In de Tselina - maagdelijke steppen -
oogst men het gouden graan
Republikeinen hebben geen andere
keus dan Eisenhower en Nixon
Vijftig jaar geleden
Erosie vreet echter aan de
velden en het stof waait
van de Oeral tot de Altai
SLACHTOFFER
KROESJTSJEVS GROOTSTE GOK
^Hoe is het ontstaan?'")
Sterren van Hollywood en fuifjes moeten hun
conventie in San Francisco luister bijzetten
Meer dan dertig Algerijnse
opstandelingen gesneuveld
Anti-Franse demonstratie
van Indonesische studenten
Vergeten
Dit woord:
PASPOORT
Hemingway wil nooit
meer voor film schrijven
Uitgelaten
Geen tijd
Het moet
Watertekort in Parijs
„Javaans imperialisme" in
pamfletten gelaakt
Vrouwen
Uit Haarlems Dagblad
van 21 augustus 1906
O i IN S u A G 21 AUGUSTUS
1956
Dwars door de opwinding, die de voor
bereiding der Amerikaanse presidentsver
kiezingen reeds heeft veroorzaakt, speelt
een sinistere menselijke tragedie, die men
symbolisch zou kunnen voorstellen als het
verhaal van Sint Joris en de draak
waarbij Sint Joris echter, in tegenstelling
met het verloop in de legende, onvermijde
lijk gevaar loopt door het monster te wor
den verslonden.
President Eisenhower heeft zijn thans
bijna geëindigde ambtsperiode vervuld met
alle ups en downs die men van deze, niet
in de politiek geschoolde, figuur had kun
nen verwachten. Doch welke tekortkomin
gen zijn beleid ook hebben gekenmerkt,
hij heeft altijd de duidelijke indruk ge
maakt van een idealistisch en met edele
ijver vervuld Amerikaan, die zijn persoon
lijk leven zonder voorbehoud in dienst
wenste te stellen van zijn land. Zijn poli
tieke ongeschooldheid, nog nadrukkelijker
geaccentueerd door zijn militaire geneigd-
heid van recht-door-zee en op-de-man-af
handelen, heeft hem de allure van een
onstandvastig en aarzelend staatsman ge
geven, die in moeilijke situaties zijn advi
seurs en medewerkers niet met de vereiste
vastbeslotenheid tegemoet trad. Zijn beleid
is voor de internationale verhoudingen niet
zegenrijk geweest niet zo zegenrijk als
hij zichzelf ongetwijfeld had voorgesteld.
Doch dit alles neemt niet weg, dat hij zich
naar volle vermogen en zelfs daarboven
heeft ingespannen. Het monster politiek,
dat hij te bevechten kreeg, heeft hem
echter telkens weer verslagen en zijn
lichamelijke moeilijkheden zijn zonder
twijfel grotendeels bevorderd door de ont
zaglijke eisen, die dit gevecht aan zijn
krachten heeft gesteld.
Een man als Eisenhower, die door zijn
recente lichamelijke storingen als onge
schikt moet worden beschouwd een der
gelijke zware taak te blijven voortzetten,
zou geen verwijt kunnen worden gemaakt
wanneer hij na afloop van zijn ambts
periode de politiek vaarwel zou zeggen en
zijn laatste levensjaren in rust en onbe
zorgdheid zou gaan doorbrengen. Doch het
monster laat hem niet los. Niet alleen
dwingt het hem in de politieke arena te
blijven en zijn resterende krachten op te
offeren aan het belang van zijn partij, doch
tevens wordt hij met harteloze vrijmoedig
heid het voorwerp van koelbloedige specu
laties. Wanneer men het Engelse zondags
blad „The People" leest, dat statistische
berekeningen heeft opgezet over de tijd,
die Eisenhower nog rest en met waarlijk
gruwelijke nuchterheid vaststelt, dat de
president in twee „ziekten-categorieën"
valt die elk nog nauwelijks vier jaar leven
toestaan, dan vraagt men zich af of de
politiek niet van alle menselijkheid is af
gedwaald en daardoor alle elementen van
humaniteit en sportiviteit mist. Men kan
met recht betogen, dat Eisenhower een
slachtoffer van die politiek is geworden.
Doch wanneer men slachtoffers, die om
hun leven worstelen, gaat tarten en hun
het naderende einde met zulke nuchtere
cijfers voorspelt, krijgt het drama een
sinister aspect, dat zelfs in de politieke
praktijken niet getolereerd zou mogen
worden.
