Op de Oezbekistaanse model-kolchoz Kaganovitsj was alles koek en ei 1409 Gehr. Beekman Schone facade verbergt evenwel Ruslands voornaamste probleem: de kolchoznik Premier Menzies stelt Nasser op de hoogte van plan-Dulles Het woord is aan NAAR POTEMKINS VOORBEELD Weer sprong naar „Lutine"-goud ECHT NIET Militaire voorbereidingen bedreigen volgens Sjepilov de vrede 3 V.S. en Sovjet-Unie gaan samen een film maken Ken je je tsaar niet? Weerzin A chter stand Ing. v. Wienen gaat het met nieuwe duikerklok proheren De zaak Anneke Beekman Koningin Juliana en Prins Bernhard op Korfoe Waarschuwing van EOKA Brand op schip met vlas ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956 Het is niet de eerste maal, dat wij tot onze grote voldoening door reacties uit onze lezerskring mochten merken, hoezeer het dagelijkse epigram aan de rechter- bovenzijde van onze voorpagina onder de titel: „Het Woord Is Aande belang stelling onzer lezers heeft. Herhaaldelijk is ons gebleken, dat deze citaten, in de meeste gevallen afkomstig van bekende persoonlijkheden op velerlei gebied, doch vaak ook geboren in de geest van onbekenden, weldadige lectuur vormen en de lezer treffen. Daartoe worden zij ook gegeven. Zij zijn als het ware samenvat tingen van levensavonturen, korte en kern achtige formuleringen van moeilijke en moeizaam beredeneerde stellingen en wijs heden, spitsvondige weergevingen van in complicaties geboren conclusies over leven en dood, kunst en techniek, politiek en cultuur, samenleving en innerlijke beleve nis, humor en leed, kortom over alle aspec ten van het bestaan, zoals die gezien wor den door de bril van uiteenlopende men sen. Van mensen die zowel wat karakter als scholing betreft tot de originelen be horen en een lenigheid van geest hebben verkregen, die hen in staat stelt de dingen duidelijk en kernachtig, gekruid en sma kelijk te zeggen, waar anderen dikke boe ken of urenlange redevoeringen nodig heb ben. In dit onderhoudende steekspel van de geest, zoals dat iedere dag door ons blad wordt weergegeven, valt nu en dan wel eens een touché die niet meteen in zijn trefmatigheid wordt onderkend. Zo is ons van verschillende zijden om nadere uitleg verzocht van het woord, dat j.l. woensdag in deze rubriek verscheen en dat luidde: „Het is ongezond, nooit ziek te zijn." Met groot genoegen knopen wij aan deze ogen schijnlijk zo wonderlijke ontboezeming een nadere beschouwing vast, omdat zij een interessant levensaspect belicht. „Het is ongezond, nooit ziek te zijn" is een bewonderenswaardig comprimé van een uiterst subtiele, wetenschappelijk- levensbeschouwelijke overtuiging, waarin zowel de medische wetenschap als de filo sofie en de psychologie onderdelen en sa menwerkende factoren zijn. Oppervlakkig beschouwd is dié mens gezond, welke nooit ziek is. De ontkenning van deze logica zou lachwekkend kunnen lijken, en toch blijkt bij nadere beschouwing dat het in het ge heel geen logica is. Intuïtief is dat trou wens in de litteraire folklore tot uiting ge komen door het oude spreekwoord: „Kra kende wagens lopen het langst." En inder daad mensen die aan vele kwalen het hoofd hebben geboden, blijken in talrijke gevallen de strijd tegen de lichamelijke destructie het langst te kunnen volhouden. Heeft de medische wetenschap op een be paald moment in haar geschiedenis de heilzame werking van sommige aandoenin gen niet erkend door zelf bij de patiënt een bepaalde ziekte in lichte vorm op te wek ken, teneinde hem voldoende strijdmidde len tegen de kwaadaardige vorm dezer ziekte te schenken? Dat is dan de vaccina tie. Talrijke sera zijn in eigen aard gevaar lijke vergiften, die echter bij bepaalde do sering nóg gevaarlijker vergiften in het lichaam neutraliseren. Dit is geen medisch geheim, doch een algemeen aanvaarde me dische werkmethode. Er komt echter nog iets anders bij, be halve