Een rendezvous in de Vleeshal Gemengde indrukken van organisten Agenda voor Haarlem Gefluisterde confidenties, door ieder verstaan, voor ieder een geheim verstopping Bernard Haitink, dirigent HOLLAND l ties ,aan .thet slot FESTIVAL J de werken lieten Jeanne d'Arc Mozartsteen in Grote Kerk Weekstaat NedBank Saldo van de schatkist weer gestegen Een Russisch-Chinese bergexpeditie Geef de strijd niet op tegen Met Radio-Filharmonisch Orkest Uitvoer siergewassen in eerste helft van 1956 aanzienlijk gestegen Twee gewonden bij botsing motor-auto Wanneer gaat u met vakantie? tegen halve of zeer lage prijzen gnQ\ vdt~lÜ-££Jib ®\gU v°or BABY en KLEUTER Eerst schouwburgen in brand, dan warm lopen voor het toneel H. C. L. Jaffé cum laude gepromoveerd Onthulling WOENSDAG 11 JULI 1956 Uit de verkorte balans van de Neder- landsche Bank blijkt dat het rijk zijn te goed kon versterken met ruim f 56 miljoen tot f 131 miljoen. Ook de banken konden hun positie enigszins verbeteren en wel met f 16 miljoen tot f 482 miljoen. Boven dien zijn zij er in geslaagd een deel van de dure voorschotten af te lossen. De des betreffende post daalde van f 96 miljoen tot f 68 miljoen. Voorts hebben een of meer financiële instellingen waarschijnlijk kort lopend schatkistpapier aan de centrale bank verkocht. De postwissels, promessen en schuldbrieven in disconto, die sinds lange tijd met nihil op de balans stond, geeft thans een bedrag aan van f 22 mil joen. De daling van de bankbiljetten met f 70 miljoen tot f 3.995 miljoen wijst op een lichte ontspanning na de ultimo. De bank biljetten-circulatie is hiermede weer be neden f 4 miljard gekomen. Op de geld markt blijft de situatie intussen zeer stroef. De netto deviezenreserve, (met inbegrip van de niet convertibele geldsoorten) ver toonde opnieuw een lichte achteruitgang en wel met f 18 miljoen tot f 1.052 miljoen. Ook de goudvoorraad gaf een geringe da ling te zien, namelijk met ruim f 4 mil joen tot f 3.226 miljoen. Goud en deviezen tezamen belopen thans f 4.278 miljoen tegen f 4.301 miljoen de vorige week. Russische en Chinese bergbeklimmers hebben een gezamenlijke aanval ingezet op de 24.388 voet hoge berg de Moeztagh Ata (meer dan 8000 meter) aan de Chinees- Russische grens, volgens een mededeling van radio-Moskou. ADVERTENTIE DIT IS de manier om verstopping te overwinnen Drink 'b morgens vroeg en 's avonds voor het naar bed gaan een glas water en ga op een vast uur van de dag naar het toilet. Neem eerst een week elke avond twee Carters pilletjes - 2e week: elke avond één - 3e week: om de andere avond één. Daarna niets meer. Want Carters Leverpilletjes zorgen voor de gal- toevoer die nodig is om het voedsel beter te verteren en de darmen te onUasten; ze maken bovendien dat de Ingewanden daarna op eigen kracht regelmatig blijven werken. Zó helpen Carters Leverpilletjes u helemaal van hardlijvig heid af, u is een ander mens. En mocht u later door zorgen, te veel eten, oververmoeidheid of gebrek aan beweging toch nog eens verstopt raken, dan zijn een paar Carters pilletjes voldoen de om u weer op gang te helpen. Vraag naar CARTERS LEVERPILLETJES - i 1.20 per flacon. Zelfs in het uitgebreide muziekseizoen van thans blijft het een zeldzaamheid een avond mee te maken waarop de muziek bijna tastbaar aanwezig is. Dat dit enkele keren het geval was op het concert dat gisterenavond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Den Haag door een groot publiek werd bijgewoond, is zeker voor een deel toe te schrijven aan het voor treffelijk musiceren van het Radio Filhar monisch Orkest, een ensemble dat men meestal