Centrale Werkplaatsen worden geleidelijk gemoderniseerd Luchtvaartartsen uit vier werelddelen bijeen Produktie wordt opgevoerd Nieuw ballet van Sonia Gaskell BALENCIAGA ECHTE WALES ANTRACIET „De Spaarnestad" 1 X 1 18000 Op muziek van Henk Badings Begrafenis G. A. Bisschop Burgerlijke Stand van Haarlem A. v. d. Veldt verrichtte officiële opening Aero-medisch congres in Scheveningen Nauwere Europese samenwerking in luchtvaartgeneeskunde gewenst Prof. mr. M. A. Donner sprak over „Brede Basis" De vogeltrek Helder weer en oostenwind maakt sterke trek ZATERDAG 2 7 OKTOBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 1± Twee foto's illustreren duidelijk de verbeteringen, die in de Centrale Werkplaatsen zijn aangebracht. De ene foto geeft een beeld van de oude, wat rommelige ververij en de andere toont de nieuwe, praktisch ingedeelde lak- inrichting, waar twee arbeiders bezig zijn aan het verf„bad". ADVERTENTIE In 1839 kwam aan de toen nog primitieve spoorbaan Amsterdam-Haarlem een gebouwtje gereed, dat niet alleen als „station" dienst deed, maar waarin ook een wagenmakerij en smederij werden ondergebracht. Het grootste gedeelte van het gebouwtje was van hout opgetrokken en de smidsehamer klonk er lustig in de onmiddellijke nabijheid van een eenvoudige plaatskaartenloods. Dit gebouwtje, dat dicht bij de Amsterdamse Poort te Haarlem was neergezet, wordt beschouwd als het eerste begin van de Centrale Werkplaatsen van de Nederlandse Spoor wegen. In de bijna honderdtwintig jaren, die na de eerste bouw zijn gevolgd, is er eigenlijk onafgebroken gebouwd en gesloopt op het terrein van de Centrale Werkplaats. Een keten van aanbouw en afbraak slingert zich door de jaren heen. En nog is er geen einde gekomen aan de bouw„woede" bij de werkplaats. Wie langs de Amsterdamsevaart rijdt, kan dit zelf bemerken, want er wordt momen teel gewerkt aan een ingrijpende verbouwing, waarmee weer een stuk moderni sering in de werkplaatsen wordt doorgevoerd. Dat oude stationnetje uit 1839 is onge veer honderd jaar geleden gesloopt. De spoorwegen waartegen eens de boeren protesteerden omdat zij bang waren dat de koeien schrik zou worden aangejaagd door die gillende en bulderende locomotieven- monsters, hebben zich geleidelijk uitge breid en daarmee gepaard ging een uit breiding van de werkplaatsen. Het ene jaar werd in de ene hoek van het bedrijfs terrein een gebouw opgetrokken, enkele jaren later kwam in een andere hoek nieuwbouw tot stand. Dan weer werd hier gesloopt of daar een stuk aangebouwd. Het gevolg was, dat een samenklontering van gebouwen en gebouwtjes ontstond voor een groot gedeelte in een tijd, die niet uitblonk door een fraaie architectonische vormgeving. De moderne architect vol ideeën over een rationele bouwtechniek kan slechts meesmuilend glimlachen over de dikwijls onpraktische bouwstijl van het fin-de-siècle, waarin termen als „ratio nele werkwijze" en „efficiency" nog on bekend waren. Die termen staan thans echter wel in het zakboekje van zakenlieden en bedrijfs- ingenieurs en zeker in dat van de be- drijfsingenieurs, die aan de Centrale Werk plaatsen leiding geven. Er wordt tenminste een rationalisatie-politiek gevoerd, met als gevolg, dat meer werk wordt verzet met in verhouding minder mensen. De diverse bedrijfsruimten ondergaan een herindeling, zodat verschillende afdelingen verhuizen van de ene naar de andere loods. De ratio nalisering van de arbeidsmethoden brengt met zich mee een verbetering van de om standigheden, waaronder de arbeiders moe ten werken. Door het aanbrengen van al lerlei ingrijpende, maar ook minder-opval- lende voorzieningen wordt een prettiger werkmilieu geschapen, waarin de produk tie kan worden opgevoerd. Het aantal im- produktieve arbeiders kan worden ver minderd en deze mensen kunnen in een ander onderdeel van het bedrijf worden ingezet. Hoewel nu reeds kan worden geconsta teerd, dat als