Noordwijkerhout's honderd jarige kan nog niet „niksen" Inwendig Waarschuwing Democratie Oud worden Dan moet je ploeteren Vroeger - met cape en hoge hoed - overwegwachteres in Lisse Papierpakhuis in Amsterdam door felle brand vernield Italiaan filmt Dante's „Goddelijke komedie" Lefiensmlttel- Grundkarte Juni 1?56 DISTRIBUTIEKAARTEN IN 1956 Ongeldige briefjes van 'f 25 kunnen nog worden ingewisseld Meisje te Musselkanaal op tragische wijze omgekomen Jongen, die zijn stiefzuster met mes stak, aangehouden DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1956 Enige tijd geleden is in vele Nederlandse dagbladen een vreemde advertentie ver schenen, die in zoverre afweek van nor male reclamepublicaties dat zij geen pro paganda voor een of ander produkt inhield, doch de krantenlezer slechts een zeer eenvoudige puzzel op te lossen gaf, waarbij hem aanlokkelijke prijzen in het vooruitzicht werden gesteld. Het vreemde van deze advertentie datzij niets vroeg, doch slechts goede dingen gratis scheen te beloven heeft uiteraard de advertentie afdelingen der bladen waarbij ook de onze achterdochtig gemaakt. En aange zien geen enkele advertentieafdeling haar lezers de dupe van een malafide adver teerder wenst te doen worden, werd te be- voegder plaatse naar de betrouwbaarheid van advertentie en adverteerder geïnfor meerd. Deze informaties waren echter gun stig, zodat de plaatsing der advertentie doorgang kon vinden. Thans echter 'lijkt het erop, dat de ad vertentie wel degelijk een gewiekste lok roep is geweest voor goedgelovigen met het doel, munt te slaan uit het totstandge komen contact. De oplossers van de puzzel kregen of krijgen alsnog een mede deling thuis, dat zij in aanmerking komen voor een der uitgeloofde prijzen (die echter niet omschreven wordt) doch dat hij de kosten zal moeten betalen voor vracht en verpakking. Ook kan hij de prijs zelf op halen.... in Zwitserland! Dan krijgt hij het geheimzinnige voorwerp gratis mee. Kan hij niet komen, dan moet hij het be drag van de kosten overmaken. De Zwit serse firma heeft echter een goed hart. Zij wil deze kosten aan de gelukkige prijswin naar besparen door hem als vergoeding daarvoor ook nog een reproduktie van een landschap toe te zenden, naast de gewon nen prijs. De kosten bedragen 5,50. Na tuurlijk zullen niet velen vijfeneenhalve gulden naar Zwitserland sturen voor een prijs en een plaat, die zij niet hebben ge zien. Doch nu komt de slimmigheid om de hoek kijken. In de oorspronkelijke adver tentie waren namelijk schitterende hoofd prijzen vermeld, zoals een auto, een verblijf van vier weken in Sankt Moritz of aan het Vierwoudstedenmeer, fototoestellen en automatische horloges. Deze hoofdprijzen blijken nog niet verdeeld. Zij zullen ver deeld worden onder degenen, die hun naam en adres duidelijk vermelden op.... het postwisselstrookj e. Wij willen niet beweren dat nooit iemand meer iets van deze schitterende hoofdprij zen zal vernemen, zodra hij zijn 5,50 heeft geofferd en evenmin dat deze prij zen wellicht niet eens bestaan. Doch alleen al omdat onder de gunstigste omstandig heden deze opzet een loterij met loten van 5,50 blijkt te zijn, waarop als deelnemings premie een kleurenplaat en een niet ger- noemd voorwerp verstrekt wordt en waar van de betrouwbaarheid in elk opzicht on controleerbaar is, willen wij degenen onder onze lezers, die door deze Zwitserse onder neming naar aanleiding van hun rebusop lossing zijn aangeschreven, in ernstige overweging geven hun goede geld op andere wijze te besteden of in hun zak te houden, omdat het gehele aspect van deze prijsvraag dermate dubieus is, dat men grote kans op teleurstelling loopt. Ten aanzien van de wijze