Noordwijkerhout's honderd
jarige kan nog niet „niksen"
Inwendig
Waarschuwing
Democratie
Oud worden Dan moet je ploeteren
Vroeger - met cape en hoge hoed -
overwegwachteres in Lisse
Papierpakhuis in Amsterdam
door felle brand vernield
Italiaan filmt Dante's
„Goddelijke komedie"
Lefiensmlttel-
Grundkarte
Juni 1?56
DISTRIBUTIEKAARTEN IN 1956
Ongeldige briefjes van 'f 25
kunnen nog worden
ingewisseld
Meisje te Musselkanaal op
tragische wijze omgekomen
Jongen, die zijn stiefzuster
met mes stak, aangehouden
DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1956
Enige tijd geleden is in vele Nederlandse
dagbladen een vreemde advertentie ver
schenen, die in zoverre afweek van nor
male reclamepublicaties dat zij geen pro
paganda voor een of ander produkt inhield,
doch de krantenlezer slechts een zeer
eenvoudige puzzel op te lossen gaf,
waarbij hem aanlokkelijke prijzen in het
vooruitzicht werden gesteld. Het vreemde
van deze advertentie datzij niets vroeg,
doch slechts goede dingen gratis scheen te
beloven heeft uiteraard de advertentie
afdelingen der bladen waarbij ook de
onze achterdochtig gemaakt. En aange
zien geen enkele advertentieafdeling haar
lezers de dupe van een malafide adver
teerder wenst te doen worden, werd te be-
voegder plaatse naar de betrouwbaarheid
van advertentie en adverteerder geïnfor
meerd. Deze informaties waren echter gun
stig, zodat de plaatsing der advertentie
doorgang kon vinden.
Thans echter 'lijkt het erop, dat de ad
vertentie wel degelijk een gewiekste lok
roep is geweest voor goedgelovigen met het
doel, munt te slaan uit het totstandge
komen contact. De oplossers van de puzzel
kregen of krijgen alsnog een mede
deling thuis, dat zij in aanmerking komen
voor een der uitgeloofde prijzen (die echter
niet omschreven wordt) doch dat hij de
kosten zal moeten betalen voor vracht en
verpakking. Ook kan hij de prijs zelf op
halen.... in Zwitserland! Dan krijgt hij
het geheimzinnige voorwerp gratis mee.
Kan hij niet komen, dan moet hij het be
drag van de kosten overmaken. De Zwit
serse firma heeft echter een goed hart. Zij
wil deze kosten aan de gelukkige prijswin
naar besparen door hem als vergoeding
daarvoor ook nog een reproduktie van een
landschap toe te zenden, naast de gewon
nen prijs. De kosten bedragen 5,50. Na
tuurlijk zullen niet velen vijfeneenhalve
gulden naar Zwitserland sturen voor een
prijs en een plaat, die zij niet hebben ge
zien. Doch nu komt de slimmigheid om de
hoek kijken. In de oorspronkelijke adver
tentie waren namelijk schitterende hoofd
prijzen vermeld, zoals een auto, een verblijf
van vier weken in Sankt Moritz of aan het
Vierwoudstedenmeer, fototoestellen en
automatische horloges. Deze hoofdprijzen
blijken nog niet verdeeld. Zij zullen ver
deeld worden onder degenen, die hun naam
en adres duidelijk vermelden op.... het
postwisselstrookj e.
Wij willen niet beweren dat nooit iemand
meer iets van deze schitterende hoofdprij
zen zal vernemen, zodra hij zijn 5,50
heeft geofferd en evenmin dat deze prij
zen wellicht niet eens bestaan. Doch alleen
al omdat onder de gunstigste omstandig
heden deze opzet een loterij met loten van
5,50 blijkt te zijn, waarop als deelnemings
premie een kleurenplaat en een niet ger-
noemd voorwerp verstrekt wordt en waar
van de betrouwbaarheid in elk opzicht on
controleerbaar is, willen wij degenen onder
onze lezers, die door deze Zwitserse onder
neming naar aanleiding van hun rebusop
lossing zijn aangeschreven, in ernstige
overweging geven hun goede geld op
andere wijze te besteden of in hun zak te
houden, omdat het gehele aspect van deze
prijsvraag dermate dubieus is, dat men
grote kans op teleurstelling loopt.