Het tragische spel met een mensenleven
vindt In de geschiedenis der wereldpolitiek
talrijke precedenten. Men denke aan spe
culatieve koningshuwelijken, opvolgingen
van kinderen en intrigante dwangmaat
regelen tegen leden van vorstenhuizen,
vaak uitgeoefend door ouders tegen kin
deren of broeders tegen broeders. En het
tragische lot, dat Eisenhower thans be
schoren is en waaraan hij zich als man
van eer en idealist blijkbaar niet wenst te
onttrekken werpt opnieuw een schril
licht op de duivelse trekken van het mon
ster, dat niet ophoudt slachtoffers te
maken. J-L.
ALGIERS (United Press) In een
bloedig gevecht ten zuidoosten van Bone in
Algerije hebben Franse troepen 32 op
standelingen gedood. Een sterke Franse
eenheid stootte op een bende nationalisten
van ongeveer honderdvijftig man. De op
standelingen trokken zich in de heuvels
terug, nadat zij 32 man verloren hadden.
DJAKARTA (United Press) Twee
duizend wild schreeuwende studenten zijn
door het hek om het huis van de Franse
ambassadeur in Djakarta gedrongen om te
protesteren tegen het Franse bewind in
Algerije. De demonstratie werd gehouden
ter gelegenheid van de eerste verjaardag
van de massale revolte in Algerije. „Leve
Algerije" schreeuwend, marcheerden de
studenten naar het huis van de gedelegeer
de van de Algerijnse beweging, naar de
woning van premier Ali Sastroa mid jojo en
naar die van de Franse ambassadeur. De
studenten braken door het hek, maar kre
gen van bedienden te horen dat de'ambas
sadeur afwezig was. 's Avonds werd ge
tracht hem telefonisch te bereiken, maar de
hoorn werd niet opgenomen.
In een petitie der studenten wordt ge
protesteerd tegen de „politieke onderdruk
king" der Fransen in Algerije en wordt
verlangd dat Frankrijk onafhankelijkheid
aan Algerije zal verlenen. In een speech
in hef Merdeka-paleis vertelde de Alge
rijnse gedelegeerde Mohammed Ben Yahya
aan de studenten: „viervijfde van de Franse
NAVO-strijdkrachten vecht, thans tegen de
Algerijnen en alle Franse activiteit van
onderdrukking wordt officieel door de
NAVO gesteund".
President Sukarno heeft verklaard, dat
alleen door eenheid van onderdrukte vol
ken in India, Egypte, Indonesië en Indo
china het moderne imperialisme bestreden
kan worden.
(Van onze reisredacteur)
ALMA ATA. De zon was al onder toen wij in de lauwe zomernacht neer
streken op het vliegveld van Koestanaj, dat nauwelijks van de omringende
steppen te onderscheiden was. Alleen een rij donkergroene tweedekkertjes en
een eenvoudig stationsgebouwtje tekenden de landingsbaan af van Koestanaj,
dat men de hoofdstad noemt van de Tselina. Tselina betekent „maagdelijke
gebieden", de onafzienbare steppen tussen de Oeral en Altai-gebergten, op
last van Nikita Kroesjtsjev opengescheurd en met tarwe ingezaaid, om de
graanproduktie met de vijftig miljoen ton te verhogen, die het brood in de
kast van de Sovjet-burgers moeten garanderen. De Tselina is ook het onder
werp van de propaganda-campagnes, die de jeugd moeten opwekken zich te
vestigen in Noord-Kazakhstan, in Zuid-Siberië of in de Altai. Overal in de
U.S.S.R. hangen de platen van een moeder of een meisje, dat zegt: „Jongen, ga
naar de Tselina, ik zal trots op je zijn". Deze pioniersgeest hing inderdaad
op dat sobere vliegveld van Koestanaj, waar een groep machinisten, die
tractoren en „combines" in de Oekraine ging halen, op het vertrek van hun
vliegtuig wachtte. De mannen dromden in de schemering om ons heen, de
zwarte petten vierkant op het hoofd en er was trots in hun stemmen, die
zeiden: „Er is in ons gebied vijf millioen hectare ingezaaid, tegen één miljoen
vroeger. We hebben veel regen gehad, de tarwe staat zo hoog dat een man
op een paard erin verdwijnt". Een tractor-bestuurder zei uitdagend: „Ik ga dit
jaar dertigduizend roebel verdienen" en een combine-bestuurder: „En ik
twee-en-twintigduizend". De stationschef kwam erbij. Hij kende zijn cijfers:
Er zijn 425 nieuwe sovchozen (grote staatsboerderijen) gesticht in de Tselina.
