OP JACHT NAAR HANDSCHRIFTEN IN CAIRO
Op jacht
Vermiste bladzijden van het
Evangelie der Waarheid terecht
Britse regering verzuimde de
reservisten voor te lichten
GEURIG
Suezcrisis bracht Britse militaire
tekortkomingen aan het licht
De omgeving
SER-advies melkprijzen
naar minister Mansholt
Eerste resultaten
Heeft de Bijbel toch gelijk
Onverbeterlijke nazi loopt
vrij in Neder-Saksen
Resident in Algerije
„Nieuwe status betekent
toegeven aan rebellen"
Torycongres voor krachtig
beleid in Suezgeschil
Rock-and-roll techniek van
Dulles gecritiseerd
Londen enthousiast over
„Van de brug af gezien"
metalen wandrekken
Z.:.ïERDAG 13 OKTOBER 1956
5
s Een belangrijk onderzoek heeft mo-
i menteel plaats in het Koptisch Museum
j te Cairo. Een internationale commissie
is begonnen met het onderzoek van on- j:j
bekende handschriften, waarvan de
ontcijfering veel kan bijdragen tot de
kennis van de Bijbel - in ieder geval
l tot een beter inzicht in de details van
3 de vele factoren, die op de Bijbel in- x
■vloed hebben uitgeoefend en die dep
vaak heftige discussies over de her-
komst van Bijbelse geschriften hebben
doen ontstaan. In de internationale on-
derzoekcommissie bevindt zich onder j:
meer de hoogleraar aan de theologische
faculteit te Utrecht, prof. dr. G. Quispel,
die wij bereid gevonden hebben enkele
artikelen over het werk der commissie
te schrijven. Hierbij drukken wij het
eerste artikel van prof. Quispel af.
Het internationale comité, belast met de uitgave van de 48 onbekende geschriften, welke
reeds in 1945 bij Nag Hamadi in Opper Egypte toerden gevonden en nog maar altijd in
een koffer lagen opgeborgen, is sedert twee weken in het Koptisch Museum te Cairo aan
het werk. Maar vraagt u niet hoe dat mogelijk is geworden. Het heeft, ik mag wel zeggen
veel, inspanning vereist om de Egyptische regering te bewegen de uitgaven van deze hand
schriften toe te vertrouwen aan een internationale commissie en ze niet voor zich zelf te
houden. Maar toen het dan eindelijk zover was, wilden sommige onderzoekers liever niet
naar Egypte gaan in de huidige omstandigheden. Eén kreeg er een hartaanval, een ander
bleef thuis uit solidariteit met de zieke, enkelen gingen in duizend vrezen. En zij moeten
tot hun verbazing vaststellen, dat het in Egypte rustig is. De tientallen journalisten uit alle
dv
landen ter wereld vervelen zich aan de bar en op de daktuin van
het Metropolitan Hotel, omdat er niets te berichten valt. De
Fransen en Engelsen zijn een beetje uit het stadsbeeld ver
dwenen, maar de Italianen, de Zwitsers, de Duitsers en vooral de
Grieken zijn gebleven. Die verheugen zich, uit naijver en boos
aardigheid, wel enigermate over de gang van zaken, omdat zij
vinden, dat die Suez Kanaal Maatschappij maar een staat in de
staat vormde. De Russen komen, en met hen de Russische propa
ganda in de kiosken: de vaklui uit andere landen achter het
IJzeren Gordijn, vergist u niet, waren hier allang voordat het
gescharrel met Rusland publiek gemaakt werd. De Egyptenaren
doen of er niets aan de hand is, maar staan thans, naar men
zegt, in meerderheid achter Nasser, omdat zij menen dat deze
reeds een grote diplomatieke overwinning heeft behaald. En
de vrouwen zogen hun ontelbaar kroost en bemoeien zich
nergens mee: want zij zijn al eeuwen lang toch het slachtoffer.
En van 's morgens vroeg tot 's avonds laat de heerlijke,
gruwelijke zon.
