Aziatische deel van de Sovjet-Unie verrast door hoge ontwikkeling ^Hoe is het ontstaand Vijftig jaar geleden Bezoekers uit Afrika en Azië komen in hevige verleiding in Kazakhstan en Oezbekistan ACADEMIE Oplossing VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1956 3 Dit woord: SCHOPSTOEL Istiqlal veroorzaakt een regeringscrisis in Marokko Het Suez-conflict werpt zijn schaduw vooruit Weer duizend ontslagen in de Britse auto-industrie Uit Haarlems Dagblad van 24 augustus 1906 DE HALVE MAAN ONDER DE RODE STER Geen kleur-slagboom Intourist verzorgde ruim honderdduizend gasten Brug over de Grote Belt is technisch mogelijk Middeleeuwse geschriften maken meer malen melding van een schopstoel ox schupstoel. Dit was een strafwerktuig waaruit veroordeelden met de handen op de rug gebonden omhoog geslingerd werden. Het was dus een soort wip met een verende balk en niet ongelijk aan het instrument waarmee men bij bele geringen stenen over de stadsmuur wierp. Het woord is alleen nog bewaard in de zegswijze: op de schopstoel zitten voor: elk ogenblik uit zijn betrekking ontslagen kunnen worden, geen vaste positie of vast verblijf hebben. Natuur lijk is er verwantschap met: de schop krijgen: ontslagen of weggejaagd wor den. Reeds in de zeventiende eeuw deed men dit letterlijk door een oneervol ont slagen zeeman ,,een voet in 't gat" te ge- ^ven, zoals de term luidde. Van onze correspondent in Parijs) In Marokko doen zich thans politieke spanningen voor, die het kabinet-Bekkai fataal zijn geworden en die vermoedelijk niet gemakkelijk te bedwingen zullen zijn. Na zijn terugkeer uit ballingschap op de troon stelde de sultan indertijd een coali tieregering samen, voornamelijk uit de ra dicale Istiqlal-partij en de P.D.I., de meer gematigde partij voor democratie en onaf hankelijkheid. Gelijk reeds werd gemeld, heeft de Is tiqlal vorige week echter besloten dat haar ministers zich uit de regering van de Frans-gezinde Bekkai terug zullen moeten trekken, waarna de P.D.I. boze woorden en zware beschuldigingen heeft geuit aan het adres van de Istiqlal, die dictatoriale nei gingen zou vertonen. De Istiqlal, die zijn invloed voor een groot deel ontleent aan de vakverenigingen, waarmee de partij leiding hechte relaties onderhoudt, eist van de regering een krachtiger houding jegens Frankrijk. Volgens de Franse mening is de Istiqlal niet vrij van sterke sympathieën voor de Arabische Liga van kolonel Nasser; zeker is, dat de gebeurtenissen in Egypte hun indirecte uitwerking op de Marok kaanse binnenlandse politiek niet missen. Een moeilijkheid voor de Marokkaanse partijen is, dat zij de positie van hun mi nisters niet danken aan de omvang van hun vertegenwoordiging in een parlement dat nog niet bestaat doch ontlenen aan het vertrouwen van de sultan, in wiens handen de religieuze en wereldlijke macht nog altijd zijn verenigd. Deze sultan staat als toekomstbeeld voor zijn land een soort van constitutionele monarchie voor ogen, zodat hij de verlangens en de eisen van de Istiqlal moeilijk kan negeren, waardoor een regeringscrisis onvermijdelijk geworden is. Wanneer de meer extremistische elementen van de Istiqlal zouden zegevieren, heeft Parijs er in Noord-Afrika weer een nieuw probleem bij gekregen. Men kan gerust zeggen, dat de Suez-crisis haar schaduw in Noord-Afrika al vooruit werpt op een voor Frankrijk zeer pijnlijke wijze. Zo gaan er in Parijs ook al hardnekkige geruchten dat de minister met standplaats Algerije, Robert Lacoste, die geldt als de sterke man van het kabinet-Mollet, zijn post zal ver laten indien de macht van Nasser tegen wiens inmenging hij al