Een rendezvous in de Vleeshal
Gemengde indrukken van organisten
Agenda voor
Haarlem
Gefluisterde confidenties, door ieder
verstaan, voor ieder een geheim
verstopping
Bernard Haitink, dirigent
HOLLAND l ties ,aan .thet slot
FESTIVAL J de werken lieten
Jeanne d'Arc
Mozartsteen in
Grote Kerk
Weekstaat NedBank
Saldo van de schatkist
weer gestegen
Een Russisch-Chinese
bergexpeditie
Geef de strijd niet op tegen
Met Radio-Filharmonisch Orkest
Uitvoer siergewassen in
eerste helft van 1956
aanzienlijk gestegen
Twee gewonden bij
botsing motor-auto
Wanneer gaat u met
vakantie?
tegen halve of zeer
lage prijzen
gnQ\ vdt~lÜ-££Jib
®\gU v°or BABY en KLEUTER
Eerst schouwburgen in
brand, dan warm lopen
voor het toneel
H. C. L. Jaffé cum laude
gepromoveerd
Onthulling
WOENSDAG 11 JULI 1956
Uit de verkorte balans van de Neder-
landsche Bank blijkt dat het rijk zijn te
goed kon versterken met ruim f 56 miljoen
tot f 131 miljoen. Ook de banken konden
hun positie enigszins verbeteren en wel
met f 16 miljoen tot f 482 miljoen. Boven
dien zijn zij er in geslaagd een deel van
de dure voorschotten af te lossen. De des
betreffende post daalde van f 96 miljoen
tot f 68 miljoen. Voorts hebben een of meer
financiële instellingen waarschijnlijk kort
lopend schatkistpapier aan de centrale
bank verkocht. De postwissels, promessen
en schuldbrieven in disconto, die sinds
lange tijd met nihil op de balans stond,
geeft thans een bedrag aan van f 22 mil
joen.
De daling van de bankbiljetten met f 70
miljoen tot f 3.995 miljoen wijst op een
lichte ontspanning na de ultimo. De bank
biljetten-circulatie is hiermede weer be
neden f 4 miljard gekomen. Op de geld
markt blijft de situatie intussen zeer
stroef.
De netto deviezenreserve, (met inbegrip
van de niet convertibele geldsoorten) ver
toonde opnieuw een lichte achteruitgang
en wel met f 18 miljoen tot f 1.052 miljoen.
Ook de goudvoorraad gaf een geringe da
ling te zien, namelijk met ruim f 4 mil
joen tot f 3.226 miljoen. Goud en deviezen
tezamen belopen thans f 4.278 miljoen
tegen f 4.301 miljoen de vorige week.
Russische en Chinese bergbeklimmers
hebben een gezamenlijke aanval ingezet
op de 24.388 voet hoge berg de Moeztagh
Ata (meer dan 8000 meter) aan de Chinees-
Russische grens, volgens een mededeling
van radio-Moskou.
ADVERTENTIE
DIT IS de manier om verstopping te overwinnen
Drink 'b morgens vroeg en 's avonds voor het
naar bed gaan een glas water en ga op een vast
uur van de dag naar het toilet. Neem eerst een
week elke avond twee Carters pilletjes - 2e week:
elke avond één - 3e week: om de andere avond
één. Daarna niets meer.
Want Carters Leverpilletjes zorgen voor de gal-
toevoer die nodig is om het voedsel beter te
verteren en de darmen te onUasten; ze maken
bovendien dat de Ingewanden daarna op eigen
kracht regelmatig blijven werken. Zó helpen
Carters Leverpilletjes u helemaal van hardlijvig
heid af, u is een ander mens. En mocht u later
door zorgen, te veel eten, oververmoeidheid of
gebrek aan beweging toch nog eens verstopt
raken, dan zijn een paar Carters pilletjes voldoen
de om u weer op gang te helpen. Vraag naar
CARTERS LEVERPILLETJES - i 1.20 per flacon.
Zelfs in het uitgebreide muziekseizoen
van thans blijft het een zeldzaamheid een
avond mee te maken waarop de muziek
bijna tastbaar aanwezig is. Dat dit enkele
keren het geval was op het concert dat
gisterenavond in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te Den Haag door een
groot publiek werd bijgewoond, is zeker
voor een deel toe te schrijven aan het voor
treffelijk musiceren van het Radio Filhar
monisch Orkest, een ensemble dat men
meestal slechts kent in de meer of minder
gesteriliseerde klank van een uitzending.