DE „ZWEVENDE KERK" in Oud-Caïro, welke dateert uit de
vierde eeuw na Christus. -
(Van onze correspondent in Londen)
Het dalende moreel onder de twintig
duizend, onder de wapenen geroepen Brit
se reservisten heeft geleid tot allerlei in
een leger ontoelaatbare uitingen van onte
vredenheid. Het is echter onjuist van mui
terij te spreken. De Britse regering heeft
stellig een aantal blunders begaan, die toe
nemende onrust hebben gewekt. Het aan
tal incidenten, dat zich op Cyprus, Malta
en in de legerkampen in Groot-Brittannië
heeft voorgedaan, is zo beperkt, dat het
overdreven zou zijn van algemene weer
spannigheid te spreken. De Britse regering
heeft verzuimd de reservisten behoorlijk
in te lichten over de Suezsituatie. Gezien
'le verwarring onder de staatslieden was
'i" voorlichting allerminst eenvoudig.
men had tenminste kunnen verklaren
~erste doel was verdere dolle daden
•on -'r> Egyptische dictator te voorkomen
vn n'et oorlog.
Er zijn ook moeilijkheden over de uitke-
neen aan de gezinnen der opgeroepenen,
'ie vaak in grote financiële moeilijkheden
'evkeren. Premier Eden heeft ingegrepen,
opdat de vertraging van vier of vijf we
ker* in de betalingen snel zal worden inge
haald. De bureaucratie moet worden over-
vonnen. De overhaaste mobilisatie bracht
"nee. dat legering en voeding vaak te wen
sen lieten. De ergste grief van de mannen
was, dat zij niets te doen hadden. Ledig-
2ang moest worden voorkomen door aller
lei nutteloze corvees, zoals eindeloos poet
sen en voortdurende modelinspekties van
de voorschriften. De manschappen moesten
bramen zoeken en kinderachtige spelletjes
doen, zoals het opsporen van verborgen
ADVERTENTIE
zijn
niet
voorwerpen. Jonge dienstplichtigen
hiervoor misschien te vinden, maar
degenen, die uit het burgerlijke bestaan
zijn weggerukt qp als volwassenen behan
deld wensen te worden. Zij verloren' mis
schien uit het oog, dat een leger niet kan
functioneren zonder onvoorwaardelijke ge
hoorzaamheid, maar de leiding had zich
rekenschap dienen te geven van de mense
lijke factoren. Het lijdzaam afwachten en
het gevoel, dat de oproeping nutteloos is
geweest, werkte fnuikend. Dat zelfs een
keurkorps als de grenadiesr, die tot de ko
ninklijke lijfgarde behoren, uiting gaf aan
zijn ontevredenheid, geeft te denken.
Je Sociaal Economische Raad heeft zich
'as in een besloten zitting bezig ge
vielen met het afbetalingsrapport. Het
'•'as hei enige agendapunt voor de besloten
■•ergadering.
Het advies van de S.E.R. over het melk-
Prijzenbeleid zou daarna aan de minister
v'an Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening worden verzonden.
Verstandig
Het was verstandig van de regering om
toen de legercrisis uitbrak de hand
over het hart te strijken en althans de
manschappen in Europa een week verlof te
geven. Totnutoe waren zij, die in Groot-
Brit tannië gelegerd warén, 72 uur thuis
geweest en de reservisten uil de garnizoe
nen in Duitsland 48 uur. Labour eiste da'
het verlof voor onbepaalde tijd zou gelden,
aangezien de mannen ingeënt zijn en ge
reed voor actie. Zij kunnen van thuis uit
worden opgeroepen indien werkelijk op
treden noodzakelijk zou zijn.
Maar aangezien de regering onmogelijk
de naar het Middellandse Zeegebied gezon
denen verlof kan geven en zij haar positie
tegenover Nasser niet wil verzwakken,
"oelt zij niets voor een uitzondering voor
de mannen in Groot-Brittannië. Zolang de
geringste dreiging blijft beslaan op een
aanslag op de vrije vaart door het Suez-
kanaal, blijft het in allerli.jl opgebouwde
militaire apparaat intact.
