^/Goudstroom advocaat ZE VEN DA GEN HAARLEM Aan de oever timmeren „Moeilijkheden in de praktijk over wet op lijkbezorging" .CiO Vinkenhuisje bij „Caprera" blijft voor nageslacht bewaard Wedren voor organisten Van die sloot op de wal Mr. B. van der Burg over: Herinnering aan wrede sport Van de wal ie de sloot Kees Baks helpt zichzelf aan onderdak op het water Johan van Graas haalde zijn huis van het schip Van mensen en dingen onder de Damiaatjes Klinkend feest Zeven dagen coöperatie Rustig winkelen Timmerman tot twaalf maanden veroordeeld Wegens manipulaties in Stichting Woonbezit" Zeepost Burgerlijke Stand van Haarlem HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAN1 Tijdens de zitting van de Haarlemse rechtbank van donderdag, waarin mr. B. van der Burg afscheid heeft genomen als officier van Justitie, heeft deze aandacht gevraagd voor een viertal nieuwe wettelijke voorschriften. In de eerste plaats sprak hij over de wet op de lijkbezorging, die sedert 1 april j.l. in werking is, en waarvan hij de geldigheid dus ambtelijk nog heeft beleefd. De praktijk van deze wet moet zich nu dus vormen en spreker interesseert zich hier voor, omdat het toezicht op de tot die datum als illegaal te beschouwen crematie gedurende de laatste veertig jaar was opgedragen speciaal aan de bij deze rechtbank fungerende officier van Justitie. Mr. Van der Burg zeide, dat wij nu het verschil in behandeling kennen van de Nederlandse burgers, wat de door hen gekozen wijze van lijkbezorging betreft, zoals de wet dit heeft bepaald. In aan sluiting daarop leverde de praktijk van deze wet terstond al moeilijkheden op. Vóór dat het verlof tot begraven mag worden afgegeven door de ambtenaar van de bur gerlijke stand dient te worden overgelegd een verklaring van overlijden, afgegeven door de behandelende geneesheer of door een gemeentelijke lijkschouwer. Betreft het echter een verbranding, dan mag niet de behandelende geneesheer de verklaring van overlijden afgeven, hoewel juist deze in de regel- bij uitstek de deskundige is die op de hoogte is van de doodsoorzaak. Hier mag alleen de gemeentelijke lijkschouwer komen verklaren omtrent de doodsoorzaak, ook dus als hij daarvan uit eigen ervaring niets af weet. Het is reeds voorgekomen dat deze func tionaris de verklaring omtrent de al dan niet natuurlijke oorzaak van de dood slechts meende te mogen geven als door hem een sectie op het lijk zou worden gehouden. De gemeentelijke lijkschouwer heeft in bijna alle gevallen de overledene nimmer gekend en zal hem dus niet kunnen herkennen. Men loopt dus vast met de identificatie, maar helaas zijn geen voorschriften ge geven, zodat de waarborg van zekerheid omtrent.,het object van de schouwing door gemeentelijke lijkschouwers allerminst aanwezig is. Weliswaar kan de betrokken officier van Justitie een vei-klaring van geen bezwaar tegen de verbranding af geven, maar de nabestaanden moeten dan toch eerst afwachten of de officier van Justitie daartoe bereid is. Deze zal om trent de doodsoorzaak ongetwijfeld wel zijn licht trachten op te steken bij de behan delende geneesheer en zo nodig een sectie willen doen houden als deze zich op zijn beroepsgeheim beroept. Dat doen genees heren namelijk nog al eens, ook als het niet nodig is. Onderwijl wordt de lijkbezorging opge schort, terwijl er rekening mee gehouden moet worden, dat tenslotte zelfs de niet ge wenste begraving toch plaats zal vinden. Hiervoor waren dan echter uit den aard der zaak nog geen maatregelen getroffen en hieromtrent was dus in het overlijdens bericht niet gerept, zodat de publikaties omtrent de teraardebestelling dienen te worden herroepen en gewijzigd. Wat komt er op deze wijze terecht van de gelijkheid der Nederlandse burgers, een der drie bekende leuzen uit de tijd van de Franse revolutie, de égalité, waaronder brede lagen van het Nederlandse volk eer tijds rond de vrijheidsbomen hebben