Opruiming
Tapïjten - bedden meubelen
De staalstaking
in de V.S.
Abdoel en het Vliegende Tapijt
St. Elisabeths Gasthuis 375 jaar
nabij het Groot Heiligland
„De tweede oorbel''
Otto Klemperer leidde
Mozartprogramma
FEUILLETON
5
Effecten- en
Geldmarkt
Rembrandt-expositie
in Leningrad
Geen vakantiewerkers
naar Rijswijks bedrijf
Kerkelijk Nieuws
Zó boeiend is nu PANORAMA
Minister vraagt verhoging
broodprijs ongedaan
te maken
UNO over economische
activiteit in Afrika
Ter nagedachtenis van
mr. G. J. van Heuven
Goedhart
Drie percent over 1955
voor koopvaardijpersoneel
Noorderlicht-camera's op
S.A.S-vliegtuigen
LIKDOORNS
door Hans Martineit
ZATERDAG 14 JULI 1956
Het recente koersverloop op de effecten
beurzen te New York en te Amsterdam
moge dan niet belangrijk zijn, in zoverre
de omzetten gering blijven, verrassend kan
men het wel noemen. De staalstaking in de
V. S. duurt voort en beïnvloedt uiteraard
ook allerlei andere sectoren van het be
drijfsleven, zodat personeel moet worden
ontslagen. Maar de New-Yorkse beurs
brengt tot op het moment dat we dit schrij
ven steeds maar hogere koersen, zodat het
indexcijfer voor industrials niet ver meer
van de hoogste stand voor dit jaar is ver
wijderd. Een gezond verschijnsel kan men
dit niet noemen. Als er in onze tijd van
toenemende consumptie en noodzakelijke
investeringen één ding nodig is, dan is dat
een vergroting van de produktiviteit ten
einde een compensatie te vinden voor de
stijgende produktiekosten. Thans wordt die
produktiviteit in de V. S. door de om zich
heen grijpende staking naar een lager ni
veau teruggedrongen en dit kan geen ander
gevolg hebben dan dat de prijzen van
grondstoffen en fabrikaten moeten worden
verhoogd. Dit valt trouwens in de V. S.
reeds te constateren en voor staal heeft
zich naar verluidt, reeds een zwarte markt
gevormd, waar prijzen worden betaald,
welke eens zo hoog zijn als die, welke
formeel gelden. Er behoeft niet aan te wor
den getwijfeld dat wanneer de staking ook
wordt beëindigd en langs welke weg par
tijen ook tot elkaar zullen komen, het
resultaat een nieuwe loonsverhoging zal
zijn, welke tot hogere verkoopprijzen moet
leiden en die tenslotte het gehele prijspeil
in de V. S. op een hoger niveau zal bren
gen. Dit werkt dan weer nieuwe looneisen
in de hand en de enige verklaring, welke
men voor de koersstijging op de New-
Yorkse beurs kan vinden is dan ook de
verwachting dat de staalstaking een nieu
we periode van inflatie voor de V. S. in
luidt.
Dit is dan het gevolg van een geforceerde
welvaartspolitiek, welke meer en meer aan
bepaalde groepen van de bevolking ten
goede komt en die de O.E.E.S. (Organisatie
Europese Economische Samenwerking) in
één harer rapporten heeft doen schrijven,
dat er nog altijd grote delen van de wereld
bevolking zijn, welke onder behoeftige om
standigheden leven. Ondanks de geweldige
ontwikkeling van de economische en sta
tistische wetenschap en de krachtige po
gingen om door internationaal overleg en
integratie tot een zo billijk mogelijke ver
deling van de welvaart te komen, blijven er
grote tegenstellingen bestaan en worden er
nog telkens weer nieuwe tegenstellingen
geschapen. De menselijke kortzichtigheid
en onvolkomenheid treden hier wel duide
lijk aan het licht. De tijd van het mee
dogenloos kapitalisme is gelukkig voorbij
en in de economisch ontwikkelde landen
heeft de arbeider, algemeen gesproken, een
„menswaardig bestaan" gekregen,waarover
ieder weldenkend mens zich slechts kan
verheugen. In de V. S. is men op dit punt
Europa ver vooruit, zoals men weet. Een
Amerikaans tijdschrift, „U. S. News
World Report" schreef dezer dagen dat vol
gens een door haar ingesteld onderzoek het
gemiddelde gezinsinkomen van een Ameri
kaanse loontrekker momenteel 5560 dollar
per jaar bedraagt. Op zich zelf be
schouwd zal niemand een dergelijk
inkomen de Amerikaanse arbeider misgun
nen. Maar als dat tot voortdurende inflatie
leidt, zodat de koopkracht van de dollar
steeds vermindert, betekent een dergelijke
welvaartsverbetering voor een grote groep
van de bevolking een welvaartsverminde
ring voor vele anderen, die de machtsposi
tie missen om hun inkomen te verhogen.