De Suezcrisis heeft duidelijk gemaakt,
dat er aan de Britse legerorganisatie nog
veel ontbreekt. Gebleken is, dat hoewel de
actieve strijdkrachten 360.000 man bedra
gen. zelfs een beperkte actie in het gebied
van de Middellandse Zee onmogelijk was
zonder de inschakeling van reservisten,
hetgeen dit jaar een bedrag van bijna een
half miljard pond sterling kost. Het was
niet mogelijk een grotere gevechtsklare
macht bijeen te brengen en dat nog met
hulp van de reserves dan drie divisies.
Ondoelmatigheid en verspilling hebben gro
te afmetingen aangenomen. Parachute
afdelingen. die op Cyprus waren geplaatst
om in te grijpen ingeval van een noodtoe
stand in het Midden Oosten, waren zo on
voldoende geoefend, dat zij niet gereed wa
ren voor actie. Onbegrijpelijk is het ook
waarom zoveel administratieve posten door
reserves zijn bezet. De Britse regering
heeft de laatste jaren de nadruk gelegd op
de vorming van mobiele reserves, die als
een soort brandweerkorps onmiddellijk
voor uitrukken gereed moesten zijn. Er wa
ren echter onvoldoende vliegtuigen om hen
te vervoeren.
De moeilijkheid is, dat Groot-Brittannië
zich in een overgangsperiode bevindt tus
sen een te groot leger en de kleine snel
beweeglijke troepen, die de nieuwe strate
gische en politieke situatie vereist. Men
hoopt dat de Suezcrisis er toe zal leiden
dat de dringend noodzakelijke militaire re
organisatie snel tot stand zal komen.
Het is eigenlijk hoogst merkwaardig, dat de Egyptische regering
haar toestemming heeft verleend tot onze samenkomst en dat deze
plaats vindt. Want hier is, in klein bestek, de formule gevonden,
waarnaar men in het groot nog zoekt: internationale samenwerking
op grond van erkenning van het eigendomsrecht van Egypte. Over
internationaal toezicht moet men niet spreken, want dat is zo'n
lelijk woord. Maar laat ik u eens beschrijven, waar en hoe zij
werken, dan kunt u zelf uw gedachten opmaken.
Het Koptisch Muséum ligt sprookjesachtig tussen de palmen in
het oudste kwartier van deze stad, Oud Caïro geheten. Vlakbij
ligt een oeroude Synagoge, Ben Ezra. Meer dan 60 jaar geleden
kwam daar de geleerde Salomon Schechter op bezoek. Hij had
een aanbeveling bij zich van Lord Cromer, de Engelse Hoge
Commissaris, en nam alle handschriften mee, welke in de rommel
kamer, de Genizah, lagen. Hij betaalde er niets voor. Een van die
handschriften bevatte het zogenaamde Damascus-
geschrift, dat, zoals kort geleden bleek, toebehoorde
aan de voorchristelijke Joodse secte, wier handschrif
ten aan de Dode Zee gevonden zijn. Merkwaardige
paradox: een van de handschriften van de Dode Zee
was reeds lang geleden in Oud Caïro gevonden. Maar
u begrijpt nu wellicht, waarom men in deze buurt
wantrouwig is, wanneer buitenlanders op handschrift
afkomen. Dit wantrouwen veranderde in obstructie,
toen een jonge Fransman in 1947-'48 zich min of meer
wederrechtelijk foto's van de nieuwgevonden documen
ten toeëigende en deed alsof hij over de manuscripten
kon beschikken.