resultaat van de rationali sering meer werk met minder arbeiders kan worden verzet, wil dit zeker niet zeg gen, dat het aantal arbeiders dan ook zou kunnen worden ingekrompen. Verre van dat. De bezetting van 1185 arbeiders zou zelfs aanmerkelijk kunnen worden .uitge breid, als er voldoende aanbod op de ar beidsmarkt was. De werkplaatsen onder vinden hinder van de arbeidersschaarste en de leiding moet daarom van elders dan uit Haarlem en omgeving de arbeiders aantrekken. Zelfs werken er mensen uit het noorden en oosten van ons land, bij voorbeeld uit Groningen. Prettig werkmilieu „De maatregelen, die geleidelijk worden doorgevoerd, maken van de bedrijfsruimte niet alleen een „werk"-, maar ook een „leef milieu", zoals ir. J. Roozenschoon, de be- drijfsingenieur, het uitdrukte. Langzamer, hand verdwijnt de „ouderwetse mist", die in en rond de gebouwen hing. En al kan men een minder fraaie bouwstijl niefi geheel ver doezelen, er worden verscheidene pogingen aangewend, er een prettiger tintje aan te geven. Een opmerkelijke verbetering is bijvoor beeld, dat de gebouwen in frisse, functio- drong, kan men het nu stellen met het daglicht. De arbeiders laten zich over deze verbetering niet spoedig uit, maar veel zeggend was toch het commentaar van één van hen: „Het scheelt als de dag en de nacht". Vroeger waren de wc's in gebouwtjes naast de werkplaatsen ondergebracht. De ADVERTENTIE 1 V' W V."- i X> - PARFUMS - PARIS H i -■ Le Dix - Quadrille Depositaire officiel pour Haarlem De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van de heer C. A. Bisschop, in leven leraar aan het Triniteitslyceum te Haarlem, die donderdag onverwacht is over leden, is bepaald op maandag op het Adel- bertuskerkhof te Bloemendaal. Om tien uur zal in de parochiekerk Aerdenhout-Bent- veld een mis van requiem worden opge dragen. HAARLEM, 26 oktober 1956. GEHUWD: 26 okt.: J. Lolkema en W. J. List; J. Kool en M. J. B. Stoelman. BEVALLEN van een zoon: 25 okt.: A. G. Streefkerk-Esmeijer; 26 okt.: 1. Maurits- Henniges; E. Rogaar-Bust. BEVALLEN van een dochter: 24 okt.: J. J. A. van der Veldt-Van den Berg; 26 okt.: P. J. Aarts Vink. OVERLEDEN: 24 okt.: S. P. Prins, 66 j., Roerdompplein; M. B. Koeken-Balvers, 56 j„ Kamperlaan; W. J. Koper-Van den Bos, 76 j„ Kamperlaan; 25 okt.: C. Burger, 60 j., Hasselaersplein; J. C. J. van Schendel, 63 j., Parklaan: M. E. C. M. M. van de Wall Perné- De Beer, 72 j„ Kamperlaan; H. M. van Val- deren, 78 j., Spaarne. nele kleuren zijn geverfd, waardoor zij een veel luchtiger indruk maken dan vroeger, toen de wanden gestoken waren in zwaar moedige, donkere kleuren. Met als ver rassend resultaat: waar de arbeiders voor heen dikwijls een looplamp moesten ge bruiken omdat er te weinig licht door- toiletten zijn thans in de werkplaatsen ge bouwd. De wasgelegenheden ondergingen eveneens een modernisering: nu treft men in bijna alle gebouwen frisse waslokalen aan met lavets en enige douches. Een enkel waslokaal in oude stijl zal spoedig ver dwijnen. Omdat sinds kort stoom van de gemeente Haarlem wordt betrokken, wor den de grote ketels gesloopt, omdat deze installaties overbodig zijn geworden. Enige schoorstenen zijn reeds tegen de grond gegaan. Spoedig zal ook een houten loods worden afgebroken en in de plaats daar van verrijst een nieuw gebouwtje, waar de medische dienst zal worden ondergebracht. Doordat enige jaren geleden de diesel- elektrische afdeling naar Tilburg werd overgeplaatst, kwam bedrijfsruimte vrij, die thans in het kader van de rationali sering efficiënt wordt benut. De maga zijnen zijn nuttiger ingedeeld en van „wan orde" en „rommel" is thans in onderdelen als de ververij en zadelmakerij geen sprake meer. In de werkplaats, waar grote her stellingen worden uitgevoerd, wordt ge werkt met vele rijdende stellingen. Hier krijgen de wagons ongeveer om de zes jaar een grote „schoonmaak": zij worden volledig