Hier ligt ongetwijfeld ook, althans mede,
de verklaring voor de koersstijging op de
New-Yorkse beurs, waar men dat is de
kapitaalbelegger weer in aandelen
vlucht om zich tegen een waardeverminde
ring van het geld te dekken. Er is voor de
Amerikaanse aandelen in het algemeen een
redelijke basis aanwezig in de tot dusver
zeer bevredigende winstcijfers der onder
nemingen, maar als men ziet dat het ge
middelde rendement van Amerikaanse aan
delen van 6'/i pet. in 1951 tot 4.6 pet. in
1955 is gedaald, terwijl men zich voor tal
van fondsen met een veel lager rendement
moet tevreden stellen, dan blijkt toch wel
dat de aandelenbelegger een andere reden
voor zijn aankopen moet hebben.
Hetzelfde ziet men in Duitsland. De
Bondsrepubliek beleeft een gouden tijd,
zodat men met zijn welvaart verlegen is en
maatregelen overweegt en neemt om haar
af te remmen. De Duitse Mark is de sterk
ste valuta van Europa en de E.B.U. (Euro
pese Betalings Unie) dreigt vast te lopen,
doordat het tegoed van Duitsland steeds
groter wordt en dat van andere landen
steeds kleiner. Maar hoewel de Duitse
valuta een uiterst stevige basis heeft en
prof. Erhard zelfs een revaluatie voorstaat,
wil de Duitse kapitaalbelegger van obliga
ties niets weten, zodat hiervan een rende
ment van 5 a 6 pet. netto wordt gemaakt.
Maar hij blijft aandelen kopen, mogelijk
ADVERTENTIE
N.V. MIJ „HOLSTER"- OVERVEEN
Tel. K 2500 - 15597 en 19057
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
ook wel omdat hij in de ontwikkeling van
de Duitse industrie vertrouwen stelt, maar
zeker ook omdat hij met de herinnering
aan wat zich vroeger met de Mark heeft
afgespeeld, liever „sachwerte" dan gelds-
vorderingen heeft. Met het gevolg dat voor
de Duitse aandelen zeer hoge koersen wor
den betaald, welke het rendement tot ge
middeld 3.4 pet. hebben doen dalen.
Temeer opmerkelijk is het daarom dat
het aandelenrendement bij ons de laatste
tijd niet onbelangrijk is gestegen. Blijkens
berekeningen van de Rotterdamsche Bank
was het van 6.6 pet. uit. dec. 1952 tot 4.4
pet. uit. sept. 1955, dat de grote hausse op
onze beurs heeft afgesloten. Sindsdien is
echter een stijging ingetreden tot 4.7 pet.
uit. maart 1955 en tot 5.3 pet. ul. juni j.l.
Gedurende het laatste kwartaal ging het
gemiddeld aandelenrendement dus met 0.6
pet. vooruit en het is thans bijna 1 percent
hoger dan negen maanden geleden.
Van twee kanten is er op het aandelen
rendement een opwaartse druk uitgegaan.
In vergelijking met de stand van september
1955 zijn de koersen gedaald, terwijl ook
in het laatste kwartaal het gemiddeld
koerspeil verder is teruggelopen, namelijk
van 224.8 tot 219.7 pet. Maar voorts heeft
bijna de helft van de ondernemingen, wel
ker aandelen ter beurze zijn genoteerd, ge
durende het eerste halfjaar van 1956 een
hoger dividend uitgekeerd. Op zich zelf
een tegenstrijdig verschiinsel: hogere divi
dend, lagere koersen. Temeer omdat in
Amerika en Duitsland het rendement veel
lager ligt. Van een inflatieangst en een
vlucht in de aandelen is er ten onzent dus
geen sorake. Het is de kapitaalschaarste,
die aan een koersstijging van de aandelen
in de weg heeft gestaan en dit nog doet.
Hoewel het derde kwartaal ook te Amster
dam tot dusver een bescheiden koersherstel
heeft doen zien, dat echter voor een goed
deel een direct gevolg is van de hernieuw
de koersstijging van aandelen Koninklijke
op de New-Yorkse beurs, waar men ze in
verhouding tot de Amerikaanse petroleum-
aandelen nog altijd het goedkoopst acht.
