^/Goudstroom
advocaat
ZE VEN DA GEN HAARLEM
Aan de oever timmeren
„Moeilijkheden in de praktijk
over wet op lijkbezorging"
.CiO
Vinkenhuisje bij „Caprera"
blijft voor nageslacht bewaard
Wedren voor organisten
Van die sloot op de wal
Mr. B. van der Burg over:
Herinnering aan wrede sport
Van de wal ie de sloot
Kees Baks helpt zichzelf aan
onderdak op het water
Johan van Graas haalde zijn
huis van het schip
Van mensen en dingen
onder de Damiaatjes
Klinkend feest
Zeven dagen
coöperatie
Rustig winkelen
Timmerman tot twaalf
maanden veroordeeld
Wegens manipulaties
in Stichting Woonbezit"
Zeepost
Burgerlijke Stand
van Haarlem
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAN1
Tijdens de zitting van de Haarlemse rechtbank van donderdag, waarin mr. B. van der
Burg afscheid heeft genomen als officier van Justitie, heeft deze aandacht gevraagd
voor een viertal nieuwe wettelijke voorschriften. In de eerste plaats sprak hij over
de wet op de lijkbezorging, die sedert 1 april j.l. in werking is, en waarvan hij de
geldigheid dus ambtelijk nog heeft beleefd. De praktijk van deze wet moet zich nu
dus vormen en spreker interesseert zich hier voor, omdat het toezicht op de tot die
datum als illegaal te beschouwen crematie gedurende de laatste veertig jaar was
opgedragen speciaal aan de bij deze rechtbank fungerende officier van Justitie.
Mr. Van der Burg zeide, dat wij nu het
verschil in behandeling kennen van de
Nederlandse burgers, wat de door hen
gekozen wijze van lijkbezorging betreft,
zoals de wet dit heeft bepaald. In aan
sluiting daarop leverde de praktijk van
deze wet terstond al moeilijkheden op. Vóór
dat het verlof tot begraven mag worden
afgegeven door de ambtenaar van de bur
gerlijke stand dient te worden overgelegd
een verklaring van overlijden, afgegeven
door de behandelende geneesheer of door
een gemeentelijke lijkschouwer. Betreft
het echter een verbranding, dan mag niet
de behandelende geneesheer de verklaring
van overlijden afgeven, hoewel juist deze
in de regel- bij uitstek de deskundige is die
op de hoogte is van de doodsoorzaak. Hier
mag alleen de gemeentelijke lijkschouwer
komen verklaren omtrent de doodsoorzaak,
ook dus als hij daarvan uit eigen ervaring
niets af weet.
Het is reeds voorgekomen dat deze func
tionaris de verklaring omtrent de al dan
niet natuurlijke oorzaak van de dood slechts
meende te mogen geven als door hem een
sectie op het lijk zou worden gehouden. De
gemeentelijke lijkschouwer heeft in bijna
alle gevallen de overledene nimmer gekend
en zal hem dus niet kunnen herkennen.
Men loopt dus vast met de identificatie,
maar helaas zijn geen voorschriften ge
geven, zodat de waarborg van zekerheid
omtrent.,het object van de schouwing door
gemeentelijke lijkschouwers allerminst
aanwezig is. Weliswaar kan de betrokken
officier van Justitie een vei-klaring van
geen bezwaar tegen de verbranding af
geven, maar de nabestaanden moeten dan
toch eerst afwachten of de officier van
Justitie daartoe bereid is. Deze zal om
trent de doodsoorzaak ongetwijfeld wel zijn
licht trachten op te steken bij de behan
delende geneesheer en zo nodig een sectie
willen doen houden als deze zich op zijn
beroepsgeheim beroept. Dat doen genees
heren namelijk nog al eens, ook als het niet
nodig is.
Onderwijl wordt de lijkbezorging opge
schort, terwijl er rekening mee gehouden
moet worden, dat tenslotte zelfs de niet ge
wenste begraving toch plaats zal vinden.