Hiernaast is de Zwevende Kerk, El Mo'allaga, die er
al stond in de IVe eeuw. Daar gaan de Egyptische
Christenen, die men Kopten Egyptenaren) noemt,
graag naar de kerk. Ze horen er de nasale mpziek
van hun blinde zangers, begeleid door triangels en
tamboerijnen, en bidden met de ogen om
hooggeslagen en de handen omhoog. Bé
Kopten, die inderdaad de regelrechte af
stammelingen van de oude Egyptenaren
zijn, zijn in zekere zin nog nationalistischer
dan hun Islamitische landgenoten en ver
tellen u graag, dat hun (christelijke) ere
dienst veel oud-egyptische elementen be
vat. Maar hoezeer ook overtuigd van eigen
waarde, de Koptische autoriteiten hebben
ingezien, dat ze voor de uitgave van de
gnostische geschriften van Nag Hamadi de
hulp van buitenlandse geleerden nodig
hadden. Zo hebben zij de minister van
Onderwijs, die tevens hoofd is van het
pasgevormde burgerleger, weten te be
wegen, zijn goedkeuring te hechten aan de
oprichting van een internationaal comité.
En dan nog iets over de omgeving. Het
Koptisch Museum is gebouwd op de fun
damenten van een oud Romeins fort, Ba-
bylonië geheten. Men zegt, dat Petrus van
daar zijn eerste brief heeft geschreven,
maar dat klinkt ongelooflijk. Egypte, dat
een christelijk land was, kwam onder de
heerschappij van de Mohammedanen, toen
Amr zich na 14 maanden beleg op 22 de
cember 640 van dit fort Babylonië meester
maakte. Men zegt, dat dit mogelijk werd
door verraad van de Koptische Patriarch.
Want de Kopten leefden liever onder de
heerschappij van de vijand uit het Oosten
dan dat zij beheerst werden door de By
zantijnse Grieken, die hun geloofsgenoten
waren.
Het lijkt, alsof wij met deze beschou
wingen ver in het verleden zijn verzeild.
Maar pas op, de plaats waar wij zijn is
geladen met een diepe symboliek, die wijst
op gevaren, maar ook op de mogelijkheid
van een vreedzame oplossing.
De eerste bijeenkomst heeft al tot resul
taten geleid. De directie van het Koptische
Museum gaf ons afdrukken van fotogra
fieën der voornaamste handschriften. Het
is niet waarschijnlijk, dat andere onderzoe
kers daar hun weg in kunnen vinden, want
de bladzijden liggen door elkaar en de
foto's zijn niet zeer duidelijk. Maar wij
kunnen thans aan de slag en constateren:
1. Alle ontbrekende bladzijden van de
Codex Jung staan thans tot onze beschik
king. In het bijzonder moet vermeld wor
den, dat de vier vermiste bladzijden van
het Evangelie der Waarheid thans terecht
zijn. Dit geschrift is nu volledig. Onze
landgenoot Van Unnik zal zich wel opge
lucht voelen, want hij heeft met grote
stelligheid zijn opinie verdedigd, dat het
Evangelie der Waarheid omstreeks 140 ge
schreven is door de grote ketter Valentinus.
Er is, voor zover wij hebben kunnen vast
stellen, niets in de nieuwe vier bladzijden,
dat zijn opvattingen weerspreekt en veel,
dat daarmede in overeenstemming is. Mis
schien zal het nodig zijn, dat wij onze voor
zichtige terughoudendheid laten varen en
Van Unnik gelijk geven. Ook deze bladzij
den wemelen weer van toespelingen op de
g schriften van het Nieuwe Testament; in
het bijzonder de eerste brief aan Johannes
heeft grote invloed gehad. Dat bewijst, dat
het Nieuwe Testament al vóór 140 een ge
zaghebbende verzameling was.
2. Wellicht van meer belang is, dat
thans de volledige tekst van de Woorden
van Jezus ons ter beschikking staat. Men
weet wellicht, dat dit geschrift, omstreeks
130 na Christus in Syrië geschreven, een
verzameling is van woorden, welke Jezus
gesproken zou hebben. Prof. Puech meent,
dat er daaronder zijn, welke uit het Ara
mees zijn vertaald en authentiek zouden
kunnen zijn. Hoe het ook zij, er staan in
deze verzameling spreuken zulke prachtige
en diepzinnig woorden, dat men werkelijk
kan zeggen, dat de mensheid door deze
vondst is verrijkt. Voordat Prof. Puech uit
Parijs zijn opzienbarende onthullingen
deed, in Utrecht in dit voorjaar, was dit
hele geschrift vrijwel geheel onbekend.
