Op de Oezbekistaanse model-kolchoz
Kaganovitsj was alles koek en ei
1409
Gehr. Beekman
Schone facade verbergt evenwel
Ruslands voornaamste probleem:
de kolchoznik
Premier Menzies stelt Nasser
op de hoogte van plan-Dulles
Het woord is aan
NAAR POTEMKINS VOORBEELD
Weer sprong naar
„Lutine"-goud
ECHT NIET
Militaire voorbereidingen bedreigen
volgens Sjepilov de vrede
3
V.S. en Sovjet-Unie gaan
samen een film maken
Ken je je tsaar niet?
Weerzin
A chter stand
Ing. v. Wienen gaat het met
nieuwe duikerklok proheren
De zaak Anneke Beekman
Koningin Juliana en Prins
Bernhard op Korfoe
Waarschuwing van EOKA
Brand op schip met vlas
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956
Het is niet de eerste maal, dat wij tot
onze grote voldoening door reacties uit
onze lezerskring mochten merken, hoezeer
het dagelijkse epigram aan de rechter-
bovenzijde van onze voorpagina onder de
titel: „Het Woord Is Aande belang
stelling onzer lezers heeft.
Herhaaldelijk is ons gebleken, dat deze
citaten, in de meeste gevallen afkomstig
van bekende persoonlijkheden op velerlei
gebied, doch vaak ook geboren in de geest
van onbekenden, weldadige lectuur vormen
en de lezer treffen. Daartoe worden zij ook
gegeven. Zij zijn als het ware samenvat
tingen van levensavonturen, korte en kern
achtige formuleringen van moeilijke en
moeizaam beredeneerde stellingen en wijs
heden, spitsvondige weergevingen van in
complicaties geboren conclusies over leven
en dood, kunst en techniek, politiek en
cultuur, samenleving en innerlijke beleve
nis, humor en leed, kortom over alle aspec
ten van het bestaan, zoals die gezien wor
den door de bril van uiteenlopende men
sen. Van mensen die zowel wat karakter
als scholing betreft tot de originelen be
horen en een lenigheid van geest hebben
verkregen, die hen in staat stelt de dingen
duidelijk en kernachtig, gekruid en sma
kelijk te zeggen, waar anderen dikke boe
ken of urenlange redevoeringen nodig heb
ben.
In dit onderhoudende steekspel van de
geest, zoals dat iedere dag door ons blad
wordt weergegeven, valt nu en dan wel
eens een touché die niet meteen in zijn
trefmatigheid wordt onderkend. Zo is ons
van verschillende zijden om nadere uitleg
verzocht van het woord, dat j.l. woensdag
in deze rubriek verscheen en dat luidde:
„Het is ongezond, nooit ziek te zijn." Met
groot genoegen knopen wij aan deze ogen
schijnlijk zo wonderlijke ontboezeming een
nadere beschouwing vast, omdat zij een
interessant levensaspect belicht.
„Het is ongezond, nooit ziek te zijn" is
een bewonderenswaardig comprimé van
een uiterst subtiele, wetenschappelijk-
levensbeschouwelijke overtuiging, waarin
zowel de medische wetenschap als de filo
sofie en de psychologie onderdelen en sa
menwerkende factoren zijn. Oppervlakkig
beschouwd is dié mens gezond, welke nooit
ziek is. De ontkenning van deze logica zou
lachwekkend kunnen lijken, en toch blijkt
bij nadere beschouwing dat het in het ge
heel geen logica is. Intuïtief is dat trou
wens in de litteraire folklore tot uiting ge
komen door het oude spreekwoord: „Kra
kende wagens lopen het langst." En inder
daad mensen die aan vele kwalen het
hoofd hebben geboden, blijken in talrijke
gevallen de strijd tegen de lichamelijke
destructie het langst te kunnen volhouden.
