Een heerschap in de kleinkunst
Voeding van het schoolkind
Nieuwe investeringen
voor con junctuur opgang
Kindercape
Effecten- en
Geldmarkt
Parijse jongeren in ban van Bécaud
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1956
DIT MAKEN WE ZELF
Bevroren citroentaart
W ereldkampioenschap
haarkappen
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
Megasia, een mooie tuinplant
Vragen staat vrij.7,
Franse en
Italiaanse
Haarmode
Huiseigenaar speelde eigen
rechter
Politie moest hem met
traangas verwijderen
<T>
oor
de^V
rouw
(Van onze correspondent in Parijs)
ONDER ALLE PARIJSE dames en heren van de kleinkunst, het variété en
de music-hall, heeft Gilbert Bécaud de ladder van de roem vermoedelijk nog
wel het hoogst, doch zéker het snelste beklommen. Hij heeft tot dusver zelfs de
records aan recette van een Trenet,.een Chevalier en een Piaf geslagen door in
het vorige seizoen in drie weken tijds drieëndertig miljoen francs, dat zijn
330.000 harde ronde guldens in de kassen van 't Alhambra-theater te doen
vloeien. En zo u een minder materialistisch bewijs van zijn Parijse en algemene
glorie wilt hebben, dan kan ik óók nog vertellen dat de Nobelprijs-winnaar
Frangois Mauriac het niet beneden zijn waardigheid geoordeeld heeft, Bécaud
in een zijner kronieken ten tonele te voeren. Al was zijn rol daar dan ook
niet zó flatterend
Voor mensen van een zekere leeftijd
en van een vorige of vóór-vorige gene
ratie, is het niet zo gemakkelijk on
middellijk contact te krijgen met de
attracties en de charmes die voor een
jeugdig publiek aan het optreden van
Bécaud blijkbaar verbonden zijn.
Gilbert Bécaud is een jonge man
waar bijna geen eind aankomt, en wan-
naar hij zich aan zijn vleugel zet om
zichzelf te begeleiden moet hij zijn
bovenlichaam ongeveer in horizontale
stand brengen om met zijn beide han
den de toetsen te kunnen bereiken.
Hij gaat als een duivel te keer, stot
tert en hijgt en stoot de woorden uit,
terwijl zijn hele lichaam in staat van
opwinding geraakt. Verheffend is de
aanblik niet en nauwelijks esthetisch,
maar de jongste lichting (in het bijzon
der de zwakke sexe) wordt met Gilbert
in een stemming van collectieve furie
gebracht, waardoor zijn „successen" in
dat opzicht alleen door een Ellington of
Calloway worden geëvenaard.
Wat die successen betreft: vorige
winter moest de zaal, waar hij in Parijs
optrad, na de eerste voorstelling, ge
durende een halve week zelfs worden
gesloten om de tastbare bewijzen aan
gebroken fauteuils, afgeslagen lampen
en losgerukte vloerkleden van de geest
drift der Parijse sweet-seventeens en
bobby-soxers, weer enigermate te kun
nen opheffen.
Gilbert kan zijn neus nergens tonen,
of hij wordt door drommen lieftallige
meisjes omringd. Ze dragen eigen uni
formen, korte jurken uitgevoerd in
blauw en goud, ze hebben hun vereni
ging van vrienden beter vriendin
nen van Gilbert Bécaud.
Die Bécaud-bond geeft ook een eigen
gestencild maandblad uit, waarin alle
successen en handelingen van het idool
beschreven worden. Hij heeft aan zijn
organisatie een zeer actief legioen, dat
werkzaam let op ieder teken, dat in
minder gunstige zin voor de grote man
zou kunnen worden uitgelegd. Wanneer
een criticus het ongeluk heeft in zijn
krant te schrijven, dat het laatste liedje
of de jongste plaat van Bécaud toch een
tikje minder geslaagd is dan zijn overige
Als alle delen van de cape volgens het
schetsje van de vorige keer op stof zijn
gelegd en met naad uitgeknipt, kunnen
we met het naaien beginnen. Eerst stik
ken we de achterkant en de figuurnaad
jes in de capuchon en de voering. Daar
na beide delen langs de voorkant aan
elkaar stikken op de verkeerde kant.
