NEUROTONIC TAXI 18000 Haarlemse jongeren maakten een programma over moderne kunst Haarlems streven gaf stoot tot arbeidersontwikkeling C. F. Janssen enthousiast over zijn veelomvattende taak Uitbreiding Diaconessenhuis in gebruik genomen Zaterdag collecte Rode Kruis Jacob van Looy noemde vereniging reeds in zijn roman „Jaapje" Haarlem tweede stad in Nederland met eigen bureau Monumentenzorg ^^rteven aan de redactie Nieuwe röntgen- operatieafdelingen "W ZENUWEN Minjon-afdeling kampt met gebrek aan apparatuur WOENSDAG 7 NOVEMBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 Weten en Werken" bestaat honderd jaar Haarlems nieuwe ambtenaar voor Monumentenzorg Eigen gebouw Vigilante Wachtverbod gedeelten Gasthuis- en Raamvest Winkelactie in december in Oud-Schoten Bouw van woningen in Haarlemmermeer Geen apparatuur Burgerlijke Stand van Haarlem niet verdovend maar genezend Moderne kunst Een typisch Haarlemse vereniging zal dit jaar haar eeuwfeest vieren: op 8 december zal het honderd jaar geleden zijn, dat een aantal vooraanstaande Haarlemse ingezetenen onder voorzitterschap van de heer J. W. Wilson in de Stadsdoelen bijeenkwam en daar besloot een vereniging op te richten, die tot doel had „een poging te ondernemen de verspreiding van nuttige kennis onder de nijvere handwerkstand te bevorderen". Zij wilde dit doel' bereiken door de ambachtslieden „bijeen te brengen en door voordrachten en op helderende proeven gemeenzaam te maken met wetenschappen en kunsten, waarvan de kennis voor hen nodig wordt geacht". Men zou in de formulering van deze doeleinden gemakkelijk een zekere beschermende en neerbuigende toon kunnen opmerken, die in onze tijd misschien enigszins uit de toon valt. Honderd jaar geleden was het initiatief tot oprichting van een dergelijke vereniging echter een revolutionaire stap, die in de oude liberale kringen van de Spaarnestad aanvankelijk dan ook heel wat weerstand opriep. Het initiatief was geheel uitgegaaan van de heer John Waterloo Wilson en dat het een oorspronkelijk en verfrissend initiatief was, blijkt wel uit het feit, dat „Weten en Werken" honderd jaar later niet alleen nog in leven is, maar zich in een bloeiend verenigingsleven mag verheugen. Dat dit mogelijk was, is voor een groot deel te danken aan die Haarlemse ingezetenen, die op 8 december 1856 in de Stadsdoelen besloten de „handwerkstand" te verheffen en kennis bij te brengen. De pas benoemde ambtenaar, belast met de Monumentenzorg te Haarlem, de heer Comeille F. Janssen heeft sinds donderdag een kamer betrokken in het gebouw van Openbare Werken aan de Jacobijnestraat. Deze kamer toont nog qlle tekenen van de omstandigheid, dat zijn eigenaar pas kort in dienst van de gemeente Haarlem is: de kamer is nog niet echt bewoond en vertoont de keurige opgeruimheid van het splin ternieuwe. Geen volgeschreven papieren en notulen, geen statistieken of openge slagen folianten en tenslotte geen boekenkasten langs de wanden, gevuld met vak litteratuur. Het is té kort geleden, dat de heer Janssen benoemd werd om hem in de gelegenheid te stellen nu reeds een persoonlijk cachet aan zijn kamer te geven. En zoals de kamer nog openstaat voor alle mogelijke veranderingen, die zijn bewoner er aan zal kun nen geven, zo staat ook die bewoner nog volkomen open voor de mogelijkheden van zijn nieuwe functie, al wil dat natuurlijk allerminst zeggen, dat de heer Janssen geen ideeën heeft omtrent de grote taak, die hem te wachten staat. Dat de stichters ook in latere jaren nog wel eens moeite hadden hun liberale prin cipes door dik en dun te volgen, bleek wel uit de reactie op een brief, die één der bestuursleden in de negentiger jaren aan de toenmalige voorzitter schreef en waar in hij zei, dat het sociaal-democratische (later anarchistische) blad „Recht voor Allen" zeker niet op de leestafel in het gebouw van de vereniging mocht ontbre ken. Aan dit verzoek werd toen geen ge volg gegeven, omdat in de statuten uit