In natura blijkt het een orkest van de
eerste rang te zijn, zonder zwakke plekken,
een prachtig instrument onder de handen
van de zesentwintigjarige dirigent Bernard
Haitink, die sinds verleden jaar geregeld
uitzendingen leidt bij de Nederlandse
Radio-Unie en met dit concert zich in het
openbaar aan het publiek voorstelde. De
spanning in de
-v zaal en de reac-
van de uitgevoer-
er geen twijfel
over bestaan dat
hij de eerste slag,
die volgens oud-Hollandse zegswijze een
daalder waard is, royaal gewonnen heeft.
Het zou fraseologie zijn om na zo'n avond
te beweren dat Haitink „veelbelovend" is
als dirigent, dat zijn optreden „grote ver
wachtingen voor de toekomst wekt." Dat
laatste is zeker het geval, maar belangrijker
is dat hier een „geboren" orkestleider voor
ons stond, wiens gebaar reeds visueel iets
van de muziek onthulde die hij uit zijn
„apparaat" wilde laten opklinken, iemand
die de spanningen, die de muziek binnen
in hem wekte, op zijn mensen wist over te
dragen en als levende klank gestalte gaf,
wiens optreden tot in de korte pauzen tus
sen de delen van één werk, tot in de wijze
van bedanken voor het applaus de werke
lijke kunstenaar veried, die voldoende van
de muziek bezeten is om haar te kunnen
beheersen. In zijn muzikale opvattingen
zijn mij vooral twee dingen opgevallen: de
wijze waarop hij door crescendo en decres
cendo de noten een wijde spanningsboog
geeft en zijn gevoel voor de welsprekende
waarde van rusten en adempauzes.
De uitvoering van het „Requiem" van
Cherubini gaf op suggestieve wijze relief
aan de strakke bewogenheid, die dit werk
van een Italiaanse tijdgenoot van de schil
der Ingres kenmerkt. Eén voorbeeld: het
Graduale, een bespiegeling over de weg
des rechtvaardigen, sterft in een lang
decrescendo uit, in de stilte klinkt opeens
een gongslag, sein voor het koper dat de
voorhang van de zielen uiteen doet wijken,
waarop de „dies irae" losbreekt over de
aarde. De opeenvolging van deze momen
ten was door een intuïtief juiste „ti
ming" in de vertolking zwaar van ge
ladenheid.
„La Mer" van Debussy, een toetssteen
voor iedere dirigent, werd niet als een
tere aquarel neergezet, maar met duide
lijke, expressieve contouren waarbinnen
het spel van wind en water des te tref
fender de ruimheid van de hemelkoepel
boven het watervlak kon oproepen.
Het hoogtepunt van dit concert was mis
schien de uitvoering van het Pianoconcert
in G van Ravel, met Nicole Herriot als
soliste. Gewoonlijk hoort men dit stuk
spelen als een twintigste-eeuws divermen-
to vol ironie en spitse oppervlakkigheid.
Doch nu klonk het door de kracht van
een bezielde herschepping als een in de
eigenlijke zin door en door modern werk,
dat wil zeggen dat het persoonlijk aan
sprak op een punt dat anders ten hoogste
door een boek of een gesprek, doch vrij
wel nimmer door de zoveel minder „bin
dende" muziek geraakt wordt. Hierover
kan ik dan ook verder niets zeggen.
Het is te hopen dat men Haitink, die aan
het eind van zijn concert vier maal terug
geroepen werd en die niet alleen de dank
van het publiek maar ook van zijn orkest
musici oogstte, gelegenheid zal geven om
zodra de mogelijkheid zich hiertoe voor
doet, als gast een concert van het Noord
hollands Filharmonisch Orkest te leiden.