Heeft de medische wetenschap op een be
paald moment in haar geschiedenis de
heilzame werking van sommige aandoenin
gen niet erkend door zelf bij de patiënt een
bepaalde ziekte in lichte vorm op te wek
ken, teneinde hem voldoende strijdmidde
len tegen de kwaadaardige vorm dezer
ziekte te schenken? Dat is dan de vaccina
tie. Talrijke sera zijn in eigen aard gevaar
lijke vergiften, die echter bij bepaalde do
sering nóg gevaarlijker vergiften in het
lichaam neutraliseren. Dit is geen medisch
geheim, doch een algemeen aanvaarde me
dische werkmethode.
Er komt echter nog iets anders bij, be
halve deze tamelijk medisch-technische
kwestie. Wat is een ziekte? Men is terug
gekomen op de stelling: „een ziekte is een
lichamelijke storing" en heeft deze vervan
gen door de uitspraak: „een ziekte is het
symptoom van een lichamelijke storing. In
sommige kringen kan men de stelling
horen verluiden, dat vele lichamelijke sto
ringen niet naast, doch tengevolge van
psychische disharmonie bestaan. In de psy
chosomatische geneeskunde (school dr.
Groen te Amsterdam) heeft men reeds vele
lichamelijke afwijkingen kunnen koppelen
aan psychische storingen.
Een ziekte kan dus het symptoom zijn
van een psychische storing, die in het orga
nisme spanningen oproept welke óf direct
lichamelijke aandoeningen veroorzaken, óf
het lichaam ontvankelijk maken voor
ziekteverwekkende invloeden van buitenaf.
Enerzijds dus werkend als een waarschu
wingssignaal, anderzijds het voortbestaan
van het lichaam bedreigend, kan de ziekte
regulator zijn in de verhouding tussen
mens en bestaan, die deze mens in staat
stelt tot voortdurende zelfcorrectie in het
belang van zijn levensvreugde en levens
duur.
De afwezigheid van symptomen behoeft
niet te betekenen, dat de storing innerlijk
niet aanwezig is. Het grote gevaar van het
wegblijven der ziekte-symptomen is daarin
gelegen, dat de onmerkbare storing zich in
het verborgen ontwikkelt tot een voor het
lichaam catastrofale disharmonie van on
herstelbaar formaat, zich openbarend in
een plotseling of spoedig dodelijke kwaal.
Dit alles is vervat in de korte formulering
die uitgangspunt van deze beschouwing
vormde: „Het is ongezond, nooit ziek te
zijn." Wellicht is het duidelijk, hoe mees
terlijk de gedachtengang van K. J. Versteeg
zich heeft gecomprimeerd in deze enkele
woorden. Zij verbergen evenals de
meeste aphorismen een imposant en in
grijpend stuk levenswijsheid, in dit geval
nog speciaal van waarde door zijn prak
tische, progressief-wetenschappelijke in
houd. J. L.
HOLLYWOOD (U.P.) Wladimir Surin,
de Russische eerste vice-minister van Cul
turele Zaken, heeft bekendgemaakt dat zijn
regering toestemt in een Russisch-Ameri-
kaanse co-productie. De film zal in de Sov
jet-Unie worden opgenomen, de Amerikaan
Michael Todd zal deze regisseren. De film
zal de titel krijgen „Het grote concert" en
er zullen uitsluitend de beste Russische
zangers, zangeressen, dansers en spelers in
optreden. De film, die een beeld zal geven
van de Russische culturele ontwikkeling
der afgelopen tien jaar zal in de eerste
helft van het volgend jaar worden opge
nomen.
HELSINKI (United Press). - De president
van de Sovjet-Unie, Vorosjilov, heeft
woensdag tijdens zijn offciële bezoek aan
Finland onder meer het museum in Hel
sinki bezichtigd. Voor een portret van tsaar
Alexander III bleef hij staan en hij vroeg
aan een van de leden van zijn gevolg:
..Weet je wie dat is". De ander wist het
niet: .Wat., ken je je eigen tsaar niet?"