waarop de Westduitse Bondsrepubliek heeft afgere kend met de communistische partij, is de zegswijze: het bloed kruipt waar het niet gaan kan, in diverse richtingen toepasse lijk. De gang van zaken bij de onwettig- verklaring der Westduitse communistische organisatie doet duidelijk uitkomen, hoe zeer men in de politiek de draagwijdte en de betekenis van eigen idealen moet be seffen en beleven, wil men zich hoeden voor vergissingen die op zelf ondermijning uit lopen. Toen Adenauer, de Westduitse bondskanselier, in 1951 zijn aanklacht tegen de communisten indiende bij het federale hof te Karlsruhe, dat zou moeten uitmaken of de Grondwet ruimte liet voor een buiten de wet stellen van de commu nistische partij, geschiedde dat onder het motto dat de communisten erop uit waren, de Westduitse democratische orde te ver storen. Wat houdt deze democratische orde echter in? Misschien is de definitie der democratie in Duitsland anders dan elders, maar volgens algemene opvattingen moet zij naar de letter van haar eigen wezen steunen op vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van politieke organi satie en vrijheid van meningsuiting. Bij alle vrijheden die een democratische Grondwet garandeert, zijn deze de voor naamste. En een Grondwet, die ruimte laat voor juridische ontduiking van haar eigen vrijheden, geeft een onvoldoende garantie. In West-Duitsland zijn nu zowel de rechtse als de linkse extremisten formeel buiten de wet gesteld. Aangezien de Westduitse de mocratische orde zich verminkt, kan het regime dat een dergelijke verminking via juridische spitsvondigheid gebruikt voor zijn eigen machtsconsolidatie, met recht een gebrek aan democratisch besef worden verweten. Het Duitse bloed kruipt ook in de democratie waar het niet gaan kan. Doch dat ook het communistische bloed sluikwegen bewandelt, nu het zijn recht tot openlijk gaan heeft verloren, behoeft niet betwijfeld te worden. De nalionaal-socia- listische ideeën zijn door het verbod der rechtse extremistische partij niet uit de Duitse geest verdwenen. En dat is ook het kenmerk van de fout, die beginsel-onvaste democraten in hun ijver vaak begaan: zij menen ten onrechte dat ideeën te smoren zijn in verboden en wetten. Zij schieten tekort in de toepassing der democratische consequenties, die vaak hard en ogen schijnlijk doelloos, doch in hun wijdere strekking altijd vruchtdragend en impo nerend zijn. Zij durven de ideële strijd niet aan, en denken met de toepassing hunner macht ook hun recht te bewijzen. Het is jammer, dat de Westduitse demo cratie niet heeft kunnen tonen, uit het beste hout gesneden te zijn. (Van een verslaggever) „ALS JE OUD WILT WORDEN, moet je heel hard werken", zegt Petronella van den Nieuwendijk—van Kampen. En zij kan het weten, want deze Noord- wijkerhoutse hééft heel haar leven moeten ploeteren en zij is er oud bij ge worden, bijna honderd jaar zelfs. En ze ziet ernaar uit, of ze nog minstens een jaar of tien meekan, zo vief als ze nog uit haar ogen kijkt wanneer zij, rechtop in haar hoekje bij het raam zit. Woensdag 3 september maakt Petro nella de eeuw vol en natuurlijk zal het dan feest zijn in het huisje aan de Pilaarweg, waar zij nu al jaren met haar zoon Martinus en haar dochter Zus beide ook al ver in de zestig woont. De dorpsharmonie zal een aubade brengen; de burgemeester zelf komt haar gelukwensen en de meeste kinderen, klein- en achterkleinkinderen, bijna zeventig in totaal, zullen ook van de partij zijn. Maar het meest verheugt Petronella zich op die dag om het weerzien met haar oudste, Antonius, die sinds dertig jaar als missionaris in de Kongo werkt. Voor deze gelegenheid echter zal hij overkomen en als zij