Het geheel omkeren en een halve cm
van de vouw nog een stiksel maken.
Vervolgens de armsplitten in de voor
panden passepoileren. Het passepoil
breed knippen en op de verkeerde kant
langs de opening stikken. Omkeren en
persen. Nu het lapje twee cm van het
split op het pand vaststikken in de
vorm die de tekening laat zien. Stik aan
het eind van het split aan weerskanten
een paar maal dwars heen en weer over
de hele breedte van de splitafwerking,
om inscheuring te voorkomen.
In het voorpand de knoopsgaten een
platte naad diohtstikken.
oeuvre, dan vindt zijn directeur de vol
gende dag zeker een brief bij zijn post
waarin uit naam van de hele bond
tegen deze aantasting van Gilberts
grootheid luide en vaak onder be
dreiging wordt geprotesteerd.
Overigens is Bécaud niet de enige
chansonnier die over een eigen ge
organiseerde aanhang beschikt. Een
Luis Mariano, wiens zangkunst zich
meer in het domein van de gesuikerde r
romances beweegt, kan zich zelfs ver
heugen in een geregistreerde sleep van
twintigduizend adepten, voornamelijk
naaistertjes van de modeateliers, „pe-
tites mains", terwijl Bécaud zijn be
wonderaarsters meer uit de rangen van
de collégiennes, de lyceumjeugd recru-
teert.
Intussen is het bezit van zo'n vast
publiek, dat door dik en dun zijn aan
beden liedjeszanger volgt, een luxe die
door zijn impressario nog hoger wordt
aangeslagen dan door het object van
die veneratie-zelve, de kunstenaar in
persoon. Want zijn vrijheid van be
wegen wordt er soms héél pijnlijk door
belemmerd. Onlangs werd Mariano door
zijn admiratrices zelfs bijna gelyncht,
omdat een krant geschreven had dat hij
van plan zou zijn in het huwelijksbootje
te stappen. De chansonnier kon nog net
door de politie worden ontzet, en het
bericht werd haastig door zijn impre
sario tegengesproken. Maar het duurde
weken voor de golven van opwinding
in de Mariano-bond weer tot kalmte
waren gekomen.
Stik de delen van de kraag op elkaar
langs de buitenrand, omkeren en langs
de vouw een even breed stiksel maken
als bij cle capuchon.
Sla de belegsels naar binnen, leg de
capuchon op de goede kant van de cape
tegen de halsrand, m.a. op m.a., leg de
kraag erop en stik het geheel zo vast,
dat de bovenkant van de kraag los blijft.
De naden kort afknippen en de boven
kant van de kraag erop zomen.
Maak tenslotte de zoom in de capu
chon en zet de knopen en een ophang-
lusje aan
Nu de vakanties voorbij zijn en de scholen de kinderen weer grotendeels
opeisen, willen wij eens aandacht schenken aan de voeding van de Neder
landse schooljeugd. Hoe is het met die voeding gesteld? Gegevens hieromtrent
zijn betrekkelijk schaars, in tegenstelling tot onderzoekingen naar de gezond
heidstoestand, die door de schoolartsendiensten worden gehouden.
Wij zullen ons hier tot een paar onderzoekingen moeten beperken. Uit het
onderzoek van de Voedingsraad, gehouden in 1951 en 1952 blijkt, dat de
gemiddelde voedselopname van kinderen van 79 jaar uit een tiental grote
steden vrijwel overeenkomt met de door de Voedingsraad aanbevolen hoeveel
heden, zoals in onderstaande tabel te zien is. Aan de normen voor eiwit,
mineralen (Ca en Fe) en vitamines (A, B en C) wordt voldaan; de calorieën-
opname is hoger dan wordt aanbevolen.
Uit de indeling van de kinderen naar welstandsklassen blijkt zoals ook
te verwachten is dat in de lagere welstandsklasse de consumptie van eiwit
rijke levensmiddelen lager, die van koolhydraatrijke levensmiddelen hoger is
dan in de hogere welstandsklasse.