ge danst? aldus spreker. In België In België is crematie van in het bui tenland overleden Belgische ingezetenen niet toegestaan, maar als zulke personen de wens om gecremeerd te worden hebben te kennen gegeven in een testament of codi cil weten de Belgische begrafenisonder nemers dat zij in ons land terecht kunnen met de crematie, onder overlegging van dit codicil of testament. De ambtenaren van de burgerlijke stand in de gemeenten Vel- sen en Dieren kunnen in zulke gevallen de crematie verhinderen, indien zij van oor deel zijn, dat de buitenlandse codicillen en testamenten dienen te worden gewaar merkt, wat de ondertekening betreft door een of andere buitenlandse autoriteit. Wie zal hun waar maken dat het hun voorge legd codicil geschreven, gedateerd en on dertekend is door de overledene? Van één geval waarin voor de crematie een codicil werd overgelegd is spreker mededeling gedaan. Dit codicil was eigen lijk niets anders dan een brief, waarin de schrijfster daarvan haar wens tot crematie had te kennen gegeven aan de geadresseer de, een familielid. Deze brief was gedateerd en ondertekend enkel met de voornaam van de betrokkene en werd door de amb tenaar van de burgerlijke stand terecht beschouwd als de akte omschreven in arti kel 982 van het burgerlijk wetboek. Er is spreker van een tweetal gevallen mede deling gedaan, waarbij crematie van leden van de Vereniging voor facultatieve lijk verbranding niet zou plaats hebben wegens afwezigheid van codicil of testamentaire beschikking. Hier moest dus de verlangde crematie wederom geschieden in Duitsland, gelijk dit vóór 1915 geschiedde, het jaar van het destijds bekende arrest van de Hoge Raad betreffende de al dan niet straf baarheid der crematie. Uit een en ander blijkt nu al, dat de nieuwe wet te dezen aanzien een achteruit gang is vergeleken bij de oude begrafenis wet. Burgerlijke Stand Sprekende over de wet houdende ope ning van de mogelijkheid lot het treffen van voorzieningen ter vereenvoudiging van de administratie van de burgerlijke stand zeide mr. Van der Burg, dat met zijn toe stemming alle registers van de burgerlijke stand uit het arrondissement over het jaar 1955 op microfilms zijn opgenoemen. Dat dit in de toekomst over het gehele land zal geschieden lijdt nu reeds geen twijfel meer. U it brei ding parketten Na meegedeeld te hebben hetgeen in het verleden gedaan is over het verkrijgen van een bewijs van goed gedrag zeide spreker, dat hij ambtelijk niet meer meemaakt de inwerkingtreding van de wet betreffende de rechterlijke organisatie. Het belangrijk ste voor de officier van Justitie wordt in deze wet de verandering ten aanzien van de parketten bij de rechtbanken en de kanton gerechten. Deze zullen immers worden sa mengevoegd tot één parket voor beide ge rechtsinstanties. Moeilijkheden zullen ont staan door de huisvesting van de nieuwe zeer grote parketten. Haarlem heeft te kampen met gebrek aan ruimte. Men voere de samenvoeging niet door zolang niet vol doende lokaliteitrudmte aanwezig is aan het parket, aldus spreker. Deleden van het Openbaar Ministerie en speciaal de huidige substituut-officieren van Justitie zullen er zich op moeten voor bereiden, dat zij veelvuldiger moeten gaan optreden bij de behandeling van overtre dingen dan bij de berechting van misdrij ven. Het aantal der gewone misdrijven is immers sedert het einde van de tweede we reldoorlog nog steeds aan het afnemen, ter wijl het aantal overtredingen zich snel uit breidt. ADVERTENTIE l/l fles f 4.40 Met verse eieren, Hollandse brandewijn, suiker en vanille, niets meer, maar ook niets minder! 