Oprichting van afzonderlijke dienst voor de Volkshuisvesting Plannen voor ruim achthonderd woningen voor onmiddellijke uitvoering gereed Radicale maatregelen om ontstellende achterstand in te lopen Bejaardencentrum „De Blinkert" nadert zijn voltooiing KEERPUNT Drastisch voorstel van B. en W. van Haarlem Derde verdieping op verzorgingshuis mocht niet worden gebouwd Optie aan beleggingsmaatschappijen voor complexen in Sinnevelt en Zuid-West Burgerlijke Stand van Haarlem Trieste vergelijking Oorzaken achterstand Slechte start W ethouder Happé spreekt in Haarlem-Oost Premiesector Personeel „Hollandia" naar Meulman WOENSDAG 3 OKTOBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COÜKA.N I In de thans verschenen woningbouwnota van Burgemeester en Wethouders van Haarlem wordt geen enkele poging gedaan te verbloemen dat de gang van zaken in Haarlem zeer onbevredigend is. Haarlem is, zoveel is nu wel duidelijk, ver achter gebleven in zijn pogingen om het woning tekort in te lopen en de toeneming van de woningbehoefte bij te houden in vergelij king met andere gemeenten, Amsterdam uitgezonderd. Natuurlijk is het zo, dat de omstandigheden waaronder in de verschil lende gemeenten moest worden gewerkt niet gelijk waren. Gemeenten die oorlogs schade moesten herstellen werden met voorrang geholpen en profiteren daar nu nog van, omdat men de bindingen met de bouwbedrijven ook na de eigenlijke we deropbouwperiode kon bewaren en boven dien kostbare ervaring opdeed in de orga nisatie van snel en doeltreffend bouwen. Juist op dit punt liet men in Haarlem in dp jaren 1946 tot en met 1949 verstek gaan: de eerste woningbouw van enige beteke nis komt in 1950 tot uiting. Het is dan ook op het punt van de orga nisatie zowel buiten als in het gemeente lijk apparaat dat B. en W. hun conclusies hebben gericht. Doeltreffendheid in de keuze van aannemers en architecten, het stimuleren van werken in ploegverband staat daarbij voorop, evenals het telkens hijsen van de rode vlag op de ogenblikken dat er weer stagnatie dreigt op te treden. Het laatste zal dan tot uiting komen in herhaalde bezoeken aan de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting. 1-Iet is echter bovenal noodzakelijk, dat een toporgaan wordt geschapen, dat de gehele woningbouw organiseert, stimuleert en de voortgang daarvan controleert. De stafbesprekingen welke het laatste jaar werden gehouden zijn daartoe, naar de ruiterlijke erkenning van B. en W., onvol doende gebleken, zoals men er ook met de leuze „Woningbouw gaat voor alles" - in zijn eenzijdigheid nog gevaarlijk bo vendien! - alleen niet komt. Daarom vormt het belangrijkste element in de woning bouwnota de aankondiging van het voor stel tot oprichting van een afzonderlijke gemeentelijke dienst voor de volkshuisves ting. Dit voorstel zal, zo vernamen wij, reeds in de gemeenteraadsvergadering van de volgende week woensdag aan de orde komen. In feite betekent de oprichting van deze dienst de forse ingreep bij Bouw- en Woningtoezicht, welke door velen reeds lang werd gezien als een noodzakelijk mid del om tot snellere en toegenomen wo- ningproduktie te geraken. Of de nieuwe dienst inderdaad goed zal functioneren zal echter voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de persoon van de toekomstige directeur. Juist diens kwaliteiten moeten meer in houden dan deskundigheid alleen en zelfs meer dan organisatievermogen. Hij zal blijk moeten geven van vaart en visie, van optimisme en volharding, van soepelheid in de te bezigen middelen en vasthoudend heid in het bereiken van zijn doel. Boven al zal het een man moeten zijn, die zijn taak met hart en ziel is toegedaan, omdat hij beseft, dat