gedemonteerd en de onderdelen belanden door middel van de rijdende stellingen in de herstelplaatsen, die zij weer als nieuw verlaten. Per jaar onder gaan gemiddeld driehonderd wagons een dergelijke grote revisie. Voorts wordt in de Centrale Werkplaatsen die zijn afge stemd op het materieel voor reizigersver- voer aan gemiddeld negenhonderd wa gons per jaar een kleine revisie gegeven: de zogenaamde „vierdaagse" voor wagons, die een jaar in gebruik zijn. Ook het machinepark wordt geleidelijk gemoderniseerd. In de loods, waarin het materieel beproefd wordt, staan twee in stallaties opgesteld, waarmee de treinstel len in hun geheel worden getest. De treinen komen in de loods boven een werkput te staan. In de werkput zijn een aantal ronde schijven gemonteerd, die bij het testen van de treinen tegen de wielstellen worden geplaatst. De schijven worden door mid del van een motor aangedreven. Men kan nu controle uitoefenen op het bewegende mechanisme zonder dat de trein zich ver plaatst. In de draaierij staat een moderne draaibank voor het op profiel brengen van wielen, die tweemaal zo snel werkt als de andere draaibanken. Kantine in aanbouw De verbouwing, die thans onder handen is, behelst de vervanging van een oude loods. Reeds staat het stalen geraamte voor een zeventig meter lange hall waarin de wiel- draaierij zal worden ondergebracht en die naar verwachting in maart gereed zal zijn. Met het klaarkomen hiervan zullen de Cen trale Werkplaatsen ook beschikken over een kantine, die op de eerste verdieping wordt ingericht. Deze biedt plaats aan tweehonderd personeelsleden. Het is uiteraard onmogelijk een kantine ADVERTENTIE Gruis- en steenvrij. Weinig as. - Veel warmte. Voor „VICTORIOUS" en „SEVEN SISTERS" WALES hebben wij reeds 25 jaren de alleen verkoop. Levering uit voorraad. Brandstoffenhandel Friese Varkenmarkt 6-10 (Spaarne bjj viaduct) Tel. 14164 en 13904 te bouwen, waarin de totale personeels bezetting op de schafttijd kan worden ondergebracht; daarom wordt getracht op enkele plaatsen schaftlokalen in te richten, zodat men eigenlijk van een gedecentrali seerde kantine kan spreken. Bij zomers weer is het trouwens geen probleem, waar de arbeiders in de schaftpauze hun brood zullen nuttigen, want bij de gebouwen zijn grasveldjes aangelegd en banken geplaatst, waarop het personeel van het helaas schaarse zonnetje kan genieten. ADVERTENTIE Tentoonstelling door bejaarden Vrijdag om 4 uur heeft het raadslid A. van der Veldt in het Stoofke aan de Stoof steeg te Haarlem een tentoonstelling en een fancy-fair ten bate van de katholieke Bond van bejaarden en gepensioneerden officieel geopend. In enige kernachtige bewoordin gen bracht de heer Van der Veldt het be lang van het werk voor de bejaarden tot uiting. De bejaarden moeten op hun oude dag nog zo onafhankelijk mogelijk zijn. Een nuttige en tevens aangename vrijtijdsbe steding kan hiertoe in grote mate bij dragen. De familieverhoudingen zijn in de laatste jaren veranderd. Er bestaat niet meer zo'n hechte band tussen de bejaarden en hun familieleden als in vroeger tijden. „Opa en oma" worden tegenwoordig veel aan hun lot overgelaten en voelen zich dikwijls erg eenzaam. Immers: „de instanties zorgen wel voor hen". De jeugd vergeet echter, dat ouderdomsvoorzieningen en de betere sociale toestanden een gevolg zijn van de strijd, die de bejaarden in hun jonge jaren hebben moeten voeren. De jeugd vergeet soms, dat zij later ook eens oud zal worden en dan de vruchten van deze strijd zal plukken. De heer C. J. Selhorst, voorzitter van de Katholieke bond van bejaarden, afdeling Haarlem, was het volkomen met de spre ker eens en wees er op, dat men voort durend moet trachten de ouderdomsvoor zieningen te verbeteren. Tienjarige Haarlemse pianiste voor televisie De tienjarige Haarlemse pianiste Shyrley Zwerus zal vanavond haar debuut voor de televisie maken. Zij zal optreden in de