Nederlands zakenleven niet ongerust over kwestie-Suez „Detective Story" met Guus Hermus in een pakkende voorstelling les der enquete Ve*S£ MEÜ/KAANSi MPOMT Egypte staat voor het bankroet Heiligschennis 3 Strawh.ski dirigeerde première van eigen werk Henk Stam volgt Peter van Anrooy op bij AVRO Heringa Wuthrich Prof. J. Boeke overleden W etenschapsprij s vragen Amsterdamse universiteit „Verdronken" jongetje keek toe bij het dreggen Promotie DR. HILLEN OP DE JAARBEURS Nederlandse Opera geeft zeven keer „Tannhauser" Christelijke Film Actie slaat vleugels uit Twaalf tentoonstellingen in Rotterdamse wijken Dagblad gaf oplossing van prijsvraag in weekblad ZATERDAG 15 SEPTEM BER 1956 Het achtste verslag van de parlementaire enquêtecommissie is heden verschenen en het verhoogt opnieuw de bewondering voor de nauwgezetheid en geduldsbetrachting, waarmee dit gigantische onderzoek- en re<dstratiewerk wordt volbracht. Wanneer men de taak van de enquêtecommissie louter zou zien als een critiserende, „wre kende", zou men met recht kunnen zeggen dat het een uitvoerige en tijdrovende vorm van nakaarten is. Doch de strekking van de parlementaire enquête is grootser en milder, nuttiger en leerzamer dan het zoe ken van verroeste spijkers in niet alleen laag doch ook troebel geworden water. Integendeel, nakaarten is een term die wel het minst van alle past op deze inspannen de arbeid. Weliswaar worden feiten en verklaringen uit het verleden opgehaald en reeds lang verjaarde ontwikkelingen opnieuw in het daglicht gesteld, doch deze feiten, verklaringen en ontwikkelingen worden aan elkander gepast tot een ta bleau van niet te onderschatten betekenis voor het heden. Opdat wij dat wil zeg gen wij als deelgenoten in de Nederlandse samenleving, van hoog tot laag en op alle posten lering zullen trekken uit het ver leden en wijzer zullen worden ten aanzien van wat zich in onze dagen afspeelt. Daarom ook hebben wij en vele bla den met het onze vandaag een buiten sporig lijkende ruimte afgestaan voor de publikatie van een samenvatting uit het verslag. Deze samenvatting is ondanks haar uitvoerigheid verre van volledig, zij is slechts een greep uit de rijke voorraad van mededelingen die de commissie in haar verslag heeft opgenomen en een keus uit de onderwerpen, die zij heeft behan deld. Op de voorpagina van dit nummer treft men een uiteenzetting aan van de aard dezer onderwerpen, elders in deze krant volgt dan de publikatie van de samenvatting, onderverdeeld naar het on derwerp. Het is geen leesstof, die men met een ongeduldig gebaar terzijde moet leg gen, omdat men zich niet meer wenst te interesseren voor dingen die meer dan tien jaren geleden gebeurd zijn. Het gaat in wezen ook niet in de eerste plaats om die oude feiten. Het gaat om de les, die erin besloten ligt en in de wijsheid, die men putten kan uit een bezonnen overweging der mededelingen. Eén duidelijk waarneembaar teken aan de wand voor de tijd van vandaag geeft dit verslag zeker. Het maakt ons duidelijk, hoe weinig mensen werkelijke leiders zijn, ook al zijn zij omkleed met het gezag van hoge functies. Werkelijke leiders bewijzen hun roeping en hun vermogen in het uur van de nood, in de critieke situatie, op het moment dat improvisatie en snelle beslui ten vraagt. Werkelijke leiders zijn schaars, zij waren ook schaars in de jaren toen ons land in zijn hoogste nood kwam te ver keren. Het heeft geen zin, thans persoon lijke verwijten te uiten. Wel kan het zijn nut hebben, hierbij aan te tekenen dat wij, die over het falen van onze leiders klagen, ons realiseren dat wij