Een heerschap in de kleinkunst Voeding van het schoolkind Nieuwe investeringen voor con junctuur opgang Kindercape Effecten- en Geldmarkt Parijse jongeren in ban van Bécaud ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1956 DIT MAKEN WE ZELF Bevroren citroentaart W ereldkampioenschap haarkappen ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Megasia, een mooie tuinplant Vragen staat vrij.7, Franse en Italiaanse Haarmode Huiseigenaar speelde eigen rechter Politie moest hem met traangas verwijderen <T> oor de^V rouw (Van onze correspondent in Parijs) ONDER ALLE PARIJSE dames en heren van de kleinkunst, het variété en de music-hall, heeft Gilbert Bécaud de ladder van de roem vermoedelijk nog wel het hoogst, doch zéker het snelste beklommen. Hij heeft tot dusver zelfs de records aan recette van een Trenet,.een Chevalier en een Piaf geslagen door in het vorige seizoen in drie weken tijds drieëndertig miljoen francs, dat zijn 330.000 harde ronde guldens in de kassen van 't Alhambra-theater te doen vloeien. En zo u een minder materialistisch bewijs van zijn Parijse en algemene glorie wilt hebben, dan kan ik óók nog vertellen dat de Nobelprijs-winnaar Frangois Mauriac het niet beneden zijn waardigheid geoordeeld heeft, Bécaud in een zijner kronieken ten tonele te voeren. Al was zijn rol daar dan ook niet zó flatterend Voor mensen van een zekere leeftijd en van een vorige of vóór-vorige gene ratie, is het niet zo gemakkelijk on middellijk contact te krijgen met de attracties en de charmes die voor een jeugdig publiek aan het optreden van Bécaud blijkbaar verbonden zijn. Gilbert Bécaud is een jonge man waar bijna geen eind aankomt, en wan- naar hij zich aan zijn vleugel zet om zichzelf te begeleiden moet hij zijn bovenlichaam ongeveer in horizontale stand brengen om met zijn beide han den de toetsen te kunnen bereiken. Hij gaat als een duivel te keer, stot tert en hijgt en stoot de woorden uit, terwijl zijn hele lichaam in staat van opwinding geraakt. Verheffend is de aanblik niet en nauwelijks esthetisch, maar de jongste lichting (in het bijzon der de zwakke sexe) wordt met Gilbert in een stemming van collectieve furie gebracht, waardoor zijn „successen" in dat opzicht alleen door een Ellington of Calloway worden geëvenaard. Wat die successen betreft: vorige winter moest de zaal, waar hij in Parijs optrad, na de eerste voorstelling, ge durende een halve week zelfs worden gesloten om de tastbare bewijzen aan gebroken fauteuils, afgeslagen lampen en losgerukte vloerkleden van de geest drift der Parijse sweet-seventeens en bobby-soxers, weer enigermate te kun nen opheffen. Gilbert kan zijn neus nergens tonen, of hij wordt door drommen lieftallige meisjes omringd. Ze dragen eigen uni formen, korte jurken uitgevoerd in blauw en goud, ze hebben hun vereni ging van vrienden beter vriendin nen van Gilbert Bécaud. Die Bécaud-bond geeft ook een eigen gestencild maandblad uit, waarin alle successen en handelingen van het idool beschreven worden. Hij heeft aan zijn organisatie een zeer actief legioen, dat werkzaam let op ieder teken, dat in minder gunstige zin voor de grote man zou kunnen worden uitgelegd. Wanneer een criticus het ongeluk heeft in zijn krant te schrijven, dat het laatste liedje of de jongste plaat van Bécaud toch een tikje minder geslaagd is dan zijn overige Als alle delen van de cape volgens het schetsje van de vorige keer op stof zijn gelegd en met naad uitgeknipt, kunnen we met het naaien beginnen. Eerst stik ken we de achterkant en de figuurnaad jes in de capuchon en de voering. Daar na beide delen langs de voorkant aan elkaar stikken op de verkeerde kant. Het geheel omkeren en een halve cm van de vouw nog een stiksel maken. Vervolgens de armsplitten in de voor panden passepoileren. Het passepoil breed knippen en op de verkeerde kant langs de opening stikken. Omkeren en persen. Nu het lapje twee cm van het split op het pand vaststikken in de vorm die de tekening laat zien. Stik aan het eind van het split aan weerskanten een paar maal dwars