het van zijn werk in be langrijke mate zal afhangen of de meer dan zevenhonderd onhoudbare en veel meer dan tweeduizend zeer urgente geval len, of de meer dan twaalfhonderd bij het Huisvestingsbureau ingeschreven verloof den of jonggehuwden binnen enkele jaren een eigen dak boven het hoofd zullen heb ben. Men moet er zich overigens wel van bewust zijn, dat de woningnood zich nog veel verder uitstrekt dan de hier genoemde groepen, zodat ook na leniging van deze primaire nood de toestand nog lang niet rooskleurig is. Daarom ook doet men er goed aan een zekere terughoudendheid aan de dag te leggen in het gebruik van de optimistische schattingen van B. en W. en hun economisch adviseur voor de ko mende twee jaren. Het belangrijke feit van deze woning bouwnota is niet zozeer, dat men de reeds lang aangevoelde noodtoestand van de Haarlemse woningbouw thans heeft ge concretiseerd. Het is vooral belangrijk, dat het college van B. en W. en de betrokken ambtenaren thans de gelegenheid hebben gehad in een langdurig onderzoek de oor zaken van de huidige moeilijkheden ter dege te analyseren en het zou ons niet verbazen als de grote waarde van de woningbouwnota meer zou schuilen in dat gene wat er niet, dan in wat er wel in werd opgenor en. In onze beschouwing „Woningmisère" van jongstleden zaterdag hebben wij er reeds op gewezen, dat de tijd van nota's en rapporten maken nu maar eens moet verwisseld worden door een tijd van bou wen. Het is ons gebleken, dat ook bij B. en W. de gedachte leeft, dat in de gemeen teraadsvergadering van de volgende week, waarin de nota wordt behandeld, het laat ste woord over deze kwestie maar eens moet worden gesproken en dat daarna de daad moet volgen. Door haar gedegen op zet biedt de huidige nota een vast richt snoer voor de toekomst - vooral ook om dat B. en W. in de doelstelling de verbete ring van de woonruimte door opvoering van het woongerief nadrukkelijk in hun doelstelling hebben opgenomen. Het reeds eerder uitgebracht differentiatierapport over de samenstelling van de woningvoor raad naar de gezinsgrootte in Haarlem en deze woningbouwnota kunnen tezamen een goede grondslag bieden. Wanneer dit straks in een sterke toeneming van de woning- produktie tot uitdrukking komt, kan men de verschijning van deze nota het keer punt ten goede noemen in het woning bouwbeleid. Hetgeen tevens een voldoe ning moet zijn voor het raadslid mr. G. H. J. de Leeuw, die door zijn interpellatie tot deze nota aanleiding gaf en daardoor be wees, dat ook bij een verandering van de taak van de gemeenteraad de raadsleden voldoende initiatief behouden om het ge meentelijk beleid in de goede richting te stuwen. HAARLEM, 2 oktober 1956 ONDERTROUWD: 1 oktober: J. Heiliegers en C. Visscher; G. J. A. Visser en J. L. M. Huijbens; 2 oktober: H. C. A. Draijer en M. J. Heesen. GEHUWD: 2 oktober: J. J. van Rooijen en Th. H. A. Hellemons. BEVALLEN van een zoon: 1 oktober: Cr. W. S. M. Noya-Visser; A. C. Fortgens- Bekker; A. M. van der Zon-Jansen; H. C. M. Hirs-Raijmakers; A. M. Suijkerland-Geer- lings; A. Vijlbrief-Stoel; 2 oktober: M. H. Striekwold-Van Zijl. BEVALLEN van een dochter: 29 sep tember: A. Hangjas-Alders; 1 oktober: H. Burggraeve-De Keizer; Th. M. van der Gcest-Hulsebos. OVERLEDEN: 29 september: C. Cordes, 52 j„ Orionweg; 30 september: E. J. van der Noordaa, 3 dg., Hazepaterslaan; 1 oktober: J. Kuiken, 55 j., Harmenjansstraat; A. C. Zegwaart-Den Otter, 60 j., Harmenjansstraat; M. M. de Voecht, 64 j., Gasthuisvest. B. EN W. VAN HAARLEM zullen de gemeenteraad in de eerstvolgende vergadering, woensdag 10 oktober, een voorstel doen tot het instellen van een afzonderlijke dienst voor de