De tweede dag van het bezoek werd ge
kenmerkt door een opmerkelijk gemis aan
veiligheidsmaatregelen, in tegenstelling tot
de eerste dag, toen de politie bijvoorbeeld
het station, waar de president aankwam,
afsloot en alle zich daar bevindende reizi
gers opsloot.
Vorosjilovs bezoek is er duidelijk op ge
richt, vrienden te maken. Het is een be
zoek van glimlachen.
(Van onze reisredacteur)
TASJKENT. Inderdaad, het klopte. Tussen de groene katoenvelden lag de
kolchoz Kaganovitsj als een vredig dorpje. Werkelijk, het had een eigen ziekenhuis
en drie scholen, mitsgaders elektrische stroom, een kraaminrichting, een crèche en
radio-distributie. De voorzitter van deze kolchoz was de vriendelijke oude heer, die
het vroeger heel slecht had als landarbeider, maar nu de zegeningen van het regime
en de welvaart van de boeren allerbekoorlijkst beschreef. Na zijn redevoering
werden wij heus naar een koele pergola gebracht, die uitzicht gaf op de katoen-
velden en waar de tafel inderdaad doorboog onder het eten: kippen, eieren,
gebak, vruchten, wijnen, wodka, cognac en bonbons. We hadden de soep
oorsjtsj nog nauwelijks naar binnen of daar kregen we de danseressen, die, al
kwamen ze net van de velden, keurige roodgelakte nagels hadden en op het plat
form, waar het zonlicht door het wilgenlover filterde, Oezbekistaanse dansen uit
voerden op de tonen van een Oezbekistaans orkestje. We mochten werkelijk niel
weg, voordat we allen zo'n vierkant zwart-wit Oezbekistaans petje hadden ge
kregen uit het grote pak, waarin deze hoofddeksels voor de distributie aan bezoe
kende vreemdelingen gereed lagen. Dat petje deed bij ons een licht opgaan. Hoe
kenden we deze kolchoz op zevenduizend Kilometer af
stand van ons eigen vaderland zo nauwkeurig? Waar
kwam dit gevoel „dat heb ik eerder gezien" vandaan?
Welnu, heel eenvoudig: uit de reportages van onze West-
europese collegae, die vóór ons naar de Sovjet-Unie
waren gegaan. Zij hadden allemaal deze Kaganovitsj-
kolchoz gezien, evenals trouwens de Amerikaanse rechter-
reiziger Douglas en de Amerikaanse landbouw-delegatie.
Deze model-kolchoz was duidelijk een verplicht program
ma-nummer. De heer Potemkin zou er goedkeurena over
hebben geknikt.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat dit de enige
keer was op onze reis door de Sovjet-Unie, dat men ons
op zo'n glad, maar nogal naief stukje routine-werk heeft
onthaald. Waar men ons anders eerder het gemiddelde
dan het model toonde, daar lag het gemiddelde op dit
gebied nog niet hoog genoeg. Want de kolchoz-landbouw
is hoofdpijn nummer één van het Sovjet-regime, zij pro
duceert nog steeds onvoldoende en bovendien vormt zij
in ideologisch en economisch opzicht een uitzondering in
het Sovjet-bestel, dat zoals iedere heilsleer hoogst on
gaarne uitzonderingen erkent. In een land waar alles,
in afwachting van een praktische vorm van volkseigen
dom, staatseigendom is, daar bezit de kolchoz (in wezen
een gecollectiviseerd boerendorp) nog groepseigendom.