Zo is b.v. het melkverbruik resp. 485 en 651 gram, het vleesverbruik resp.
29 en 49 gram. Voor brood, aardappelen en vetten zijn de getallen resp. 280
en 223, 400 en 290 en 60 en 55 gram. Van fruit gebruiken de kinderen in de
lagere welstandsklasse 78 gram per dag, die in de hogere welstandsklasse
137 gram. Geruststellend is dat gemiddeld de kinderen in de lagere welstands-
groep, met hun geringere opname van z.g. beschermende levensmiddelen toch
aan vrijwel alle normen voldoen. Wij mogen hierbij echter niet uit het oog
verliezen, dat gemiddelden de scherpe kantjes van de werkelijkheid verbergen.
Zo ligt in enkele der steden de opname van riboflavine en dierlijk eiwit bij
de laagste welstandsgroepen aanzienlijk beneden de normen, terwijl die voor
calcium nog niet of ternauwernood wordt gedekt. Daar dit niet overal zo is,
kan wellicht binnen eenzelfde voedingsbudget door voorlichting veel ten goede
worden gewijzigd.
Op het platteland is de voedingstoestand veelal minder gunstig. Uit een
enquête naar het melk- en kaasverbruik kwam naar voren dat bijna de helft
(44%) van de onderzochte kinderen van 79 jaar minder dan de aanbevolen
hoeveelheid melk, t.w. 1/2 liter, gebruiken.
Gelukkig komt het slechts in één provincie voor dat tweederde der kinderen
te weinig melk drinkt. Dit te lage melkgebruik wordt gewoonlijk niet opge
heven door een ruime consumptie van kaas: de slechte „melkprovincies" zijn
bijna alle ook slechte „kaasprovincies". In de meeste streken van ons kaasland
wordt door ongeveer 30% van de kinderen in het geheel geen kaas gegeten.
Het is begrijpelijk dat men aan direct geldelijk voordeel de voorkeur geeft.
Wij dienen erop te wijzen dat een ruim kaas- en melkgebruik voor de kinderen
zeker zijn goede vruchten zal afwerpen in de vorm van een betere gezondheid.
Dit geldt ook voor een flink groenteverbruik. Veelal wordt de waarde van
groente onderschat. Door zijn geringe gehalte aan caroteen kan fruit de plaats
van groente niet of niet dan bij uitzondering innemen. Een portie groente van
150 a 200 gram is zeker noodzakelijk voor het schoolkind. Bij voorkeur worde
een deel van de groente rauw gegeten, mede ter oefening van het gebit.
Tot slot iets over de schoolmelkvoorziening. Vreemd is soms hierbij dat
tegen de verstrekking op school van een gezond voedsel als melk aan de
kinderen bezwaren worden gemaakt, terwijl vrijwel niemand bezwaar heeft
tegen het gebruik van koffie of thee door volwassenen in fabriek of werk
plaats. Zeker voor hen, die thuis minder dan een 1/2 liter melk gebruiken, is
schoolmelk dringend gewenst. In de praktijk blijkt, dat vaak juist de kinderen
die thuis al een 1/2 liter of meer melk drinken aan de schoolmelkvoorziening
mogen deelnemen. Voor gebrek aan eetlust door deze tussentijdse drank be
hoeft heus niet altijd gevreesd te worden. Momenteel nemen 400.000 kinderen
in 180 gemeenten aan de schoolmelkvoorziening deel. Een uitbreiding zou de
gezondheidstoestand van de schooljeugd zeker ten goede komen.
Aanbevolen hoeveelheden van enkele levensmiddelen:
aanbevolen hoev. in g
79 jaar per dag verbruikt in 1952
melk 500 568
vlees 50 39
vis onderling verwisselbaar 27 13
ei 15 18
kaas 15 15
margarine, boter 40 58 (incl. vet)
olie, vet 5
brood 250 252
aardappelen 350 345
peulvruchten 7 9
suiker, zoete belegsels, versnaper. 50 81
groenten 200 120
vruchten 100 108
Een bevallige uitgaansjapon van taftzij,
versierd met een tulle draperie die de
schouders omkleedt en aan de zijkant
wordt bijeengehouden door een
eenvoudig sieraad.