maanden geleden protesteerde door de westelijke mogend heden niet zou worden gebroken. En daar ziet het voorlopig nog niet naar uit. COVENTRY, (Reuter/U.P.) De Stan dard Motor Company heeft te Coventry aangekondigd, dat zij aan het eind van deze maand nog duizend arbeiders zal ont slaan en een werkweek van drie dagen zal invoeren voor de arbeiders, die zij nog in dienst houdt. Twee maanden geleden ont sloeg de maatschappij 2.500 van haar 11.000 arbeiders. Velen van de in dienst gehouden arbeiders bleven vier dagen per week werken. Volgens de maatschappij was dit nieuwe ontslag noodzakelijk als gevolg van beperkende maatregelen, die voor bepaalde overzeese markten zijn ge nomen, alsmede door de seizoensvermin dering van de verkopen en door de krediet beperking in Groot-Brittannië. De arbei ders, die ontslagen worden, zullen een week extra loon ontvangen. Men verwacht niet dat uit dit ontslag een staking zal volgen aangezien de vak verenigingen zijn geraadpleegd. De secre taris van de Shipbuilders and Engineering Union" verklaarde dat hij „tevreden was met de maatregelen". ADVERTENTIE ^-^^^-^-^-^-CCCOCCCCCCCCCCCCCOOOCCOCCCCCCCCCCCCOOOOOCCOC 8 Voor voortgezet Economisch Onderwijs te Haarlem 8 DRIEJARIGE A VOND OPLEIDING fi Aanvang 18 september 8 Studievakken: Sociale economie, Bedrjjfseco- nomie, Recht van het maat- schappelijk verkeer, Economische Statistiek, Economische geschie- 8 denis, Sociologie van het econo- mische leven, Sociale wjjsbe- geerte. g Prospectus en inlichtingen bij: Dr. S. Elzinga, Westerhoutpark 28, Haarlem, tel. 12879; J. C. Adam, Stuy- 8 vesantstraat 93, Haarlem, tel. 25505; 8 W. B. Reynen, Dr. P. Cuyperslaan 2. 8 Heemstede, tel. 38489. X)°oo3c>coGoooccoax>c<x»iccoK>icoccococ>c>o-xx>ccoccocco2o:6 PETERSBURG. De Tsaar van Rus land laat een automobiel vervaardigen die meer heeft van een rollend huis dan van een vervoermiddel. Het gevaarte wordt in Boedapest gebouwd en kost meer dan 100.000 Kronen. Het is een enorme omnibus met een salon, een slaap kamer en een kabinet. Het rijtuig, dat 56 kilometers per uur kan afleggen, zal de Tsaar gelegenheid bieden tochten door zijn rijk te maken. Booze tongen beweren echter, dat hij een dergelijk snel voertuig bij de hand wil hebben in het geval van een revolutie. Uit de bekendmaking op de eerste pagina van ons blad van heden omtrent het onderzoekings- en advieswerk van het door ons Koninklijk Paar daartoe uitge nodigde driemanschap kan worden gecon cludeerd, dat de omstandigheden, die voor buitenlandse bladen aanleiding zijn ge weest tot publicatie van merendeels schro melijk overdreven en onjuiste mededelin gen over het Koninklijk Huis, tot een ge lukkige oplossing zijn gebracht. Voor zo ver deze omstandigheden behoorden tot het privé-leven van het Koninklijk Gezin, kan worden volstaan met een aansluiting bij het vertrouwen, dat Koningin en Prins in de toekomst blijken te stellen, nu het driemanschap hun ten aanzien van be paalde voorzieningen geadviseerd heeft. Wat betreft de daarbij wellicht ter sprake gekomen zijnde betrekkingen tussen Staatshoofd en Regering, kan men de stel lige hoop koesteren dat 't driemanschap bij zijn desbetreffende adviezen volkomen en rechtlijnig in het landsbelang heeft ge handeld en zich voortdurend zijn enorme verantwoordelijkheid voor ogen heeft ge houden. Daarbij moet worden aangetekend, dat deze verantwoordelijkheid niet eenzij dig door de letter der wet kon worden voorgeschreven, aangezien bij deze wet telijke omschrijving van de taak des Staatshoofds toch nooit uit het oog mag worden verloren, dat het Staatshoofd een mens van vlees en bloed is, die