De staat is weliswaar eigenaresse van de kapitaalgoede
ren, grond, tractoren, landbouwmachines, maar de kol
chozen zijn eigenaars van vee, werktuigen en
vooral van hun produkten. Erger nog, in een
land dat wel persoonlijk bezit erkent, maar geen
winstgevend eigendom, daar heeft men niet
alleen aan de kolchozen)' maar Óók aan hun in
woners, de „kolchozniki" produktief bezit toe
gestaan. Zij bezitten behalve hun huis ook huis
vee en hebben een lapje grond (maximaal een
hectare), waarvan zij de opbrengst tegen vrije en
hoge prijzen mogen verkopen op de kolchoz-
markten. In het land, dat gelijkheid en sociale
zekerheid heeft vastgelegd in een strak loon-
stelsel,, daar werkt de kolchoznik in feite tegen
een ondernemingsloon. Want de staat koopt de
kolchoz-produktie op tegen vastgestelde prijzen
en na aftrek van de kosten wordt het surplus,
men durft het woord winst slechts te
fluisteren, onder de kolchozniki verdeeld.
Nu mag het zijn dat hij door hard wer
ken die winst zo groot mogelijk kan maken,
maar het natuurgebeuren ligt buiten zijn
invloed, regen of droogte en ziekten kunnen
zijn gewas beschadigen en zijn werk teniet
doen. De streek waar hij woont bepaalt
mede zijn inkomen. Niet overal kan hij
de winstgevende produkten verbouwen,
niet altiid woont hij dicht bij een grote
stad, waar hij gemakkelijk de voortbreng
selen van zijn eigen grond van de hand
kan doen. Nu kan de communistische leer
met velerlei theoretische verklaringen
komen over de verzoenbaarheid van staats-
(of volks-)eigendom en groeps lees
kolchoz eigendom, die zelfs het „bond
genootschap tussen de bevriende klassen
van boeren en arbeiders" kan versterken,
in feite zit zij lelijk in haar maag met die
weliswaar bevriende maar toch uiterst
hardnekkige landbouwersklasse. Waarom
laat men haar die uitzonderlijke positie
met economische vrijheden, al zijn het
dan voornamelijk de nadelige?
Wel, nood breekt wetten. Noch de massa
moord op de koelakken, de grote boeren
van weleer, noch de gedwongen collectivi
satie, noch arrestatie, vervolgingen, be
lastingverhogingen en andere dwangmaat
regelen, evenmin als amnesties, belasting
verlagingen en beroepen op het socialisti
sche geweten, hebben de chronische land
bouwcrisis van de Sovjet-Unie kunnen ver
helpen. De veestapel blijft klein, de pro-
duktie van melk, boter, groente, aardap
pelen, veevoer en zelfs van graan stijgt in
onvoldoende mate. Daarom is men de
kolchozniki tegemoet gekomen, heeft men
niet langer de praktijk naar de ideologie
om willen buigen, maar integendeel ge
poogd de ideologie met de praktijk te ver
zoenen. Overigens ook al met weinig suc
ces, want de weerzin tegen de collectivi
satie blijft bestaan. De boeren hebben de
neiging hun inspanningen steeds meer ten
bate van het individuele bezit dan van
het collectieve aan te wenden en men be
weert spottend dat de voornaamste collec
tieve bezigheid op de kolchozen het ge
zamenlijk om de tuin leiden van de con
trole-ambtenaren is, die het zowel door de
afmetingen van het land als door een
verlammende bureaucratie toch al niet ge
makkelijk hebben. Als gevolg van al deze
moeilijkheden neigt de officiële agrarische
politiek dan ook steeds meer ten gunste
van de „sovchoz", het grote in hoge mate
gemechaniseerde staatslandbouwbedrijf,
waar iedereen in loondienst is, zij het dan
dat ook de sovchozniki een eigen lapje
grond hebben.
Gebrek aan feitenmaterieel maakt het
moeilijk te bepalen hoe de materiële om
standigheden van de „kolchozniki" zijn, al
kan men gerust vaststellen dat zij achter
blijven op die van de stadsbewoners. De
De voorzitter van de
kolchoz Kaganovitsj.
