Nederlands zakenleven niet
ongerust over kwestie-Suez
„Detective Story" met Guus Hermus
in een pakkende voorstelling
les der enquete
Ve*S£ MEÜ/KAANSi MPOMT
Egypte staat voor het bankroet
Heiligschennis
3
Strawh.ski dirigeerde
première van eigen werk
Henk Stam volgt Peter van
Anrooy op bij AVRO
Heringa Wuthrich
Prof. J. Boeke overleden
W etenschapsprij s vragen
Amsterdamse universiteit
„Verdronken" jongetje keek
toe bij het dreggen
Promotie
DR. HILLEN OP DE JAARBEURS
Nederlandse Opera geeft
zeven keer „Tannhauser"
Christelijke Film Actie
slaat vleugels uit
Twaalf tentoonstellingen
in Rotterdamse wijken
Dagblad gaf oplossing van
prijsvraag in weekblad
ZATERDAG 15 SEPTEM
BER 1956
Het achtste verslag van de parlementaire
enquêtecommissie is heden verschenen en
het verhoogt opnieuw de bewondering voor
de nauwgezetheid en geduldsbetrachting,
waarmee dit gigantische onderzoek- en
re<dstratiewerk wordt volbracht. Wanneer
men de taak van de enquêtecommissie
louter zou zien als een critiserende, „wre
kende", zou men met recht kunnen zeggen
dat het een uitvoerige en tijdrovende vorm
van nakaarten is. Doch de strekking van
de parlementaire enquête is grootser en
milder, nuttiger en leerzamer dan het zoe
ken van verroeste spijkers in niet alleen
laag doch ook troebel geworden water.
Integendeel, nakaarten is een term die wel
het minst van alle past op deze inspannen
de arbeid. Weliswaar worden feiten en
verklaringen uit het verleden opgehaald
en reeds lang verjaarde ontwikkelingen
opnieuw in het daglicht gesteld, doch deze
feiten, verklaringen en ontwikkelingen
worden aan elkander gepast tot een ta
bleau van niet te onderschatten betekenis
voor het heden. Opdat wij dat wil zeg
gen wij als deelgenoten in de Nederlandse
samenleving, van hoog tot laag en op alle
posten lering zullen trekken uit het ver
leden en wijzer zullen worden ten aanzien
van wat zich in onze dagen afspeelt.
Daarom ook hebben wij en vele bla
den met het onze vandaag een buiten
sporig lijkende ruimte afgestaan voor de
publikatie van een samenvatting uit het
verslag. Deze samenvatting is ondanks
haar uitvoerigheid verre van volledig, zij
is slechts een greep uit de rijke voorraad
van mededelingen die de commissie in
haar verslag heeft opgenomen en een keus
uit de onderwerpen, die zij heeft behan
deld. Op de voorpagina van dit nummer
treft men een uiteenzetting aan van de
aard dezer onderwerpen, elders in deze
krant volgt dan de publikatie van de
samenvatting, onderverdeeld naar het on
derwerp. Het is geen leesstof, die men met
een ongeduldig gebaar terzijde moet leg
gen, omdat men zich niet meer wenst te
interesseren voor dingen die meer dan tien
jaren geleden gebeurd zijn. Het gaat in
wezen ook niet in de eerste plaats om die
oude feiten. Het gaat om de les, die erin
besloten ligt en in de wijsheid, die men
putten kan uit een bezonnen overweging
der mededelingen.
Eén duidelijk waarneembaar teken aan
de wand voor de tijd van vandaag geeft
dit verslag zeker. Het maakt ons duidelijk,
hoe weinig mensen werkelijke leiders zijn,
ook al zijn zij omkleed met het gezag van
hoge functies. Werkelijke leiders bewijzen
hun roeping en hun vermogen in het uur
van de nood, in de critieke situatie, op het
moment dat improvisatie en snelle beslui
ten vraagt. Werkelijke leiders zijn schaars,
zij waren ook schaars in de jaren toen ons
land in zijn hoogste nood kwam te ver
keren. Het heeft geen zin, thans persoon
lijke verwijten te uiten. Wel kan het zijn
nut hebben, hierbij aan te tekenen dat wij,
die over het falen van onze leiders klagen,
ons realiseren dat wij onze leiders zelf
kiezen. De overwegingen, die ons moeten
leiden bij de bereidheid waarmee wij ons
achter leuzen en programma's scharen, mo
gen wel eens grondig worden overdacht en
ons onderscheidingsvermogen dient daarbij
evenredig te zijn aan ons gezonde verstand
niet vertroebeld door kortzichtige voor
keuren en verblindende groepsnaijver.
