In de Tselina - maagdelijke steppen - oogst men het gouden graan Republikeinen hebben geen andere keus dan Eisenhower en Nixon Vijftig jaar geleden Erosie vreet echter aan de velden en het stof waait van de Oeral tot de Altai SLACHTOFFER KROESJTSJEVS GROOTSTE GOK ^Hoe is het ontstaan?'") Sterren van Hollywood en fuifjes moeten hun conventie in San Francisco luister bijzetten Meer dan dertig Algerijnse opstandelingen gesneuveld Anti-Franse demonstratie van Indonesische studenten Vergeten Dit woord: PASPOORT Hemingway wil nooit meer voor film schrijven Uitgelaten Geen tijd Het moet Watertekort in Parijs „Javaans imperialisme" in pamfletten gelaakt Vrouwen Uit Haarlems Dagblad van 21 augustus 1906 O i IN S u A G 21 AUGUSTUS 1956 Dwars door de opwinding, die de voor bereiding der Amerikaanse presidentsver kiezingen reeds heeft veroorzaakt, speelt een sinistere menselijke tragedie, die men symbolisch zou kunnen voorstellen als het verhaal van Sint Joris en de draak waarbij Sint Joris echter, in tegenstelling met het verloop in de legende, onvermijde lijk gevaar loopt door het monster te wor den verslonden. President Eisenhower heeft zijn thans bijna geëindigde ambtsperiode vervuld met alle ups en downs die men van deze, niet in de politiek geschoolde, figuur had kun nen verwachten. Doch welke tekortkomin gen zijn beleid ook hebben gekenmerkt, hij heeft altijd de duidelijke indruk ge maakt van een idealistisch en met edele ijver vervuld Amerikaan, die zijn persoon lijk leven zonder voorbehoud in dienst wenste te stellen van zijn land. Zijn poli tieke ongeschooldheid, nog nadrukkelijker geaccentueerd door zijn militaire geneigd- heid van recht-door-zee en op-de-man-af handelen, heeft hem de allure van een onstandvastig en aarzelend staatsman ge geven, die in moeilijke situaties zijn advi seurs en medewerkers niet met de vereiste vastbeslotenheid tegemoet trad. Zijn beleid is voor de internationale verhoudingen niet zegenrijk geweest niet zo zegenrijk als hij zichzelf ongetwijfeld had voorgesteld. Doch dit alles neemt niet weg, dat hij zich naar volle vermogen en zelfs daarboven heeft ingespannen. Het monster politiek, dat hij te bevechten kreeg, heeft hem echter telkens weer verslagen en zijn lichamelijke moeilijkheden zijn zonder twijfel grotendeels bevorderd door de ont zaglijke eisen, die dit gevecht aan zijn krachten heeft gesteld. Een man als Eisenhower, die door zijn recente lichamelijke storingen als onge schikt moet worden beschouwd een der gelijke zware taak te blijven voortzetten, zou geen verwijt kunnen worden gemaakt wanneer hij na afloop van zijn ambts periode de politiek vaarwel zou zeggen en zijn laatste levensjaren in rust en onbe zorgdheid zou gaan doorbrengen. Doch het monster laat hem niet los. Niet alleen dwingt het hem in de politieke arena te blijven en zijn resterende krachten op te offeren aan het belang van zijn partij, doch tevens wordt hij met harteloze vrijmoedig heid het voorwerp van koelbloedige specu laties. Wanneer men het Engelse zondags blad „The People" leest, dat statistische berekeningen heeft opgezet over de tijd, die Eisenhower nog rest en met waarlijk gruwelijke nuchterheid vaststelt, dat de president in twee „ziekten-categorieën" valt die elk nog nauwelijks vier jaar leven toestaan, dan vraagt men zich af of de politiek niet van alle menselijkheid is af gedwaald en daardoor alle elementen van humaniteit en sportiviteit mist. Men kan met recht betogen, dat Eisenhower een slachtoffer van die politiek is geworden. Doch wanneer men slachtoffers, die om hun leven worstelen, gaat tarten en hun het naderende einde met zulke nuchtere cijfers voorspelt, krijgt het drama een sinister aspect, dat zelfs in de politieke praktijken niet getolereerd zou mogen worden. Het tragische spel met een mensenleven vindt In de geschiedenis