weekend-show van de AVRO, welk pro gramma om tien voor negen aanvangt. Ingeleid door wethouder J. van Zwijn- dregt, heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, vrijdagavond in de Koninklijke Schouwburg de negende Haagse Kunst- maand geopend, die ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Belgisch- Nederlands Cultureel Akkoord een bijzon der karakter draagt. Na een tweetalig wel komstwoord citeerde spreker, dr. G. van der Leeuw, zijn eerste naoorlogse ambts voorganger. ter verklaring van het feit. dat men ter opluistering van deze plechtige samenkomst het Nederlands Ballet had uitgenodigd een speciale voorstelling te ge ven: „De dans is de oudste en wezenlijkste uiting van de mens". En met een knipoog naar de vele in de zaal aanwezige deelne mers aan de vermeden Conferentie der Nederlandse Letteren haalde Zijne Excel lentie nog een passage van zijn voorgan ger aan: „Lang voor de mens dichtte, dan ste hij". Minister Cals zeide verheugd te zijn, dat deze inleiding tot een reeks artis tieke manifestaties een lichtvoetig karak ter zou dragen, al ware het slechts ter ontzenuwing van de zo vaak geuite be schuldiging, dat in Nederland cultuur altijd samengaat met zwaarwichtigheid en dode lijke ernst. Voorts noemde hij de keuze een gelukkige, omdat de dynamiek en de harmonie van de dans symbolisch zijn voor de samenwerking tussen de beide landen van het verdrag. Na „Les Sylphides" volgde direct de première van het door ir Henk Badings in opdracht van de Johan Wagenaarstich- ting voor deze gelegenheid gecomponeerde ballet van ruim twintig minuten, dat de titel „Sphère" kreeg. Over de onder leiding van Maurits van den Berg door het Radio Philharmonisch Orkest vertolkte partituur mag ik mij geen oordeel aanmatigen. Dui delijk werd in ieder geval zichtbaar, hoe zeer Sonia Gaskell. die de choreografie maakte, deze on zich heeft laten inwerken. Als er nu en dan een zekere disci-epantie optrad, dan kwam dit stellig mede door de soms opdringerig en pathetisch een realisti sche stemming schilderende muziek. Niet temin werd nog eens bevestigd, dat deze componist de ontwikkeling van een eigen balletkunst goede diensten kan bewijzen. In de gelukkigste momenten van het resul taat der samenwerking werd men een suggestieve uiting gewaar van „moderne" angst en gedeelde eenzaamheid. „Sphère" is wat men noemt een abstract ballet, er is geen verhalende inhoud. Men kan er bij denken wat men wil. Tot. mijn verbeelding heeft het sterkst gesproken de fantasierijk van aspect wisselende con structie. Voortdurend werden er als het ware nieuwe inhouden van het ruimtelijk bewustzijn in kaart gebracht. Door de daarbij betreffende objectiviteit met emo tionele omspelingen in dè melodische pas sages werd men wel eens aan „Concerto Barocco" van Balanchine op het Dubbel concert van Bach herinnerd. Sterker trof soms een gelijkenis met „Spheres de Bal let" van John Taras op muziek van Stra- winsky, van wie vooral in de wisselwer king van groep en solisten motieven zijn overgenomen, maar dan sterk verbeterd en met meer overtuiging toegepast. Dit alles wil slechts een zeer voorlopig oordeel zijn over een ballet, dat nog exac ter moet worden ingestudeerd, doch waar mee een werkelijk hoogtepunt in de Ne derlandse choreografie blijkt te zijn be reikt, al mogen er passages in voorkomen, die niet meer (en dat is al heel wat!) dan droog, schools vakwerk zijn. Ik maak zo veel voorbehoud, omdat ik voornamelijk oog heb gehad voor de patronen, die aan „Sphère" ten grondslag liggen. Men had voor deze gelegenheid namelijk gemeend de danscritici helemaal naar boven op de galerij te moeten verwijzen. Nu gun ik alle hoogwaardigheidsbekleders hun plaatsen op de eerste rang, maar het werd op deze manier wel heel moeilijk, om niet te zeg gen onmogelijk, de zuivere waarnemingen te doen, die voor een waardering van alle samenstellende factoren van het ballet