Amsterdam, die deze functie ook bij de
voorlopige raad vervulden.
In de afdeling Algemene Zaken zullen,
behalve de voorzitter en de ondervoorzit
ter, de vijf voorzitters van de overige af
delingen zitting hebben. Zij zijn nog niet
aangewezen, omdat de wet voorschrijft,
dat de raad over hun benoeming moet
worden gehoord. Benoemd zijn verder:
Willem Andriessen, Ben Groenier, Lize
Houtstra- Van Dam, Bernard Verhoeven.
M. A. Baeten, wethouder van onderwijs en
kunstzaken van Maastricht, J. B. Broeksz,
J. Kassies, mr. A. de Roos, wethouder van
onderwijs en kunstzaken van Amsterdam,
J. Willems te Ooisterwijk, lid van de
Tweede Kamer.
In de afdeling Beeldende Kunsten en
Bouwkunst zijn benoemd: de schilders Jan
Franken Pzn. en Theo Swagenmakers, de
schilder-graficus prof. Jan Wiegers, de
beeldhouwers Jan Havermans en Titus
Lefeser, de architect prof. G. H. M. Holt,
de graficus Dirk van Gelder, de typograaf
D. Dooyes, benevens Joh. Haanstra, schil
der te Enschedé, Ch. Jongejans, industrieel
ontwerper te Amsterdam, Meindert Zaal
berg, pottebakker te Leiderdorp, J. G. S.
van Haaren, directeur van de Kunstnijver
heidsschool te 's-Hertogenbosch en prof. dr.
N. R. A. Vroom, directeur van de Rijks
academie van Beeldende Kunsten te Am
sterdam.
In de afdeling filmkunst zijn benoemd
de heren Charles Huguenot van der Linden
te Amsterdam, J. G. J. Toonder te Amster
dam, A. H. Wegerif te Wassenaar, E. J.
Verschueren te Haarlem, J. G. J. Bosman
te Amsterdam, P. J. van Mullem te Oegst-
geest, Ch. Boost te Amsterdam, mr. H. L.
's Jacob te Voorburg.
In de afdeling letteren zijn benoemd:
Emmy van Lokhorst, Max Nord, prof. dr.
W. A. P. Smit, dr. Victor E. van Vriesland,
prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs, Ary den
Hertog, Gerard Knuvelder, prof. dr. L. J.
Rogier Adriaan van der Veen, Bert Bak
ker, dr. H. J. Prakke en prof. dr. Garmt
Stuiveling.
In de afdeling Muziek zullen zitting heb
ben: Jan Mul, Leon Orthel, Hans Henke-
ADVERTENTIE
Weet u nog een fabriek,
welke dit geeft
RENAULT FREGATE geeft 12 maan
den garantie en vergoedt bovendien
eventueel arbeidsloon, ongeacht het
aantal afgelegde K.M.
Prijzen vanaf ƒ7.500.
Vraagt proefrit bij:
Wagenweg 166-168 - Haarlem
Telefoon 15056 - 12138
Tijdens een vergadering van het Hoofd-
produktschap Akkerbouwprodukten is
over de débacle bij de uitvoer van aardap
pelen medegedeeld, dat een delegatie van
het produktschap vandaag een bespreking
met minister Mansholt zal hebben.
De ongelukkige afloop van deze uitvoer
op Engeland, waarbij het verlies, naar in
ingewijde kringen gefluisterd wordt, dicht
bij de veertig miljoen gulden voor Engel
se importeurs en Nederlandse exporteurs
zal liggen, behoeft een regeling om faillis
sementen te voorkomen. Bovendien drukt
het tekort aan liquide middelen bij de En
gelse importeurs thans zwaar op de Neder
landse uitvoer van tuinbouwprodukten
naar Engeland. De gedachten gaan uit naar
een langdurige kredietverlening, zo ver
klaarde de voorzitter van het hoofdpro-
duktschap, ir. T. P. Huisman.
mans, Nellie Steuer-Wagenaar, dr. J.
Smits van Waesberghe, de orkestmusici
J. Blom en F. Pels, To van der Sluys,
Eduard v. Beinum, prof. dr. A. A. Smijers,
Sem Dresden en A. A. F. M. Verbeek.