2 eieren (dooiers en wit apart), een
derde kop citroensap, 1 kop slagroom, 1
eetlepel geraspte citroenschil, J/2 kop
suiker, \'2 kop gekruimelde volkoren
crackers (zgn. graham-crackers).
Gebruiksaanwijzing: Klop de eier
dooiers, voeg er citroensap en schil aan
toe, plus alle suiker op twee eetlepels
na. Kook op lage vlam en roer voort
durend. Laat afkoelen. Klop het eiwit
tezamen met de twee overgebleven eet
lepels suiker" en voeg dit alles lang
zaam bij het gekookte mengsel. Voeg
daarna langzaam slagroom bij het
mengsel. Vet een pan in en strooi
crackerkruimels op bodem en rand.
Plaats deze pan in de ijskast en. giet de
vulling er in, wanneer de korst goed
koud en hard is geworden
Herenmode 1956. Een ivollen vest met
mouwen in wit-blauw met blauwe uit
monstering. De pet is van dezelfde slof.
Ter gelegenheid van het achtste in
ternationale congres van de kappers-
bond (C.I.C.) zijn te Wenen wereldkam
pioenschappen haarkappen gehouden.
Een internationale jury moest de crea
ties beoordelen die gepresteerd werden
door meer dan 150 kappers en kapsters
uit 20 naties.
Wereldkampioen werd de Duitsei
Kurt Kilian, wereldkampioene de Bel
gische Vermote Julien.
De „dernier cri" wat kapsels betrefi
zal de „Hellas-lijn" zijn, naar een an
tiek Grieks patroon. Bij deze lijn wordt
het haar half-lang gedragen, geondu-
leerd en iets teruggekamd. Rose, licht
blauw, zilver-groen en glanzend grijs
zijn de nieuwe kleuren voor de avond-
kapsels der dames. „Bros"-kapsels zijn
favoriet bij de heren.
De landenprijs ging bij de dames
naar Oostenrijk .gevolgd door West-
Duitsland, België, Frankrijk, Denemar
ken, Joegoslavië, Zweden en Nederland.
Bij de heren was de landenprijs voor
West-Duitsland. De verdere rangschik
king was: België, Frankrijk, Nederland,
Zweden, Denemarken, Engeland, Oos
tenrijk en Italië.
zier kan hebben. Vroeg in het voorjaar
ontwikkelen zich de lange bloemsten
gels. Daaraan komen de grote schermen
mooie kleine rose bloempjes. Er zijn
verschillende tinten i'ose; de purper
kleurige zijn ook allerliefst. De plant
vormt vrij grote bladeren, die in de
winter allerlei tinten aannemen. Al
bloeit de plant dus niet, ze kan een
sieraad in de tuin zijn. In de afgelopen
winter is ze dat niet geweest; toen
heeft ze erg van de strenge vorst gele
den en op sommige plaatsen bleek ze
zelfs dood gevroren te zijn. Ik kan mij
voorstellen dat men deze plant niet wil
missen. Het is nu de tijd om er een
nieuw exemplaar van te bestellen. De
plant voldoet vooral in goed vochtopge-
vende grondsoorten. Ze is ook bestand
tegen de felle zon en voldoet eveneens
op een licht schaduwplekje. Als ze het
naar haar zin heeft kan ze tot een flinke
pol uitgroeien. De Megasia is ook een
ideaal gewas voor de rotstuin. Het
meest voldoet ze op de voorgrond in de
border.