slechts kent in de meer of minder gesteriliseerde klank van een uitzending. In natura blijkt het een orkest van de eerste rang te zijn, zonder zwakke plekken, een prachtig instrument onder de handen van de zesentwintigjarige dirigent Bernard Haitink, die sinds verleden jaar geregeld uitzendingen leidt bij de Nederlandse Radio-Unie en met dit concert zich in het openbaar aan het publiek voorstelde. De spanning in de -v zaal en de reac- van de uitgevoer- er geen twijfel over bestaan dat hij de eerste slag, die volgens oud-Hollandse zegswijze een daalder waard is, royaal gewonnen heeft. Het zou fraseologie zijn om na zo'n avond te beweren dat Haitink „veelbelovend" is als dirigent, dat zijn optreden „grote ver wachtingen voor de toekomst wekt." Dat laatste is zeker het geval, maar belangrijker is dat hier een „geboren" orkestleider voor ons stond, wiens gebaar reeds visueel iets van de muziek onthulde die hij uit zijn „apparaat" wilde laten opklinken, iemand die de spanningen, die de muziek binnen in hem wekte, op zijn mensen wist over te dragen en als levende klank gestalte gaf, wiens optreden tot in de korte pauzen tus sen de delen van één werk, tot in de wijze van bedanken voor het applaus de werke lijke kunstenaar veried, die voldoende van de muziek bezeten is om haar te kunnen beheersen. In zijn muzikale opvattingen zijn mij vooral twee dingen opgevallen: de wijze waarop hij door crescendo en decres cendo de noten een wijde spanningsboog geeft en zijn gevoel voor de welsprekende waarde van rusten en adempauzes. De uitvoering van het „Requiem" van Cherubini gaf op suggestieve wijze relief aan de strakke bewogenheid, die dit werk van een Italiaanse tijdgenoot van de schil der Ingres kenmerkt. Eén voorbeeld: het Graduale, een bespiegeling over de weg des rechtvaardigen, sterft in een lang decrescendo uit, in de stilte klinkt opeens een gongslag, sein voor het koper dat de voorhang van de zielen uiteen doet wijken, waarop de „dies irae" losbreekt over de aarde. De opeenvolging van deze momen ten was door een intuïtief juiste „ti ming" in de vertolking zwaar van ge ladenheid. „La Mer" van Debussy, een toetssteen voor iedere dirigent, werd niet als een tere aquarel neergezet, maar met duide lijke, expressieve contouren waarbinnen het spel van wind en water des te tref fender de ruimheid van de hemelkoepel boven het watervlak kon oproepen. Het hoogtepunt van dit concert was mis schien de uitvoering van het Pianoconcert in G van Ravel, met Nicole Herriot als soliste. Gewoonlijk hoort men dit stuk spelen als een twintigste-eeuws divermen- to vol ironie en spitse oppervlakkigheid. Doch nu klonk het door de kracht van een bezielde herschepping als een in de eigenlijke zin door en door modern werk, dat wil zeggen dat het persoonlijk aan sprak op een punt dat anders ten hoogste door een boek of een gesprek, doch vrij wel nimmer door de zoveel minder „bin dende" muziek geraakt wordt. Hierover kan ik dan ook verder niets zeggen. Het is te hopen dat men Haitink, die aan het eind van zijn concert vier maal terug geroepen werd en die niet alleen de dank van het publiek maar ook van zijn orkest musici oogstte, gelegenheid zal geven om zodra de mogelijkheid zich hiertoe voor doet, als gast een concert van het Noord hollands Filharmonisch Orkest te leiden. SAS BUNGE De totale export van siergewassen heeft gedurende het eerste halfjaar van 1956 een waarde van f 71.775.000 belopen tegen f 58.125.000 in de overeenkomstige periode van 1955. De sterkste stijging in totale op brengst gaf de uitvoer van snijbloemen te zien; ruim 27,5 miljoen tegen 21 