Alleen al in het gebied van Koestanaj, dat twee maal zo groot is als Frankrijk,
hebben zich honderdduizend mensen gevestigd. De eerste oogsten geven dit
jaar 3300 kilo per hectare". Zij waren zo trots en vol hoop, deze pioniers van de
de Tselina, dat zij er haast agressief van werden, brooddronken van de op komst
zijnde verdiensten en de ruimte van hun land, zeiden zij tartend: „Zo iets
hebben jullie in het Westen niet".
Inderdaad, zo iets hebben wij in het Westen niet. In de nacht opgestegen, vlogen
wij de volgende ochtend nóg over de Tselina. De eindeloze grijs-blauw-groene
steppen hielden niet op. Met de vrijgevigheid van de ruimte had men er hier en
daar de stukken cultuurgrond op uitgespreid, gele graan- f
oceanen, donkere vierkante braak-liggende „zwarte aarde",
een eindeloze vlakte zonder één boom. Ja, zonder één boom:
in het koele, nuchtere licht van de ochtend verbleekte de
inspiratie van het gesprek in de nacht, want van twee
duizend meter hoogte zag men de noodlottige prijs, die voor
die vijftig miljoen ton graan betaald moet worden: erosie.
Men herinnerde zich het woordje dat de avond tevoren
even een bezorgde stilte in het gesprek had doen vallen.
De hete, alles verschroeiende steppewind, die in één dag
een oogst kan wegbranden. Maar ook gewone winden richten
hier al ravages aan. Waar ik keek zag ik tussen de ge
scheurde gronden de veelbetekenende grijze vlekken, de
wonden en de zere plekken, die de wind erosie achter
laat in de grond.
Erosie, het woord bleef mij in de gedachten spelen,
toen wij de volgende dag een nieuw sovchoz op tachtig
kilometer van Alma Ata, Kazakhstans hoofdstad gingen
bezoeken.. Dit was een van de 425 gigantische staatsboerde
rijen, die de dertig miljoen hectare van de Tselina in cultuur
brengen. Het bedrijf beheerde dertigduizend hectare land
bouwgrond en vijftigduizend hectare weide. Er werkten 1500
mensen, die in een klein dorp woonden, dat deed denken
aan de Wieringermeer in de beginperiode. Sobere lemen
huizen, wat gemeenschappelijke gebouwen, een kliniek, een
school, een apotheek, een bibliotheek. Het bedrijf was in 1955
opgezet, het jaar waarin de grote slag om de Tselina begon.
Het beschikt nu over twaalf zware, 54 middelzware en vijf
lichte tractoren en 75 „combines". Het haalt een tarwe-
produktie van 1600 gilo per hectare (Nederlandse produktie-
gemiddelde: 3925 kilo per hectare), had in het vorige slechte
oogstjaar een kwart miljoen roebels verlies geleden, maar
hoopte dit jaar op een winst van 1.200.000 roebel. Deze
becijfering is gebaseerd op een produktie van duizend kilo
per hectare.
De winstberekening bleef wat duister, want de boekhouder,
die wel wist wat zijn beraamde winst was, kon slechts met
veel moeite zijn afschrijvingscijfer op de kapitaalinvestering
van twintig miljoen roebel achterhalen. Het bleek tenslotte
vier en een kwart percent te zijn, merkwaardig laag voor een
kostbare en aan hoge slijtage onderhevige mechanische
landbouwuitrusting. Nochtans, dat er dit jaar winst in zou
zitten, stond vast. De steppenwind soechowei was
weggebleven, het jaargemiddelde van 250 millimeter regen
val (Nederland ongeveer 800) was ruimschoots overschreden,
de rampzalige misoogst van vorig jaar was vergeten.
Gewoonlijk gebruikt men de verkorte
vorm: pas. Het volledige woord is uit
het Frans overgenomen. Passe-port is
een samenstelling van de stam van het
werkwoord passer en port: haven: Een
paspoort is dus oorspronkelijk een vrij
geleide op zee, een papier dat toegang
tot een haven gaf.
In tal van talen is de verkorte vorm
pas voor paspoort verbreid, bijvoor
beeld in het Duits, Deens, Zweeds en
Italiaans.
Wij gebruiken het woord pas in de
verkleiningsvorm: pasje ook voor: tram
kaartje waarmee men op een andere lijn
kan overstappen. Dit is een verkorting
van het Franse passe-partout: door-
slopende toegangskaart.