In de afdeling Theater tenslotte zijn be
noemd: Marie Hamel, Robert de Vries, Jo-
han de Meester, Paul Steenbergen, Max
Croiset, W. Ph. Pos, mr. P. Cleveringa, dr.
P. Cronheim, Sem Dresden, prof. dr. H. E.
Reeser, Corrie Hartong, Indra Kamadjojo,
Sonia Gaskell, Paula Balma, Wouter Paap,
A. H. Vankan, J. Bendien, M. J. C. Büchli
en mr. F. Adriaanse.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
BRIXON COSTUUMS ƒ114.- - 184.-
Gen. Cronjéstr. 40-44 - Tel. 15438 - Haarlem
Alan Grompton, de Britse Olympische
skiër die vorig jaar met waterski's over het
Kanaal kwam, wil nu hetzelfde proberen
over de Noordzee, zo bericht de Britse
Daily Express. Crompton zal een water
dicht vest dragen en over een microfoon
beschikken om de boot die hem voorttrekt
te waarschuwen als er iets mis gaat.
Crompton wil de afstand van ruim 500
km tussen Bergen (Noorwegen) en Aber
deen (Schotland) in 15 uur afleggen, als
alles gaat zoals hij zich dat voorstelt. Hij
zal op een nog niet bepaalde, gunstige dag
van de komende zomer uit Aberdeen star
ten.
De Daily Express, die dit waagstuk
brengt onder de kop „eerste poging om de
Noordzee op ski's over te steken", weet
r.og te melden dat reserve-skiërs het koord
zullen overnemen als Crompton mocht fa
len. De mogelijkheid zou bestaan, dat snel-
heidskoning Donald Campbell hem over de
Noordzee trekt. (Campbell trok hem ook
over het Kanaal). Crompton, die 28 jaar is,
is de leider van het Britse Olympische
(sneeuw) ski-team.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
De Kunstmaand Amsterdam 1956 heeft
een prachtig slot gekregen met de kamer
muziekavond, die donderdag in de Bach-
zaal gegeven werd. Door het programma
en door het gehalte der uitvoeringen be
tekende deze avond tevens de bekroning
van een reeks concerten, die behalve be
kende composities veel minder bekende en
zelfs onbekende werken brachten, waar
mede aan de idealistische opzet van de
Kunstmaand beantwoord werd. Het laatste
concert, was aan muziek van Wolfgang
Amadeus Mozart gewijd. Wij leven nog
steeds in het Mozartjaar en het ligt voor
de hand te veronderstellen, dat herden
kingsmotieven tot deze programmasamen
stelling hebben geleid.
Mozart had een pianoleerlinge, waarop
hij terecht trots was. Zij heette Franziska
en was de zuster van zijn vriend, Gottfried
von Jacquin. In 1787 schreef Mozart uit
Praag een brief aan Gottfried, waarin hij
hem vroeg zijn zuster te verzoeken „auf
ihrem neuen Pianoforte recht fleissig zu
seyn". Hij laat er echter direct op volgen,
dat deze aansporing niet nodig is. want
hij moet bekennen nog nooit een leerling
gehad te hebben, die zo vlijtig was en zo
veel ijver getoond had als zij. Voor haar
zou Mozart het Trio voor piano, klarinet
en altviool in Es (K.V. 498) geschreven
hebben, dat als eerste werk op het laatste
Kunstmaandconcert tot uitvoering kwam.
De instrumentale bezetting van dit trio is
zeker origineel.,Het werk zou niet het eni
ge voorbeeld blijven van de voortreffelijke
behandeling van de toen betrekkelijk
„moderne" klarinet als karakteristiek ly
risch instrument en als begeleidend me
dium.
Het Kwintet in A (K.V. 581), dat later
op de avond werd gespeeld is daar een an
der, superieur voorbeeld van. Een meester
lijke inval is ook de toepassing van het
timbre van de altviool in het trio, dat als
gaaf kunstwerk een juweel genoemd kan
worden. Het werd uitgevoerd door de alt
violist Paul Godwin, die zich op zijn instru
ment een voortreffelijk kunstenaar toonde.
Jolle Huckriede had de klarinetpartij in
handen, een taak die hij met gevoelige toon
en knappe beheersing der techniek ver
vulde. Jan Huckriede speelde de pianopar
tij met begrip voor de stijl van deze mu
ziek, dat wil zeggen fijn van klank en met
bescheiden genuanceerde gevoelsexpressie.