volkshuisvesting, waarvoor een directeur met een groot organisatievermogen zal worden aangezocht. Verder zullen B. en W. streven naar continu-bouw, hetzij volgens bouwsystemen, hetzij volgens traditionele bouwmethoden. Daarbij zal grote aandacht worden besteed aan de arbeids besparing. Reeds is het plan van architect ir. F. Klein voor de bouw van 320 woningen in Delftwijk aan een aannemer voorgelegd, waarbij continu-bouw voor ongeveer duizend woningen in uitzicht is gesteld. In het algemeen zal getracht worden te contracteren met aannemërs, die goed kunnen organiseren, waardoor een vlot bouwtempo verzekerd is. Ook zullen B. en W. zoeken naar architecten, die snel kunnen werken en bereid zijn tot vergaande samenwerking, eventueel onder supervisie. Reeds zijn de eerste contacten in deze richting gelegd. Verder zal gestreefd worden naar een uniform bestek, terwijl voor alle plannen een bindend tijdschema zal worden vastgesteld. Er zal natuurlijk aan dacht worden geschonken aan de beperking van de weers invloeden en aan experimentele bouwmethoden. Deze con clusies uit de thans verschenen nota van B. en W. over de woningbouwsituatie in Haarlem, welke de volgende week woensdag in de gemeenteraadsvergadering behandeld zal worden, bevat nog een duidelijke wenk aan het adres van de woningbouwcorporaties: Bevorderd moet worden, dat de woningbouwcorporaties tot de zo zeer gewenste concen tratie komen, waarbij bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan het aantrekken van bestuurders, die niet alleen door hun belangstelling maar bovendien door des kundigheid op een of ander van belang zijnd terrein zijn opgewassen tegen hun zoveel zwaarder geworden taak. De woningbouwnota van B. en W. een werkstuk waaraan verleden week drie ver gaderingen van het college werden gewijd omvat 21 pagina's, -maar dient vooral gelezen te worden in samenhang met de tegelijkertijd gepubliceerde statistiek van de woningvoorraad en de bouwactiviteit in 1955 in Haarlem, samengesteld door het Nederlands Economisch Instituut. Deze twee stukken tezamen stempelen de wo ningbouwnota tot een Janusfiguur. Wie de cijfers- uit verleden en heden bekijkt, kan niet anders dan tot de conclusie komen, dat het in Haarlem met de woningbouw bar slecht gesteld is. Voor de toekomst echter behelst de nota op de laatste pagina een paar aantrekkelijke getallen. Verwacht kan worden, dat er in 1956 zevenhonderd wo ningen gereed zullen komen, welk aantal in 1957 met tweehonderd overtroffen zou kunnen worden om in 1958 tot 1240 op te lopen. Natuurlijk betreft het hier maar schattingen, welke door allerlei tegenval lers teniet gedaan kunnen worden. Ter vergelijking met de voorafgaande jaren zij hier vermeld, dat in de jaren 1948 en 1949 omstreeks 280 woningen werden voltooid, in 1950 en 1951 omstreeks 500, in 1952 438, in 1953 516, in 1954 733 en in 1955 494. Een vergelijking met andere gemeenten van meer dan 100.000 inwoners leert even wel, dat Haarlem er in zijn pogingen om het woningtekort in te lopen, het slechtste van alle elf afkomt. Het woningtekort kan uitgedrukt worden in een percentage van de woningvoorraad. In Haarlem bedroeg dat in 1947 15 en het steeg tot 16% thans. Ook in Amsterdam steeg het met één percent, maar daar gaat' het nu nog om een tekort van 9 dus iets meer dan de helft van het Haarlemse. In alle andere grote gemeenten daalde het woningtekort zowel absoluut .als rela tief, soms zelfs aanzienlijk: Eindhoven van 24% naar 14%, Nijmegen van 23% naar 13% en Breda van 20% naar 12%. Gaat men een vergelijking maken in hoe verre de taak: bestrijding van de woning nood werd vervuld (dat wil dus zeggen het bijhouden van de toeneming van de wo ningbehoefte en het inlopen van het tekort), dan blijkt Haarlem met 36 onderaan te staan. Daarna volgt Amsterdam met 49 Den Haag en Rotterdam met 52%, terwijl de overige grote gemeenten van 5767 variëren. Een vergelijking met Noordhol landse gemeenten van meer dan 25.000 in woners brengt Haarlem ook in het nadeel Tegenover de 36 taakvervulling staan de 50 van Heemstede, 53 van Hilversum. 