deze tamelijk medisch-technische kwestie. Wat is een ziekte? Men is terug gekomen op de stelling: „een ziekte is een lichamelijke storing" en heeft deze vervan gen door de uitspraak: „een ziekte is het symptoom van een lichamelijke storing. In sommige kringen kan men de stelling horen verluiden, dat vele lichamelijke sto ringen niet naast, doch tengevolge van psychische disharmonie bestaan. In de psy chosomatische geneeskunde (school dr. Groen te Amsterdam) heeft men reeds vele lichamelijke afwijkingen kunnen koppelen aan psychische storingen. Een ziekte kan dus het symptoom zijn van een psychische storing, die in het orga nisme spanningen oproept welke óf direct lichamelijke aandoeningen veroorzaken, óf het lichaam ontvankelijk maken voor ziekteverwekkende invloeden van buitenaf. Enerzijds dus werkend als een waarschu wingssignaal, anderzijds het voortbestaan van het lichaam bedreigend, kan de ziekte regulator zijn in de verhouding tussen mens en bestaan, die deze mens in staat stelt tot voortdurende zelfcorrectie in het belang van zijn levensvreugde en levens duur. De afwezigheid van symptomen behoeft niet te betekenen, dat de storing innerlijk niet aanwezig is. Het grote gevaar van het wegblijven der ziekte-symptomen is daarin gelegen, dat de onmerkbare storing zich in het verborgen ontwikkelt tot een voor het lichaam catastrofale disharmonie van on herstelbaar formaat, zich openbarend in een plotseling of spoedig dodelijke kwaal. Dit alles is vervat in de korte formulering die uitgangspunt van deze beschouwing vormde: „Het is ongezond, nooit ziek te zijn." Wellicht is het duidelijk, hoe mees terlijk de gedachtengang van K. J. Versteeg zich heeft gecomprimeerd in deze enkele woorden. Zij verbergen evenals de meeste aphorismen een imposant en in grijpend stuk levenswijsheid, in dit geval nog speciaal van waarde door zijn prak tische, progressief-wetenschappelijke in houd. J. L. HOLLYWOOD (U.P.) Wladimir Surin, de Russische eerste vice-minister van Cul turele Zaken, heeft bekendgemaakt dat zijn regering toestemt in een Russisch-Ameri- kaanse co-productie. De film zal in de Sov jet-Unie worden opgenomen, de Amerikaan Michael Todd zal deze regisseren. De film zal de titel krijgen „Het grote concert" en er zullen uitsluitend de beste Russische zangers, zangeressen, dansers en spelers in optreden. De film, die een beeld zal geven van de Russische culturele ontwikkeling der afgelopen tien jaar zal in de eerste helft van het volgend jaar worden opge nomen. HELSINKI (United Press). - De president van de Sovjet-Unie, Vorosjilov, heeft woensdag tijdens zijn offciële bezoek aan Finland onder meer het museum in Hel sinki bezichtigd. Voor een portret van tsaar Alexander III bleef hij staan en hij vroeg aan een van de leden van zijn gevolg: ..Weet je wie dat is". De ander wist het niet: .Wat., ken je je eigen tsaar niet?" De tweede dag van het bezoek werd ge kenmerkt door een opmerkelijk gemis aan veiligheidsmaatregelen, in tegenstelling tot de eerste dag, toen de politie bijvoorbeeld het station, waar de president aankwam, afsloot en alle zich daar bevindende reizi gers opsloot. Vorosjilovs bezoek is er duidelijk op ge richt, vrienden te maken. Het is een be zoek van glimlachen. (Van onze reisredacteur) TASJKENT. Inderdaad, het klopte. Tussen de groene katoenvelden lag de kolchoz Kaganovitsj als een vredig dorpje. Werkelijk, het had een eigen ziekenhuis en drie scholen, mitsgaders elektrische stroom, een kraaminrichting, een crèche en radio-distributie. De voorzitter van deze kolchoz was de vriendelijke oude heer, die het vroeger heel slecht had als landarbeider, maar nu de zegeningen van het regime en de welvaart van de boeren allerbekoorlijkst beschreef. Na zijn redevoering werden wij heus naar een koele pergola gebracht, die uitzicht gaf op de katoen- velden en waar de