Nederlanders uit het benarde
Boedapest terug in Wenen
PHILIPS
r
Een week lang wachten op
een Russisch „propoesk
Langs de marsroute van
Israel door Sinaï
„Berenvel" van Paul Willems
door de Haagse Comedie
Van dag tot
dag J
Verder verzet
Naar keuze
Afscheid van een vertrapte en dode stad
Photoflux-
Woestijnweg vertelt historie van de
bliksemactie in bijbelse omgeving
MAANDAG 12 NOVEMBER 1956
h
Controle
Dwang
Koningin terug van
vakantie
Krappe zege in Rijn-Palts
voor Adenauers partij
Hulp
Eerste Rode Kruistransport
uit Wenen naar Boedapest
Oostenrijk verontwaardigd
over Russische houding
Het Nationaal Comité en
het Rode Kruis
Verdacht van verduistering
van bijna 100.000
BELGISCH-NEDERLANDS
Ofschoon de strijd in Hongarije zijn
hoogtepunt voorbij is en er van enige be
tekenisvolle gewapende tegenstand geen
sprake meer lijkt te zijn, blijkt toch dat
de wil tot verzet geenszins i§ gebroken en
dat de Hongaarse bevolking er niet aan
denkt, zich ontmoedigd te schikken in het
dwangbuis. Niet alleen vechten de guerilla's
door en duiken zij op waar Russische tanks
vertrokken zijn na hun „ordeherstellende
taak te hebben verricht, doch ook geeft de
bevolking blijk van onverbloemde afkeer
van de opgelegde regering-Kadar en wei
gert zij zich volgzaam te wijden aan de
taak, die zij in een normale situatie na een
catastrofe zou hebben: de opbouw van het
vernielde, het herstel van de maatschappe
lijke machinerie en het weer op gang bren
gen van de Hongaarse samenleving. Het
lijdelijke verzet heeft nu de plaats van de
straatgevechten ingenomen en ieder weet
hoe fnuikend deze soort van verzet kan
zijn voor ongewenste machthebbers.
Een onvermijdelijk gevolg van het in
grijpen der Russische tanks in Hongarije is
ongetwijfeld geweest, dat de afschuw van
de communistische leer ook is doorgedron
gen in kringen, waar tot voor kort wellicht
nog enige belangstelling voor de Marxisti
sche doctrines bestond. In arbeiderskrin
gen met name, waar van dankbaarheid
voor de „zegeningen" van het vooroorlogse
Hongaarse regiem allerminst sprake was.
Thans echter wordt de wrevel over deze
donkere perioden uit het verleden over
schaduwd door de onvergefelijke, onher
stelbare moordpartij der Russische tanks
en de voedingsbodem voor een definitieve
breuk met alles wat naar communisme
riekt zal daardoor op nog groter schaal zijn
bereid.
Dit geeft goede hoop op een voortduren
van het lijdelijke verzet, ook nadat ogen
schijnlijk de orde zal zijn hersteld.
Wanneer dit verzet wordt georganiseerd
en toegepast op een taktische wijze, zal de
nieuwe communistische regering genoopt
worden voortdurend water in haar wijn te
doen, aangezien zij tegenover Moskou ver
antwoordelijk zal worden gesteld voor een
spoedig functioneren van de Hongaarse
economie.
Dat Kadar reeds met Nagy onderhandelt,
wijst erop dat de nieuwe communistische
en sterk pro-Russische regeringsleider
de noodzaak van dat water in zijn rode
wijn beseft. De Hongaarse bevolking kan
natuurlijk met vele sancties tot medewer
king worden gedwongen. Doch altijd slechts
tot een minimum aan medewerking, waar
door op den duur wellicht en dan in
verstandhouding met dezelfde strevingen
in andere satellietstaten de vruchten van
de bloedige offers niet zullen kunnen uit
blijven.