drukkelijk was vermeld, dat de vereni ging „los stond van elke politieke of reli gieuze richting". In werkelijkheid duchtte men echter een opruiende invloed op de „handwerkslieden" van de kant van het blad van Domela Nieuwenhuis. Hoe het ook zij, het Haarlemse „Weten en Wer ken" heeft in de tijd, toen er nog weinig voor de arbeiders werd gedaan, de stoot gegeven tot de oprichting van tal van on dernemingen en instellingen, die later door anderen zijn overgenomen en waarvan het bestaan nu heel normaal is. Dat de eerste voordrachten op een hoog peil stonden blijkt uit de onderwerpen van de lezingen, die in het eerste jaar werden gehouden, onder auspiciën van de Neder landse Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die hetzelfde soort werk reeds deed voor een meer algemene groep van de bevolking. Zo werd honderd jaar ge leden reeds de arbeidsproduktiviteit in een voordracht behandeld, verder is er dat eerste jaar in de Stadsdoelen gesproken over het „Wezen en nut van de scheikun de. De fabrikatie van zeep, waterglas en verfstoffen". Een andere titel luidde: „Het licht, de warmte en de invloed op de uit zetting van lichamen. Elektrisch licht en zijn toepassingen". Daar waren toch on derwerpen onder, die in die tijd zeer ac tueel waren en bijvoorbeeld vergeleken zouden kunnen worden met een voor dracht over atoomsplitsing nu. In het alge meen werd ieder vertoon van geleerdheid weggelaten, om de toehoorders niet af te schrikken en tenminste te bereiken, dat het gesprokene ook begrepen werd. In het volgend jaar van haar bestaan kwam „Weten en Werken" bijeen in de so ciëteit „De Vereniging" in de Lange Be gijnestraat, waar een paar kamers werden gehuurd en ook een bibliotheek en leeszaal werden ingericht. Op 3 mei 1867 werd door middel van le ningen en vrijwillige bijdragen een eigen gebouw aangekocht op de Gedempte Oude Gracht, op de plaats, waar nu nummer 144 is gevestigd. Hiermee ging een grote wens van alle leden van de vereniging in vervulling. Het gebouw nam weldra een bekende plaats in het Haarlemse stadsle ven in. Ook in de litteratuur van ons land heeft dit gebouw zijn plaats gekregen: in het boek „Jaapje" van Jacob van Looy, na melijk wordt ergens melding gemaakt van het gebouw van „Weten en Werken", waar je 's winters droog, warm en gratis in de leeszaal kon verblijven. De activiteiten van „Weten en Wer ken" bepaalden zich niet alleen tot het houden van voordrachten. In de zesti ger jaren werden bijvoorbeeld verschei dene tentoonstellingen gehouden van produkten in de vrije tijd vervaardigd. Er waren inzendingen van timmerlie den, smeden en blikslagers in 1866 en daarvoor in 1862 reeds was er op het terrein van de Doelen een tentoonstel ling ingericht waar metselaars aan mee konden doen. Er hadden zich 4 man aangemeld voor het „vlug werken" en 3 voor „net werken". Op een dergelijke tentoonstelling in 1868 in Amsterdam werd de inzending van „Weten en Wer ken" bekroond met een zilveren me daille tweede klas. Met de lezingen ging het intussen niet zo bc-st: belangstelling was er genoeg, maar steeds meer sprekers uit Haarlem trokken zich terug. Toen is men overgegaan tot het uitnodigen van sprekers van buiten de stad. Een moeilijkheid was echter deze mensen weer tijdig naar hun woonplaatsen te laten terugkeren en het was toen. dat een zekere heer Beijen aanbood de spre kers, na aflooop van de voordracht, met een vigilante naar het stafion te brengen. In 1870 werd begonnen met het geven van Franse cursussen en negen jaar later werd er, naast de burgeravondschool voor jongens, eveneens avondcursussen gegeven voor meisjes. Deze cursussen waren de voorlopers van de latere industrie- en huis houdscholen. In 1878 brak er brand uit in het gebouw naast het verenigingsgebouw gelegen. Wegens de grote schade, die daar door ontstond moest naar een tijdelijk on derdak worden omgezien. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen verschafte toen tijdelijk onderdak. Intussen was de ac tiviteit ook tot de muziek uitgestrekt: in 1880 werd de eerste muziekavond gege ven. Tot de instellingen, aan welker oprich ting „Weten en Werken" heeft meegewerkt behoren de Openbare Leeszaal en -biblio theek en de Haarlemse ambachtsschool. Vijftig jaar geleden werd een toverlantaarn aangekocht, die nu nog dienst doet en waarmee destijds de eerste lichtbeelden vertoond konden worden. De ontwikkeling van de laatste halve eeuw is zeer gelijkmatig verlopen: in 1900 werd het gebouw verkocht aan de heer J. A. Boom, die er een drukkerij in vestigde en van die tijd af is men regelmatig gast geweest in verscheidene zalen in Haarlem. De laatste jaren is dit in het gebouw van de Vrijzinnig Hervormden in de Veste- straat. De cursussen zijn geleidelijk ver dwenen, maar ook nu nog worden er twin tig voordrachten per seizoen gegeven, waar alle leden toegang hebben. Het ledental varieert tussen de 600 en 700 welk aantal in verband met de beschikbare zaalruimte niet kan worden opgevoerd. Veel perso neelsverenigingen zijn lid van „Weten en Werken" en hun leden bezoeken regel matig de voordrachten, die 's winters iede re veertien dagen donderdags door tal van prominente sprekers worden gehouden. Met het oog op de komende viering van het honderdjarig bestaan is, naar wij reeds gemeld hebben, een ere-comité uit alle ge ledingen van de Haarlemse burgerij ge vormd, onder voorzitterschap van burge meester mr. O. P. F. M. Cremers. Verder heeft het bestuurslid, mr. A. Beets een boekje samengesteld, waarin alle activi teiten van de jubilerende vereniging in de afgelopen honderd jaar zijn beschreven. Tenslotte zal het gemeentebestuur „Weten en Werken" op 22 november een feestavond aanbieden, waarbij een concert zal worden gegeven door Albert de Klerk, orgel en Corrie Bijster, sopraan. De vereniging zelf heeft voor dezelfde avond de Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap" uitge nodigd om eveneens een concert te geven. Tot slot vermelden wij hier het bestuur van de jubilerende vereniging, zoals het thans is samengesteld: K. R. van Staal, voorzitter, T. Dijkgraaf, secretaris, F. M. L. Ie Cavelier, penningmeester; mr. A. Beets, commissaris, mr. C. M. J. de Jongh," commissaris en H. Weidema, commissaris. (Verkort weergegeven) Zeer zeker hebben allen de overvallen van de Arabieren in Israel afgekeurd. Engeland daarentegen gaf wapens aan (Trans-)Jordanië. Toen Israëlische schepen niet door het Suezkanaal mochten, deden Frankrijk en Engeland daar niets tegen. Toen Frankrijk en Engeland echter hun macht daar kwijtraakten, zonnen zij op andere middelen. Vorige week reeds ver klaarde Mollet, dat er spoedig iets belang rijks tegen Egypte zou gebeuren. Het is duidelijk, dat deze koloniale mogendheden (zie Algerije en Cyprus) van de geïrriteerd heid van Israel misbruik hebben gemaakt, om deze staat op te stoken, de eerste kastanjes uit hel vuur te halen, om Frank rijk en Engeland gelegenheid te geven, hun doel toch te bereiken. Dat de helft van het Engelse volk dit zelf zo aanvoelt, is wel het beste bewijs. Internationale politie hoort op de grens van Egypte en Israel en niet een verkapte terugneming van het Suezkanaal. W. H. KOOPMANS, Hilversum (Ook wij hopen dat internationale politie, rechtstreeks verantwoordelijk aan de UNO. zo spoedig mogelijk de bewaking van de Egyptisch-Israelische grens zal over nemen. - Red. H.D.) Van het gebouw van het Diaconcssenhuis i aan de Hazepaterslaan te Haarlem hing maandagmiddag evenals elders de Neder landse vlag halfstok ter herdenking van de gebeurtenissen in Hongarije. Anders zou van het gebouw de vlag gewapperd heb ben, want maandagmiddag werden de nieuwe röntgen- en de operatie-afdelingen in gebruik genomen. Het bestuur van het Diaconesscnhuis had gemeend, dat de dage lijkse dingen moesten voortgaan en daarom Is de bijeenkomst van de officiële inge bruikneming niet uitgesteld. Uiteraard droeg zij een eenvoudig karakter. Ir. R. Dufour