Vooral in deze dagen van de kabinets
tragedie, nu wordt beslist, over de vraag
wie ons volk leiden zullen, heeft de en
quêtecommissie ons een waarschuwing ge
geven. De vraag, wie de leiders zullen zijn,
is niet de vraag van een luchtig gezel
schapsspelletje. Het is van het grootste be
lang voor allen, niet alleen voor partij
mannen, niet alleen ook voor partij
leden, doch voor iedereen. Het algemene
belang moge er de overheersende factor in
zijn en leiden tot een keus. die bekwaam
heid en leiderschap stelt boven alle fac
toren van gedetailleerder en bekrompener
allure.
Een tweede les, die het enquête-verslag
ons voorhoudt, is zonder twijfel van niet
minder groot belang. Zij leert, dat in de
internationale verhoudingen niet vriend
schap, karakteraanzien of rechtvaardigheid
van motieven gewicht in de schaal leggen
bij de vraag, of men als volk gezagheb
bend meespreekt, doch dat de aan de oer
tijd der mensheid herinnerende normen
van puur eigenbelang, brute materiële
kracht en berekende winstmogelijkheden
uitmaken of men van waarde wordt ge
acht. De bondgenoten zijn bondgenoten
voor zichzelf, niet voor anderen. Een klein
volk als het onze valt daarbij te licht en
zal het dus niet kunnen zoeken in een
competitie met de groten op het gebied
van deze normen. Dat het voor de inter
nationale situatie van de toekomst een
andere taak heeft dan die, welke het tot
nu toe lijkt na te streven, spreekt duide
lijk uit de beelden die het relaas van de
enquêtecommissie over de voorbije wereld
oorlog oproept. Niet ^edweëe volgzaam
heid en overneming van alle denkbeelden
der groten kan het juiste beleidspatroon
voor een land als het onze tekenen. De
schade daarvan, in de jaren 1940'45 op
gedaan, is groot genoeg geweest. Oor
spronkelijkheid van opvattingen en noeste
inspanning op het gebied van de vestiging
der internationale rechtsverhouding kun
nen in de toekomst slechts datgene voor
ons redden, wat een gebrek aan die richt
lijnen in het verleden ons gekost heeft.
En de derde les: dat is de meest be
moedigende. Zij leert, dat ook in trieste
omstandigheden van gebrekkig leiderschap
en opeenvolgende rampen een volk als
geheel zijn kracht behoudt en dat geen
taak te zwaar is voor degenen, die op hun
posten staan met weloverwogen plichts
betrachting. Zij leert dat ook in de minste
gelederen en in de onaanzienlijkste func
ties verantwoordelijkheid en plichtsbesef
factoren van gewicht zijn voor het succes
van het grote geheel. En de hulde, die de
commissie tenslotte brengt aan degenen,
aan wie Nederland zich in de maalstroom
van destijds drijvende heeft gehouden,
geldt dan ook ongetwijfeld in de eerste
plaats de vele onbekende, kleine, ploeteren
de, opofferende mensen, die zwijgend en
volhardend hun geringe taak vervulden
en tot in de dood hun best deden, niet te
falen. J. L.
VENETIë (U.P.). - Igor Strawinsky heeft
donderdag de wereldpremière van zijn
Canticum ter ere van St. Marcus in de
basiliek van St. Marcus in Venetië gediri
geerd.
De uitvoering van dit nieuwe werk,
■Canticum sacrum ad honorem sancti
marei nominis", duurde zeventien minu
ien. Onder het gehoor bevonden zich on
der meer mevrouw Carla Gronchi, echt
genote van de Italiaanse president, de
Italiaanse minister van Transport, Arman
do Angelini.