64 van Alkmaar, 67 van Zaandam. 76 van Beverwijk, 78 van Haarlem mermeer, 88 van Velsen en zelfs 95 van Den Helder. Als mogelijke oorzaken van het achter blijven van de woningbouw in Haarlem, zouden de volgende factoren kunnen wor den genoemd: het verstrekken door de overheid van een te gering bouwvolume aan de gemeente Haarlem; vertraging van de bouw door moeilijkheden in de ambte lijke sfeer bijvoorbeeld wat betreft het goedkeuren van ingediende bouwplannen; een relatief geringe efficiency, in het Haarlemse bouwbedrijf. Deze factor dient eventueel te worden gezien in verband met een groot tekort aan arbeidskrachten, zo wel kwantitatief als kwalitatief, in het bouwbedrijf. Over de laatste oorzaak merkt het Ne derlands Economisch Instituut op: De bouwactiviteit in het IJmond-gebied en in Amsterdam is in het laatste decennium zeer omvangrijk geweest. Niet alleen wat betreft de woningbouw, maar ook wat be treft de utillteits- en bedrijfsbouw (Hoog ovens, Velsertunnel) in het IJmond-gebied. Zonder meer is duidelijk, dat deze activiteit een uitermate zware belasting betekent van de arbeidsmarkt in het gebied rond het Noordzeekanaal. Het is derhalve niet irreëel te veronderstellen, dat de arbeids- bezetting op bouwobjecten te klein is. Mis schien is dit tekort aan arbeidskrachten één van de voornaamste factoren, die heb ben geleid tot een verlenging van de bouw tijd van woningen in Haarlem. Omtrent de geringe bouwactiviteit in Haarlem merken B. en W. in hun nota nog op, dat van de vier gemeenten die meer dan 60 woningwetwoningen bouwden, er drie tot de. laagste in de rangorde van de bouwactiviteit behoren. De gemeenten die 50 of minder woningwetwoningen bouw den bevinden zich daarentegen op de hoog ste plaatsen. Men kan daarom niet aan de indruk ontkomen, dat de wens van de gemeenteraad, dat een betrekkelijk hoog percentage in de woningwetsector moet worden uitgevoerd, invloed heeft gehad op de plaats van Haarlem in de rangorde der grote gemeenten. Verder wijt het college de slechte gang van zaken ook aan de abominabele start van de woningbouw na de bevrijding. In Haarlem kwamen in 1946 geen en in 1947 maar zes huizen gereed. Het moet geens zins onmogelijk worden geacht, dat de resultaten in de eerste jaren ook een in directe invloed op de latere jaren hebben uitgeoefend: terzake van de binding van bouwvakarbeiders en van de migratie cijfers, die op hun beurt later weer het bouwvolume beïnvloedden. Nadat B. en W. vervolgens de bouw capaciteit, lonen en prijzen, huurpolitiek en geldmarkt hebben besproken, komen zij tot een analyse van hun beleid. Daarvan wordt te verstaan gegeven, dat het bijzon der bemoeilijkt werd door wisselende con- tingenteringen van het bouwvolume, door tegenslagen in het gereedkomen van de plannen en het rijksgoedkeuringsbeleid. In de loop der jaren slaagden B. en W. erin spanningen te overwinnen welke zich ook nog voordeden ten aanzien van het bouw rijp maken van terreinen, het uitwerken van uitbreidingsplannen en dergelijke. XMCCCCCOO<X<XX>2CCOS<XXX>C>CCCCGCC<XXCOCOOCCOCCCCCCOCCCCCC' Het actieve bestuur van het Wijk- comité Haarlem-Oost heeft wethouder 'd W. F. Happé bereid gevonden in een 8 openbare vergadering een beschouwing p te wijden aan de woningbouw naar aanleiding van