nodig zijn. Intussen ben ik toch dankbaar voor de opgedane ervaring en was het wel eens goed te bedenken, dat in ouderwetse, ondemocratische theaters bijna de helft van het publiek met alle zich voordoende vertekeningen genoegen moet nemen. Daarom zal ik pas na hernieuwde kennis making ingaan op het aandeel van Willy de la Bye, Jaap Flier en de verdere solisten, die met grote inspanning van krachten dit technisch veeleisende werk hebben verde digd. Vooral voor de danseressen maakte Ger Frenzen fraaie kostuums. Dat er ook op het gebied van de dans Belgisch-Neder landse samenwerking bestaat, werd bewe zen door het optreden van Dolorès Laga en André Leclair van de Muntschouwburg te Brussel, een tegenbezoek eigenlijk, want kort geleden hebben „onze" Linda Manez en Jaap Flier daar de hoofdrollen in de tweede akte van „Het Zwanenmeer" ver tolkt. Zij oogsten veel succes met het wel erg op „show" afgestemde duet „La Peri" van .T. J. Etchévery op luidruchtige muziek van Paul Dukas - een veelheid van tech nische stunts in 'n revueachtige stijl. Maar zoals reeds gezegd werd: een zuivere in druk heb ik mij niet kunnen vormen. Daarom geen verder commentaar op deze voorstelling, al mag ik niet achterwege laten te vermelden, dat dank zij de terug keer van Marianna Hilarides het befaamde duet „De blauwe vogel" thans zodanig (met Conrad van de Weetering als waardige en attente partner) werd uitgevoerd, dat men met de opneming in het repertoire van het divertissement uit „De schone slaapster" van Tsjaikofsky/Petipa vrede kan hebben, zolang het publiek om dergelijke spectacu laire sluitstukken blijft vragen. De aanwe zigen vonden elkaar later terug op de receptie, die door het Haags gemeentebe stuur in de Witte Sociëteit werd aange boden. Davicl Koning (Van een redacteur) HONDERDTACHTIG artsen-specialisten en hoogleraren uit vier werelddelen zullen volgende week in het Kurhaus te Scheveningen deelnemen aan het eerste Europese congres voor luchtvaartgeneeskunde: een betrekkelijk nieuwe tak van de medische wetenschap, die zijn beoefenaars nog voor legio raadsels en vraag tekens plaatst. Techniek en praktijk van de luchtvaart zijn de laatste jaren zo snel voortgeschreden, dat het menselijk organisme daarmee ondanks zijn fantastische aanpassingsvermogen daarmee geen gelijke tred heeft kunnen houden: zij is hem over het hoofd gegroeid. In het bijzonder geldt dit voor de moderne militaire luchtvaart, die (bijvoorbeeld bij het vliegen met straaljagers) zoveel ongekende eisen aan lichaam en geest der piloten stelt, dat de conven tionele geneeskunde daarmee eigenlijk geen weg weet. Aan het nieuwe specia lisme, de luchtvaartgeneeskunde, is daarom de taak, die achterstand in te lopen, door voor alle incoirvenienten van de vliegerij een remedie te vinden. DAT DIT geen geringe taak is, ligt voor de hand. De medicus wordt hier namelijk geconfronteerd met een groot aantal sto ringen en ziekteverschijnselen, waarmee hij nog veel te weinig ervaringen heeft en die vaak zo kortstondig zijn, dat er nau welijks gelegenheid is voor een grondige bestudering van hun oorzaken en gevol gen. De gevreesde piloten-„blackout" bij voorbeeld kan. de man aan de stuurknup- pel in een onderdeel van een seconde in capabel maken en slechts weinige vlie gers, aan wie dit overkomt, hebben zoveel geluk dat ze het later „navertellen" kun nen. Dikwijls is de luchtvaartarts in der gelijke gevallen aangewezen op het post mortem-onderzoek der slachtoffers, maar na een val van een paar duizend meter blijkt doorgaans het is droevig maar waar slechts weinig „post mortem" meer over te zijn GEBREK aan ervaring is dan ook de voornaamste hinderpaal waarmee de luchtvaartgeneeskunde tot nog toe te kam pen had; een tekort waarin zij op vele manieren tracht te voorzien. Diverse mili taire en civiele luchtvaartartsen leerden zelf vliegen of maakten ettelijke vluchten onder allerlei