Centrale Werkplaatsen worden
geleidelijk gemoderniseerd
Luchtvaartartsen uit vier
werelddelen bijeen
Produktie wordt opgevoerd
Nieuw ballet van Sonia Gaskell
BALENCIAGA
ECHTE WALES
ANTRACIET
„De Spaarnestad"
1
X
1 18000
Op muziek van Henk Badings
Begrafenis G. A. Bisschop
Burgerlijke Stand
van Haarlem
A. v. d. Veldt verrichtte
officiële opening
Aero-medisch congres in Scheveningen
Nauwere Europese samenwerking in
luchtvaartgeneeskunde gewenst
Prof. mr. M. A. Donner
sprak over „Brede Basis"
De vogeltrek
Helder weer en oostenwind
maakt sterke trek
ZATERDAG 2 7 OKTOBER 1956
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
1±
Twee foto's illustreren duidelijk de
verbeteringen, die in de Centrale
Werkplaatsen zijn aangebracht. De ene
foto geeft een beeld van de oude, wat
rommelige ververij en de andere toont
de nieuwe, praktisch ingedeelde lak-
inrichting, waar twee arbeiders bezig
zijn aan het verf„bad".
ADVERTENTIE
In 1839 kwam aan de toen nog primitieve spoorbaan Amsterdam-Haarlem een
gebouwtje gereed, dat niet alleen als „station" dienst deed, maar waarin ook een
wagenmakerij en smederij werden ondergebracht. Het grootste gedeelte van het
gebouwtje was van hout opgetrokken en de smidsehamer klonk er lustig in de
onmiddellijke nabijheid van een eenvoudige plaatskaartenloods. Dit gebouwtje,
dat dicht bij de Amsterdamse Poort te Haarlem was neergezet, wordt beschouwd
als het eerste begin van de Centrale Werkplaatsen van de Nederlandse Spoor
wegen. In de bijna honderdtwintig jaren, die na de eerste bouw zijn gevolgd, is
er eigenlijk onafgebroken gebouwd en gesloopt op het terrein van de Centrale
Werkplaats. Een keten van aanbouw en afbraak slingert zich door de jaren heen.
En nog is er geen einde gekomen aan de bouw„woede" bij de werkplaats. Wie
langs de Amsterdamsevaart rijdt, kan dit zelf bemerken, want er wordt momen
teel gewerkt aan een ingrijpende verbouwing, waarmee weer een stuk moderni
sering in de werkplaatsen wordt doorgevoerd.
Dat oude stationnetje uit 1839 is onge
veer honderd jaar geleden gesloopt. De
spoorwegen waartegen eens de boeren
protesteerden omdat zij bang waren dat de
koeien schrik zou worden aangejaagd door
die gillende en bulderende locomotieven-
monsters, hebben zich geleidelijk uitge
breid en daarmee gepaard ging een uit
breiding van de werkplaatsen. Het ene
jaar werd in de ene hoek van het bedrijfs
terrein een gebouw opgetrokken, enkele
jaren later kwam in een andere hoek
nieuwbouw tot stand. Dan weer werd hier
gesloopt of daar een stuk aangebouwd.
Het gevolg was, dat een samenklontering
van gebouwen en gebouwtjes ontstond
voor een groot gedeelte in een tijd, die niet
uitblonk door een fraaie architectonische
vormgeving. De moderne architect vol
ideeën over een rationele bouwtechniek
kan slechts meesmuilend glimlachen over
de dikwijls onpraktische bouwstijl van het
fin-de-siècle, waarin termen als „ratio
nele werkwijze" en „efficiency" nog on
bekend waren.