daarover spreekt een beetje mummelend, maar toch woord voor woord verstaanbaar moet ze toch even met haar mouw een traan wegvegen. Maar overigens heeft zij stellig geen last van treurigheid; in tegendeel zegt Marti nus, het is een echte vrolijke Frans. En dat blijkt ook wel, want telkens weer mengt zij zich in het gesprek met vragen en opmerkingen, ter wijl haar kwieke oog jes heen en weer flitsen tussen haar zoon en de verslag gever. „Mot dat nou", vraagt ze bijvoor beeld aan „Zus" als deze de journalist een glaasje eigen gemaakte advocaat aanbiedt, „straks heb je niks meer over voor het feest!" En als iedereen dan een beetje verlegen zwijgt, schatert ze het uit van de pret. „Ja, zo is moeder nou altijd gewee:it", zegt Martin. Altijd vol grapjes en het zonnetje in huis. Zingend staat ze 's morgens op en zingend gaat ze 's avonds naar bed. Je hebt er geen kind an. Alleen: stilzitten kan ze niet. Als ze een halfuurtje in haar stoeltje gezeten heeft een rechte, houten stoel, want een met kussens en armleunings die w.-.l ze met - dan wordt ze onrustig. Ze moet altijd maar bezig zijn, een beetje afstoffen, tafeldek ken of wat dan ook anders is ze niet op 'r gemak. De kippen verzorgen en eieren rapen is haar werk en ook de aardappels schilt ze elke dag weeraan. En als er helemaal niks te doen valt en het is goed weer, dan gaat ze in de tuin een praatje maken met Martin, die een stukje bollenland heeft. Hard werken is ze trouwens van jongsaf gewend, deze krasse honderdjarige. Toen ze zeven jaar was, moest ze haar moeder die uit werksteren ging, in het huishouden vervangen. Ze kookte de middagpot, ver zorgde vier zusjes en broertjes en hield het huis schoon. Dat was in „De vier huisjes" in Zandsloot waar vader als land arbeider een heel magere boterham ver diende. Tot haar eenentwintigste bleef Pe tronella thuis, toen werd ze meid bij de boeren. Eerst bij Aart Verhey in Zoeter- wou, waar ze weet het nog precies „Wie kan keeren de hand des Heeren?" op het hek stond en waar zij een vol slagen boerenknecht verving; later bij Dirk van Ruiten, dichter in de buurt. Dat was hard zwoegen: stallen schrobben, hooi Bij mooi weer zei] kippen verzorgen. oogsten, piepers rooien en al wat er meer te doen valt op zo'n boerenbedoening. Toen ze 28 was, trouwde zij met de spoorwegwerker Arie van den Nieuwen dijk en door dat huwelijk werd zij tevens overwegwachteres bij het station in Lisse. Dat was nog in de tijd van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, die veel van zulke „double-purpose"-echtparen in dienst had. Terwijl de man aan de baan werkte, bediende de vrouw, uitgedost in een blauwe cape met rode kraag en met de befaamde hoge hoed op het hoofd, de overwegbomen. Samen verdiende het echt paar daarmeetien gulden per week! Of Petronella nog avonturen beleefd heeft in die verantwoordelijke functie? Het rimpelige gezichtje licht op in een vrolijke glimlach. „Een keer, zo zegt ze, had ik een dronken kerel in een sjees tussen de afsluitbomen zitten, terwijl de trein al in aantocht was. Arie, die nacht dienst gehad had, lag boven te slapen. Ik ston' doodsangste uit, maar gelukkig kwam die vent op het laatste moment tot zijn positieven en zo liep alles nog zonder on gelukken af." Ook het lezen gaat haar nog best af. De krant spelt ze, maar tijdschriften met veel plaatjes zijn eigenlijk ^nog mooier Achttien jaar woonde en werkte het ge zin aan de spoorbaan, achttien jaar waar in er, zo tussen de treinen door, ook kin deren kwamen. Toen die nog babies wa ren, moest Petronella dikwijls een voe dingsbeurt onderbreken om haastig de overweg te gaan sluiten. Verveeld heeft ze zich dan ook nooit in dat huisje aan de spoorbaan. Toen