heen en weer over de hele breedte van de splitafwerking, om inscheuring te voorkomen. In het voorpand de knoopsgaten een platte naad diohtstikken. oeuvre, dan vindt zijn directeur de vol gende dag zeker een brief bij zijn post waarin uit naam van de hele bond tegen deze aantasting van Gilberts grootheid luide en vaak onder be dreiging wordt geprotesteerd. Overigens is Bécaud niet de enige chansonnier die over een eigen ge organiseerde aanhang beschikt. Een Luis Mariano, wiens zangkunst zich meer in het domein van de gesuikerde r romances beweegt, kan zich zelfs ver heugen in een geregistreerde sleep van twintigduizend adepten, voornamelijk naaistertjes van de modeateliers, „pe- tites mains", terwijl Bécaud zijn be wonderaarsters meer uit de rangen van de collégiennes, de lyceumjeugd recru- teert. Intussen is het bezit van zo'n vast publiek, dat door dik en dun zijn aan beden liedjeszanger volgt, een luxe die door zijn impressario nog hoger wordt aangeslagen dan door het object van die veneratie-zelve, de kunstenaar in persoon. Want zijn vrijheid van be wegen wordt er soms héél pijnlijk door belemmerd. Onlangs werd Mariano door zijn admiratrices zelfs bijna gelyncht, omdat een krant geschreven had dat hij van plan zou zijn in het huwelijksbootje te stappen. De chansonnier kon nog net door de politie worden ontzet, en het bericht werd haastig door zijn impre sario tegengesproken. Maar het duurde weken voor de golven van opwinding in de Mariano-bond weer tot kalmte waren gekomen. Stik de delen van de kraag op elkaar langs de buitenrand, omkeren en langs de vouw een even breed stiksel maken als bij cle capuchon. Sla de belegsels naar binnen, leg de capuchon op de goede kant van de cape tegen de halsrand, m.a. op m.a., leg de kraag erop en stik het geheel zo vast, dat de bovenkant van de kraag los blijft. De naden kort afknippen en de boven kant van de kraag erop zomen. Maak tenslotte de zoom in de capu chon en zet de knopen en een ophang- lusje aan Nu de vakanties voorbij zijn en de scholen de kinderen weer grotendeels opeisen, willen wij eens aandacht schenken aan de voeding van de Neder landse schooljeugd. Hoe is het met die voeding gesteld? Gegevens hieromtrent zijn betrekkelijk schaars, in tegenstelling tot onderzoekingen naar de gezond heidstoestand, die door de schoolartsendiensten worden gehouden. Wij zullen ons hier tot een paar onderzoekingen moeten beperken. Uit het onderzoek van de Voedingsraad, gehouden in 1951 en 1952 blijkt, dat de gemiddelde voedselopname van kinderen van 79 jaar uit een tiental grote steden vrijwel overeenkomt met de door de Voedingsraad aanbevolen hoeveel heden, zoals in onderstaande tabel te zien is. Aan de normen voor eiwit, mineralen (Ca en Fe) en vitamines (A, B en C) wordt voldaan; de calorieën- opname is hoger dan wordt aanbevolen. Uit de indeling van de kinderen naar welstandsklassen blijkt zoals ook te verwachten is dat in de lagere welstandsklasse de consumptie van eiwit rijke levensmiddelen lager, die van koolhydraatrijke levensmiddelen hoger is dan in de hogere welstandsklasse. Zo is b.v. het melkverbruik resp. 485 en 651 gram, het vleesverbruik resp. 29 en 49 gram. Voor brood, aardappelen en vetten zijn de getallen resp. 280 en 223, 400 en 290 en 60 en 55 gram. Van fruit gebruiken de kinderen in de lagere welstandsklasse 78 gram per dag, die in de hogere welstandsklasse 137 gram. Geruststellend is dat gemiddeld de kinderen in de lagere welstands- groep, met hun geringere opname van z.g. beschermende levensmiddelen toch aan vrijwel alle normen voldoen. Wij mogen hierbij echter niet uit het oog verliezen, dat gemiddelden de scherpe kantjes van de werkelijkheid verbergen. Zo ligt in enkele der steden de opname van riboflavine en dierlijk eiwit bij de laagste welstandsgroepen aanzienlijk beneden de normen, terwijl die voor calcium nog niet of ternauwernood wordt gedekt. Daar dit niet overal zo is, kan wellicht binnen eenzelfde voedingsbudget door voorlichting veel ten goede worden gewijzigd. Op het platteland is de