Prof. Puech beschikte slechts over fotogra
fieën van een deel der pagina's en mocht
hierover niets publiceren. Thans zijn ons
alle twintig bladzijden toevertrouwd en wij
hebben een deel van de nacht doorgebracht
met de bestudering van deze opwindende
en waarlijk hartverheffende lectuur.
Voor wat hoort wat. Wij hebben op de
eerste bijeenkomst de Kopten plechtig be
loofd, dat wij de Codex Jung zouden
schenken aan de Egyptische regering. De
heren konden hun oren niet geloven, toen
wij vertelden, dat deze Codex 35.000.
had gekost, want zelf betaalden ze voor
een der codices van Nag Hamadi niet meer
dan 2500.en volgens geruchten heeft
de Cyprische antiquair Tano voor de
elf ndere slechts 600.betaald. Het
is een sneeuwbal: de boeren, die ze op het
kerkhof van Nag Hamadi hadden gevon
den, hebben er slechts 3 Egyptische Pon
den 30.voor gekregen.
De mensen vragen ons altijd weer, of
deze ontdekkingen de Bijbel bevestigen.
Dat is een moeilijke vraag. Want voor een
gelovige heeft de Bijbel op zijn wijze in
elk geval gelijk, terwijl een ongelovige dat
onmogelijk zeggen kan. Bavendien, Chris
tendom is de verhouding van verzoening
SYNAGOGE BEN EZRAH IN OUD
CA'IRO. Hier vond Salomon Schechter
het Hebreeuwse Damascusgeschrift,
dat, zoals nu blijkt, afkomstig is van
de voorchristelijke secte der Essenen
aan de Dode Zee.
en opstanding op grond van het werk van
een Persoon. Laat zich dat met vondstjes
van geschriftjes bewijzen?
Het verheugt me, dat Prof. Beek zo fel
ten strijde trekt tegen het boek van Keiler
dat bewijzen wil, hoe zeer de Bijbel wel
gelijk heeft. Ik hoop alleen, dat hij even
meedogenloos zal oordelen over het goed
geschreven prul: „De Handschriften van
de Dode Zee", dat op uiterst aanvechtbare
gronden het tegenovergestelde wil bewij
zen. Want, ziet u, de nieuwe ontdekkingen
bewijzen niet, dat de Bijbel gelijk heeft,
maar ze tonen wel. dat sommige bestrijders
van het Christendom zo fantastisch onge
lijk hadden.
Maar dat is alles van later zorg. Voor
het ogenblik moeten wij er naar streven,
dat deze handschriften, welke te lang in
de koffer van Tano zijn gebleven, ter be
schikking worden gesteld van de weten
schap.
Verder willen wij proberen, dat enige
van deze codices aan Utrechtse en Leidse
onderzoekers worden toevertrouwd, opdat
deze ze uitgeven met vertaling en toelich
ting (daarzonder is een uitgave onbruik
baar en onbegrijpelijk). Misschien, maar
dat is zeer onzeker, zal de gehele vondst
van alle 48 geschriften d )or een Neder
landse firma worden uitgegeven. En ten
slotte moet getracht worden,
ook de belangen van onze
Deense vrienden te behartigen:
deze zijn dierbaar aan ons
hart, want ze sturen studenten
naar Utrecht en willen graag
de onderneming steunen uit
het Rask Oestedtfonds en de
opbrengsten van de Carlsberg-
brouwerij, die de cultuur al zo
bevorderd hebben.
U ziet, het is een heel pro-
T'-am. Wij zijn er nog lang niet.
G. Quispel
Deze foto geeft een blik in
de „Zwevende Kerk" in Oud-
Caïro,die elfhonderd jaar oud
is. Men ziet op de foto de
preekstoel, een fraai werk
stuk van oeroude Oosterse
ambachtskunst.