NEW YORK (U.P.) - De Amerikaanse
schrijver Ernest Hemingway heeft giste
ren medegedeeld, dat hij werkt aan een
„lang boek". De schrijver voegde eraan toe
dat hij nooit meer voor de film wil schrij
ven. In een bekend Amerikaans tijdschrift
verscheen een artikel, waarin de nobel-
prijswinnaar nog onthulde, dat hij het
schrijven van zijn grote boek vier maan
den heeft moeten onderbreken voor het
schrijven van de filmversie van „De oude
man en de zee".
Jonge landarbeiders in de sovchoz.
Een van de Tselina-
We zijn in auto's over dit reusachtige bedrijf
gereden en tenslotte uitgekomen op de plaats,
waar een van de mobiele oogstcolonnes bezig
was: combines rolden over de onafzienbare velden,
vrachtwagens stortten het graan op huizenhoge
bergen op de opslagplaats, die omringd was door
woonwagens en een mobiele kantine. Hier werkten
ook de oogstvrijwilligers, die voor twee of drie
maanden de lange reis naar de Tselina maken,
donkerbruin verbrande studenten in sportbroekjes,
aardige jonge meisje, met stevige armen, transpi
rerend in dunne jurkjes, onder de hete zon.
Er heerste een uitgelaten stemming. Werd hier
niet gewerkt voor het heil van het land, stapelde
hier het gouden graan zich niet op, is er één
land ter wereld, dat zulke stoutmoedige plannen
verwezenlijkt? En ze zouden 's avonds niet eens
te moe zijn om bij een harmonica te zingen en te
dansen.
Toen we terugreden naar de Sovchoz joegen de
auto's grote stofwolken op, die al die stoutmoedige
vrolijkheid een beetje verduisterden. We moesten Zelfs deze oude Russische boer
af en toe stil staan om het stof dat soms m de TseUna getrokken,
dikke golven over de wagens sloeg, te laten
zakken. Daarom vroeg ik aan de agronoom, die
ons vergezelde: „Wat doet u eigenlijk
tegen erosie?" Hij gaf een ontwijkend ant
woord: „Daar zuïlen we ons over een paar
jaar mee bezig houden". Ik drong aan:
„Zijn er dan geen proefvelden aangelegd?"
„Nee", zei hij, „daar was geen tijd voor".
Het is nauwelijks te geloven, maar in
een boomloos gebied, dat aan alle kanten
voorwaarden om een klassiek erosiege-
bied te worden, voldoet, waar de wind
vrij spel heeft, waar een ongewisse regen
val heerst (er viel vorig jaar maar twee
maal regen in Koestanaj) scheurt men der
tig miljoen hectare, doet men tegen erosie
niets anders dan wat mais-coulissen plan
ten om 's winters de sneeuw op het land
te houden, riskeert men een geërodeerd
stofgebied te scheppen, waarbij vergeleken
de Amerikaanse „dust-bowl", in het Mid
den-Westen, die men na vijftien jaar met
veel moeite een beetje in bedwang heeft
gekregen, een sintelbaan zou zyn.
Waarom? Waarom investeert men hier
tientallen miljarden in een va-banque-
spel, waarom zendt men hier honderd
duizenden jonge mensen heen, onder an
dere de onlangs gedemobiliseerden, van
wie er hier soms wel driehonderd in één
tractor-station werken, om een roofbouw
te bedrijven, die een gebied van een mil
joen vierka,nte kilometer in gevaar brengt?
Waarom kreeg dit plan ineens „prioriteit
nummer één"?, desorganiseerde men an- t
dere bedrijfstakken, „dropte" men bij wijze wenst,
van spreken drie jaar geleden de eerste
pioniers in de sneeuw, ging men zo over
haast te werk dat er hier en daar een
dermate geweldige chaos ontstond, dat
zelfs sommige, anders zo meegaande, afge
vaardigden in het Russischs parlement in
wanhoop naar hun haren grepen?
Waarom? Eén man weet het antwoord
op die vraag beter dan wie ook. Die man
pioniers in de hoofdstraat van de sovchoz
is Nikita Kroesjtsjev. Hy kent nauwkeu
rig de gevaarlyke agrarische positie van
de Sovjet-Unie, een land dat in 1955
slechts vierhonderdduizend koeien meer
had dan de 28,8 miljoen, die het in 1916
onder het tsaren-regiem al bezat. Zo suc
cesvol als de industrialisering van de
USSR verlopen is, zo faliekant is de land
bouwpolitiek uitgekomen. Geen harde
hand, geen aanmoediging, geen enkele van
de vele voltes-face der agrarische politiek
heeft het land de steeds weer terugke
rende voedselschaarste, hongersnoden
soms, ook na de oorlog nog, kunnen be
sparen.