der wereldpolitiek talrijke precedenten. Men denke aan spe culatieve koningshuwelijken, opvolgingen van kinderen en intrigante dwangmaat regelen tegen leden van vorstenhuizen, vaak uitgeoefend door ouders tegen kin deren of broeders tegen broeders. En het tragische lot, dat Eisenhower thans be schoren is en waaraan hij zich als man van eer en idealist blijkbaar niet wenst te onttrekken werpt opnieuw een schril licht op de duivelse trekken van het mon ster, dat niet ophoudt slachtoffers te maken. J-L. ALGIERS (United Press) In een bloedig gevecht ten zuidoosten van Bone in Algerije hebben Franse troepen 32 op standelingen gedood. Een sterke Franse eenheid stootte op een bende nationalisten van ongeveer honderdvijftig man. De op standelingen trokken zich in de heuvels terug, nadat zij 32 man verloren hadden. DJAKARTA (United Press) Twee duizend wild schreeuwende studenten zijn door het hek om het huis van de Franse ambassadeur in Djakarta gedrongen om te protesteren tegen het Franse bewind in Algerije. De demonstratie werd gehouden ter gelegenheid van de eerste verjaardag van de massale revolte in Algerije. „Leve Algerije" schreeuwend, marcheerden de studenten naar het huis van de gedelegeer de van de Algerijnse beweging, naar de woning van premier Ali Sastroa mid jojo en naar die van de Franse ambassadeur. De studenten braken door het hek, maar kre gen van bedienden te horen dat de'ambas sadeur afwezig was. 's Avonds werd ge tracht hem telefonisch te bereiken, maar de hoorn werd niet opgenomen. In een petitie der studenten wordt ge protesteerd tegen de „politieke onderdruk king" der Fransen in Algerije en wordt verlangd dat Frankrijk onafhankelijkheid aan Algerije zal verlenen. In een speech in hef Merdeka-paleis vertelde de Alge rijnse gedelegeerde Mohammed Ben Yahya aan de studenten: „viervijfde van de Franse NAVO-strijdkrachten vecht, thans tegen de Algerijnen en alle Franse activiteit van onderdrukking wordt officieel door de NAVO gesteund". President Sukarno heeft verklaard, dat alleen door eenheid van onderdrukte vol ken in India, Egypte, Indonesië en Indo china het moderne imperialisme bestreden kan worden. (Van onze reisredacteur) ALMA ATA. De zon was al onder toen wij in de lauwe zomernacht neer streken op het vliegveld van Koestanaj, dat nauwelijks van de omringende steppen te onderscheiden was. Alleen een rij donkergroene tweedekkertjes en een eenvoudig stationsgebouwtje tekenden de landingsbaan af van Koestanaj, dat men de hoofdstad noemt van de Tselina. Tselina betekent „maagdelijke gebieden", de onafzienbare steppen tussen de Oeral en Altai-gebergten, op last van Nikita Kroesjtsjev opengescheurd en met tarwe ingezaaid, om de graanproduktie met de vijftig miljoen ton te verhogen, die het brood in de kast van de Sovjet-burgers moeten garanderen. De Tselina is ook het onder werp van de propaganda-campagnes, die de jeugd moeten opwekken zich te vestigen in Noord-Kazakhstan, in Zuid-Siberië of in de Altai. Overal in de U.S.S.R. hangen de platen van een moeder of een meisje, dat zegt: „Jongen, ga naar de Tselina, ik zal trots op je zijn". Deze pioniersgeest hing inderdaad op dat sobere vliegveld van Koestanaj, waar een groep machinisten, die tractoren en „combines" in de Oekraine ging halen, op het vertrek van hun vliegtuig wachtte. De mannen dromden in de schemering om ons heen, de zwarte petten vierkant op het hoofd en er was trots in hun stemmen, die zeiden: „Er is in ons gebied vijf millioen hectare ingezaaid, tegen één miljoen vroeger. We hebben veel regen gehad, de tarwe staat zo hoog dat een man op een paard erin verdwijnt". Een tractor-bestuurder zei uitdagend: „Ik ga dit jaar dertigduizend roebel verdienen" en een combine-bestuurder: „En ik twee-en-twintigduizend". De stationschef kwam erbij. Hij kende zijn cijfers: Er zijn 