voedingstoestand veelal minder gunstig. Uit een enquête naar het melk- en kaasverbruik kwam naar voren dat bijna de helft (44%) van de onderzochte kinderen van 79 jaar minder dan de aanbevolen hoeveelheid melk, t.w. 1/2 liter, gebruiken. Gelukkig komt het slechts in één provincie voor dat tweederde der kinderen te weinig melk drinkt. Dit te lage melkgebruik wordt gewoonlijk niet opge heven door een ruime consumptie van kaas: de slechte „melkprovincies" zijn bijna alle ook slechte „kaasprovincies". In de meeste streken van ons kaasland wordt door ongeveer 30% van de kinderen in het geheel geen kaas gegeten. Het is begrijpelijk dat men aan direct geldelijk voordeel de voorkeur geeft. Wij dienen erop te wijzen dat een ruim kaas- en melkgebruik voor de kinderen zeker zijn goede vruchten zal afwerpen in de vorm van een betere gezondheid. Dit geldt ook voor een flink groenteverbruik. Veelal wordt de waarde van groente onderschat. Door zijn geringe gehalte aan caroteen kan fruit de plaats van groente niet of niet dan bij uitzondering innemen. Een portie groente van 150 a 200 gram is zeker noodzakelijk voor het schoolkind. Bij voorkeur worde een deel van de groente rauw gegeten, mede ter oefening van het gebit. Tot slot iets over de schoolmelkvoorziening. Vreemd is soms hierbij dat tegen de verstrekking op school van een gezond voedsel als melk aan de kinderen bezwaren worden gemaakt, terwijl vrijwel niemand bezwaar heeft tegen het gebruik van koffie of thee door volwassenen in fabriek of werk plaats. Zeker voor hen, die thuis minder dan een 1/2 liter melk gebruiken, is schoolmelk dringend gewenst. In de praktijk blijkt, dat vaak juist de kinderen die thuis al een 1/2 liter of meer melk drinken aan de schoolmelkvoorziening mogen deelnemen. Voor gebrek aan eetlust door deze tussentijdse drank be hoeft heus niet altijd gevreesd te worden. Momenteel nemen 400.000 kinderen in 180 gemeenten aan de schoolmelkvoorziening deel. Een uitbreiding zou de gezondheidstoestand van de schooljeugd zeker ten goede komen. Aanbevolen hoeveelheden van enkele levensmiddelen: aanbevolen hoev. in g 79 jaar per dag verbruikt in 1952 melk 500 568 vlees 50 39 vis onderling verwisselbaar 27 13 ei 15 18 kaas 15 15 margarine, boter 40 58 (incl. vet) olie, vet 5 brood 250 252 aardappelen 350 345 peulvruchten 7 9 suiker, zoete belegsels, versnaper. 50 81 groenten 200 120 vruchten 100 108 Een bevallige uitgaansjapon van taftzij, versierd met een tulle draperie die de schouders omkleedt en aan de zijkant wordt bijeengehouden door een eenvoudig sieraad. 2 eieren (dooiers en wit apart), een derde kop citroensap, 1 kop slagroom, 1 eetlepel geraspte citroenschil, J/2 kop suiker, \'2 kop gekruimelde volkoren crackers (zgn. graham-crackers). Gebruiksaanwijzing: Klop de eier dooiers, voeg er citroensap en schil aan toe, plus alle suiker op twee eetlepels na. Kook op lage vlam en roer voort durend. Laat afkoelen. Klop het eiwit tezamen met de twee overgebleven eet lepels suiker" en voeg dit alles lang zaam bij het gekookte mengsel. Voeg daarna langzaam slagroom bij het mengsel. Vet een pan in en strooi crackerkruimels op bodem en rand. Plaats deze pan in de ijskast en. giet de vulling er in, wanneer de korst goed koud en hard is geworden Herenmode 1956. Een ivollen vest met mouwen in wit-blauw met blauwe uit monstering. De pet is van dezelfde slof. Ter gelegenheid van het achtste in ternationale congres van de kappers- bond (C.I.C.) zijn te Wenen wereldkam pioenschappen haarkappen gehouden. Een internationale jury moest de crea ties beoordelen die gepresteerd werden door meer dan 150 kappers en kapsters uit 20 naties. Wereldkampioen werd de Duitsei Kurt Kilian, wereldkampioene de Bel gische Vermote Julien. De „dernier cri" wat kapsels betrefi zal de „Hellas-lijn" zijn, naar een an tiek Grieks patroon. Bij deze lijn wordt het haar half-lang gedragen, geondu- leerd en iets teruggekamd. Rose, licht blauw, zilver-groen en glanzend grijs zijn de nieuwe kleuren voor de avond- kapsels der dames. „Bros"-kapsels