SAS BUNGE
De totale export van siergewassen heeft
gedurende het eerste halfjaar van 1956 een
waarde van f 71.775.000 belopen tegen
f 58.125.000 in de overeenkomstige periode
van 1955. De sterkste stijging in totale op
brengst gaf de uitvoer van snijbloemen te
zien; ruim 27,5 miljoen tegen 21 miljoen
in het eerste halfjaar van 1955. Voor de
export van de bloembollen bedroegen de
cijfers rond 27 miljoen en 23 miljoen.
Dit is meegedeeld tijdens de openbare
bestuursvergadering van het Produktschap
voor Siergewassen. Tijdens deze vergade
ring heeft het bestuur van het produkt
schap na uitvoerige discussies zijn goed
keuring gehecht aan een regeling inzake
minimum exportprijzen van bloembollen.
In principe wordt het systeem van be
rekening van de minimum exportprijzen
niet gewijzigd. De thans aanvaarde rege
ling beoogt tot meer reële minimum export
prijzen te komen door middel van toe
slagen dan wel verlagingen, zulks afhanke
lijk van het binnenlands peil elk jaar.
Burgemeester Cremers heeft onder
grote belangstelling de „Mozartsteen"
in de Grote Kerk te Haarlem onthuld.
Naast hem de heer J. M. André de la
Porte, voorzitter der Vereniging van
Vrienden van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest.
meester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cre
mers, de steen te onthullen.
De burgemeester wilde dat gaarne doen,
omdat, zoals hij in zijn toespraak zei, de
steen een zinrijke afsluiting van de Mo-
zartherdenking vormt en omdat met de
onthulling het grote orgel van de Grote
Kerk weer in het middelpunt van aan
dacht kwam te staan en daarmede het in
ternationale orgelconcours, dat nu reeds
na vijf a zes jaren een traditie geworden
is. Na het wegnemen van het verbergende
gordijn verscheen de eenvoudige gedenk
steen, die gemaakt is uit de marmersoort
jura en waarop sober staat vermeld: „De
10-jarige Mozart bespeelde in 1766 het or
gel dezer kerk". Onder deze woorden staan
de jaartallen 17561956. Onder leiding
van Jos de Klerk zong een groot gemengd
koor van Haarlemse zangers en zangeres
sen het bekende Laudate Dominum van
Mozart, fraai van klank en uitdrukking.
Het koor vormde met de orgelbegeleiding
van Albert de Klerk een prachtige onder
grond voor de zangeres Annette de la
Bije, die met klare, warmgetinte stem de
melodieuze solo in het werk zong. De uit
voering werd een verrassende bekroning
van de avond, die voor wat betreft het ge
demonstreerde orgelspel zeer gemengde in
drukken gegeven had.
P. ZWAANSWIJK
Er zijn gisteren bij een botsing op het,
kruispunt Slaperdijk-Rijksweg Haarlem-
Velsen twee gewonden gevaillen. Omstreeks
half drie in de middag kwam er een motor
rijder met zijn echtgenote achterop van de
richting van de pont. Op het kruispunt met
de Slaperdijk onder Santpoort slaeg een
automobilist zonder voorrang te geven
linksag de dijk op, met het gevolg, dat de
beide voertuigen op elkaar botsten en zo
wel de motorrijder als zijn passagiere te
gen de grond werden egslingerd. De man,
de 54-jarige J. M. V. uit Beverwijk liep
enige gekneusde ribben, een beenwond en
gelaatskwetsuren op, zijn vrouw werd
eveneeno aan het been gewond. Nadat een
arts eerste hulp had verleend konden bei
den met een taxi huiswaarts keren. Tegen
de autobestuurder werd proces verbaal
opgemaakt.
ADVERTENTIE
Wij hebben voor uw kleuters in ver
band met het grillige weer heerlijk
warme kleding
o.a. vestjes, blazers, truitjes,
trainingspakken, trainingsbroe
ken, jasjes, mantels enz.
Anegang 46
Grote Houtstraat 116
WOENSDAG 11 JULI
Openluchttheater, Bloemendaal. Holland
Festival, Het Nederlands ballet, 8 uur. Grote
Kerk: Internationaal orgelconcours, 8 uur.
Vleeshal: Tentoonstelling „Vijf eeuwen to
neel", voordracht Ton Lutz, 8 en 9.30 uur.
