NEUROTONIC
TAXI 18000
Haarlemse jongeren maakten een
programma over moderne kunst
Haarlems streven gaf stoot
tot arbeidersontwikkeling
C. F. Janssen enthousiast over
zijn veelomvattende taak
Uitbreiding Diaconessenhuis
in gebruik genomen
Zaterdag collecte Rode Kruis
Jacob van Looy noemde vereniging
reeds in zijn roman „Jaapje"
Haarlem tweede stad in Nederland
met eigen bureau Monumentenzorg
^^rteven aan
de redactie
Nieuwe röntgen-
operatieafdelingen
"W ZENUWEN
Minjon-afdeling kampt met gebrek
aan apparatuur
WOENSDAG 7 NOVEMBER 1956
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
Weten en Werken" bestaat honderd jaar
Haarlems nieuwe ambtenaar voor Monumentenzorg
Eigen gebouw
Vigilante
Wachtverbod gedeelten
Gasthuis- en Raamvest
Winkelactie in december
in Oud-Schoten
Bouw van woningen in
Haarlemmermeer
Geen apparatuur
Burgerlijke Stand
van Haarlem
niet verdovend
maar genezend
Moderne kunst
Een typisch Haarlemse vereniging zal dit jaar haar eeuwfeest vieren: op
8 december zal het honderd jaar geleden zijn, dat een aantal vooraanstaande
Haarlemse ingezetenen onder voorzitterschap van de heer J. W. Wilson in de
Stadsdoelen bijeenkwam en daar besloot een vereniging op te richten, die
tot doel had „een poging te ondernemen de verspreiding van nuttige kennis
onder de nijvere handwerkstand te bevorderen". Zij wilde dit doel' bereiken
door de ambachtslieden „bijeen te brengen en door voordrachten en op
helderende proeven gemeenzaam te maken met wetenschappen en kunsten,
waarvan de kennis voor hen nodig wordt geacht".
Men zou in de formulering van deze doeleinden gemakkelijk een zekere
beschermende en neerbuigende toon kunnen opmerken, die in onze tijd misschien
enigszins uit de toon valt. Honderd jaar geleden was het initiatief tot oprichting
van een dergelijke vereniging echter een revolutionaire stap, die in de oude
liberale kringen van de Spaarnestad aanvankelijk dan ook heel wat weerstand
opriep. Het initiatief was geheel uitgegaaan van de heer John Waterloo Wilson
en dat het een oorspronkelijk en verfrissend initiatief was, blijkt wel uit het
feit, dat „Weten en Werken" honderd jaar later niet alleen nog in leven is,
maar zich in een bloeiend verenigingsleven mag verheugen. Dat dit mogelijk
was, is voor een groot deel te danken aan die Haarlemse ingezetenen, die op
8 december 1856 in de Stadsdoelen besloten de „handwerkstand" te verheffen
en kennis bij te brengen.
De pas benoemde ambtenaar, belast met de Monumentenzorg te Haarlem, de heer
Comeille F. Janssen heeft sinds donderdag een kamer betrokken in het gebouw van
Openbare Werken aan de Jacobijnestraat. Deze kamer toont nog qlle tekenen van de
omstandigheid, dat zijn eigenaar pas kort in dienst van de gemeente Haarlem is: de
kamer is nog niet echt bewoond en vertoont de keurige opgeruimheid van het splin
ternieuwe. Geen volgeschreven papieren en notulen, geen statistieken of openge
slagen folianten en tenslotte geen boekenkasten langs de wanden, gevuld met vak
litteratuur.
Het is té kort geleden, dat de heer Janssen benoemd werd om hem in de gelegenheid
te stellen nu reeds een persoonlijk cachet aan zijn kamer te geven. En zoals de kamer
nog openstaat voor alle mogelijke veranderingen, die zijn bewoner er aan zal kun
nen geven, zo staat ook die bewoner nog volkomen open voor de mogelijkheden van
zijn nieuwe functie, al wil dat natuurlijk allerminst zeggen, dat de heer Janssen geen
ideeën heeft omtrent de grote taak, die hem te wachten staat.
Dat de stichters ook in latere jaren nog
wel eens moeite hadden hun liberale prin
cipes door dik en dun te volgen, bleek wel
uit de reactie op een brief, die één der
bestuursleden in de negentiger jaren aan
de toenmalige voorzitter schreef en waar
in hij zei, dat het sociaal-democratische
(later anarchistische) blad „Recht voor
Allen" zeker niet op de leestafel in het
gebouw van de vereniging mocht ontbre
ken. Aan dit verzoek werd toen geen ge
volg gegeven, omdat in de statuten uit
drukkelijk was vermeld, dat de vereni
ging „los stond van elke politieke of reli
gieuze richting". In werkelijkheid duchtte
men echter een opruiende invloed op de
„handwerkslieden" van de kant van het
blad van Domela Nieuwenhuis. Hoe het
ook zij, het Haarlemse „Weten en Wer
ken" heeft in de tijd, toen er nog weinig
voor de arbeiders werd gedaan, de stoot
gegeven tot de oprichting van tal van on
dernemingen en instellingen, die later door
anderen zijn overgenomen en waarvan het
bestaan nu heel normaal is.