Verleden week woensdag, toen de Alge
mene Vergadering van de Verenigde Naties
had besloten tot vorming van een UNO-
politiemacht voor het Midden-Oosten, is in
ons blad opgemerkt dat het voornemen om
aan die politiemacht een bijna „supra
nationaal" karakter te geven, haast te mooi
klonk om waar te zijn. Zoals nu blijkt, was
dat voorbehoud wel gerechtvaardigd. Want
secretaris-generaal Hammarskjoeld mag
dan wel bedoeld hebben, aan die troepen
het nationale karakter te ontnemen door
hen onder de vlag van de Verenigde Naties
te plaatsen en door het opperbevel ervan
rechtstreeks aan hemzelf verantwoordelijk
te doen zijn, Egypte heeft hem en de
hele wereld nu te verstaan gegeven dat
we op het gebied van de internationale
rechtsorde helaas zo ver nog niet zijn.
President Nasser heeft de bevelhebber
van de UNO-troepen, generaal Burns, na
melijk laten weten dat Egypte op zijn
grondgebied alleen die troepen zal toelaten
welke afkomstig zijn uit een land dat voor
Nasser „acceptabel" is. Daarmee onder
graaft de Egyptische dictator opnieuw het
gehele principe van een internationale
politiemacht die boven de partijen staat.
Want volgens de Egyptische eis zou die
macht, voor zover zij in Egypte zou willen
komen, alleen maar mogen bestaan uit
staatsburgers van landen, welker politiek
de goedkeuring van Nasser heeft. En dit
ondanks het feit dat Hammarskjoeld zelf
reeds dadelijk de grootste vooi-zichtigheid
aan de dag heeft gelegd door bijvoorbeeld
géén van de grote mogendheden uit te
nodigen tot het leveren van militaire bij
dragen. Het uitblijven van een uitnodiging
aan Nederland ondanks het Nederlandse
aanbod om „desgevraagd" een troepencon
tingent te leveren wijst er zelfs op dat
Hammarskjoeld in zijn voorzichtigheid zo
ver is gegaan om geen landen, die minder-
dan-vriendschappelijke betrekkingen met
een van de Bandoeng-landen onderhouden,
uit te nodigen. Maar zelfs dit is Nasser
blijkbaar niet ver genoeg.
Van een werkelijk internationale, heel de
UNO vertegenwoordigende politiemacht
blijft op deze wijze niets over. De situatie,
die er nu ontstaat, begint te lijken op die,
waarin een wetsovertreder zélf de politie
agent zou mogen kiezen, die hem eventueel
op heterdaad zou moeten betrappen! Het
spreekt vanzelf, dat er in zo'n geval nooit
iemand betrapt zou worden.
Aan de Russische steun, waarvan Egypte
zieh nu wel in grote mate verzekerd weet,
moet ook deze wantoestand weer worden
toegeschreven.
9>
Van prof. dr. N. Greitemann, correspondent in Wenen
NA EEN ISOLEMENT VAN ZEVEN DAGEN is een groep buitenlandse
journalisten ongeveer honderd man naar de vrijheid teruggekeerd, onder
wie zeven Nederlandse correspondenten, die werden verrast door de Russische
tegenaanval op zondagmorgen 4 november. Wij werden in het hotel „Duna"
aan de Donau bij de kettingbrug 's morgens om vijf uur door zwaar geschut
vuur en het ratelen van Russische tanks opgeschrikt. Wij besloten het hotel
te verlaten. Twee van ons reden over de kettingbrug naar de Nederlandse
legatie, die in Boeda aan de overkant van de rivier ligt. De overige vijf sloten
zich bij de Fransen, Westduitsers en Oostenrijkers aan en vonden een hartelijk
onthaal in de Franse ambassade in Pest, waar zij met 38 man vijf dagen lang
op de grond sliepen. In de voedselvoorziening kwam pas donderdagavond
verbetering, toen de Oostenrijkse gezant in Boedapest met levensgevaar een
lading levensmiddelen uit Boeda naar de Franse ambassade kwam brengen.