Ten aanzien van de wijze waarop de
Westduitse Bondsrepubliek heeft afgere
kend met de communistische partij, is de
zegswijze: het bloed kruipt waar het niet
gaan kan, in diverse richtingen toepasse
lijk. De gang van zaken bij de onwettig-
verklaring der Westduitse communistische
organisatie doet duidelijk uitkomen, hoe
zeer men in de politiek de draagwijdte en
de betekenis van eigen idealen moet be
seffen en beleven, wil men zich hoeden voor
vergissingen die op zelf ondermijning uit
lopen. Toen Adenauer, de Westduitse
bondskanselier, in 1951 zijn aanklacht
tegen de communisten indiende bij het
federale hof te Karlsruhe, dat zou moeten
uitmaken of de Grondwet ruimte liet voor
een buiten de wet stellen van de commu
nistische partij, geschiedde dat onder het
motto dat de communisten erop uit waren,
de Westduitse democratische orde te ver
storen. Wat houdt deze democratische orde
echter in? Misschien is de definitie der
democratie in Duitsland anders dan elders,
maar volgens algemene opvattingen moet
zij naar de letter van haar eigen wezen
steunen op vrijheid van vereniging en
vergadering, vrijheid van politieke organi
satie en vrijheid van meningsuiting. Bij
alle vrijheden die een democratische
Grondwet garandeert, zijn deze de voor
naamste. En een Grondwet, die ruimte laat
voor juridische ontduiking van haar eigen
vrijheden, geeft een onvoldoende garantie.
In West-Duitsland zijn nu zowel de rechtse
als de linkse extremisten formeel buiten de
wet gesteld. Aangezien de Westduitse de
mocratische orde zich verminkt, kan het
regime dat een dergelijke verminking via
juridische spitsvondigheid gebruikt voor
zijn eigen machtsconsolidatie, met recht een
gebrek aan democratisch besef worden
verweten. Het Duitse bloed kruipt ook in
de democratie waar het niet gaan kan.
Doch dat ook het communistische bloed
sluikwegen bewandelt, nu het zijn recht tot
openlijk gaan heeft verloren, behoeft niet
betwijfeld te worden. De nalionaal-socia-
listische ideeën zijn door het verbod der
rechtse extremistische partij niet uit de
Duitse geest verdwenen. En dat is ook het
kenmerk van de fout, die beginsel-onvaste
democraten in hun ijver vaak begaan: zij
menen ten onrechte dat ideeën te smoren
zijn in verboden en wetten. Zij schieten
tekort in de toepassing der democratische
consequenties, die vaak hard en ogen
schijnlijk doelloos, doch in hun wijdere
strekking altijd vruchtdragend en impo
nerend zijn. Zij durven de ideële strijd niet
aan, en denken met de toepassing hunner
macht ook hun recht te bewijzen.
Het is jammer, dat de Westduitse demo
cratie niet heeft kunnen tonen, uit het
beste hout gesneden te zijn.
(Van een verslaggever)
„ALS JE OUD WILT WORDEN, moet je heel hard werken", zegt Petronella
van den Nieuwendijk—van Kampen. En zij kan het weten, want deze Noord-
wijkerhoutse hééft heel haar leven moeten ploeteren en zij is er oud bij ge
worden, bijna honderd jaar zelfs. En ze ziet ernaar uit, of ze nog minstens
een jaar of tien meekan, zo vief als ze nog uit haar ogen kijkt wanneer zij,
rechtop in haar hoekje bij het raam zit. Woensdag 3 september maakt Petro
nella de eeuw vol en natuurlijk zal het dan feest zijn in het huisje aan de
Pilaarweg, waar zij nu al jaren met haar zoon Martinus en haar dochter Zus
beide ook al ver in de zestig woont. De dorpsharmonie zal een aubade
brengen; de burgemeester zelf komt haar gelukwensen en de meeste kinderen,
klein- en achterkleinkinderen, bijna zeventig in totaal, zullen ook van de partij
zijn. Maar het meest verheugt Petronella zich op die dag om het weerzien met
haar oudste, Antonius, die sinds dertig jaar als missionaris in de Kongo werkt.
Voor deze gelegenheid echter zal hij overkomen en als zij daarover spreekt
een beetje mummelend, maar toch woord voor woord verstaanbaar moet ze
toch even met haar mouw een traan wegvegen.