Dat de eerste voordrachten op een hoog
peil stonden blijkt uit de onderwerpen van
de lezingen, die in het eerste jaar werden
gehouden, onder auspiciën van de Neder
landse Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen, die hetzelfde soort werk reeds
deed voor een meer algemene groep van
de bevolking. Zo werd honderd jaar ge
leden reeds de arbeidsproduktiviteit in
een voordracht behandeld, verder is er dat
eerste jaar in de Stadsdoelen gesproken
over het „Wezen en nut van de scheikun
de. De fabrikatie van zeep, waterglas en
verfstoffen". Een andere titel luidde: „Het
licht, de warmte en de invloed op de uit
zetting van lichamen. Elektrisch licht en
zijn toepassingen". Daar waren toch on
derwerpen onder, die in die tijd zeer ac
tueel waren en bijvoorbeeld vergeleken
zouden kunnen worden met een voor
dracht over atoomsplitsing nu. In het alge
meen werd ieder vertoon van geleerdheid
weggelaten, om de toehoorders niet af te
schrikken en tenminste te bereiken, dat het
gesprokene ook begrepen werd.
In het volgend jaar van haar bestaan
kwam „Weten en Werken" bijeen in de so
ciëteit „De Vereniging" in de Lange Be
gijnestraat, waar een paar kamers werden
gehuurd en ook een bibliotheek en leeszaal
werden ingericht.
Op 3 mei 1867 werd door middel van le
ningen en vrijwillige bijdragen een eigen
gebouw aangekocht op de Gedempte Oude
Gracht, op de plaats, waar nu nummer
144 is gevestigd. Hiermee ging een grote
wens van alle leden van de vereniging in
vervulling. Het gebouw nam weldra een
bekende plaats in het Haarlemse stadsle
ven in. Ook in de litteratuur van ons land
heeft dit gebouw zijn plaats gekregen: in
het boek „Jaapje" van Jacob van Looy, na
melijk wordt ergens melding gemaakt van
het gebouw van „Weten en Werken", waar
je 's winters droog, warm en gratis in de
leeszaal kon verblijven.
De activiteiten van „Weten en Wer
ken" bepaalden zich niet alleen tot het
houden van voordrachten. In de zesti
ger jaren werden bijvoorbeeld verschei
dene tentoonstellingen gehouden van
produkten in de vrije tijd vervaardigd.
Er waren inzendingen van timmerlie
den, smeden en blikslagers in 1866 en
daarvoor in 1862 reeds was er op het
terrein van de Doelen een tentoonstel
ling ingericht waar metselaars aan mee
konden doen. Er hadden zich 4 man
aangemeld voor het „vlug werken" en 3
voor „net werken". Op een dergelijke
tentoonstelling in 1868 in Amsterdam
werd de inzending van „Weten en Wer
ken" bekroond met een zilveren me
daille tweede klas.
Met de lezingen ging het intussen niet zo
bc-st: belangstelling was er genoeg, maar
steeds meer sprekers uit Haarlem trokken
zich terug. Toen is men overgegaan tot het
uitnodigen van sprekers van buiten de
stad. Een moeilijkheid was echter deze
mensen weer tijdig naar hun woonplaatsen
te laten terugkeren en het was toen. dat
een zekere heer Beijen aanbood de spre
kers, na aflooop van de voordracht, met
een vigilante naar het stafion te brengen.
In 1870 werd begonnen met het geven
van Franse cursussen en negen jaar later
werd er, naast de burgeravondschool voor
jongens, eveneens avondcursussen gegeven
voor meisjes. Deze cursussen waren de
voorlopers van de latere industrie- en huis
houdscholen. In 1878 brak er brand uit in
het gebouw naast het verenigingsgebouw
gelegen. Wegens de grote schade, die daar
door ontstond moest naar een tijdelijk on
derdak worden omgezien. De Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen verschafte
toen tijdelijk onderdak. Intussen was de ac
tiviteit ook tot de muziek uitgestrekt: in
1880 werd de eerste muziekavond gege
ven. Tot de instellingen, aan welker oprich
ting „Weten en Werken" heeft meegewerkt
behoren de Openbare Leeszaal en -biblio
theek en de Haarlemse ambachtsschool.