Tot mijn spijt heb ik van de première
van „Tsantsa" door het Nieuw Nederlands
Toneelgezelschap niet veel goeds kunnen
zeggen. Met des te meer genoegen breng
ik thans verslag uit van de voorstelling
van „Detective Story" van Sidney Kings-
ley, sinds het begin van deze maand dage
lijks in het Nieuwe de la Martheater te
Amsterdam te zien. Deze pasgevormde,
onder artistieke leiding van Frits van Dijk
en Guus Hermus staande groep, een com
binatie van Het Nieuwe Comedia en De
Toneelvereniging, trekt er volle zalen mee.
Dat laat zich begrijpen, want dit uit 1949
daterende stuk mag dan (al is het thema
met dat van „Leer om leer" van Shakes
peare te vergelijken, zoals professor Alan
Downer heeft opgemerkt) geen kunstzin
nige pretenties hebben, het is op een
ouderwetse manier bijzonder boeiend en
geeft ondanks de melodramatische opzet
de acteurs gelegenheid kernen van ont
roerende menselijkheid te ontbolsteren.
Naar aanleiding van het voorlaatste
eindexamen van de Toneelschool te Am
sterdam, waarop een fragment hieruit
werd vertoond, heb ik met enige klem op
een opvoering van het gehele spel aange-
Andrea Domburg en Guus Hermus,
die men op deze foto ziet, vervullen
in de door Edward Deleu geregisseerde
voorstelling van „Detective Story" van
Sidney Kingsley de hoofdrollen.
drongen, niet omdat dit knappe maakwerk
van de schrijver van vooroorlogse succes
sen als „Doodlopende straat" en „Mannen
in een wit pak" als zodanig zo belangrijk
is, maar omdat ik geloof dat wij toe zijn
aan een herwaardering van het miskende
en dan ook inderdaad voor het al te popu
lair exploiteren van sentimenten misbruik
te genre van het melodrama. Een theore
tisch betoog ten bewijze van deze steiling
zou hier misplaatst zijn. Het voorbeeld
ware trouwens niet eens gelukkig ge
kozen, omdat „Detective Story" eigenlijk
eng-naturalistisch-tot-en-met is. Maar
goed, het is een pakkende geschiedenis, die
ondanks het gedetailleerde bijwerk recht
lijnig wordt verteld.
Men moet uit de titel niet opmaken,
dat het een thriller is in de zin van een
speurdersmysterie. „Detective Story" is het
levensverhaal van rechercheur Jim Mc-
Leod, dat men leert kennen door een sa
menloop van gebeurtenissen in een politie
post in Manhattan, waar men aanvanke
lijk alleen met de „kleine misdaad" wordt
geconfronteerd. Deze zaken van rechtzoe-
kenden, tegen kleptomanen, juffrouwen
van lichte zeden, dieven en zakkenrollers
worden tussen de eigenlijke bedrijven
door behandeld. Al deze soms komische,
soms gevoelige momentopnamen dienen
zowel ter ontspanning als ter inleiding van
het sloteffect. Het zijn toonbeelden van
oppervlakkig realisme, rumoerig en amu
sant, waar de acteurs hun copieerlust in
kunnen uitvieren. Men krijgt dan ook een
menigte over het algemeen zeer geslaagde
kleine typeringen voorgezet.
Hoofdzaak is de ontdekking van briga
dier McLeod, de harde, onverbiddelijke
dienaar van recht en wet, dat zijn fana
tisme in het bestrijden van duistere prak
tijken, waardoor zijn collega's zelfs van
zijn „messiascomplex" spreken, een ge
volg is van zijn jeugdervaringen, waarbij
hij het gevaar loopt eenzelfde sadist te
worden als zijn door hem gehate vader.
Het conflict spitst zich toe bij zijn pogin
gen bewijsmateriaal te vinden tegen een
abortusplegende kwakzalver, als blijkt
dat deze vroeger ook zijn vrouw behan
deld heeft, van welke zijn geluk onder
mijnende wetenschap hij totaal onkundig
was. Zo komt hij tot het inzicht dat goed
en slecht niet zo gemakkelijk te onder-
ADVERTENTIE
HILIEGOM
'S WOENSDAGS
TOT 2 UUR IN
CAFE RESTAURAN
A-A CABARET
damcImg by candle
L|GHT
Naar wij vernemen zal de jonge compo
nist Henk Stam, directeur van de Zeeuw
se muziekschool en voormalig voorzitter
van de stichting Gaudeamus, de destijds
door Peter van Anrooy verzorgde uitzen
dingen over muziek voor de Avro gaan
voortzetten. De eerste van zijn „inleidin
gen tot muziekbegrip", die tot eind decem
ber zullen worden gehouden, wordt op 15
oktober uitgezonden.