G. KROMDIJK
Megasia komt ook wel voor als Ber
genia. Vroeger kende men deze plant als
Saxifraga cordifolia; dit om vergissin
gen te voorkomen. Het is een zeer mooie
tuinplant waarvan men in elke tuin ple-
ALS ER één ding is dat, afgezien van poli
tieke fricties als die van het Suezkanaal,
de wereld en dus ook de beurzen in deze
tijd bezig houdt, dan is het wel de vraag
hoe de conjunctuur zich in de naaste toe
komst zal ontwikkelen. Men is het er over
eens dat aan de economische expansie noch
in de V.S. noch in Europa een einde is ge
komen. Wel wordt, althans voor Europa
een langzamer tempo geconstateerd. Vol
gens het jaarverslag van de E.B.U., het
Internationaal Monetair Fonds en de
Wereldbank is de produktie in West-
Europa in 1955-'56 met zes percent ge
stegen tegen tien percent in 1954-55 en in
zijn toelichting op de begroting voor Eco
nomische Zaken zegt minister Zijlstra dat
de industriële produktie in ons land in 1954
met tien percent, in 1955 met zeven per
cent is toegenomen en in het eerste half
jaar van 1956 met vijf percent. Er is dus
ook in ons land nog een vrij krachtige ex
pansie van de economie waarneembaar, al
is het tempo enigszins afgenomen.
Deze teruggang is wel verklaarbaar om
dat een verdere vergroting van de produk
tie aan produktiefactoren, als bevolkings
groei, industriële investeringen en aan de
arbeidsproduktiviteit is gebonden en als
bekend in ons land allengs een optimale
bezetting van het produktieapparaat is be
reikt, zodat het natuurlijk accrès van de
beroepsbevolking tot dusver ^gemakkelijk
kon worden opgenomen en bij vele bedrij
ven zelfs een nijpend tekort aan personeel
is ontstaan. De bevolkingsgroei heeft men
niet in de hand. De beide andere factoren,
die van de industriële investeringen en de
arbeidsproduktiviteit hangen ten nauwste
samen en deze maken dan ook voortdurend
een onderwerp van bespreking en beschou
wing uit.
Het moet worden gezegd dat Nederland,
wat de industriële investeringen betreft, de
laatste jaren niet is achtergebleven. In de
periode half 1952-1955 hebben ze niet min
der dan f 6.725 miljoen gulden bedragen
en voor geen gering deel is het hieraan te
danken dat ook in ons land de arbeids
produktiviteit belangrijk kon vooruitgaan.
In de jaren 1953-1955 bedroeg die vooruit
gang respectievelijk 8.6 en 4 pct„ terwijl
voor 1956 een cijfer van drie percent wordt
geraamd. Ook hier dus een relatieve ach
teruitgang en het is vooral deze waarover
men zich thans zorgen maakt, niet het
minst ook omdat wij ons ook hier niet aan
de algemene drang tot verkorting van de
werkweek zullen kunnen onttrekken, het
geen, op zich zelf beschouwd, uiteraard tot
een vermindering van arbeidsproduktiviteit
zal moeten leiden.
Er blijft dus, ter bevordering van deze
arbeidsproduktiviteit alleen de mogelijk
heid over om door verdere mechanisering,
rationalisering en automatisering van de
bedrijven de produktie per man te ver
groten. Dit proces is reeds jaren gaande,
maar hoewel de exacte cijfers voor het lo
pende jaar niet bekend zijn, mag wel wor
den aangenomen dat ook dit proces thans
in een langzamer tempo verloopt. Geduren
de de laatste jaren zijn vele bedrijven in
staat geweest door inhouding van ver
kregen winsten de modernisering van hun
apparaat uit eigen middelen te financieren,
waarover men wel eens de staf heeft ge
broken, omdat- men er een exces van het
kapitalisme in zag, doch waaraan voor een
goed deel de economische opbloei van de
laatste jaren te danken is." Het is wel ge
bleken dat de grote kapitalen, welke door
de industriële bedrijven en in sterke mate
door de scheepvaartmaatschappijen werden
gereserveerd, thans nog niet voldoende
blijken te zijn om in de kapitaalbehoeften
van het bedrijfsleven te voorzien, zodat op
de banken een beroep moest worden ge
daan. Dit geschiedde in zulk een mate dat
de Nederlandsche Bank (de regering) daar
tegen maatregelen meende te moeten tref
fen. Dit heeft er toe geleid dat vele onder
nemingen tot uitbreiding van eigen kapi
taal of uitgifte van obligatieleningen zijn
overgegaan, waaraan nu echter ook een
einde is gekomen omdat het aanbod van
zogenaamd risicodragend kapitaal aan
merkelijk is afgenomen, thans zelfs nage
noeg geheel is opgehouden en zelfs de
overheidslichamen tegen een rente van
4(4 percent hun kapitaalbehoeften niet
meer kunnen bevredigen.