tafel inderdaad doorboog onder het eten: kippen, eieren, gebak, vruchten, wijnen, wodka, cognac en bonbons. We hadden de soep oorsjtsj nog nauwelijks naar binnen of daar kregen we de danseressen, die, al kwamen ze net van de velden, keurige roodgelakte nagels hadden en op het plat form, waar het zonlicht door het wilgenlover filterde, Oezbekistaanse dansen uit voerden op de tonen van een Oezbekistaans orkestje. We mochten werkelijk niel weg, voordat we allen zo'n vierkant zwart-wit Oezbekistaans petje hadden ge kregen uit het grote pak, waarin deze hoofddeksels voor de distributie aan bezoe kende vreemdelingen gereed lagen. Dat petje deed bij ons een licht opgaan. Hoe kenden we deze kolchoz op zevenduizend Kilometer af stand van ons eigen vaderland zo nauwkeurig? Waar kwam dit gevoel „dat heb ik eerder gezien" vandaan? Welnu, heel eenvoudig: uit de reportages van onze West- europese collegae, die vóór ons naar de Sovjet-Unie waren gegaan. Zij hadden allemaal deze Kaganovitsj- kolchoz gezien, evenals trouwens de Amerikaanse rechter- reiziger Douglas en de Amerikaanse landbouw-delegatie. Deze model-kolchoz was duidelijk een verplicht program ma-nummer. De heer Potemkin zou er goedkeurena over hebben geknikt. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat dit de enige keer was op onze reis door de Sovjet-Unie, dat men ons op zo'n glad, maar nogal naief stukje routine-werk heeft onthaald. Waar men ons anders eerder het gemiddelde dan het model toonde, daar lag het gemiddelde op dit gebied nog niet hoog genoeg. Want de kolchoz-landbouw is hoofdpijn nummer één van het Sovjet-regime, zij pro duceert nog steeds onvoldoende en bovendien vormt zij in ideologisch en economisch opzicht een uitzondering in het Sovjet-bestel, dat zoals iedere heilsleer hoogst on gaarne uitzonderingen erkent. In een land waar alles, in afwachting van een praktische vorm van volkseigen dom, staatseigendom is, daar bezit de kolchoz (in wezen een gecollectiviseerd boerendorp) nog groepseigendom. De staat is weliswaar eigenaresse van de kapitaalgoede ren, grond, tractoren, landbouwmachines, maar de kol chozen zijn eigenaars van vee, werktuigen en vooral van hun produkten. Erger nog, in een land dat wel persoonlijk bezit erkent, maar geen winstgevend eigendom, daar heeft men niet alleen aan de kolchozen)' maar Óók aan hun in woners, de „kolchozniki" produktief bezit toe gestaan. Zij bezitten behalve hun huis ook huis vee en hebben een lapje grond (maximaal een hectare), waarvan zij de opbrengst tegen vrije en hoge prijzen mogen verkopen op de kolchoz- markten. In het land, dat gelijkheid en sociale zekerheid heeft vastgelegd in een strak loon- stelsel,, daar werkt de kolchoznik in feite tegen een ondernemingsloon. Want de staat koopt de kolchoz-produktie op tegen vastgestelde prijzen en na aftrek van de kosten wordt het surplus, men durft het woord winst slechts te fluisteren, onder de kolchozniki verdeeld. Nu mag het zijn dat hij door hard wer ken die winst zo groot mogelijk kan maken, maar het natuurgebeuren ligt buiten zijn invloed, regen of droogte en ziekten kunnen zijn gewas beschadigen en zijn werk teniet doen. De streek waar hij woont bepaalt mede zijn inkomen. Niet overal kan hij de winstgevende produkten verbouwen, niet altiid woont hij dicht bij een grote stad, waar hij gemakkelijk de voortbreng selen van zijn eigen grond van de hand kan doen. Nu kan de communistische leer met velerlei theoretische verklaringen komen over de verzoenbaarheid van staats- (of volks-)eigendom en groeps lees kolchoz eigendom, die zelfs het „bond genootschap tussen de bevriende klassen van boeren en arbeiders" kan versterken, in feite zit zij lelijk in haar maag met die weliswaar bevriende maar toch uiterst hardnekkige landbouwersklasse. Waarom laat men haar die uitzonderlijke positie met economische