Nadat alle pogingen mislukt waren om
vrijgeleiden te verkrijgen, trok vrijdag
morgen een konvooi van ongeveer veei-tig
auto's uit Boedapest weg, maar het werd
12 kilometer buiten de stad door Russische
tanks tegengehouden. Wij moesten een Rus
sisch „propoesk" (document) halen, zo
werd gezegd. Daar de gevechten in de stad
wat zwakker waren geworden, gingen de
meeste journalisten naar een hotel. De vijf
Nederlanders naar het Grand-hotel op het
Margaretha-eiland, waar het verblijf nog
zeer aangenaam was. Vrijdagavond en za
terdag wachtten meer dan honderd journa
listen in het gebouw van de Russische
stadscommandant, kolonel Koetsjinov, op
de Gorki-boulevard, tevergeefs op een vrij
geleide, met uitzondering van een zestal
Zweden, die het benodigde, met de hand
geschreven blaadje papier, zaterdag kre
gen. Zondagmorgen kregen eerst de Italia
nen, daarna de Fransen, vervolgens de
Nederlanders, de Oostenrijkers, de West
duitsers, de Britten en op het laatst de
Amerikanen het document. De Russische
milit.aii-en maakten dus onderscheid- tussen
neutralen, half-neutralen en minder be
vriende staten.
Wij namen nog een klein aantal landge
noten, meestal zakenmensen, in onze groep
op en reden tussen Russische tanks, kanon
nen en opgestelde machinegeweren door,
naar de Oostenrijkse grens, waar wij dooi
de Nederlandse gezant te Wenen, mr. T.
Star-Busmann, wei-den begroet. Onderweg
werden wij tienmaal door Russische solda
ten gecontroleerd en slechts eenmaal door
Hongaarse verzetsstrijdeers. De verspreide
partisanen-groepen zijn zwak gewapend.
Tientallen inwoners van Boedapest, die
om onze auto's stonden gaven ons briefjes
voor vrienden in Wenen of in het Westen
mee. Honderden Hongaren wuifden de in
zittenden van de buitenlandse auto's toe
als hun helpers. Wij weten dat Hongarije
voorlopig van de wereld wordt afgesne
den en dat het militaire bewind er alle be
lang bij heeft, dat de buitenlandse waarne
mers geen getuigen zijn van datgene, wat
zich in dit land zal voltrekken. Wij kunnen
echter getuigen van de terreur die er in de
afgelopen week in Boedapest heeft geheerst
en hoe de Russische troepen elk verzet met
tanks in bloed hebben gesmoord en met
vlammenwerpers hebben weggebrand.
Boedapest, een van de mooiste steden
van Europa, is zwaar gehavend. Op onze
tochten door de stad in de afgelopen dagen
reden wij door wolken stof en vuil, over
telefoon- en tramkabels, langs omgevallen
bomen en lichtmasten en daartussen ston
den honderdtallen Russische tanks. Volgens
een voorzichtige schatting beschikken de
Russen alleen in Boedapest over twaalf
honderd tanks. Ofschoon het officieel ver
boden is dat meer dan twee mensen bij el
kaar op straat staan, vormen zich hele
groepen van honderden mensen voor bak
kers- en levensmiddelenwinkels. Honger is
sterker dan angst.
Boedapest is een vertrapte en dode stad,
waarin geen levenswil meer te bespeuren
valt. Het zal moeilijk zijn de bevolking weer
aan het werk te krijgen. Commando's van
de militaire dictatuur zullen de mensen
dwingen de straten te reinigen en de we
deropbouw van de publieke werken voor
te bereiden. De bevolking van Hongarije
vreest de Russen, maar het heeft niet het
minste vertrouwen in de communistische
regering van Janos Kadar. Er zal een
volksdemocratisch bewind worden inge
voerd tegen de wil van het volk. Het begin
sel van coëxistentie zal hier geen toepassing
meer vinden, omdat elk verschil van me-
Koningin Juliana is zaterdag tegen zes
uur per vliegtuig uit haar vakantieverblijf
Taormina op Sicilië in Nederland terugge
keerd. Zij werd op het vliegveld Soester-
berg verwelkomd door Prins Bernhard.
MAINZ (Reute*-). Bij plaatselijke ver
kiezingen in Rijn-Palts heeft de christelijke
democratische partij van 'bondskanselier
Adenauer een krappe overwinning behaald
op de sociaal-democraten. Op de partij van
Adenaeur werd zondag 41,1 percent van het
totaal aantal stemmen uitgebracht en op de
sociaaldemocraten 39,6 percent. Bij de ver
kiezingen in 1952 was de verhouding 38,9
tegen 23,4 percent. De winst van de sociaal
democraten schijnt gegaan te zijn ten koste
van de vrije democraten (liberalen).