TOT OP ZEKERE HOOGTE zit men hier
in een vicieuze cirkel. Aan de ene kant zijn
nieuwe kapitaalsinvesteringen nodig om de
voortgang van de conjunctuur te bevor
deren. aan de andere kant worden de be
nodigde kapitalen teruggehouden omdat
men aan de voortgang van de conjunctuur
twijfelt. Ook de regering hinkt in deze op
twee gedachten. Aan de ene kant wordt
aan de Rijksfondsen, ter vergroting van
het aanbod van kapitaal in de risicodragen
de sector, de mogelijkheid geopend een
deel van het beschikbare vermogen in aan
delen te beleggen, aan de andere kant
wordt de aandelenbelegging minder aan
trekkelijk gemaakt door aan de bedrijven
niet toe te staande stijgende bedrijfskosten,
met name de verhoging van lonen en sala
rissen, in de prijzen door te berekenen, een
prijsstabilisatie, welke op zichzelf be
schouwd ongetwijfeld wenselijk is om op
de wereldmarkten onze exportpositie te
kunnen handhaven.
Deze cirkel zal op de een of andere wijze
moeten worden doorbroken en het is daar
om alleszins verklaarbaar dat van meer
dan een kant de vraag wordt gesteld of de
overheid wel op de goede weg is met haar
pogingen tot besnoeiing van de investe-
ringsdrang bij de bedrijven, een vraag die
ook bij ons is opgekomen. Pas onlangs
heeft de regering aan de S.E.R. de vraag
voorgelegd of niet op inperking van de be
stedingen moet worden aangedrongen, een
vraag, waarop zij het antwoord ongetwij
feld ook zelf wel weet.
We leven nu eenmaal in een tijd, waarin
voor de rendabele bedrijfsvoering aanmer
kelijk grotere kapitalen nodig zijn dan
voorheen en wie op het punt van de mo-
ADVERTENTIE
Bteeds méér huisvrouwen zien in,
dat het haar eigen belang is bij
het kopen van een bindmiddel
MAÏZENA DURYEA tevragen.
En haar winkelier geeft het haar
graag, want het is ook zijn belang
dat haar maaltijdenslagenHijweet
door jarenlange ervaring dat er
voor groenten, soepen en sausen
geen beter bindmiddel bestaat dan
juist MAÏZENA DURYEA. B\j
het gebruik daarvan zijn misluk
kingen bj) voorbaat uitgesloten.
dernisering van zijn bedrijf ten achterblijft,
is onverbiddellijk tot ondergang gedoemd.
Het gelukkig verschijnsel heeft zich voor
gedaan dat West-Europa gedurende de
laatste jaren van de Verenigde Staten een
steeds grotere concurrent is geworden,
waarover zij, die wat verder zien dan hun
neus lang is, zich daar allerminst zorgen
maken omdat blijkens de ervaring, inter
nationaal gezien, de grootste concurrenten
ook de beste klanten worden. De geweldige
expansie van het Amerikaanse bedrijfs
leven en de stijgende exporten zijn er het
bewijs van.
Het gaat er dus om van een land als'dat
der Verenigde Staten een grote concur
rent te blijven, want de Verenigde Staten
zijn voor de economische ontwikkeling van
de gehele wereld van dominerende beteke
nis. Met 7 pet. van de landoppervlakte der
wereld en 6 pet. van de wereldbevolking
produceren de Verenigde Staten meer dan
een derde van alle goederen en diensten
en om zich daarnaast te kunnen hand
haven, zal men dus zoveel mogelijk, wat
de modernisering van het bedrijfsleven be
treft, met haar in de pas moeten blijven.