Vijftig jaar geleden werd een toverlantaarn
aangekocht, die nu nog dienst doet en
waarmee destijds de eerste lichtbeelden
vertoond konden worden.
De ontwikkeling van de laatste halve
eeuw is zeer gelijkmatig verlopen: in 1900
werd het gebouw verkocht aan de heer J.
A. Boom, die er een drukkerij in vestigde
en van die tijd af is men regelmatig gast
geweest in verscheidene zalen in Haarlem.
De laatste jaren is dit in het gebouw van
de Vrijzinnig Hervormden in de Veste-
straat. De cursussen zijn geleidelijk ver
dwenen, maar ook nu nog worden er twin
tig voordrachten per seizoen gegeven, waar
alle leden toegang hebben. Het ledental
varieert tussen de 600 en 700 welk aantal
in verband met de beschikbare zaalruimte
niet kan worden opgevoerd. Veel perso
neelsverenigingen zijn lid van „Weten en
Werken" en hun leden bezoeken regel
matig de voordrachten, die 's winters iede
re veertien dagen donderdags door tal van
prominente sprekers worden gehouden.
Met het oog op de komende viering van
het honderdjarig bestaan is, naar wij reeds
gemeld hebben, een ere-comité uit alle ge
ledingen van de Haarlemse burgerij ge
vormd, onder voorzitterschap van burge
meester mr. O. P. F. M. Cremers. Verder
heeft het bestuurslid, mr. A. Beets een
boekje samengesteld, waarin alle activi
teiten van de jubilerende vereniging in de
afgelopen honderd jaar zijn beschreven.
Tenslotte zal het gemeentebestuur „Weten
en Werken" op 22 november een feestavond
aanbieden, waarbij een concert zal worden
gegeven door Albert de Klerk, orgel en
Corrie Bijster, sopraan. De vereniging zelf
heeft voor dezelfde avond de Koninklijke
Liedertafel „Zang en Vriendschap" uitge
nodigd om eveneens een concert te geven.
Tot slot vermelden wij hier het bestuur
van de jubilerende vereniging, zoals het
thans is samengesteld: K. R. van Staal,
voorzitter, T. Dijkgraaf, secretaris, F. M.
L. Ie Cavelier, penningmeester; mr. A.
Beets, commissaris, mr. C. M. J. de Jongh,"
commissaris en H. Weidema, commissaris.
(Verkort weergegeven)
Zeer zeker hebben allen de overvallen
van de Arabieren in Israel afgekeurd.
Engeland daarentegen gaf wapens aan
(Trans-)Jordanië. Toen Israëlische schepen
niet door het Suezkanaal mochten, deden
Frankrijk en Engeland daar niets tegen.
Toen Frankrijk en Engeland echter hun
macht daar kwijtraakten, zonnen zij op
andere middelen. Vorige week reeds ver
klaarde Mollet, dat er spoedig iets belang
rijks tegen Egypte zou gebeuren. Het is
duidelijk, dat deze koloniale mogendheden
(zie Algerije en Cyprus) van de geïrriteerd
heid van Israel misbruik hebben gemaakt,
om deze staat op te stoken, de eerste
kastanjes uit hel vuur te halen, om Frank
rijk en Engeland gelegenheid te geven, hun
doel toch te bereiken. Dat de helft van
het Engelse volk dit zelf zo aanvoelt, is
wel het beste bewijs.
Internationale politie hoort op de grens
van Egypte en Israel en niet een verkapte
terugneming van het Suezkanaal.
W. H. KOOPMANS, Hilversum
(Ook wij hopen dat internationale politie,
rechtstreeks verantwoordelijk aan de UNO.
zo spoedig mogelijk de bewaking van de
Egyptisch-Israelische grens zal over
nemen. - Red. H.D.)
Van het gebouw van het Diaconcssenhuis i
aan de Hazepaterslaan te Haarlem hing
maandagmiddag evenals elders de Neder
landse vlag halfstok ter herdenking van de
gebeurtenissen in Hongarije. Anders zou
van het gebouw de vlag gewapperd heb
ben, want maandagmiddag werden de
nieuwe röntgen- en de operatie-afdelingen
in gebruik genomen. Het bestuur van het
Diaconesscnhuis had gemeend, dat de dage
lijkse dingen moesten voortgaan en daarom
Is de bijeenkomst van de officiële inge
bruikneming niet uitgesteld. Uiteraard
droeg zij een eenvoudig karakter.
Ir. R. Dufour heette als voorzitter van
het bestuur de vertegenwoordigers van de
gemeentebesturen van Haarlem, Heem
stede, Bloemendaal, Bennebroek en Zand-
voort welkom en richtte zich met woorden
van dank tot allen die aan de bouw van
de nieuwe afdelingen hebben meegewerkt.