onze leiders zelf kiezen. De overwegingen, die ons moeten leiden bij de bereidheid waarmee wij ons achter leuzen en programma's scharen, mo gen wel eens grondig worden overdacht en ons onderscheidingsvermogen dient daarbij evenredig te zijn aan ons gezonde verstand niet vertroebeld door kortzichtige voor keuren en verblindende groepsnaijver. Vooral in deze dagen van de kabinets tragedie, nu wordt beslist, over de vraag wie ons volk leiden zullen, heeft de en quêtecommissie ons een waarschuwing ge geven. De vraag, wie de leiders zullen zijn, is niet de vraag van een luchtig gezel schapsspelletje. Het is van het grootste be lang voor allen, niet alleen voor partij mannen, niet alleen ook voor partij leden, doch voor iedereen. Het algemene belang moge er de overheersende factor in zijn en leiden tot een keus. die bekwaam heid en leiderschap stelt boven alle fac toren van gedetailleerder en bekrompener allure. Een tweede les, die het enquête-verslag ons voorhoudt, is zonder twijfel van niet minder groot belang. Zij leert, dat in de internationale verhoudingen niet vriend schap, karakteraanzien of rechtvaardigheid van motieven gewicht in de schaal leggen bij de vraag, of men als volk gezagheb bend meespreekt, doch dat de aan de oer tijd der mensheid herinnerende normen van puur eigenbelang, brute materiële kracht en berekende winstmogelijkheden uitmaken of men van waarde wordt ge acht. De bondgenoten zijn bondgenoten voor zichzelf, niet voor anderen. Een klein volk als het onze valt daarbij te licht en zal het dus niet kunnen zoeken in een competitie met de groten op het gebied van deze normen. Dat het voor de inter nationale situatie van de toekomst een andere taak heeft dan die, welke het tot nu toe lijkt na te streven, spreekt duide lijk uit de beelden die het relaas van de enquêtecommissie over de voorbije wereld oorlog oproept. Niet ^edweëe volgzaam heid en overneming van alle denkbeelden der groten kan het juiste beleidspatroon voor een land als het onze tekenen. De schade daarvan, in de jaren 1940'45 op gedaan, is groot genoeg geweest. Oor spronkelijkheid van opvattingen en noeste inspanning op het gebied van de vestiging der internationale rechtsverhouding kun nen in de toekomst slechts datgene voor ons redden, wat een gebrek aan die richt lijnen in het verleden ons gekost heeft. En de derde les: dat is de meest be moedigende. Zij leert, dat ook in trieste omstandigheden van gebrekkig leiderschap en opeenvolgende rampen een volk als geheel zijn kracht behoudt en dat geen taak te zwaar is voor degenen, die op hun posten staan met weloverwogen plichts betrachting. Zij leert dat ook in de minste gelederen en in de onaanzienlijkste func ties verantwoordelijkheid en plichtsbesef factoren van gewicht zijn voor het succes van het grote geheel. En de hulde, die de commissie tenslotte brengt aan degenen, aan wie Nederland zich in de maalstroom van destijds drijvende heeft gehouden, geldt dan ook ongetwijfeld in de eerste plaats de vele onbekende, kleine, ploeteren de, opofferende mensen, die zwijgend en volhardend hun geringe taak vervulden en tot in de dood hun best deden, niet te falen. J. L. VENETIë (U.P.). - Igor Strawinsky heeft donderdag de wereldpremière van zijn Canticum ter ere van St. Marcus in de basiliek van St. Marcus in Venetië gediri geerd. De uitvoering van dit nieuwe werk, ■Canticum sacrum ad honorem sancti marei nominis", duurde zeventien minu ien. Onder het gehoor bevonden zich on der meer mevrouw Carla Gronchi, echt genote van de Italiaanse president, de Italiaanse minister van