Maar overigens heeft
zij stellig geen last
van treurigheid; in
tegendeel zegt Marti
nus, het is een echte
vrolijke Frans. En
dat blijkt ook wel,
want telkens weer
mengt zij zich in het
gesprek met vragen
en opmerkingen, ter
wijl haar kwieke oog
jes heen en weer
flitsen tussen haar
zoon en de verslag
gever. „Mot dat nou",
vraagt ze bijvoor
beeld aan „Zus" als
deze de journalist
een glaasje eigen
gemaakte advocaat
aanbiedt, „straks heb
je niks meer over
voor het feest!" En
als iedereen dan
een beetje verlegen
zwijgt, schatert ze het
uit van de pret.
„Ja, zo is moeder
nou altijd gewee:it",
zegt Martin. Altijd
vol grapjes en het
zonnetje in huis.
Zingend staat ze
's morgens op en
zingend gaat ze
's avonds naar bed.
Je hebt er geen kind
an. Alleen: stilzitten
kan ze niet. Als ze
een halfuurtje in haar
stoeltje gezeten heeft
een rechte, houten
stoel, want een met
kussens en armleunings die w.-.l ze met -
dan wordt ze onrustig. Ze moet altijd maar
bezig zijn, een beetje afstoffen, tafeldek
ken of wat dan ook anders is ze niet op
'r gemak.
De kippen verzorgen en eieren rapen is
haar werk en ook de aardappels schilt
ze elke dag weeraan. En als er helemaal
niks te doen valt en het is goed weer, dan
gaat ze in de tuin een praatje maken met
Martin, die een stukje bollenland heeft.
Hard werken is ze trouwens van jongsaf
gewend, deze krasse honderdjarige. Toen
ze zeven jaar was, moest ze haar moeder
die uit werksteren ging, in het huishouden
vervangen. Ze kookte de middagpot, ver
zorgde vier zusjes en broertjes en hield
het huis schoon. Dat was in „De vier
huisjes" in Zandsloot waar vader als land
arbeider een heel magere boterham ver
diende. Tot haar eenentwintigste bleef Pe
tronella thuis, toen werd ze meid bij de
boeren. Eerst bij Aart Verhey in Zoeter-
wou, waar ze weet het nog precies
„Wie kan keeren de hand des Heeren?"
op het hek stond en waar zij een vol
slagen boerenknecht verving; later bij Dirk
van Ruiten, dichter in de buurt. Dat was
hard zwoegen: stallen schrobben, hooi
Bij mooi weer zei] kippen verzorgen.
oogsten, piepers rooien en al wat er meer
te doen valt op zo'n boerenbedoening.
Toen ze 28 was, trouwde zij met de
spoorwegwerker Arie van den Nieuwen
dijk en door dat huwelijk werd zij tevens
overwegwachteres bij het station in Lisse.
Dat was nog in de tijd van de Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij, die veel
van zulke „double-purpose"-echtparen in
dienst had. Terwijl de man aan de baan
werkte, bediende de vrouw, uitgedost in
een blauwe cape met rode kraag en met
de befaamde hoge hoed op het hoofd, de
overwegbomen. Samen verdiende het echt
paar daarmeetien gulden per week!
Of Petronella nog avonturen beleefd
heeft in die verantwoordelijke functie?
Het rimpelige gezichtje licht op in een
vrolijke glimlach. „Een keer, zo zegt ze,
had ik een dronken kerel in een sjees
tussen de afsluitbomen zitten, terwijl de
trein al in aantocht was. Arie, die nacht
dienst gehad had, lag boven te slapen. Ik
ston' doodsangste uit, maar gelukkig kwam
die vent op het laatste moment tot zijn
positieven en zo liep alles nog zonder on
gelukken af."
Ook het lezen gaat haar nog best af.
De krant spelt ze, maar tijdschriften
met veel plaatjes zijn eigenlijk
^nog mooier
Achttien jaar woonde en werkte het ge
zin aan de spoorbaan, achttien jaar waar
in er, zo tussen de treinen door, ook kin
deren kwamen. Toen die nog babies wa
ren, moest Petronella dikwijls een voe
dingsbeurt onderbreken om haastig de
overweg te gaan sluiten. Verveeld heeft ze
zich dan ook nooit in dat huisje aan de
spoorbaan.
Toen Arie stierf, werd alles nog moei
lijker. Petronella, nog een jonge vrouw,
bleef achter met zes kinderen en een
zevende op komst. A raison van zeven
gulden per week mocht ze haar functie
blijven vervullen, maar dat was niet ge
noeg om alle monden open te houden. Tus
sen twee treinen in bewerkte zij een
stukje land, nog in blijde verwachting.