Men kan zich niet onttrekken aan de ge
dachte dat ondanks de belanerijke besna
ringen in ons land, toch de kapitaalvorming
niet voldoende is om in de grote kapitaal-
nood te voorzien. Op die kapitaalnoorl bij
de bedrijven hebben wij eerder gewezen.
Thans heeft het C.B.S. gepubliceerd dat de
investeringen in nieuwe activa in 1955 bij
de Nederlandse industrie 1.767 miljoen
hebben bedragen, maar dat voor 1956 400
miljoen meer, dat is ƒ2.170 miljoen, wordt
geraamd. Hiervan is thans natuurlijk reeds
een groot deel geëffectueerd, een ander
deel wacht nog op financiering. Het is
moeilijk alle factoren, welke de kapitaal
markt beïnvloeden, na te gaan. maar het
feit dat men in het buitenland ook nu nog
een hogere rente betaalt dan ten onzent,
leidt er vermoedelijk toe dat er meer kapi
taal in het buitenland wordt uitgezet. In
België ligt de kapitaalrente hoger dan Iv'er
in Duitsland eveneens en in Engeland
wordt voor daggeld, zelfs met valutagaran
tie, 3 pet. en meer betaald. De Enge'se
regering is dan ook genoodzaakt de 2 '4
pet. Oorlogslening, welke op 15 augustus
a.s. afloopt, in een 414 pet. lening te con
verteren,. waarbij dannmog „een "contante
betaling van VA pet. wordt gedaan.
Onder deze omstandigheden schijnt de
kèns' op eën nedeKVéartéë' wending in de
rentestand ten onzent vooreerst niet groot
te zijn.
In de zaal van de wetenschappelijke
bibliotheek voor de schone kunsten te
Leningrad is donderdag een tentoonstelling
geopend ter gelegenheid van het feit, dat
Rembrandt driehonderd jaar geleden werd
geboren. Honderden reprodukties van doe
ken, die in musea in Amsterdam, Rotter
dam, Moskou, Leningrad, Parijs, Londen,
Berlijn, Washington en andere steden wor
den bewaard, zijn hier tentoongesteld.
Een bedrijf te Rijswijk heeft aan een
twaalftal scholieren van vijftien en zes
tien jaar, die daar in hun vakantie zouden
komen werken, meegedeeld dat van hun
diensten wordt afgezien. Nu er in Rijswijk
enige gevallen van kinderverlamming zijn
voorgekomen, acht het bedrijf het niet
verantwoord deze kinderen voor hen
vreemd en daardoor nogal vermoeiend
werk te laten doen. Enige vakantiewerkers
van zeventien en achttien jaar mogen wel
komen.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Tietjerk: G. Jonkers, vic. te
Sluipwijk; te Oosterhout-Slijk-Ewijk: D. v.
Boven te Tricht.
Gercf. Kerken
Tweetal te 's-Gravenhage-West (vac. P.
Nomes): W. v. d. Linden te Rotterdam-
Kralingen en L. G. Pleysant te Leeuwarden.
Beroepen te Dordrecht (5e pred.pl.) A.
Donkers te Medemblik.
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Drietal te Heemse: W. H. de Boer te Urk,
D. v. Houdt te Uithuizermeeden en G. Zo
mer te Vrouwenpolder.
Chr. Geref. Kerken
Tweetal te Zaamslag: F. Bakker, kannd.
te Goes en J. Brons, kand. te Ermelo.
Bapt. Gemeenten
Beroepen te Winschoten: J. Ketelaar te
2e Exloërmond.
Geref. Gemeenten
Bedankt voor Passaic (USA). A. Ver-
gunst te Corsica (USA) (voorheen te
Zeist).
Tweetal te Amsterdam (vac. Chr. v.
Dam): H. v. Gilst te Dirksland en C. Mo
lenaar, kand. te Dordrecht.
Beroepen te Katwijk aan Zee: J. R. Bel
te Krabbendijke.
ADVERTENTIE
Wk
De minister van Economische Zaken
heeft een bespreking gehouden met verte
genwoordigers van bakkersorganisaties.
Aanleiding tot het onderhoud vormde de
verhoging van de broodprijs in verschei
dene plaatsen van ons land, die buiten de
organisaties om is ingevoerd. De noodzaak
van deze verhoging was de minister niet
aangetoond en zij was, naar de minister
mededeelde, voor hem dan ook onaanvaard
baar wegens de door de regering gevoerde
politiek van prijsstabilisatie. De minister
heeft daarom een beroep gedaan op de
bakkersorganisatie er hun medewerking
aan te verlenen, dat deze verhoging van
de broodprijs ongedaan wordt gemaakt. De
vertegenwoordigers van deze organisaties
hebben de minister toegezegd zich te zullen
verstaan met de bakkers in de plaatsen,
waar de broodprijs is verhoogd. Het resul
taat hiervan zal nader met de minister
worden besproken.