de nota van B. en W. Ruim een week na de vergadering van H de gemeenteraad en wel vrijdagavond d 19 oktober zal de heer Happé spreken 8 in het gebouw aan het Teylerplein. o O jCOOOCOOOCOOOOOCOOCOCpCOOOOOOOOOOCCOOOCOCOOOCCOOOOOOOOOOCX Geen woningen zonder bouwvakarbeiders. De personeelschaarste speelde ook de Haarlemse woningbouw parten. Mede dank zij deze metselaars kwamen er sinds de bevrijding toch nog meer dan vierduizend huizen in Haarlem tot stand. Een van de zorgenkinderen van Haarlems wethouder van Volkshuisvesting, het complex van de woningbouwvereniging Sint Bavo-Oost aan de Schipholweg, zal binnenkort in gebruik genomen worden. Het gelijkvormige belendende complex van „Gemeentepersoneel" wordt nu geheel bewoond. Het complex van woningen voor bejaarden „De Blinkert" in de omgeving van de Vlaamseweg en de Brouwersvaart in Haarlem zal woensdag 14 november officieel in gebruik worden genomen. De zesenzeventig eengezinswoningen (waarin reeds hon derdvijftig bejaarden wonen) zijn sedert het begin van dit jaar bewoond en het ver zorgingshuis, bestemd voor achtenzestig dames en heren, zal aan het einde' van deze maand betrokken worden. Een gedeelte van de Haarlemse bejaarden zal dan over een prachtige huisvesting beschikken, maar nog niet alle ouden van dagen, want de Alge mene Stichting voor Huisvesting van Bejaarden die de exploitatie van het complex op zich genomen heeft, beschikt reeds over een wachtlijst, waarop een groot aantal namen voorkomt. Tot directeur van het verzorgingshuis is benoemd de heer J. P. Bakker uit Amsterdam, die met de steun van zijn echtgenote en personeel de be jaarden een prettige levensavond hoopt te bezorgen. Men zou zeker nog meer bejaarden on derdak hebben verleend in het verzorgings huis, ware het niet, dat de Haarlemse schoonheidscommissie bezwaren had geop perd t 'gen het-.-bouwen in drie verdiepin gen. Vergroting van het aantal bedden was anders mogelijk geweest en dait had tot gevolg gehad, dat de exploitatie rendabel zou zijn. Thans verwacht men een jaar lijks tekort in de exploitatie, dat door een gemeentelijke bijdrage gedekt zal worden, aldus deelde men ons mee. Er waren nog meer plannen om bejaar den en zieken onderdak te verlenen, maar die kunnen evenmin verwezenlijkt wor den. Voor chronische zieken onder de be woners van. het verzorgingshuis moet een aantal bedden bestemd worden. Gedacht was het in de omgeving liggend Parkher stellingsoord van het Rode Kruis, dat kort geleden opgeheven is,-in:te richten ..voor een,dergelijke, verpleging, waarvan^oök de bewoners' van-de- eengezinswoningen'""ge bruik zouden hebben kunnen maken. Van medische zijde werden bezwaren gemaakt; het parkherstellingsoord werd voor het doel niet geschikt bevonden. Voorts is er aan gedacht een dependance te bouwen, maar B. en W. achtten de kosten te hoog. Gehoopt wordt dat er alsnog een oplos sing gevonden zal worden, waardoor nog meer bejaarden opgenomen kunnen wor den en tegen een lagere prijs dan thans. In het verzorgingshuis zijn de verpleeg- prijzen f 190 (voor één persoon) en f 350 (voor een echtpaar) per maand. Met deze bedragen zal de exploitatie-rekening ver moedelijk een nadelig saldo opleveren. Drie instanties hebben met het bejaar dencomplex te maken. De Federatie van Woningbouwverenigingen, onder voorzit terschap van de heer W. C. van Kampen, heeft het initiatief tot de bouw genomen en de plannen voorbereid; de Coöperatie ve Woningvereniging vöor gemeenteperso neel heeft het complex gesticht en de Al gemene Stichting voor huisvesting van be jaarden, waarvan de heer F. S. Noordhoff voorzitter is, neemt de exploitatie voor haar rekening. Bestuursleden van deze