Toen het kindje geboren was, stond zij na
drie dagen alweer in het veld om te hooien.
Dat echter werd zelfs de buren te bar; zij
stuurden Petronella naar huis en hooiden
voor haar.
In 1902 werd zij als overwegwachteres
gepensioneerd. Wij lezen het eervol ont-
slagbewijs en ook het briefje waarin de
Raad van de Administratie der spoor
wegen meedeelde, na rijp beraad besloten
te hebben, aan Petronella van den Nieu-
wendijk-Kramer, gezien haar trouwe
dienst, een bedrag ineens van driehonderd
gulden toe te kennen, alsmede een weke
lijks pensioen van zeventig centen
In de loop der jaren leve de vooruit
gang is dit bedrag gestegen tot de
astronomische hoogte van f 13,17 per
maand, waarvan echter zelfs een bijna-
honderdjarige, helaas, niet best kan rond
komen. Gelukkig waren daar Zus en Mar
tinus, die moeder een bescheiden, maar
onbezorgde oude dag konden aanbieden in
hun huisje in Noordwijkerhout. En daar
zit ze dan nu op haar stoeltje bij het raam,
grappen makend, babbelend of zelf de
krant spellend, nog vol belangstelling voor
alles wat er gebeurt in de wereld, in het
dorp en in de huiskamer. Ook haar ge
heugen mag er wezen: „Zeg 's even een
stukkie van „Gramschap en ellende" op,
moeder, vraagt Zus haar.
„Waarom?", vraagt Petronella, op de
verslaggever wijzend, „heb die meneer dat
dan nooit gehoord?"
En als we lachend ontkennen zegt ze,
olijk het grijze hoofdje schuddend: „Tjonge
jonge, wat hei-je toch een domme mensen,
niet?"
Maar dan begint ze toch gewillig het
devote gedicht op te dreunen en niet
een stukje, maar helemaal, wel zestig
strofen lang. Niet één keer hapert ze of
vergist zij zich.
Het vait dan ook niet moeilijk, te ge
loven, dat oma het zonnetje in huis is.
Daar komt bij, dat ze altijd behulpzaam
en inschikkelijk is en nooit nukken heeft,
gelijk zoveel oudere mensen. Ook de ge
zondheid laat niets te wensen over; alleen
wordt de laatste jaren het horen wat moei
lijker. Maar als iemand duidelijk spreekt,
kan zij hem woord voor woord volgen en
hem bovendien nog snedig van repliek
dienen. Het enige dat ze moet nalaten is
de wekelijkse kerkgang. Tot voor enkele
jaren ging ze nog, achterop de fiets bij
Martinus, elke zondag naar het Godshuis,
maar toen ze 96 werd, vond pastoor het
welletjes. Nu komt hij naar haar toe en
wat Petronella betreft, mag dat nog vele
jaren zo doorgaan, want zij is volmaakt
gelukkig in haar eigen kringetje. Zo ge
lukkig, als misschien alleen een heel oud
mensje maar wezen kan.
Ruim drie uur lang heeft in de Vierwin-
denstraat op het Prinseneiland te Amster
dam een zeer felle brand gewoed, die het
oud-papier-pakhuis van A. van Vemde
geheel in de as heeft gelegd. Om circa
kwart over elf gisteravond brak de brand
plotseling en zeer hevig uit. De vlammen
zetten de oude pakhuizen langs de Zout-
keetsgracht in een onwezenlijke gloed.
Onder de bewoners van aan de overzijde
gelegen huizen ontstond paniek, omdat de
vlammen over de smalle straat heensloegen
en de woningen aantastten. Van drie wo
ningen brandden voorkamers uit; ook een
vierde pand, een teer- en benzine-opslag-
plaats, kreeg ernstige brandschade.
De brandweer onder leiding van com
mandant Schuitemaker bestreed het vuur
met dertien stralen, een straat-waterkanon
en het waterkanon van de „Jan van der
Heyden," die in de Zoutkeeitsgracht voer.
Uit de naastgelegen machinefabriek wer
den in allerijl reeds verhitte flessen acyte-
leen naar buiten gebracht en in het water
gegooid. Een aan de andere zijde van de
brandende papieropslagplaats gelegen werf
werd eveneens ernstig door het vuur aan
getast.