Studio: „Phfft", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Beklemmende uren", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Roxy: „Drums 0' Tahiti", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „Fantastische rit",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Operatie Ka
jak", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Oké
mr. Deeds", alle leeft., 8.15 uur. Luxor: „Ik
was de vriendin van een gangster", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. Palace: „The Kentuckian", 14
jaar, 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 12 JULI
Grote Kerk: Orgelbespeling 34 uur;
orgelbespeling juryleden orgelconcours, 8
uur. Studio; „Phffft", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Beklemmende uren", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Drums of Tahiti",
14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „The Ken
tuckian", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De gele hel", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15
uur. Minerva: „Oké mr. Deeds", alle leeft.,
8.15 uur. Lido: „Operatie Kajak", 14 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Ik was de vrien
din van een gangster", 18 jaar, 2, 7 en 9.15
uur.
De Haarlemse Vleeshal herbergt tot .2 september een expositie die wonderlijk
genoeg geheel gewijd is aan het toneel. Wonderlijk genoeg ja, want zo warm
lopen wij immers niet voor het toneel. En toch: wie heeft niet de lust bekropen
eens een kijkje achter de coulissen te nemen? Wie, eenmaal in een schouwburg
aanbeland, betrapte zich niet op een geheimzinnig en een tikje kinderachtig aan
doend gevoel van snel stijgende spanning, wanneer de eerste gongslag klonk en
de lichten in de zaal langzaam doofden. De gordijnen zwaaiden open en een
nieuwe wereld werd aan ons onthuld. Heus, we hebben toch wel een beetje een
zwak voor de planken. Maar. voor we er in zijn, voor we er de moeite en de
tijd en het geld voor gevonden hebben.Links laten liggen die schouwburg.
Gij echter, die vanuit de Smedestraat de Haarlemse Grote Markt betreedt en
links van u de Vleeshal ziet, ge moogt de schepping van Lieven de Key gerust
laten blijven waar zij is, als ge uw afkeer van tentoonstellingen en culturele fijn
proever ij en maar overwint en er toch binnengaat. Tot uw verbazing belandt ge
onvoorzien midden in de coulissen van het toneel, raakt ge helemaal achter de
schermen van vijf eeuwen komediantenleven en toneelschrijfkunst. Ineens kijkt
het toneel u aan inplaats van gij het toneel. Op dat ogenblik is voor u het „Ren-
dez-vous der Rederijkers" begonnen.
DAT IS MISSCHIEN wel de eerste
verrassing: de entree van de Vleeshal. Als
ge haar kent, lijkt zij nu juist helemaal
niet geschikt om als plaats voor zo'n
joyeuze samenkomst dienst te doen. Hoog
en koel en waardig is de met pilaren ge
steunde benedenverdieping: het licht valt
door smalle boogvensters op ondoorgronde
lijk steen. Maar dienstbaar gemaakt aan
een ingenieuze mise-en-scène strijkt dat
licht nu over de fraai glanzende blazoenen
der oude rederijkerskamers, waarnaar ge
lang en met genoegen staat te kijken. Het
zijn die rederijkerskamers, die in de ont
wikkeling, van het toneel een belangrijke
plaats innemen en zeker op deze expositie
niet mochten ontbreken. Ze is immers ge
arrangeerd ter gelegenheid van de Pieter
Langendijk-herdenking, zijnde een op
rechte Haarlemse aangelegenheid, omdat
deze toneelschrijver op 25 juli 1683 te
Haarlem werd geboren en aldaar de 9de
juli 1756 overleed na een leven, waarin
hij het toneel met een aantal populaire
blijspelen verrijkte. Ook heden ten dage
kunt ge ze zien spelen. Geen beter bewijs
daarvoor dan het décor, dat Noni Licht
veld voor de toneelgroep Puck ontwierp,
toen deze groep „Het wederzijds huwe
lijksbedrog" op haar repertoire nam, een
decor, dat ge in de Vleeshal onmiddellijk
na binnenkomst zult aantreffen. Het stelt
de Maliebaan voor te Utrecht, bestaande
uit waarachtige zetstukken, geschoord en
wel. Zie: zo tovert men u nu op het toneel
de illusie voor ogen van een straat, die
niet omvalt! En als ge nog meer van Pieter
Langendijk wilt weten over de illusie
van het toneel spreken wij aanstonds nog
ge vindt het conterfeitsel van de man
naar een gravure vergroot en wel aan de
wand prijken en treft in kloek gearran
geerde vitrines zijn werken en hand
schriften.