vrijheden, al zijn het dan voornamelijk de nadelige? Wel, nood breekt wetten. Noch de massa moord op de koelakken, de grote boeren van weleer, noch de gedwongen collectivi satie, noch arrestatie, vervolgingen, be lastingverhogingen en andere dwangmaat regelen, evenmin als amnesties, belasting verlagingen en beroepen op het socialisti sche geweten, hebben de chronische land bouwcrisis van de Sovjet-Unie kunnen ver helpen. De veestapel blijft klein, de pro- duktie van melk, boter, groente, aardap pelen, veevoer en zelfs van graan stijgt in onvoldoende mate. Daarom is men de kolchozniki tegemoet gekomen, heeft men niet langer de praktijk naar de ideologie om willen buigen, maar integendeel ge poogd de ideologie met de praktijk te ver zoenen. Overigens ook al met weinig suc ces, want de weerzin tegen de collectivi satie blijft bestaan. De boeren hebben de neiging hun inspanningen steeds meer ten bate van het individuele bezit dan van het collectieve aan te wenden en men be weert spottend dat de voornaamste collec tieve bezigheid op de kolchozen het ge zamenlijk om de tuin leiden van de con trole-ambtenaren is, die het zowel door de afmetingen van het land als door een verlammende bureaucratie toch al niet ge makkelijk hebben. Als gevolg van al deze moeilijkheden neigt de officiële agrarische politiek dan ook steeds meer ten gunste van de „sovchoz", het grote in hoge mate gemechaniseerde staatslandbouwbedrijf, waar iedereen in loondienst is, zij het dan dat ook de sovchozniki een eigen lapje grond hebben. Gebrek aan feitenmaterieel maakt het moeilijk te bepalen hoe de materiële om standigheden van de „kolchozniki" zijn, al kan men gerust vaststellen dat zij achter blijven op die van de stadsbewoners. De De voorzitter van de kolchoz Kaganovitsj. versnelde ontwikkeling van de industrie heeft trouwens ook in de Sovjet-Unie een trek naar de steden doen ontstaan, alweer een factor voor het falen van de Sovjet- landbouwpolitiek. Als iedereen het zo goed had als de boeren van Kaganovitsj- kolchoz zou er overigens geen reden tot klagen zijn. In deze model-kolchoz, die 1900 hectare bevloeide grond onder katoen, 680 ha onder lucerne, 150 ha onder mais, groenten en aardappels, alsmede 55 ha boomgaard en 12.000 ha steppegrond voor veeteelt heeft, wonen 3030 mensen in 660 hoeven. Van hen werken er 1440 in de kolchoz. Zij moeten minimaal 150 „arbeids dagen" (zoals men op een kolchoz de „norm" noemt) leveren. Per arbeidsdag" krijgen zij daarvoor negentien roebel en achttien kopeken, drie kilo graan en een pond groenten. Iedere kolchoznik moet werken, zij het dan dat de jeugd en de ouderen respectievelijk slechts tachtig en honderdtwintig arbeidsdagen behoeven te leveren. Het gemiddelde in deze kolchoz ligt echter op 350 arbeidsdagen per jaar. Het gemiddelde gezins-inkomen bedraagt twaalfduizend roebel (koopkracht in Ne derlandse munt ongeveer drieduizend gul den) plus twee ton graan. Daarbij komt de opbrengst van het eigen lapje grond als mede het huisvee (koe, varken, gevogelte). Hoeveel die opbrengst is blijft een onbe antwoorde vraag. Boeren zijn toch meestal weinig geneigd rooskleurige schattingen van hun inkomen te maken, maar privé- verdiensten in de Sovjet-Unie zijn hele maal een bijzonder teer punt. Zelfs de voorzitter van de Kaganovitsj-kolchoz, die evenals zijn bestuur vrijelijk door de kol chozniki wordt gekozen, verkiezing die evenals het door hem opgestelde statuut sinds kort geen bekrachtiging van het districtsbestuur meer behoeft, wilde naar die privé-inkomens geen slag slaan. De kolchoz had wél een eigen pensioenfonds, dat in geld en natura ter waarde van on geveer 300 roebel per maand aan ouden van dagen uitkeert, want, zoals dat een „ondernemer" betaamt, heeft de kolchoz nik geen recht op staatspensioen. Voor de st'-tistiek vermeld ik overigens dat vijftien boeren in