Hiervoor waren dan echter uit den aard
der zaak nog geen maatregelen getroffen
en hieromtrent was dus in het overlijdens
bericht niet gerept, zodat de publikaties
omtrent de teraardebestelling dienen te
worden herroepen en gewijzigd.
Wat komt er op deze wijze terecht van
de gelijkheid der Nederlandse burgers, een
der drie bekende leuzen uit de tijd van de
Franse revolutie, de égalité, waaronder
brede lagen van het Nederlandse volk eer
tijds rond de vrijheidsbomen hebben ge
danst? aldus spreker.
In België
In België is crematie van in het bui
tenland overleden Belgische ingezetenen
niet toegestaan, maar als zulke personen de
wens om gecremeerd te worden hebben te
kennen gegeven in een testament of codi
cil weten de Belgische begrafenisonder
nemers dat zij in ons land terecht kunnen
met de crematie, onder overlegging van dit
codicil of testament. De ambtenaren van
de burgerlijke stand in de gemeenten Vel-
sen en Dieren kunnen in zulke gevallen de
crematie verhinderen, indien zij van oor
deel zijn, dat de buitenlandse codicillen en
testamenten dienen te worden gewaar
merkt, wat de ondertekening betreft door
een of andere buitenlandse autoriteit. Wie
zal hun waar maken dat het hun voorge
legd codicil geschreven, gedateerd en on
dertekend is door de overledene?
Van één geval waarin voor de crematie
een codicil werd overgelegd is spreker
mededeling gedaan. Dit codicil was eigen
lijk niets anders dan een brief, waarin de
schrijfster daarvan haar wens tot crematie
had te kennen gegeven aan de geadresseer
de, een familielid. Deze brief was gedateerd
en ondertekend enkel met de voornaam
van de betrokkene en werd door de amb
tenaar van de burgerlijke stand terecht
beschouwd als de akte omschreven in arti
kel 982 van het burgerlijk wetboek. Er is
spreker van een tweetal gevallen mede
deling gedaan, waarbij crematie van leden
van de Vereniging voor facultatieve lijk
verbranding niet zou plaats hebben wegens
afwezigheid van codicil of testamentaire
beschikking. Hier moest dus de verlangde
crematie wederom geschieden in Duitsland,
gelijk dit vóór 1915 geschiedde, het jaar
van het destijds bekende arrest van de
Hoge Raad betreffende de al dan niet straf
baarheid der crematie.
Uit een en ander blijkt nu al, dat de
nieuwe wet te dezen aanzien een achteruit
gang is vergeleken bij de oude begrafenis
wet.
Burgerlijke Stand
Sprekende over de wet houdende ope
ning van de mogelijkheid lot het treffen
van voorzieningen ter vereenvoudiging van
de administratie van de burgerlijke stand
zeide mr. Van der Burg, dat met zijn toe
stemming alle registers van de burgerlijke
stand uit het arrondissement over het jaar
1955 op microfilms zijn opgenoemen. Dat
dit in de toekomst over het gehele land zal
geschieden lijdt nu reeds geen twijfel meer.
U it brei ding parketten
Na meegedeeld te hebben hetgeen in het
verleden gedaan is over het verkrijgen van
een bewijs van goed gedrag zeide spreker,
dat hij ambtelijk niet meer meemaakt de
inwerkingtreding van de wet betreffende
de rechterlijke organisatie. Het belangrijk
ste voor de officier van Justitie wordt in
deze wet de verandering ten aanzien van de
parketten bij de rechtbanken en de kanton
gerechten. Deze zullen immers worden sa
mengevoegd tot één parket voor beide ge
rechtsinstanties. Moeilijkheden zullen ont
staan door de huisvesting van de nieuwe
zeer grote parketten. Haarlem heeft te
kampen met gebrek aan ruimte. Men voere
de samenvoeging niet door zolang niet vol
doende lokaliteitrudmte aanwezig is aan het
parket, aldus spreker.