Henk Stam is voorts benoemd tot voor
zitter van de stichting Gaudeamus als op
volger van dr. Jos Wouters.
Dr. Jos Wouters had al op de jaarver
gadering in juni als zijn wens te kennen
gegeven dat de jonge componisten en mu
sicologen zelf de bestuursfuncties zullen
waarnemen. Hij is wel bereid in het cura
torium zitting te nemen. Henk Stam treedt
ook op als directeur van de afdeling C
voor componisten. Directrice van de afde
ling A (muziekpodium) wordt mevrouw A.
Holt-loods en directeur van de afdeling B
(muziek Anthenaeum) drs. Clemens van
Kleis 'gemeen directeur van de stichting
blijft de heer W. A. F. Maas. Wouter Paap
blijft president-curator.
scheiden zijn als zwart en wit. Zijn ont
wakende neiging tot vergevensgezindheid
komt slechts kort tot gelding, want een
kogel uit de revolver van een jeugdige
delinquent maakt een abrupt eind aan zijn
leven.
Het is dus een zuiver melodrama, met
dien verstande dat de uiterlijke omstan
digheden niet alleen een karakter onthul
len, maar er ook toe bijdragen in beginsel
daarin een verandering teweeg te brengen.
En zo is het gelukkig ook opgevat door
de zeer bekwame Belgische regisseur Ed
ward Deleu, die alle spelelementen zorg
vuldig heeft afgewogen en voldoende
ruimte geboden. De drukte in de politie
post wordt zo „natuurgetrouw" weerge
geven als de handige schrijver dat wense
lijk lijkt te achten, zonder dat de indivi
dualiteit van de hoofdpersoon aan het ge
zicht wordt onttrokken. De rol van McLeod
wordt door Guus Hermus zeer overtuigend
gespeeld. Het is het tegendeel van een ge
compliceerd wezen, dat hij uit te beelden
heeft, hetgeen hem gelegenheid bood de
dramatische factoren treffend duidelijk te
maken. Men weet, direct al, waar men
met deze man aan toe is: een prachtig
thrillereffect (dus toch!) en met grote be
heersing uitgebuit. Alle hulde voor het
menselijk complement, dat Andrea Dom
burg als zijn echtgenote in hun samenspel
wist te suggereren.
Er is een grote bezetting voor dit bijna
dertig rollen tellende, door Louis Borel
kundig vertaalde stuk op de been gebracht.
Van de vele medewerkenden moeten spe
ciaal Ellen de Thouars, Maxim Hamel,
Lucas Wensing, Robert Sobels, Frans Va-
sen en Anita Menist worden genoemd. De
enige, die irriterend uit de voortreffelijke
toon van het overdadig uitgesponnen ge
heel viel, was Gerard Schild als de zijn
goede hart onder onverschilligheid ver
bergende journalist. Alle anderen volde
den, over het algemeen ruimschoots, aan
de gestelde taken.
Een afzonderlijke alinea moet ik ten
slotte reserveren voor twee rasacteurs, die
men de laatste tijd helaas veel te zelden
op de planken ziet en van wie er één dit
jaar afscheid neemt: Johan Elsensohn en
Herman Bouber, de één rondborstig, met
joviale sentimentaliteit in de gezonde zin
van het woord, de ander een compleet
mens opbouwend met een paar zeldzaam
rake trekken. Hun waarachtige talenten
komen ondanks de bescheidenheid van hun
aandeel in deze voorstelling voorbeeldig
tot uiting.
DAVID KONING.
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
In Bandung is overleden prof. dr. J.
Boeke, oud-hoogleraar aan de rijksuni
versiteit te Utrecht in de histologie en de
embryologie. Hy bereikte de leeftyd van
81 jaar.