versnelde ontwikkeling van de industrie
heeft trouwens ook in de Sovjet-Unie een
trek naar de steden doen ontstaan, alweer
een factor voor het falen van de Sovjet-
landbouwpolitiek. Als iedereen het zo
goed had als de boeren van Kaganovitsj-
kolchoz zou er overigens geen reden tot
klagen zijn. In deze model-kolchoz, die
1900 hectare bevloeide grond onder katoen,
680 ha onder lucerne, 150 ha onder mais,
groenten en aardappels, alsmede 55 ha
boomgaard en 12.000 ha steppegrond voor
veeteelt heeft, wonen 3030 mensen in 660
hoeven. Van hen werken er 1440 in de
kolchoz. Zij moeten minimaal 150 „arbeids
dagen" (zoals men op een kolchoz de
„norm" noemt) leveren. Per arbeidsdag"
krijgen zij daarvoor negentien roebel en
achttien kopeken, drie kilo graan en een
pond groenten. Iedere kolchoznik moet
werken, zij het dan dat de jeugd en de
ouderen respectievelijk slechts tachtig en
honderdtwintig arbeidsdagen behoeven te
leveren. Het gemiddelde in deze kolchoz
ligt echter op 350 arbeidsdagen per jaar.
Het gemiddelde gezins-inkomen bedraagt
twaalfduizend roebel (koopkracht in Ne
derlandse munt ongeveer drieduizend gul
den) plus twee ton graan. Daarbij komt de
opbrengst van het eigen lapje grond als
mede het huisvee (koe, varken, gevogelte).
Hoeveel die opbrengst is blijft een onbe
antwoorde vraag. Boeren zijn toch meestal
weinig geneigd rooskleurige schattingen
van hun inkomen te maken, maar privé-
verdiensten in de Sovjet-Unie zijn hele
maal een bijzonder teer punt. Zelfs de
voorzitter van de Kaganovitsj-kolchoz, die
evenals zijn bestuur vrijelijk door de kol
chozniki wordt gekozen, verkiezing die
evenals het door hem opgestelde statuut
sinds kort geen bekrachtiging van het
districtsbestuur meer behoeft, wilde naar
die privé-inkomens geen slag slaan. De
kolchoz had wél een eigen pensioenfonds,
dat in geld en natura ter waarde van on
geveer 300 roebel per maand aan ouden
van dagen uitkeert, want, zoals dat een
„ondernemer" betaamt, heeft de kolchoz
nik geen recht op staatspensioen. Voor de
st'-tistiek vermeld ik overigens dat vijftien
boeren in deze kolchoz een eigen auto
hebben.
Nu we het toch over de statistiek heb
ben, volgt hier een cijfer dat het fleurige
beeld van de model-kolchoz enigszins doet
verbleken. Het komt uit onverdachte bron.
De vice-premier van de Sovjet-republiek
Oezbekistan vertelde ons dat het gemid
delde inkomen per „arbeidsdag" in Oezbe
kistan slechts zes roebel plus twee kilo
graan en wat groente en vlees bedraagt.
Dat is nog geen derde van wat op de
Kaganovitsj-kolchoz werd gehaald. Maar
het geeft wél een helderder beeld van de
werkelijke omstandigheden op het platte
land in de Sovjet-Unie dan wij het kregen
op ons overigens alleraangenaamst uit
stapje naar die groene lusthof, waar het
Sovjet-regime de traditionele Oezbeekse
gastvrijheid zo vriendelijk in de gelegen
heid stelt zich ten bate van delegatie na
delegatie uit te leven.
Nog dansen de Oezbekistaanse
meisjes de oude dansen uit de tijd
van emirs en kromzwaarden. Maar
het is niet helemaal echt meer,
het 'lijkt alsof zij zich dröom-
bewegingen proberen te
herinneren.
Ing. W. van Wienen uit Bussum, een
bergings- en scheepsbouwdeskundige, zal,
indien de benodigde gelden bijeengebracht
kunnen worden, een nieuwe poging doen
om het goud van de Lutine te bergen.