weliswaar ten zeerste door de Grondwet in zijn mens zijn wordt beperkt, doch wiens menselijke waarden wel degelijk aan het landsbelang geschonken dienen te kunnen worden. Wij willen deze inperking niet zien als een miskenning van menselijke overwe gingen, noch als een verwaarlozing van be grip voor de menselijke eigenschappen in degene, die de last van het koningschap te torsen heeft gekregen. Zij is immers een garantie tegen willekeur, een onpersoon lijke veiligheidsmaatregel tegen machts concentratie, die onze democratische re geringsvorm niet meer wenst te riskeren. Doch aangezien de figuur van onze Vor stin juist door haar tweeledige karakteris tiek van Staatshoofd en mens het koning schap in deze tijd nieuwe waarden heeft gegeven, lijkt het ons niet langer verant woord eenzijdig te blijven verwijzen naar de letter onzer wetten zonder ons voort durend te verdiepen in de menselijke kant van het probleem, een kant waarmee ongetwijfeld het persoonlijke geluk van onze Koningin zeer nauw verbonden is. Het is geen staatsrechtelijk jurist ge geven, een scherpe en onbetwistbare lijn te trekken tussen Staatshoofd en de daar in verscholen mens. Wat ook de Grondwet, wat ook de professoren in het Staatsrecht daarover ten beste mogen geven, de ver weving van pure menselijkheid en ambts vervulling in het Koningschap vermogen zij niet te ontrafelen en mogen zij ook niet ontrafelen, aangezien de mens niet is op gebouwd uit wetten en staatsregels en niet bezield is door het staatswezen, doch van vlees en bloed is ontstaan tot een levend wezen, bezield met een levende, menselijke, persoonlijke geest. De verantwoordelijkheid der ministers voor de handelingen en uitingen van het Staatshoofd houdt daarom in de eerste plaats voor de ministers de omvangrijke en veelbetekenende plicht in, zich dienaren van staat en volk te voelen in het licht van hun tijd, als mensen, nauwlettend acht te geven wat in volk en wereld leeft opdat zij niet louter de let ter der wet doch ook de geest van de tijd tot maatstaf van hun beleid kunnen maken en in het licht van die geest de inspirgtieve kracht van het Staatshoofd kunnen ont vangen in een wisselwerking. Hun verant woordelijkheid ligt vóór alles in het alge meen menselijke. Zij dienen zelf voorop gesteld mens te zijn, omdat zij mensen lei den en door mensen worden geleid. En zij dienen het mens-zijn van hun Koning te begrijpen, te eerbiedigen en te ontvangen binnen het strakke en levenloze kader der wetten. Sinds Koningin Juliana het Koningschap aanvaardde en zich met een bewonderens waardige zelfopoffering zette tot het bovenmenselijke van een combinatie harer persoonlijkheid met de functie van Staats hoofd, heeft zij in tal van toespraken uiting gegeven aan haar roeping, verkondigster van verlichte denkbeelden in nationale en internationale, politieke, sociale en cultu rele ontwikkelingen des tijds te zijn. Wel dadig en inspirerend hebben haar woorden gewerkt in de harten dergenen, die met haar een doorbraak naar betere tijden ver stonden en de vrijworsteling van de men selijke geest uit de ban van onbruikbare tradities zagen naderen. Koningin Juliana heeft in haar omgang met personen bij officiële en officieuze gelegenheden en bij toevallige ontmoetingen zowel als bij ge organiseerde bezoeken immer opnieuw een ieder geïmponeerd en verrast door haar pure menselijkheid, haar zuiverheid van denken en haar inspirerende overtuiging. De prachtige eigenschappen, waarmee deze Nederlandse Koningin is gezegend, hebben ons volk tot dankbaarheid gestemd. Het ware een blijk van wel zeer betreurens waardig onverstand, wanneer de