Deleden van het Openbaar Ministerie
en speciaal de huidige substituut-officieren
van Justitie zullen er zich op moeten voor
bereiden, dat zij veelvuldiger moeten gaan
optreden bij de behandeling van overtre
dingen dan bij de berechting van misdrij
ven. Het aantal der gewone misdrijven is
immers sedert het einde van de tweede we
reldoorlog nog steeds aan het afnemen, ter
wijl het aantal overtredingen zich snel uit
breidt.
ADVERTENTIE
l/l fles f 4.40
Met verse eieren,
Hollandse brandewijn,
suiker en vanille, niets
meer, maar ook niets
minder!
1/2 fles f 2.35
Tot de genoegens van de bewoners van
buitenplaatsen in de achttiende eeuw be
hoorde de vinkerij. Het betrof hier een
niet bepaald vreedzaam spel met kleine
dieren, waarbij geen schot viel en dat de
„jager" geen enkele lichamelijke inspan
ning kostte. Deze vinkenjacht viel samen
met de vogeltrek, van 20 september tot
20 november. Zowel in het boekje van de
heer S. A. Wilson „Beknopte geschiedenis
van Bloemendaal" als in „Het Manpad en
zijn bewoners" door G. van Duinen, uit
gegeven door de Vereniging Oud-Heem
stedeBennebroek lazen wij enige aardige
bijzonderheden over deze tak van sport.
Er bestaat een categorie onder de woningzoekenden, die er op een onverwacht ogenblik in
slaagt om alle opgekropte gevoelens van ongeduld en ergernis om te zetten in een on
stuitbare energie. Zij staakt ineens het wachten en neemt het lot en een timmerkist in
eigen handen. Hoeveel zwoegen het ook mag vergen en hoeveel ambtelijke instanties zich
er vaak ook gepasseerd door voelen, zij helpen zichzelf op allerlei denkbare en ondenkbare
manieren aan een onderkomen. Meestal ne ben zij een heel ander baantje dan bouwvak
ker en worden zij het in hun vrije tijd. En de een legt na de voltooiing van zijn werkstuk
voldaan zijn gereedschap neer, maar de ander komt met het lied van die arbeid nooit uitge
zongen. Wij hebben deze week beide typen aan het werk gezien. Zij waren beiden met
een woonschip bezig, maar het opmerkelijke verschil tussen beiden was dat de een bezig
was van de wal in de sloot te raken en de ander volbracht het uiterste om van de sloot
op de wal te komen.
In de haven achter de Holland Nautic aan de Nieuwlandstraat
zagen wij een sierlijk geraamte voor een woonark helderwit
afsteken tegen de blauwe lucht. In een van de balken hing
Kees Baks met een flikkerende zaag in zijn handen. Hij kwam
op onze roep langzaam en een beetje verstoord naar beneden
zakken, maar benutte toen toch met een zekere trots de ge
legenheid om van zijn onderneming te vertellen. „Nee, ik zit
niet in het vak", zei hij, „ik ben radiomonteur bij de Rijks
luchtvaart Dienst. Zevenentwintig. Verloofd. En ik pas er voor
om een hele tijd op een huis te gaan zitten wacht".
In het programma voor het
Zesde Internationale Orgel
concours worden met name bij
de Franse lezers te hoge ver
wachtingen gewekt, die zeker
tegenover de deelnemers niet
verantwoord zijn. Er wordt in
medegedeeld dat er van 9 tot
28 juli een zomer-wedren voor
organisten zal plaatsgrijpen en
dat daarvoor inlichtingen te
bekomen zijn aan het stadhuis.
Men gewaagt namelijk van een
Course d'été pour organistes".