425 nieuwe sovchozen (grote staatsboerderijen) gesticht in de Tselina. Alleen al in het gebied van Koestanaj, dat twee maal zo groot is als Frankrijk, hebben zich honderdduizend mensen gevestigd. De eerste oogsten geven dit jaar 3300 kilo per hectare". Zij waren zo trots en vol hoop, deze pioniers van de de Tselina, dat zij er haast agressief van werden, brooddronken van de op komst zijnde verdiensten en de ruimte van hun land, zeiden zij tartend: „Zo iets hebben jullie in het Westen niet". Inderdaad, zo iets hebben wij in het Westen niet. In de nacht opgestegen, vlogen wij de volgende ochtend nóg over de Tselina. De eindeloze grijs-blauw-groene steppen hielden niet op. Met de vrijgevigheid van de ruimte had men er hier en daar de stukken cultuurgrond op uitgespreid, gele graan- f oceanen, donkere vierkante braak-liggende „zwarte aarde", een eindeloze vlakte zonder één boom. Ja, zonder één boom: in het koele, nuchtere licht van de ochtend verbleekte de inspiratie van het gesprek in de nacht, want van twee duizend meter hoogte zag men de noodlottige prijs, die voor die vijftig miljoen ton graan betaald moet worden: erosie. Men herinnerde zich het woordje dat de avond tevoren even een bezorgde stilte in het gesprek had doen vallen. De hete, alles verschroeiende steppewind, die in één dag een oogst kan wegbranden. Maar ook gewone winden richten hier al ravages aan. Waar ik keek zag ik tussen de ge scheurde gronden de veelbetekenende grijze vlekken, de wonden en de zere plekken, die de wind erosie achter laat in de grond. Erosie, het woord bleef mij in de gedachten spelen, toen wij de volgende dag een nieuw sovchoz op tachtig kilometer van Alma Ata, Kazakhstans hoofdstad gingen bezoeken.. Dit was een van de 425 gigantische staatsboerde rijen, die de dertig miljoen hectare van de Tselina in cultuur brengen. Het bedrijf beheerde dertigduizend hectare land bouwgrond en vijftigduizend hectare weide. Er werkten 1500 mensen, die in een klein dorp woonden, dat deed denken aan de Wieringermeer in de beginperiode. Sobere lemen huizen, wat gemeenschappelijke gebouwen, een kliniek, een school, een apotheek, een bibliotheek. Het bedrijf was in 1955 opgezet, het jaar waarin de grote slag om de Tselina begon. Het beschikt nu over twaalf zware, 54 middelzware en vijf lichte tractoren en 75 „combines". Het haalt een tarwe- produktie van 1600 gilo per hectare (Nederlandse produktie- gemiddelde: 3925 kilo per hectare), had in het vorige slechte oogstjaar een kwart miljoen roebels verlies geleden, maar hoopte dit jaar op een winst van 1.200.000 roebel. Deze becijfering is gebaseerd op een produktie van duizend kilo per hectare. De winstberekening bleef wat duister, want de boekhouder, die wel wist wat zijn beraamde winst was, kon slechts met veel moeite zijn afschrijvingscijfer op de kapitaalinvestering van twintig miljoen roebel achterhalen. Het bleek tenslotte vier en een kwart percent te zijn, merkwaardig laag voor een kostbare en aan hoge slijtage onderhevige mechanische landbouwuitrusting. Nochtans, dat er dit jaar winst in zou zitten, stond vast. De steppenwind soechowei was weggebleven, het jaargemiddelde van 250 millimeter regen val (Nederland ongeveer 800) was ruimschoots overschreden, de rampzalige misoogst van vorig jaar was vergeten. Gewoonlijk gebruikt men de verkorte vorm: pas. Het volledige woord is uit het Frans overgenomen. Passe-port is een samenstelling van de stam van het werkwoord passer en port: haven: Een paspoort is dus oorspronkelijk een vrij geleide op zee, een papier dat toegang tot een haven gaf. In tal van talen is de verkorte vorm pas voor paspoort verbreid, bijvoor beeld in het Duits, Deens, Zweeds en Italiaans. Wij gebruiken het woord pas in de verkleiningsvorm: pasje ook voor: tram kaartje waarmee men op een andere lijn kan overstappen. Dit