Daarom is het antwoord op al die waar-
oms: „Het moet". Daarom heeft Nikita
Kroesjtsjev de grote gok gewaagd, de ont
ginning van de Tselina, twintig jaar ge
leden aarzelend geprobeerd en mislukt,
kon geen uitstel velen. Vorig jaar is de
hele onderneming door het uitblijven van
de regen, al bijna vastgelopen en kroesjts
jev moest terugkrabbelen. Nu heeft hij de
weergoden mee. Maar op zijn best kan hij
op een paar bumper-oogsten hopen, die
een graan-reserve in de voorraadschuren
kunnen brengen, kan hij de hemel bidden
dat de regenjaren talrijker zullen zijn dan
de droge. Nikita Kroesjtsjev heeft zijn
naam en zijn positie met dit plan in de
waagschaal gelegd. Hij weet dat het Rus
sische volk dat zoveel oorlog en honger
heeft gekend, boven alles vrede en voedsel
Maar zelfs als de gok op korte termijn
lukt, blijft daar voor de toekomst het
schrikbeeld van de stofzee tussen Oeral en
Altai. De Russen, die daaraan denken,
zeggen: „We hebben nog ruimte genoeg",
spelen een huiveringwekkend gevaarlijk
spel.
Oogstvrijwilligers. Deze jonge
meisjes hebben gehoor gegeven
aan de oproep van de reclame
biljetten voor de Tselina.
OOOD3C<XOCCCOCCCCCOCCC<XX»^<XXXXX:<XCCCCOCCOCCCCCOOCCCC'
PARIJS Behalve wijn drinken de Pa-
rijzenaars tegenwoordig zoveel water dat
in de Franse hoofdstad een ernstig tekort
dreigt. De tegenwoordige zomer-consump-
tie staat gelijk met de capaciteit van de
stadswaterleiding. De Parijzenaars gebrui
ken dagelijks 1.100.000 kubieke meter
water. Meer kan de stadswaterleiding niet
leveren en het watergebruik neemt nog
steeds toe. Men verwacht dat de behoefte
binnen twintig jaar met 1.400.000 kubieke
meter per dag zal zijn gestegen.
Een ander probleem is de afschuwelijke
smaak van het leidingwater. Per dag wordt
400.000 kubieke meter drinkwater uit de
Seine gepompt en gesteriliseerd met chloor.
Het Seinewater bevat opgeloste phenol van
de fabrieken Phenol. Met chloor geeft het
water die onaangename smaak. Om dit op
te lossen hebben de waterleidingsautori
teiten gedacht aan een pijpleiding tussen
Parijs en de Loire. Zo'n leiding kost onge
veer een miljard gulden en eer zo'n bedrag
wordt goedgekeurd zal er nog heel wat
water door de Seine vloeien.
(Van onze correspondent in Washington)
De conventie van de Republikeinen is
gisteren in San Francisco begonnen. De
2600 afgevaardigden en plaatsvervangende
gedelegeerden worden in aantal overtrof
fen door 4000 vertegenwoordigers van pers,
radio en televisie. Het staat vrijwel vast
dat Eisenhower en Nixon opnieuw de kan
didaten van de Republikeinen zullen zyn
voor de posten van president en vice-presi
dent. Harold Stassen, die voorkomen wil
dat Nixon kandidaat wordt gesteld, heeft
geen enkele medestander gevonden onder
de belangrijke figuren in de party. Hy zal
wel een roepende blyven in een van alle
comfort voorziene woestijn.
De afgevaardigden van de Republikeinse
partij zijn in feite niet naar San Francisco
gekomen om te delibereren, maar om te
demonstreren en om een vertoning op touw
te zetten welker glans op henzelf zal af
stralen. Zij zijn niet gekomen om iets te
onderzoeken, maar om een plezierige tijd
te hebben in deze elegante stadZij
hebben een van de grootste risico's geno
men die enige partij ooit aanvaard heeft
met een zieke en ouder-wordende presi
dent, doch zij willen daar niet aan denken.