De sociaal-democraten zijn 6,2 percent
gestegen; de christen-democraten 2,2 per
cent. De verliezers zijn de vrije democraten
van dr. Dehler, die van 16,1 (1952) op 12,3
percent daalden. Twee weken geleden
boekten de sociaal-democraten ook reeds
aanzienlijke winsten bij de gemeenteraads
verkiezingen in Noordrijn Westfalen, Hes
sen en Neder-Saksen. De uitslagen van de
gemeenteraadsverkiezingen in Baden-
Württemberg kunnen wegens de ingewik
keldheid van het kiessysteem pas over
enige dagen worden verwacht.
ning door de Russische overmacht zal wor
den onderdrukt. Nadat de regering Nagy
de bevolking vorige week nog met vrien
delijke woorden had opgeroepen het werk
te hervatten, zal de nieuwe regering het
volk daartoe dwingen. Van een opzettelijke,
algemene staking kan nog geen sprake zijn,
omdat de mensen niet kunnen werken, om
dat zij uit hun evenwicht zijn geslagen. In
de ministeries, de bedrijven en fabrieken
staan de vroegere communistische leiders
weer aan het hoofd. De geheime staats
politie (A.V.H.), is weer uit zijn schuilhoe
ken gekropen en terroriseert, met de Rus
sen, de bevolking.
Hulp van het Rode Kruis is dringend
nodig, want de Hongaren lijden honger en
kou en hebben geen bouwmaterialen. De
toestanden in de ziekenhuizen zijn catastro
faal, omdat men geen verdovende midde
len heeft. Er sterven zeer vele zwaargewon
den bij gebrek aan penicilline. Het westen
heeft de plicht dit zwaar beproefde volk te
helpen. Niet alleen uit christelijke en men
selijke overwegingen, maar vooral omdat
het Westen Hongarije op een beslissend
ogenblik aan zijn lot heeft moeten over
laten. De Hongaren zijn ^hierover zeer ver
bitterd, ofschoon zij dankbaar zijn voor alle
hulp uit het Westen. Toen wij gisteren het
geteisterde Boedapest uitreden, nagestaard
door de geslagen, teleurgestelde bevolking,
dachten wij aan het begin van de klaag
liederen van de profeet Jeremia:
„Hoe zit zij eenzaam neder,
de eens volkrijke stad;
als een weduwe is zij geworden,
die machtig was onder de volken;
de vorstin onder de landschappen
is onderworpen aan herendienst".
(Van onze correspondent in Wenen)
In politieke kringen te Wenen heeft
men met voldoening kennis genomen van
de overweldigende meerderheid voor de
eerste Oostenrijkse resolutie in de UNO-As-
semblée, waarin alle leden-staten worden
uitgenodigd medicamenten, levensmidde
len en kleding ter beschikking te stellen
van het Hongaarse volk. In de uitslag van
de stemming (67 voor bij acht onthoudin
gen) ziet men in Wenen ondermeer het be
wijs, dat de wereld geen geloof hecht aan
de beschuldigingen van radio-Moskou dat
via Oostenrijk wapens en „fascistische ele
menten" naar Hongarije werden vervoerd.
De Oostenrijkse pers heeft op deze aan
vallen op Oostenrijks neutraliteit fel gerea
geerd en ook kanselier Raab heeft zondag
via de radio met kracht tegen deze com
munistische verdachtmakingen geprotes
teerd.
Daar, met Joegoslavië en Polen, ook
Hongarije vóór stemde, verwacht men in
Wenen, dat de hulpzendingen via Wenen
naar Boedapest spoedig volledig kunnen
worden hervat. Men werd in deze overtui
ging nog gesterkt door de mededeling van
de Hongaarse ambassade in Wenen, dat de
berichten, volgens welke Hongarije hulp
zendingen uit kapitalistische landen wei
gert aan te nemen, onjuist zijn. De Hon
gaarse regering' zal dankbaar iedere hulp
aanvaarden, van welke zijde die ook mag
komen, aldus de ambassade.
Inmiddels heeft een Rode Kruis-trans-
port, dat bij Klingenbach Hongarije wilde
binnenrijden, toestemming gekregen via
Endenburg naar Boedapest te rijden. De
autos' werden grondig door de Russen
doorzocht. Over de doortocht van een
tweede colonne wordt nog onderhandeld.