Die termen staan thans echter wel in
het zakboekje van zakenlieden en bedrijfs-
ingenieurs en zeker in dat van de be-
drijfsingenieurs, die aan de Centrale Werk
plaatsen leiding geven. Er wordt tenminste
een rationalisatie-politiek gevoerd, met als
gevolg, dat meer werk wordt verzet met
in verhouding minder mensen. De diverse
bedrijfsruimten ondergaan een herindeling,
zodat verschillende afdelingen verhuizen
van de ene naar de andere loods. De ratio
nalisering van de arbeidsmethoden brengt
met zich mee een verbetering van de om
standigheden, waaronder de arbeiders moe
ten werken. Door het aanbrengen van al
lerlei ingrijpende, maar ook minder-opval-
lende voorzieningen wordt een prettiger
werkmilieu geschapen, waarin de produk
tie kan worden opgevoerd. Het aantal im-
produktieve arbeiders kan worden ver
minderd en deze mensen kunnen in een
ander onderdeel van het bedrijf worden
ingezet.
Hoewel nu reeds kan worden geconsta
teerd, dat als resultaat van de rationali
sering meer werk met minder arbeiders
kan worden verzet, wil dit zeker niet zeg
gen, dat het aantal arbeiders dan ook zou
kunnen worden ingekrompen. Verre van
dat. De bezetting van 1185 arbeiders zou
zelfs aanmerkelijk kunnen worden .uitge
breid, als er voldoende aanbod op de ar
beidsmarkt was. De werkplaatsen onder
vinden hinder van de arbeidersschaarste
en de leiding moet daarom van elders dan
uit Haarlem en omgeving de arbeiders
aantrekken. Zelfs werken er mensen uit
het noorden en oosten van ons land, bij
voorbeeld uit Groningen.
Prettig werkmilieu
„De maatregelen, die geleidelijk worden
doorgevoerd, maken van de bedrijfsruimte
niet alleen een „werk"-, maar ook een „leef
milieu", zoals ir. J. Roozenschoon, de be-
drijfsingenieur, het uitdrukte. Langzamer,
hand verdwijnt de „ouderwetse mist", die in
en rond de gebouwen hing. En al kan men
een minder fraaie bouwstijl niefi geheel ver
doezelen, er worden verscheidene pogingen
aangewend, er een prettiger tintje aan te
geven.
Een opmerkelijke verbetering is bijvoor
beeld, dat de gebouwen in frisse, functio-
drong, kan men het nu stellen met het
daglicht. De arbeiders laten zich over deze
verbetering niet spoedig uit, maar veel
zeggend was toch het commentaar van één
van hen: „Het scheelt als de dag en de
nacht".
Vroeger waren de wc's in gebouwtjes
naast de werkplaatsen ondergebracht. De
ADVERTENTIE
1 V' W V."-
i X> -
PARFUMS - PARIS
H i -■
Le Dix - Quadrille
Depositaire officiel
pour Haarlem
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van de heer C. A. Bisschop, in
leven leraar aan het Triniteitslyceum te
Haarlem, die donderdag onverwacht is over
leden, is bepaald op maandag op het Adel-
bertuskerkhof te Bloemendaal. Om tien uur
zal in de parochiekerk Aerdenhout-Bent-
veld een mis van requiem worden opge
dragen.
HAARLEM, 26 oktober 1956.
GEHUWD: 26 okt.: J. Lolkema en W. J.
List; J. Kool en M. J. B. Stoelman.
BEVALLEN van een zoon: 25 okt.: A.
G. Streefkerk-Esmeijer; 26 okt.: 1. Maurits-
Henniges; E. Rogaar-Bust.
BEVALLEN van een dochter: 24 okt.:
J. J. A. van der Veldt-Van den Berg; 26 okt.:
P. J. Aarts Vink.
OVERLEDEN: 24 okt.: S. P. Prins, 66 j.,
Roerdompplein; M. B. Koeken-Balvers, 56
j„ Kamperlaan; W. J. Koper-Van den Bos,
76 j„ Kamperlaan; 25 okt.: C. Burger, 60 j.,
Hasselaersplein; J. C. J. van Schendel, 63 j.,
Parklaan: M. E. C. M. M. van de Wall Perné-
De Beer, 72 j„ Kamperlaan; H. M. van Val-
deren, 78 j., Spaarne.