omstandigheden mee, tenein de aan den lijve alle ongemakken en „vliegkwalen" te leren kennen. Het klas sieke voorbeeld daarvan is prof. dr. J. Jongbloed, president van het Nationaal Luchtvaartgeneeskundig Centrum (en te vens van het komende congres in Scheve ningen), die op een jarenlange ervaring als vlieger kan terugzien. In de jaren kort na de eerste wereldoorlog'maakte hij on der andere deel uit van het befaamde Ne derlandse stunteskader „De vijf vingers". Anderen, vooral in Amerika, imiteerden op de grond met allerlei ingewikkelde ap paraten en dummies de condities, waar aan de mens is blootgesteld bij het vliegen met supersonische snelheden, het vliegen op grote hoogten en het snelle „zwenken en duiken" in de jachtvliegerij. Uitgebreid vorsingswerk wordt verder verricht in speciale laboratoria, waarvoor dikwijls een geheel nieuwe apparatuur moest worden ontwikkeld. Zo heeft men in diverse landen en universiteitscentra over al ter wereld de luchtvaartgeneeskundige perikelen op zijn eigen wijze aangepakt en onderzocht en daarom is het dubbel noodzakelijk, dat men regelmatig zijn be vindingen vergelijkt en uitwisselt. Nu is er uiteraard internationaal contact tussen de betrokken artsen en onderzoekers, bijvoor beeld door middel van de ICAO (interna tionale burgerluchtvaart-organisatie) de IATA (wereldverbond voor de vrachtvlie gerij) en de AGARD (een speciale afdeling van het NAVO-bevelsapparaat). In Ame rika bestaat er echter al sinds tientallen ja ren een veel nauwere vorm van samen werking tussen alle luchtvaart-medici, de zogenaamde Aero-medical Association, en tot een dergelijke bond wil men thans ook in Europa komen. Het congres in Scheve ningen zal daartoe wellicht de eerste steen kunnen leggen. DE GELEGENHEID daartoe is uitermate gunstig, want aan dit congres wordt deel genomen door specialisten en hoogleraren uit de Verenigde Staten, Canada, Duits land, Frankrijk, G root-Bui ttannië, de Scan dinavische landen, Spanje, Ierland, Joego- De AR-kiesvereniging „Groen van Prin- sterer" hield vrijdagavond in de gerefor meerde kerk te Bennebroek een leden vergadering, waarna professor mr. M. A. Donner over „De brede basis" sprak. In Nederland zijn een groot aantal partijen, terwijl men in vele andere Europese lan den, die achter het IJzeren Gordijn buiten beschouwing latend, twee grote partijen vindt, waarvan één de regering en de ander de oppositie vertegenwoordigt. De partijen in het buitenland berusten meestal niet op levensbeschouwelijke grondslag, zo als dat in Nederland het geval is. Deze levensbeschouwelijke grondslag maakt de samenwerking tussen de partijen niet ge makkelijk, en wie de moeilijkheden bij de kabinetsformatie goed heeft gevolgd, zal dit kunnen onderschrijven. Professor Donner gaf een overzicht van de politieke ontwikkeling van ons volk tot het begin van deze eeuw toen bij ver kiezingen het districtenstelsel gold en het vormen van een kabinet veel eenvoudiger was, mede door de aanwezigheid van een sterke oppositie van de sociaal-democraten. De positie van de beide kamers ten op zichte van de regering is thans sterk ver zwakt, mede als gevolg van het streven naar een zo groot mogelijke samenwerking. De invloed van de anti-revolutionairen met name bij de katholieken is veel groter, dan men wel denkt. Ook in de nieuwe re gering is het gewenst, dat anti-revolutio naire ministers zitting hebben en daar voor moet men het offer brengen van de compromissen, die bij deze brede basis nu eenmaal onvermijdelijk zijn. slavië, Egypte en Indonesië. Vele van deze congressisten zijn de hoogste chefs van de medische afdeling hunner nationale lucht vaartmaatschappijen of luchtmachten, zo dat de coördinatie van hun vorsingswerk niet zal afstuiten op „gebrek aan niveau". De voornaamste problemen die het con gres onder ogen zal zien zijn: het vraag stuk van de vermoeidheid der vliegers en het daarmee