heette als voorzitter van het bestuur de vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van Haarlem, Heem stede, Bloemendaal, Bennebroek en Zand- voort welkom en richtte zich met woorden van dank tot allen die aan de bouw van de nieuwe afdelingen hebben meegewerkt. In het bijzonder wendde hij zich tot archi tect K. L. Sijmons, die een moeilijke op gave had, want aldus spreker bij de vernieuwing van de materie is ook een ver nieuwing van de geest nodig. Nadat de aanwezigen Gezang 94 „Halle luja, eeuwig dank en ere" hadden gezon gen, herinnerde de wethouder van Finan ciën en Volksgezondheid te Haarlem, de heer W. C. Bakker, die de opening van de afdelingen verrichtte, eveneens aan de ge beurtenissen in Hongarije, die beroering B. en W. van Haarlem hebben een wacht verbod vastgesteld voor de rijbaan van de Gasthuisvest van de Grote Houtstraat tot de scheiding tussen de percelen aan de Gasthuisvest 5 en 7 en van de Raamvest van de Grote Houtstraat tot de scheiding tussen de pei-celen aan de Raamvest 61 en 63. In hun overweging tot dit besluit mer ken B. en W. op, dat de vakverdeling, die aangebracht is op het wegdek op de Gast huisvest, nabij de Grote Houtbrug en die beoogt het verkeer naar zijn bestemming te splitsen, uitstekend voldoet. Het resul taat van deze regeling wordt evenwel na delig beïnvloed door de omstandigheid, dat ter plaatse veelal voertuigen worden ge parkeerd en dat het derhalve gewenst is een wachtverbod vast te stellen voor een gedeelte van de vest, waaronder niet zijn be grepen de ter plaatse aanwezige parkeer havens. Op de Raamvest is het weggedeel te door de aanwezigheid van een transfor matorzuil zeer smal; het verkeer ter plaat se wordt ernstig belemmerd. De winkeliers in Oud-Schoten zullen met de komende feestdagen weer een groot scheepse winkelactie voeren. Dit is besloten in een vergadering van een aantal winke liers uit dit stadsdeel ten Noorden van de Jan Gjjzcnvaart, welke maandagavond in feestzaal „Noord" aan de Rijksstraatweg in Haarlem-Noord is gehouden. De voorzitter van het comité, dat de voor bereiding en de organisatie van deze St. Ni- colaas- en Kerstactie op zich heeft genomen de heer A. van der Werff, zeide in zijn ope ningswoord, dat de actie op dezelfde wijze zal worden gevoerd als dit vorig jaar het geval was toen bijna vijftig winkeliers met veel succes hebben deelgenomen. Met het oog op de nieuwe wet op het cadeaustelsel zullen er echter dit keer geen goederen, levensmiddelen of waardebonnen als prijzen ter beschikking worden gesteld, maar geld bedragen. Bedoelde wet verbiedt namelijk de winkelier bij de verkoop aan zijn klan ten geschenken te geven, welke niet tot zijn eigenlijke branche behoren. De heer Van der Werff bracht dank aan het wijkcomité „Oud-Schoten" en de plaat selijke politieautoriteiten voor de medewer king. welke tot nu toe van die zijde werd ontvangen. Hij wekte alle winkeliers in Oud- Schoten op aan deze actie mede te werken, niet alleen vanwege de financiële motieven maar vooral om in deze wijk wat meer leven in de brouwerij te brengen. Een be langrijk argument noemde de heer Van der Werff voorts het feit. dat vele klanten reeds hadden geïnformeerd of de winkeliers in Oud-Schoten met de komende feestdagen weer iets op touw zouden zetten. „Klanten binding is voor de winkelstand in onze zich "steeds meer uitbreidende wijk van het grootste belang. Zo ooit dan geldt in deze tijd voor ons het parool „Winkeliers, let op uw „zaak" aldus de heer Van der Werff. De actie, die evenals vorig jaar onder de naam „Wij doen weer mee!" gevoerd zal worden, wordt uiteraard onder voorbe houd van de toestemming van de politie autoriteiten in twee gedeelten gehouden, namelijk van 17 november tot 7 december en van 17 december tot 27 december. Tot slot deelde de heer Van der Werff mede dat het tevens in de bedoeling ligt tijdens de actie een St. Nicolaasfeest voor de kinderen en een feestavond voor ouden van dagen te organiseren. De