nele kleuren zijn geverfd, waardoor zij een
veel luchtiger indruk maken dan vroeger,
toen de wanden gestoken waren in zwaar
moedige, donkere kleuren. Met als ver
rassend resultaat: waar de arbeiders voor
heen dikwijls een looplamp moesten ge
bruiken omdat er te weinig licht door-
toiletten zijn thans in de werkplaatsen ge
bouwd. De wasgelegenheden ondergingen
eveneens een modernisering: nu treft men
in bijna alle gebouwen frisse waslokalen
aan met lavets en enige douches. Een enkel
waslokaal in oude stijl zal spoedig ver
dwijnen. Omdat sinds kort stoom van de
gemeente Haarlem wordt betrokken, wor
den de grote ketels gesloopt, omdat deze
installaties overbodig zijn geworden. Enige
schoorstenen zijn reeds tegen de grond
gegaan. Spoedig zal ook een houten loods
worden afgebroken en in de plaats daar
van verrijst een nieuw gebouwtje, waar de
medische dienst zal worden ondergebracht.
Doordat enige jaren geleden de diesel-
elektrische afdeling naar Tilburg werd
overgeplaatst, kwam bedrijfsruimte vrij,
die thans in het kader van de rationali
sering efficiënt wordt benut. De maga
zijnen zijn nuttiger ingedeeld en van „wan
orde" en „rommel" is thans in onderdelen
als de ververij en zadelmakerij geen sprake
meer. In de werkplaats, waar grote her
stellingen worden uitgevoerd, wordt ge
werkt met vele rijdende stellingen. Hier
krijgen de wagons ongeveer om de zes
jaar een grote „schoonmaak": zij worden
volledig gedemonteerd en de onderdelen
belanden door middel van de rijdende
stellingen in de herstelplaatsen, die zij
weer als nieuw verlaten. Per jaar onder
gaan gemiddeld driehonderd wagons een
dergelijke grote revisie. Voorts wordt in
de Centrale Werkplaatsen die zijn afge
stemd op het materieel voor reizigersver-
voer aan gemiddeld negenhonderd wa
gons per jaar een kleine revisie gegeven:
de zogenaamde „vierdaagse" voor wagons,
die een jaar in gebruik zijn.
Ook het machinepark wordt geleidelijk
gemoderniseerd. In de loods, waarin het
materieel beproefd wordt, staan twee in
stallaties opgesteld, waarmee de treinstel
len in hun geheel worden getest. De treinen
komen in de loods boven een werkput te
staan. In de werkput zijn een aantal ronde
schijven gemonteerd, die bij het testen van
de treinen tegen de wielstellen worden
geplaatst. De schijven worden door mid
del van een motor aangedreven. Men kan
nu controle uitoefenen op het bewegende
mechanisme zonder dat de trein zich ver
plaatst. In de draaierij staat een moderne
draaibank voor het op profiel brengen van
wielen, die tweemaal zo snel werkt als de
andere draaibanken.
Kantine in aanbouw
De verbouwing, die thans onder handen
is, behelst de vervanging van een oude loods.
Reeds staat het stalen geraamte voor een
zeventig meter lange hall waarin de wiel-
draaierij zal worden ondergebracht en die
naar verwachting in maart gereed zal zijn.
Met het klaarkomen hiervan zullen de Cen
trale Werkplaatsen ook beschikken over een
kantine, die op de eerste verdieping wordt
ingericht. Deze biedt plaats aan tweehonderd
personeelsleden.
Het is uiteraard onmogelijk een kantine
ADVERTENTIE
Gruis- en steenvrij.
Weinig as. - Veel warmte.
Voor „VICTORIOUS" en „SEVEN SISTERS"
WALES hebben wij reeds 25 jaren de alleen
verkoop.
Levering uit voorraad.
Brandstoffenhandel
Friese Varkenmarkt 6-10 (Spaarne bjj viaduct)
Tel. 14164 en 13904
te bouwen, waarin de totale personeels
bezetting op de schafttijd kan worden
ondergebracht; daarom wordt getracht op
enkele plaatsen schaftlokalen in te richten,
zodat men eigenlijk van een gedecentrali
seerde kantine kan spreken. Bij zomers
weer is het trouwens geen probleem, waar
de arbeiders in de schaftpauze hun brood
zullen nuttigen, want bij de gebouwen zijn
grasveldjes aangelegd en banken geplaatst,
waarop het personeel van het helaas
schaarse zonnetje kan genieten.