miljoen in het eerste halfjaar van 1955. Voor de export van de bloembollen bedroegen de cijfers rond 27 miljoen en 23 miljoen. Dit is meegedeeld tijdens de openbare bestuursvergadering van het Produktschap voor Siergewassen. Tijdens deze vergade ring heeft het bestuur van het produkt schap na uitvoerige discussies zijn goed keuring gehecht aan een regeling inzake minimum exportprijzen van bloembollen. In principe wordt het systeem van be rekening van de minimum exportprijzen niet gewijzigd. De thans aanvaarde rege ling beoogt tot meer reële minimum export prijzen te komen door middel van toe slagen dan wel verlagingen, zulks afhanke lijk van het binnenlands peil elk jaar. Burgemeester Cremers heeft onder grote belangstelling de „Mozartsteen" in de Grote Kerk te Haarlem onthuld. Naast hem de heer J. M. André de la Porte, voorzitter der Vereniging van Vrienden van het Noordhollands Philharmonisch Orkest. meester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cre mers, de steen te onthullen. De burgemeester wilde dat gaarne doen, omdat, zoals hij in zijn toespraak zei, de steen een zinrijke afsluiting van de Mo- zartherdenking vormt en omdat met de onthulling het grote orgel van de Grote Kerk weer in het middelpunt van aan dacht kwam te staan en daarmede het in ternationale orgelconcours, dat nu reeds na vijf a zes jaren een traditie geworden is. Na het wegnemen van het verbergende gordijn verscheen de eenvoudige gedenk steen, die gemaakt is uit de marmersoort jura en waarop sober staat vermeld: „De 10-jarige Mozart bespeelde in 1766 het or gel dezer kerk". Onder deze woorden staan de jaartallen 17561956. Onder leiding van Jos de Klerk zong een groot gemengd koor van Haarlemse zangers en zangeres sen het bekende Laudate Dominum van Mozart, fraai van klank en uitdrukking. Het koor vormde met de orgelbegeleiding van Albert de Klerk een prachtige onder grond voor de zangeres Annette de la Bije, die met klare, warmgetinte stem de melodieuze solo in het werk zong. De uit voering werd een verrassende bekroning van de avond, die voor wat betreft het ge demonstreerde orgelspel zeer gemengde in drukken gegeven had. P. ZWAANSWIJK Er zijn gisteren bij een botsing op het, kruispunt Slaperdijk-Rijksweg Haarlem- Velsen twee gewonden gevaillen. Omstreeks half drie in de middag kwam er een motor rijder met zijn echtgenote achterop van de richting van de pont. Op het kruispunt met de Slaperdijk onder Santpoort slaeg een automobilist zonder voorrang te geven linksag de dijk op, met het gevolg, dat de beide voertuigen op elkaar botsten en zo wel de motorrijder als zijn passagiere te gen de grond werden egslingerd. De man, de 54-jarige J. M. V. uit Beverwijk liep enige gekneusde ribben, een beenwond en gelaatskwetsuren op, zijn vrouw werd eveneeno aan het been gewond. Nadat een arts eerste hulp had verleend konden bei den met een taxi huiswaarts keren. Tegen de autobestuurder werd proces verbaal opgemaakt. ADVERTENTIE Wij hebben voor uw kleuters in ver band met het grillige weer heerlijk warme kleding o.a. vestjes, blazers, truitjes, trainingspakken, trainingsbroe ken, jasjes, mantels enz. Anegang 46 Grote Houtstraat 116 WOENSDAG 11 JULI Openluchttheater, Bloemendaal. Holland Festival, Het Nederlands ballet, 8 uur. Grote Kerk: Internationaal orgelconcours, 8 uur. Vleeshal: Tentoonstelling „Vijf eeuwen to neel", voordracht Ton Lutz, 8 en 9.30 uur. Studio: „Phfft", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Beklemmende uren", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Drums 0' Tahiti", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Fantastische