ADVERTENTIE
MAANDAG 16 3ULI - 9 UUR
SPOTKOOPJES OP ALLE AFDELINGEN
KOMZIE... EN SPAAR GELD!!
KRUISSTRAAT 11 - HAARLEM
TELEFOON 11491
GENèVE (ANP) In een door de UNO
uitgebracht rapport omtrent de economi
sche activiteit in Afrika in 1954-'55, dat in
behandeling komt op de bijeenkomst van
de Economische en Sociale Raad van de
UNO in Genève, wordt melding gemaakt
van een stijging met vijf percent in het
netto nationale inkomen der Unie van
Zuid-Afrika, een uitbreiding met tien per
cent in de'export van tropisch Afrika en
van een slechter worden van de economi
sche situatie in Algerije, Tunesië en Ma
rokko als gevolg van de binnenlandse on
lusten in die gebieden.
Volgens het overzicht was de agrarische
produktie in Afrika, welke de voornaamste
bron is voor werkgelegenheid en inkomen,
in 1954-'55 iets groter dan in het vooraf
gaande jaar. Het tempo van de jaarlijkse
toeneming was echter kleiner dan in enig
jaar sedert 1948.
Weduwe van slachtoffer van ramp
bij Shannon eist schadevergoeding
De weduwe van een UNESCO-funclio-
naris, die in 1954 om het leven kwam toen
een KLM-vliegtuig bij Shannon veronge
lukte, heeft 950.000 dollar schadevergoe
ding van d<* KT.M geëist.
In deze maand, waarin het driehonderdvijfenzeventig jaar geleden is, dat het Sint
Elisabeths Gasthuis overgebracht was naar het voormalige Minderbroedersklooster
aan het Groot Heiligland, hebben B. en W. van Haarlem aan de gemeenteraad ge
vraagd, een krediet beschikbaar te stellen, om een aantal punten te onderzoeken.
Eén er van is wat er met het oude gebouw aan de Gasthuisvest zal moeten gebeuren.
Deze vraag wordt voor de naaste toekomst actueel, omdat er plannen bestaan een
nieuw ziekenhuis te bouwen nabij de Schipholweg. Ook zal nagegaan worden of het
college van regenten van het Sint Elisabeths Gasthuis als bouwheer beschouwd zal
moeten worden. Interessante vragen treden in deze jubileummaand op de
voorgrond.
Iedereen was verslagen, wanthoe zou men naar de vermiste zoon van de jam
merende moeder kunnen zoeken? De zee was zo groot
Toen kreeg Abdoel een goed idee.
„Kom mee, Mohab", riep hij. „We gaan op het tapijtje de zee afzoeken!"
Jadat ze daaraan niet eerder hadden gedacht! De jongens holden naar de plaats,
waar hun vliegende tapijtje was blijven liggen en gingen erop zitten48-49
Van vele zijden is bii het plotseling over
lijden van de Hoge Commissaris van de
UNO voor vluchtelingen de vraag gesteld,
of de nagedachtenis van mr. G. J. van
Heuven Goedhart kan worden geëerd door
het vluchtelingenwerk op bijzondere wijze
te steunep, in onn<-, injmngpvr.s
De voorzitter van de Nederlandse Fede
ratie voor Vluchtelingenhulp, de heer M.
A. Reihalda té S'-Gr'avenhage, zat nagaan
op wel'ke wijze mogelijkheden in deze
richting het beste nationaal zowel als inter- i
nationaal zouden kunnen worden geopend.
Binnenkort zullen hierover bijzonder
heden worden bekend gemaakt.
Bij besprekingen tussen de Raad van
Bestuur voor de Zeevaart en de Organisa
ties voor zeevarenden ter koopvaardij is
besloten dat de drie percent uitkering over
1955 ook aan het koopvaardijpersoneel zal
worden uitgekeerd, waarbij als peildatum
zal worden aangehouden 1 juli 1956. De
werkgevers hebben daarbij het voorbehoud
gemaakt dat reeds genoten uitkeringen
aan gratificaties en tantièmes over 1955
verrekend zullen worden met de drie per
cent-uitkering. De uitkering zal geschie
den op basis van het aantal zeedagen dat in
1955 bij eenzelfde rederij gevaren is.
STOCKHOLM (NTB) Geheel automa
tische noorderlichtcamera's zullen gemon
teerd worden op de vliegtuigen van de
Scandinavische luchtvaartmaatschappij S.