data, waarop deze avonden worden gehouden, zullen na der bekend worden gemaakt. onder het volk teweeg gebracht hebben. Spreker had zich verdiept in de grote tegenstellingen tussen de gebeurtenissen, die zoveel leed en droefheid hebben ge bracht door het verlies van de vrijheid en de bijeenkomst van deze middag. In het oosten van Europa wordt een volk kapot gemaakt en bruut neergeslagen en in Haar lem zijn velen rustig in dankbaarheid bij een om getuige te zijn van een grote ver rijking in een ziekenhuis. Elders worden duizenden neergeworpen en invalide ge maakt bij onvoldoende hulpmiddelen, in Haarlem helpen wetenschap en liefdedienst elkaar om het lijden te verzachten. De nieuwe afdelingen zijn belangrijk en staan onder leiding van twee deskundigen, wier namen niet alleen in Haarlem, maar ook in den lande een goede klank hebben. Di\ J. W. Kamerling (röntgenoloog) en dr. H. Wamsteker (chirurg) gaven daarna een uiteenzetting over de nieuwe aanwinsten en deelden mee hoe het in het verleden toeging op de afdelingen, waarvan zij de leiding hebben. Tijdens de verbouwing is er dikwijls onder moeilijke omstandigheden gewerkt. De sprekers brachten hulde aan de zusters voor hetgeen zij gepresteerd hebben om de werkzaamheden toch een vlot verloop te doen hebben. In hun toe spraken lieten zij uitkomen, dat vernieu wing der afdelingen noodzakelijk was en dat zij verheugd zijn over hetgeen tot stand is gekomen. Over die ideeën wil hij zich echter nog niet uitlaten. „Ik ben daarvoor nog te kort in Haarlem en ik wil me eerst graag beraden over het komende werk en me langzamerhand inwerken". Wel zei de heer Janssen, dat hij Haarlem één der mooiste steden van ons land vindt en dat er heel wat te doen is in de binnenstad, waar veel oude huizen om zorg vragen. Behalve op de stad zelf kunnen wij ook trots zijn op het gemeentebestuur, aldus de heer Janssen. Er is slechts één andere stad in Nederland, waar ook een bureau voor de monumentenzorg bestaat en dat Is in Amsterdam. Daar was het echter zo, dat de verenigingen, die veel met monumenten zorg te maken hebben, lang hebben moe ten aandringen, voordat het Amsterdamse gemeentebestuur er toe overging een func tionaris te benoemen. In Haarlem echter is het gemeentebestuur zelf met het ini tiatief gekomen en het gevolg is, dat Haar lem thans de tweede stad met een eigen fmeentelijk bureau voor de monumenten zorg in Nederland is. Ofschoon er genoeg andere Nederlandse steden zijn, die een monumentenbezit heb ben, waar gemeentelijke zorg zeer gewenst is, hebben verder slechts Utrecht en Amersfoort een inspecteur benoemd voor de zorg voor de monumenten. De taak van deze functionarissen is echter heel wat be perkter en incidenteier, dan die van de heer Janssen in Haarlem, wiens werk zal bestaan uit het stimuleren en voorbereiden van restauraties, het toezicht houden op de uitvoering ervan en het geven van ad viezen aan huiseigenaren. Hij zal bij zijn nieuwe taak nauw moeten samenwerken met Bouw- en Woningtoezicht, met de pro vinciale directie van de rijksdienst voor Wederopbouw en Volkshuisvesting en met de rijksdienst voor Monumentenzorg in Den Haag. Het bureau voor de Monumen tenzorg wordt een onderdeel van de dienst voor Openbare Werken en zal naast de spe cialist, die de heer Janssen is, in de toe komst eveneens een staf van andere mede werkers krijgen, die er allen aan zullen meewerken Haarlems bezit aan monumen ten te bewaren en waar nodig te restau reren. B. en W. van Haarlemmermeer hebben een schema voor de bouw van woningen in de komende jaren opgesteld. Daaruit blijkt, dat er voor 1957 gedacht is 100 eengezinswonin gen te bouwen in Hoofddorp-Oost. Het col lege stelt de gemeenteraad voor aan de heer E. F. Croosman, architect te Rotterdam, op dracht te verstrekken de woningen te ont werpen. Voor 1958 vermeldt het schema de bouw van 150 ééngezinswoningen in Badhoeve dorp-West, voor 1959 100 ééngezinswoningen en 50 etagewoningen in