ADVERTENTIE
Tentoonstelling door bejaarden
Vrijdag om 4 uur heeft het raadslid A.
van der Veldt in het Stoofke aan de Stoof
steeg te Haarlem een tentoonstelling en een
fancy-fair ten bate van de katholieke Bond
van bejaarden en gepensioneerden officieel
geopend. In enige kernachtige bewoordin
gen bracht de heer Van der Veldt het be
lang van het werk voor de bejaarden tot
uiting. De bejaarden moeten op hun oude
dag nog zo onafhankelijk mogelijk zijn. Een
nuttige en tevens aangename vrijtijdsbe
steding kan hiertoe in grote mate bij
dragen.
De familieverhoudingen zijn in de laatste
jaren veranderd. Er bestaat niet meer zo'n
hechte band tussen de bejaarden en hun
familieleden als in vroeger tijden. „Opa
en oma" worden tegenwoordig veel aan
hun lot overgelaten en voelen zich dikwijls
erg eenzaam. Immers: „de instanties zorgen
wel voor hen". De jeugd vergeet echter,
dat ouderdomsvoorzieningen en de betere
sociale toestanden een gevolg zijn van de
strijd, die de bejaarden in hun jonge jaren
hebben moeten voeren. De jeugd vergeet
soms, dat zij later ook eens oud zal worden
en dan de vruchten van deze strijd zal
plukken.
De heer C. J. Selhorst, voorzitter van de
Katholieke bond van bejaarden, afdeling
Haarlem, was het volkomen met de spre
ker eens en wees er op, dat men voort
durend moet trachten de ouderdomsvoor
zieningen te verbeteren.
Tienjarige Haarlemse pianiste
voor televisie
De tienjarige Haarlemse pianiste Shyrley
Zwerus zal vanavond haar debuut voor de
televisie maken. Zij zal optreden in de
weekend-show van de AVRO, welk pro
gramma om tien voor negen aanvangt.
Ingeleid door wethouder J. van Zwijn-
dregt, heeft de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, mr. J. M. L.
Th. Cals, vrijdagavond in de Koninklijke
Schouwburg de negende Haagse Kunst-
maand geopend, die ter gelegenheid van
het tienjarig bestaan van het Belgisch-
Nederlands Cultureel Akkoord een bijzon
der karakter draagt. Na een tweetalig wel
komstwoord citeerde spreker, dr. G. van
der Leeuw, zijn eerste naoorlogse ambts
voorganger. ter verklaring van het feit. dat
men ter opluistering van deze plechtige
samenkomst het Nederlands Ballet had
uitgenodigd een speciale voorstelling te ge
ven: „De dans is de oudste en wezenlijkste
uiting van de mens". En met een knipoog
naar de vele in de zaal aanwezige deelne
mers aan de vermeden Conferentie der
Nederlandse Letteren haalde Zijne Excel
lentie nog een passage van zijn voorgan
ger aan: „Lang voor de mens dichtte, dan
ste hij". Minister Cals zeide verheugd te
zijn, dat deze inleiding tot een reeks artis
tieke manifestaties een lichtvoetig karak
ter zou dragen, al ware het slechts ter
ontzenuwing van de zo vaak geuite be
schuldiging, dat in Nederland cultuur altijd
samengaat met zwaarwichtigheid en dode
lijke ernst. Voorts noemde hij de keuze
een gelukkige, omdat de dynamiek en de
harmonie van de dans symbolisch zijn voor
de samenwerking tussen de beide landen
van het verdrag.