Transport, Arman do Angelini. Tot mijn spijt heb ik van de première van „Tsantsa" door het Nieuw Nederlands Toneelgezelschap niet veel goeds kunnen zeggen. Met des te meer genoegen breng ik thans verslag uit van de voorstelling van „Detective Story" van Sidney Kings- ley, sinds het begin van deze maand dage lijks in het Nieuwe de la Martheater te Amsterdam te zien. Deze pasgevormde, onder artistieke leiding van Frits van Dijk en Guus Hermus staande groep, een com binatie van Het Nieuwe Comedia en De Toneelvereniging, trekt er volle zalen mee. Dat laat zich begrijpen, want dit uit 1949 daterende stuk mag dan (al is het thema met dat van „Leer om leer" van Shakes peare te vergelijken, zoals professor Alan Downer heeft opgemerkt) geen kunstzin nige pretenties hebben, het is op een ouderwetse manier bijzonder boeiend en geeft ondanks de melodramatische opzet de acteurs gelegenheid kernen van ont roerende menselijkheid te ontbolsteren. Naar aanleiding van het voorlaatste eindexamen van de Toneelschool te Am sterdam, waarop een fragment hieruit werd vertoond, heb ik met enige klem op een opvoering van het gehele spel aange- Andrea Domburg en Guus Hermus, die men op deze foto ziet, vervullen in de door Edward Deleu geregisseerde voorstelling van „Detective Story" van Sidney Kingsley de hoofdrollen. drongen, niet omdat dit knappe maakwerk van de schrijver van vooroorlogse succes sen als „Doodlopende straat" en „Mannen in een wit pak" als zodanig zo belangrijk is, maar omdat ik geloof dat wij toe zijn aan een herwaardering van het miskende en dan ook inderdaad voor het al te popu lair exploiteren van sentimenten misbruik te genre van het melodrama. Een theore tisch betoog ten bewijze van deze steiling zou hier misplaatst zijn. Het voorbeeld ware trouwens niet eens gelukkig ge kozen, omdat „Detective Story" eigenlijk eng-naturalistisch-tot-en-met is. Maar goed, het is een pakkende geschiedenis, die ondanks het gedetailleerde bijwerk recht lijnig wordt verteld. Men moet uit de titel niet opmaken, dat het een thriller is in de zin van een speurdersmysterie. „Detective Story" is het levensverhaal van rechercheur Jim Mc- Leod, dat men leert kennen door een sa menloop van gebeurtenissen in een politie post in Manhattan, waar men aanvanke lijk alleen met de „kleine misdaad" wordt geconfronteerd. Deze zaken van rechtzoe- kenden, tegen kleptomanen, juffrouwen van lichte zeden, dieven en zakkenrollers worden tussen de eigenlijke bedrijven door behandeld. Al deze soms komische, soms gevoelige momentopnamen dienen zowel ter ontspanning als ter inleiding van het sloteffect. Het zijn toonbeelden van oppervlakkig realisme, rumoerig en amu sant, waar de acteurs hun copieerlust in kunnen uitvieren. Men krijgt dan ook een menigte over het algemeen zeer geslaagde kleine typeringen voorgezet. Hoofdzaak is de ontdekking van briga dier McLeod, de harde, onverbiddelijke dienaar van recht en wet, dat zijn fana tisme in het bestrijden van duistere prak tijken, waardoor zijn collega's zelfs van zijn „messiascomplex" spreken, een ge volg is van zijn jeugdervaringen, waarbij hij het gevaar loopt eenzelfde sadist te worden als zijn door hem gehate vader. Het conflict spitst zich toe bij zijn pogin gen bewijsmateriaal te vinden tegen een abortusplegende kwakzalver, als blijkt dat deze vroeger ook zijn vrouw behan deld heeft, van welke zijn geluk onder mijnende wetenschap hij totaal onkundig was. Zo komt hij tot het inzicht dat goed en slecht niet zo gemakkelijk te onder- ADVERTENTIE HILIEGOM 'S WOENSDAGS TOT 2 UUR IN CAFE RESTAURAN A-A CABARET