De oorzaak van de brand de tweede
papierbrand in veertien dagen in dezelfde
straat is nog niet bekend. Vermoedelijk
zijn de papierbalen reeds vroeg in de avond
gaan smeulen en is het vuur door binten
en dak heengebroken, toen er voldoende
lucht bij was gekomen. Wolken stinkende
roetzwarte rook drongen de huizen van de
Vierwindenstraat binnen. Er deden zich bij
de brand geen ernstige persoonlijke onge
lukken voor.
De Amsterdamse loco-burgemeester, mr.
F. C. van Wijck, sloeg geruime tijd de
strijd tussen vuur en water gade. De door
de brand veroorzaakte schade, die door de
verzekering wordt gedekt, is nog niet vast
gesteld.
ADVERTENTIE
WEGENS ENORME
BELANGSTELLING
op zaterdag 1 sept. - 6 uur
EXTRA VOORSTELLING
Prijzen der plaatsen
1.60, 2.10 en 2.60.
Kaarten uitsluitend
bij V.V.V. - Delft
De Italiaanse filmproducer Dino de Lau-
rentiis heeft woensdag in New York aan
verslaggevers verteld dat hij van plan is
een kleurenfilm te maken van Dante's
„Goddelijke Komedie" (Divina Comedia).
De film zou naar zijn mening wel eens de
kostbaarste van alle tot nu toe gemaakte
films kunnen worden. Op zijn reis naar
Hollywood hoopt De Laurentiis Ameri
kaanse schrijvers te ontmoeten, die met
Italianen het scenario zullen kunnen
schrijven. Hij wil de beste schrijvers en
spelers aantrekken. Aangezien hij het
voorbereidend werk op twee jaar en de
verfilming zelf op een jaar schat, zal de
film niet voor 1960 klaar zijn.
DEUTSCHE
DEMOKRATJSCHE
REPUBLIK
Mon;ifsraütme»x:
Fimdi F«li 900y.
Zudtér 1200 g
Narfie
Vomaate
.Bei Verlust kein fcrsalz
Lose AbsthH'tRe vngültig
NTrht Oberiragbar
Het spookbeeld van
de distributiekaart
ligt reeds zo ver ach
ter ons dat wij het
bestaan ervan bijna
zijn vergeten. De Ne
derlandse huisvrouw
kan sedert jaren weer
vrij inkopen wat zij
maar wil en zij kan
zich nog maar nau
welijks een voorstel
ling van deze kaarten
maken.
Heden ten dage zijn
er evenwel nog mil
joenen mensen die
precies weten hoe
zulk een kaart er uit
ziet, om de eenvou
dige reden dat men
in hun land nog
steeds aangewezen is
op de „bonnen". Als
'n schril bewijs daar
van geven wij hierbij
een afbeelding van
een distributiekaart
anno 1956. Het is een
levensmiddelenkaart
uit Oost-Duitsland
aoor juni van dit jaar.
Deze kaart geeft de
Normalverbraucher
dat zijn de meesten
van zestien miljoen
Oost-Duitsers, recht
op 45 gram vlees per
dag, 30 gram vet en
40 gram suiker per
dag. Bij verlies van
deze kaart wordt geen
nieuwe afgegeven zo
dat men dan zonder
bonnen de maand
moet zien rond te
komen.
Wie met deze rant
soenen niet uitkomt, kan zich extra levensmiddelen aanschaffen in de staatswinkels
van de Handels Organization. Deze bonloze levensmiddelen zijn evenwel zo schrik
barend duur dat de meesten zich tweemaal bedenken eer zij iets kopen. Daar komt
nog bij dat de aanvoer van levensmiddelen vaak aan ernstige vertragingen of
onderbrekingen onderhevig is; vaak ontbreekt het aan vlees, vet en groenten in
de staatswinkels. In West-Duitsland worden dan ook acties gevoerd voor het ver
zenden van voedselpakketten naar Oost-Duitsland als aanvulling van de distributie
1956.