deze kolchoz een eigen auto hebben. Nu we het toch over de statistiek heb ben, volgt hier een cijfer dat het fleurige beeld van de model-kolchoz enigszins doet verbleken. Het komt uit onverdachte bron. De vice-premier van de Sovjet-republiek Oezbekistan vertelde ons dat het gemid delde inkomen per „arbeidsdag" in Oezbe kistan slechts zes roebel plus twee kilo graan en wat groente en vlees bedraagt. Dat is nog geen derde van wat op de Kaganovitsj-kolchoz werd gehaald. Maar het geeft wél een helderder beeld van de werkelijke omstandigheden op het platte land in de Sovjet-Unie dan wij het kregen op ons overigens alleraangenaamst uit stapje naar die groene lusthof, waar het Sovjet-regime de traditionele Oezbeekse gastvrijheid zo vriendelijk in de gelegen heid stelt zich ten bate van delegatie na delegatie uit te leven. Nog dansen de Oezbekistaanse meisjes de oude dansen uit de tijd van emirs en kromzwaarden. Maar het is niet helemaal echt meer, het 'lijkt alsof zij zich dröom- bewegingen proberen te herinneren. Ing. W. van Wienen uit Bussum, een bergings- en scheepsbouwdeskundige, zal, indien de benodigde gelden bijeengebracht kunnen worden, een nieuwe poging doen om het goud van de Lutine te bergen. De heer Van Wienen heeft hiertoe een hangende duikinrichting ontworpen, die bevestigd is aan een op een ronde drijver gemonteerde bok. Deze drijver, die een middellijn van 35 meter heeft, zal het voordeel bieden, aldus ing. Van Wienen, dat de kracht van de getij stroom geen aangrijpingspunten vindt, zodat het ber gingsschip niet steeds verhaald behoeft te worden. De 40 ton wegende duikinrichting, een holle buis waarin onderaan een werk kamer, waarin vier personen kunnen werken, staat onder een overdruk van 1,6 De heer Van Wienen met een model van zijn duikerklok boven een kaart van de plaats van „de schat". atmosfeer, die het binnendringen van het zeewater belet. Zij kan een diepte van 25 m bereiken, hetgeen voor de berging van de Lutine, die 15 meter diep ligt, ruim voldoende is. Niet de eerste keer Reeds verscheidene malen heeft men po gingen ondernomen het goud van de Lu tine te bergen: in 1801 bracht men voor pl.m. een half miljoen aan goud- en zilver staven boven; in 1856 voor circa f 600.000. Van de laatste tijd is vooral bekend de bergingspogingen van de tinbaggermolen Karimata, die echter niet meer opleverden dan één goudstaaf en enkele munten. De waarde van het nog niet geborgen ge deelte wordt thans geschat op twee en veertig miljoen gulden. De heer Van Wienen heeft inmiddels van de Lloyds uit Londen en van „De onder neming op het wrak van The Lutine" con cessie gekregen. Gastvrijheid in Oezbekistan: de tafel buigt door onder het eten, de delegatie kan komen. Volgens op het gerechtshof te Luik ver strekte inlichtingen hebben de Nederlandse autoriteiten een nieuw uitleveringsverzoek geformuleerd ten laste van mevrouw G. van M., die te Nonceveux is aangehouden als medeplichtige in de ontvoering van Anneke Beekman. Dit nieuwe verzoek is ingediend om te beletten dat het voorlopig bevel tot aan houding zou worden betwist. De kamer van inbeschuldigingstelling zal binnenkort ter zake adviseren. Dat advies zal dan aan de minister van Justitie te België worden overgemaakt. Wij doen altijd zo geestdriftig over onze spoorwegen en als iedereen zo enthousiast is, durf ik nooit iets te zeggen. Iedereen, met de heer Den Hollander aan het hoofd, zegt altijd dat bij ons het spoorwegwezen zo best is en dan waag Ik het niet roet in het eten te strooien door op te merken dat er allemaal zulke korte treintjes rijden op de spitsuren en dat ik zo dikwijls moet staan bij meneer Den Hollander op het balkon. Maar ik zég het niet, omdat ieder een zegt dat onze spoorwegen zo reuze zijn. Nu en dan zou je wel een naargeestig man netje moeten wezen om dan te gaan klagen over het gerammel en