machine der wet deze eigenschappen tot onvrucht baarheid en onmacht zou moeten doemen. Wanneer ons volk in deze jaren duide lijk begrepen heeft, hoezeer de volkskracht en de geestelijke vooruitgang gebonden waren aan de Koninklijke inspiratie onzer Vorstin, dan heeft deze massa in de woe ling der tijden haar eigen belang op lange termijn wel degelijk begrepen. Zij heeft gevoeld en het gevoel is sterker dan de rede dat de symboliek van het Ko ningschap in moderne wedergeboorte een nieuwe inhoud heeft gekregen, omdat een waarachtig mens en een verlichte geest op deze plaats gesteld waren als een een heid van volledige werkzaamheid. Ambt en menselijkheid, weliswaar gebonden aan de Wet doch elkander aanvullend en inspi rerend tot een beleidsapostolaat, hebben Koningin Juliana voor ons volk tot een betrouwbare baken gevormd, omdat zij aanvoelt hoe in dit belangrijke tijdsge wricht nationaal en internationaal een keuze moet worden gemaakt, waarin eeuwen van snelle vooruitgang of on vruchtbare stilstand besloten kunnen liggen. De publicaties van heden kenmerken in hun strekking een historisch moment in de Nederlandse samenleving, dat de lotgeval len van ons volk zal bestempelen. De taak van het driemanschap was er een van zo zware verantwoordelijkheid, dat de ver vulling ervan hun ganse persoonlijkheid opeiste. Deze omstandigheid deed hen wel licht des te duidelijker beseffen, van welke onontkoombare beslissingskracht het menszijn in de vervulling van een officiële functie is en hoezeer in ogenblikken van besluitsnoodzaak zijn zuiver gewicht in de schaal de doorslag kan geven. Deze overweging deed het vertrouwen in deze drie mannen groeien tot boven de maat van hun grote aanzien. Een ver trouwen, dat Koningin en Prins blijkbaar deelden en waarin zij niet beschaamd wer den. J. L. (Van onze reisredacteur) TASJKENT Aan de bomen groeiden weer de luidsprekers, de leuzen en de portretten van de Sovjet-groten. Dit was weer een van de cultuur-parken van de U.S.S.R., waar het communistisch regime het nuttige met het aangename ver enigt. Op de banken onder de van onomstotelijke zekerheden sprekende gezich ten van Lenin, Stalin en Kroesjtsjev zaten dit keer geen Russen, maar koffiekleu rige Aziaten met geborduurde witte hemden en zwart-witte schedelkapjes. Zij zaten in kleermakerszit op lage met kelims overdekte tafels, slurpten groene thee van Samarkand en aten bedachtzaam geroosterd vlees op stokjes. Oude mannen die nauwelijks Russisch verstonden, zaten er vriendelijk zwijgend triktrak te spelen, staken ons buitenlandse bezoekers een groen twijgje achter het oor en confronteerden ons ineens met een te weinig besefte werkelijkheid: de Sovjet- Unie als Aziatische mogendheid. Dit was Tasjkent, de hoofdstad van de Sovjet republiek Oezbekistan, oude Midden-Aziatische metropool, weleer de stad van feodale, orthodox-mohammedaanse emirs, daarna koloniale uithoek van het tsa ristisch Rusland, tenslotte blootgesteld aan de schokkendste omwenteling die deze eeuw heeft gekend: de bolsjewistische oktober-revolutie. Een te weinig besefte werkelijkheid is, dat zo de Sovjet-Unie, een land waar het tien uur duurt voordat de zon is opgegaan over zijn tweehonderd miljoen inwoners, niet in bevolkings aantal een overwegend Aziatisch land is, zij het territoriaal gezien toch zéker is, al lag achter Oeral en Kaukasus alleen maar Siberië. Het gaat echter niet in de eerste plaats om onderbevolkte vierkante kilometers. In een wereld, die ver scheurd is door kleur- en rasgevoelens, door ressentimenten uit een koloniale pe riode, problemen die waarschijnlijk van beslissend belang