Na „Les Sylphides" volgde direct de
première van het door ir Henk Badings
in opdracht van de Johan Wagenaarstich-
ting voor deze gelegenheid gecomponeerde
ballet van ruim twintig minuten, dat de
titel „Sphère" kreeg. Over de onder leiding
van Maurits van den Berg door het Radio
Philharmonisch Orkest vertolkte partituur
mag ik mij geen oordeel aanmatigen. Dui
delijk werd in ieder geval zichtbaar, hoe
zeer Sonia Gaskell. die de choreografie
maakte, deze on zich heeft laten inwerken.
Als er nu en dan een zekere disci-epantie
optrad, dan kwam dit stellig mede door de
soms opdringerig en pathetisch een realisti
sche stemming schilderende muziek. Niet
temin werd nog eens bevestigd, dat deze
componist de ontwikkeling van een eigen
balletkunst goede diensten kan bewijzen.
In de gelukkigste momenten van het resul
taat der samenwerking werd men een
suggestieve uiting gewaar van „moderne"
angst en gedeelde eenzaamheid.
„Sphère" is wat men noemt een abstract
ballet, er is geen verhalende inhoud. Men
kan er bij denken wat men wil. Tot. mijn
verbeelding heeft het sterkst gesproken
de fantasierijk van aspect wisselende con
structie. Voortdurend werden er als het
ware nieuwe inhouden van het ruimtelijk
bewustzijn in kaart gebracht. Door de
daarbij betreffende objectiviteit met emo
tionele omspelingen in dè melodische pas
sages werd men wel eens aan „Concerto
Barocco" van Balanchine op het Dubbel
concert van Bach herinnerd. Sterker trof
soms een gelijkenis met „Spheres de Bal
let" van John Taras op muziek van Stra-
winsky, van wie vooral in de wisselwer
king van groep en solisten motieven zijn
overgenomen, maar dan sterk verbeterd
en met meer overtuiging toegepast.
Dit alles wil slechts een zeer voorlopig
oordeel zijn over een ballet, dat nog exac
ter moet worden ingestudeerd, doch waar
mee een werkelijk hoogtepunt in de Ne
derlandse choreografie blijkt te zijn be
reikt, al mogen er passages in voorkomen,
die niet meer (en dat is al heel wat!) dan
droog, schools vakwerk zijn. Ik maak zo
veel voorbehoud, omdat ik voornamelijk
oog heb gehad voor de patronen, die aan
„Sphère" ten grondslag liggen. Men had
voor deze gelegenheid namelijk gemeend
de danscritici helemaal naar boven op de
galerij te moeten verwijzen. Nu gun ik alle
hoogwaardigheidsbekleders hun plaatsen
op de eerste rang, maar het werd op deze
manier wel heel moeilijk, om niet te zeg
gen onmogelijk, de zuivere waarnemingen
te doen, die voor een waardering van alle
samenstellende factoren van het ballet
nodig zijn. Intussen ben ik toch dankbaar
voor de opgedane ervaring en was het wel
eens goed te bedenken, dat in ouderwetse,
ondemocratische theaters bijna de helft
van het publiek met alle zich voordoende
vertekeningen genoegen moet nemen.
Daarom zal ik pas na hernieuwde kennis
making ingaan op het aandeel van Willy
de la Bye, Jaap Flier en de verdere solisten,
die met grote inspanning van krachten dit
technisch veeleisende werk hebben verde
digd. Vooral voor de danseressen maakte
Ger Frenzen fraaie kostuums. Dat er ook
op het gebied van de dans Belgisch-Neder
landse samenwerking bestaat, werd bewe
zen door het optreden van Dolorès Laga
en André Leclair van de Muntschouwburg
te Brussel, een tegenbezoek eigenlijk, want
kort geleden hebben „onze" Linda Manez
en Jaap Flier daar de hoofdrollen in de
tweede akte van „Het Zwanenmeer" ver
tolkt. Zij oogsten veel succes met het wel
erg op „show" afgestemde duet „La Peri"
van .T. J. Etchévery op luidruchtige muziek
van Paul Dukas - een veelheid van tech
nische stunts in 'n revueachtige stijl. Maar
zoals reeds gezegd werd: een zuivere in
druk heb ik mij niet kunnen vormen.