Want om te denken of te handelen op
grond van de feiten, zouden zij het gezond
heidsprobleem moeten dramatiseren en het
vice-presidentschap opnieuw aan een on
derzoek moeten onderwerpen en dit is juist
het laatste wat zij willen doen, zo stond in
de New York Times te lezen.
De Republikeinen voelen zich even zeker
over het verloop der conventie, als over de
afloop van de verkiezingsstrijd. Het enige
gevaar dat hun bedreigt is teveel zelfver
trouwen. Tenslotte is de verkiezing niet
beslist alvorens de stemmen geteld zijn.
Zowel voor de Republikeinse leiders als
voor de pers is het moeilijk deze conventie
te dramatiseren, want werkelijke spanning
is afwezig. De Republikeinse conventie is
waardiger dan de democratische, doch zij
is ook saaier. Het is dan ook niet verwon
derlijk, dat de leiders een dankbaar ge
bruik maken van filmsterren uit Holly
wood, om de bijeenkomsten aantrekkelijker
te maken.
Na de toonaangevende rede van de gou
verneur van de staat Washington, Langley,
droeg de filmster Irene Dunn het gebed
DJAKARTA (ANP) De Indonesische
politie stelt een onderzoek in naar de ver
spreiding van pamfletten in Djakarta,
waarin de PNI, de Nationalistische Partij,
beschuldigd wordt van het voeren van een
politiek, die het vestigen van een „Javaans
imperialisme" in Indonesië beoogt. De pam
fletten waren ondertekend door het Sunda-
nese jeugd-front" en bevatten ook ver
nederende woorden jegens de persoon van
president Sukarno, aldus het persagent
schap PIA.
In zijn rede op de Indonesische onafhan
kelijkheidsdag zei de president, dat de be
trekkingen tussen de centrale regering en
de provincies „nog niet zijn, zoals zij zouden
moeten zijn".
voor, dat Eisenhower heeft uitgesproken
vóór zijn aanvaardingsrede in 1955. Tege
lijkertijd speelde een orkest op gedragen
wijze het lied „America, America".
De Republikeinen maken er feestelijke
dagen en nachten van in San Francisco.
Tientallen recepties en bals worden ge
houden en vandaag zal Eisenhower een
grootse ontvangst bereid worden.
Burgerrechten
De opstellers van het republikeinse ver
kiezingsprogramma hebben het punt „bur
gerrechten" als volgt geformuleerd: „De
rassenscheiding op Amerikaanse scholen
dient zo spoedig mogelijk te worden be
ëindigd". De „noordelijken" hadden een
sterkere formulering gewenst, doch de
„zuidelijken" (mogelijk met steun van het
Witte Huis) hebben dit verhinderd. Het
programmapunt is in bijna dezelfde be
woordingen vervat als de uitspraak van
het Hooggerechtshof, waarbij de rassen
scheiding op de scholen werd verboden.
Verraad
Senator Knowland, de leider van de Re
publikeinse fractie in de Senaat, verweet
de Democraten, dat zij op hun conventie in
Chicago „geprobeerd hebben de persoon en
het werk van een grote minister van Bui
tenlandse Zaken (Dulles) te kleineren aan
de vooravond van zijn vertrek naar een
internationale conferentie, die mogelijk zal
beslissen over oorlog of vrede." Knowland
riep de Democraten op met de Republikei
nen een verenigd front te vormen tegen de
Amerikaanse communistische partij, die hij
„de enige partij van het verraad in ons
land" noemde.
ADVERTENTIE
Vrouwen hebben vaak moeilijke en pijnlijke
tijden Zij kunnen deze aanmerkelijk verlich
ten, ja die pijnen doen verdwijnen door het
gebruik van Togal, de grote pijnverdrijver.
Togal is onschadelijk voor hart, nieren en
maag. Bij apotheek en drogist 0.95, 2.40
en ƒ8.88.
HAARLEM. Te Heemstede is Zater
dagmiddag, te 12 uur precies, door den
Burgemeester, mr. D. E. van Lennep, de
eerste steen gelegd voor het nieuwe Raad
huis, in tegenwoordigheid van de heeren
Raadsleden. De Burgemeester hield
daarbij een toespraak tot de architecten,
de heeren Jos Cuypers, Jan Stuyt en
Etmans. Daarna werd het woord gevoerd
door den oudsten wethouder, den heer
Peeperkom, en door den heer Jos
Cuypers.
De steiger was feestelijk versierd. Na
afloop der plechtigheid vereenigden de
aanwezigen zich in het oude Raadhuis,
waar champagne werd aangeboden. Ook
het werkvolk werd onthaald.