samenhangende werk- en rusttijdenprobleem; de kwestie van de keuringseisen en die, op welke leeftijd een vlieger in het algemeen (of na individueel onderzoek) gepensioneerd moet worden. Andere onderwerpen betreffen in het bij zonder de militaire luchtvaart, zoals de zo genaamde explosieve decompressie (het ontploffen van een lekgeschoten drukca- bine en de gevolgen daarvan voor de vlieg tuigbemanning)de storingen in de bloeds omloop en in de functies van zintuigen en vitale organen tengevolge van allerlei „versnellingen", schokken en wendingen tijdens het vliegen met zeer snelle machi nes, de betekenis van de ogen als even wichtsorgaan en dergelijke. De meeste van deze onderwerpen zullen door buiten landse experts worden ingeleid, maar de Nederlandse geleerden zullen stellig ook een flinke dqit in het zakje doen, want ook in ons land is al sinds vele jaren baanbre kend werk gedaan op het gebied van de luchtvaartgeneeskunde. Het vraagstuk van de invloed der „versnellingen" op de bloedcirculatie bijvoorbeeld, is reeds om streeks de dertiger jaren in Nederland onderzocht: lang voordat andere landen hieraan toe waren. Het congres begint maandag en duurt voort tot en met donderdag 1 november. De kwestie van de oprichting van een Europese organisatie zal woensdagmiddag in een besloten zitting aan de orde komen. De overige congresvergaderingen zijn openbaar. Vanmorgen was de wind door het noor den naar het oosten omgelopen. Daardoor was de buiigheid afgenomen. Helder weer met oostenwind geeft een enorme trekac- tiviteit. De vogels vliegen dan vaak op grote hoogte. Op zeer hoge trek is wel ge let, maar deze werd niet geconstateerd. Vandaag varieerde de trekhoogte van der tig meter tot tweehonderd meter. Het kwam voor, dat men troepen spreeuwen tegelijk zag passeren op twee vlieghoogten zonder dat zij zich iets van elkaar aan trokken: een troep op de normale hoogte en een troep er i-echt boven op honderd- vijftig tot tweehonderd meter hoogte. Er was ook een ster ke trek van veld leeuweriken. Een klein gedeelte trok over zee west waarts en enkele kwamen over zee landinwaarts ge vlogen. Ook was er sterke trek van kauwen, die even eens vaak op tweehonderd meter hoogte passeerden. Langs zee was de trek matig, de grote aan tallen passeerden over het middenduin. Na half tien ging de trek nog onverminderd door en verwacht wordt, dat de veldleeu- werikentrek gedurende de hele ochtend doorgaat. Tussen de vinken bevonden zich veel kepen. Dit zal een gedeelte van de vinken zijn, die voor het weekeinde ten noorden van Kiel langsvlogen. Men meldde daar voor het eerst grote aantallen kepen tussen de vinken. De post aan de Zeeweg telde vanmorgen zeshonderd spreeuwen, tweeënzestig vinken met kepen en enkele veldleeuweriken. Deze werden vooral ge hoord en konden niet gezien worden om dat zij te hoog over trokken, evenals de graspiepers. Voorts achtenveertig bonte kraaien. Aan het Kennemerduinmeer no teerde men in dezelfde tijd duizend spreeu wen, zestig vinken en kepen, veel veld leeuweriken, die vaak ook te hoog vlogen om gezien te kunnen worden, enkele gras piepers, drie koperwieken, twee zanglijs ters en acht kramsvogels, twee bonte kraaien, een blauwe reiger en een sperwer. Van acht tot negen uur werden op de post aan de Zeeweg geteld: driehonderdzeventig spreeuwen, twintig vinken, honderdvijftig veldleeuweriken, veertig kauwen, waar tussen enkele bonte kraaien en roeken meevlogen, twaalf kieviten, een witte kwikstaart, zes ringmussen en twee wit- gatjes. In een kwartier, van kwart over negen tot half tien telde men aan het meer tje nog tweehonderd veldleeuweriken en negenhonderddertig kauwtjes, vergezeld door enkele bonte kraaien. Nu allerwege deze vogels naar het zuiden trekken is het interessant te vernemen, dat in Arnhem verscheidene paren kerkuilen zitten te broeden of jongen hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 11