Maar de vrees van vele orga-
In het betonnen casco van
zes bij twaalf meter, dat Kees
met onbeperkte garantie uit
Zaandam geleverd kreeg, dook
zijn vriend Johan Wickel uit
Leidschendam op, zélf een
woonschuitb.ewoner, die een
middagje van zijn vakantie
kwam kijken en helpen. En
hij had reden om van te voren
zijn bewondering al uit te
spreken over de lijn van deze
woonark, vooral door het met
een flauwe boog naar alle vier
zijden afbuigende dak en door
de serre. In het beton van het
casco zitten drie ijzeren bal
ken vernageld, die aan twee
zijden een eind vooruitsteken
respectievelijk om een serre
en een balkon te dragen. Ter
wijl wij bij het ontbreken van
de vloer van balk op balk ach
ter hem aan ballanceerden,
dwars over het schip riepen
wij hem de stereotiepe vraag
na of hij het later niet riskant
vond voor zijn kinderen. Hij
kuchte even verlegen, maar
zei toen resoluut: „Kinderen
zoeken tóch het water op, dat
deden u en ik toch vroeger
ook. Daar belet je ze niet in en
wat geeft het ook? Laat ze er
maar aan wennen. Ik zou
heel wat gemist hebben als ze
me dat belet hadden".
Kees Baks is een watersport
liefhebber. Naast zijn woon
ark in aanbouw dobbert een
kleine zeilboot. Hij kijkt er al
een paar dagen een beetje
weemoedig naar want hij
heeft haar moeten verkopen.
Het is het een of het ander.
Tenslotte kost hem die ark
zonder de inrichting al 10.000
gulden! „Het is eigenlijk nog
wel zo goed dat ik er nog wel
een jaar mee bezig ben in
mijn eentje. Dan kunnen we
ondertussen vast voor de stof
fering en de meubilering zor
gen".
Maar het wordt dan ook
een woning, waar hij wat
armslag in zal hebben. Terwijl
wij van de omloop af toeza
gen duidde hij ons uit hoe hij
de zaak gaat indelen: een
huiskamer van 3.70 bij 5.80
meter met een serre van 2 bij
5.80 meter, drie slaapkamers
van respectievelijk 3.70 bij
2.90 meter, 2.50 bij 2.80 meter
en 2.20 bij 2.25 meter, een WC
en douchecel van 2.70 bij 1.30
meter, een garageruimte van
2 bij 3.50 meter. En dan een
kelder van 6 bij 12 meter,
want het hele casco onder de
vloer kan als zodanig dienst
doen. Het lijkt wel of men
per se op een woonark met
een betonnen casco moet gaan
zitten om een zó vochtweren
de kelder te krijgen.
„Ja", zegt hij, een beetje
fier over de bijzonder geslaag
de indeling, „je moet natuur
lijk ook het geluk hebben een
goede vriend te bezitten, die
een goede bouwtekenaar is".
De nijvere jongeman ver
telde ons aanvankelijk dat hij
ook een woonark had gekozen
omdat hij dat vrije water om
hem heen zo prettig vond.
Maar hij bleek toch ook wel
enigermate te betwijfelen wat
er in de praktijk van terecht
zou komen.
Hij voelt er niet veel voor
om dicht opeengedrongen met
anderen in de woonschepen
haven te liggen (al zei zijn
vriend uit Leidschendam, dat
die in Haarlem als de beste
van ons land bekend staat)
en er is voorshands geen kijk
op dat hij een plekje daar
buiten zal vinden. „De ge
meente is geloof ik niet ver
liefd op woonschepen. Maar
als de zaak klaar is zien we
wel wéér", zei hij welgemoed.
De volgende week viert de coö
peratieve beweging de jaarlijk
se Coöperaïiëweek. Ter gele
genheid daarvan geeft de coö
peratieve verbruiksvereniging
twee grote feestavonden, waar
het woord gevoerd zal worden
door de voorzitter de heer P.
van Gessel. Verder zal de
avond worden gevuld met een
cabaretprogramma.
De avonden zullen worden
gehouden op maandag 2 en op
vrijdag 6 juli in de grote zaal
van het Concertgebouw.