Nee, Pieter Langendijk is niet zo on
sterfelijk als zijn tijdgenoten hem royaal
beloofden. De organisatoren van de exposi
tie waren zo snel op hem uitgekeken, dat
zij aan hem en zijn rederijkers maar gauw
een overzicht van vijf eeuwen toneel heb
ben vastgeknoopt. Maar alleen al om wat
er naar aanleiding van zijn tweehonderd
jarig verscheiden in de Haarlemse Vleeshal
te zien is, kan men hem dankbaar ge
denken. Hij was factor van de aloude
rederijkerskamer „Trou moet blijcken",
waar men destijds onder de naam „De
Pellicaen" de toneelspeelkunst beoefende.
Langendijk leidde die kamer en schreef er
de traditionele jaarzangen voor. Zijn leven
was verre van gemakkelijk. De stad Haar
lem bezorgde hem zelfs op zijn oude dag
de zekerheid niet te verkommeren, hem
benoemend tot stadshistorieschrijver met
het recht van inwoning in het Proveniers
huis, waar hij „kost en drank" zou krijgen.
De documentatie daarvan vindt men
eveneens in de vitrines. En wie speurt
naar vaak komische wetenswaardigheden
in de plechtige stijl van Langendijks tijd,
hij stare zich niet blind op een proeve
van 's schrijvers dichtkunst „ter 16e ver
jaardag van juffrouw Katharina Smids",
een poëem, dat aanvangt aldus:
Zoete juffer, aardig kaatje,
'k kom vanavond om een praatje
Zeg, wat denk je beste maatje?....
Want Langendijk schreef beter
MAAR IS HET NIET om Pieter Langen
dijk dat ge het „Rendez-vous der Rede
rijkers" bezoekt, dan kunt ge altijd nog te
gast aan het feestelijk bedrijf dier rede
rijkers zelf. Zij wisten het leven metter
daad te versieren. Men aanschouwe de
pronkstukken uit hun gloriedagen en de
schilderijen, die hun activiteiten in beeld
brengen. Juist dinsdag werd de expositie
verrijkt met twee „Rederijkersoptochten
op de Grote Markt te Brussel in 1606" van
Denis van Alsloot. Een fleurige en bonte
stoet trekt aan uw oog voorbij. Haast foto
grafisch van waarneming heeft de schilder
de spectaculaire gebeurtenis vastgelegd,
liefderijk elk détail penselend. Een
enorme aanwinst is ook het vier meter
brede paneel „De Ommeganck" te Brussel
uit 1615. Het Victoria en Albert Museum
stond de doeken aan de expositie af, een
unieke gelegenheid om er kennis mee te
maken, want lang zullen zij in Nederland
niet toeven. Er zijn trouwens meer schil
derstukken, die men maar eenmaal kan
bewonderen. Het interieur van de Amster
damse stadsschouwburg uit 1650 bijvoor
beeld, helemaal afkomstig uit Florida. Wie
zijn oog aan pronkstukken te gast wil
laten gaan kan ook bij het Landjuweel te
recht, dat koning Boudewijn de Belgische
rederijkers schonk, een rijkelijk georna
menteerde schaal, waarboven zich het fou-
draal opvallend trots verheft. Aan beziens
waardigheden is er op de tentoonstelling
te kust en te keur.
MAAR MISSCHIEN snuift de lezer na
deze opsommingen de altijd ietwat stoffige
geur van de planken niet meerHaastig
OCCOCOOOOCOOOOCOOCOCOOOCOOOCC00020CCCOCCOOCOCCCOCOÖCOCXX
In het theater in de Vleeshal treedt
hedenavond de acteur en regisseur Ton
Lutz tweemaal met een programma van
voordracht op. Dit bestaat uit werken
van en over Breero.
Vrijdag en zaterdag 13 en 14 juli
worden er des avonds wederom film-
i voorstellingen gegeven. Vertoond wordt
het cinematografische meesterwerk „La
Passion de Jeanne d'Arc" van Carl
Dreyer uit 1928 met Falconetti in de
titelrol.