In het bijzonder wendde hij zich tot archi
tect K. L. Sijmons, die een moeilijke op
gave had, want aldus spreker bij de
vernieuwing van de materie is ook een ver
nieuwing van de geest nodig.
Nadat de aanwezigen Gezang 94 „Halle
luja, eeuwig dank en ere" hadden gezon
gen, herinnerde de wethouder van Finan
ciën en Volksgezondheid te Haarlem, de
heer W. C. Bakker, die de opening van de
afdelingen verrichtte, eveneens aan de ge
beurtenissen in Hongarije, die beroering
B. en W. van Haarlem hebben een wacht
verbod vastgesteld voor de rijbaan van de
Gasthuisvest van de Grote Houtstraat tot
de scheiding tussen de percelen aan de
Gasthuisvest 5 en 7 en van de Raamvest
van de Grote Houtstraat tot de scheiding
tussen de pei-celen aan de Raamvest 61 en
63. In hun overweging tot dit besluit mer
ken B. en W. op, dat de vakverdeling, die
aangebracht is op het wegdek op de Gast
huisvest, nabij de Grote Houtbrug en die
beoogt het verkeer naar zijn bestemming
te splitsen, uitstekend voldoet. Het resul
taat van deze regeling wordt evenwel na
delig beïnvloed door de omstandigheid, dat
ter plaatse veelal voertuigen worden ge
parkeerd en dat het derhalve gewenst is
een wachtverbod vast te stellen voor een
gedeelte van de vest, waaronder niet zijn be
grepen de ter plaatse aanwezige parkeer
havens. Op de Raamvest is het weggedeel
te door de aanwezigheid van een transfor
matorzuil zeer smal; het verkeer ter plaat
se wordt ernstig belemmerd.
De winkeliers in Oud-Schoten zullen met
de komende feestdagen weer een groot
scheepse winkelactie voeren. Dit is besloten
in een vergadering van een aantal winke
liers uit dit stadsdeel ten Noorden van de
Jan Gjjzcnvaart, welke maandagavond in
feestzaal „Noord" aan de Rijksstraatweg in
Haarlem-Noord is gehouden.
De voorzitter van het comité, dat de voor
bereiding en de organisatie van deze St. Ni-
colaas- en Kerstactie op zich heeft genomen
de heer A. van der Werff, zeide in zijn ope
ningswoord, dat de actie op dezelfde wijze
zal worden gevoerd als dit vorig jaar het
geval was toen bijna vijftig winkeliers met
veel succes hebben deelgenomen. Met het
oog op de nieuwe wet op het cadeaustelsel
zullen er echter dit keer geen goederen,
levensmiddelen of waardebonnen als prijzen
ter beschikking worden gesteld, maar geld
bedragen. Bedoelde wet verbiedt namelijk
de winkelier bij de verkoop aan zijn klan
ten geschenken te geven, welke niet tot
zijn eigenlijke branche behoren.
De heer Van der Werff bracht dank aan
het wijkcomité „Oud-Schoten" en de plaat
selijke politieautoriteiten voor de medewer
king. welke tot nu toe van die zijde werd
ontvangen. Hij wekte alle winkeliers in Oud-
Schoten op aan deze actie mede te werken,
niet alleen vanwege de financiële motieven
maar vooral om in deze wijk wat meer
leven in de brouwerij te brengen. Een be
langrijk argument noemde de heer Van der
Werff voorts het feit. dat vele klanten reeds
hadden geïnformeerd of de winkeliers in
Oud-Schoten met de komende feestdagen
weer iets op touw zouden zetten. „Klanten
binding is voor de winkelstand in onze zich
"steeds meer uitbreidende wijk van het
grootste belang. Zo ooit dan geldt in deze
tijd voor ons het parool „Winkeliers, let op
uw „zaak" aldus de heer Van der Werff.
De actie, die evenals vorig jaar onder de
naam „Wij doen weer mee!" gevoerd zal
worden, wordt uiteraard onder voorbe
houd van de toestemming van de politie
autoriteiten in twee gedeelten gehouden,
namelijk van 17 november tot 7 december en
van 17 december tot 27 december.
Tot slot deelde de heer Van der Werff
mede dat het tevens in de bedoeling ligt
tijdens de actie een St. Nicolaasfeest voor
de kinderen en een feestavond voor ouden
van dagen te organiseren. De data, waarop
deze avonden worden gehouden, zullen na
der bekend worden gemaakt.
onder het volk teweeg gebracht hebben.