is een verkorting van het Franse passe-partout: door- slopende toegangskaart. NEW YORK (U.P.) - De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway heeft giste ren medegedeeld, dat hij werkt aan een „lang boek". De schrijver voegde eraan toe dat hij nooit meer voor de film wil schrij ven. In een bekend Amerikaans tijdschrift verscheen een artikel, waarin de nobel- prijswinnaar nog onthulde, dat hij het schrijven van zijn grote boek vier maan den heeft moeten onderbreken voor het schrijven van de filmversie van „De oude man en de zee". Jonge landarbeiders in de sovchoz. Een van de Tselina- We zijn in auto's over dit reusachtige bedrijf gereden en tenslotte uitgekomen op de plaats, waar een van de mobiele oogstcolonnes bezig was: combines rolden over de onafzienbare velden, vrachtwagens stortten het graan op huizenhoge bergen op de opslagplaats, die omringd was door woonwagens en een mobiele kantine. Hier werkten ook de oogstvrijwilligers, die voor twee of drie maanden de lange reis naar de Tselina maken, donkerbruin verbrande studenten in sportbroekjes, aardige jonge meisje, met stevige armen, transpi rerend in dunne jurkjes, onder de hete zon. Er heerste een uitgelaten stemming. Werd hier niet gewerkt voor het heil van het land, stapelde hier het gouden graan zich niet op, is er één land ter wereld, dat zulke stoutmoedige plannen verwezenlijkt? En ze zouden 's avonds niet eens te moe zijn om bij een harmonica te zingen en te dansen. Toen we terugreden naar de Sovchoz joegen de auto's grote stofwolken op, die al die stoutmoedige vrolijkheid een beetje verduisterden. We moesten Zelfs deze oude Russische boer af en toe stil staan om het stof dat soms m de TseUna getrokken, dikke golven over de wagens sloeg, te laten zakken. Daarom vroeg ik aan de agronoom, die ons vergezelde: „Wat doet u eigenlijk tegen erosie?" Hij gaf een ontwijkend ant woord: „Daar zuïlen we ons over een paar jaar mee bezig houden". Ik drong aan: „Zijn er dan geen proefvelden aangelegd?" „Nee", zei hij, „daar was geen tijd voor". Het is nauwelijks te geloven, maar in een boomloos gebied, dat aan alle kanten voorwaarden om een klassiek erosiege- bied te worden, voldoet, waar de wind vrij spel heeft, waar een ongewisse regen val heerst (er viel vorig jaar maar twee maal regen in Koestanaj) scheurt men der tig miljoen hectare, doet men tegen erosie niets anders dan wat mais-coulissen plan ten om 's winters de sneeuw op het land te houden, riskeert men een geërodeerd stofgebied te scheppen, waarbij vergeleken de Amerikaanse „dust-bowl", in het Mid den-Westen, die men na vijftien jaar met veel moeite een beetje in bedwang heeft gekregen, een sintelbaan zou zyn. Waarom? Waarom investeert men hier tientallen miljarden in een va-banque- spel, waarom zendt men hier honderd duizenden jonge mensen heen, onder an dere de onlangs gedemobiliseerden, van wie er hier soms wel driehonderd in één tractor-station werken, om een roofbouw te bedrijven, die een gebied van een mil joen vierka,nte kilometer in gevaar brengt? Waarom kreeg dit plan ineens „prioriteit nummer één"?, desorganiseerde men an- t dere bedrijfstakken, „dropte" men bij wijze wenst, van spreken drie jaar geleden de eerste pioniers in de sneeuw, ging men zo over haast te werk dat er hier en daar een dermate geweldige chaos ontstond, dat zelfs sommige, anders zo meegaande, afge vaardigden in het Russischs parlement in wanhoop naar hun haren grepen? Waarom? Eén man weet het antwoord op die vraag beter dan wie ook. Die man pioniers in de hoofdstraat van de sovchoz is Nikita Kroesjtsjev. Hy kent nauwkeu rig de gevaarlyke agrarische positie van de Sovjet-Unie, een land dat in 1955 slechts vierhonderdduizend koeien meer had dan de 28,8 miljoen, die het in 1916 onder het tsaren-regiem al bezat. Zo suc cesvol als de