Vijf artsen twee Britten, twee Austra
liërs en een Deen hebben in een brief
aan de Londense „Daily Telegraph" een
voorstel gedaan om medische hulp aan
Hongarije te verstrekken. Zij willen dat
artsen uit de gehele wereld samenwerken
om een groot aantal medische groepen met
hulp van de UNO en het Rode Kruis per
valscherm in Hongarije neer te laten. Deze
vijf artsen hebben zich als vrijwilligers
voor deze actie aangeboden.
Gescheiden tahen maar één doel
Het Nationaal Comité Hulpverlening
Hongaarse Volk en het Nederlandse Rode
Kruis, hebben een gemeenschappelijke ver
klaring gepubliceerd over hun taken. Het
Nationaal Comité Hulpverlening Hongaarse
Volk is een zuiver Nederlandse organi
satie, aldus de verklaring en vertegen
woordigt alle lagen van ons volk.
De taak van dit comité is om als over
koepelend orgaan van alle landelijke,
plaatselijke en incidentele acties ten bate
van het Hongaarse volk, in nauwe samen
werking met de gevestigde hulporgani
saties in ons land, coördinerend en stimu
lerend te werken. Het doel is, op het giro
nummer 999 Nationaal Comité Hulpver
lening Hongaarse Volk Amsterdam, een
zo groot mogelijk bedrag voor dit hulp
werk bijeen te brengen. Uit deze middelen
wordt volgens deskundige adviezen leni
ging geboden aan de menigvuldige noden
van het Hongaarse volk. In de huidige
situatie richt zich de hulpverlening in de
eerste plaats op de vluchtelingen, die in
het vrije westen toevlucht hebben gezocht.
Hierbij wordt er nauwlettend op toe
gezien, dat het Nationaal Comité zifch niet
op een terrein begeeft, waar het Rode
Kruis op grond van zijn internationale
status een eigen taak heeft te verrichten
en derhalve door moet gaan met. zijn in
zamelingsactie op gironummer 777 (hoofd
bestuur Nederlandse Rode Kruis Den
Haag).
De gemeentepolitie te Krommenie heeft de
administrateur van de spaarbank „Hulp
betoon" in Asserdelft, de 56-jarige makelaar
M. de B., aangehouden.
Hij wordt verdacht van verduistering van
bijna f 100.000 in een periode van acht jaar
door verkoop van effecten en manipulaties
met spaarbankboekjes.
ADVERTENTIE
iPMUttl
BINNENHUISJE" |/£^J No. 3
(Frits Flits:)
Proficiat, verloofde Kees!
En veel geluk, verloofde Trees,
Met kaasschaaf en saladeschaal
Maar 't mooist cadeau van
allemaal
Krijg je van mij: een hele rits
Van leuke foto's die ik (flits!)
Hierthuis van jullie hoogdag maak;
Met „Photoflux", dus altijd raak!
(Allemaal
Wij nemen Philips „Photoflux"!
Bij ieder filmpje een paar stuks!
Het feilloze
flitslampie CS"
(Van onze reisredacteur)
Achter het stuur van een oude auto ben
ik 400 kilometer langs de eenzame woes
tijnweg van Beersheba naar het Suezka-
naal gereden, dwars door de Sinaï. Ik zag
er de kampvuren van de Israëlische troe
pen als kleine warme plekken in de ijzige
kilte van de woestijnnacht, oranje flak
keringen werpende over de soldaten, die er
om heen zaten, jonge kerels, met magere,
vermoeide gezichten, ongewassen en onge
schoren, Joodse jongens uit meer dan zestig
landen, teruggekeerden uit de langste bal
lingschap, die ooit een volk heeft onder
gaan. Zij zongen vreemde opwindende
Joodse liederen en klapten er bij in de
handen.