Jan Boeke werd op 23 oktober 1874 te
Hengelo (O.) geboren. Hij studeerde van
1893 tot 1900 medicijnen aan de gemeente
lijke universiteit te Amsterdam, waar hij
een jaar later promoveerde op een proef
schrift „Bijdrage tot de pharmacologic van
het hart". Na enige wetenschappelijke op
drachten te hebben uitgevoerd werd hij
in 1906 benoemd tot lector in de histologie
aan de rijksuniversiteit te Leiden, waarop
in 1909 aan dezelfde universiteit zijn be
noeming tot hoogleraar in de anatomie
volgde. In 1909 verwisselde hij de Leidse
universiteit met de Utrechtse, waar hij
histologie en embryologie ging doceren.
Daar is hij gebleven tot het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd. Prof. Boeke
was lid van tal van wetenschappelijke
instellingen en drager van tal van weten
schappelijke en andere onderscheidingen.
Hij was onder meer commandeur in de
orde van Oranje Nassau en ridder in de
orde van de Nederlandse Leeuw.
De Gemeente Universiteit van Amster
dam heeft weer een aantal prijsvragen uit
geschreven voor studerenden aan een Ne
derlandse instelling voor hoger onderwijs.
De faculteit der rechtsgeleerdheid ver
langt een historisch en rechtsvergelijkend
onderzoek betreffende de strafrechtelijke
aansprakelijkheid van niet natuurlijke per
sonen (rechtspersonen, verenigingen van
personen en vermogens tot een bepaald
doel afgezonderd zonder rechtspersoonlijk
heid) benevens voorstellen tot het opnemen
dezer aansprakelijkheid in het algemene
strafrecht en de wijze, waarop dit zou moe
ten geschieden.
De faculteit der geneeskunde verlangt
een kritische studie over de opvattingen
van Selye betreffende de betekenis van de
begrippen adaptatie en stress.
De faculteit der economische wetenschap
pen verlangt een onderzoek naar hetgeen
de sociale economie en de bedrijfseconomie
kunnen bijdragen tot de beantwoording
van de vraag of en in hoeverre de heffing
van winstbelastingen (van natuurlijke en
rechtspersoneel) op de prijsvorming van
invloed is.
Tenslotte vraagt de faculteit der genees
kunde nog (uit het fonds Reich) een onder
zoek naar de overgevoeligheidsreacties van
het vaatloze hoornvliesweefsel.
Op 8 januari 1958 wordt het oordeel der
faculteiten over de ingekomen verhande
lingen in het openbaar medegedeeld. Aan
de schrijvers der meest voldoende ant
woorden, die door de faculteit de eer der
bekroning waardig zijn gekeurd, wordt dan
de gouden erepenning uitgereikt.
ADVERTENTIE
WÈÊm
6*ep«ra«4 «oo». KT. dOAMTTU IMTOftT Ct Jij. BIOK «OtlVINfNOtN U
Op aanwijzing van een zesjarig jongetje
is de Amsterdamse politie gisteren in het
Noordhollands Kanaal gaan dreggen. Het
ventje had namelijk verteld, dat zijn even
eens zesjarig vriendje in het Kanaal was
verdronken. Hij had hem zelf onder water
zien verdwijnen.
Het dreggen leverde geen resultaat op.
Wat geen wonder was omdat het „verdron
ken" vriendje, naar later bleek, zich onder
de toeschouwers op de kant van het Kanaal
bevond.
Utrecht. Mejuffrouw P. H. N. G. Stehou-
wer uit Zeist is gepromoveerd tot doctor in
de letteren en wijsbegeerte op een proef
schrift, getiteld: „Etude sur Ops et Consus".
ADVERTENTIE
...kauw Wrlgley Doubfemlnt.
Overal veel mensen - overal veel verkeer - overal veel drukte.
En wat dan nog? Kauw DoubCemint - pittig, tintelend,
dubbel lang lekker - Doublemint geeft rust, rust bi{ het rijden -
en Uw adem wordt zuiver als Zwitserse berglucht.