De 53-jarige Johan Steven van Graas te Penningsveer ziet met
voldoening terug op een prestatie, waarvan de buren paf hebben
gestaan. Hij had zijn woning van vijf bij zestien meter op het
casco vart een uit 19Ü9 daterendezeilaak, maar dat .gaf hem
teveel ongemakken. Het schip ving zoveel wind, dat het bijna
al eens op drift geraakt was en dat de hele dakbedekking eens
met een mooie boog op de weg belandde. En nu is Van Graas
iemand, die aan de bescheidenheid, waarmee hij zichzelf „Graaf
van Penningsveer" noemt, een zeer krachtige ondernemings
geest paart. Hij legde zich niet bij deze situatie neer, maar vol
bracht het met een zwager en een buurman om het woon
gedeelte van het schip „te land te laten" en het aan lieren over
vetplanken precies te doen belanden op een tevoren gestort
fundament.
Van Graas is achtereenvol
gens zeeman en sigarenhande
laar geweest en heeft thans
één van de drie botenverhuur-
derijen en jachthavens in Pen
ningsveer in bezit. Hij wilde
graag bij zijn boten wonen,
maar kon in de gemeente
Haarlemmerliede en Spaarn-
woude, waartoe dit, schilder
achtige hoekje Penningsveer
behoort, met geen mogelijkheid
een vergunning krijgen. Daar
om kocht hij de aak, waarin
hij zijn werkplaats inrichtte en
waarop hij zijn woning zette.
Maar noch hij, noch zijn vrouw
hebben daar veel voldoening
van gehad. De ark lag aan
vankelijk in de jachthaven ge
meerd, maar dreef een keer af
in een maartse storm, zilver
van het ijs. Van Graas besloot
het vaartuig in rustiger wate
ren te leiden en dat water
groef hij zelf: een haventje van
30 meter lengte en 5 meter
breedte. Hij trok het schip er
met lieren in en het kwam ge
heel volgens zijn plannen vast
op de veenbodem te liggen.
Maar het bleef een hoog ge
vaarte en lag in de rampnacht
van 1953, bij welke gelegenheid
het ook zijn dakbedekking
verloor, zo te schokken, dat hij
het niet langer verantwoord
vond. Toen is hij een gat van
gelijke oppervlakte maar op
grotere diepte er naast gaan
graven (het is uiteraard wat
gauwer geschrever\ dan ge
daan) en heeft zijn woonaak
daarin verhaald.... En nog
steeds bevredigde het noch zijn
vrouw in het woongedeelte,
noch hemzelf daaronder in de
werkplaats, welke hij in het
ruim had ingericht.
Zo groeide het stoute plan
om het hele woongedeelte van
het schip los te maken en naar
de wal over te hevelen. Het
vorig jaar maakte hij er de
fundering al voor en de vorige
week begon onder schamper
toezien van talrijke bxiurtge-
noten de „tewaterlating" er
van. Hoewel hij de hele zaak
stevig had geschoord en de
ruiten eruit had gehaald ver
wachtte iedere omstander, dat
zo er al beweging in,het geval
zou komen, die voornamelijk
een ineenstorting zou zijn. En
een aannemer, die had aange
boden om het karwei te ver
richten, hetgeen was afgesla
gen, voorspelde hoofdschud
dend, dat hij te zijner tijd wel
even met. stoffer en blik zou
komen om de brokstukken op
te vegen.
Een middag, een avond en
een morgen stonden Steven
van Graas zijn buurman en
zijn zwager aan de lieren. Cen
timeter voor centimeter werd
de woning over een geïmprovi
seerde helling op de wal ge
trokken. Zij was helemaal
leeggehaald. Alleen een piano
en een linnenkast waren er
ruggelings in blijven liggen,
want die kon hij er niet uit
krijgen. En nu staat het geval
op de fundering. Alles is nog
heel. Toen wij de ondernemen
de man op een barst in het
aanrecht wezen, zei hij triom
fantelijk: „Nee, nee, die is nog
van de storm in '53!"
Het is een man die zich niet
gauw van de wijs laat brengen,
want toen zijn vrouw hem een
keer bezorgd vroeg wie er aan
de lieren zouden moeten
draaien als de buurman en de
zwager nu eens niet konden,
zei hij: „Jij, ik en Carla". En
Carla is zijn poedel.