Arie stierf, werd alles nog moei lijker. Petronella, nog een jonge vrouw, bleef achter met zes kinderen en een zevende op komst. A raison van zeven gulden per week mocht ze haar functie blijven vervullen, maar dat was niet ge noeg om alle monden open te houden. Tus sen twee treinen in bewerkte zij een stukje land, nog in blijde verwachting. Toen het kindje geboren was, stond zij na drie dagen alweer in het veld om te hooien. Dat echter werd zelfs de buren te bar; zij stuurden Petronella naar huis en hooiden voor haar. In 1902 werd zij als overwegwachteres gepensioneerd. Wij lezen het eervol ont- slagbewijs en ook het briefje waarin de Raad van de Administratie der spoor wegen meedeelde, na rijp beraad besloten te hebben, aan Petronella van den Nieu- wendijk-Kramer, gezien haar trouwe dienst, een bedrag ineens van driehonderd gulden toe te kennen, alsmede een weke lijks pensioen van zeventig centen In de loop der jaren leve de vooruit gang is dit bedrag gestegen tot de astronomische hoogte van f 13,17 per maand, waarvan echter zelfs een bijna- honderdjarige, helaas, niet best kan rond komen. Gelukkig waren daar Zus en Mar tinus, die moeder een bescheiden, maar onbezorgde oude dag konden aanbieden in hun huisje in Noordwijkerhout. En daar zit ze dan nu op haar stoeltje bij het raam, grappen makend, babbelend of zelf de krant spellend, nog vol belangstelling voor alles wat er gebeurt in de wereld, in het dorp en in de huiskamer. Ook haar ge heugen mag er wezen: „Zeg 's even een stukkie van „Gramschap en ellende" op, moeder, vraagt Zus haar. „Waarom?", vraagt Petronella, op de verslaggever wijzend, „heb die meneer dat dan nooit gehoord?" En als we lachend ontkennen zegt ze, olijk het grijze hoofdje schuddend: „Tjonge jonge, wat hei-je toch een domme mensen, niet?" Maar dan begint ze toch gewillig het devote gedicht op te dreunen en niet een stukje, maar helemaal, wel zestig strofen lang. Niet één keer hapert ze of vergist zij zich. Het vait dan ook niet moeilijk, te ge loven, dat oma het zonnetje in huis is. Daar komt bij, dat ze altijd behulpzaam en inschikkelijk is en nooit nukken heeft, gelijk zoveel oudere mensen. Ook de ge zondheid laat niets te wensen over; alleen wordt de laatste jaren het horen wat moei lijker. Maar als iemand duidelijk spreekt, kan zij hem woord voor woord volgen en hem bovendien nog snedig van repliek dienen. Het enige dat ze moet nalaten is de wekelijkse kerkgang. Tot voor enkele jaren ging ze nog, achterop de fiets bij Martinus, elke zondag naar het Godshuis, maar toen ze 96 werd, vond pastoor het welletjes. Nu komt hij naar haar toe en wat Petronella betreft, mag dat nog vele jaren zo doorgaan, want zij is volmaakt gelukkig in haar eigen kringetje. Zo ge lukkig, als misschien alleen een heel oud mensje maar wezen kan. Ruim drie uur lang heeft in de Vierwin- denstraat op het Prinseneiland te Amster dam een zeer felle brand gewoed, die het oud-papier-pakhuis van A. van Vemde geheel in de as heeft gelegd. Om circa kwart over elf gisteravond brak de brand plotseling en zeer hevig uit. De vlammen zetten de oude pakhuizen langs de Zout- keetsgracht in een onwezenlijke gloed. Onder de bewoners van aan de overzijde gelegen huizen ontstond paniek, omdat de vlammen over de smalle straat heensloegen en de woningen aantastten. Van drie wo ningen brandden voorkamers uit; ook een vierde pand, een teer- en benzine-opslag- plaats, kreeg ernstige brandschade. De brandweer onder leiding van com mandant Schuitemaker bestreed het vuur met dertien stralen, een straat-waterkanon en het waterkanon van de „Jan van der Heyden," die in de Zoutkeeitsgracht voer. Uit de naastgelegen machinefabriek