het geschud, zodat je nooit lekker kunt zitten lezen, om van het morsen met de koffie maar te zwijgen, al is dat laatste niet het ergste, want die kun je beter morsen dan drinken, maar daar kan meneer Den Hollander niets aan doen; hij zit nog jaren vast aan de wagons- lits. Maar niemand minder dan de inspectie beheerder van de Nederlandse Spoorwegen te Amsterdam zélf, de heer C.A.O. (ik her haal C.A.O.) Naudin ten Cate heeft een aanschijving geschreven, waarin deze heer openlijk verklaart dat in bijna de hele provincie Noordholland slechts 65 van de 100 treinen op tijd rijden; dat is 35 percent, niet op tijd. En nu deze hoge spoorweg- meneer dat zo openlijk constateert, mag ik wel zeggen, dat het ondergetekende voorkomt dat hier iets niet in orde is. Ik zeg dat natuurlijk aarzelend en met een zacht stemmetje, want de Nederlandse Spoorwegen zijn geweldig. Als je bijvoor beeld alleen maar eens let op dat consciën tieuze en ijverige gaatesknippen door de conducteuren, dan gaat het je toch eigen lijk aan het hart iets hards te moeten zeg gen. Het zijn de mooiste en rondste gaatjes van de hele wereld en dat is iets waar wij best trots op mogen zijn. Die gaatjes zijn zó rond dat daar best iets minder ronds tegenover mag staan. Dan mag de koffie best een beetje minder zijn en dan mogen het gewiebel en geschud best een beetje méér zijn. Telkens als ik dreig te gaan mopperen, omdat ik op het balkon geperst word, krijg ik weer zo'n mooi gaatje en dan is de boze bui weer over. Maar 35 op de 100 treinen te laat dat kunnen geen tien gaatjes goedmaken. De schreeuwlelijkerds, die de hoorsluier altijd zo wredelijk verscheuren op de per rons, delen beleefdelijk en herhaaldelijk mede. dat die en die trein zóveel minuten te laat zal zijn, maar daar kóóp ik óók niets voor. Het is écht niet zo best als meneer Den Hollander denkt dat wij het vinden. Ik hoop dat hij niet verdrietig is om deze ruwe constatering door zijn, hem zo innig liefhebbende ELIAS. ADVERTENTIE FIRT Thans in nieuwe uitvoering leverbaar. Prijs 7990. "Vanaf heden in onze showroom geëxposeerd. AUTOMOBIELBEDRIJVEN Haarlem, tel. 14160 Bloemendaal, tel. 22165 LONDEN (AFP/Reuter). De Austra lische premier Robert Menzies heeft in zijn functie van voorzitter van het vijf landen comité, dat ingesteld is op de Suezkanaal - conferentie op de Egyptische ambassade te Londen aan de ambassadeur een document overhandigd voor de Egyptische president kolonel Nasser. Bij het verlaten van de ambassade zei Menzies: „Ik hoop dat ik dit weekeinde nog antwoord ontvang". Het document behelst het meerderheidsplan van de Londense conferentie over een inter nationaal beheer van het kanaal. De Ameri kaanse minister van Buitenlandse Zaken, Dulles, heeft voor zijn vertrek naar Wash ington in Londen verklaard te geloven dat de commissie erin zal slagen onderhande lingen met Nasser aan te knopen over de internationalisatie van het kanaal. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Dimitri Sjepilov, heeft te Londen tegenover verslaggevers gezegd, dat de machten, die het Suezprobleem trachten te verergeren en Egypte voorwaarden op wil len leggen, „een morele en politieke neder laag" op de conferentie hebben geleden. „De militaire voorbereidingen die sommige landen tegen Egypte hebben getroffen" kunnen volgens Sjepilov als „een bedrei ging van de vrede worden aangemerkt". „Bepaalde kringen: hebben de conferentie verdeeld om Egypte de eisen van Dulles' plan buiten de conferentie om te kunnen aanbieden". Het voorgestelde internatio nale bestuurslichaam is onverenigbaar met de geest van onze tijd en de beginselen van de UNO. Sjepilov is van oordeel dat de ongerecht vaardigde economische sancties „door ze kere Britse en Franse kringen" aan Egypte opgelegd, een sfeer van spanning hebben opgeroepen. „De onbetwistbare verergering van de toestand is nauw