rit", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Operatie Ka jak", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Oké mr. Deeds", alle leeft., 8.15 uur. Luxor: „Ik was de vriendin van een gangster", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „The Kentuckian", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 12 JULI Grote Kerk: Orgelbespeling 34 uur; orgelbespeling juryleden orgelconcours, 8 uur. Studio; „Phffft", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Beklemmende uren", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Drums of Tahiti", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „The Ken tuckian", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De gele hel", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Oké mr. Deeds", alle leeft., 8.15 uur. Lido: „Operatie Kajak", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Ik was de vrien din van een gangster", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. De Haarlemse Vleeshal herbergt tot .2 september een expositie die wonderlijk genoeg geheel gewijd is aan het toneel. Wonderlijk genoeg ja, want zo warm lopen wij immers niet voor het toneel. En toch: wie heeft niet de lust bekropen eens een kijkje achter de coulissen te nemen? Wie, eenmaal in een schouwburg aanbeland, betrapte zich niet op een geheimzinnig en een tikje kinderachtig aan doend gevoel van snel stijgende spanning, wanneer de eerste gongslag klonk en de lichten in de zaal langzaam doofden. De gordijnen zwaaiden open en een nieuwe wereld werd aan ons onthuld. Heus, we hebben toch wel een beetje een zwak voor de planken. Maar. voor we er in zijn, voor we er de moeite en de tijd en het geld voor gevonden hebben.Links laten liggen die schouwburg. Gij echter, die vanuit de Smedestraat de Haarlemse Grote Markt betreedt en links van u de Vleeshal ziet, ge moogt de schepping van Lieven de Key gerust laten blijven waar zij is, als ge uw afkeer van tentoonstellingen en culturele fijn proever ij en maar overwint en er toch binnengaat. Tot uw verbazing belandt ge onvoorzien midden in de coulissen van het toneel, raakt ge helemaal achter de schermen van vijf eeuwen komediantenleven en toneelschrijfkunst. Ineens kijkt het toneel u aan inplaats van gij het toneel. Op dat ogenblik is voor u het „Ren- dez-vous der Rederijkers" begonnen. DAT IS MISSCHIEN wel de eerste verrassing: de entree van de Vleeshal. Als ge haar kent, lijkt zij nu juist helemaal niet geschikt om als plaats voor zo'n joyeuze samenkomst dienst te doen. Hoog en koel en waardig is de met pilaren ge steunde benedenverdieping: het licht valt door smalle boogvensters op ondoorgronde lijk steen. Maar dienstbaar gemaakt aan een ingenieuze mise-en-scène strijkt dat licht nu over de fraai glanzende blazoenen der oude rederijkerskamers, waarnaar ge lang en met genoegen staat te kijken. Het zijn die rederijkerskamers, die in de ont wikkeling, van het toneel een belangrijke plaats innemen en zeker op deze expositie niet mochten ontbreken. Ze is immers ge arrangeerd ter gelegenheid van de Pieter Langendijk-herdenking, zijnde een op rechte Haarlemse aangelegenheid, omdat deze toneelschrijver op 25 juli 1683 te Haarlem werd geboren en aldaar de 9de juli 1756 overleed na een leven, waarin hij het toneel met een aantal populaire blijspelen verrijkte. Ook heden ten dage kunt ge ze zien spelen. Geen beter bewijs daarvoor dan het décor, dat Noni Licht veld voor de toneelgroep Puck ontwierp, toen deze groep „Het wederzijds huwe lijksbedrog" op haar repertoire nam, een decor, dat ge in de Vleeshal