De uitvoering van het trio werd een uit
nemende inleiding van de vertolking van
het Kwartet in F (K.V. 370) wederom
een zeldzame gebeurtenis. De bezetting:
hobo, viool, altviool en violoncel is onge
woon. Maar Mozart wist ook met deze tim
bre-combinatie een prachtig stuk te schrij
ven, dat getypeerd wordt door de contras
ten der muzikale gedachten. Tegenover de
intieme vreugde der snelle delen staat de
weemoed van het Adagio, waarvan de
subjectiviteit ons midden in de romantiek
brengt. Wie zou durven ontkennen dat
Mozart in dit Adagio zijn hart heeft laten
spreken in de volmaakte taal der muziek?
De hobopartij is zeer belangrijk geworden
in dit werk. Niemand minder dan de ver
maarde Jaap Sotijn speelde deze partij. De
violist Nap de Klijn, de altviolist Paul
Godwin en de violoncellist Carel van
Leeuwen Boomkamp stonden hem daarbij
voortreffelijk ter zijde. Het werd een mu
siceren van hoge orde. Jaap Stotijn liet
zijn instrument klagen, jubelen en dartel
spelen met een haast overmoedige virtuo
siteit en de strijkers pasten zich daar be
wonderenswaardig bij aan. Gul lieten zij
de langdurige bijval zich concentreren op
Jaap Stotijn, die op zijn beurt met begrip
voor hun belangrijke prestaties de waarde
ringsbetuigingen ook op hen deed richten.
Twee jaar voor zijn dood schreef Mo
zart het Kwintet in A. De zorgen drukten
zwaar op zijn leven. Maar er was voor
hem een wijkplaats naar het gebied der
pure muziek, waar hij hij zich tijdelijk be
vrijden kon van de last van het leven,
waar hij. een wijle gelukkig kon zijn met
de volmaakte schoonheid, die aan hem ge
openbaard werd, in wezen eenvoudig en
teer. Die schoonheid is ook de zeer talrijke
toehoorders deelachtig geworden door de
bijzonder mooie en aangrijpende uitvoe
ring, die de klarinettist Jan Huckriede, de
violisten Nap de Klijn en Jaap Schroder,
de altviolist Paul Godwin en de violoncel
list Carel van Leeuwen Boomkamp van
het werk gegeven hebben. Een hoogtepunt
werd het beroemde Larghetto, al toonde
de klarinet zich soms wat minder gewillig
bij het aanspreken. Maar ook met de an
dere delen werd een uitmuntende indruk
gemaakt, waarbij het verfijnde vioolspel
van Nap de Klijn een factor van betekenis
werd. Het auditorium was opgetogen.
Voor het aanhoudende applaus werd het
rijkelijk beloond met een herhaling van
het Larghetto.
P. ZWAANSWIJK
ADVERTENTIE
Alle modellen uit voorraad leverbaar
Volledige kampuitrustingen
Twijnclerslaan 9 - Haarlem - Tel. 15116
In de donderdag op Woudscholen te Zeist
gehouden zitting van de Generale Synode
der Nederlands Hervormde Kerk kwam
onder meer een motie van de classis Bom
mel aan de orde, waarin bezorgdheid werd
uitgesproken over het functioneren van ar
tikel 10 van de Kerkorde, namelijk het ar
tikel dat handelt over het belijden der kerk
bij de colloquia, de onderzoekers die beslis
sen over de toelating tot het predikanten
ambt.
Dr. Emmen meende, dat artikel 10 in
derdaad bij de beoordeling van de kandi
daat mee moet functioneren. Ds. J. Vink
echter stelde dat men er van uit dient te
gaan, dat de kandidaat zich stelt achter
artikel 10. Bij de Colloquia moet de ge
schiktheid en de bekwaamheid in het ge
ding zijn, niet het toetsen der belijdenis
van de kandidaat. Alleen wanneer onwil
lekeurig een grote discrepantie met arti
kel 10 blijkt, moet men dat in het oor
deel betrekken. Prof. dr. A. J. Rasker zei
dat de commisies voor de colloquia niet,
zoals classis Bommel wil, bedoelen de
trouw aan de belijdenis te onderzoeken.