zijn voor de uitkomst van de worsteling tussen de democratische en de communistische blokken, gaat het er in de eerste plaats om koel en onbevooroordeeld vast te stellen, hoe de Sovjet-Unie die kwesties heeft aangepakt, die het Westen nog steeds de pijnlijk ste naweeën bezorgen. Ik wilde wel, dat u de gezichten had gezien van de (niet-communistische) Pakis taanse delegatie, die tegelijk met ons Tasjkent bezocht. De verbazing en de nauwe lijks verholen bewondering lagen er duimendik bovenop. Zij hadden, net al wij, de Oezbeekse vice-premier Habib Abdulajev gesproken, die hun had verteld, dat Oezbe kistan tweemaal zoveel katoen produceert als voor de revolutie, onder meer door een zich steeds meer uitbreidend bevloeiingsstelsel, waarvoor bijvoorbeeld in het lopende vijfjarenplan 2700 miljoen roebel zijn uitgetrokken. Dat er in Oezbekistan, waar voor de revolutie geen enkele universiteit was, thans 34 universiteiten en ande re instellingen op academisch niveau zijn, 98 instituten voor gespecialiseerd middel baar onderwijs en 5400 scholen. Dat er op een bevolking van 7,3 miljoen 2,5 miljoen mensen zijn, die onderwijs genieten. Dat er van de 97 percent analfabeten van weleer slechts een te verwaarlozen aantal over is. Dat er vroeger slechts drie kranten waren en nu 223. Dat Oezbekistan thans dertig toneel- en muzikale ensembles heeft en twin tigduizend bibliotheken. Dat alle in Oezbekistan verbouwde katoen (zestig percent van de oogst der U.S.S.R.) in eigen ontkorrelinrichtingen verwerkt wordt. Dat deze republiek zijn eigen olie-behoeften kan dekken. Dat er machine- en textiel-indu9trieën zijn, Zij hadden, net als wij, gehoord, dat vice-premier Abdulajev uit een boeren familie van analfabeten stamt en thans professor in de geologie en lid van de Oezbe- kistaanse Academie van Wetenschappen is. 's Avonds in het cultuurpark van Tasjkent: Oezheken spelen een partijtje schaak en drinken daar groene thee van Samarkand bij. Deze Pakistani hadden deze dingen niet alleen g eh o o r d, maar ook gezien. Zij hadden met eigen ogen in Oezbekistan en voor hetzelfde geld ook in Kazakh stan, Tadzjikistan, Kirgizistan of Toerkmenistan kunnen waarnemen hoe de ach terlijke, onkundig geëxploiteerde tsaristische wingewesten van Midden-Azië in veer tig jaar geforceerde ontwikkeling tot een materieel peil zijn gestegen dat zijns ge lijke in Azië niet kent, onverschillig of het nu industrialisatie, agrarische ontwikke ling, volkshuisvesting, volksgezondhed, openbaar vervoer, onderwijs dan wel het al- gemeneTevenspeii geldt.-Een niveau, dat hoogstens in onderdelen bij Europees Rus land achterblijft. Het zijn toegegeven dat dit peil in Europese ogen nog niet hoog genoeg is, maar de vraag is in de eerste plaats hoe de Pakistani, de Indiër of de Afrikaan het ziet. Welnu, ik heb in de afgelopen twee jaar vrijwel onafgebroken door Afrika, het Midden-Oosten en Azië gereisd en het lijdt voor mij geen twijfel, dat de vergelijking met die gebieden onherroepelijk in het voordeel van het Aziatisch deel van de Sovjet-Unie uitvalt! Hetgeen niet betekent dat de toestand ideaal is. Niet alleen de gloeiende hitte van een tropische zomerzon, die in Tasjkent het kwik tot 44 graden Celsius in de schaduw kan opjagen, roept in deze stad of in Alma Ata een oude grenspost, die tot hoofdstad van Kazakhstan is uitgegroeid, het beeld op van Aziatische steden. Ook in Alma Ata (Vader der Appels), een soort kruising tussen Apeldoorn en Djakarta, aan de voet van het wit-besneeuwde hemel- gebergte, dat de grens met de Chinese provincie Sinkiang vormt, hangt de stoffige loomheid van de tropen. Het