onmiddellijk na binnenkomst zult aantreffen. Het stelt de Maliebaan voor te Utrecht, bestaande uit waarachtige zetstukken, geschoord en wel. Zie: zo tovert men u nu op het toneel de illusie voor ogen van een straat, die niet omvalt! En als ge nog meer van Pieter Langendijk wilt weten over de illusie van het toneel spreken wij aanstonds nog ge vindt het conterfeitsel van de man naar een gravure vergroot en wel aan de wand prijken en treft in kloek gearran geerde vitrines zijn werken en hand schriften. Nee, Pieter Langendijk is niet zo on sterfelijk als zijn tijdgenoten hem royaal beloofden. De organisatoren van de exposi tie waren zo snel op hem uitgekeken, dat zij aan hem en zijn rederijkers maar gauw een overzicht van vijf eeuwen toneel heb ben vastgeknoopt. Maar alleen al om wat er naar aanleiding van zijn tweehonderd jarig verscheiden in de Haarlemse Vleeshal te zien is, kan men hem dankbaar ge denken. Hij was factor van de aloude rederijkerskamer „Trou moet blijcken", waar men destijds onder de naam „De Pellicaen" de toneelspeelkunst beoefende. Langendijk leidde die kamer en schreef er de traditionele jaarzangen voor. Zijn leven was verre van gemakkelijk. De stad Haar lem bezorgde hem zelfs op zijn oude dag de zekerheid niet te verkommeren, hem benoemend tot stadshistorieschrijver met het recht van inwoning in het Proveniers huis, waar hij „kost en drank" zou krijgen. De documentatie daarvan vindt men eveneens in de vitrines. En wie speurt naar vaak komische wetenswaardigheden in de plechtige stijl van Langendijks tijd, hij stare zich niet blind op een proeve van 's schrijvers dichtkunst „ter 16e ver jaardag van juffrouw Katharina Smids", een poëem, dat aanvangt aldus: Zoete juffer, aardig kaatje, 'k kom vanavond om een praatje Zeg, wat denk je beste maatje?.... Want Langendijk schreef beter MAAR IS HET NIET om Pieter Langen dijk dat ge het „Rendez-vous der Rede rijkers" bezoekt, dan kunt ge altijd nog te gast aan het feestelijk bedrijf dier rede rijkers zelf. Zij wisten het leven metter daad te versieren. Men aanschouwe de pronkstukken uit hun gloriedagen en de schilderijen, die hun activiteiten in beeld brengen. Juist dinsdag werd de expositie verrijkt met twee „Rederijkersoptochten op de Grote Markt te Brussel in 1606" van Denis van Alsloot. Een fleurige en bonte stoet trekt aan uw oog voorbij. Haast foto grafisch van waarneming heeft de schilder de spectaculaire gebeurtenis vastgelegd, liefderijk elk détail penselend. Een enorme aanwinst is ook het vier meter brede paneel „De Ommeganck" te Brussel uit 1615. Het Victoria en Albert Museum stond de doeken aan de expositie af, een unieke gelegenheid om er kennis mee te maken, want lang zullen zij in Nederland niet toeven. Er zijn trouwens meer schil derstukken, die men maar eenmaal kan bewonderen. Het interieur van de Amster damse stadsschouwburg uit 1650 bijvoor beeld, helemaal afkomstig uit Florida. Wie zijn oog aan pronkstukken te gast wil laten gaan kan ook bij het Landjuweel te recht, dat koning Boudewijn de Belgische rederijkers schonk, een rijkelijk georna menteerde schaal, waarboven zich het fou- draal opvallend trots verheft. Aan beziens waardigheden is er op de tentoonstelling te kust en te keur. MAAR MISSCHIEN snuift de lezer na deze opsommingen de altijd ietwat stoffige geur van de planken niet meerHaastig OCCOCOOOOCOOOOCOOCOCOOOCOOOCC00020CCCOCCOOCOCCCOCOÖCOCXX In het theater in de Vleeshal treedt hedenavond de acteur en regisseur Ton Lutz tweemaal met een programma van voordracht op. Dit bestaat uit werken van en over Breero. Vrijdag en zaterdag 13 en 14 juli