Ds. L. Kievit meende dat duidelijk is wat
classis Bommel bedoelt. Er zijn aperte ge
vallen, waarin verwerping van artikel 10
duidelijk werd. Moet men hier doen alsof
men daar niet mee te maken heeft? Classis
Bommel bedoelt geen inquisitie, maar wel
dat er gereageerd wordt in zeer duidelijke
gevallen.
Dr. Emmen stelde voor deze motie door
te zenden aan de commissies voor de col
loquia. Zo werd besloten.
In de avondvergadering waren als gas
ten aanwezig rev. H. Hageman en zijn
vrouw. Hij is predikant bij de Reformed
Church in Newark (V.S.) en heeft juist
een reis van twee maanden achter de rug
naar Zuid-Afrika. Ds. Hageman juichte
het toe, dat zoveel nieuw bloed uit de
Hervormde Kerk naar de „Reformed
Church" stroomt. Hij sprak over zijn erva
ringen in Zuid-Afrika en die met de drie
verschillende Hervormde Kerken daar. Hij
besprak voorts de rassensituatie. Er komt
enige bezinning in de kerken, die op kente
ring wijst. Ook de verhouding tussen kerk
en staat wordt nu bestudeerd. Duidelijk is
het dat de Zuid-Afrikaanse kerken in be
weging zijn. Contact met de Nederlands
Hervormde Kerk zou zeer waardevol zijn.
r
De Haarlemse rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen een tweeëntwin-
tigjarige metselaar, verdacht van diefstal
van een schrijfmachine uit een kantoor te
Haarlem; het vonnis luidde een gevange
nisstraf van een jaar en zes maanden, door
te brengen in de jeugdgevangenis te Zut-
phen.
Een zevenendertig]arige timmerman, wie
ten laste was gelegd diefstal van een film
projector uit een auto, die onbeheerd
stond, werd veroordeeld tot een gevange
nisstraf van zes maanden: een vierender-
tigjarige koopman, die getracht heeft de
projector te verkopen en een caféhoud
ster, die terecht hadden gestaan wegens
heling, werden vrijgesproken.
Ja, nu bezat Abdoel dat kostbare tapijtje, waarmee hij door de lucht kon vliegen.
En je begrijpt zeker wel, dat hij dat leuke ding niet wegborg, om er niet meer naar
om te kijken. O, nee!... integendeel... hij had met zijn vriendje Mohab afgespro
ken, dat ze daar nou 'es braaf plezier mee zouden hebben!
En zo gingen ze op hun volgende vrije dag op weg, vol plannen1-2
Men mag het een zeer gelukkige omstan
digheid achten dat de omvang van wat
men op de beurzen gewoon is prolongatie
affaires te noemen, dat zijn de aankopen
van effecten met geleend geld, gedurende
de laatste jaren zeer gering is geweest en
dat tot dusver is gebleven. In de V. S. is
het dekkingspercentage allengs tot 70 pet.
verhoogd en ten onzent zijn de niet-con-
tante affaires feitelijk verboden, al wil dit
niet zeggen dat er niet met geleend geld
wordt gekocht. Maar hier zowel als in de
V. S. is het effectenkrediet toch binnen
zeer enge grenzen gebleven en het is voor
geen gering deel aan deze omstandigheid
te danken dat de beurzen de vorige week
niet in een paniekstemming zijn geraakt
en op de koersdaling, welke het gevolg was
van Eisenhower's opnieuw geschokte ge
zondheid, een krachtig herstel kon volgen.
De effectenbeurs kan worden beschouwd
als de manometer van de conjunctuur,
maar in het verleden heeft zij omgekeerd
ook dikwijls invloed op de conjunctuur uit
geoefend, doordat grote verliezen op ge
dwongen verkopen van effecten uiteraard
hun weerslag vinden op de consumptie in
de ruimste zin van het woord, welke dan
noodgedwongen wordt beperkt. Ook lokken
de lagere koersen op de effectenbeurzen
dan veelal nieuwe verkopen uit van be
angst geworden houders en als zo de
sneeuwbal eenmaal aan het rollen is, valt
zijn vaart moeilijk te stuiten. Ook de vorige
week hebben er in New York, zowel als
in Amsterdam zulke angstverkopen plaats
gehad, maar de houders van betaalde fond
sen hebben merendeels het hoofd koel ge
houden en de omzetten zijn dan ook niet
abnormaal groot geweest. En als we, ter
wijl we dit schrijven, het koersverloop be
zien, blijkt dat in New York het index
cijfer voor Industrials al weer hoger is dan
vóór Eisenhower's operatie en dat ook op
de Amsterdamse beurs met name voor de
zwaargehavende internationale fondsen een
krachtig herstel kon intreden.