1/2 fles f 2.35 Tot de genoegens van de bewoners van buitenplaatsen in de achttiende eeuw be hoorde de vinkerij. Het betrof hier een niet bepaald vreedzaam spel met kleine dieren, waarbij geen schot viel en dat de „jager" geen enkele lichamelijke inspan ning kostte. Deze vinkenjacht viel samen met de vogeltrek, van 20 september tot 20 november. Zowel in het boekje van de heer S. A. Wilson „Beknopte geschiedenis van Bloemendaal" als in „Het Manpad en zijn bewoners" door G. van Duinen, uit gegeven door de Vereniging Oud-Heem stedeBennebroek lazen wij enige aardige bijzonderheden over deze tak van sport. Er bestaat een categorie onder de woningzoekenden, die er op een onverwacht ogenblik in slaagt om alle opgekropte gevoelens van ongeduld en ergernis om te zetten in een on stuitbare energie. Zij staakt ineens het wachten en neemt het lot en een timmerkist in eigen handen. Hoeveel zwoegen het ook mag vergen en hoeveel ambtelijke instanties zich er vaak ook gepasseerd door voelen, zij helpen zichzelf op allerlei denkbare en ondenkbare manieren aan een onderkomen. Meestal ne ben zij een heel ander baantje dan bouwvak ker en worden zij het in hun vrije tijd. En de een legt na de voltooiing van zijn werkstuk voldaan zijn gereedschap neer, maar de ander komt met het lied van die arbeid nooit uitge zongen. Wij hebben deze week beide typen aan het werk gezien. Zij waren beiden met een woonschip bezig, maar het opmerkelijke verschil tussen beiden was dat de een bezig was van de wal in de sloot te raken en de ander volbracht het uiterste om van de sloot op de wal te komen. In de haven achter de Holland Nautic aan de Nieuwlandstraat zagen wij een sierlijk geraamte voor een woonark helderwit afsteken tegen de blauwe lucht. In een van de balken hing Kees Baks met een flikkerende zaag in zijn handen. Hij kwam op onze roep langzaam en een beetje verstoord naar beneden zakken, maar benutte toen toch met een zekere trots de ge legenheid om van zijn onderneming te vertellen. „Nee, ik zit niet in het vak", zei hij, „ik ben radiomonteur bij de Rijks luchtvaart Dienst. Zevenentwintig. Verloofd. En ik pas er voor om een hele tijd op een huis te gaan zitten wacht". In het programma voor het Zesde Internationale Orgel concours worden met name bij de Franse lezers te hoge ver wachtingen gewekt, die zeker tegenover de deelnemers niet verantwoord zijn. Er wordt in medegedeeld dat er van 9 tot 28 juli een zomer-wedren voor organisten zal plaatsgrijpen en dat daarvoor inlichtingen te bekomen zijn aan het stadhuis. Men gewaagt namelijk van een Course d'été pour organistes". Maar de vrees van vele orga- In het betonnen casco van zes bij twaalf meter, dat Kees met onbeperkte garantie uit Zaandam geleverd kreeg, dook zijn vriend Johan Wickel uit Leidschendam op, zélf een woonschuitb.ewoner, die een middagje van zijn vakantie kwam kijken en helpen. En hij had reden om van te voren zijn bewondering al uit te spreken over de lijn van deze woonark, vooral door het met een flauwe boog naar alle vier zijden afbuigende dak en door de serre. In het beton van het casco zitten drie ijzeren bal ken vernageld, die aan twee zijden een eind vooruitsteken respectievelijk om een serre en een balkon te dragen. Ter wijl wij bij het ontbreken van de vloer van balk op balk ach ter hem aan ballanceerden, dwars over het schip riepen wij hem de stereotiepe vraag na of hij het later niet riskant vond voor zijn kinderen. Hij kuchte even verlegen, maar zei toen resoluut: „Kinderen zoeken tóch het water op, dat deden u en ik toch vroeger ook. Daar belet je ze niet in en wat geeft het ook? Laat ze er maar aan wennen. Ik zou heel wat gemist hebben als ze me dat belet hadden". Kees Baks is een watersport liefhebber. Naast zijn woon ark in aanbouw dobbert een kleine zeilboot. Hij kijkt er al een paar dagen een beetje weemoedig naar want hij heeft haar moeten verkopen. Het is het een of het ander. Tenslotte kost hem die ark zonder de inrichting al 10.000 gulden! „Het is eigenlijk nog wel zo goed dat ik er nog wel een jaar mee bezig ben in mijn eentje. Dan kunnen we ondertussen vast voor de stof fering en de meubilering zor gen". Maar het wordt dan ook een woning, waar hij wat