Op woensdagavond 18 juli kan men
luisteren naar de bekende actrice Elise
Hoomans, die een causerie houdt „Over
i regie". Elise Hoomans maakt thans
deel uit van de artistieke leiding van de j
toneelgroep Theater.
Dank zij de bereidwilligheid van de
draagster, de actrice Else Mauhs, is de
befaamde Theo Bouwmeesterring, he-
stemd voor „de beste actrice" van ons
land, aan de expositie „Rendez-vous der
rederijkers Vijf eeuwen toneel" toe
gevoegd. Deze is te bezichtigen in de
vitrine waarin ook de door Koningin
j Juliana geschonken prijs voor de na
tionale amateurtoneelwedstrijd is opge-
steld.
>boocoooooooooo33coo<x©ccoococoooocoooooooococococcoooco
daarom een nieuw toneel opgezet! Achter
in de benedenverdieping vindt ge het, een
door Peter Warmerdam ontworpen minu
scuul theater, dat het contact tussen toe
schouwer en acteur nooit wel zo intiem
had kunnen uitdrukken. Een klein zaaltje,
voorzien van met groen bespoten en goud
omrande stoeltjes eens de schrik van
het Haarlemse concertgebouw en ge
flankeerd door sierlijk beschilderde zet
stukken uit „De grote stilte", die op hun
beurt worden verbonden door met vitrage
„bevleugeld" rood flanel. Klim eens op de
kleine „Bühne" en kijk dat zaaltje eens in.
Er heerst een sfeer als van een gefluisterde
confidentie, door iedereen verstaan en voor
ieder een geheim. Vlak daarbij bevindt
zich de kleedkamer van een actrice. Zelfs
de brieven, waarmee zij moet opkomen,
zijn niet vergeten. Geschminkt door de
vaardige hand van toneelkapper Michels,
kijkt zij in haar spiegel. Hoe onbescheiden
kunt ge in haar boudoir rondneuzen. Daar
bekruipt u echter een vreemd gevoel! Het
is de angst om zelf direct op te moeten
komen, terwijl ge nog niet voor de voor
stelling gekleed zijtWaant ge u echter
een heimelijk bewonderaar van deze ac
trice, dan leren u de gecostumeerde poppen
in de vitrines hoe ge als 18de-eeuwer naar
de schouwburg moet gaan. Ook het kapsel
wordt in hoofdse stijl getoond. Het is hier
waar ge uw tijd genoegelijk zoek kunt
brengen als ge de historisch wetenschap
pelijke kant van de tentoonstelling wilt
laten voor wat zij is. Maar toch zoudt ge
even kennis moeten nemen van de voor-
Het Victoria and Albert Museum stond
aan de tentoonstelling „Rendez-vous
der Rederijkers" het schilderij „De
Ommeganck" ie Brussel af. Het kapi
tale doek uit 1615 werd geschilderd
door Denis van Alsloot.
stellingen die aan de Amsterdamse schouw
burg zijn gewijd en aan de brand in die
schouwburg in het bijzonder. Misschien zou
zonder die brand de belangstelling voor
het Nederlandse toneel wel helemaal ooit
zijn uitgedoofd. Nu laait ze telkens op als
ge leest hoe een touwtje en een vetpot in
innige samenwerking de ramp hebben ver
oorzaakt. Zullen wij eerst onze schouwbur
gen moeten verbranden vooraleer wij echt
warm lopen voor het toneel
DE FERVENTE TONEELLIEFHEBBER,
zo een, die voor altijd vastzit aan zijn
herinneringen aan grote voorstellingen,
moet zeker de kronkelende trap bestijgen,
die hem naar de zolder van de Vleeshal
voert, waar hij een hele historische ont
wikkelingsgang van het toneel kan door
maken. Dat gebeurt met een hoeveelheid
materiaal, die ietwat verbijstert. Maar dat
moet niemand verontrusten. Al spoedig
ontdekt men de draad in het labyrinth. En
dan komen er aardige verrassingen zoals
de transparante kastjes, die een verbluf
fend inzicht geven in de decorstijlen. Aan
die kastjes kan men heel wat tijd besteden.