wer den in allerijl reeds verhitte flessen acyte- leen naar buiten gebracht en in het water gegooid. Een aan de andere zijde van de brandende papieropslagplaats gelegen werf werd eveneens ernstig door het vuur aan getast. De oorzaak van de brand de tweede papierbrand in veertien dagen in dezelfde straat is nog niet bekend. Vermoedelijk zijn de papierbalen reeds vroeg in de avond gaan smeulen en is het vuur door binten en dak heengebroken, toen er voldoende lucht bij was gekomen. Wolken stinkende roetzwarte rook drongen de huizen van de Vierwindenstraat binnen. Er deden zich bij de brand geen ernstige persoonlijke onge lukken voor. De Amsterdamse loco-burgemeester, mr. F. C. van Wijck, sloeg geruime tijd de strijd tussen vuur en water gade. De door de brand veroorzaakte schade, die door de verzekering wordt gedekt, is nog niet vast gesteld. ADVERTENTIE WEGENS ENORME BELANGSTELLING op zaterdag 1 sept. - 6 uur EXTRA VOORSTELLING Prijzen der plaatsen 1.60, 2.10 en 2.60. Kaarten uitsluitend bij V.V.V. - Delft De Italiaanse filmproducer Dino de Lau- rentiis heeft woensdag in New York aan verslaggevers verteld dat hij van plan is een kleurenfilm te maken van Dante's „Goddelijke Komedie" (Divina Comedia). De film zou naar zijn mening wel eens de kostbaarste van alle tot nu toe gemaakte films kunnen worden. Op zijn reis naar Hollywood hoopt De Laurentiis Ameri kaanse schrijvers te ontmoeten, die met Italianen het scenario zullen kunnen schrijven. Hij wil de beste schrijvers en spelers aantrekken. Aangezien hij het voorbereidend werk op twee jaar en de verfilming zelf op een jaar schat, zal de film niet voor 1960 klaar zijn. DEUTSCHE DEMOKRATJSCHE REPUBLIK Mon;ifsraütme»x: Fimdi F«li 900y. Zudtér 1200 g Narfie Vomaate .Bei Verlust kein fcrsalz Lose AbsthH'tRe vngültig NTrht Oberiragbar Het spookbeeld van de distributiekaart ligt reeds zo ver ach ter ons dat wij het bestaan ervan bijna zijn vergeten. De Ne derlandse huisvrouw kan sedert jaren weer vrij inkopen wat zij maar wil en zij kan zich nog maar nau welijks een voorstel ling van deze kaarten maken. Heden ten dage zijn er evenwel nog mil joenen mensen die precies weten hoe zulk een kaart er uit ziet, om de eenvou dige reden dat men in hun land nog steeds aangewezen is op de „bonnen". Als 'n schril bewijs daar van geven wij hierbij een afbeelding van een distributiekaart anno 1956. Het is een levensmiddelenkaart uit Oost-Duitsland aoor juni van dit jaar. Deze kaart geeft de Normalverbraucher dat zijn de meesten van zestien miljoen Oost-Duitsers, recht op 45 gram vlees per dag, 30 gram vet en 40 gram suiker per dag. Bij verlies van deze kaart wordt geen nieuwe afgegeven zo dat men dan zonder bonnen de maand moet zien rond te komen. Wie met deze rant soenen niet uitkomt, kan zich extra levensmiddelen aanschaffen in de staatswinkels van de Handels Organization. Deze bonloze levensmiddelen zijn evenwel zo schrik barend duur dat de meesten zich tweemaal bedenken eer zij iets kopen. Daar komt nog bij dat de aanvoer van levensmiddelen vaak aan ernstige vertragingen of onderbrekingen onderhevig is; vaak ontbreekt het aan vlees, vet en groenten in de staatswinkels. In West-Duitsland worden dan ook acties gevoerd voor het ver zenden van voedselpakketten naar Oost-Duitsland als aanvulling van de distributie 1956. In de wachtkamer van de tandarts treft men specimina van litteratuur aan, die ner gens hun weerga vinden. Na met enig scepticisme het laat ste nummer van-„De Natuur minnaar" te hebben doorge worsteld, waarin nauwelijks over het minnen der natuur doch overvloedig over de ge brekkige kasmiddelen der vereniging werd geschreven, kwam mij een exemplaar ter hand van