Daarom geen verder commentaar op deze
voorstelling, al mag ik niet achterwege
laten te vermelden, dat dank zij de terug
keer van Marianna Hilarides het befaamde
duet „De blauwe vogel" thans zodanig (met
Conrad van de Weetering als waardige en
attente partner) werd uitgevoerd, dat men
met de opneming in het repertoire van het
divertissement uit „De schone slaapster"
van Tsjaikofsky/Petipa vrede kan hebben,
zolang het publiek om dergelijke spectacu
laire sluitstukken blijft vragen. De aanwe
zigen vonden elkaar later terug op de
receptie, die door het Haags gemeentebe
stuur in de Witte Sociëteit werd aange
boden.
Davicl Koning
(Van een redacteur)
HONDERDTACHTIG artsen-specialisten en hoogleraren uit vier werelddelen
zullen volgende week in het Kurhaus te Scheveningen deelnemen aan het eerste
Europese congres voor luchtvaartgeneeskunde: een betrekkelijk nieuwe tak van
de medische wetenschap, die zijn beoefenaars nog voor legio raadsels en vraag
tekens plaatst. Techniek en praktijk van de luchtvaart zijn de laatste jaren zo
snel voortgeschreden, dat het menselijk organisme daarmee ondanks zijn
fantastische aanpassingsvermogen daarmee geen gelijke tred heeft kunnen
houden: zij is hem over het hoofd gegroeid. In het bijzonder geldt dit voor de
moderne militaire luchtvaart, die (bijvoorbeeld bij het vliegen met straaljagers)
zoveel ongekende eisen aan lichaam en geest der piloten stelt, dat de conven
tionele geneeskunde daarmee eigenlijk geen weg weet. Aan het nieuwe specia
lisme, de luchtvaartgeneeskunde, is daarom de taak, die achterstand in te lopen,
door voor alle incoirvenienten van de vliegerij een remedie te vinden.
DAT DIT geen geringe taak is, ligt voor
de hand. De medicus wordt hier namelijk
geconfronteerd met een groot aantal sto
ringen en ziekteverschijnselen, waarmee
hij nog veel te weinig ervaringen heeft en
die vaak zo kortstondig zijn, dat er nau
welijks gelegenheid is voor een grondige
bestudering van hun oorzaken en gevol
gen. De gevreesde piloten-„blackout" bij
voorbeeld kan. de man aan de stuurknup-
pel in een onderdeel van een seconde in
capabel maken en slechts weinige vlie
gers, aan wie dit overkomt, hebben zoveel
geluk dat ze het later „navertellen" kun
nen. Dikwijls is de luchtvaartarts in der
gelijke gevallen aangewezen op het post
mortem-onderzoek der slachtoffers, maar
na een val van een paar duizend meter
blijkt doorgaans het is droevig maar
waar slechts weinig „post mortem"
meer over te zijn
GEBREK aan ervaring is dan ook de
voornaamste hinderpaal waarmee de
luchtvaartgeneeskunde tot nog toe te kam
pen had; een tekort waarin zij op vele
manieren tracht te voorzien. Diverse mili
taire en civiele luchtvaartartsen leerden
zelf vliegen of maakten ettelijke vluchten
onder allerlei omstandigheden mee, tenein
de aan den lijve alle ongemakken en
„vliegkwalen" te leren kennen. Het klas
sieke voorbeeld daarvan is prof. dr. J.
Jongbloed, president van het Nationaal
Luchtvaartgeneeskundig Centrum (en te
vens van het komende congres in Scheve
ningen), die op een jarenlange ervaring
als vlieger kan terugzien. In de jaren kort
na de eerste wereldoorlog'maakte hij on
der andere deel uit van het befaamde Ne
derlandse stunteskader „De vijf vingers".
Anderen, vooral in Amerika, imiteerden
op de grond met allerlei ingewikkelde ap
paraten en dummies de condities, waar
aan de mens is blootgesteld bij het vliegen
met supersonische snelheden, het vliegen
op grote hoogten en het snelle „zwenken
en duiken" in de jachtvliegerij.