Intussen blijven de onzekere factoren,
welke nu reeds geruime tijd de beurzen be
ïnvloeden, bestaan en de ongetwijfeld nog
altijd wankele gezondheid van de Ameri
kaanse president, tezamen met de komende
verkiezingen in de V. S. vertroebelt lot op
zekere hoogte het beeld van de feitelijke
conjunctuuraanwijzingen wegens de ten
dentieuze beoordelingen, welke daarvan uit
politieke overwegingen worden gegeven.
En ook de natuurlijke ontwikkeling van de
fondsenhandel wordt hierdoor beïnvloed,
zodat een gevoel van onzekerheid blijft
domineren. En hoezeer ook de Amster
damse beurs'op het kompas van haar New
Yorkse zusterinstelling vaart, is de vorige
en ook deze week wel weer duidelijk aan
het licht getreden.
De integratie en de internationale eco
nomische vervlechting, waarvoor na de
oorlog met kracht en klem het pleit is
gevoerd, is een prachtig ding en voor de
algemene welvaartsbevordering ongetwij
feld van grote betekenis, het brengt nu
eenmaal mee dat de economische zelfstan
digheid van de onderscheidene landen
voortdurend kleiner wordt en als één lid
lijdt, alle andere leden moeten mede-lijden.
De V. S. mogen dan goeddeels z.g. self
supporting zijn, hun buitenlandse handel
heeft zich na de oorlog aanmerkelijk uit
gebreid en is voor ons werelddeel een in
tegrerend deel van de in- en uitvoeren.
Vermindert de Amerikaanse koopkracht,
dan slaat dat op Europa terug. In het rap
port van de Economische Commissie voor
Europa van de V. N. wordt o.m. gezegd dat
de mogelijkheid van een voortgezette stij
ging der totale overzeese uitgaven van de
V. S., mogelijk in een trager tempo dan de
laatste tijd het geval was, van rechtstreeks
belang is voor de Westeuropese export
vooruitzichten in de V. S. en tevens van
invloed zal zijn op de welvaart der pri
maire produktielanden, welke een nog be
langrijker afzetgebied voor West-Europa
vormen. Volgens het rapport zal de afzet
van West-Europese produkten naar de
klassieke grondstoffenlanden dit jaar waar
schijnlijk iets moeilijker zijn, terwijl aan
de andere kant Europa waarschijnlijk meer
granen, steenkolen, petroleum en staal zal
moeten invoeren.
Tot dusver heeft de Nederlandse buiten
landse handel zich zeker niet onbevredi
gend ontwikkeld, de cijfers van de laatste
maanden vormen niettemin een waarschu
wing tegen een lichtvaardig optimisme
Onze uitvoer ging in de eerste vier maan
den van 1956 niet onbelangrijk vooruit,
maar de invoer steeg met een nog groter
bedrag en het invoersaldo, dat voor die
vier maanden van 1955 765 miljoen be
droeg, was ultimo april 1956 tot meer dan
900 miljoen gestegen. Dit is een van de
redenen,waarom de Nederlandse betalings
balans een heel wat ongunstiger beeld ver
toont dan de laatste jaren het geval was
en zij voor 1956 vermoedelijk geen over
schot meer zal aanwijzen. Ook het feit dat
de netto-overschotten van Nederland in de
E.B.U. sinds maart in tekorten zijn ver
anderd (in mei 36 miljoen) betekent een
kentering in de positie van Nederland in
het onderling Europees verband. Daar 75
pet. van de tekorten bij de E.B.U. in goud
of dollars moet worden aangezuiverd, is het
dan ook geen wonder dat de goud- en de
viezenvoorraad bij de Nederlandsche Bank
nu reeds zeven weken achtereen teruggaat.
Bij een hoogste stand van 4756 miljoen
op 27 februari, bedraagt de goud- en de
viezenvoorraad per 4 juni nog 4423 mil
joen, zodat ze met 333 miljoen is terug
gegaan. Het uitblijven van buitenlandse
effectenaankopen op de Amsterdamse
beurs heeft hieraan ook meegewerkt en de
krappe geld- en kapitaalmarkt vindt hier
in voor een deel haar verklaring.