Brocureur-generaal protesteert
BRAUNSCHWEIG (United Press). - De
procureur-generaal van Neder-Saksen
heeft bij het hoog gerechtshof van Celle
een formeel protest ingediend tegen de
vrijlating van de voormalige nazi-presi
dent van Neder-Saksen, de 66-jarige Die
trich Klagges, die van de vijftien jaar
waartoe hij was veroordeeld er maar vier
heeft uitgezeten. „Er is geen enkele moge
lijkheid deze man te verbeteren of herop
voeding te geven", aldus de procureur-
generaal.
Klagges werd in 1952 door een West-
duitse rechtbank veroordeeld tot 54 jaar
gevangenisstraf wegens het op velerlei
manieren onderdrukken van de vrijheid
tijdens het nazi-bewind. Hij zat al zijn
straffen tegelijk uit en zou zo tot vijftien
jaar gekomen zijn. Klagges werd op ere
woord vrijgelaten wegens goed gedrag toen
hij een derde van zijn straf had uitgezeten.
PARIJS en ALGIERS (United Press en
AFP) Robert Lacoste. de Franse minis
ter-resident in Algerije heeft voor het uit
voerend comité van de Franse socialistische
partij zijn standpunt verdedigd, dat een
nieuwe status voor Algerije op het ogen
blik slechts een toegeven aan de rebellen
zou zijn.
Premier Mollet heeft de gewoonte, eerst
met het uitvoerend comité van de partij
in overleg te treden, voor hij een belang
rijke beslissing neemt. De kwestie was nu,
of er thans een nieuw statuut voor Alge
rije moet komen of later. Verschillende le
den van het comité drongen erop aan, thans
reeds dat statuut aan te bieden, in verband
met de aanstaande vergadering van de
UNO-assemblee. Volgens deze socialisten
moet er öf een statuut komen of Frankrijk
moet zich voorbereiden op een nieuwe
aanval in de UNO-vergadering.
Llandudno (Reuter) Bij de opening
van het jaarlijkse congres van de Britse
conservatieve partij dat te Llandudno in
Noord-Wales wordt gehouden, hebben de
vierduizend afgevaardigden zich eensge
zind geschaard achter de leden van het
Britse parlement bekend als de zoge
naamde Suez-groep die een krachtig be
leid in het Suezgeschil voorstaan. Zij gaven
met applaus blijk van hun instemming met
sprekers die de Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken, Dulles, aanvielen. Een
leider van de „Suez-groep" sprak over „de
rock-en-roll-techniek van Dulles". Hij zei:
„Als ons beroep op de Veiligheidsraad geen
succes heeft, zijn onze handen vrij om elke
maatregel toe te passen die noodzakelijk
is om onze doeleinden te verwezenlijken.
Wij zullen dan, indien nodig, onze toe
vlucht tot geweld kunnen nemen". De mi
nister van Staat voor Buitenlandse Zaken,
Anthony Nutting, zei, dat Groot-Brittannië,
als het werkelijk op de proef gesteld wordt,
evenmin zal terugdeinzen als in het ver
leden.
Met overweldigende meerderheid werd
daarna een resolutie verworpen, waarin
critiek werd uitgeoefend op de binnen
landse politiek van de regering. In een
andere resolutie prees de conferentie de
„belangrijke vooruitgang", die gemaakt is
bij het verlenen van nieuwe grondwetten
aan de koloniale gebieden.
LONDEN, (U.P.) Tijdens een besloten
voorstelling in het „Comedy Theater" in
Londen, waar het stuk „View from the
bridge" (Van de brug of gezien) van Ar
thur Miller vertoond werd, is het Londen-
se publiek donderdagavond zeer enthousi
ast geweest. Ook de recensies over het stuk
zijn vol lof. Miller en zijn echtgenote Mary-
linn Monroe moesten zich voor de voor
stelling ellebogend en duwend een weg
banen door een dichte massa bewonderaars,
die de ingang van het theater versperde.