De heer Van Wienen heeft hiertoe een
hangende duikinrichting ontworpen, die
bevestigd is aan een op een ronde drijver
gemonteerde bok. Deze drijver, die een
middellijn van 35 meter heeft, zal het
voordeel bieden, aldus ing. Van Wienen,
dat de kracht van de getij stroom geen
aangrijpingspunten vindt, zodat het ber
gingsschip niet steeds verhaald behoeft te
worden. De 40 ton wegende duikinrichting,
een holle buis waarin onderaan een werk
kamer, waarin vier personen kunnen
werken, staat onder een overdruk van 1,6
De heer Van Wienen met een model
van zijn duikerklok boven een kaart
van de plaats van „de schat".
atmosfeer, die het binnendringen van het
zeewater belet. Zij kan een diepte van
25 m bereiken, hetgeen voor de berging
van de Lutine, die 15 meter diep ligt,
ruim voldoende is.
Niet de eerste keer
Reeds verscheidene malen heeft men po
gingen ondernomen het goud van de Lu
tine te bergen: in 1801 bracht men voor
pl.m. een half miljoen aan goud- en zilver
staven boven; in 1856 voor circa f 600.000.
Van de laatste tijd is vooral bekend de
bergingspogingen van de tinbaggermolen
Karimata, die echter niet meer opleverden
dan één goudstaaf en enkele munten. De
waarde van het nog niet geborgen ge
deelte wordt thans geschat op twee en
veertig miljoen gulden.
De heer Van Wienen heeft inmiddels van
de Lloyds uit Londen en van „De onder
neming op het wrak van The Lutine" con
cessie gekregen.
Gastvrijheid in Oezbekistan:
de tafel buigt door onder het eten,
de delegatie kan komen.
Volgens op het gerechtshof te Luik ver
strekte inlichtingen hebben de Nederlandse
autoriteiten een nieuw uitleveringsverzoek
geformuleerd ten laste van mevrouw G. van
M., die te Nonceveux is aangehouden als
medeplichtige in de ontvoering van Anneke
Beekman.
Dit nieuwe verzoek is ingediend om te
beletten dat het voorlopig bevel tot aan
houding zou worden betwist. De kamer
van inbeschuldigingstelling zal binnenkort
ter zake adviseren. Dat advies zal dan aan
de minister van Justitie te België worden
overgemaakt.
Wij doen altijd zo geestdriftig over onze
spoorwegen en als iedereen zo enthousiast
is, durf ik nooit iets te zeggen. Iedereen,
met de heer Den Hollander aan het hoofd,
zegt altijd dat bij ons het spoorwegwezen
zo best is en dan waag Ik het niet roet in
het eten te strooien door op te merken dat
er allemaal zulke korte treintjes rijden op
de spitsuren en dat ik zo dikwijls moet
staan bij meneer Den Hollander op het
balkon. Maar ik zég het niet, omdat ieder
een zegt dat onze spoorwegen zo reuze zijn.
Nu en dan zou je wel een naargeestig man
netje moeten wezen om dan te gaan klagen
over het gerammel en het geschud, zodat
je nooit lekker kunt zitten lezen, om van
het morsen met de koffie maar te zwijgen,
al is dat laatste niet het ergste, want die
kun je beter morsen dan drinken, maar
daar kan meneer Den Hollander niets aan
doen; hij zit nog jaren vast aan de wagons-
lits.
Maar niemand minder dan de inspectie
beheerder van de Nederlandse Spoorwegen
te Amsterdam zélf, de heer C.A.O. (ik her
haal C.A.O.) Naudin ten Cate heeft een
aanschijving geschreven, waarin deze heer
openlijk verklaart dat in bijna de hele
provincie Noordholland slechts 65 van de
100 treinen op tijd rijden; dat is 35 percent,
niet op tijd. En nu deze hoge spoorweg-
meneer dat zo openlijk constateert, mag
ik wel zeggen, dat het ondergetekende
voorkomt dat hier iets niet in orde is. Ik
zeg dat natuurlijk aarzelend en met een
zacht stemmetje, want de Nederlandse
Spoorwegen zijn geweldig. Als je bijvoor
beeld alleen maar eens let op dat consciën
tieuze en ijverige gaatesknippen door de
conducteuren, dan gaat het je toch eigen
lijk aan het hart iets hards te moeten zeg
gen. Het zijn de mooiste en rondste gaatjes
van de hele wereld en dat is iets waar
wij best trots op mogen zijn.