99
99
Het Nederlandse zakenleven maakt zich
niet al te ongerust over de situatie, die rond
het Suezkanaal is ontstaan. Dit verklaarde
donderdag dr. C. Hillen, secretaris van het
„Midden-Oosten-Instituut", tijdens een on
derhoud op de Utrechtse Najaarsbeurs. Ons
zakenleven is van mening, dat de handels
betrekkingen niet zullen lijden onder de
huidige internationale spanning. Bovendien
maakt men zich niet al te grote zorgen over
een mogelijke stagnatie in de betalingen. In
dit licht bezien, aldus dr. Hillen, is het be
grijpelijk dat de Nederlandse handel rustig
voortgaat, getuige de deelneming aan de in
ternationale jaarbeurs in Damascus, die de
gehele maand september duurt. Al met al
raakt de kwestie Suez in feite alleen nog de
scheepvaart.
Een zeer belangrijke vraag is volgens dr.
Hillen in hoeverre de Sovjet-Unie haar in
vloed in het Midden-Oosten zal weten lAt te
breiden. Moskou doet er, volgens hem, alle
mogelijke moeite voor. Hadji's trekken door
de Arabische gebieden om de Koranteksten
op basis van communistische theorieën uit
te leggen. In boekwinkels in Syrië treft
men soms een grote verscheidenheid aan van
in het Arabisch vertaalde communistische
lectuur.
Nasser graaft zijn eigen graf
Hoewel het gevaar van deze Russische in
filtratiepogingen niet over het hoofd gezien
mag worden, dient men, aldus dr. Hillen,
toch de realiteit niet uit het oog te verliezen.
Hij wees in dit verband op de blokkering
van de Egyptische sterlingsaldi, als eerste
reactie op Nassers nationalisatie van het
Suezkanaal.
„Cairo", zo zei dr. Hillen, „pocht dat Enge
land als een van de belangrijkste handels
partners van Egypte er de grootste nadelen
van zal ondervinden, maar men moet niet
vergeten, dat Egypte zelf niets meer in het
sterlinggebied kan kopen en niet meer in
Engelse ponden sterling kan betalen voor
de talrijke diensten waarvoor deze valuta
een verplicht betaalmiddel is".
Egypte, zo meent dr. Hillen, wordt mo
menteel financieel uitgewrongen. De Sovjet-
Unie levert slechts 1.3 percent van de Egyp
tische import, het Westen zestig percent. De
transactie voor de levering van oorlogsma
teriaal heeft Egypte bovendien een gehele
katoenoogst gekost en misschien zelfs nog een
tweede en derde oogst, aldus deze spreker.
Katoen is voor Egypte het belangrijkste ex-
portprodukt en het ziet er volgens dr. Hil
len naar uit, dat Egypte binnen heel korte
tijd voor een financieel bankroet staat. Nas
ser trekt dan ook, volgens hem, uiteindelijk
toch aan het kortste eind.
De andere Arabische landen kunnen drei
gen de oliepijpleidingen op te blazen, maar
ze zullen, volgens dr. Hillen, in hun eigen
vingers snijden, want zij beschikken even
min als Perzië onder Mossadeq over de tech
nici om de olie-industrie te exploiteren. Hij
meende dat de Arabieren ondanks alle la
waai van het ogenblik verstandig genoeg
zullen zijn om de realiteit niet uit het oog te
verliezen.
Tussen 18 september en 11 oktober geeft
De Nederlandse Opera een serie van zeven
voorstellingen van Wagners „Tannhauser"
onder leiding van Eduard Flipse. De gala
première in Den Haag heeft plaats ter gele
genheid van de opening der Staten-Generaal
op de „derde dinsdag van september", de
overige voorstellingen zijn in Rotterdam op
24 en in Amsterdam op 28 september, in
Utrecht op 1 oktober, Den Haag 4 oktober,
Amsterdam 9 oktober en nog eens Den Haag
op 11 oktober.
De solisten zijn: Guus Hoekman, Paolo
Gorin, Jan van Mantgem, Gerard Holthaus,
Rudolf Kat, Gee Smith, Gré van Swol-Brou-
wenstijn, Greet Koeman, Nel Duval, Nelly
Burbach, Corry van Beckum, Ilse Bresser
en Frances de Bossy.