instanties en enkele genodigden waren dinsdagmiddag in de gelegenheid zich op de hoogte te stellen van de gang van zaken, In de to neel- en recreatiezaal vernamen zij van de heer Van Kampen welke moeilijkheden sedert 1949 overwonnen zijn nadat prof. ir. H. F. Zwiers de eerste plannen gemaakt had. De aanbesteding leverde teleurstel lingen op; na het aanbrengen van bezuini gingen werd de bouw gegund aan de heer J. Bakker te Zaandam. Begonnen werd aan de zesenzeventig eengezinswoningen die in december en januari gereed waren. De heer Van Kampen herinnerde er aan, dat, toen de woningen bewoonbaar waren, de straten nog moesten worden aangelegd. In de gemeenteraad werden daarover vra gen gesteld. Als de woningwetwoningen ge reed komen, zo is thans de situatie, dan zal ook de aanleg der straten voltooid zijn. Het verzorgingshuis zal 15 oktober op geleverd worden. In de daarop volgende dagen komen de toekomstige bewoners. Op 1 november gaat de huur in en op 14 no vember zal burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers de openingsplechtigheid verrich ten. Tableau De deelnemers aan de excursie kregen reeds een goede indruk van het verzor gingshuis. Aan de buitenzijde is een door de heer K. Draaisma uit Bloemendaal ont worpen tableau in geglazuurde stenen van verschillende kleur, betrekking hebbend op de ouderdomszorg, aangebracht. In het souterrain worden de keukens in gericht, evenals ruimten voor huishoude lijke werkzaamheden en de verwarmings installatie. De bewoners kunnen daar bil jarten of knutselen. Gelijkvloers zijn kamers voor dertig bedden en op de twee verdiepingen ka mers voor tweemaal vierentwintig bedden. De westelijke vleugel is bestemd voor een toneelzaaltje en de oostelijke vleugel voor de woning van de familie Bakker. In de toekomst wordt het gebouw door een plantsoen omgeven. ADVERTENTIE HOE IS DE HUIDIGE SITUATIE in de Haarlemse woningbouw en hoe zijn de vooruitzichten voor de naaste toekomst? Ook daarop geeft de woning bouwnota van B. en W. uitsluitsel. Op 1 juli waren 1234 woningen in aanbouw, waarvan 850 woningwetwoningen. Hierbij moet worden opgemerkt, dat in de 850 woningwetwoning geen complexen zijn begrepen behorend tot het bouw programma voor 1956. Immers voor de voor uitvoering in dit jaar gedachte plannen is tot nu toe de machtiging tot gunning niet verkregen, omdat de ontvangen aanbiedingen de van rijkswege gestelde curveprijs niet konden benaderen. Mocht het niet gelukken nog in 1956 op plannen voor woningwet woningen van het bouwprogramma 1956 goedkeuring te verkrijgen dan zal de volkswoningbouw volkomen in het gedrang komen. Ook de gewenste continuïteit van de woningwetbouw zou verloren gaan. Een en ander zou te meer te be treuren zijn nu gedeputeerde staten van Noordholland zich bereid hebben ver klaard de realisering te bevorderen van plannen voor de bouw van bijna 700 woningen, waarvoor geen volume meer beschikbaar zou zijn. Teneinde toch met de bouw van een groot aantal woningen in 1956 te kunnen aanvangen, hebben B. en W. realisering van premiebouwplannen zoveel mogelijk bevorderd. Dit heeft tot gevolg gehad, dat reeds veel meer aanvragen zijn doorgezonden en ten dele reeds ingewilligd dan aanvankelijk de opzet was. De drie in uitvoering zijnde plannen in Delftwijk (225 woningen voor „Volkshuis vesting" onder architectuur van H. W. van Kempen, ongeveer honderd woningen voor „Onze Woning" van architect C. Brakel en 225 woningen voor „Eigen Haard" van H. Tuninga, verlopen zeer bevredigend. Ver der wordt de lijdensgeschiedenis gememo reerd van de wel aanbestede, maar nog niet tot uitvoering gekomen projecten voor „Sint Jozef" (120 woningen, architect