Staande bij een van die kampvuren in de
Sinaï, waar bijbel en twintigste eeuwse po
litiek elkaar ontmoetten, kon ik intussen
niet nalaten ook te denken aan die andere
mannen, naar wie ik op mijn eindeloze
autotocht gelukkig tevergeefs heb uitge-
keken: de ronddwalende resten van Gamal
Als onderdeel van de Haagse Kunst-
maand en ter gelegenheid van het tienjarig
bestaan van het Belgisch-Nederlands Cul
tureel Akkoord heeft de Haagse Comedie
zaterdagavond de première gegeven van
„Berenvel" door Paul Willems in de ver
taling van Joris Diels. die het spel ook (en
met veel fantasie) regisseerde. Over de
schrijver kan ik in het geheel niets mee
delen, behalve dat hij een zoon zou zijn
van Marie Gevers, een Frans-Belgische
romancière, zoals Jeanne van Schaik-Wil-
ling mij in de pauze vertelde. Dat zou in
derdaad kunnen, want Marie Gevers is de
weduwe van Franciscus Willems, nabij
Antwerpen woonachtig. Deze Belgische af
komst van de auteur kan tevens bijdragen
ter verklaring van deze keuze als een daad
van culturele saamhorigheid, waarbij men
zich niet moet blindstaren op het feit, dat
Willems zich (evenals zijn moeder) van de
Franse taal bedient, want dat doet ook
Gaston Martens, die toch als een vertegen
woordiger van het Vlaamse volkstheater
geldt, om van veel belangrijkere figuren uit
de laatste decennia als Fernand Cromme-
lynck en Michel de Ghelderode maar te
zwijgen. Het is overigens merkwaardig te
bedenken, dat juist een Willems als de
„vader der Vlaamse beweging" te boek
staat.
Intussen is het te betreuren, dat Diels
in zijn voorwoord niet een paar regels ter
introductie van de geestelijke vader van
het stuk heeft opgenomen. In plaats daar
van wordt ons dit „ongewone" werk aan
gekondigd als een voorbeeld van poëtisch
toneel, waaronder wij dan moeten verstaan
„niet een toneelschrijfkunst die in dichter
lijke beeldspraak is gehuld, maar poëzie
die onmiddellijk en onopgesmukt in toneel
vorm aan het licht treedt". Dit is een theo
retisch onhoudbare aanbeveling. Maar ook
in de praktijk bleek dit geval moeilijk te
verdedigen, met hoeveel animo en talent
de deelnemende leden van de Haagse
Comedie dat opk hebben geprobeerd en
ondanks de inderdaad zeer veel tot de
stemmingswisselingen bijdragende muziek,
die Jurriaan Andriessen hiervoor speciaal
componeerde. Ook de aankleding was, naar
mij dunkt, geheel zoals de schrijver zich
die mocht wensen, met de uitmuntende
kostuums en decoraanduidingen van Randi
Doorman en de geslaagde maskers van
Lisette van Meeteren.
Een poging om de „inhoud" na te ver
tellen heeft weinig zin. Er lopen een paar
eigenaardige geschiedenissen door elkaar,
waarvan de voornaamste die is van de
liefde van de Soldaat, die in ruil voor
rijkdom zeven jaar in een berenhuid moet
zwerven, voor het meisje Minou, dat hem
ondanks alle beproevingen trouw blijft. Het
is zo moeilijk een indruk van de gebeurte
nissen op het toneel te geven, omdat het
bedenksel geen eigen „vorm" heeft aan
genomen. Alleen reeds om die reden kan
men niet spreken van poëtisch toneel,
hoeveel momenten van dichterlijkheid er
ook aanneembaar waren. Paul Willems
heeft een vaak bekoorlijk, soms te kinder
lijk, nu en dan licht ontroerend, niet zel
den geestig, maar ook langdradig mengsel
vervaardigd van elementen uit Shakes
peare en Rostand of Maeterlinck, uit de
dierenfabel, het circus, de chinoiserie en
de harlekinade. Zelfs als men kortstondig
geniet, beseft men nog niet waarvan. De
meeste scènes zijn net als de zuurtjes, die
in het eerste bedrijf worden uitgedeeld:
ze wekken de illusie van iets begerens
waardigs, maar men weet tenslotte niet
eens of men iets heeft geproefd en zo ja
wat dan wel.
Dat gevoel van onbevredigdheid is te
sterker, omdat het voorkomen van alle
gorische personages (de zon en de maan,
de soldaat en vooral de specht, een spot
zieke vogel in mensengedaante) de sug
gestie van diepere bedoelingen opdringt.