De rol van Tannhauser zal worden vervuld
op 18, 24 en 28 september door Wilhelm Er-
nest; op 1 en 4 oktober door Conny Söder-
ström en op 9 en 11 oktober door Ernest
Gruber. In de voorstellingen van 1 en 4 ok
tober zal Corry Bijster inplaats van Greet
Koeman de Venus zingen. De mise-en-scène
is van Georg Hartmann, décors en kostuums
zijn van Emil Preetorius.
De Christelijke Film Actie slaat in het
komende seizoen de vleugels wijder uit dan
voorheen. Inplaats van vijf in het vorige
seizoen, zullen in het komende seizoen vijf
tien films van de C.F.A. in circulatie
komen. Men hoopt het aantal toeschouwers
vorig jaar waren er een half miljoen
in het komende jaar te verdubbelen. Dit
deelde de heer G. Hoek, voorzitter van de
organisatie, mede ter gelegenheid van de
opening van het seizoen.
Ter vertoning van films op breed doek
zijn in Amerika twee zestien milimeter
projectoren aangeschaft, die ook buiten de
bioscoopzaal kunnen worden gebruikt. Na
jarenlange besprekingen met het ministerie
van Economische Zaken en de Nederlandse
Bioscoopbond bestaat thans goede hoop,
dat de bond zijn reglementen zodanig zal
gaan hanteren, dat de C.F.A. zelf films zal
kunnen huren en vertonen zonder hinder
van de bioscoopbond te ondervinden.
De C.F.A. wenst, aldus de heer Hoek, de
vrijheid om films met christelijke strekking
en daarnaast ontwikkelings- en ontspan
ningsfilms te vertonen, die niet strijdig zijn
met het evangelie. Er bestaat, om met een
Duitse deskundige te spreken, een „sata
nische kringloop" tussen producent, film
verhuurder, bioscoopexploitant en publiek,
waarbij de geldmacht geest en cultuur
dreigt te overwoekeren. Het positieve ge
bruik van de film echter ten goede van de
mens wordt door de C.F.A. nagestreefd,
aldus de heer Hoek. Hij deelde voorts mede,
dat na welslagen van het komende seizoen
het begin van een eigen filmproduktie op
het programma saat. De C.F.A. heeft een
kleine tachtig afdelingen, terwijl plannen
voor meer afdelingen op stapel staan.
In Rotterdam heeft men de laatste
tijd proeven genomen met tentoonstellin
gen in de wijken IJsselmonde, Hoogvliet,
Pernis, Charlois en Overschie. D« expo
sitie uit het kunstbezit van museum Boy
mans met als onderwerp' „Het landschap
in de loop der eeuwen" trok in totaal in
deze delen van de stad bijna achtenzestig
honderd bezoekers. In het seizoen 1956-57
wil men nu twaalf tentoonstellingen hou
den in verschillende wijken, te weten een
serie van schilderijen uit het museum
Boymans over een nader te bepalen on
derwerp en een van werken van heden
daagse Rotterdamse grafici, zo mogelijk
met daaraan verbonden demonstraties. De
kosten hiervoor zullen in totaal dertien
duizend gulden bedragen en B. en W. stel
len de gemeenteraad voor dit bedrag te
voteren.
Mag een dominee in een film een huwe
lijk voltrekken dat in fefte natuurlijk
maar een schijnverbintenis is? Dit is een
vraag die op dit ogenblik de evangelisch-
lutherse kerkelijke autoriteiten in het
bondsland Sleeswijk Holstein bezig houdt.
Daar heeft namelijk de lutherse predikant
Meier in het schilderachtige plaatsje Ma-
lente aan een film meegewerkt, die de
romantische naam Hochzeit of Immenhof
draagt. Hij heeft er de filmacteur Paul
Klinger en de actrice Karin Andersen op
plechtige wijze in de echt verbonden en
daarbij precies dezelfde woorden uitge
sproken als bij een kerkelijke echtverbin
ding gebruikelijk is. De bekende professor
in de theologie dr. Thielicke te Hamburg,
die tal van theologische werken heeft ge
schreven, en die tijdens de oorlogsjaren op
last van de nazi's niet op de kansel mocht
staan, heeft er aanstoot aah genomen en
ds. Meiers optreden in deze film zelfs
„heiligschennis" genoemd.