In de wachtkamer van de
tandarts treft men specimina
van litteratuur aan, die ner
gens hun weerga vinden. Na
met enig scepticisme het laat
ste nummer van-„De Natuur
minnaar" te hebben doorge
worsteld, waarin nauwelijks
over het minnen der natuur
doch overvloedig over de ge
brekkige kasmiddelen der
vereniging werd geschreven,
kwam mij een exemplaar ter
hand van een geïllustreerd
tijdschrift voor de Nederland
se familiekring, gedateerd 22
maart 1925, dat een waarlijk
verfrissende kijk gaf op de Ne
derlandse familiekring van 22
maart 1925. Men bleek zich
op dat tijdstip nog nauwelijks
voor de ruimtevaart te inte
resseren, aangezien ik nergens
in deze aflevering iets over
dat belangwekkende onder
werp vond, doch wel had men
zeer duidelijk grote interesse
voor vijftigjarige huwelijks
verbindingen, die onder de
kolossale kop „Gouden boot
jes" een ganse pagina besloe
gen. De gouden bootjes be
stonden uit paarsgewijze af
gedrukte fotografieën van
merkwaardig uitziende Neder
landse mannen en vrouwen,
waarbij het opviel dat de
dames meestal in het bezit
waren van hoofden, die enkele
malen groter waren dan die
hunner echtgenoten wat
natuurlijk ook een gevolg kan
zijn geweest van de formaten
der pasfoto's. De grootste
ontspanningsvreugde echter
bleek dit tijdschrift te bieden
op zijn vervolgverhaal-pagina.
Het was duidelijk waarom de
tandarts dit blad zo tactvol
voor zijn cliënten had be
waard. Het vervolgverhaal,
geschreven door een zekere
Joris Van Den Boogaardt,
werd gepresenteerd als een
„oorspronkelijke Nederlandse
roman, zich afspelend in een
aanzienlijke familie op een
landgoed aan de Vecht, waar
in de volksaard en de typering
van de Nederlandse mens uit
1900 zo treffend zijn weerge
geven, dat dit verhaal met
recht een afspiegeling mag
heten van het Nederlandse
maatschappelijke leven uit die
tijd."
Een dergelijke aanbeveling
noodt tot lezen en doet de
kiespijn spoedig vergeten
tenminste wannee.r men op
recht belang stelt in de lotge
vallen en de karaktertrekken
zijner voorvaderen.
Wellicht hebben noch uwe,
noch mijne voorvaderen een
landgoed aan de Vecht be
woond. doch de plaats doet er
niet toe, want een landgoed
hebben zij in ieder geval
hier of daar bezeten. Dit
althans meen ik te hebben
mogen concluderen uit de af
levering van het vervolgver
haal, waarvan ik helaas de
vele voorgaande en volgende
vervolgen niet in de boeken
stapel op de tandartsentafel
heb kunnen achterhalen.
De dochter des huizes
des landhuizes, liever heet-
te Sophie, een naam waarin
alleen al de tijdeigen sfeer
treffend wordt weerspiegeld.
Haar moeder was een trotse,
doch stuurse vrouw welke
kenschetsing verraadt dat de
schrijver de eigenschap van
trots te zijn meestal gepaard
heeft zien gaan met de grootst
mogelijke jovialiteit. Haar
vader was een struise, vier-
kantgebouwde edelman met
krachtige trekken, die zowel
zielenadel als energie, eerlijk
heid en koppigheid weergaven,
aldus beweerde de heer Joris
Van Den Boogaardt. Veelzij
dige trekken dus, waaruit heel
wat te concluderen viel zonder
er woorden aan vuil te
maken.
Het meest opvallende in
deze roman echter en dat
moge dan de aanleiding tot
deze nabeschouwing zijn
was, dat de mensen in die tijd
hun levensproblemen aanzien
lijk vergemakkelijkt vonden
door de inwendige stemmen,
die hen onfeilbaar adviseer
den. Voortdurend kon men in
het verhaal de zinsnede aan
treffen: „Het was alsof een
inwendige stem hem (haar.
hun zeideNaar mijn
oprechte waarneming komen
deze inwendige stemmen in
onze tegenwoordige tijd steeds
minder voor, zodat de mo
derne mens eigenlijk nooit
precies weet wat hem te doen
staat.
Wat kan daarvan de ureden
zijn?
Het kan zijn dat de inwen
dige stemmen steeds minder
gehoor gevonden hebben en
dat wij dus zo eigenwijs ge
worden zijn om hun steun te
negeren en op onze eigen, ge
brekkige redeneringen af te
gaan. Een inwendige stem
schijnt uitstekend op de hoog
te te zijn van wat de sluiers
der toekomst verhullen. Om
terug te keren tot Sophie in
het vervolgverhaal; dit vrome
meisje had er aanzienlijk ge
mak van bij het kiezen van
naar levenspartner, aangezien
haar inwendige stem haar,
tegen beter weten en tegen de
wens harer ouders in, trouw
deed blijven aan een figuur,
die later een ideaal huwelijks-
genoot bleek te zijn: wat hij
oorspronkelijk allerminst leek.