armslag in zal hebben. Terwijl wij van de omloop af toeza gen duidde hij ons uit hoe hij de zaak gaat indelen: een huiskamer van 3.70 bij 5.80 meter met een serre van 2 bij 5.80 meter, drie slaapkamers van respectievelijk 3.70 bij 2.90 meter, 2.50 bij 2.80 meter en 2.20 bij 2.25 meter, een WC en douchecel van 2.70 bij 1.30 meter, een garageruimte van 2 bij 3.50 meter. En dan een kelder van 6 bij 12 meter, want het hele casco onder de vloer kan als zodanig dienst doen. Het lijkt wel of men per se op een woonark met een betonnen casco moet gaan zitten om een zó vochtweren de kelder te krijgen. „Ja", zegt hij, een beetje fier over de bijzonder geslaag de indeling, „je moet natuur lijk ook het geluk hebben een goede vriend te bezitten, die een goede bouwtekenaar is". De nijvere jongeman ver telde ons aanvankelijk dat hij ook een woonark had gekozen omdat hij dat vrije water om hem heen zo prettig vond. Maar hij bleek toch ook wel enigermate te betwijfelen wat er in de praktijk van terecht zou komen. Hij voelt er niet veel voor om dicht opeengedrongen met anderen in de woonschepen haven te liggen (al zei zijn vriend uit Leidschendam, dat die in Haarlem als de beste van ons land bekend staat) en er is voorshands geen kijk op dat hij een plekje daar buiten zal vinden. „De ge meente is geloof ik niet ver liefd op woonschepen. Maar als de zaak klaar is zien we wel wéér", zei hij welgemoed. De volgende week viert de coö peratieve beweging de jaarlijk se Coöperaïiëweek. Ter gele genheid daarvan geeft de coö peratieve verbruiksvereniging twee grote feestavonden, waar het woord gevoerd zal worden door de voorzitter de heer P. van Gessel. Verder zal de avond worden gevuld met een cabaretprogramma. De avonden zullen worden gehouden op maandag 2 en op vrijdag 6 juli in de grote zaal van het Concertgebouw. De 53-jarige Johan Steven van Graas te Penningsveer ziet met voldoening terug op een prestatie, waarvan de buren paf hebben gestaan. Hij had zijn woning van vijf bij zestien meter op het casco vart een uit 19Ü9 daterendezeilaak, maar dat .gaf hem teveel ongemakken. Het schip ving zoveel wind, dat het bijna al eens op drift geraakt was en dat de hele dakbedekking eens met een mooie boog op de weg belandde. En nu is Van Graas iemand, die aan de bescheidenheid, waarmee hij zichzelf „Graaf van Penningsveer" noemt, een zeer krachtige ondernemings geest paart. Hij legde zich niet bij deze situatie neer, maar vol bracht het met een zwager en een buurman om het woon gedeelte van het schip „te land te laten" en het aan lieren over vetplanken precies te doen belanden op een tevoren gestort fundament. Van Graas is achtereenvol gens zeeman en sigarenhande laar geweest en heeft thans één van de drie botenverhuur- derijen en jachthavens in Pen ningsveer in bezit. Hij wilde graag bij zijn boten wonen, maar kon in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn- woude, waartoe dit, schilder achtige hoekje Penningsveer behoort, met geen mogelijkheid een vergunning krijgen. Daar om kocht hij de aak, waarin hij zijn werkplaats inrichtte en waarop hij zijn woning zette. Maar noch hij, noch zijn vrouw hebben daar veel voldoening van gehad. De ark lag aan vankelijk in de jachthaven ge meerd, maar dreef een keer af in een maartse storm, zilver van het ijs. Van Graas besloot het vaartuig in rustiger wate ren te leiden en dat water groef hij zelf: een haventje van 30 meter lengte en 5 meter breedte. Hij trok het schip er met lieren in en het kwam ge heel volgens zijn plannen vast op de veenbodem te liggen. Maar het bleef een hoog ge vaarte en lag in de rampnacht van 1953, bij welke gelegenheid het ook zijn dakbedekking verloor, zo te schokken, dat hij het niet langer verantwoord vond. Toen is hij een gat van gelijke oppervlakte maar op grotere diepte er naast gaan graven (het is uiteraard wat gauwer geschrever\ dan ge daan) en heeft zijn woonaak daarin