Men zou inderdaad wel een paar filosofi
sche denkbeelden in populaire, huishou
delijke trant kunnen opperen als inciden
tele verklaringen, maar wat wordt men
daar wijzer van als het gevoel buitenspel
is gebleven? Nu heb ik op twee manieren
al hetzelfde gezegd. Inderdaad: men is over
„Berenvel" gauw uitgepraat. En wat de
poëzie betreft - de bovengenoemde asso
ciatie bracht mij een paar dichtregels uit
„Wandeling zonder maan" van Du Perron
te binnen: „Kom mee, een voorraad kara
mellen kopen, een grote voorraad, groot
voor wel twee urenHet zoete smelten
op de tong moet sussen de brand van onze
lippen, want wij zijn te klein, nietwaar
kind? om elkaar twee uren door te kus
sen". Du Perron verschafte mij trouwens
ook woorden van een reactie toen het spel
uit was: „Achter het fronsen der gordijnen
moet wis een dikke waarheid staan, Pier
rot is eindlik naar de maan en dies kan
ook de maan verdwijnen".
Maar enfin, dit is een recensie en geen
bloemlezing. Overigens is met deze citaten
misschien bewezen hoezeer ik juist de
echte poëzie, zelfs de anekdotische, gemist
heb. Poëzie op het toneel ontstaat alleen
door verdichting in de dubbele zin van
verbeelding en concentratie, niet door het
kwistig strooien van kleurig snoepgoed.
Poëzie op het toneel kan ons innerlijke er
varingen onthullen, waar het ontoereiken-
Joris Diels (als zon en maan) met -
achter het venster - Ida Wasserman
en Johan Valk als het echtpaar Specht
in de voorstelling van „Berenvel" door
de Haagse Comedie.
de proza geen woorden voor heeft. En dan
nog moet deze poëzie beantwoorden aan
de situatie, zoals ook de demonstratie van
een karakter behoort te doen. Men mag
dan nog zo oprecht verlangen naar het
doorbreken van de naturalistische traditie,
zelfs in het sprookje worden de banden
met de realiteit niet verbroken.
Zoals reeds werd opgemerkt, hebben de
leden van de Haagse Comedie met inzet
van al hun capaciteiten en veel verbeel
dingskracht dit zonderlinge werk tot een
succes pogen te maken. Do van Stek appel
leerde heel zuiver aan onze gevoeligheid
als Minou en Mimi Kok (uit het cabaret
van Wim Kan overgestapt naar het grote
toneel) was joyeus en verleidelijk als haar
op een „huivering" wachtende zuster. Luc
Lutz werkte aandoenlijk-komisch als de
onnozele minnaar, Bas ten Batenburg gaf
voorbeeldige staaltjes van mimiek ten beste
als de met stomheid geslagen veroveraar,
Broes Hartman ontplooide zich als een
prima komediant in de gedaante van een
rijke vleeshandelaar en Max Croiset was
een koddige vader van de beide meisjes.
Coen Flink speelde met warme, krachtige
toon de soldaat en Joris Diels verscheen
als twee hemellichamen in één clowns
kostuum om met een innemende twinkeling
van pret in zijn stem de rol van toeziende
conférencier te vervullen. Het meeste ge
noegen heb ik beleefd aan Johan Valk en
vooral aan Ida Wasserman als de specht
en zijn vrouw met hun heerlijke persiflage
van de romantische idylle. Nee, aan de
vertoning heeft het beslist niet gelegen als
men met een onvoldane kriebeling huis
waarts keerde.
David Koning
Abdel Nassers gebroken armee. Men noemt
hen „Fedayeen", zelfmoordcommando's. Zij
zijn Egyptische soldaten, te fanatiek, of te
bang voor de Israeli's, om zich over te ge
ven, zij zwerven nog bij honderden rond
in de onafzienbare zand- en steenvlaktes
van de Sinaï. 's Nachts kleumend in de
bitte kou, overdag gestoken door de zon,
half-krankzinnig van dorst en honger, en
steeds een vinger aan de trekker om in
een hinderlaag een stuk brood of een slok
water te veroveren.