zijn favoriet bij de heren. De landenprijs ging bij de dames naar Oostenrijk .gevolgd door West- Duitsland, België, Frankrijk, Denemar ken, Joegoslavië, Zweden en Nederland. Bij de heren was de landenprijs voor West-Duitsland. De verdere rangschik king was: België, Frankrijk, Nederland, Zweden, Denemarken, Engeland, Oos tenrijk en Italië. zier kan hebben. Vroeg in het voorjaar ontwikkelen zich de lange bloemsten gels. Daaraan komen de grote schermen mooie kleine rose bloempjes. Er zijn verschillende tinten i'ose; de purper kleurige zijn ook allerliefst. De plant vormt vrij grote bladeren, die in de winter allerlei tinten aannemen. Al bloeit de plant dus niet, ze kan een sieraad in de tuin zijn. In de afgelopen winter is ze dat niet geweest; toen heeft ze erg van de strenge vorst gele den en op sommige plaatsen bleek ze zelfs dood gevroren te zijn. Ik kan mij voorstellen dat men deze plant niet wil missen. Het is nu de tijd om er een nieuw exemplaar van te bestellen. De plant voldoet vooral in goed vochtopge- vende grondsoorten. Ze is ook bestand tegen de felle zon en voldoet eveneens op een licht schaduwplekje. Als ze het naar haar zin heeft kan ze tot een flinke pol uitgroeien. De Megasia is ook een ideaal gewas voor de rotstuin. Het meest voldoet ze op de voorgrond in de border. G. KROMDIJK Megasia komt ook wel voor als Ber genia. Vroeger kende men deze plant als Saxifraga cordifolia; dit om vergissin gen te voorkomen. Het is een zeer mooie tuinplant waarvan men in elke tuin ple- ALS ER één ding is dat, afgezien van poli tieke fricties als die van het Suezkanaal, de wereld en dus ook de beurzen in deze tijd bezig houdt, dan is het wel de vraag hoe de conjunctuur zich in de naaste toe komst zal ontwikkelen. Men is het er over eens dat aan de economische expansie noch in de V.S. noch in Europa een einde is ge komen. Wel wordt, althans voor Europa een langzamer tempo geconstateerd. Vol gens het jaarverslag van de E.B.U., het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank is de produktie in West- Europa in 1955-'56 met zes percent ge stegen tegen tien percent in 1954-55 en in zijn toelichting op de begroting voor Eco nomische Zaken zegt minister Zijlstra dat de industriële produktie in ons land in 1954 met tien percent, in 1955 met zeven per cent is toegenomen en in het eerste half jaar van 1956 met vijf percent. Er is dus ook in ons land nog een vrij krachtige ex pansie van de economie waarneembaar, al is het tempo enigszins afgenomen. Deze teruggang is wel verklaarbaar om dat een verdere vergroting van de produk tie aan produktiefactoren, als bevolkings groei, industriële investeringen en aan de arbeidsproduktiviteit is gebonden en als bekend in ons land allengs een optimale bezetting van het produktieapparaat is be reikt, zodat het natuurlijk accrès van de beroepsbevolking tot dusver ^gemakkelijk kon worden opgenomen en bij vele bedrij ven zelfs een nijpend tekort aan personeel is ontstaan. De bevolkingsgroei heeft men niet in de hand. De beide andere factoren, die van de industriële investeringen en de arbeidsproduktiviteit hangen ten nauwste samen en deze maken dan ook voortdurend een onderwerp van bespreking en beschou wing uit. Het moet worden gezegd dat Nederland, wat de industriële investeringen betreft, de laatste jaren niet is achtergebleven. In de periode half 1952-1955 hebben ze niet min der dan f 6.725 miljoen gulden bedragen en voor geen gering deel is het hieraan te danken dat ook in ons land de arbeids produktiviteit belangrijk kon vooruitgaan. In de jaren 1953-1955 bedroeg die vooruit gang respectievelijk 8.6 en 4 pct„ terwijl voor 1956 een cijfer van drie percent wordt geraamd. Ook hier dus een relatieve ach teruitgang en het is vooral deze waarover men zich thans zorgen maakt, niet het minst ook omdat wij ons ook hier niet aan de algemene drang tot verkorting van de werkweek zullen kunnen onttrekken, het geen, op zich zelf beschouwd, uiteraard tot een vermindering van arbeidsproduktiviteit zal moeten leiden. Er blijft dus, ter