industrialisering van de USSR verlopen is, zo faliekant is de land bouwpolitiek uitgekomen. Geen harde hand, geen aanmoediging, geen enkele van de vele voltes-face der agrarische politiek heeft het land de steeds weer terugke rende voedselschaarste, hongersnoden soms, ook na de oorlog nog, kunnen be sparen. Daarom is het antwoord op al die waar- oms: „Het moet". Daarom heeft Nikita Kroesjtsjev de grote gok gewaagd, de ont ginning van de Tselina, twintig jaar ge leden aarzelend geprobeerd en mislukt, kon geen uitstel velen. Vorig jaar is de hele onderneming door het uitblijven van de regen, al bijna vastgelopen en kroesjts jev moest terugkrabbelen. Nu heeft hij de weergoden mee. Maar op zijn best kan hij op een paar bumper-oogsten hopen, die een graan-reserve in de voorraadschuren kunnen brengen, kan hij de hemel bidden dat de regenjaren talrijker zullen zijn dan de droge. Nikita Kroesjtsjev heeft zijn naam en zijn positie met dit plan in de waagschaal gelegd. Hij weet dat het Rus sische volk dat zoveel oorlog en honger heeft gekend, boven alles vrede en voedsel Maar zelfs als de gok op korte termijn lukt, blijft daar voor de toekomst het schrikbeeld van de stofzee tussen Oeral en Altai. De Russen, die daaraan denken, zeggen: „We hebben nog ruimte genoeg", spelen een huiveringwekkend gevaarlijk spel. Oogstvrijwilligers. Deze jonge meisjes hebben gehoor gegeven aan de oproep van de reclame biljetten voor de Tselina. OOOD3C<XOCCCOCCCCCOCCC<XX»^<XXXXX:<XCCCCOCCOCCCCCOOCCCC' PARIJS Behalve wijn drinken de Pa- rijzenaars tegenwoordig zoveel water dat in de Franse hoofdstad een ernstig tekort dreigt. De tegenwoordige zomer-consump- tie staat gelijk met de capaciteit van de stadswaterleiding. De Parijzenaars gebrui ken dagelijks 1.100.000 kubieke meter water. Meer kan de stadswaterleiding niet leveren en het watergebruik neemt nog steeds toe. Men verwacht dat de behoefte binnen twintig jaar met 1.400.000 kubieke meter per dag zal zijn gestegen. Een ander probleem is de afschuwelijke smaak van het leidingwater. Per dag wordt 400.000 kubieke meter drinkwater uit de Seine gepompt en gesteriliseerd met chloor. Het Seinewater bevat opgeloste phenol van de fabrieken Phenol. Met chloor geeft het water die onaangename smaak. Om dit op te lossen hebben de waterleidingsautori teiten gedacht aan een pijpleiding tussen Parijs en de Loire. Zo'n leiding kost onge veer een miljard gulden en eer zo'n bedrag wordt goedgekeurd zal er nog heel wat water door de Seine vloeien. (Van onze correspondent in Washington) De conventie van de Republikeinen is gisteren in San Francisco begonnen. De 2600 afgevaardigden en plaatsvervangende gedelegeerden worden in aantal overtrof fen door 4000 vertegenwoordigers van pers, radio en televisie. Het staat vrijwel vast dat Eisenhower en Nixon opnieuw de kan didaten van de Republikeinen zullen zyn voor de posten van president en vice-presi dent. Harold Stassen, die voorkomen wil dat Nixon kandidaat wordt gesteld, heeft geen enkele medestander gevonden onder de belangrijke figuren in de party. Hy zal wel een roepende blyven in een van alle comfort voorziene woestijn. De afgevaardigden van de Republikeinse partij zijn in feite niet naar San Francisco gekomen om te delibereren, maar om te demonstreren en om een vertoning op touw te zetten welker glans op henzelf zal af stralen. Zij zijn niet gekomen om iets te onderzoeken, maar om een plezierige tijd te hebben in deze elegante stadZij hebben een van de grootste risico's geno men die enige partij ooit aanvaard heeft met een zieke en ouder-wordende presi dent, doch zij willen daar niet aan denken. Want om te denken of te handelen op grond van de feiten, zouden zij het gezond heidsprobleem moeten dramatiseren en het vice-presidentschap opnieuw aan een on derzoek moeten onderwerpen en dit is juist het