Over het algemeen kan worden geconsta
teerd dat het conjunctuurbeeld in ons land
nog gunstig blijft. De industriële produktie
was in maart weer groter dan in de beide
voorafgaande maanden (indexcijfer 163
tegen 149, resp. 142 bij een basiscijfer van
100 voor 1949). Met name in de metaal
nijverheid was de vooruitgang opvallend;
het indexcijfer steeg van 176 in februari
tot 201 in maart. Voorts kan er op worden
gewezen dat de onuitgevoerde orders bij
de industriële bedrijven, ultimo maart niet
onbelangrijk groter waren dan drie maan
den tevoren, waarbij vooral de scheeps
bouw gewicht in de schaal legt. Uit de
verslagen van verschillende ondernemin
gen blijkt echter dat de grotere bedrijvig
heid in vele gevallen met een kleinere
winst gepaard gaat, wat dus op afnemen
de winstmarges wijst als gevolg van de
sterk verhoogde produktiekosten.
Deze worden veroorzaakt zowel door de
hogere lonen en salarissen als door de
noodzakelijke kapitaalsuitgaven welke de
vaste kosten bij de bedrijven doen stijgen.
Dit verschijnsel gaat gepaard met een
nog altijd voortgaande toeneming van de
consumptie, alleszins verklaarbaar wegens
de grotere inkomsten bij een deel van de
bevolking. De voorjaarsverkoop geeft voor
de textielgoederen een verhoging van het
indexcijfer (1954 100) van 118 in 1954
en 136 in 1955 tot 158 voor 1956 te zien,
voor huishoudelijke artikelen van resp. 89
en 95 tot 134, voor schoeisel van resp. 118
en 118 tot 136, voor de omzet in de waren
huizen van resp. 97 en 111 tot 131. Hoewel
ook de besparingen blijkens de cijfers van
de verschillende spaarbanken nog steeds
een vooruitgang aanwijzen, bestaat toch
het gevaar dat de consumptie in ons land
in een te snel tempo stijgt en dat wij bezig
zijn een al te groot deel van de verkregen
welvaart te verteren. Onder deze omstan
digheden zal het voor vele bedrijven moei
lijk zijn de prijzen te handhaven, hoezeer
ook de werkgevers, algemeen gesproken,
het streven van de regering tot prijsstabili-
satie kunnen waarderen en steunen.
Men mag er de president van de Her-
stelbank, drs. J. F. Posthuma, dan ook
dankbaar voor zijn dat hij dezer dagen in
een rede voor het Grafisch Export Cen
trum nog eens heeft gewezen op de wen
selijkheid de exportpositie van de Neder
landse bedrijven te verlichten door een
aanpassing van het in ons land bestaande
systeem, dat nog op het verleden is ge
baseerd, bij de snelle technische ontwik
keling, welke snelle afschrijvingen nood
zakelijk maakt, zodat de fiscus met veel
kortere afschrijvingstermijnen genoegen
zal moeten nemen. Als de bedrijfskosten
wegens de hogere bezoldiging van man
kracht en de noodzakelijke kapitaalsuitga
ven stijgen en de verkoopprijzen niet mo
gen worden verhoogd, zal door een verla
ging van de belastingen bij de bedrijven de
noodzakelijke rentabiliteit moeten worden
gehandhaafd.
Het enig alternatief, nl. een noodgedwon
gen vermindering van de industriële in
vesteringen en een afnemende bedrijfsren-
tabiliteit, tast onze internationale handels
positie aan en ondermijnt de welvaart, met
de verdeling waarvan men zich thans ver
moedelijk in al te groot optimisme occu
peert.
Gas en olie. In de boring van de Neder
landse Aardoliemaatschappij op de zuide
lijke oever van de Maas te Rotterdam, in de
omgeving van het stadion Feyenoord, zijn
aanwijzingen voor de aanwezigheid van olie
aangetroffen. In dezelfde boring is in het
begin van deze maand aardgas gevonden.
(Copyright Cosmospresse, Genève)
Gebaseerd op historische
gegevens door
2)
„Hij heeft de diamanten gezien. Oor
spronkelijk moet het één diamant zijn ge
weest van veel meer dan honderd karaat,
maar de steen was in verschillende stukken
gesprongen".