Die gaatjes zijn zó rond dat daar best
iets minder ronds tegenover mag staan.
Dan mag de koffie best een beetje minder
zijn en dan mogen het gewiebel en geschud
best een beetje méér zijn. Telkens als ik
dreig te gaan mopperen, omdat ik op het
balkon geperst word, krijg ik weer zo'n
mooi gaatje en dan is de boze bui weer
over.
Maar 35 op de 100 treinen te laat
dat kunnen geen tien gaatjes goedmaken.
De schreeuwlelijkerds, die de hoorsluier
altijd zo wredelijk verscheuren op de per
rons, delen beleefdelijk en herhaaldelijk
mede. dat die en die trein zóveel minuten
te laat zal zijn, maar daar kóóp ik óók
niets voor.
Het is écht niet zo best als meneer Den
Hollander denkt dat wij het vinden. Ik
hoop dat hij niet verdrietig is om deze
ruwe constatering door zijn, hem zo innig
liefhebbende
ELIAS.
ADVERTENTIE
FIRT
Thans in nieuwe uitvoering leverbaar. Prijs 7990.
"Vanaf heden in onze showroom geëxposeerd.
AUTOMOBIELBEDRIJVEN
Haarlem, tel. 14160 Bloemendaal, tel. 22165
LONDEN (AFP/Reuter). De Austra
lische premier Robert Menzies heeft in zijn
functie van voorzitter van het vijf landen
comité, dat ingesteld is op de Suezkanaal -
conferentie op de Egyptische ambassade te
Londen aan de ambassadeur een document
overhandigd voor de Egyptische president
kolonel Nasser. Bij het verlaten van de
ambassade zei Menzies: „Ik hoop dat ik dit
weekeinde nog antwoord ontvang". Het
document behelst het meerderheidsplan van
de Londense conferentie over een inter
nationaal beheer van het kanaal. De Ameri
kaanse minister van Buitenlandse Zaken,
Dulles, heeft voor zijn vertrek naar Wash
ington in Londen verklaard te geloven dat
de commissie erin zal slagen onderhande
lingen met Nasser aan te knopen over de
internationalisatie van het kanaal.
De Russische minister van Buitenlandse
Zaken, Dimitri Sjepilov, heeft te Londen
tegenover verslaggevers gezegd, dat de
machten, die het Suezprobleem trachten te
verergeren en Egypte voorwaarden op wil
len leggen, „een morele en politieke neder
laag" op de conferentie hebben geleden.
„De militaire voorbereidingen die sommige
landen tegen Egypte hebben getroffen"
kunnen volgens Sjepilov als „een bedrei
ging van de vrede worden aangemerkt".
„Bepaalde kringen: hebben de conferentie
verdeeld om Egypte de eisen van Dulles'
plan buiten de conferentie om te kunnen
aanbieden". Het voorgestelde internatio
nale bestuurslichaam is onverenigbaar met
de geest van onze tijd en de beginselen van
de UNO.
Sjepilov is van oordeel dat de ongerecht
vaardigde economische sancties „door ze
kere Britse en Franse kringen" aan Egypte
opgelegd, een sfeer van spanning hebben
opgeroepen. „De onbetwistbare verergering
van de toestand is nauw verbonden met
de invloed van kringen in Groot-Brittan-
nië, Frankrijk en de Verenigde Staten, die
op de een of andere manier iets hebben uit
te staan met de Suezkanaaknaatschappij
en die de Egyptische naastingsdaad als een
uitgemaakte bedreiging voor het kolonia
lisme in het Nabije- en Midden-Oost. n
zien". Sjepilov viel opnieuw de samenstel
ling van de Londense conferentie aan om
dat volgens hem de meeste van de uitge
nodigde landen „leden zijn van bekende
agressief-militaire groeperingen, zoals de
NAVO, het verdrag van Bagdad en de
Zuid-Oost-Aziatische Verdragsorganisatie".