Zwanenburg-Zuid oost en voor 1960 100 ééngezinswoningen in Hoofddorp-Noord. Aan de heer Croosman zal bij aan neming van het voorstel verzocht worden de ontwerpen voor uitvoering in systeem bouw geschikt te maken. ADVERTENTIE SCHRIJVERS VRAGEN VERWIJDERING COMMUNISTEN UIT PEN-CENTRUM. Een aantal leden van het Pen-centrum voor Nederland heeft zijn bestuur verzocht een spoedvergadering uit te schrijven, waar door A. Morriën, Maurits Dekker, H. A. Gomperts, J. J. Klant, Max Nord en H. Wielek een motie zal worden ingediend, die het bestuur opdraagt communistische schrijvers uit het Pen-centrum voor Neder land te verwijderen. De heer Janssen is kunsthistoricus van beroep en van roeping: hij heeft gestudeerd en studeert nog aan de Gemeentelijke Uni versiteit van Amsterdam. Sinds november 1949 was hij als administrateur aan de bond Heemschut te Amsterdam verbonden, in welke functie hij al vertrouwd is gewor den met het soort werk, dat hem hier in Haarlem wacht. Monumentenlijst Als één der eerste taken op het ge bied van de Monumentenzorg, waar de heer Janssen zich mee zal belasten, kan genoemd worden het aanleggen van een monumentenlijst. In 1921 is er door het rijk een voor lopige lijst van monumenten samen gesteld, die echter verder niets inhield aan beloftes tot bescherming of sub sidieverlening. Na de oorlog is er een tijdelijke wet monumentenzorg geko men, waartoe in de eerste meidagen van 1940 de stoot werd gegeven door generaal Winkelman, die toen besloot de monumenten op de tijdelijke rege- ringslijst wettelijk te beschermen. Als er binnenkort een definitieve wet voor de Monumentenzorg komt, zal er door de regering een monumen- tenregister worden aangelegd. De mo numenten. die op deze ïijst voorkomen zullen van rijkswege beschermd wor den. Reeds nu wordt verwacht, dat het monumentenregister minder gebouwen zal bevatten, dan op de voorlopige lijst voorkomen. Van gemeentewege moet daarom overwogen worden de rij ge bouwen uit te breiden met die panden, die niet op het register voorkomen. De heer Janssen wees erop, dat de nieu we lijst ook van andere premisses uitgaat, dan dat met de oude voorlopige het geval was. Niet alleen bestaande gebouwen zul len de aandacht vragen, maar ook zal rekening worden gehouden met het stads beeld in zijn geheel. Met het oog hierop In verscheidene grote plaatsen in Ne derland, waaronder ook Haarlem, werden onderafdelingen opgericht. Afdelingen met een technische staf, programmaleiding en speciale diensten. Een echte radio-omroep op kleine schaal. Aan het hoofd van elke afdeling staat een consul, die besprekingen houdt en correspondentie voert met de AVRO. Vele afdelingen hebben zelfs een eigen studio en apparatuur, zoals taperecorders, microfoons en een uitgebreide discotheek. De Haarlemse studio heeft geen studio en moet genoegen nemen met een provisorisch tot studio ingerichte huiskamer. Zij heeft ook te kampen met een gebrek aan appa ratuur, wat natuurlijk een belemmering vormt bij het maken van een programma. Tenslotte kan men van schooljongens moei lijk verwachten, dat zij tape-recorders, pick-ups en microfoons kopen. Wanneer een uitzending wordt voorbe reid, trekken de Haarlemse „radiomensen in de dop" de straat op en lopen alle be kenden, familie en zelfs de grote radio zaken af. Soms lukt het wel eens, na veel gebedel en gesmeek, een taperecorder op de kop te tikken. Meestal lukt het niet en een met veel moeite en ten koste van veel vrije tijd opgebouwd programma kan niet worden uitgezonden. De Haarlemse jeugd van Minjon laat zich hierdoor niet ontmoedigen en „werpt" zich steeds weer op een voor jongeren interes sant onderwerp, waar weer een program ma uit wordt gedestilleerd. Lukt het eens een taperecorder te bemachtigen en is het programma op de band vastgelegd, dan wordt deze opgestuurd naar Hilversum en daar door een staf van technici beoordeeld. Als de grote bazen van Minjon in Hilver sum „er iets in zien", worden de jongens uitgenodigd