Floriano was van zijn stoel opgesprongen
en had zijn bezoeker bij de schouders ge
grepen.
„Onmiddellijk hier met die stenen, dan
kunnen ze nog mee met het schip. Onmid
dellijk! We hebben geen minuut te ver
liezen".
„Uitstekend, excellentie. We zullen die
Indiaan een laxeermiddel geven, en dan
is het met een paar uur gebeurd".
„Onmiddellijk heb ik gezegd, niet 'n paar
uur".
bestaat
„Dat kan niet, excellentie, er
geen enkel middeltje dat
„Zo'n middel is er wèl! Binnen tien mi
nuten moet ik de stenen hebben". Floriano
sloeg met'een vuist op tafel. „En het kan
bovendien helemaal geen kwaad als we
eens een goed voorbeeld stellen".
„Maar excellentie", probeerde Quintino
nog, „het is een jongeman, sterk als een
buffel...." Quintino zei dat niet uit men
selijke gevoelens, doch met het oog op de
grote waarde van de Indiaan als slaaf en
vanwege zijn handelswaarde. Maar Flori-
no gaf op dit moment even weinig om het
leven van één zijner slaven als om diens
handelswaarde. Eindelijk diamanten, die
zijn positie in Lissabon weer wat zouden
kunnen verstevigen!
„En nu opschieten. Binnen tien mi
nuten wil ik die diamanten hebben".
Een kwartier later bewonderde Floriano
vijf diamanten van ongewone schoonheid,
die uitgespreid lagen op een doek met en
kele bloedvlekken. Er kon geen twijfel
over bestaan, dat ze oorspronkelijk één
enkele grote steen hadden gevormd. De
breukvlakken stemden nauwkeurig over
een. Het moest wel een tweehonderd ka
raats zijn geweest! Maar ook nu waren het
stuk voor stuk nog prachtstenen, elk van
véél meer dan 22 karaat. Koningsdiaman
ten! Vier stukken waren ongeveer van ge
lijke grootte, het vijfde aanzienlijk zwaar
der.
Floriano pakte de stenen, die hij opper
vlakkig gereinigd had, samen met een
haastig gekrabbeld briefje in een lederen
buidel en droeg deze over aan een inmid
dels ontboden en reeds wachtende koerier.
Deze spoedde zich in allerijl naar de ha
ven, doch kwam daar aan toen hij nog
juist de masten van het regeringsschip aan
de horizon zag verdwijnen, veel te ver ver
wijderd om nog door seinen teruggehaald
te kunnen worden.
Pas toen Floriano van de havenmeester
hoorde, dat er over twee dagen een ander,
snel zeilschip naar Portugal zou vertrek
ken, kwam hij weer wat tot bedaren. De
„Santa Maddalena", zo verzekerde de
havenmeester hem, zou in staat zijn het
regeringsschip in te halen en zelfs nog eer
der in Lissabon te zijn. Floriano ontbood
de kapitein van de „Santa Maddalena" en
overhandigde hem de vijfvoudig verzegel
de lederen buidel met de opdracht, deze
persoonlijk, tezamen met een brief, die het
haastig geschreven krabbeltje had ver
vangen, aan de koning van Portugal ter
hand te stellen.
De buidel kwam veilig op zijn bestem
ming aan.
Maar het was niet de kapitein van de
„Santa Maddalena", die hem aan de ko
ning overreikte, maar de eerste officier.
De kapitein was, halverwege de reis, door
één van zijn matrozen neergestoken.
Hij stond over het algemeen als een
rechtvaardig man bekend, maar ditmaal
had hij ten onrechte een matroos ervan
verdacht, de diamanten te willen stelen.
Hij had de matroos in zijn kajuit aange
troffen. Hoewel deze bij alle heiligen be
zwoer van het bestaan der diamanten niet
af te weten en alleen maar was gekomen
om hem voor een op handen zijnde wer
velstorm te waarschuwen, had de kapitein
hem niet geloofd en hem laten geselen aan
de mast. Hierover in dolle woede en haat
ontstoken, had de matroos nadien de kapi
tein met een mes aangevallen en ver
moord. De dader werd door de bemanning
gegrepen en opgehangen aan de bezaans
mast.