verhaald.... En nog steeds bevredigde het noch zijn vrouw in het woongedeelte, noch hemzelf daaronder in de werkplaats, welke hij in het ruim had ingericht. Zo groeide het stoute plan om het hele woongedeelte van het schip los te maken en naar de wal over te hevelen. Het vorig jaar maakte hij er de fundering al voor en de vorige week begon onder schamper toezien van talrijke bxiurtge- noten de „tewaterlating" er van. Hoewel hij de hele zaak stevig had geschoord en de ruiten eruit had gehaald ver wachtte iedere omstander, dat zo er al beweging in,het geval zou komen, die voornamelijk een ineenstorting zou zijn. En een aannemer, die had aange boden om het karwei te ver richten, hetgeen was afgesla gen, voorspelde hoofdschud dend, dat hij te zijner tijd wel even met. stoffer en blik zou komen om de brokstukken op te vegen. Een middag, een avond en een morgen stonden Steven van Graas zijn buurman en zijn zwager aan de lieren. Cen timeter voor centimeter werd de woning over een geïmprovi seerde helling op de wal ge trokken. Zij was helemaal leeggehaald. Alleen een piano en een linnenkast waren er ruggelings in blijven liggen, want die kon hij er niet uit krijgen. En nu staat het geval op de fundering. Alles is nog heel. Toen wij de ondernemen de man op een barst in het aanrecht wezen, zei hij triom fantelijk: „Nee, nee, die is nog van de storm in '53!" Het is een man die zich niet gauw van de wijs laat brengen, want toen zijn vrouw hem een keer bezorgd vroeg wie er aan de lieren zouden moeten draaien als de buurman en de zwager nu eens niet konden, zei hij: „Jij, ik en Carla". En Carla is zijn poedel. Aan de Klaverstraat 13 viert dit weekend een heel geslacht feest ter gelegenheid van het vijftigjarig huwelijk van Johan van Zeijst en Trijntje Koene koop, die aan de spits van dit geslacht staan. Het wordt een blij feest, want de beide ech telieden zijn gezonde, levens lustige mensen en hun negen gehuwde kinderen en 23 klein kinderen lijken wat dit betreft veel op hen. De bruidegom is zeventig en de bruid eenenze ventig en zij verbeiden de ko mende zaterdag, waarop fami lie en buurtgenoten hun feest komen meevieren. Johan van Zeijst ging al als veertienjarige jongen op de bedrijfsschool van Figee en werd klinker in de scheeps bouw, welk vak hij ook 14 jaar lang bij de Droogdokmij. te Amsterdam en na de oorlog bij de Holland Nautic uit- nisten, dat het niet alleen op vingervlugheid aankomt maar ook op een grote rapheid met de voeten, kan opzij worden gezet, want er wordt een -cours" (een leergang) en geen „course" bedoeld. Het is een van de foutjes en onnauwkeurigheden in het voor Duits, Engels, Frans en Nederlands gebruik bestemde programma, waarop wij gaarne de organisatoren opmerkzaam maken, want buitenlandse gasten zullen dat waarschijn lijk om hoffelijkheidsredenen nalaten. Zo zullen de Engelsen er verder wel niets van zeg gen, dat er in hun gedeelte niet „orchestra" maar „or- chestre" staat en de Fransen zullen, indien de wedren een binnenpretje voor hen blijft, ook zeker weten te zwijgen over de zeer ongebruikelijk aangegeven data. Wanneer zij de dag van de week erbij noe men dan gewagen zij namelijk niet van Mardi le 10 juïllet, maar van Le mardi 10 juïllet. En van een concert vermelden zij er steeds bij, dat het „ge geven" wordt, zodat „Concert donné par les participants" enz. ongetwijfeld juister uit gedrukt is dan „Concert par les participants" enz. Zij zou den zelf ook nimmer gesproken hebben van de „Salie de Con cert Municipale"maar van de Salie Municipale de Concert". En om dan met de Duitsers te besluiten, die hebben het al leen in de derde naamval over „Niederlanden"' met een n, maar in geen enkele andere naamval, zodfatft program ma in dit opzicht' niet correct is, eirenrrrin--als -wanneer het spreekt van „Freie Eintritt" in- plaats van „Freier Eintritt". En achter de getallen vóór de maandnaam in de datums