damcImg by candle L|GHT Naar wij vernemen zal de jonge compo nist Henk Stam, directeur van de Zeeuw se muziekschool en voormalig voorzitter van de stichting Gaudeamus, de destijds door Peter van Anrooy verzorgde uitzen dingen over muziek voor de Avro gaan voortzetten. De eerste van zijn „inleidin gen tot muziekbegrip", die tot eind decem ber zullen worden gehouden, wordt op 15 oktober uitgezonden. Henk Stam is voorts benoemd tot voor zitter van de stichting Gaudeamus als op volger van dr. Jos Wouters. Dr. Jos Wouters had al op de jaarver gadering in juni als zijn wens te kennen gegeven dat de jonge componisten en mu sicologen zelf de bestuursfuncties zullen waarnemen. Hij is wel bereid in het cura torium zitting te nemen. Henk Stam treedt ook op als directeur van de afdeling C voor componisten. Directrice van de afde ling A (muziekpodium) wordt mevrouw A. Holt-loods en directeur van de afdeling B (muziek Anthenaeum) drs. Clemens van Kleis 'gemeen directeur van de stichting blijft de heer W. A. F. Maas. Wouter Paap blijft president-curator. scheiden zijn als zwart en wit. Zijn ont wakende neiging tot vergevensgezindheid komt slechts kort tot gelding, want een kogel uit de revolver van een jeugdige delinquent maakt een abrupt eind aan zijn leven. Het is dus een zuiver melodrama, met dien verstande dat de uiterlijke omstan digheden niet alleen een karakter onthul len, maar er ook toe bijdragen in beginsel daarin een verandering teweeg te brengen. En zo is het gelukkig ook opgevat door de zeer bekwame Belgische regisseur Ed ward Deleu, die alle spelelementen zorg vuldig heeft afgewogen en voldoende ruimte geboden. De drukte in de politie post wordt zo „natuurgetrouw" weerge geven als de handige schrijver dat wense lijk lijkt te achten, zonder dat de indivi dualiteit van de hoofdpersoon aan het ge zicht wordt onttrokken. De rol van McLeod wordt door Guus Hermus zeer overtuigend gespeeld. Het is het tegendeel van een ge compliceerd wezen, dat hij uit te beelden heeft, hetgeen hem gelegenheid bood de dramatische factoren treffend duidelijk te maken. Men weet, direct al, waar men met deze man aan toe is: een prachtig thrillereffect (dus toch!) en met grote be heersing uitgebuit. Alle hulde voor het menselijk complement, dat Andrea Dom burg als zijn echtgenote in hun samenspel wist te suggereren. Er is een grote bezetting voor dit bijna dertig rollen tellende, door Louis Borel kundig vertaalde stuk op de been gebracht. Van de vele medewerkenden moeten spe ciaal Ellen de Thouars, Maxim Hamel, Lucas Wensing, Robert Sobels, Frans Va- sen en Anita Menist worden genoemd. De enige, die irriterend uit de voortreffelijke toon van het overdadig uitgesponnen ge heel viel, was Gerard Schild als de zijn goede hart onder onverschilligheid ver bergende journalist. Alle anderen volde den, over het algemeen ruimschoots, aan de gestelde taken. Een afzonderlijke alinea moet ik ten slotte reserveren voor twee rasacteurs, die men de laatste tijd helaas veel te zelden op de planken ziet en van wie er één dit jaar afscheid neemt: Johan Elsensohn en Herman Bouber, de één rondborstig, met joviale sentimentaliteit in de gezonde zin van het woord, de ander een compleet mens opbouwend met een paar zeldzaam rake trekken. Hun waarachtige talenten komen ondanks de bescheidenheid van hun aandeel in deze voorstelling voorbeeldig tot uiting. DAVID KONING. ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS In Bandung is overleden prof. dr. J. Boeke, oud-hoogleraar aan de rijksuni versiteit te Utrecht in de histologie en de embryologie. Hy bereikte de leeftyd van 81 jaar. Jan Boeke werd op 23 oktober 1874 te Hengelo (O.) geboren. Hij studeerde van 1893 tot 1900 medicijnen aan de gemeente lijke universiteit te Amsterdam, waar hij een jaar later promoveerde op een proef schrift „Bijdrage tot de pharmacologic van het hart". Na enige wetenschappelijke op drachten te hebben uitgevoerd werd hij in 1906 benoemd tot lector in de histologie aan de rijksuniversiteit te Leiden, waarop in 1909 aan dezelfde universiteit zijn be noeming tot hoogleraar in de anatomie volgde. In 1909 verwisselde hij de Leidse universiteit met de Utrechtse, waar hij histologie en embryologie ging doceren. Daar is hij gebleven tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Prof. Boeke was lid van tal van wetenschappelijke instellingen en drager van tal van weten schappelijke en andere onderscheidingen. Hij was onder meer commandeur in de orde van Oranje Nassau en ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. De Gemeente Universiteit van Amster dam heeft weer een aantal prijsvragen uit geschreven voor studerenden aan een Ne derlandse instelling voor hoger onderwijs. De faculteit der rechtsgeleerdheid ver langt een historisch en rechtsvergelijkend onderzoek betreffende de strafrechtelijke aansprakelijkheid van niet natuurlijke per sonen (rechtspersonen, verenigingen van personen en vermogens tot een bepaald doel afgezonderd zonder rechtspersoonlijk heid) benevens voorstellen tot het opnemen dezer aansprakelijkheid in het algemene strafrecht en de wijze, waarop dit zou moe ten geschieden. De faculteit der geneeskunde verlangt een kritische studie over de opvattingen van Selye betreffende de betekenis van de begrippen adaptatie en stress. De faculteit der economische wetenschap pen verlangt een onderzoek naar hetgeen de sociale economie en de bedrijfseconomie kunnen bijdragen tot de beantwoording van de vraag of en in hoeverre de heffing van winstbelastingen (van natuurlijke en rechtspersoneel) op de prijsvorming van invloed is. Tenslotte vraagt de faculteit der genees kunde nog (uit het fonds Reich) een onder zoek naar de overgevoeligheidsreacties van het vaatloze hoornvliesweefsel. Op 8 januari 1958 wordt het oordeel der faculteiten over de ingekomen verhande lingen in het openbaar medegedeeld. Aan de schrijvers der meest voldoende ant woorden, die door de faculteit de eer der bekroning waardig zijn gekeurd, wordt dan de gouden erepenning uitgereikt. ADVERTENTIE WÈÊm 6*ep«ra«4 «oo». KT. dOAMTTU IMTOftT Ct Jij. BIOK «OtlVINfNOtN U Op aanwijzing van een zesjarig jongetje is de Amsterdamse politie gisteren in het Noordhollands Kanaal gaan dreggen. Het ventje had namelijk verteld, dat zijn even eens zesjarig vriendje in het Kanaal was verdronken. Hij had hem zelf onder water zien verdwijnen. Het dreggen leverde geen resultaat op. Wat geen wonder was omdat het „verdron ken" vriendje, naar later bleek, zich onder de toeschouwers op de kant van het Kanaal bevond. Utrecht. Mejuffrouw P. H. N. G. Stehou- wer uit Zeist is gepromoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte op een proef schrift, getiteld: „Etude sur Ops et Consus". ADVERTENTIE ...kauw Wrlgley Doubfemlnt. Overal veel mensen - overal veel verkeer - overal veel drukte. En wat dan nog? Kauw DoubCemint - pittig, tintelend, dubbel lang lekker - Doublemint geeft rust, rust bi{ het rijden - en Uw adem wordt zuiver als Zwitserse berglucht. 