A. S., die met ingang van februari 1957
een dienst via de Noordpool naar Tokio
gaan onderhouden. De nieuwe camera, die
geconstrueerd is door ir. Stoffregen van het
ionosfeer-observatorium te Uppsala, maakt
iedere minuut automatisch een foto van het
hele hemelgewelf. Ter gelegenheid van het
geofysisch jaar zullen dergelijke camera's
op verscheidene plaatsen, onder andere bij
het noorderlicht-observatorium te Tromsö
in Noorwegen worden opgesteld. Door de
toestellen ook op vliegtuigen te monteren
kan men een groter deel van het firmament
bestrijken.
Vijfentwintig jaar geleden is het drie-
honderdvijftigjarig bestaan van het zie
kenhuis gevierd met feesten voor het per
soneel, een receptie van regenten en de
uitgave van een gedenkboek, waarbij de
toenmalige directeur, dr. L. C. Kersbergen,
een overzicht gaf van de geschiedenis van
meer dan vijf en halve eeuw geleden.
Er heeft vroeger een gasthuis gestaan
in de omgeving van de Botermarkt en wel
achter de Sint Gangolfskerk, waarmee het
wellicht was verbonden. De naam Sint Eli
sabeths Gasthuis komt voor het eerst in
een archiefstuk van 1406 voor. Wie de
stichter is en hoe het gesticht is, is niet
bekend. De latere geschiedschrijvers zullen
voor het nieuwe ziekenhuis dat in Haar
lem-Oost zal verrijzen, niet voor puzzels
staan, als zij willen weten wie de stichters
zijn. Voorlopig staat vast, dat de regenten
het initiatief genomen hebben de bouw
voor te bereiden.
Een gasthuis, een verblijfplaats voor
vreemdelingen, heeft er al ten tijde van
Graaf Floris V bestaan, maar het is niet
te zeggen, of hiermee het Sint Elisabeths
Gasthuis nabij de Botermarkt bedoeld is.
Na een brand in 1347 is het gasthuis ver
plaatst naar de Grote Houtstraat op de
hoek van het Verwulft. In 1576 werd
Haarlem opnieuw door een grote brand
geteisterd, waardoor het gasthuis een
prooi der vlammen werd.
Het nieuwe gasthuis werd gevestigd in
het verbouwde Minnebroedersklooster aan
het Grote Heiligland, dat zich uitstrekte
tot de Kleine Houtstraat. In deze om
geving heeft het zich steeds gehandhaafd,
zij het dan dat verbouwingen in de loop
der eeuwen enige malen noodzakelijk wa
ren. Dat kwam niet alleen door de '•«ij-
zondere ligging in het oude gedeelte van
de stad, maar ookndoor wijziging der in
zichten in de ziekenverpleging.
Gemeente of regenten
In het gedenkboek van het Sint Elisa
beths of Grote Gasthuis heeft dr. Kers
bergen de vragen gesteld of het gasthuis
door de stad zelf is gesticht of door ->en
geestelijk college of broederschap. Ook is
het mogelijk, dat het door een onbekend
gebleven filantroop is gesticht, die het op
gedragen heeft aan de stad of aan een al
of niet geestelijk college van beheerders.
Vroeger waren er gasthuismeesteren: later
luidde hun titel regent en tot de huidige
dag wordt het. ziekenhuis bestuurd door
een college van regenten, waarvan on het
ogenblik burgemeester mr. O. P. F. M.
Oemers de voorzitter is.
Een definitief antwoord kan dr. Kers-
hergen niet geven, hoewel hij van mening
is, dat het oppertoezicht bij de stedelijke
reuring is geweest.
In het verleden hebben het gemeente
bestuur en het college van regenten ge
twist over de eigendommen van het Gast
huis, die -.ich niet alleen uitstrekten bij de
Gasthuisvest, maar ook in de omgeving,
waar vele landerijen liggen. In oude ar
chiefstukken is naar de rechten gesnuffeld,
maar bewijzen zijn niet gevonden. De laat
ste tijd twist men niet meer over de
vraag. Het gemeentebestuur van Haarlem
heeft immers voldoende invloed op het be
stuur en de raad benoemt de leden van
het college van regenten. Ook heeft de
gemeenteraad het budgetrecht in handen:
tekorten worden door de gemeente gedekt
Bij het onderzoek, dat het gemeente
bestuur zal instellen als de gemeente
raad een krediet van f 60.000 beschikbaar
stelt zal de juridische positie van de
eigendommen ook een punt van bespreking
uitmaken. Ook dan zal het noodzakelijk
zijn de archieven te raadplegen.