klimaat leent zich 's zomers nauwelijks voor socialistische wedijver. Zeker de helft van Tasjkent, dat een miljoen inwoners telt, bestaat nog <uit lemen huizen (bij aardbevingen overigens uiterst praktisch), zoals men ze ook in andere achtergebleven gebieden van deze wereld ziet. Maar al ontbreekt zelfs de grandeur van de oude koloniale hoofdsteden, het totale beeld is beter, schoner, gezonder en welvarender. Er wordt hard gebouwd en hard gewerkt. De twintigste eeuw heeft hier definitief de overhand. Uit deze stand van zaken heeft overigens nie mand in het Westen een minderwaardigheidscomplex over te houden. In menigerlei historisch opzicht heeft de Sovjet- Unie hier de wind in de zeilen gehad, al was het maar alleen omdat de Westelijke landen in hun koloniale verhoudingen als minderheid voor een meerderheid hadden te zorgen, ter wijl Rusland bijvoorbeeld in Oezbekistan en Kazakhstan slechts gebieden met vijf miljoen respectievelijk drie miljoen mensen te ontwikkelen had. Oud-Tasjkent, een plaatje dat ook uit liet Midden-Oosten had kunnen komen. Hele stadswijken bestaan nog uit lemen huizen, maar zij worden in snel tempo opgeruimd. geven. Natuurlijk zullen zij, voor zover zij geen communist zijn, eveneens overwegen, welke prijs voor deze voordelen betaald is, namelijk die van de communistische dicta tuur en haar hardnekkige methoden. De Islam, eertijds de algemene godsdienst in deze republieken, heeft die aan den lijve gevoeld. Weliswaar is de frontale aanval op de religie geluwd, maar men ontkomt niet aan het gevoel, dat dit voornamelijk is geschied, omdat het regime meent, dat de godsdienst zo dodelijk is getroffen, dat hij verder rustig in een hoekje dan af sterven. In Alma Ata is nog maar één moskee open, waar een oude „mullah" slechts twee in plaats van vijf keer dagelijks de gelo vigen tot het gebed roept. In Oezbekistan zijn alleen de ouderen onder de bevolking nog belijdend, polygamie is verboden, de sluier verdwijnt. Ik zag in Tasjkent slechts één vrouw in „purdah", die op eerbiedige afstand haar gepofbroekte echtgenoot volgde. Weliswaar is vrijdag nog de vrije dag, wordt de Ramadan-vasten nog nage komen en is het woord „chotba", het be langrijkste gebed, dat van de vrijdagmid dag, nog vaagjes bekend, maar dat neemt niet weg, dat de Islam hier al stuipen trekt. Nu mag het zijn dat deze hardnek- kigst beleden godsdienst ter wereld op iedere sociale en economische vooruitgang een vrijwel verlammende uitwerking heeft, dat ook in Mohammedaanse landen door verlichte geesten een liberalisering Een jong Oezbeèks paadje. van de verouderde gewoonten van de Is lam, overigens tevergeefs, wordt nage streefd, nochtans zou een zo bloedige aan slag op het zieleleven van de mens een vrije democraat zonder twijfel te gortig zijn. Het is de belofte van vrijheid op lange termijn, inherent aan ons systeem, die het Westen kan stellen tegenover de menig vuldige voordelen in de grijpbare toekomst die de U.S.S.R. in haar Aziatische repu blieken aan uitstallen. Maar zelfs al kan men niet met zekerheid voorspellen dat het ongeduld van Azië en Afrika naar een menswaardiger bestaan de gekleurde volken zal verleiden te pogen langs Sovjet- weg de gang naar een gelukkiger toekomst af te snijden, dan n o g is er voor het Wes ten geen enkele reden tot zelfgenoegzaam heid, maar integendeel alle reden tot diep en ernstig beraad. Dat viel van de gezich ten van die Pakistaanse delegatie in Tasj kent duidelijk af te lezen. LONDEN (Reuter/UP) Boris Chart- sjenko, de directeur van het Russische staatsreisbureau Intourist, heeft in een vraaggesprek voor radio-Moskou gezegd, dat