Spreker had zich verdiept in de grote
tegenstellingen tussen de gebeurtenissen,
die zoveel leed en droefheid hebben ge
bracht door het verlies van de vrijheid en
de bijeenkomst van deze middag. In het
oosten van Europa wordt een volk kapot
gemaakt en bruut neergeslagen en in Haar
lem zijn velen rustig in dankbaarheid bij
een om getuige te zijn van een grote ver
rijking in een ziekenhuis. Elders worden
duizenden neergeworpen en invalide ge
maakt bij onvoldoende hulpmiddelen, in
Haarlem helpen wetenschap en liefdedienst
elkaar om het lijden te verzachten.
De nieuwe afdelingen zijn belangrijk en
staan onder leiding van twee deskundigen,
wier namen niet alleen in Haarlem, maar
ook in den lande een goede klank hebben.
Di\ J. W. Kamerling (röntgenoloog) en dr.
H. Wamsteker (chirurg) gaven daarna een
uiteenzetting over de nieuwe aanwinsten
en deelden mee hoe het in het verleden
toeging op de afdelingen, waarvan zij de
leiding hebben. Tijdens de verbouwing is
er dikwijls onder moeilijke omstandigheden
gewerkt. De sprekers brachten hulde aan
de zusters voor hetgeen zij gepresteerd
hebben om de werkzaamheden toch een
vlot verloop te doen hebben. In hun toe
spraken lieten zij uitkomen, dat vernieu
wing der afdelingen noodzakelijk was en
dat zij verheugd zijn over hetgeen tot stand
is gekomen.
Over die ideeën wil hij zich echter nog
niet uitlaten. „Ik ben daarvoor nog te
kort in Haarlem en ik wil me eerst graag
beraden over het komende werk en me
langzamerhand inwerken". Wel zei de heer
Janssen, dat hij Haarlem één der mooiste
steden van ons land vindt en dat er heel
wat te doen is in de binnenstad, waar veel
oude huizen om zorg vragen.
Behalve op de stad zelf kunnen wij ook
trots zijn op het gemeentebestuur, aldus de
heer Janssen. Er is slechts één andere stad
in Nederland, waar ook een bureau voor
de monumentenzorg bestaat en dat Is in
Amsterdam. Daar was het echter zo, dat de
verenigingen, die veel met monumenten
zorg te maken hebben, lang hebben moe
ten aandringen, voordat het Amsterdamse
gemeentebestuur er toe overging een func
tionaris te benoemen. In Haarlem echter
is het gemeentebestuur zelf met het ini
tiatief gekomen en het gevolg is, dat Haar
lem thans de tweede stad met een eigen
fmeentelijk bureau voor de monumenten
zorg in Nederland is.
Ofschoon er genoeg andere Nederlandse
steden zijn, die een monumentenbezit heb
ben, waar gemeentelijke zorg zeer gewenst
is, hebben verder slechts Utrecht en
Amersfoort een inspecteur benoemd voor
de zorg voor de monumenten. De taak van
deze functionarissen is echter heel wat be
perkter en incidenteier, dan die van de
heer Janssen in Haarlem, wiens werk zal
bestaan uit het stimuleren en voorbereiden
van restauraties, het toezicht houden op
de uitvoering ervan en het geven van ad
viezen aan huiseigenaren. Hij zal bij zijn
nieuwe taak nauw moeten samenwerken
met Bouw- en Woningtoezicht, met de pro
vinciale directie van de rijksdienst voor
Wederopbouw en Volkshuisvesting en met
de rijksdienst voor Monumentenzorg in
Den Haag. Het bureau voor de Monumen
tenzorg wordt een onderdeel van de dienst
voor Openbare Werken en zal naast de spe
cialist, die de heer Janssen is, in de toe
komst eveneens een staf van andere mede
werkers krijgen, die er allen aan zullen
meewerken Haarlems bezit aan monumen
ten te bewaren en waar nodig te restau
reren.
B. en W. van Haarlemmermeer hebben een
schema voor de bouw van woningen in de
komende jaren opgesteld. Daaruit blijkt, dat
er voor 1957 gedacht is 100 eengezinswonin
gen te bouwen in Hoofddorp-Oost. Het col
lege stelt de gemeenteraad voor aan de heer
E. F. Croosman, architect te Rotterdam, op
dracht te verstrekken de woningen te ont
werpen.
Voor 1958 vermeldt het schema de bouw
van 150 ééngezinswoningen in Badhoeve
dorp-West, voor 1959 100 ééngezinswoningen
en 50 etagewoningen in Zwanenburg-Zuid
oost en voor 1960 100 ééngezinswoningen in
Hoofddorp-Noord.
Aan de heer Croosman zal bij aan
neming van het voorstel verzocht worden
de ontwerpen voor uitvoering in systeem
bouw geschikt te maken.