Hij deed dit in het zondagsblad, dat door
de evangelisch-lutherse landsbisschop in
Hannover, dr. Lilje, wordt uitgegeven. Dr.
Thielicke heeft in zijn artikel verklaard
dat, wanneer het hier alleen maar een
dwalende broeder had betroffen hij zelf
met hem wel had kunnen spreken. Doch
hij had zich niet kunnen voorstellen, dat
deze predikant zich van tevoren niet van
de draagwijdte van zijn handelwijze be
wust had kunnen zijn. Daarom had hij in
zijn artikel te kennen gegeven, dat volgens
zijn opvatting dr. Meier niet meer als pre
dikant in Malente kon worden gehand
haafd.
Achteraf blijkt echter, dat dr. Thielicke,
voordat hij zich achter zijn bureau had ge
zet om dit artikel te schrijven, er zich niet
van overtuigd had of dr. Meier al of niet
van tevoren aan zijn superieuren om toe
stemming voor het sluiten van dit film
huwelijk had gevraagd. Dr. Meier heeft dit
wel degelijk gedaan. Hij had de proost van
het naburige Eutin, in Sleeswijk-Holstein,
Kieckbusch, die het hoofd van zijn kerk-
distrikt is, opgebeld om te vragen of deze
geen bezwaren had en de proost had ge
antwoord, dat dr. Meier gerust zijn gang
kon gaan. Dr. Meier had bovendien, toen
hij aan het overleggen was of hij het aan
bod van de filmmaatschappij zou aan
nemen, nog een bijzondere overweging la
ten meespelen. Het was hem namelijk op
gevallen, dat hij in bioscopen op het witte
doek wel vaak een rooms-katholieke hu
welijksvoltrekking, maar nog nooit een
protestantse had aanschouwd. Het zou geen
kwaad kunnen, zo had hij gemeend, dat de
vele honderdduizenden bioscoopbezoekers
nu ook eens een protestantse huwelijks
ceremonie te zien zouden krijgen.
Protestantse kerkelijke autoriteiten in
Sleeswijk-Holstein hebben zich thans met
de aangelegenheid bezig gehouden. Onder
voorzitterschap van proost Kieckbusch
heeft een bijeenkomst van predikanten
plaats gehad, waarop de affaire van a tot
z besproken werd. Dr. Meier nam er zelf
niet aan deel, omdat hij momenteel wegens
een keelongesteldheid een kuur ondergaat.
Op deze vergadering verklaarde de proost,
dat hij nog steeds beschermend achter dr.
Meier staat en dat hij zelf graag de ver
antwoording voor diens film-activiteit op
zich neemt.
Dr. Thielicke had zich, volgens hem,
vergist en hij had een wel zeer slechte
methode gekozen om tegen het gebeurde te
protesteren. De letterlijke tekst van een
verklaring van de verzamelde predikanten,
die het met proost Kieckbusch eens waren
en die dr. Meier eveneens verdedigden, kon
tot dusverre nog niet worden gepubliceerd,
omdat een permanent comité van de sy
node er eerst nog officieel haar goedkeu
ring aan moet hechten.
Mag een journalist de oplossing publi
ceren van een prijsvraag, die door derden
is uitgeschreven? Het antwoord op deze
vraag is het onderwerp geweest van een
tuchtrechterlijke uitspraak door de raad
van tucht der Federatie van Nederlandse
Journalisten in een zaak welke door de uit
geefster van een weekblad bij deze raad
aanhangig was gemaakt tegen de hoofd
redactie van een dagblad.
De raad van tucht heeft, uitspraak doen
de, de uitgeefster van het weekblad in het
gelijk gesteld en als zijn oordeel uitgespro
ken dat in dit geval de waardigheid van
de stand der Nederlandse journalisten is
geschaad, zodat een ernstige waarschuwing
moest worden uitgesproken. De raad achtte
het onjuist, dat een journalist de „van wei
nig sportiviteit getuigende" mentaliteit van
de lezers, die zich voor de oplossing van
een prijsvraag tot hem richten, tegemoet
komt en bevordert door in zijn blad de ge
vraagde antwoorden aan hen te ver
strekken.