Uitgebreid vorsingswerk wordt verder
verricht in speciale laboratoria, waarvoor
dikwijls een geheel nieuwe apparatuur
moest worden ontwikkeld. Zo heeft men in
diverse landen en universiteitscentra over
al ter wereld de luchtvaartgeneeskundige
perikelen op zijn eigen wijze aangepakt en
onderzocht en daarom is het dubbel
noodzakelijk, dat men regelmatig zijn be
vindingen vergelijkt en uitwisselt. Nu is er
uiteraard internationaal contact tussen de
betrokken artsen en onderzoekers, bijvoor
beeld door middel van de ICAO (interna
tionale burgerluchtvaart-organisatie) de
IATA (wereldverbond voor de vrachtvlie
gerij) en de AGARD (een speciale afdeling
van het NAVO-bevelsapparaat). In Ame
rika bestaat er echter al sinds tientallen ja
ren een veel nauwere vorm van samen
werking tussen alle luchtvaart-medici, de
zogenaamde Aero-medical Association, en
tot een dergelijke bond wil men thans ook
in Europa komen. Het congres in Scheve
ningen zal daartoe wellicht de eerste steen
kunnen leggen.
DE GELEGENHEID daartoe is uitermate
gunstig, want aan dit congres wordt deel
genomen door specialisten en hoogleraren
uit de Verenigde Staten, Canada, Duits
land, Frankrijk, G root-Bui ttannië, de Scan
dinavische landen, Spanje, Ierland, Joego-
De AR-kiesvereniging „Groen van Prin-
sterer" hield vrijdagavond in de gerefor
meerde kerk te Bennebroek een leden
vergadering, waarna professor mr. M. A.
Donner over „De brede basis" sprak. In
Nederland zijn een groot aantal partijen,
terwijl men in vele andere Europese lan
den, die achter het IJzeren Gordijn buiten
beschouwing latend, twee grote partijen
vindt, waarvan één de regering en de
ander de oppositie vertegenwoordigt. De
partijen in het buitenland berusten meestal
niet op levensbeschouwelijke grondslag, zo
als dat in Nederland het geval is. Deze
levensbeschouwelijke grondslag maakt de
samenwerking tussen de partijen niet ge
makkelijk, en wie de moeilijkheden bij de
kabinetsformatie goed heeft gevolgd, zal
dit kunnen onderschrijven.
Professor Donner gaf een overzicht van
de politieke ontwikkeling van ons volk tot
het begin van deze eeuw toen bij ver
kiezingen het districtenstelsel gold en het
vormen van een kabinet veel eenvoudiger
was, mede door de aanwezigheid van een
sterke oppositie van de sociaal-democraten.
De positie van de beide kamers ten op
zichte van de regering is thans sterk ver
zwakt, mede als gevolg van het streven
naar een zo groot mogelijke samenwerking.
De invloed van de anti-revolutionairen
met name bij de katholieken is veel groter,
dan men wel denkt. Ook in de nieuwe re
gering is het gewenst, dat anti-revolutio
naire ministers zitting hebben en daar
voor moet men het offer brengen van de
compromissen, die bij deze brede basis nu
eenmaal onvermijdelijk zijn.
slavië, Egypte en Indonesië. Vele van deze
congressisten zijn de hoogste chefs van de
medische afdeling hunner nationale lucht
vaartmaatschappijen of luchtmachten, zo
dat de coördinatie van hun vorsingswerk
niet zal afstuiten op „gebrek aan niveau".
De voornaamste problemen die het con
gres onder ogen zal zien zijn: het vraag
stuk van de vermoeidheid der vliegers en
het daarmee samenhangende werk- en
rusttijdenprobleem; de kwestie van de
keuringseisen en die, op welke leeftijd een
vlieger in het algemeen (of na individueel
onderzoek) gepensioneerd moet worden.