bevordering van deze arbeidsproduktiviteit alleen de mogelijk heid over om door verdere mechanisering, rationalisering en automatisering van de bedrijven de produktie per man te ver groten. Dit proces is reeds jaren gaande, maar hoewel de exacte cijfers voor het lo pende jaar niet bekend zijn, mag wel wor den aangenomen dat ook dit proces thans in een langzamer tempo verloopt. Geduren de de laatste jaren zijn vele bedrijven in staat geweest door inhouding van ver kregen winsten de modernisering van hun apparaat uit eigen middelen te financieren, waarover men wel eens de staf heeft ge broken, omdat- men er een exces van het kapitalisme in zag, doch waaraan voor een goed deel de economische opbloei van de laatste jaren te danken is." Het is wel ge bleken dat de grote kapitalen, welke door de industriële bedrijven en in sterke mate door de scheepvaartmaatschappijen werden gereserveerd, thans nog niet voldoende blijken te zijn om in de kapitaalbehoeften van het bedrijfsleven te voorzien, zodat op de banken een beroep moest worden ge daan. Dit geschiedde in zulk een mate dat de Nederlandsche Bank (de regering) daar tegen maatregelen meende te moeten tref fen. Dit heeft er toe geleid dat vele onder nemingen tot uitbreiding van eigen kapi taal of uitgifte van obligatieleningen zijn overgegaan, waaraan nu echter ook een einde is gekomen omdat het aanbod van zogenaamd risicodragend kapitaal aan merkelijk is afgenomen, thans zelfs nage noeg geheel is opgehouden en zelfs de overheidslichamen tegen een rente van 4(4 percent hun kapitaalbehoeften niet meer kunnen bevredigen. TOT OP ZEKERE HOOGTE zit men hier in een vicieuze cirkel. Aan de ene kant zijn nieuwe kapitaalsinvesteringen nodig om de voortgang van de conjunctuur te bevor deren. aan de andere kant worden de be nodigde kapitalen teruggehouden omdat men aan de voortgang van de conjunctuur twijfelt. Ook de regering hinkt in deze op twee gedachten. Aan de ene kant wordt aan de Rijksfondsen, ter vergroting van het aanbod van kapitaal in de risicodragen de sector, de mogelijkheid geopend een deel van het beschikbare vermogen in aan delen te beleggen, aan de andere kant wordt de aandelenbelegging minder aan trekkelijk gemaakt door aan de bedrijven niet toe te staande stijgende bedrijfskosten, met name de verhoging van lonen en sala rissen, in de prijzen door te berekenen, een prijsstabilisatie, welke op zichzelf be schouwd ongetwijfeld wenselijk is om op de wereldmarkten onze exportpositie te kunnen handhaven. Deze cirkel zal op de een of andere wijze moeten worden doorbroken en het is daar om alleszins verklaarbaar dat van meer dan een kant de vraag wordt gesteld of de overheid wel op de goede weg is met haar pogingen tot besnoeiing van de investe- ringsdrang bij de bedrijven, een vraag die ook bij ons is opgekomen. Pas onlangs heeft de regering aan de S.E.R. de vraag voorgelegd of niet op inperking van de be stedingen moet worden aangedrongen, een vraag, waarop zij het antwoord ongetwij feld ook zelf wel weet. We leven nu eenmaal in een tijd, waarin voor de rendabele bedrijfsvoering aanmer kelijk grotere kapitalen nodig zijn dan voorheen en wie op het punt van de mo- ADVERTENTIE Bteeds méér huisvrouwen zien in, dat het haar eigen belang is bij het kopen van een bindmiddel MAÏZENA DURYEA tevragen. En haar winkelier geeft het haar graag, want het is ook zijn belang dat haar maaltijdenslagenHijweet door jarenlange ervaring dat er voor groenten, soepen en sausen geen beter bindmiddel bestaat dan juist MAÏZENA DURYEA. B\j het gebruik daarvan zijn misluk kingen bj) voorbaat uitgesloten. dernisering van zijn bedrijf ten achterblijft, is onverbiddellijk tot ondergang gedoemd. Het gelukkig verschijnsel heeft zich voor gedaan dat West-Europa gedurende de laatste jaren van de Verenigde Staten een steeds grotere concurrent is geworden, waarover zij, die wat verder zien dan hun neus lang is, zich daar allerminst zorgen maken omdat blijkens de ervaring, inter nationaal gezien, de grootste concurrenten ook de beste klanten