op de studio's te verschijnen. Zodra deze opname is gelukt en is bijge schaafd, kan de afdeling trots zijn, want dan is zij verzekerd van een uitzending, die door de jeugd uit het hele land wordt be luisterd. Als een proefopname niet geschikt is om uitgezonden te worden, wordt deze met commentaar teruggezonden. De jon gens wordt gewezen op de gemaakte fou ten, waaruit zij bij het samenstellen van HAARLEM, 6 november 1956 ONDERTROUWD: 6 nov„ H. A. Loogman en Chr. P. Barnhoorn; S. de Vries en J. Schilstra; J. J. Pel en M. Koperberg; E. Hui zing en H. de Jong. GEHUWD: 6 nov„ L. J. Jansens en A. H. van Wonderen: L. C. M. van ien Bosch en E. H. van Looij; G. J. Haselager en J. A. van Lieshout; H. de Haan en J. van Alten; J. G. I-Ioogerbeets en A. H. C. Mathot; E. W. Roose en J. Möhringer; H. Griffioen en F. Hamoen. BEVALLEN van een zoon: 3 nov„ A. W. van DeldenDelforge; 4 nov., A. J. M. Klee- blad—Verboog; 5 nov., E. M. Hekel—de Goede; R. de HaanVersteeg. BEVALLEN van een dochter: 3 nov., M. van SchieMaas; B. A. RutteStokman; 5 nov., A. Samuels—Dcngering; A. G. C. van ReijnKaijk; R. de HaanVersteeg; 6 nov., C. RoffelZwarts; A. M. van HattumNa gelhout. OVERLEDEN: 3 nov., E. van Mierlo, 55 j„ Brouwersstraat; R. A. J. Sweerts, 51 j., Zijl- weg: 4 nov., Chr. J. Th. Meijer, 83 j„ Jans straat; M. W. Verhallen—Hendrix, 61 j„ Kruistochtstraat; 5 nov., H. N. Willemse, 62 j., Leidsevaart; J. J. A. Bos, 67 j„ Vergierde- weg; J. de Groot, 73 j„ Papentorenvest; C. Hassink—Hendriksen, 76 j., Patrimonium straat. ADVERTENTIE wordt U volledig de baas met het zenuwpreparaat cfezer tijder» zal de heer Janssen zich wat Haarlem be treft ook gaan bezighouden met grachten, bolwerken, buitenplaatsen en zelfs met de enkele natuurterreinen, die zich binnen de gemeentegrenzen bevinden. De nieuwe ambtenaar voor de Monumen tenzorg kent zijn huidig werkterrein heel goed: vroeger kwam hij veel in Haarlem en in één der jaarboekjes van de vereni ging „Haerlem" heeft hij een artikel ge schreven over de oudste geschiedenis van de Spaarnestad. In een vorig artikel, waarin wij de be noeming van de heer Janssen aankondig den, hadden wij geschreven, dat hij zijn nieuwe taak met vertrouwen tegemoet ziet. „Dit heb ik destijds niet gezegd", aldus de heer Janssen. „Maar u mag het nu zeer zeker weer vermelden: inderdaad ben ik over mijn nieuwe werk zéér enthousiast. Er is hier veel te doen". En met deze woorden, die een belofte voor de toekomst inhouden, willen wij dit artikel over het nieuwe Haarlemse bureau voor de Monumentenzorg en zijn hoofd, de kunsthistoricus Comeille F. Janssen be sluiten. een volgend programma lering kunnen trekken. Enige weken geleden lieeft de Haarlemse afdeling een programma over moderne kunst in elkaar gezet. De proefopname werd naar Hilversum gestuurd. Vorige week donderdag moesten de Haarlemmers in de studio's verschijnen voor het maken van de definitieve opname. Men zal begrijpen, dat zij in spanning wachten op de definitieve beslissing. „Zal het wel of niet worden uitgezonden", vra gen zij zich af. 's Nachts kunnen zij er niet van slapen! Het gegeven voor dit programma is heel eenvoudig: Een aantal jongelui brengt een bezoek aan 'n kunstschilder, zij dwalen door zijn atelier en critiseren zijn schilde rijen. Uit deze critische opmerkingen vloeit een discussie over de moderne kunst voort, waarbij allerlei ideeën naar voren worden gebracht. Het lijkt inderdaad een eenvoudig gege ven, maar de uitwerking er van is zeker minder eenvoudig, dan men denkt. De jon gens komen regelmatig bijeen en brengen ideeën naar voren, die eventueel geschikt kunnen zijn als onderwerp van een pro gramma te dienen. Wordt een idee aange nomen, dan gaat men gegevens inwinnen. Dagen achtereen lopen de jongens biblio theken in en uit en bellen instanties op. En als zij naar het gemeentearchief gaan om 1 nog meer gegevens, dan houden de ambte naren hun hart vast. De jongens willen alles weten en schrikken er