99 99 Het Nederlandse zakenleven maakt zich niet al te ongerust over de situatie, die rond het Suezkanaal is ontstaan. Dit verklaarde donderdag dr. C. Hillen, secretaris van het „Midden-Oosten-Instituut", tijdens een on derhoud op de Utrechtse Najaarsbeurs. Ons zakenleven is van mening, dat de handels betrekkingen niet zullen lijden onder de huidige internationale spanning. Bovendien maakt men zich niet al te grote zorgen over een mogelijke stagnatie in de betalingen. In dit licht bezien, aldus dr. Hillen, is het be grijpelijk dat de Nederlandse handel rustig voortgaat, getuige de deelneming aan de in ternationale jaarbeurs in Damascus, die de gehele maand september duurt. Al met al raakt de kwestie Suez in feite alleen nog de scheepvaart. Een zeer belangrijke vraag is volgens dr. Hillen in hoeverre de Sovjet-Unie haar in vloed in het Midden-Oosten zal weten lAt te breiden. Moskou doet er, volgens hem, alle mogelijke moeite voor. Hadji's trekken door de Arabische gebieden om de Koranteksten op basis van communistische theorieën uit te leggen. In boekwinkels in Syrië treft men soms een grote verscheidenheid aan van in het Arabisch vertaalde communistische lectuur. Nasser graaft zijn eigen graf Hoewel het gevaar van deze Russische in filtratiepogingen niet over het hoofd gezien mag worden, dient men, aldus dr. Hillen, toch de realiteit niet uit het oog te verliezen. Hij wees in dit verband op de blokkering van de Egyptische sterlingsaldi, als eerste reactie op Nassers nationalisatie van het Suezkanaal. „Cairo", zo zei dr. Hillen, „pocht dat Enge land als een van de belangrijkste handels partners van Egypte er de grootste nadelen van zal ondervinden, maar men moet niet vergeten, dat Egypte zelf niets meer in het sterlinggebied kan kopen en niet meer in Engelse ponden sterling kan betalen voor de talrijke diensten waarvoor deze valuta een verplicht betaalmiddel is". Egypte, zo meent dr. Hillen, wordt mo menteel financieel uitgewrongen. De Sovjet- Unie levert slechts 1.3 percent van de Egyp tische import, het Westen zestig percent. De transactie voor de levering van oorlogsma teriaal heeft Egypte bovendien een gehele katoenoogst gekost en misschien zelfs nog een tweede en derde oogst, aldus deze spreker. Katoen is voor Egypte het belangrijkste ex- portprodukt en het ziet er volgens dr. Hil len naar uit, dat Egypte binnen heel korte tijd voor een financieel bankroet staat. Nas ser trekt dan ook, volgens hem, uiteindelijk toch aan het kortste eind. De andere Arabische landen kunnen drei gen de oliepijpleidingen op te blazen, maar ze zullen, volgens dr. Hillen, in hun eigen vingers snijden, want zij beschikken even min als Perzië onder Mossadeq over de tech nici om de olie-industrie te exploiteren. Hij meende dat de Arabieren ondanks alle la waai van het ogenblik verstandig genoeg zullen zijn om de realiteit niet uit het oog te verliezen. Tussen 18 september en 11 oktober geeft De Nederlandse Opera een serie van zeven voorstellingen van Wagners „Tannhauser" onder leiding van Eduard Flipse. De gala première in Den Haag heeft plaats ter gele genheid van de opening der Staten-Generaal op de „derde dinsdag van september", de overige voorstellingen zijn in Rotterdam op 24 en in Amsterdam op 28 september, in Utrecht op 1 oktober, Den Haag 4 oktober, Amsterdam 9 oktober en nog eens Den Haag op 11 oktober. De solisten zijn: Guus Hoekman, Paolo Gorin, Jan van Mantgem, Gerard Holthaus, Rudolf Kat, Gee Smith, Gré van Swol-Brou- wenstijn, Greet Koeman, Nel Duval, Nelly Burbach, Corry van Beckum, Ilse Bresser en Frances de Bossy. De rol van Tannhauser zal worden vervuld op 18, 24 en 28 september door Wilhelm Er- nest; op 1 en 4 oktober door Conny Söder- ström en op 9 en 