De waakzaamheid van de bemanning
was door deze bloedige gebeurtenissen
en door de onrust als gevolg van bij
gelovigheid, die ontstond toen de voorge
schiedenis van de diamanten verteld werd
door een op het laatste ogenblik aange
monsterd bemanningslid, dat jarenlang tot
de lijfwacht van Quintino had behoord
enige tijd erg verzwakt geweest; en zo
kon het gebeuren, dat de wervelstorm het
schip onverhoeds overviel. Slechts met
moeite slaagde men er in het schip te be
houden, doch men werd ver uit de koers
geslagen en de tuigage liep zware schade
op.
De „Santa Maddalena" liep pas een week
na het regeringsschip de haven van Lis
sabon binnen. In het zicht van de haven
kwam de bark een uitgaande driemaster,
de „Francisco" tegen, die zich, zoals uit de
signalen bleek, op weg naar Bahia bevond.
De „Francisco" had een brief aan boord,
gericht tot de gouverneur van de provincie
Minas Geraes, waarin Floriano d'Alves
van zijn post als beheerder van de dia
mantmijnen werd ontheven en onmiddel
lijk onder geleide naar Lissabon werd ont
boden.
Aanvankelijk lag het in de bedoeling de
vijf diamanten in Lissabon te laten bewer
ken door het nieuwe Portugese diamant
bedrijf, de firma Lobo. Maar de bedrijfs
leider dier firma zond de steen terug na
een ernstige studie gemaakt te hebben van
de mogelijkheden tot slijpen. Men voelde
zich tegen deze grote en verantwoordelijke
taak niet opgewassen. Derhalve werd be
sloten de stenen toch maar, zoals gewoon
lijk, naar Amsterdam te sturen.
Voor de meesters in de slijpkunst, die
door de eeuwen heen in Amsterdam te
vinden waren, betekende het slijpen van
deze vorstelijke diamanten geen enkel pro
bleem. Wel vertrouwde men de stenen
slechts aan de kundigste ambachtslieden
toe, zodat ze niet alle tegelijk konden wor
den vervolmaakt. Bijna acht maanden gin
gen met het slijpen heen. Het grote stuk
werd een schitterende brillant van 35 ka
raat, de overige vier werden zo gelijk
mogelijk geslepen en werden pronkjuwe
len van ongeveer 20 karaat.
Onmiddellijk na het gereed komen van de
arbeid in Amsterdam kwam het bericht dat
belangrijk bezoek te verwachten was: de
Parijse hofjuwelier Böhmer had laten door
schemeren dat hij op zoek was naar enige
bijzondere diamanten. De haast, die met de
afwerking van de stenen werd gemaakt toen
het bericht kwam, veroorzaakte nog een
klein ongelukje. In een van de slijpvlakken
viel op een gegeven moment een heel fijn
scherp omlijnd vlekje, dat de zuiverheid
van het vlakje iets verstoorde. Hoewel
het slechts door kenners kon worden waar
genomen, betekende dit toch een niet-on-
aanzienlijk waardeverlies. Maar doordat
slechts enkele uren later Böhmer zou ko
men, kon er niets meer gedaan worden om
deze onzuiverheid weg te werken.
Böhmer werd met een voor zulk een
groot man passende vreugde ontvangen.
Een kleine, beweeglijke man met heldere
onrustige ogen, elegant gekleed doch zonder
enige opsmuk.
Hij gold als de grootste juwelenkenner
van Europa en een der belangrijkste koop
lieden van Frankrijk. Zijn juwelierszaak in
de Rue Vendöme was in de laatste jaren
het trefpunt geworden voor de Franse aris
tocratie, voor de verschillende vaak bitter
vijandig tegenover elkaar staande groepen
uit het hofleven.
De reis had Böhmer ondernomen in op
dracht van madame Dubarry. Hij gaf geen
bijzonderheden over zijn opdracht, maar
merkte slechts op, dat hij bij andere juwe
lierszaken tevergeefs gezocht had naar iels
heel bijzonders. „Laten we dus van de ge
woonte afwijken en eens niet het mooiste
voor het laatst bewaren. Alles wat minder
mooi dan het mooiste is, geeft alleen maar
tijdverlies. Ik moet iets heel bijzonders
hebben". De joviale Böhmer maakte een
enigszins nerveuze indruk, terwijl hij zich
op deze wijze over het doel van zijn komst
uitliet.
(Wordt vervolgd).