een geïllustreerd tijdschrift voor de Nederland se familiekring, gedateerd 22 maart 1925, dat een waarlijk verfrissende kijk gaf op de Ne derlandse familiekring van 22 maart 1925. Men bleek zich op dat tijdstip nog nauwelijks voor de ruimtevaart te inte resseren, aangezien ik nergens in deze aflevering iets over dat belangwekkende onder werp vond, doch wel had men zeer duidelijk grote interesse voor vijftigjarige huwelijks verbindingen, die onder de kolossale kop „Gouden boot jes" een ganse pagina besloe gen. De gouden bootjes be stonden uit paarsgewijze af gedrukte fotografieën van merkwaardig uitziende Neder landse mannen en vrouwen, waarbij het opviel dat de dames meestal in het bezit waren van hoofden, die enkele malen groter waren dan die hunner echtgenoten wat natuurlijk ook een gevolg kan zijn geweest van de formaten der pasfoto's. De grootste ontspanningsvreugde echter bleek dit tijdschrift te bieden op zijn vervolgverhaal-pagina. Het was duidelijk waarom de tandarts dit blad zo tactvol voor zijn cliënten had be waard. Het vervolgverhaal, geschreven door een zekere Joris Van Den Boogaardt, werd gepresenteerd als een „oorspronkelijke Nederlandse roman, zich afspelend in een aanzienlijke familie op een landgoed aan de Vecht, waar in de volksaard en de typering van de Nederlandse mens uit 1900 zo treffend zijn weerge geven, dat dit verhaal met recht een afspiegeling mag heten van het Nederlandse maatschappelijke leven uit die tijd." Een dergelijke aanbeveling noodt tot lezen en doet de kiespijn spoedig vergeten tenminste wannee.r men op recht belang stelt in de lotge vallen en de karaktertrekken zijner voorvaderen. Wellicht hebben noch uwe, noch mijne voorvaderen een landgoed aan de Vecht be woond. doch de plaats doet er niet toe, want een landgoed hebben zij in ieder geval hier of daar bezeten. Dit althans meen ik te hebben mogen concluderen uit de af levering van het vervolgver haal, waarvan ik helaas de vele voorgaande en volgende vervolgen niet in de boeken stapel op de tandartsentafel heb kunnen achterhalen. De dochter des huizes des landhuizes, liever heet- te Sophie, een naam waarin alleen al de tijdeigen sfeer treffend wordt weerspiegeld. Haar moeder was een trotse, doch stuurse vrouw welke kenschetsing verraadt dat de schrijver de eigenschap van trots te zijn meestal gepaard heeft zien gaan met de grootst mogelijke jovialiteit. Haar vader was een struise, vier- kantgebouwde edelman met krachtige trekken, die zowel zielenadel als energie, eerlijk heid en koppigheid weergaven, aldus beweerde de heer Joris Van Den Boogaardt. Veelzij dige trekken dus, waaruit heel wat te concluderen viel zonder er woorden aan vuil te maken. Het meest opvallende in deze roman echter en dat moge dan de aanleiding tot deze nabeschouwing zijn was, dat de mensen in die tijd hun levensproblemen aanzien lijk vergemakkelijkt vonden door de inwendige stemmen, die hen onfeilbaar adviseer den. Voortdurend kon men in het verhaal de zinsnede aan treffen: „Het was alsof een inwendige stem hem (haar. hun zeideNaar mijn oprechte waarneming komen deze inwendige stemmen in onze tegenwoordige tijd steeds minder voor, zodat de mo derne mens eigenlijk nooit precies weet wat hem te doen staat. Wat kan daarvan de ureden zijn? Het kan zijn dat de inwen dige stemmen steeds minder gehoor gevonden hebben en dat wij dus zo eigenwijs ge worden zijn om hun steun te negeren en op onze eigen, ge brekkige redeneringen af te gaan. Een inwendige stem schijnt uitstekend op de hoog te te zijn van wat de sluiers der toekomst verhullen. Om terug te keren tot Sophie in het vervolgverhaal; dit vrome meisje had er aanzienlijk ge mak van bij het kiezen