worden er des avonds wederom film- i voorstellingen gegeven. Vertoond wordt het cinematografische meesterwerk „La Passion de Jeanne d'Arc" van Carl Dreyer uit 1928 met Falconetti in de titelrol. Op woensdagavond 18 juli kan men luisteren naar de bekende actrice Elise Hoomans, die een causerie houdt „Over i regie". Elise Hoomans maakt thans deel uit van de artistieke leiding van de j toneelgroep Theater. Dank zij de bereidwilligheid van de draagster, de actrice Else Mauhs, is de befaamde Theo Bouwmeesterring, he- stemd voor „de beste actrice" van ons land, aan de expositie „Rendez-vous der rederijkers Vijf eeuwen toneel" toe gevoegd. Deze is te bezichtigen in de vitrine waarin ook de door Koningin j Juliana geschonken prijs voor de na tionale amateurtoneelwedstrijd is opge- steld. >boocoooooooooo33coo<x©ccoococoooocoooooooococococcoooco daarom een nieuw toneel opgezet! Achter in de benedenverdieping vindt ge het, een door Peter Warmerdam ontworpen minu scuul theater, dat het contact tussen toe schouwer en acteur nooit wel zo intiem had kunnen uitdrukken. Een klein zaaltje, voorzien van met groen bespoten en goud omrande stoeltjes eens de schrik van het Haarlemse concertgebouw en ge flankeerd door sierlijk beschilderde zet stukken uit „De grote stilte", die op hun beurt worden verbonden door met vitrage „bevleugeld" rood flanel. Klim eens op de kleine „Bühne" en kijk dat zaaltje eens in. Er heerst een sfeer als van een gefluisterde confidentie, door iedereen verstaan en voor ieder een geheim. Vlak daarbij bevindt zich de kleedkamer van een actrice. Zelfs de brieven, waarmee zij moet opkomen, zijn niet vergeten. Geschminkt door de vaardige hand van toneelkapper Michels, kijkt zij in haar spiegel. Hoe onbescheiden kunt ge in haar boudoir rondneuzen. Daar bekruipt u echter een vreemd gevoel! Het is de angst om zelf direct op te moeten komen, terwijl ge nog niet voor de voor stelling gekleed zijtWaant ge u echter een heimelijk bewonderaar van deze ac trice, dan leren u de gecostumeerde poppen in de vitrines hoe ge als 18de-eeuwer naar de schouwburg moet gaan. Ook het kapsel wordt in hoofdse stijl getoond. Het is hier waar ge uw tijd genoegelijk zoek kunt brengen als ge de historisch wetenschap pelijke kant van de tentoonstelling wilt laten voor wat zij is. Maar toch zoudt ge even kennis moeten nemen van de voor- Het Victoria and Albert Museum stond aan de tentoonstelling „Rendez-vous der Rederijkers" het schilderij „De Ommeganck" ie Brussel af. Het kapi tale doek uit 1615 werd geschilderd door Denis van Alsloot. stellingen die aan de Amsterdamse schouw burg zijn gewijd en aan de brand in die schouwburg in het bijzonder. Misschien zou zonder die brand de belangstelling voor het Nederlandse toneel wel helemaal ooit zijn uitgedoofd. Nu laait ze telkens op als ge leest hoe een touwtje en een vetpot in innige samenwerking de ramp hebben ver oorzaakt. Zullen wij eerst onze schouwbur gen moeten verbranden vooraleer wij echt warm lopen voor het toneel DE FERVENTE TONEELLIEFHEBBER, zo een, die voor altijd vastzit aan zijn herinneringen aan grote voorstellingen, moet zeker de kronkelende trap bestijgen, die hem naar de zolder van de Vleeshal voert, waar hij een hele historische ont wikkelingsgang van het toneel kan door maken. Dat gebeurt met een hoeveelheid materiaal, die ietwat verbijstert. Maar dat moet niemand verontrusten. Al spoedig ontdekt men de draad in het labyrinth. En dan komen er aardige verrassingen zoals de transparante kastjes, die een verbluf fend inzicht geven in de decorstijlen. Aan die kastjes kan men heel wat tijd besteden. Om