ADVERTENTIE
VERWIJDERD MET
WONDEROLIE
Weg met onhandige likdoornrlngen en gevaar
lijke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel.
NOXACORN. neemt de pijn weg in 60 seconden.
Eeltplekken en eksterogen verschrompelen met
wortel en al. Bevat gezuiverde wonderolie.
Jodium en het pijnstillende benzocal'ne. Een
flesje NOXACORN Antiseptisch Likdoorn-
middel van f. 1.35 bespaart U veel ellende. (602)
Op de concerten van het Holland Festival
1956 is vrij vaak aandacht voor werken
van Mozart gevraagd. Men kan zelfs gaan
spreken van een cyclus. Deze was bedoeld
als een herdenking van de geboortedag
(27 januari 1756) van een van de grootste
muzikale genieën aller tijden. Het concert,
dat donderdagavond door het Concertge
bouw-Orkest in Amsterdam werd gegeven,
v/as eveneens aan Mozart gewijd. Het
bracht, dank zij de dirigent Otto Klem
perer een overvloed van muzikale schoon
heid, die niet gehouden werd in de sfeer
van nuchter, zakelijk musiceren, maar die
juist haar spanning verkreeg door een ge
laden gevoelsexpressie. Zonder in excessen
te vervallen, wist Klemperer zich voor zijn
interpretatie vrij te houden van de stijldog-
matiek, die de geest doodt en spontaneïteit
onderdrukt. Op
nieuw kwam op
dit concert vast te
staan, dat Mozarts
muziek niet alleen
maar „absoluut"
van aard is, doch
dat in de lichte
tedere en ragfijne klanken een opvallend
persoonlijke bewogenheid tot uitdrukking
is gekomen, die Mozarts werken het adel
dom van de geest hebben verleend.
Het zijn niet alleen de werken uit de
laatste jaren van Mozarts korte leven ge
weest, die opvielen door een bijzondere
verdieping. Ook de muziek uit vroegere
perioden bevat van die fragmenten, die
treffen door hun gevoelsdiepte. Zo heeft
van de symfonie in A (geschreven in 1774)
het Andante een ontroerende schoonheid.
In de uitvoering, welke Otto Klemperer
van de symfonie gaf, werd het werk een
prachtige inleiding van de avond. In aan-
s'uiting daarop werd 't Concert in C voor
hobo en orkest uitgevoerd door de meester-
hoboïst Haakon Stotijn en het orkest. Het
„noblesse oblige" van het hoboistenge-
slacht werd door Haakon Stotijn hoog ge
houden. Hij speelde het concert met een
virtuoze techniek, waarbij de beheerste
emotionele voordracht aan de lichte klan
ken inhoud gaf. De toehoorders toonden
zich zeer geestdriftig voor deze bijzonder
muzikale ervaring.
Ook voor de uitvoering van het Concert
in Es (K.V. 482) kwam er een soliste op
het podium, die romantisch durfde te zijn.
Het was de pianiste Annie Fischer, die met
haar gevoelige vertolking het concert voor
treffelijk diende. Wat zij bijvoorbeeld van
het Andante maakte, had een grote wee
moed, als een stil verlangen naar rust. En
het slot-Allegro klonk in heel verfijnde
klank, vriendelijk en blij: een prachtige af
sluiting.
Na de pauze leidde Otto Klemperer een
uitvoering van de Symfonie in C, de zoge
naamde Jupitersymfonie. Ook weer een
van Mozarts latere werken, die door de
contrapuntische schrijfwijze van de bijzon
dere interesse van de componist voor de
composities van Bach en van Handel ge
tuigen. Het Concertgebouw-Orkest speelde
onder Klemperers leiding prachtig en men
kon door de uitvoering een voortreffelijke
indruk krijgen van de zeldzaam mooie in
strumentatie. De toehoorders waren vol
enthousiasme over de uitvoering en zij
gaven met warme bijval daaraan uitdruk
king. P. ZWAANSWIJK
7)
„Nee, dat niet. Alles ging zijn gewone
gangetje. Ze waren geen luidruchtig ver
liefd stel. Ze kenden elkaar al zo lang.
voegde ze er haast als verontschuldiging
aan toe. „Ze waren meer dan tien jaar
verloofd, moet u bedenken. Ik had Nel ook
al aangeraden eindelijk eens te trouwen.
Maar juist door die vele grote buitenlandse
opdrachten was mijnheer Dijkman maan
denlang onderweg. Ja, nu ik er zo over
nadenk, een paar maanden geleden heeft
ze zelf zo iets tegen me gezegd. Ik bedoel,
ze zei, dat het er nu maar van moest
komen. Anders kon het Arend misschien
wel eens te lang vallen. Ze dacht zelfs, dat
een andere vrouw hem avances maakte.