niet van terug om desnoods het hele archief onderste boven te halen. Als het scenario is geschreven komen de radioamateurs bij elkaar. De rollen worden verdeeld, repetitie volgt op repetitie, de teksten worden tot in het oneindige door genomen en als dit alles achter de rug is volgt de microfoonproef. De regisseur gaat na of het goed klinkt voor de microfoon en geluidseffecten worden ingelast. Eindelijk wordt het programma, vaak na weken re peteren en nog eens repeteren, op de band opgenomen, die dan naar Hilversum wordt gezonden. En dan maar afwachten of het programma geschikt wordt bevonden. axxxxxxxyaxooococxxxxxxjooccoaxxsooooooeooooooooGOOOOOoqoaxioooeooooooooooooocoooeoooeooooooccocoecooocösoocooc Op zaterdag 10 november houdt de afdeling Haarlem en omstreken van het g Nederlandse Rode Kruis in Bennebroek, Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, 0 Vogelenzang, Haarlem en Heemstede een collecte ten bate van de slachtoffers i| 8 uit Hongarije. Hiertoe kon besloten worden, nadat de betrokken afdelingen van het Neder- landse Oorlogsgraven Comité spontaan hadden besloten de „Klaproosdag", wel- l 8 ke op deze zaterdag was bepaald, af te gelasten en voor de hulpactie voor 8 Hongarije beschikbaar te stellen. Woensdag en donderdag a.s. kunnen collectanten voor deze geldinzamelingen l te Bennebroek, Bloemendaal Overveen, Aardenhout en Haarlem zich opgeven bij het secretariaat van de afdeling Haarlem en omstreken van het Nederlandse Rode Kruis, Paviljoenslaan 3 te Haarlem, telefoon 21485; collectanten voor Heemstede bij mevrouw H. E. Degenaar-Boele van Hensbroek, Pieter de Hoogh ei straat 11, Heemstede, telefoon 35008, en bij mevrouw C. M. J. M. Mac Neill, 8 Joh. Vermeerstraat 1, Heemstede, telefoon 35446. Voor Vogelenzang bij me- 3 vrouw W. Ph. Bannaart, Bekslaan 32, telefoon 520. Ook op de scholen wordt een geldinzameling voorbereid. 3 Nadere berichten met betrekking tot het in ons land huisvesten van Hon- 8 gaarse vluchtelingen kunnen nog niet worden verstrekt. Onderhandelingen H worden thans terzake gevoerd door het Internationaal Vluchtelingen Comité. 3 Van de zijde van het bestuur der afdeling Haarlem en omstreken van het Ne- 3 derlandse Rode Kruis wordt verder bericht, dat voorbereidingen worden ge- 8 troffen tot het oprichten van een groot opvang-centrum. Het bestuur spreekt de 8 verwachting uit, dat velen van hen, die zaterdag voor Hongarije zullen eollee- j: eren, ook de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting, die door haar sympathieke S ;i geste deze collectemogelijk maakte, bij een nog nader te bepalen „Klaproos- actie" eveneens zullen helpen. 0-X>OCOC!5^C<X>OOCODOOOK>»SOOOCO^COOOC>OCCOC>300CO(>X>OOOCCOK)OCOCCCOOOOOOCOOCOCCOX»CCOa«>OOOOCOCCCOOOC<»XOOCOOC' De miniatuur jeugclomroep Nederland is drie jaar geleden opgericht en heeft in die korte tijd grote bekendheid verworven. Voor die tijd bestonden er al jeugdomroepen in verscheidene plaatsen van ons land, die zelf programma's verzorgden, vaak een eigen studio hadden en uitzendingen op de amateurband gaven. Het peil van de programma's was meestal niet zo hoog, omdat het benodigde materiaal en deskundige leiding ontbraken. Enige jongens en meisjes van A.R.O.S., een jeugclomroep uit Soesterberg, trokken de stoute schoenen aan en zochten contact met een „grote" omroep, de A.V.R.O. in Hilversum. Zij wensten een landelijke jeugclomroep en verzochten de pro grammaleiding van de A.V.R.O. de leiding van deze omroep op zich te nemen. Zij wilden echter nog meer: eigen zendtijd en een eigen Radiobode. En in Hilversum had men wel plezier in de frisse ideeën, die de jeugd ten toon spreidde "en wat belangrijk was.... de A.V.R.O. had er wel oren naar. De wens van vele jongeren ging in vervulling. Er kwam een eigen omroep en er werd een „Minjonhoekje" in de Avroradiobode ingeruimd. Later werd er zelfs een eigen radiobode uitgegeven: de Microbode.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7