wijzer te worden? Laten wij eerlijk zijn: zij werken met hun perspectivische werking zo op de verbeelding, dat ge weer in de kinderschoenen staat, ternauwernood een uitroep van bewondering voor de ma ker inhoudend en al spoedig gretig een toneelstuk scheppend uit uw fantasie. Die ervaring van haast kinderlijke vreugde ondergaat ge ook als ge de foto's bekijkt van toneelstukken, die ge weleer hebt ge zien. „Met wie was ik daar ook weer?", denkt ge en „Hoe lang is dat alweer niet geleden?" En daarna: „Wie is die acteur toch? Ik geloof niet dat hij meer speelt". Of: „Wat zou ik ze toen graag hebben zien spelen!" En een gesprek ontstaat over de vraag waarom wij nu naar de schouwburg gaan, om de acteur en de faam van zijn spel, of om het eenvoudige feit, dat we niet altijd naar de bioscoop willen. De echte toneelminnaar schudt misprijzend zijn hoofd. Voor hem begint het theater waar de expositie het laat beginnen. Hij kijkt geïnteresseerd naar de foto-arrange menten, de maquettes en leerzame over zichten. De wat minder leergierige toe schouwer haalt zijn hart op aan de kleu rige tableaus die de verzameling op zolder evenzeer als op de benedenverdieping biedt. Een aantal doeken, door Nico Wijnberg geschilderd, trekken onmiddellijk zijn aandacht. In frisse tinten stellen zij de „Attische komedie" voor en de „Comedia dell' arte". Eén is er gecopieerd naar Pi casso's decor voor het ballet „Parade". Nico Wijnberg is de arrangeur van het „Rendez-vous der Rederijkers". Een kun stig en kundig arrangeur, die gewaagde kleuren en contrasten niet schuwt. De be zoeker, eenmaal geleid door zijn onzicht bare hand, krijgt er plezier in om in alle hinderlagen te vallen, die Wijnberg aan zijn toneelliefde stelt. Op het eerste gezicht zal hij het misschien wat rommelig vinden op de zolder van de Vleeshal. Gaandeweg ontdekt hij dat dat nu juist de charme van alle zolders is. Hij gaat er beslist niet holderdebolder weer af. MAAR ALS HIJ dan toch weer uit hoge sferen is neergedaald en nog éénmaal in de benedenzaal langs vitrines, poppen, pren ten en blazoenen trekt om de uitgang te bereiken, aarzelt hij. Hij draalt. Het is of hij de bedienaar is van een draaitoneel, zo een dat men ook al op de expositie aan treft. Hij zal nu een ander decor laten ver schijnen, een andere plaats van handeling. Het is het „gewone" decor van zijn handel en wandel, het dagelijkse leven, waarin hij zowel figureert als de hoofdrol speelt. Een blijspel? Een tragedie? Een hartelijk en verkwikkend rendez-vous? P. W. FRANSE. De adjunct-directeur van de gemeente lijke musea te Amsterdam, de heer H. C. L. Jaffe, is gistermiddag aan de Gemeente lijke Universiteit in de hoofdstad cum lau de gepromoveerd in de letteren en wijsbe geerte op een proefschrift over „De stijl van 1917 tot 1931". De heer Jaffe karak teriseerde tijdens de verdediging van zijn proefschrift degenen, die het tijdschrift „De Stijl" van '17 tot '31 hebben uitgege ven en waartoe onder meer de overleden schilder Piet Mondriaan en de architecten J. J. P. Oud en G. Rietveld behoorden als een groep kunstenaars, die een poging heb ben ondernomen om tot een objectieve kunstexpressie te komen, vrij van statische traditionele verworvenheden. De promo vendus achtte de activiteiten van de „stijl"- groep een belangrijke Nederlandse bijdra ge tot de internationale kunst van de twin tigste eeuw. De promotieplechtigheid werd bijge woond door mr. A. de Roos, wethouder voor Kunstzaken van Amsterdam en tal van vooraanstaande persoonlijkheden uit het hoofdstedelijk museumleven, onder an dere jhr. W. J. H. B. Sandberg, directeur