Ook Sir Lawrence Olivier en zijn echtge
note Vivien Leigh waren bij de voorstel
ling aanwezig. Zij en vele andere beroemd
heden van toneel en film werden opzij ge
duwd door de woelige schare die Marylinn
Monroe kwam bewonderen. Het stuk van
Miller is verboden voor openbare uitvoe
ringen, de opvoering van gisteravond was
„alleen voor leden" toegankelijk. In de
laatste weken zijn twaalfduizend mensen
lid geworden van het „Comedy Theater"
Tijdens de opvoering riep men verschei
dene keren om Miller, maar deze bleef in
zijn loge zitten en reageerde niet op de
acclamaties. Van het stuk zelf zei hij: „Per
slot van rekening vindt men incest, homo
seksualiteit en waarschijnlijk nog een stuk
of elf andere afwijkingen in mijn stuk",
daarmee de redenen aangevend waarom het
spel in Engeland niet in het openbaar mag
worden opgevoerd.
Er staan in de achterafhoekjes van som
mige bladen vaak kleine mededelingen wier
glans, gloed en glorie verbleken bij het da
verende wereldnieuws, maar die toch wel
de moeite van de kennisneming waard zijn.
Het komt zelfs dikwijls voor dat juist deze
berichtjes tot dieper nadenken over wijder
terrein strekken dan het grote, actuele
nieuws.
Zo las ik enkele dagen geleden iets dat
een merkwaardig licht werpt van mijn
standpunt gezien: een warme gloed over het
verschijnsel Man. Want volgens een statis
tische berekening is men tot de conclusie
gekomen dat mannen méér geparfumeerde
cosmetica gebruiken dan vrouwen. Hadt u
niet gedacht, hè?
Ik ook niet.
Althans niet in eerste instantie.
Maar toen ik op dit zachtgeurende feit
door dit berichtje eenmaal opmei-kzaam
was gemaakt, ging ik er eens over naden
ken, ging ik het aan mij zelf toetsen en
toen leek het mij ineens zo onwaarschijn
lijk niet meer, want ik zelf een manne
lijke man toch immers, een oerwoudloper,
een jungle jockey, een stierenbedwinger
want ik zelf immers houdt van zachtgeu
rende zepen, welriekende haarwateren met
zo nu en dan een scheutje dennennaalden
aroom in het bad, een naar-de-herfst-rie-
kend na-het-scherenwatertje en soms enige
bescheiden druppelen van dit of dat wa
tertje ter verfrissing van de torso. Ik
ben mij daarvan zelf nooit bewust geweest
en wanneer dat korte berichtje mij niet tot
nadenken en eerlijk zelf-onderzoek hadde
gebracht, nimmer zou ik hebben geloofd
dat het waarheid bevat.
Inderdaad: zonder ook maar iets van de
oermannelijke status prijs te geven houden
de meeste mannen van een ijl geurtje.
Maar de hachelijkheid dezer statitisch
vastgelegde en onwederspreekbare zeker
heid zit 'm in de vraag: waaróm is dit zo.
Waarom heb ik een voorkeur voor bepaal
de merken zeep-, haar- en wangetjes-fris
water; waarom deins ik van de ene geur
terug en waarom houd ik van de andere?
Waarom gebruik ik deze cosmetica?
Bij de vrouw is deze vraag gemakkelijk
te beantwoorden: zij tooit zich, ook wat
geur betreft, op zo lieftallig mogelijke wijze
alleen en uitsluitend om het mannetje te
bekoren. Als er geen mannen waren van
Meester Kortenhorst tot Maurice Chevalier
en van Frankie Sinatra tot Pieter Sjoerd
Gerbrandy dan zou geen enkele dame
zich mooi maken of lieflijk geuren; dat is
eenvoudig genoeg.
Maar de mannen? Zij geloven geen ogen
blik dat een vrouw hen in de armen sluit
om de geur van dennennaalden, konings
varens of een bries-van-de-zee. Da's onzin.
Daarvoor doen zij het niet.
Als ik het juist zie geuren wij mannen
alleen en uitsluitend voor ons zelf. Arme
egocentricus, povere narcissus, dat ge uw
minderwaardigheidsgevoel tracht weg te
geuren door een paar druppels odeklonje.
Armzalige dwazen die wij zijn!
Elias
ADVERTENTIE
diverse kleuren
1001 mogelijkheden