meer dan 100.000 buitenlandse toe risten Rusland bezocht hebben in de af gelopen zes maanden. Chartsjenko vertel de trots dat buitenlandse toeristen alles hebben gezien in de Sovjet-Unie wat zij wilden zien. Hij zei dat de tochten door de Sovjet-Unie op het ogenblik gebaseerd zijn op achttien verschillende schema's en dat Intourist al het mogelijke doet om de reiskosten voor buitenlandse toeristen te verminderen. Voor het eerst sinds 1936 zijn in Moskou kaarten van de stad in omloop gebracht. Stalin had de uitgave hiervan verboden op grond van de overweging dat zij inlich tingen van waarde voor een vijand be vatten. KOPENHAGEN (United Press) 's We relds grootste brug, een van ruim ander halve kilometer4 over de Grote Belt, is technisch mogelijk volgens een Deense technische commnssie die acht jaar is be zig geweest met de bestudering van dit project. De commissie raamt de kosten op ongeveer 700 miljoen gulden. De brug zou twee verdiepingen hebben, een voor een verkeersweg met vier rijbanen en de an dere voor een spoorweg en twee paden voor fietsers en voetgangers. Over de ver keersweg zouden per uur 2500 voertuigen kunnen rijden, tien maal zoveel als de ma ximum-capaciteit van de veerbootdienst tussen de eilanden Seeland en Fünen. De vraag blijft nochtans of de delegaties uit Azië en Afrika, wier bezoeken elkaar met eentonige regelmaat op volgen, zich met zulke becijferingen zullen ophouden. Zij zijn de leiders van dat overgrote deel der mensheid, waar van wij de politieke cliëntèle aan de Sovjet-Unie betwisten. Hoe liggen onze kansen? Een factor, die voor die vraag haast nog van groter belang is dan de materiële, is die van de menselijke verhoudingen. Op dat gevoelige punt heeft de Sovjet-Unie nogmaals gescoord. Er is met name geen enkele vorm van rassen-discriminatie op te merken, geen kleurslagboom. Voorzover er nog van een Russi sche elite in deze Aziatische ge bieden sprake kan zijn, is die van tijdelijke aard. Zodra de intellec tuele achterstand is ingelopen en de gehele culturele en vooral de onderwijs-politiek is daarop doel bewust gericht, zal niets ook de praktische gelijkstelling meer in de weg staan. De hoogste func ties op ieder gebied staan reeds voor iedere Kazakh of Oezbek open. Men kan werkelijk niet ontkennen, dat de Russen hier een uiterst gelukkige formule hebben gevonden. Uitgaande van een voordelige startpositie, de „bolsjewistische bevrijding van de door de tsaren geknechte ko loniale volken", hebben zij ieder nationalistische rancune het gras voor de voeten weggemaaid. Zij hebben niet zoals de Fransen in Noord-Afrika, getracht deze kleurlingen cultureel te assimile ren, noch hebben zij, zoals de Britten in India, onoverkomelij ke radicale scheidsmuren opge trokken. Zij hebben deze mensen economisch en politiek volko men gelijkgesteld en tegelijker tijd hun taal, hun cultuur en hun nationale identiteit gehandhaafd, zelfs gestimuleerd als „verrijking van de Sovjet-cultuur". Met andere woorden, de Kazakhen en Oezbeken zijn niet geassimi leerd als Russen, maar als Sovjetburgers. Het resultaat: nergens valt dit woord „Sovjetskaja" met zoveel trots als hier, Nieuw Tasjkent: een doorkijkje uit het nieuwe opera-gebouw over een plein met fonteinen, waar 's avonds de bevolking haar pantoffelparade houdt. Op de ach tergrond verrijst alweer een bouwkraan. nergens bespeurt men een nationalistisch afscheidingsstreven, dat trouwens uit an deren hoofde bijzonder weinig kans van slagen zou hebben. Dat zijn de dingen, die iedere bezoe kende Afrikaan of Aziaat te denken zullen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5