Ren getrouwde vrouw nog wel, zei ze. Ja,
nu weet ik het weer. We hebben er nog om
gelachen. Ik kreeg ook niet de indruk, dat
ze het serieus meende.
Inspecteur Beels wreef nadenkend over
zijn kaken. Dus toch een vrouw? Daar
moest hij achterheen zitten. Zonder iets
van zijn vraag te verwachten, polste hij:
„Noemde ze u misschien de naam?"
„Nee. En zoals ik u al zei, ze bedoelde
het meer als een grapje, meer als iets dat
zou kunnen gebeuren. Tenminste, dat was
mijn indruk. Voor het overige liep hun
verhouding in kalme baantjes. Ze waren
eikaars jeugdliefde. Van kindsaf speelden
ze al „trouwen." Allebei niet heet ge
bakerd, zolas u ziet. Maar wanneer Arend
Dijkman van deze reis terugkwam dat
zou over een maand of vijf zijn dan zou
het toch eindelijk werkelijkheid worden."
Bij de laatste woorden schoten mevrouw
Koster weer de tranen in de ogen. Ze zag
door Nels tragisch einde deze werkelijk
heid niet in vervulling gaan.
Inspecteur Beels schraapte zijn keel,
liet zich het adres van Dijkmans vriend
geven, zag, dat het vlak in de buurt was,
bedankte voor de waardevolle medewer
king en werd door mijnheer Koster uitge
laten.
„Heeft u zo iemand nou gauw?" infor
meerde deze in de gang.
„Soms," zei de inspecteur somber.
Aan het opgegeven adres vond hij tot
zijn voldoening de studievriend van de heer
Dijkman thuis. De heer Wingerd was vrij
gezel en maakte een prettige, serieuze en
openhartige indruk.
Inspecteur Beels deelde hem de aan
leiding tot zijn bezoek mee en verzocht
hem om zo nauwkeurig mogelijke inlich
tingen. Wanneer was bijvoorbeeld, zijn
vriend, de heer Dijkman, gisteravond bij
I hem aangekomen?
Nadat ze het zich gemakkelijk hadden
gemaakt en een sigaret opgestoken, streek
Bob Wingerd door zijn volle bruine haar.
Inspecteur Beels kreeg de indruk, dat de
ander zich volkomen van de zwaarte van
de aan hem gestelde vraag bewust was.
Langzaam zijn woorden formulerend,
zei hij:
„Zoals we hadden afgesproken, kwam
Arend Dijkman hier tegen negenen aan.
Een tijdje hebben we zitten praten over
zijn mooie opdracht, kanalisatie, irrigatie
en wat er allemaal mee samenhangt. We
zijn namelijk in hetzelfde vak."
Terwijl inspecteur Beels' ogen over de
lange rijen boeken gleden die drie zijden
van het werkvertrek innamen, berekende
hij vlug, dat Dijkman over de rit van nog
geen half uur, ruim twee uur had gedaan.
Hij vroeg dan ook:
„Vergist u zich niet in de tijd, mijnheer
Wingerd?"
„Nee, al zou ik het op een paar minuten
na niet kunnen bepalen. Ik weet alleen, dat
hij er om kwart voor negenen nog niet was,
want toen heb ik toevallig op mijn horloge
gekeken. Kort daarna is Dijkman gekomen.
Even later reden we naar Schiphol, waar
we nog Nel van Galen zouden ontmoeten,
al stond dat blijkbaar niet helemaal vast.
In ieder geval was ze er nog niet, toen we
in de restauratiehal kwamen. We dronken
een kopje koffie en zaten naar haar uit te
kijken. Tenslotte werd het tijd voor mijn
vriend om de diverse formaliteiten te gaan
vervullen. Ze was er nog altijd niet.
„Maakte mijnheer Dijkman zich niet
ongerust?" wierp de inspecteur er tussen.
„Eigenlijk niet. Zoals ik al zei, het was
immers geen vaste afspraak. U weet hoe
dat gaat. Wachten tot het laatste nippertje
en aldoor blijf je maar denken: nu zal ze
wel elk ogenblik komen. Opeens was het
toen erg laat geworden en moest hij als een
haas naar de douane. Wel heeft hij mij
verzocht, vanmorgen zijn verloofde bij de
familie Koster op te bellen, haar nog eens
zijn groeten over te brengen en haar vooral
van de vlotte start te vertellen, omdat ze
het op vliegen niet zo bar heeft begrepen.