ADVERTENTIE
SCHRIJVERS VRAGEN VERWIJDERING
COMMUNISTEN UIT PEN-CENTRUM.
Een aantal leden van het Pen-centrum
voor Nederland heeft zijn bestuur verzocht
een spoedvergadering uit te schrijven,
waar door A. Morriën, Maurits Dekker, H.
A. Gomperts, J. J. Klant, Max Nord en H.
Wielek een motie zal worden ingediend,
die het bestuur opdraagt communistische
schrijvers uit het Pen-centrum voor Neder
land te verwijderen.
De heer Janssen is kunsthistoricus van
beroep en van roeping: hij heeft gestudeerd
en studeert nog aan de Gemeentelijke Uni
versiteit van Amsterdam. Sinds november
1949 was hij als administrateur aan de
bond Heemschut te Amsterdam verbonden,
in welke functie hij al vertrouwd is gewor
den met het soort werk, dat hem hier in
Haarlem wacht.
Monumentenlijst
Als één der eerste taken op het ge
bied van de Monumentenzorg, waar
de heer Janssen zich mee zal belasten,
kan genoemd worden het aanleggen
van een monumentenlijst.
In 1921 is er door het rijk een voor
lopige lijst van monumenten samen
gesteld, die echter verder niets inhield
aan beloftes tot bescherming of sub
sidieverlening. Na de oorlog is er een
tijdelijke wet monumentenzorg geko
men, waartoe in de eerste meidagen
van 1940 de stoot werd gegeven door
generaal Winkelman, die toen besloot
de monumenten op de tijdelijke rege-
ringslijst wettelijk te beschermen.
Als er binnenkort een definitieve
wet voor de Monumentenzorg komt,
zal er door de regering een monumen-
tenregister worden aangelegd. De mo
numenten. die op deze ïijst voorkomen
zullen van rijkswege beschermd wor
den. Reeds nu wordt verwacht, dat het
monumentenregister minder gebouwen
zal bevatten, dan op de voorlopige lijst
voorkomen. Van gemeentewege moet
daarom overwogen worden de rij ge
bouwen uit te breiden met die panden,
die niet op het register voorkomen.
De heer Janssen wees erop, dat de nieu
we lijst ook van andere premisses uitgaat,
dan dat met de oude voorlopige het geval
was. Niet alleen bestaande gebouwen zul
len de aandacht vragen, maar ook zal
rekening worden gehouden met het stads
beeld in zijn geheel. Met het oog hierop
In verscheidene grote plaatsen in Ne
derland, waaronder ook Haarlem, werden
onderafdelingen opgericht. Afdelingen met
een technische staf, programmaleiding en
speciale diensten. Een echte radio-omroep
op kleine schaal. Aan het hoofd van elke
afdeling staat een consul, die besprekingen
houdt en correspondentie voert met de
AVRO.
Vele afdelingen hebben zelfs een eigen
studio en apparatuur, zoals taperecorders,
microfoons en een uitgebreide discotheek.
De Haarlemse studio heeft geen studio en
moet genoegen nemen met een provisorisch
tot studio ingerichte huiskamer. Zij heeft
ook te kampen met een gebrek aan appa
ratuur, wat natuurlijk een belemmering
vormt bij het maken van een programma.
Tenslotte kan men van schooljongens moei
lijk verwachten, dat zij tape-recorders,
pick-ups en microfoons kopen.
Wanneer een uitzending wordt voorbe
reid, trekken de Haarlemse „radiomensen
in de dop" de straat op en lopen alle be
kenden, familie en zelfs de grote radio
zaken af. Soms lukt het wel eens, na veel
gebedel en gesmeek, een taperecorder
op de kop te tikken. Meestal lukt het niet
en een met veel moeite en ten koste van veel
vrije tijd opgebouwd programma kan niet
worden uitgezonden.
De Haarlemse jeugd van Minjon laat zich
hierdoor niet ontmoedigen en „werpt" zich
steeds weer op een voor jongeren interes
sant onderwerp, waar weer een program
ma uit wordt gedestilleerd. Lukt het eens
een taperecorder te bemachtigen en is het
programma op de band vastgelegd, dan
wordt deze opgestuurd naar Hilversum en
daar door een staf van technici beoordeeld.
Als de grote bazen van Minjon in Hilver
sum „er iets in zien", worden de jongens
uitgenodigd op de studio's te verschijnen.
Zodra deze opname is gelukt en is bijge
schaafd, kan de afdeling trots zijn, want
dan is zij verzekerd van een uitzending, die
door de jeugd uit het hele land wordt be
luisterd. Als een proefopname niet geschikt
is om uitgezonden te worden, wordt deze
met commentaar teruggezonden. De jon
gens wordt gewezen op de gemaakte fou
ten, waaruit zij bij het samenstellen van
HAARLEM, 6 november 1956
ONDERTROUWD: 6 nov„ H. A. Loogman
en Chr. P. Barnhoorn; S. de Vries en J.