Aan de Klaverstraat 13 viert
dit weekend een heel geslacht
feest ter gelegenheid van het
vijftigjarig huwelijk van Johan
van Zeijst en Trijntje Koene
koop, die aan de spits van dit
geslacht staan. Het wordt een
blij feest, want de beide ech
telieden zijn gezonde, levens
lustige mensen en hun negen
gehuwde kinderen en 23 klein
kinderen lijken wat dit betreft
veel op hen. De bruidegom is
zeventig en de bruid eenenze
ventig en zij verbeiden de ko
mende zaterdag, waarop fami
lie en buurtgenoten hun feest
komen meevieren.
Johan van Zeijst ging al als
veertienjarige jongen op de
bedrijfsschool van Figee en
werd klinker in de scheeps
bouw, welk vak hij ook 14
jaar lang bij de Droogdokmij.
te Amsterdam en na de oorlog
bij de Holland Nautic uit-
nisten, dat het niet alleen op
vingervlugheid aankomt maar
ook op een grote rapheid met
de voeten, kan opzij worden
gezet, want er wordt een
-cours" (een leergang) en geen
„course" bedoeld.
Het is een van de foutjes en
onnauwkeurigheden in het
voor Duits, Engels, Frans en
Nederlands gebruik bestemde
programma, waarop wij gaarne
de organisatoren opmerkzaam
maken, want buitenlandse
gasten zullen dat waarschijn
lijk om hoffelijkheidsredenen
nalaten. Zo zullen de Engelsen
er verder wel niets van zeg
gen, dat er in hun gedeelte
niet „orchestra" maar „or-
chestre" staat en de Fransen
zullen, indien de wedren een
binnenpretje voor hen blijft,
ook zeker weten te zwijgen
over de zeer ongebruikelijk
aangegeven data. Wanneer zij
de dag van de week erbij noe
men dan gewagen zij namelijk
niet van Mardi le 10 juïllet,
maar van Le mardi 10 juïllet.
En van een concert vermelden
zij er steeds bij, dat het „ge
geven" wordt, zodat „Concert
donné par les participants"
enz. ongetwijfeld juister uit
gedrukt is dan „Concert par
les participants" enz. Zij zou
den zelf ook nimmer gesproken
hebben van de „Salie de Con
cert Municipale"maar van de
Salie Municipale de Concert".
En om dan met de Duitsers
te besluiten, die hebben het al
leen in de derde naamval over
„Niederlanden"' met een n,
maar in geen enkele andere
naamval, zodfatft program
ma in dit opzicht' niet correct
is, eirenrrrin--als -wanneer het
spreekt van „Freie Eintritt" in-
plaats van „Freier Eintritt".
En achter de getallen vóór de
maandnaam in de datums
staan punten,'die de Duitsers
ook gemist hebben. En dat is
twor mensen met veel gevoel
voor „Piinktlichkeit" een heel
ding.
Misschien zullen veel bui
tenlanders overwegen dat een
volk dat zóveel talen moet
spreken zich niet in details kan
verdiepen, zoals een Fransman
dat eens vergoelijkend tegen
ons zei. Maar dat mag toch niet
opgaan voor de geschreven en
de gedrukte taal, lijkt ons.
oefende. Pas op zijn 68ste ver
jaardag legde hij de klinkha
mer neer, maar hij zou er nu
op zijn zeventigste beslist nog
kans toe zien om deze voor de
aardigheid weer eens ter hand
te nemen. Het zal dus wel een
klinkend feest, worden.
Een van onze trouwste brief
schrijvers heeft zijn vreugde
uitgesproken over het ver
dwijnen van winkeluitstallin
gen op de trottoirs. Inderdaad
was die maatregel dringend
nodig, omdat helaas vrijwel
al onze winkelstraten zijn toe
gerust met bijzonder smalle
trottoirs. Maar we vinden het
wel jammer van die uitstal
lingen, want ze gaven ons
straatbeeld vaak iets fleurigs.
Onze briefschrijver echter
merkt op, dat de uitstallingen
nu wel verdwenen zijn, maar
het winkelen in de drukke
straten verre van een genot is
geworden door de verbouwin
gen aan een aantal zaken.