worden. De geweldige expansie van het Amerikaanse bedrijfs leven en de stijgende exporten zijn er het bewijs van. Het gaat er dus om van een land als'dat der Verenigde Staten een grote concur rent te blijven, want de Verenigde Staten zijn voor de economische ontwikkeling van de gehele wereld van dominerende beteke nis. Met 7 pet. van de landoppervlakte der wereld en 6 pet. van de wereldbevolking produceren de Verenigde Staten meer dan een derde van alle goederen en diensten en om zich daarnaast te kunnen hand haven, zal men dus zoveel mogelijk, wat de modernisering van het bedrijfsleven be treft, met haar in de pas moeten blijven. Wij hebben de vorige week medegedeeld dat de kapitaalsinvesteringen voor dit jaar in de Verenigde Staten op 36 miljard worden geraamd, dat is 6 miljard meer dan in 1955 en uit de berichten van de laatste tijd blijkt wel duidelijk dat men de lichte terugslag in het bedrijfsleven heeft overwonnen en de economische expansie zich daar krachtig voortzet. Een bewijs voor de nog steeds toenemende welvaart in de Verenigde Staten is dat de winsten van 662 ondernemingen in het eerste halfjaar van 1956 S 5.3 miljard hebben bedragen tegen 4.9 miljard in die periode van 1955 en dat gedurende de eerste acht maanden van dit jaar aan dividenden een veel groter bedrag is betaald dan in de zelfde maanden van het vorige jaar. De voortduur van de hoogconjunctuur in de Verenigde Staten moge voor Europa in zeker opzicht bemoedigend zijn, zij brengt noodzakelijkerwijze mee dat ook in ons werelddeel en ook in ons land voor de verdere opbloei van het bedrijfsleven zo gunstig mogelijke voorwaarden worden geschapen en dat dus de arbeidsprodukti viteit zoveel mogelijk wordt bevorderd. En deze verhoging van de produktiecapaciteit is, zoals minister Zijlstra in zijn Memörie van Toelichting op de Begroting voor Eco nomische Zaken opmerkt, op langere ter mijn alleen mogelijk indien door omvang rijke investeringen in de diepte de produk tie per werknemer aanzienlijk wordt ver groot. Aan de ene kant zal dus naar een verdere toeneming van de besparingen moeten worden gestreefd, opdat er kapitalen voor de nieuwe investeringen beschikbaar zullen komen, aan de andere kant zal de deel neming in de kapitalen van de industriële ondernemingen aantrekkelijk moeten wor den gemaakt door, voor zoveel dit in het vermogen van de Overheid ligt, de renta- biliteitsmogelijkheden van de bedrijven te vergemakkelijken en op zijn minst deze niet in de weg te staan. ADVERTENTIE Flatteuse houdbare coiffures. Institut de Beauté Haute Coiffure Voor de rechtbank te Groningen heeft terechtgestaan de 35-jarige T. L. uit Beerta, die op 29 juni het recht in eigen hand nam, toen hem bleek dat zijn veronderstelling, dat het kopen van een huis ook betekende dat hij het meteen kon betrekken, niet op ging. Het huis werd namelijk toegewezen aan een een ander gezin. L. werd zo kwaad, dat hij een bijl nam, het huis binnendrong en deuren en ramen kort en klein sloeg. De bewoner, die in de tuin aan het bloe men snijden was, kreeg een klap met de bijl op zijn arm. De huiseigenaar was zo door het dolle heen dat de politie hem met traangas uit de woning moest verwijderen. De officier van Justitie kon zich voor stellen dat het voor L. zeer onaangenaam was, een door hém gekochte woning door een ander te zien betrekken, maar dat gaf hem nog niet het recht eigen rechter te gaan spelen. Hij eiste een jaar gevangenis straf waarvan vijf maanden voorwaarde lijk. De verdediger, mr. Veldhuis, was van mening dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld door de woning aan een ander toe te wijzen. Op 12 oktober zal de rechtbank uitspraak doen. ADVERTENTIE UW HAAR IS UW KROON Permanent wave is een kwestie van vertrou wen enzeer goed model knippen. Wij brengen u de nieuwste voor ons klimaat geschikte draagbare modellen naar uw smaak en type gevormd. C. J. O E R L E M A N S Medisch gediplomeerd haarkundige Gierstraat 69 - Haarlem - Tel. 21736 - 18462

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 3