van naar levenspartner, aangezien haar inwendige stem haar, tegen beter weten en tegen de wens harer ouders in, trouw deed blijven aan een figuur, die later een ideaal huwelijks- genoot bleek te zijn: wat hij oorspronkelijk allerminst leek. Een mijner lotgenoten in de tandartsenkamer nam het ver volgverhaal ter hand nadat ik het peinzend had neergelegd. Ook hem bleek de kwestie der inwendige stemmen te intri geren, want hij zat enige tijd nadenkend voor zich uit te staren. Daarop zei hij drome rig: „Ik heb het eens gehad bij een loterij. Het is alsof een in wendige stem je iets zegt. Het was met een loterij die als hoofdprijs een auto beloofde. Ik hou van auto's, althans van er zelf inzitten en ermee rijden en ze gratis voor niets cadeau krijgen. Maar ik was tégen gokken. En toch was het alsof een inwendige stem mij zei: koop een lot Ik kocht een lot. Ik mocht het zelf uit het boekje scheuren. Het was alsof een inwendige stem mij zei: scheur het tiende van onder eruit. Ik scheurde het tiende van onder eruit. Het was nummer 2345675. Ik weet het nog als de dag van giste ren. Het was alsof een inwen dige stem mij zei: koop nog een lot. Toemaar, zei ik tegen mijn inwendige stem, je denkt zeker dat de tientjes me op de rug groeien. Lig niet te trulletutten. zei mijn inwendige stem. Koop nóg een lot. Ik kocht nóg een lot. Het vijfde van onder. Nummer 2345670. Het was alsof een inwendige stem mij zei: wacht nu maar rustig af. Dat was ook het enige wat ik doen kon, trouwens. Ik wacht te rustig af. De trekking kwam. Het was alsof een in wendige stem mij zei: die auto is van jou. Het belletje van de tandarts ging en de man met de in wendige stem moest op de proppen komen. Hij zag mijn vragende blik, toen hij zich omkeerde bij de deur. De auto viel op nummer 5, zei hij droevig. Maar toen het was alsof een inwendige stem mij zei: Fietsen is veel gezonder. Inwendige stemmen hebben altijd gelijk, dat weet ik nu van Sophie zowel als van de man bij de tandarts. Wij moesten er maar weer eens een gewoonte van maken, naar hen te luisteren. J.L. De Nederlandsche Bank maakt bekend, dat zij de gelegenheid tot verwisseling van de bankbiljetten van f 25, model 1947, op nieuw heeft opengesteld, en wel tot en met november 1956. Daarna zullen deze bank biljetten alleen nog bij de hoofdbank te Amsterdam worden ingewisseld, nadat bij onderzoek is gebleken dat aan de aanvrage tot verwisseling redelijkerwijze behoort te worden gevolg gegeven. De bankbiljetten waarvan hier sprake is, zijn alle gedateerd 19 maart 1947 en dra gen de handtekeningen van dr. M. W. Hol- trop (president) en prof. mr. A. M. de Jong (secretaris). Op de voorzijde is rechts in een cirkel in rode kleur een vrouwen portret geplaatst. Te Musselkanaal is het driejarig doch tertje Gina, van mevrouw H. K., die een tractor bestuurde, verdronken toen de be laden wagen, die door de tractor werd voortgetrokken, kantelde. Het kind viel in het water. Haar moeder wist tijdig van de tractor af te springen. Het meisje kon ech ter niet gered worden, doordat zij onder de tractor was gekomen. Nadat een uur later de tractor door een kraanwagen was ge licht, kon het stoffelijk overschot van het kind worden opgehaald. De politie te Delft heeft de 15-jarige H. V. te Delft aangehouden, die te Gouda de 22-jarige mevrouw M. v. d. B.K. met een mes in de rug stak en ernstig verwondde. Na zijn daad was de jongen, die een leer ling is van de Technische School voor Delft en omstreken, gevlucht. De commis saris van politie te Gouda, had zijn signa lement verspreid en zijn aanhouding ver zocht. De jongen woonde bij zijn stief ouders in Delft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5