Om wijzer te worden? Laten wij eerlijk
zijn: zij werken met hun perspectivische
werking zo op de verbeelding, dat ge weer
in de kinderschoenen staat, ternauwernood
een uitroep van bewondering voor de ma
ker inhoudend en al spoedig gretig een
toneelstuk scheppend uit uw fantasie. Die
ervaring van haast kinderlijke vreugde
ondergaat ge ook als ge de foto's bekijkt
van toneelstukken, die ge weleer hebt ge
zien. „Met wie was ik daar ook weer?",
denkt ge en „Hoe lang is dat alweer niet
geleden?" En daarna: „Wie is die acteur
toch? Ik geloof niet dat hij meer speelt".
Of: „Wat zou ik ze toen graag hebben zien
spelen!" En een gesprek ontstaat over de
vraag waarom wij nu naar de schouwburg
gaan, om de acteur en de faam van zijn
spel, of om het eenvoudige feit, dat we
niet altijd naar de bioscoop willen. De
echte toneelminnaar schudt misprijzend
zijn hoofd. Voor hem begint het theater
waar de expositie het laat beginnen. Hij
kijkt geïnteresseerd naar de foto-arrange
menten, de maquettes en leerzame over
zichten. De wat minder leergierige toe
schouwer haalt zijn hart op aan de kleu
rige tableaus die de verzameling op zolder
evenzeer als op de benedenverdieping
biedt. Een aantal doeken, door Nico
Wijnberg geschilderd, trekken onmiddellijk
zijn aandacht. In frisse tinten stellen zij de
„Attische komedie" voor en de „Comedia
dell' arte". Eén is er gecopieerd naar Pi
casso's decor voor het ballet „Parade".
Nico Wijnberg is de arrangeur van het
„Rendez-vous der Rederijkers". Een kun
stig en kundig arrangeur, die gewaagde
kleuren en contrasten niet schuwt. De be
zoeker, eenmaal geleid door zijn onzicht
bare hand, krijgt er plezier in om in alle
hinderlagen te vallen, die Wijnberg aan
zijn toneelliefde stelt. Op het eerste gezicht
zal hij het misschien wat rommelig vinden
op de zolder van de Vleeshal. Gaandeweg
ontdekt hij dat dat nu juist de charme van
alle zolders is. Hij gaat er beslist niet
holderdebolder weer af.
MAAR ALS HIJ dan toch weer uit hoge
sferen is neergedaald en nog éénmaal in de
benedenzaal langs vitrines, poppen, pren
ten en blazoenen trekt om de uitgang te
bereiken, aarzelt hij. Hij draalt. Het is of
hij de bedienaar is van een draaitoneel, zo
een dat men ook al op de expositie aan
treft. Hij zal nu een ander decor laten ver
schijnen, een andere plaats van handeling.
Het is het „gewone" decor van zijn handel
en wandel, het dagelijkse leven, waarin hij
zowel figureert als de hoofdrol speelt. Een
blijspel? Een tragedie? Een hartelijk en
verkwikkend rendez-vous?
P. W. FRANSE.
De adjunct-directeur van de gemeente
lijke musea te Amsterdam, de heer H. C.
L. Jaffe, is gistermiddag aan de Gemeente
lijke Universiteit in de hoofdstad cum lau
de gepromoveerd in de letteren en wijsbe
geerte op een proefschrift over „De stijl
van 1917 tot 1931". De heer Jaffe karak
teriseerde tijdens de verdediging van zijn
proefschrift degenen, die het tijdschrift
„De Stijl" van '17 tot '31 hebben uitgege
ven en waartoe onder meer de overleden
schilder Piet Mondriaan en de architecten
J. J. P. Oud en G. Rietveld behoorden als
een groep kunstenaars, die een poging heb
ben ondernomen om tot een objectieve
kunstexpressie te komen, vrij van statische
traditionele verworvenheden. De promo
vendus achtte de activiteiten van de „stijl"-
groep een belangrijke Nederlandse bijdra
ge tot de internationale kunst van de twin
tigste eeuw.
De promotieplechtigheid werd bijge
woond door mr. A. de Roos, wethouder
voor Kunstzaken van Amsterdam en tal
van vooraanstaande persoonlijkheden uit
het hoofdstedelijk museumleven, onder an
dere jhr. W. J. H. B. Sandberg, directeur
van de gemeentelijke musea. Prof. dr. I. Q.
van Regteren Altena was promotor.