van de gemeentelijke musea. Prof. dr. I. Q. van Regteren Altena was promotor. Op de vooravond van de jaarlijkse im provisatiewedstrijd in de Grote Kerk te Haarlem hebben de deelnemers aan deze muzikale krachtmeting zich aarwhet pu bliek voorgesteld met een concert op het Müller-orgel. Een der organisten: Hector Zeoli uit Buenos Aires was, zoals reeds eerder be richt is, verhinderd te komen. Zijn plaats werd ingenomen door een andere organist van trans-atlantische herkomst, de Cana dees John Lea Morgan, als organist en koorleider aan de Zion Prestbyterian Church te Charlottetown in Canada ver bonden. Deze organist zal vanavond ook deelnemen aan de improvisatiewedstrijd. Hector Zeoli zou een orgelsonate van Paul Hindemith gespeeld hebben. Van John Morgan kreeg men wel een totaal ander stuk te horen, namelijk de Orgelsonate in cis van de in 1859 geboren Engelse orga nist Basil Harwood, welke toonkunstenaar studeerde in Leipzig en daar verkeerde in een van Mendelssohniaanse geest door trokken milieu. Wanneer men bovendien bedenkt, dat Jadassohn en Reinecke zijn leermeesters waren, dan is er geen reden meer om verbaasd te zijn over het epigo- nenwerk, dat Harwood met zijn Orgelso nate in cis geleverd heeft. Erg solide is de constructie van deze sonate niet en er zijn fragmenten in het werk, die kortweg ver velend genoemd kunnen worden. Het was duidelijk, dat John Morgan de register- dispositie aan het verkennen was, een on derneming, die nog niet tot de gewenste klankkleur en tot een overtuigende opbouw en doorzichtigheid voerde. Hoe hij zich vanavond zal houden bij de improvisatie wedstrijd kan een verrassing zijn. Zekerheid omtrent zijn improvisatorische capaciteiten kon men van Joh. van Dom- mele bij zijn voordracht van een prélude van Jehan Alain en van Dyptique van Oli vier Messiaen evenmin krijgen. Zijn ver tolkingen klonken over het algemeen dege lijk, maar zonder de vlucht in de fantasie, waardoor een onafwendbare monotonie zijn spel op ongewenst niveau bracht. Klaas Bolt, de tweede stadsorganist van Haarlem, nam in deze kring van mededin gers een afwachtende houding aan. Hij speelde twee Koraalvoorspelen van Buxte- hude en een „Alla breve" in D van Johann Sebastiaan Bach, technisch knap, met een gestadig doen ontplooien van de muziek, te objectief soms, maar met een goed ge kozen registratie. Leopold Hager uit Salz burg liet met degelijke techniek een on gewoon uitgebreid Preludium en fuga van Dietrich Buxtehude horen en ten slotte zorgde Wolfram Gehring uit Keulen voor een goed besluit van het concert met een muzikale vertolking van een van de twee orgelwerken van Mozart, die werden ge schreven voor een „Orgelwalze". Hoe vanavond het concours zal verlo pen, is op grond van de resultaten van dit concert moeilijk af te leiden. Na afloop van het orgelconcert is met een sobere, maar indrukwekkende plech tigheid de gedenksteen onthuld, die ter herdenking van het bezoek van Mozart aan de Grote Kerk in 1766 op initiatief van Jos de Klerk in de kerk werd aangebracht. De voorzitter van de Vereniging van Vrien den van het Noordhollands Philharmonisch Orkest, de heer J. M. André de la Porte, vertolkte in een toespraak de dankbaar heid van de leden, dat zij aan de voorbe reiding van deze onthulling hebben kun nen medewerken. Het aanbrengen van de gedenksteen, die ontworpen en gehouwen werd door Jan van Borssum Buisman, moet men zien als de afsluiting van een Mozartherdenking, die door de vereniging werd georganiseerd. Na zijn toespraak ver zocht de heer André de la Porte de burge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7