B. J. J. M. Stevens) en de 320 woningen volgens het systeem-Rottinghuis, thans door de ar chitect omgewerkt voor traditionele bouw. Over het welslagen van de daartoe op handen zijnde aanbesteding in het departe ment van'Wederopbouw en Volkshuisves ting gematigd optimistisch en B. en W. gematigd pessimistisch. Het college vindt eigenlijk, dat de door de hoge aan vankelijke aanbesteding noodzakelijke huurprijs nog zeer wel aanvaardbaar was. Verder hoopt men dit jaar nog tot aanbe steding te komen van het plan van ir. Harry Nefkens voor 164 woningen in het noordelijk deel van Delftwijk voor woning bouwvereniging „Sint Bavo-Noord", waar bij nog 84 premiewoningen komen aan Delftlaan en Delftplein. Daar de Delftlaan daartoe moet woiden omgelegd, kunnen voorshands slechts ongeveer honderd wo ningen van dit plan gebouwd worden. Verder zal de bebouwing van de Stephen- sonstraat worden afgerond met zestig wo ningen, waartoe architect G. M. Loogman een plan heeft gemaakt. Aan de Amsterdamse architect P. Zanstra is opdracht gegeven voor het eerste com plex in Parkwijk: 114 woningen en een winkelcentrum van 25 winkels met 50 woningen. Het project van ir. F. Klein voor 320 arbeiderswoningen in Delftwijk zal in Parkwijk herhaald worden. Met de Kring Haarlem van de B.N.A. is overleg gaande omtrent de architectenkeuze voor een vol gend plan van 212 eengezinswoningen en 48 bejaardenwóningen. Ten aanzien van de bouw in de premie sector bestaan de volgende plannen: de reeds genoemde 84 woningen van ir. Harry Nefkens in Delftwijk, 25 eengezinswonin gen van de Haarlemse architect A. Zanstra in Delftwijk, 34 woningen van de archi tecten Brakel en Buma voor „Tuinwijk noord" in Sinnevelt, een uitbreiding van het Nemavo-systeembouwcomplex van 232 middenstandshuurwoningen, met nogmaals 120 eengezinshuizen. Het blijft intussen met Nemavo's toezeggingen om tot een snelle bouw te geraken maar sukkelen. Dezelfde maatschappij heeft nog een project voor een hoog flatgebouw van ongeveer vijftig woningen ontwerper prof. ir. H. T. Zwiers aan de Prins Maurits- en Willem de Zwijgerlaan. Intussen hebben B. en W. optie verleend aan pensioenfondsen en verzekeringsmaat schappijen op gronden in het noordweste lijk deel van Sinnevelt voor de bouw van 250 en aan de Faradaystraat voor 100 huurwoningen. De plannen daartoe zouden binnenkort worden ingezonden. In 1956 werd begonnen met de bouw van 313 woningwetwoningen en 341 premie woningen. Voor 1955 waren deze cijfers 274 en 116. Als alle in behandeling of in voorberei ding zijnde plannen nog dit jaar worden goedgekeurd, zal het toegekende bouw volume met 305 woningen worden over schreden. Als alleen de plannen voor de zeshonderd woningwetwoningen doorgaan, wordt het volume met 54 overschreden. Als alleen de plannen voor de 251 premiewoningen door gaan, blijven van het volume 295 woningen over en wanneer geen enkel plan doorgaat, blijven 546 woningen over. Deze verschil lende mogelijkheden zijn natuurlijk ook van invloed op de verdeling tussen woning wet- en premiewoningen. In het ongunstig ste geval zal de verdeling 82 en 38%, in het gunstigste 63 en 37% zijn. Kunnen alleen de woningwetplannen doorgang vinden, dan wordt de verhouding 72 en 28%, en wor den alleen nog premiewoningen gebouwd, dan is de verhouding nagenoeg fifty-fifty. Naar wij vernemen heeft de heer N. Meul man, eigenaar van wasserij Meulman, met het oog op de opheffing van stoomwasserü Hollandia in Zandvoort, waarover wij maanda j.l. berichtten, het voltallig perso neel, dat met ingang van 13 oktober ontslag werd aangezegd, aangeboden, in zijn was serij te komen werken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 11