Op de vooravond van de jaarlijkse im
provisatiewedstrijd in de Grote Kerk te
Haarlem hebben de deelnemers aan deze
muzikale krachtmeting zich aarwhet pu
bliek voorgesteld met een concert op het
Müller-orgel.
Een der organisten: Hector Zeoli uit
Buenos Aires was, zoals reeds eerder be
richt is, verhinderd te komen. Zijn plaats
werd ingenomen door een andere organist
van trans-atlantische herkomst, de Cana
dees John Lea Morgan, als organist en
koorleider aan de Zion Prestbyterian
Church te Charlottetown in Canada ver
bonden. Deze organist zal vanavond ook
deelnemen aan de improvisatiewedstrijd.
Hector Zeoli zou een orgelsonate van Paul
Hindemith gespeeld hebben. Van John
Morgan kreeg men wel een totaal ander
stuk te horen, namelijk de Orgelsonate in
cis van de in 1859 geboren Engelse orga
nist Basil Harwood, welke toonkunstenaar
studeerde in Leipzig en daar verkeerde in
een van Mendelssohniaanse geest door
trokken milieu. Wanneer men bovendien
bedenkt, dat Jadassohn en Reinecke zijn
leermeesters waren, dan is er geen reden
meer om verbaasd te zijn over het epigo-
nenwerk, dat Harwood met zijn Orgelso
nate in cis geleverd heeft. Erg solide is de
constructie van deze sonate niet en er zijn
fragmenten in het werk, die kortweg ver
velend genoemd kunnen worden. Het was
duidelijk, dat John Morgan de register-
dispositie aan het verkennen was, een on
derneming, die nog niet tot de gewenste
klankkleur en tot een overtuigende opbouw
en doorzichtigheid voerde. Hoe hij zich
vanavond zal houden bij de improvisatie
wedstrijd kan een verrassing zijn.
Zekerheid omtrent zijn improvisatorische
capaciteiten kon men van Joh. van Dom-
mele bij zijn voordracht van een prélude
van Jehan Alain en van Dyptique van Oli
vier Messiaen evenmin krijgen. Zijn ver
tolkingen klonken over het algemeen dege
lijk, maar zonder de vlucht in de fantasie,
waardoor een onafwendbare monotonie
zijn spel op ongewenst niveau bracht.
Klaas Bolt, de tweede stadsorganist van
Haarlem, nam in deze kring van mededin
gers een afwachtende houding aan. Hij
speelde twee Koraalvoorspelen van Buxte-
hude en een „Alla breve" in D van Johann
Sebastiaan Bach, technisch knap, met een
gestadig doen ontplooien van de muziek,
te objectief soms, maar met een goed ge
kozen registratie. Leopold Hager uit Salz
burg liet met degelijke techniek een on
gewoon uitgebreid Preludium en fuga van
Dietrich Buxtehude horen en ten slotte
zorgde Wolfram Gehring uit Keulen voor
een goed besluit van het concert met een
muzikale vertolking van een van de twee
orgelwerken van Mozart, die werden ge
schreven voor een „Orgelwalze".
Hoe vanavond het concours zal verlo
pen, is op grond van de resultaten van dit
concert moeilijk af te leiden.
Na afloop van het orgelconcert is met
een sobere, maar indrukwekkende plech
tigheid de gedenksteen onthuld, die ter
herdenking van het bezoek van Mozart aan
de Grote Kerk in 1766 op initiatief van
Jos de Klerk in de kerk werd aangebracht.
De voorzitter van de Vereniging van Vrien
den van het Noordhollands Philharmonisch
Orkest, de heer J. M. André de la Porte,
vertolkte in een toespraak de dankbaar
heid van de leden, dat zij aan de voorbe
reiding van deze onthulling hebben kun
nen medewerken. Het aanbrengen van de
gedenksteen, die ontworpen en gehouwen
werd door Jan van Borssum Buisman,
moet men zien als de afsluiting van een
Mozartherdenking, die door de vereniging
werd georganiseerd. Na zijn toespraak ver
zocht de heer André de la Porte de burge-