Een mijner lotgenoten in de
tandartsenkamer nam het ver
volgverhaal ter hand nadat ik
het peinzend had neergelegd.
Ook hem bleek de kwestie der
inwendige stemmen te intri
geren, want hij zat enige tijd
nadenkend voor zich uit te
staren. Daarop zei hij drome
rig: „Ik heb het eens gehad bij
een loterij. Het is alsof een in
wendige stem je iets zegt. Het
was met een loterij die als
hoofdprijs een auto beloofde.
Ik hou van auto's, althans van
er zelf inzitten en ermee
rijden en ze gratis voor niets
cadeau krijgen. Maar ik was
tégen gokken. En toch was
het alsof een inwendige stem
mij zei: koop een lot Ik kocht
een lot. Ik mocht het zelf uit
het boekje scheuren. Het was
alsof een inwendige stem mij
zei: scheur het tiende van
onder eruit. Ik scheurde het
tiende van onder eruit. Het
was nummer 2345675. Ik weet
het nog als de dag van giste
ren. Het was alsof een inwen
dige stem mij zei: koop nog
een lot.
Toemaar, zei ik tegen mijn
inwendige stem, je denkt
zeker dat de tientjes me op de
rug groeien.
Lig niet te trulletutten. zei
mijn inwendige stem. Koop
nóg een lot. Ik kocht nóg een
lot. Het vijfde van onder.
Nummer 2345670. Het was
alsof een inwendige stem mij
zei: wacht nu maar rustig af.
Dat was ook het enige wat ik
doen kon, trouwens. Ik wacht
te rustig af. De trekking
kwam. Het was alsof een in
wendige stem mij zei: die auto
is van jou.
Het belletje van de tandarts
ging en de man met de in
wendige stem moest op de
proppen komen. Hij zag mijn
vragende blik, toen hij zich
omkeerde bij de deur.
De auto viel op nummer 5,
zei hij droevig. Maar toen
het was alsof een inwendige
stem mij zei:
Fietsen is veel gezonder.
Inwendige stemmen hebben
altijd gelijk, dat weet ik nu
van Sophie zowel als van de
man bij de tandarts.
Wij moesten er maar weer
eens een gewoonte van maken,
naar hen te luisteren. J.L.
De Nederlandsche Bank maakt bekend,
dat zij de gelegenheid tot verwisseling van
de bankbiljetten van f 25, model 1947, op
nieuw heeft opengesteld, en wel tot en met
november 1956. Daarna zullen deze bank
biljetten alleen nog bij de hoofdbank te
Amsterdam worden ingewisseld, nadat bij
onderzoek is gebleken dat aan de aanvrage
tot verwisseling redelijkerwijze behoort te
worden gevolg gegeven.
De bankbiljetten waarvan hier sprake is,
zijn alle gedateerd 19 maart 1947 en dra
gen de handtekeningen van dr. M. W. Hol-
trop (president) en prof. mr. A. M. de
Jong (secretaris). Op de voorzijde is rechts
in een cirkel in rode kleur een vrouwen
portret geplaatst.
Te Musselkanaal is het driejarig doch
tertje Gina, van mevrouw H. K., die een
tractor bestuurde, verdronken toen de be
laden wagen, die door de tractor werd
voortgetrokken, kantelde. Het kind viel in
het water. Haar moeder wist tijdig van de
tractor af te springen. Het meisje kon ech
ter niet gered worden, doordat zij onder de
tractor was gekomen. Nadat een uur later
de tractor door een kraanwagen was ge
licht, kon het stoffelijk overschot van het
kind worden opgehaald.
De politie te Delft heeft de 15-jarige H.
V. te Delft aangehouden, die te Gouda de
22-jarige mevrouw M. v. d. B.K. met een
mes in de rug stak en ernstig verwondde.
Na zijn daad was de jongen, die een leer
ling is van de Technische School voor
Delft en omstreken, gevlucht. De commis
saris van politie te Gouda, had zijn signa
lement verspreid en zijn aanhouding ver
zocht. De jongen woonde bij zijn stief
ouders in Delft.