Na aankomst zou hij haar dan ook dadelijk
een telegram sturen. Dat telefoontje is me,
helaas, ontschoten, waarschijnlijk doordat
ik vanochtend aan een project ben
begonnén dat me al lang bezighield.
Dijkmans vriend nam de inspecteur door
zijn brilleglazen eens op. Hij voelde, dat
dit „helaas" nu achteraf van hem een beetje
misplaatst was. Het zou toch geen zin meer
hebben gehad, want Nel van Galen leefde
teen al niet meer.
Het energieke gezicht van inspecteur
Beels drukte alleen professionele belang
stelling uit. Terwijl hij, zich half omwen
dende, zijn sigaret doofde, zag hij met een
half oog de blauwdrukken over de tafel
uitgespreid waarmee de ingenieur volgens
zijn zeggen sinds een paar uur bezig was.
Een stoere werker, die Wingerd, gezien het
net van lijnen dat er al op neergetekend
was.
„Vindt u het niet merkwaardig, mijnheer
Wingerd, dat uw vriend blijkbaar de
ganse avond tot zijn beschikking had en
toch niet met zijn verloofde naar hun ge
meenschappelijke vrienden is gegaan?"
Even keek Bob Wingerd de inspecteur
beduusd aan.
„Nee, allerminst," antwoordde hij daarop
overtuigd. „Dijkman zei iets ovèr een laat
ste uitvoerige bespreking, die hij met zijn
compagnons heeft gehad. Ik heb eigenlijk
ook weinig aandacht geschonken aan wat
hij nu wel of niet precies met zijn verloofde
had afgespi-oken. Een doorgewinterde vrij
gezel, zoals ik, let daar niet op
„Juist. Dat zou inderdaad de verklaring
voor zijn afwezigheid op het feestje kunnen
zijn," zei inspecteur Beels, terwijl hij in
zijn notitieboekje zat te krabbelen. „En.
maakte mijnheer Dijkman een gewone
indruk op u?"
„Ja, heel gewoon." Bob Wingerd kneep
een tikkeltje de ogen dicht, toen de be
tekenis van deze vraag tot hem doordrong.
Die politiespeurder leek een lepe fret, maar
hij snuffelde wis en zeker voor het ver
keerde hol. „Heel gewoon," herhaalde hij,
dit keer met meer klem. „De natuurlijke,
blije opgewondenheid over zo'n prachtige
reis en zo'n geweldig werk in het vooruit
zicht zult u toch niet ongewoon willen
noemen, wel?"
„Nee, dat hoort er zo bij. Ik denk, dat ik
voor het ogenblik geen verdere vragen aan
u heb. Mijn dank voor uw bereidwilligheid,
mijnheer Wingerd."
„Wat een haast opeens," peinsde de
ingenieur, toen Beels het huis had ver
laten. „Eerst komt er maar geen schot in
en dan weet hij niet hoe gauw hij moet
gaan rennen."
IV
Op straat gekomen, overlegde inspecteur
Beels, dat het wel het beste zou zijn eerst
naar het politiebureau te Hilversum terug
te rijden. Dan kon hij de tot nu toe ver
kregen inlichtingen en de vergaarde feiten
met zijn superieur bespreken. Ook wilde
hij de expert voor de vingerafdrukken
raadplegen en het koffertje van juffrouw
Van Galen nader in ogenschouw nemen.
En nog een voornaam ding: het telegram
naar Singapore moest worden verzonden.
Morgenochtend zou het vliegtuig daar aan
komen. Dan moest het telegram er uiter
aard zijn.
Toen hij al aardig in de buurt van Hil
versum kwam, zag hij op de wegwijzer, dat
het stille plaatsje waar het doktershuis
stond, hier nog maar acht kilometer van
daan lag, als hij links afboog. Plotseling
schoot hem te binnen, dat in hetzelfde oord
ook een oud-brigadier woonde, die inder
tijd wegens een motorongeval vroegtijdig
was gepensioneerd.
Hij kende de kalme, plichtsgetrouwe man
uit zijn Hilversumse tijd. Brouwer had toen
onder hem gediend. Beels herinnerde zich
vaag, dat hij daarna zijn intrek bij een
getrouwde broer in zijn oude dorp had
genomen, die de een of andere nering
dreef. Hij zou even omrijden en in de
dorpskroeg een kijkje gaan nemen. Daar
zouden ze wel weten, waar de gewezen
agent woonde. Misschien kon hij er ook
verder nog zijn licht opsteken. In zo'n nest
wist immers iedereen alles van iedereen.
(Wordt vervolgd).