staan punten,'die de Duitsers ook gemist hebben. En dat is twor mensen met veel gevoel voor „Piinktlichkeit" een heel ding. Misschien zullen veel bui tenlanders overwegen dat een volk dat zóveel talen moet spreken zich niet in details kan verdiepen, zoals een Fransman dat eens vergoelijkend tegen ons zei. Maar dat mag toch niet opgaan voor de geschreven en de gedrukte taal, lijkt ons. oefende. Pas op zijn 68ste ver jaardag legde hij de klinkha mer neer, maar hij zou er nu op zijn zeventigste beslist nog kans toe zien om deze voor de aardigheid weer eens ter hand te nemen. Het zal dus wel een klinkend feest, worden. Een van onze trouwste brief schrijvers heeft zijn vreugde uitgesproken over het ver dwijnen van winkeluitstallin gen op de trottoirs. Inderdaad was die maatregel dringend nodig, omdat helaas vrijwel al onze winkelstraten zijn toe gerust met bijzonder smalle trottoirs. Maar we vinden het wel jammer van die uitstal lingen, want ze gaven ons straatbeeld vaak iets fleurigs. Onze briefschrijver echter merkt op, dat de uitstallingen nu wel verdwenen zijn, maar het winkelen in de drukke straten verre van een genot is geworden door de verbouwin gen aan een aantal zaken. Wanneer zo'n verbouwing wat ingrijpend is en een deel van de neringdoenden floreert blijkbaar gelukkig zo goed, dat dit alle bouwstoppen ten spijt het geval kan zijn dan verrijst er een schutting voor de gevel en moet de voetgan ger een eindweegs zijn heul maar op de rijweg zoeken. Dat is inderdaad geen pretje. Maar het invoeren van een inhaal- verbod, zoals hij vraagt, zou weinig effect sorteren. Dat geldt namelijk alleen voor het inhalen van auto's onderling. Alles wat op twee wielen rijdt, ook gemotoriseerd, valt buiten het inhaalverbod. Nu is het voor auto's in de meeste stra ten van de binnenstad heus niet mogelijk krijgertje te spelen, zodat een inhaalverbod voor die categorie weinig zin heeft. En de aalgladde fietsers, brommers, scooters en motor rijders behoeven zich er niets aan gelegen te laten liggen. Men zou natuurlijk zakenlie den kunnen verbieden te ver bouwen. Maar dan zou het gauw een saaie boel worden. Langs dé Noordzeekust in Nederland kan men in de herfst grote zwermen vinken aantreffen, die 's zomers in Scandinavië vertoeven. Zij trekken dan via ons land naar hun winterverblijfplaats in Engeland en Ierland. Speciaal dus in de duinstreken en vooral in de omgeving van Haarlem werd dan op deze vogels op de vinken- banen jacht gemaakt. Zo trof men op tal van buitenplaatsen in deze contreien vinkenbanen en vinken- huizen aan, zoals-op Leyduin, Boekenrode, Groot- en Klein-Bentveld, Saxenburg, Wildhoef en Hartenlust. Het is nog niet eens zo lang geleden dat het sportterrein aan de Donkerelaan te Bloemendaal de naam van Vinkenbaan droeg en ook de Vinkenbaan in Santpoort herinnert nog aan dit jachtvermaak. Niet alleen? werden er vinken gevangen, maar ook andere trek vogels als lijsters, leeuweriken en snippen. Het was een dure sport, waarvoor men behalve een vinkenbaan ook geschoold per soneel nodig had, vandaar dat alleen de beter gesitueerden er deze liefhebberij op na konden houden. De vinkenjacht De baan bestond uit een rechthoekig stuk grond van ongeveer zeventien meter lang en vijf meter breed, zowel aan één -lange als aan één korte zijde met struik gewas begroeid. Aan de andere korte zijde bevond zich de vinkershut, want de vinker (de knecht), moest een goed overzicht over de baan hebben. Hij was degene, die het werk deed. Aan weerszijden van de baan lagen namelijk keurig opgerolde netten, die door de vinker op het juiste moment door middel van een vernuftig mechaniek, wan neer zich een groot aantal vinken op de baan had neergezet, gelijktijdig toegehaald konden worden. Zo werden er honderden van die vogeltjes in de netten gevangen en de aanzienlijke heren hadden daarbij niets anders te doen dan toe te kijken, onder het genot