Andere onderwerpen betreffen in het bij
zonder de militaire luchtvaart, zoals de zo
genaamde explosieve decompressie (het
ontploffen van een lekgeschoten drukca-
bine en de gevolgen daarvan voor de vlieg
tuigbemanning)de storingen in de bloeds
omloop en in de functies van zintuigen en
vitale organen tengevolge van allerlei
„versnellingen", schokken en wendingen
tijdens het vliegen met zeer snelle machi
nes, de betekenis van de ogen als even
wichtsorgaan en dergelijke. De meeste
van deze onderwerpen zullen door buiten
landse experts worden ingeleid, maar de
Nederlandse geleerden zullen stellig ook
een flinke dqit in het zakje doen, want ook
in ons land is al sinds vele jaren baanbre
kend werk gedaan op het gebied van de
luchtvaartgeneeskunde. Het vraagstuk van
de invloed der „versnellingen" op de
bloedcirculatie bijvoorbeeld, is reeds om
streeks de dertiger jaren in Nederland
onderzocht: lang voordat andere landen
hieraan toe waren.
Het congres begint maandag en duurt
voort tot en met donderdag 1 november.
De kwestie van de oprichting van een
Europese organisatie zal woensdagmiddag
in een besloten zitting aan de orde komen.
De overige congresvergaderingen zijn
openbaar.
Vanmorgen was de wind door het noor
den naar het oosten omgelopen. Daardoor
was de buiigheid afgenomen. Helder weer
met oostenwind geeft een enorme trekac-
tiviteit. De vogels vliegen dan vaak op
grote hoogte. Op zeer hoge trek is wel ge
let, maar deze werd niet geconstateerd.
Vandaag varieerde de trekhoogte van der
tig meter tot tweehonderd meter. Het
kwam voor, dat men troepen spreeuwen
tegelijk zag passeren op twee vlieghoogten
zonder dat zij zich iets van elkaar aan
trokken: een troep op de normale hoogte
en een troep er i-echt boven op honderd-
vijftig tot tweehonderd meter hoogte. Er
was ook een ster
ke trek van veld
leeuweriken. Een
klein gedeelte trok
over zee west
waarts en enkele
kwamen over zee
landinwaarts ge
vlogen. Ook was
er sterke trek van
kauwen, die even
eens vaak op
tweehonderd meter hoogte passeerden.
Langs zee was de trek matig, de grote aan
tallen passeerden over het middenduin. Na
half tien ging de trek nog onverminderd
door en verwacht wordt, dat de veldleeu-
werikentrek gedurende de hele ochtend
doorgaat. Tussen de vinken bevonden zich
veel kepen. Dit zal een gedeelte van de
vinken zijn, die voor het weekeinde ten
noorden van Kiel langsvlogen. Men meldde
daar voor het eerst grote aantallen kepen
tussen de vinken. De post aan de Zeeweg
telde vanmorgen zeshonderd spreeuwen,
tweeënzestig vinken met kepen en enkele
veldleeuweriken. Deze werden vooral ge
hoord en konden niet gezien worden om
dat zij te hoog over trokken, evenals de
graspiepers. Voorts achtenveertig bonte
kraaien. Aan het Kennemerduinmeer no
teerde men in dezelfde tijd duizend spreeu
wen, zestig vinken en kepen, veel veld
leeuweriken, die vaak ook te hoog vlogen
om gezien te kunnen worden, enkele gras
piepers, drie koperwieken, twee zanglijs
ters en acht kramsvogels, twee bonte
kraaien, een blauwe reiger en een sperwer.
Van acht tot negen uur werden op de post
aan de Zeeweg geteld: driehonderdzeventig
spreeuwen, twintig vinken, honderdvijftig
veldleeuweriken, veertig kauwen, waar
tussen enkele bonte kraaien en roeken
meevlogen, twaalf kieviten, een witte
kwikstaart, zes ringmussen en twee wit-
gatjes. In een kwartier, van kwart over
negen tot half tien telde men aan het meer
tje nog tweehonderd veldleeuweriken en
negenhonderddertig kauwtjes, vergezeld
door enkele bonte kraaien. Nu allerwege
deze vogels naar het zuiden trekken is het
interessant te vernemen, dat in Arnhem
verscheidene paren kerkuilen zitten te
broeden of jongen hebben.