Schilstra; J. J. Pel en M. Koperberg; E. Hui
zing en H. de Jong.
GEHUWD: 6 nov„ L. J. Jansens en A. H.
van Wonderen: L. C. M. van ien Bosch en
E. H. van Looij; G. J. Haselager en J. A.
van Lieshout; H. de Haan en J. van Alten;
J. G. I-Ioogerbeets en A. H. C. Mathot; E. W.
Roose en J. Möhringer; H. Griffioen en F.
Hamoen.
BEVALLEN van een zoon: 3 nov„ A. W.
van DeldenDelforge; 4 nov., A. J. M. Klee-
blad—Verboog; 5 nov., E. M. Hekel—de
Goede; R. de HaanVersteeg.
BEVALLEN van een dochter: 3 nov., M.
van SchieMaas; B. A. RutteStokman; 5
nov., A. Samuels—Dcngering; A. G. C. van
ReijnKaijk; R. de HaanVersteeg; 6 nov.,
C. RoffelZwarts; A. M. van HattumNa
gelhout.
OVERLEDEN: 3 nov., E. van Mierlo, 55 j„
Brouwersstraat; R. A. J. Sweerts, 51 j., Zijl-
weg: 4 nov., Chr. J. Th. Meijer, 83 j„ Jans
straat; M. W. Verhallen—Hendrix, 61 j„
Kruistochtstraat; 5 nov., H. N. Willemse, 62
j., Leidsevaart; J. J. A. Bos, 67 j„ Vergierde-
weg; J. de Groot, 73 j„ Papentorenvest; C.
Hassink—Hendriksen, 76 j., Patrimonium
straat.
ADVERTENTIE
wordt U volledig de baas met
het zenuwpreparaat cfezer tijder»
zal de heer Janssen zich wat Haarlem be
treft ook gaan bezighouden met grachten,
bolwerken, buitenplaatsen en zelfs met de
enkele natuurterreinen, die zich binnen de
gemeentegrenzen bevinden.
De nieuwe ambtenaar voor de Monumen
tenzorg kent zijn huidig werkterrein heel
goed: vroeger kwam hij veel in Haarlem
en in één der jaarboekjes van de vereni
ging „Haerlem" heeft hij een artikel ge
schreven over de oudste geschiedenis van
de Spaarnestad.
In een vorig artikel, waarin wij de be
noeming van de heer Janssen aankondig
den, hadden wij geschreven, dat hij zijn
nieuwe taak met vertrouwen tegemoet ziet.
„Dit heb ik destijds niet gezegd", aldus de
heer Janssen. „Maar u mag het nu zeer
zeker weer vermelden: inderdaad ben ik
over mijn nieuwe werk zéér enthousiast.
Er is hier veel te doen".
En met deze woorden, die een belofte
voor de toekomst inhouden, willen wij dit
artikel over het nieuwe Haarlemse bureau
voor de Monumentenzorg en zijn hoofd, de
kunsthistoricus Comeille F. Janssen be
sluiten.
een volgend programma lering kunnen
trekken.
Enige weken geleden lieeft de Haarlemse
afdeling een programma over moderne
kunst in elkaar gezet. De proefopname
werd naar Hilversum gestuurd. Vorige
week donderdag moesten de Haarlemmers
in de studio's verschijnen voor het maken
van de definitieve opname.
Men zal begrijpen, dat zij in spanning
wachten op de definitieve beslissing. „Zal
het wel of niet worden uitgezonden", vra
gen zij zich af. 's Nachts kunnen zij er niet
van slapen!
Het gegeven voor dit programma is heel
eenvoudig: Een aantal jongelui brengt
een bezoek aan 'n kunstschilder, zij dwalen
door zijn atelier en critiseren zijn schilde
rijen. Uit deze critische opmerkingen vloeit
een discussie over de moderne kunst voort,
waarbij allerlei ideeën naar voren worden
gebracht.
Het lijkt inderdaad een eenvoudig gege
ven, maar de uitwerking er van is zeker
minder eenvoudig, dan men denkt. De jon
gens komen regelmatig bijeen en brengen
ideeën naar voren, die eventueel geschikt
kunnen zijn als onderwerp van een pro
gramma te dienen. Wordt een idee aange
nomen, dan gaat men gegevens inwinnen.
Dagen achtereen lopen de jongens biblio
theken in en uit en bellen instanties op. En
als zij naar het gemeentearchief gaan om
1 nog meer gegevens, dan houden de ambte
naren hun hart vast. De jongens willen
alles weten en schrikken er niet van terug
om desnoods het hele archief onderste
boven te halen.