verbonden met de invloed van kringen in Groot-Brittan- nië, Frankrijk en de Verenigde Staten, die op de een of andere manier iets hebben uit te staan met de Suezkanaaknaatschappij en die de Egyptische naastingsdaad als een uitgemaakte bedreiging voor het kolonia lisme in het Nabije- en Midden-Oost. n zien". Sjepilov viel opnieuw de samenstel ling van de Londense conferentie aan om dat volgens hem de meeste van de uitge nodigde landen „leden zijn van bekende agressief-militaire groeperingen, zoals de NAVO, het verdrag van Bagdad en de Zuid-Oost-Aziatische Verdragsorganisatie". Desgevraagd antwoordde Sjepilov dat „de Sovjet-Unie het nodig acht een waarschu wing te laten horen voor de ernstige conse quenties die in het Nabije- en Midden- ontploft. Oosten zouden kunnen ontstaan indien er verandering wordt gebracht in de huidige toestand aan het Suezkanaal. Te Caïro verluidt dat een zeker aantal Afrikaanse en Aziatische landen over wegen, een spoedbij eenkomst te beleggen van landen, die vorig jaar op de conferentie van Bandung waren vertegenwoordigd. Het doel van deze conferentie zou zijn van gedachten te wisselen over de kwestie van het Suezkanaal. Volgens radio-Moskou betekent „de weigering van verschillende deelnemers aan de conferentie om zich achter een ge meenschappelijk voorstel te plaatsen nog niet dat er geen positieve resultaten zijn bereikt. Groot-Brittannië en Frankrijk hebben eerst gedreigd onmiddellijk vijan delijkheden te openen, maar hebben later terug moeten krabbelen. Alle deelnemers aan de conferentie moesten erkennen, dat de kwestie slechts met vreedzame middelen kan worden opgelost. Niemand betwist nog de wettigheid van de naasting, aldus radio- Moskou. Te Londen verluidt, dat vandaag te Southampton een begin zal worden ge maakt met het laden van vrachtschepen, die met het oog op de crisis om het Suez kanaal door het ministerie van Vervoer zijn gevorderd. Het gaat voorlopig om vijf schepen, die met militaire voertuigen, uit rustingsstukken en voorraden zullen wor den geladen. De auto's behoren aan troepen, die in de nabijheid van Southampton zijn gelegerd. Het Franse troepenschip Pasteur en drie Libertyschepen zijn ter beschikking gesteld van de Franse militaire overheid en in de haven van Marseille voor anker gegaan. Volgens de havenautoriteiten zijn de sche pen gereed om in korte tijd uit te varen. Koningin Juliana en Prins Bernhard zijn vrijdagmiddag met hun regeringsdakota op het Griekse eiland Korfoe geland. Op het vliegveld werden zij verwelkomd door koning Paul van Griekenland en koningin Frederika. Met het Griekse koninklijke jacht zijn de vorstelijke personen naar de villa „Mon Repos" van koning Paul gevaren. 's Avonds is in het oude paleis van Kor foe een groot bal gegeven ter gelegenheid van de verjaardag van prinses Sophie, de oudste dochter van het Griekse koninklijke paar. NICOSIA (Reuter) De Cyprische ver zetsbeweging EOKA heeft in Nicosia een pamflet verspreid, gericht aan „de Britse sokiaten." Daarin wordt gezegd, dat het niet de schuld van de EOKA zal zijn „als er weer Brits bloed gaat vloeien veel bloed deze keer." Bij een ontploffing in het gebied van Larnaca, op Cyprus, is een Griekse Cyprioot gedood, terwijl een ander werd gewond. Een zelfgemaakte bom, die door twee jon gemannen werd vervoerd, is per ongeluk In het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de Johan Wagenaarkade te Utrecht is de lading vlas van het 125 ton metende vrachtschip „Quo Vadis" in brand geraakt. De schipper, de heer H. Olde uit Utrecht, die met zijn schip op weg was van Am sterdam naar Steenbergen (N.B.) stuurde het schip naar de wal, waar men inmiddels de brandweer van Utrecht gealarmeerd had. De brandweer bestreed het vuur met drie stralen en zag kans een deel van de lading te lossen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5