11 oktober door Ernest Gruber. In de voorstellingen van 1 en 4 ok tober zal Corry Bijster inplaats van Greet Koeman de Venus zingen. De mise-en-scène is van Georg Hartmann, décors en kostuums zijn van Emil Preetorius. De Christelijke Film Actie slaat in het komende seizoen de vleugels wijder uit dan voorheen. Inplaats van vijf in het vorige seizoen, zullen in het komende seizoen vijf tien films van de C.F.A. in circulatie komen. Men hoopt het aantal toeschouwers vorig jaar waren er een half miljoen in het komende jaar te verdubbelen. Dit deelde de heer G. Hoek, voorzitter van de organisatie, mede ter gelegenheid van de opening van het seizoen. Ter vertoning van films op breed doek zijn in Amerika twee zestien milimeter projectoren aangeschaft, die ook buiten de bioscoopzaal kunnen worden gebruikt. Na jarenlange besprekingen met het ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse Bioscoopbond bestaat thans goede hoop, dat de bond zijn reglementen zodanig zal gaan hanteren, dat de C.F.A. zelf films zal kunnen huren en vertonen zonder hinder van de bioscoopbond te ondervinden. De C.F.A. wenst, aldus de heer Hoek, de vrijheid om films met christelijke strekking en daarnaast ontwikkelings- en ontspan ningsfilms te vertonen, die niet strijdig zijn met het evangelie. Er bestaat, om met een Duitse deskundige te spreken, een „sata nische kringloop" tussen producent, film verhuurder, bioscoopexploitant en publiek, waarbij de geldmacht geest en cultuur dreigt te overwoekeren. Het positieve ge bruik van de film echter ten goede van de mens wordt door de C.F.A. nagestreefd, aldus de heer Hoek. Hij deelde voorts mede, dat na welslagen van het komende seizoen het begin van een eigen filmproduktie op het programma saat. De C.F.A. heeft een kleine tachtig afdelingen, terwijl plannen voor meer afdelingen op stapel staan. In Rotterdam heeft men de laatste tijd proeven genomen met tentoonstellin gen in de wijken IJsselmonde, Hoogvliet, Pernis, Charlois en Overschie. D« expo sitie uit het kunstbezit van museum Boy mans met als onderwerp' „Het landschap in de loop der eeuwen" trok in totaal in deze delen van de stad bijna achtenzestig honderd bezoekers. In het seizoen 1956-57 wil men nu twaalf tentoonstellingen hou den in verschillende wijken, te weten een serie van schilderijen uit het museum Boymans over een nader te bepalen on derwerp en een van werken van heden daagse Rotterdamse grafici, zo mogelijk met daaraan verbonden demonstraties. De kosten hiervoor zullen in totaal dertien duizend gulden bedragen en B. en W. stel len de gemeenteraad voor dit bedrag te voteren. Mag een dominee in een film een huwe lijk voltrekken dat in fefte natuurlijk maar een schijnverbintenis is? Dit is een vraag die op dit ogenblik de evangelisch- lutherse kerkelijke autoriteiten in het bondsland Sleeswijk Holstein bezig houdt. Daar heeft namelijk de lutherse predikant Meier in het schilderachtige plaatsje Ma- lente aan een film meegewerkt, die de romantische naam Hochzeit of Immenhof draagt. Hij heeft er de filmacteur Paul Klinger en de actrice Karin Andersen op plechtige wijze in de echt verbonden en daarbij precies dezelfde woorden uitge sproken als bij een kerkelijke echtverbin ding gebruikelijk is. De bekende professor in de theologie dr. Thielicke te Hamburg, die tal van theologische werken heeft ge schreven, en die tijdens de oorlogsjaren op last van de nazi's niet op de kansel mocht staan, heeft er aanstoot aah genomen en ds. Meiers optreden in deze film zelfs „heiligschennis" genoemd. Hij deed dit in het zondagsblad, dat