Wanneer zo'n verbouwing wat
ingrijpend is en een deel
van de neringdoenden floreert
blijkbaar gelukkig zo goed,
dat dit alle bouwstoppen ten
spijt het geval kan zijn dan
verrijst er een schutting voor
de gevel en moet de voetgan
ger een eindweegs zijn heul
maar op de rijweg zoeken. Dat
is inderdaad geen pretje. Maar
het invoeren van een inhaal-
verbod, zoals hij vraagt, zou
weinig effect sorteren. Dat
geldt namelijk alleen voor het
inhalen van auto's onderling.
Alles wat op twee wielen rijdt,
ook gemotoriseerd, valt buiten
het inhaalverbod. Nu is het
voor auto's in de meeste stra
ten van de binnenstad heus
niet mogelijk krijgertje te
spelen, zodat een inhaalverbod
voor die categorie weinig zin
heeft. En de aalgladde fietsers,
brommers, scooters en motor
rijders behoeven zich er niets
aan gelegen te laten liggen.
Men zou natuurlijk zakenlie
den kunnen verbieden te ver
bouwen. Maar dan zou het
gauw een saaie boel worden.
Langs dé Noordzeekust in Nederland kan
men in de herfst grote zwermen vinken
aantreffen, die 's zomers in Scandinavië
vertoeven. Zij trekken dan via ons land
naar hun winterverblijfplaats in Engeland
en Ierland. Speciaal dus in de duinstreken
en vooral in de omgeving van Haarlem
werd dan op deze vogels op de vinken-
banen jacht gemaakt.
Zo trof men op tal van buitenplaatsen
in deze contreien vinkenbanen en vinken-
huizen aan, zoals-op Leyduin, Boekenrode,
Groot- en Klein-Bentveld, Saxenburg,
Wildhoef en Hartenlust. Het is nog niet
eens zo lang geleden dat het sportterrein
aan de Donkerelaan te Bloemendaal de
naam van Vinkenbaan droeg en ook de
Vinkenbaan in Santpoort herinnert nog
aan dit jachtvermaak. Niet alleen? werden
er vinken gevangen, maar ook andere trek
vogels als lijsters, leeuweriken en snippen.
Het was een dure sport, waarvoor men
behalve een vinkenbaan ook geschoold per
soneel nodig had, vandaar dat alleen de
beter gesitueerden er deze liefhebberij op
na konden houden.
De vinkenjacht
De baan bestond uit een rechthoekig
stuk grond van ongeveer zeventien meter
lang en vijf meter breed, zowel aan één
-lange als aan één korte zijde met struik
gewas begroeid. Aan de andere korte zijde
bevond zich de vinkershut, want de vinker
(de knecht), moest een goed overzicht over
de baan hebben. Hij was degene, die het
werk deed. Aan weerszijden van de baan
lagen namelijk keurig opgerolde netten, die
door de vinker op het juiste moment door
middel van een vernuftig mechaniek, wan
neer zich een groot aantal vinken op de
baan had neergezet, gelijktijdig toegehaald
konden worden. Zo werden er honderden
van die vogeltjes in de netten gevangen en
de aanzienlijke heren hadden daarbij niets
anders te doen dan toe te kijken, onder
het genot van heerlijke spijzen en dranken,
totdat de vinker het sein gaf het net met
het vinkentouw neer te halen.
Prof. David van Lennep, de vader van
de schrijver Jacob van Lennep was als be
woner van „Het Manpad" te Heemstede
ook eigenaar van een vinkenbaan. en zelf
een verwoed vinken jager, zo zelfs, dat als
er een vlucht vinken in zicht was, de
vinker zijn meester in Amsterdam moest
waarschuwen. De professor liet daarvoor
zelfs de universiteit en zijn studenten in de
steek en in de eerste week van oktober
was de universiteit door deze „jacht" ge
sloten! Hoeveel en welke vogels er ge-
.vangen werden, werd in de „Vinkenboe-
ken" aangetekend.