Wij hebben de vorige week medegedeeld
dat de kapitaalsinvesteringen voor dit jaar
in de Verenigde Staten op 36 miljard
worden geraamd, dat is 6 miljard meer
dan in 1955 en uit de berichten van de
laatste tijd blijkt wel duidelijk dat men de
lichte terugslag in het bedrijfsleven heeft
overwonnen en de economische expansie
zich daar krachtig voortzet. Een bewijs
voor de nog steeds toenemende welvaart
in de Verenigde Staten is dat de winsten
van 662 ondernemingen in het eerste
halfjaar van 1956 S 5.3 miljard hebben
bedragen tegen 4.9 miljard in die periode
van 1955 en dat gedurende de eerste acht
maanden van dit jaar aan dividenden een
veel groter bedrag is betaald dan in de
zelfde maanden van het vorige jaar.
De voortduur van de hoogconjunctuur
in de Verenigde Staten moge voor Europa
in zeker opzicht bemoedigend zijn, zij
brengt noodzakelijkerwijze mee dat ook in
ons werelddeel en ook in ons land voor de
verdere opbloei van het bedrijfsleven zo
gunstig mogelijke voorwaarden worden
geschapen en dat dus de arbeidsprodukti
viteit zoveel mogelijk wordt bevorderd. En
deze verhoging van de produktiecapaciteit
is, zoals minister Zijlstra in zijn Memörie
van Toelichting op de Begroting voor Eco
nomische Zaken opmerkt, op langere ter
mijn alleen mogelijk indien door omvang
rijke investeringen in de diepte de produk
tie per werknemer aanzienlijk wordt ver
groot.
Aan de ene kant zal dus naar een verdere
toeneming van de besparingen moeten
worden gestreefd, opdat er kapitalen voor
de nieuwe investeringen beschikbaar zullen
komen, aan de andere kant zal de deel
neming in de kapitalen van de industriële
ondernemingen aantrekkelijk moeten wor
den gemaakt door, voor zoveel dit in het
vermogen van de Overheid ligt, de renta-
biliteitsmogelijkheden van de bedrijven te
vergemakkelijken en op zijn minst deze
niet in de weg te staan.
ADVERTENTIE
Flatteuse houdbare
coiffures.
Institut de Beauté
Haute Coiffure
Voor de rechtbank te Groningen heeft
terechtgestaan de 35-jarige T. L. uit Beerta,
die op 29 juni het recht in eigen hand nam,
toen hem bleek dat zijn veronderstelling,
dat het kopen van een huis ook betekende
dat hij het meteen kon betrekken, niet op
ging. Het huis werd namelijk toegewezen
aan een een ander gezin. L. werd zo kwaad,
dat hij een bijl nam, het huis binnendrong
en deuren en ramen kort en klein sloeg.
De bewoner, die in de tuin aan het bloe
men snijden was, kreeg een klap met de
bijl op zijn arm. De huiseigenaar was zo
door het dolle heen dat de politie hem met
traangas uit de woning moest verwijderen.
De officier van Justitie kon zich voor
stellen dat het voor L. zeer onaangenaam
was, een door hém gekochte woning door
een ander te zien betrekken, maar dat gaf
hem nog niet het recht eigen rechter te
gaan spelen. Hij eiste een jaar gevangenis
straf waarvan vijf maanden voorwaarde
lijk. De verdediger, mr. Veldhuis, was van
mening dat de gemeente onrechtmatig had
gehandeld door de woning aan een ander
toe te wijzen.
Op 12 oktober zal de rechtbank uitspraak
doen.
ADVERTENTIE
UW HAAR IS UW KROON
Permanent wave is een kwestie van vertrou
wen enzeer goed model knippen. Wij
brengen u de nieuwste voor ons klimaat
geschikte draagbare modellen naar uw smaak
en type gevormd.
C. J. O E R L E M A N S
Medisch gediplomeerd haarkundige
Gierstraat 69 - Haarlem - Tel. 21736 - 18462