Desgevraagd antwoordde Sjepilov dat „de
Sovjet-Unie het nodig acht een waarschu
wing te laten horen voor de ernstige conse
quenties die in het Nabije- en Midden- ontploft.
Oosten zouden kunnen ontstaan indien er
verandering wordt gebracht in de huidige
toestand aan het Suezkanaal.
Te Caïro verluidt dat een zeker aantal
Afrikaanse en Aziatische landen over
wegen, een spoedbij eenkomst te beleggen
van landen, die vorig jaar op de conferentie
van Bandung waren vertegenwoordigd.
Het doel van deze conferentie zou zijn van
gedachten te wisselen over de kwestie van
het Suezkanaal.
Volgens radio-Moskou betekent „de
weigering van verschillende deelnemers
aan de conferentie om zich achter een ge
meenschappelijk voorstel te plaatsen nog
niet dat er geen positieve resultaten zijn
bereikt. Groot-Brittannië en Frankrijk
hebben eerst gedreigd onmiddellijk vijan
delijkheden te openen, maar hebben later
terug moeten krabbelen. Alle deelnemers
aan de conferentie moesten erkennen, dat
de kwestie slechts met vreedzame middelen
kan worden opgelost. Niemand betwist nog
de wettigheid van de naasting, aldus radio-
Moskou.
Te Londen verluidt, dat vandaag te
Southampton een begin zal worden ge
maakt met het laden van vrachtschepen,
die met het oog op de crisis om het Suez
kanaal door het ministerie van Vervoer zijn
gevorderd. Het gaat voorlopig om vijf
schepen, die met militaire voertuigen, uit
rustingsstukken en voorraden zullen wor
den geladen. De auto's behoren aan troepen,
die in de nabijheid van Southampton zijn
gelegerd.
Het Franse troepenschip Pasteur en drie
Libertyschepen zijn ter beschikking gesteld
van de Franse militaire overheid en in de
haven van Marseille voor anker gegaan.
Volgens de havenautoriteiten zijn de sche
pen gereed om in korte tijd uit te varen.
Koningin Juliana en Prins Bernhard zijn
vrijdagmiddag met hun regeringsdakota op
het Griekse eiland Korfoe geland. Op het
vliegveld werden zij verwelkomd door
koning Paul van Griekenland en koningin
Frederika.
Met het Griekse koninklijke jacht zijn de
vorstelijke personen naar de villa „Mon
Repos" van koning Paul gevaren.
's Avonds is in het oude paleis van Kor
foe een groot bal gegeven ter gelegenheid
van de verjaardag van prinses Sophie, de
oudste dochter van het Griekse koninklijke
paar.
NICOSIA (Reuter) De Cyprische ver
zetsbeweging EOKA heeft in Nicosia een
pamflet verspreid, gericht aan „de Britse
sokiaten." Daarin wordt gezegd, dat het
niet de schuld van de EOKA zal zijn „als
er weer Brits bloed gaat vloeien veel
bloed deze keer."
Bij een ontploffing in het gebied van
Larnaca, op Cyprus, is een Griekse Cyprioot
gedood, terwijl een ander werd gewond.
Een zelfgemaakte bom, die door twee jon
gemannen werd vervoerd, is per ongeluk
In het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte
van de Johan Wagenaarkade te Utrecht is
de lading vlas van het 125 ton metende
vrachtschip „Quo Vadis" in brand geraakt.
De schipper, de heer H. Olde uit Utrecht,
die met zijn schip op weg was van Am
sterdam naar Steenbergen (N.B.) stuurde
het schip naar de wal, waar men inmiddels
de brandweer van Utrecht gealarmeerd
had. De brandweer bestreed het vuur met
drie stralen en zag kans een deel van de
lading te lossen.