Zo zijn er uit die tijd ook nog vinken-
huizen bewaard gebleven, o.a. het vinken
huisje bij Caprera, dat in de afgelopen we
ken een schoonmaakbeurt onderging en
met de verfkwast werd bewerkt, zodat het
nu keurig opgeknapt voor het nageslacht
behouden kan blijven. Als in de naaste
toekomst „Caprera" door de gemeente
Bloemendaal aangekocht en waarschijn
lijk voor het publiek opengesteld zal wor
den, zullen velen die zich voor historie
interesseren een bezoek a#n_dit. vinken
huisje kunnen brengen, dat'aan het weg
getje bij het landgoed „Caprera" achter het
clubhuis van BMHC is gelegen. Het is het
gedeeltelijk bewaard gebleven vinkenhuis
van het „Huys te Bloemendaal" achter Ca
prera, met houten borden langs de wanden,
waarop is aangegeven hoeveel vogels er
per jaar werden gevangen. Zelfs staat er
op vermeld: 9 oktober 1796, in één slag 203.
Dat was wel de topscore. Tevens kan men
er nog de uitnodigende woorden aantref
fen: „Kom vrij binnen in dit huis, maar
wees stil gelijk een muis".
De Haarlemse rechtbank heeft donderdag
een 42-jarige timmerman-aannemer uit
Bloemendaal, die de Stichting „Woonbezit"
te Bloemendaal, waarvan hij de dagelijkse
leiding had, misbruikte voor eigen geldelijk
voordeel, veroordeeld tot twaalf maanden,
waarvan zes maanden voorwaardelijk. Er
was een gevangenisstraf van een jaar tegen
hem geëist.
Hem was oplichting en verduistering ten
laste gelegd. Hij was failliet maar ging via
een stichting, die ook geen geld in kas had,
voort met zaken voor zichzelf te doen. Zo
kocht hij een postzegelhandel in huurkoop
op naam van de stichting en toen de Am
sterdamse koopman garanties verlangde,
deed hij het voorkomen alsof de stichting
twee vorderingen tot een bedrag van
52.000 had, waarvan wekelijks 10.000
binnenvloeiden. Behalve deze vervalsingen
cp het huurkoopcontract had hij valse
hypotheekakten ten name van de stichting
opgemaakt ten laste van twee familieleden,
die hij op deze wijze medeplichtig maakte,
want er was in het geheel geen hypotheek
verleend.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de cor
respondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan achter de naam van het
schip vermeld. Australië: ss „Strathmore"
5 juli; Brits Oost Afrika: ss „Pierre Loti"
7 juli; Canada: ms „Prins Willem III" 3
juli en ss „Zuiderkruis" 7 juli; Chili: via
New York 5 juli: Ned. Antillen: ms „Wil
lemstad"' 3 juli; Nieuw Zeeland: via Enge
land 7 juli; Unie van Z. Afrika en Z.W.
Afrika: ms „Pretoria Cas-tle" 7 juli.
HAARLEM, 28 juni 1956
GEHUWD: 28 juni, C. J. van Dam "en M.
H. de Rooij; Ch. S. Priesman en G. Sarink;
A. van Dijk en J. A. Otto; H. Hustermann en
W. W. van Gelder; M. J. de Jong en J. F.
Jonker; G. H. Ruepert en L. C. M. Rieu; J.
Damsteek en J. J. Gelaudie; J. Th. van Dijk
en A. Th. Simonis; S. Mulder en L. van den
Bos.
BEVALLEN van een zoon: 27 juni, G.
VisserJuckers; P. M. DolronHageman; A.
G. van den Eijkelvan Schaik; J. M. Kooi
manvan Rossen; 28 juni, Chr. Gilbert—van
Driest; M. A. Th. G. te Welschervan der
Meij; D. M. van den Berg—Helmers; L. C.
E. van der HoutHietbrink.
BEVALLEN van een dochter: 27 juni, A.
M. Hamels—Meijer; 28 jimi, L. van Essen-
de Vogel; J. van de StolpeJanse.
OVERLEDEN: 26 juni, G. Quak—Floor, 81
j., Jansstraat.