Als het scenario is geschreven komen de
radioamateurs bij elkaar. De rollen worden
verdeeld, repetitie volgt op repetitie, de
teksten worden tot in het oneindige door
genomen en als dit alles achter de rug is
volgt de microfoonproef. De regisseur gaat
na of het goed klinkt voor de microfoon en
geluidseffecten worden ingelast. Eindelijk
wordt het programma, vaak na weken re
peteren en nog eens repeteren, op de band
opgenomen, die dan naar Hilversum wordt
gezonden. En dan maar afwachten of het
programma geschikt wordt bevonden.
axxxxxxxyaxooococxxxxxxjooccoaxxsooooooeooooooooGOOOOOoqoaxioooeooooooooooooocoooeoooeooooooccocoecooocösoocooc
Op zaterdag 10 november houdt de afdeling Haarlem en omstreken van het
g Nederlandse Rode Kruis in Bennebroek, Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout,
0 Vogelenzang, Haarlem en Heemstede een collecte ten bate van de slachtoffers i|
8 uit Hongarije.
Hiertoe kon besloten worden, nadat de betrokken afdelingen van het Neder-
landse Oorlogsgraven Comité spontaan hadden besloten de „Klaproosdag", wel- l
8 ke op deze zaterdag was bepaald, af te gelasten en voor de hulpactie voor
8 Hongarije beschikbaar te stellen.
Woensdag en donderdag a.s. kunnen collectanten voor deze geldinzamelingen l
te Bennebroek, Bloemendaal Overveen, Aardenhout en Haarlem zich opgeven
bij het secretariaat van de afdeling Haarlem en omstreken van het Nederlandse
Rode Kruis, Paviljoenslaan 3 te Haarlem, telefoon 21485; collectanten voor
Heemstede bij mevrouw H. E. Degenaar-Boele van Hensbroek, Pieter de Hoogh
ei straat 11, Heemstede, telefoon 35008, en bij mevrouw C. M. J. M. Mac Neill,
8 Joh. Vermeerstraat 1, Heemstede, telefoon 35446. Voor Vogelenzang bij me-
3 vrouw W. Ph. Bannaart, Bekslaan 32, telefoon 520.
Ook op de scholen wordt een geldinzameling voorbereid.
3 Nadere berichten met betrekking tot het in ons land huisvesten van Hon-
8 gaarse vluchtelingen kunnen nog niet worden verstrekt. Onderhandelingen
H worden thans terzake gevoerd door het Internationaal Vluchtelingen Comité.
3 Van de zijde van het bestuur der afdeling Haarlem en omstreken van het Ne-
3 derlandse Rode Kruis wordt verder bericht, dat voorbereidingen worden ge-
8 troffen tot het oprichten van een groot opvang-centrum. Het bestuur spreekt de
8 verwachting uit, dat velen van hen, die zaterdag voor Hongarije zullen eollee- j:
eren, ook de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting, die door haar sympathieke S
;i geste deze collectemogelijk maakte, bij een nog nader te bepalen „Klaproos-
actie" eveneens zullen helpen.
0-X>OCOC!5^C<X>OOCODOOOK>»SOOOCO^COOOC>OCCOC>300CO(>X>OOOCCOK)OCOCCCOOOOOOCOOCOCCOX»CCOa«>OOOOCOCCCOOOC<»XOOCOOC'
De miniatuur jeugclomroep Nederland is drie jaar geleden opgericht en heeft
in die korte tijd grote bekendheid verworven. Voor die tijd bestonden er al
jeugdomroepen in verscheidene plaatsen van ons land, die zelf programma's
verzorgden, vaak een eigen studio hadden en uitzendingen op de amateurband
gaven. Het peil van de programma's was meestal niet zo hoog, omdat het
benodigde materiaal en deskundige leiding ontbraken. Enige jongens en
meisjes van A.R.O.S., een jeugclomroep uit Soesterberg, trokken de stoute
schoenen aan en zochten contact met een „grote" omroep, de A.V.R.O. in
Hilversum. Zij wensten een landelijke jeugclomroep en verzochten de pro
grammaleiding van de A.V.R.O. de leiding van deze omroep op zich te
nemen. Zij wilden echter nog meer: eigen zendtijd en een eigen Radiobode.
En in Hilversum had men wel plezier in de frisse ideeën, die de jeugd ten
toon spreidde "en wat belangrijk was.... de A.V.R.O. had er wel oren naar.
De wens van vele jongeren ging in vervulling. Er kwam een eigen omroep
en er werd een „Minjonhoekje" in de Avroradiobode ingeruimd. Later werd
er zelfs een eigen radiobode uitgegeven: de Microbode.