Zijn deze vergeten figuranten, die nog
rondstrompelen tussen de doodse decors
van de Sinaï, werkelijk te benijden boven
hun makkers die al bewegingloos in het
zand liggen aan weerszijden van de weg
naar Ismailia, sommigen schijnbaar rustig
slapend, anderen half verkoold of. in af
zichtelijke houdingen verkrampt?
Uit de kapotgeschoten of verbrande re-
quisieten, die langs de weg Nitzana-Ismailia
liggen, een van de voornaamste opmars
routes van het Israëlische leger, kan zelfs
de niet-militaire expert zonder moeite het
verloop van de slag reconstrueren. Hij ziet
voorbij Nitzana de plaats waar de Israëli
sche tank-colonne, te voorschijn gekomen
over een van de geel-rose heuvelruggen,
die de vlakte van de oostelijke Sinaï door
snijden, door 't Russische pantser-afweer
geschut van de Egyptenaren werd opge
vangen. Er staan daar vrij wat stukgescho
ten Shermantanks van de Israëliërs. De
Egyptenaren boden hier aanvankelijk sterk
weerstand en hun artillerie deed wat er
van haar verlangd werd. Nog staan de 25-
ponders en hun commando-wagens op het
plateau achter de lage heuvels.
Maar daar ook vindt de eenzame wande
laar op het slagveld het eerste teken van
de wilde vlucht, tweehonderd meter van
de weg lijkt in beslag genomen door een
schoenenmarkt, de Egyptische soldaten
rukten zich het schoeisel van de voeten om
sneller weg te komen in het woestijnzand.
Het tweede bedrijf van de slag vindt men
terug in de vlakte van Abu Ageila, waar
de grote tankslag werd geleverd, die de
Israëliërs beslissend wonnen, een overwin
ning waaraan de Frans-Britse actie niet
vreemd was. Want hoezeer de bijbelse
aspecten van de Sinaï het moreel van de
Israëliërs beïnvloed mogen hebben, zonder
het vleugellam slaan van de Egyptische
luchtmacht door de Brits-Franse aanvallen
op de vliegbases langs het Suezkanaal, zou
de slag om de Sinaï vandaag misschien nog
voortduren. De Israëlische tank-comman
danten, die voor de eerste vier of vijf
dagen niet op ondersteuning maar slechts
op aanvallen uit de lucht hadden gerekend,
zagen tot hun verbazing Mystère-straal-
jagers raket-aanvallen op de Egyptische
tanks doen, zonder zelf veel overlast van
Mig-attaques te hebben. Israels luchtmacht
had de handen vrij en dat is van onschat
bare betekenis geweest.
Toen de slag bij Abu Ageila en die in
het noorden bij EI Arish eenmaal waren
gewonnen, was het pleit in feite beslist.
Na een kortstondige hergroepering zetten
de Israëliërs de achtervolging in op de in
wilde chaos vluchtende Egyptenaren, die
na deze doorbraken volkomen het hoofd
kwijt waren. Een kenmerk van het gebrek
aan leiding,.dat zich in Arabische landen
niet alleen op militair terrein voordoet.
Toch hadden de Egyptenaren toen nog een
volkomen gave tankbrigade, uitgerust met
Stalin-tanks en T-34's, alsmede een aantal
Russische instructeurs paraat. Wat er van
die strijdmacht over is, vindt men honderd
kilometer verder langs de weg, voorzover
deze kolossen niet zonder meer in de steek
gelaten zijn, staan zij lichter of zwaarder
beschadigd naast de route.
Dat was in het kort wat ik zag op de
lange smalle asfaltweg van Nitzana naar
Ismailia door de dode woestijn, waarin zelfs
de groepjes Israëlische soldaten, in aller-
haast bezig de overstelpende hoeveelheden
oorlogsbuit te sorteren, tanks en vrachtwa
gens te repareren en al het materiaal weer
in staat van paraatheid te brengen, het
beeld van eenzaamheid nauwelijks verle
vendigden. De grimmige Sinai-woestijn,
waar een fluitende wind zandwolken op
doet waaien, die reeds thans de sporen be
gint uit te wissen van het gevecht, was
slechts een week lang kampplaats. Zal de
oude woestijn haar doodse rust blijven her
nemen? Of zullen andere, nieuwe troepen
opnieuw het bittere spel komen spelen?
y