van heerlijke spijzen en dranken, totdat de vinker het sein gaf het net met het vinkentouw neer te halen. Prof. David van Lennep, de vader van de schrijver Jacob van Lennep was als be woner van „Het Manpad" te Heemstede ook eigenaar van een vinkenbaan. en zelf een verwoed vinken jager, zo zelfs, dat als er een vlucht vinken in zicht was, de vinker zijn meester in Amsterdam moest waarschuwen. De professor liet daarvoor zelfs de universiteit en zijn studenten in de steek en in de eerste week van oktober was de universiteit door deze „jacht" ge sloten! Hoeveel en welke vogels er ge- .vangen werden, werd in de „Vinkenboe- ken" aangetekend. Zo zijn er uit die tijd ook nog vinken- huizen bewaard gebleven, o.a. het vinken huisje bij Caprera, dat in de afgelopen we ken een schoonmaakbeurt onderging en met de verfkwast werd bewerkt, zodat het nu keurig opgeknapt voor het nageslacht behouden kan blijven. Als in de naaste toekomst „Caprera" door de gemeente Bloemendaal aangekocht en waarschijn lijk voor het publiek opengesteld zal wor den, zullen velen die zich voor historie interesseren een bezoek a#n_dit. vinken huisje kunnen brengen, dat'aan het weg getje bij het landgoed „Caprera" achter het clubhuis van BMHC is gelegen. Het is het gedeeltelijk bewaard gebleven vinkenhuis van het „Huys te Bloemendaal" achter Ca prera, met houten borden langs de wanden, waarop is aangegeven hoeveel vogels er per jaar werden gevangen. Zelfs staat er op vermeld: 9 oktober 1796, in één slag 203. Dat was wel de topscore. Tevens kan men er nog de uitnodigende woorden aantref fen: „Kom vrij binnen in dit huis, maar wees stil gelijk een muis". De Haarlemse rechtbank heeft donderdag een 42-jarige timmerman-aannemer uit Bloemendaal, die de Stichting „Woonbezit" te Bloemendaal, waarvan hij de dagelijkse leiding had, misbruikte voor eigen geldelijk voordeel, veroordeeld tot twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Er was een gevangenisstraf van een jaar tegen hem geëist. Hem was oplichting en verduistering ten laste gelegd. Hij was failliet maar ging via een stichting, die ook geen geld in kas had, voort met zaken voor zichzelf te doen. Zo kocht hij een postzegelhandel in huurkoop op naam van de stichting en toen de Am sterdamse koopman garanties verlangde, deed hij het voorkomen alsof de stichting twee vorderingen tot een bedrag van 52.000 had, waarvan wekelijks 10.000 binnenvloeiden. Behalve deze vervalsingen cp het huurkoopcontract had hij valse hypotheekakten ten name van de stichting opgemaakt ten laste van twee familieleden, die hij op deze wijze medeplichtig maakte, want er was in het geheel geen hypotheek verleend. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de cor respondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld. Australië: ss „Strathmore" 5 juli; Brits Oost Afrika: ss „Pierre Loti" 7 juli; Canada: ms „Prins Willem III" 3 juli en ss „Zuiderkruis" 7 juli; Chili: via New York 5 juli: Ned. Antillen: ms „Wil lemstad"' 3 juli; Nieuw Zeeland: via Enge land 7 juli; Unie van Z. Afrika en Z.W. Afrika: ms „Pretoria Cas-tle" 7 juli. HAARLEM, 28 juni 1956 GEHUWD: 28 juni, C. J. van Dam "en M. H. de Rooij; Ch. S. Priesman en G. Sarink; A. van Dijk en J. A. Otto; H. Hustermann en W. W. van Gelder; M. J. de Jong en J. F. Jonker; G. H. Ruepert en L. C. M. Rieu; J. Damsteek en J. J. Gelaudie; J. Th. van Dijk en A. Th. Simonis; S. Mulder en L. van den Bos. BEVALLEN van een zoon: 27 juni, G. VisserJuckers; P. M. DolronHageman; A. G. van den Eijkelvan Schaik; J. M. Kooi manvan Rossen; 28 juni, Chr. Gilbert—van Driest; M. A. Th. G. te Welschervan der Meij; D. M. van den Berg—Helmers; L. C. E. van der HoutHietbrink. BEVALLEN van een dochter: 27 juni, A. M. Hamels—Meijer; 28 jimi, L. van Essen- de Vogel; J. van de StolpeJanse. OVERLEDEN: 26 juni, G. Quak—Floor, 81 j., Jansstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 9