laatste wat zij willen doen, zo stond in de New York Times te lezen. De Republikeinen voelen zich even zeker over het verloop der conventie, als over de afloop van de verkiezingsstrijd. Het enige gevaar dat hun bedreigt is teveel zelfver trouwen. Tenslotte is de verkiezing niet beslist alvorens de stemmen geteld zijn. Zowel voor de Republikeinse leiders als voor de pers is het moeilijk deze conventie te dramatiseren, want werkelijke spanning is afwezig. De Republikeinse conventie is waardiger dan de democratische, doch zij is ook saaier. Het is dan ook niet verwon derlijk, dat de leiders een dankbaar ge bruik maken van filmsterren uit Holly wood, om de bijeenkomsten aantrekkelijker te maken. Na de toonaangevende rede van de gou verneur van de staat Washington, Langley, droeg de filmster Irene Dunn het gebed DJAKARTA (ANP) De Indonesische politie stelt een onderzoek in naar de ver spreiding van pamfletten in Djakarta, waarin de PNI, de Nationalistische Partij, beschuldigd wordt van het voeren van een politiek, die het vestigen van een „Javaans imperialisme" in Indonesië beoogt. De pam fletten waren ondertekend door het Sunda- nese jeugd-front" en bevatten ook ver nederende woorden jegens de persoon van president Sukarno, aldus het persagent schap PIA. In zijn rede op de Indonesische onafhan kelijkheidsdag zei de president, dat de be trekkingen tussen de centrale regering en de provincies „nog niet zijn, zoals zij zouden moeten zijn". voor, dat Eisenhower heeft uitgesproken vóór zijn aanvaardingsrede in 1955. Tege lijkertijd speelde een orkest op gedragen wijze het lied „America, America". De Republikeinen maken er feestelijke dagen en nachten van in San Francisco. Tientallen recepties en bals worden ge houden en vandaag zal Eisenhower een grootse ontvangst bereid worden. Burgerrechten De opstellers van het republikeinse ver kiezingsprogramma hebben het punt „bur gerrechten" als volgt geformuleerd: „De rassenscheiding op Amerikaanse scholen dient zo spoedig mogelijk te worden be ëindigd". De „noordelijken" hadden een sterkere formulering gewenst, doch de „zuidelijken" (mogelijk met steun van het Witte Huis) hebben dit verhinderd. Het programmapunt is in bijna dezelfde be woordingen vervat als de uitspraak van het Hooggerechtshof, waarbij de rassen scheiding op de scholen werd verboden. Verraad Senator Knowland, de leider van de Re publikeinse fractie in de Senaat, verweet de Democraten, dat zij op hun conventie in Chicago „geprobeerd hebben de persoon en het werk van een grote minister van Bui tenlandse Zaken (Dulles) te kleineren aan de vooravond van zijn vertrek naar een internationale conferentie, die mogelijk zal beslissen over oorlog of vrede." Knowland riep de Democraten op met de Republikei nen een verenigd front te vormen tegen de Amerikaanse communistische partij, die hij „de enige partij van het verraad in ons land" noemde. ADVERTENTIE Vrouwen hebben vaak moeilijke en pijnlijke tijden Zij kunnen deze aanmerkelijk verlich ten, ja die pijnen doen verdwijnen door het gebruik van Togal, de grote pijnverdrijver. Togal is onschadelijk voor hart, nieren en maag. Bij apotheek en drogist 0.95, 2.40 en ƒ8.88. HAARLEM. Te Heemstede is Zater dagmiddag, te 12 uur precies, door den Burgemeester, mr. D. E. van Lennep, de eerste steen gelegd voor het nieuwe Raad huis, in tegenwoordigheid van de heeren Raadsleden. De Burgemeester hield daarbij een toespraak tot de architecten, de heeren Jos Cuypers, Jan Stuyt en Etmans. Daarna werd het woord gevoerd door den oudsten wethouder, den heer Peeperkom, en door den heer Jos Cuypers. De steiger was feestelijk versierd. Na afloop der plechtigheid vereenigden de aanwezigen zich in het oude Raadhuis, waar champagne werd aangeboden. Ook het werkvolk werd onthaald.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5