door de evangelisch-lutherse landsbisschop in Hannover, dr. Lilje, wordt uitgegeven. Dr. Thielicke heeft in zijn artikel verklaard dat, wanneer het hier alleen maar een dwalende broeder had betroffen hij zelf met hem wel had kunnen spreken. Doch hij had zich niet kunnen voorstellen, dat deze predikant zich van tevoren niet van de draagwijdte van zijn handelwijze be wust had kunnen zijn. Daarom had hij in zijn artikel te kennen gegeven, dat volgens zijn opvatting dr. Meier niet meer als pre dikant in Malente kon worden gehand haafd. Achteraf blijkt echter, dat dr. Thielicke, voordat hij zich achter zijn bureau had ge zet om dit artikel te schrijven, er zich niet van overtuigd had of dr. Meier al of niet van tevoren aan zijn superieuren om toe stemming voor het sluiten van dit film huwelijk had gevraagd. Dr. Meier heeft dit wel degelijk gedaan. Hij had de proost van het naburige Eutin, in Sleeswijk-Holstein, Kieckbusch, die het hoofd van zijn kerk- distrikt is, opgebeld om te vragen of deze geen bezwaren had en de proost had ge antwoord, dat dr. Meier gerust zijn gang kon gaan. Dr. Meier had bovendien, toen hij aan het overleggen was of hij het aan bod van de filmmaatschappij zou aan nemen, nog een bijzondere overweging la ten meespelen. Het was hem namelijk op gevallen, dat hij in bioscopen op het witte doek wel vaak een rooms-katholieke hu welijksvoltrekking, maar nog nooit een protestantse had aanschouwd. Het zou geen kwaad kunnen, zo had hij gemeend, dat de vele honderdduizenden bioscoopbezoekers nu ook eens een protestantse huwelijks ceremonie te zien zouden krijgen. Protestantse kerkelijke autoriteiten in Sleeswijk-Holstein hebben zich thans met de aangelegenheid bezig gehouden. Onder voorzitterschap van proost Kieckbusch heeft een bijeenkomst van predikanten plaats gehad, waarop de affaire van a tot z besproken werd. Dr. Meier nam er zelf niet aan deel, omdat hij momenteel wegens een keelongesteldheid een kuur ondergaat. Op deze vergadering verklaarde de proost, dat hij nog steeds beschermend achter dr. Meier staat en dat hij zelf graag de ver antwoording voor diens film-activiteit op zich neemt. Dr. Thielicke had zich, volgens hem, vergist en hij had een wel zeer slechte methode gekozen om tegen het gebeurde te protesteren. De letterlijke tekst van een verklaring van de verzamelde predikanten, die het met proost Kieckbusch eens waren en die dr. Meier eveneens verdedigden, kon tot dusverre nog niet worden gepubliceerd, omdat een permanent comité van de sy node er eerst nog officieel haar goedkeu ring aan moet hechten. Mag een journalist de oplossing publi ceren van een prijsvraag, die door derden is uitgeschreven? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp geweest van een tuchtrechterlijke uitspraak door de raad van tucht der Federatie van Nederlandse Journalisten in een zaak welke door de uit geefster van een weekblad bij deze raad aanhangig was gemaakt tegen de hoofd redactie van een dagblad. De raad van tucht heeft, uitspraak doen de, de uitgeefster van het weekblad in het gelijk gesteld en als zijn oordeel uitgespro ken dat in dit geval de waardigheid van de stand der Nederlandse journalisten is geschaad, zodat een ernstige waarschuwing moest worden uitgesproken. De raad achtte het onjuist, dat een journalist de „van wei nig sportiviteit getuigende" mentaliteit van de lezers, die zich voor de oplossing van een prijsvraag tot hem richten, tegemoet komt en bevordert door in zijn blad de ge vraagde antwoorden aan hen te ver strekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5