r Boottrein naar Hoek van Holland op spoorbrug te Maassluis ontspoord Vluchtelingenhulp is primair zaak van Nederlandse volk Vier pond V. Uitspattingen Twee Engelsen lichtgewond, alle andere passagiers ongedeerd uit ravage Van dag tot dag Hoogleraren benoemd aan Eindhovense T.H. Beperking spoorwegverkeer Amsterdam-Parijs Parlementair commentaar Carel J. A. Begeer overleden „Willem Barendsz" op weg naar de Zuidelijke IJszee Russisch schip in Londen kreeg geen lading Tiel krijgt een schouwburg Minister Klompé in Tweede Kamer: DONDERDAG 15 NOVEMBER 1956 „Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden, hebben gelijke aan spraak op bescherming van persoon en goederen". Aldus art. 4 van de Grondwet. Reeds uit dien hoofde ware het dius geheel en al in strijd met een van de grondbegin selen waarop het Nederlandse staatsbestel berust, indien er onlangs, bij de afkeu renswaardige uitspattingen waaraan men zich in verschillende gemeenten vlak na het afgrijselijk gebeuren in Hongarije te genover een deel van onze medeburgers of van hun goederen heeft schuldig ge maakt, van overheidswege niet overeen komstig dat artikel gehandeld zou zijn. Het is dan ook zeker zaak, dat hieromtrent van regeringszijde binnenkort nader uit sluitsel in 's lands vergaderzaal zal worden verstrekt. Geheel en al los van politieke gevoelens of wat ook, is het plicht van de volksver tegenwoordiging om aangaande mogelijke feilen die er, inzake de bescherming waar op alle burgers recht hebben, begaan zou den zijn, opheldering te verlangen en het is insgelijk plicht van de regering te dien opzichte volledig opening van zaken te verstrekken. Ongetwijfeld zijn. regering en Kamer ge heel en al van die plicht doordrongen. Evenwel, voor het thans houden van een interpellatie over deze aangelegenheid, zo als de heer Wagenaar (comm.) had ge wenst, bestond geen reden. Immers reeds zeer spoedig doet zich bij de behandeling van de begroting van Justitie alle gelegen heid voor om, zo nodig tevens bij aanwe zigheid van de minister van „Binnenland se Zaken enzovoorts enzovoorts", zoals voorzitter Kortenhorst de lange titel van dat departement afkortte, de hier bedoelde kwestie nadrukkelijk onderwerp van de bat te laten uitmaken. De afwijzing door de Kamer van het interpellatie-verzoek van de heer Wagenaar betekende dan ook allerminst, dat er iemand was, die het geen er eventueel op het gebied in kwes tie gezondigd mocht zijn te weten onvol doende nakoming van het grondwetsvoor schrift inzake het gelijke recht op bescher ming met de mantel der liefde zou wil len bedekken. Zij sproot uitsluitend voort uit de overweging, dat er dit moment geen deugdelijke reden voor het doen plaats vinden van een afzonderlijke interpellatie bestond. Trouwens, uit het rustig optreden van de communistische afgevaardigde zelf viel wel-op te maken, dat hij de redelijk heid van het door de Kamer ingenomen en door haar voorzitter vertolkte standpunt inzag. Reeds is in dit blad duidelijk uitgespro ken, zoals trouwens onlangs ook de mi nister-president heeft gedaan, dat er geen woord goeds te zeggen valt over de tegen communisten of communistische instellin gen hier te lande ondernomen gewelddaden. Hieraan zij nu nog meteen toegevoegd, dat indien er voor zoverre er van overheids wege tegen dergelijke uitwassen niet ge noegzaam gewaakt mocht zijn, zulks even zeer uit den boze geacht moet worden. Of dat echter inderdaad het geval was, zal nu weldra bij de beraadslagingen over Justi tie moeten en kunnen blijken. Nadat eerst in de Waalhaven te Rotter dam kruit was ingenomen, is de „Willem Barendsz" vanmiddag om twaalf uur voor zijn tweede expeditie naar de Zuidelijke IJszee vertrokken. Zoals gebruikelijk wordt eerst koers ge zet naar Curasao om olie in te nemen en daarna wordt Kaapstad aangelopen. Tegen Kerstmis hoopt men op de vangstgronden te zijn gearriveerd en dan kan onmiddellijk de grote jacht op potvissen beginnen. Het seizoen voor de baleinwalvissenjacht opent op 7 januari. Het fabrieksschip wordt dit keer verge zeld door veertien jagers, waarvan twee boeischepen. De bemanning telt ongeveer 750 koppen totaal. Bij Koninklijk Besluit zijn thans veertien hoogleraren benoemd aan de in Eindhoven te stichten Technische Hogeschool. In de afdeling der algemene wetenschap pen zijn tot gewoon hoogleraar benoemd dr. H. B. Dorgelo (natuurkunde), dr. P. van der Leeden (natuurkunde), dr. J. J. Seidel (wiskunde) en dr. A. Oldendorff (sociologie). Tot buitengewoon hoogleraar is benoemd dr. ir. J. A. Haringx (mechanica) en tot gewoon hoogleraar dr. C. Zwikker (ma- terialenkunde), dr. ir. J. L. H. Jonker (elektrotechniek), dr. ir. J. G. Niesten (elektrotechniek), dr. K. Posthumus (al gemene scheikunde), dr. ir. W. van Loon (scheikundige technologie), ir. L. J. P. Smulders (werktuigbouwkunde), dr. ir. W. F. Brandsma (mechanische technologie en metallografie), P. C. Veenstra (mecha nische technologie en werkplaatstechniek) en ir. A. L. W. Seyffardt (werktuigbouw en verbrandingsmotoren De trein, die niet te Maassluis stopt, reed met een snelheid van ongeveer negentig kilometer per uur de brug op, toen hij als het ware begon te springen. Alle passa giers werden hevig door elkaar geschud. Plotseling schoot de trein uit de rails en Japanse ambassadeur. De Japanse re gering heeft de heer Akira Oye tot Japans ambassadeur in Nederland benoemd. De heer Oye is thans gezant in Zweden. liep langs de rechterzijde van de spoor baan door, steeds vaart verminderend. De trein raakte een grote mast, die ver hinderde dat hij in de rechts van de spoor baan gelegen sloot terechtkwam. Wagge lend kwam de trein tot stilstand, na door al deze escapades een geweldige ravage te hebben veroorzaakt. Alle rails waren ver bogen of geknapt, bovendraden hingen naar beneden, rails op de brug hingen bo ven het water, dwarsliggers waren losge woeld en gebroken als lucifers, en een wa gon was geheel van zijn onderstel gescho ven. Ook de koppeling tussen het eerste en het tweede treinstel was gebroken en daardoor waren de stellen een eindje van elkaar af komen te staan. De passagiers, die zeer waren geschrok ken, toonden zich verheugd over de voor hen allen zo gelukkige afloop. De brand weer van Vlaardingen was spoedig ter plaatse en stelde schijnwerpers op. Des kundigen van de spoorwegen namen de schade in ogenschouw. Door het ongeval is het treinverkeer in beide richtingen ge stremd. De passagiers van de verongelukte trein en van drie daar achter komende, eveneens voor Hoek van Holland bestemde D-treinen, werden met autobussen naar Hoek van Holland gebracht, waar de nacht boot naar Harwich op hen wachtte. Van de rails op de spoorbrug hing de rechterstaaf van de brug af in de haven, terwijl de linkerstaaf nog juist op de rand van de brug was blijven steken. Daar was ook het laatste treinstel gestrand, dat ge lukkigerwijs naar links kantelde en niet naar rechts de haven in. Alle bielzen op de spoorbrug waren losgewoeld en afgeknapt. Terwijl de boottrein ontspoorde naderde uit Hoek van Holland een andere trein, die tijdig tot stilstand kon worden gebracht, maar zijn weg door de ontspoorde trein versperd zag. De rails, waarop de boottrein ontspoorde, was de vorige week juist vernieuwd. De kraagbouten bleken nog in de menie te zitten. Londen, (A.F.P.) Het Russische vracht, schip „Rizan" heeft de haven van Londen zonder lading verlaten als gevolg van de weigering van de Londense havenarbeiders het schip te laden wegens de gebeurtenissen in Hongarije. Het Deense schip ,.Else Skov" nam de plaats van de „Rizan" in om de lading rub ber voor de Sovjet-Unie aan boord te nemen. De havenarbeiders wilden ook dit schip niet laden, omdat de lading dan toch naar de Sovjet-Unie zou gaan. De Franse spoorwegen hebben besloten een aantal stoomtreinen voor personenver voer te laten uitvallen in verband met het voornemen van de Franse regering tot be perking van het brandstofverbruik, aldus is donderdag uit Parijs gemeld. Twee interna tionale treinen vervallen door deze maat regel, namelijk de trein, die om 23.00 uit Parijs vertrekt en om 10.03 te Amsterdam aankomt en die, welke om 20.54 uit Am sterdam vertrekt en om 06.40 te Parijs aan komt. Alle elektrische treinen blijven lijden. (A.F.P. Haarlemse ingenieur maakte een schetsplan De commissie, die is gevormd om tot op lossing van het Schouwburgvraagstuk te komen, heeft een zeer uitvoerige nota samen, gesteld, die woensdagavond aan de raads leden werd overgelegd. De plannen komen neer op de bouw van een schouwburg, waar van de schouwburgzaal plaats zal bieden aan zeshonderd personen, evenals de daarbij behorende foyer. De kosten van deze opbouw worden geraamd op een miljoen gulden. Met steun van rijk, provincie, gemeente en bur gerij kan, volgens de commissie, dit plan ver wezenlijkt worden. Ir. Bijvoet in Haarlem heeft een schetsplan vervaardigd, dat reeds bij vele instanties instemming verwierf. DE NIEUWE MINISTER van Maatschappelijk Werk, mej. Klompé, heeft gisteren in de Tweede Kamer medegedeeld, dat de ministerraad zich op het standpunt heeft gesteld, dat de hulp aan de Hongaarse vluchtelingen moet worden overgelaten aan particuliere organisaties, omdat de gelden ervoor spontaan bijeen zijn gebracht uit het Nederlandse volk. Het zou daarom niet juist zijn de hulp te doen financieren door de overheid. De regering heeft een beroep gedaan op gemeenten, indien moge lijk, zelfstandige woningen voor de vluchtelingen beschikbaar te stellen. De finan ciering van de eerste opvang zal geschieden door het Nationale Comité dat voor de hulpverlening is opgericht. De ministerraad heeft gemeend, dat het niet juist zou zijn als de overheid de eerste opvang en overbrenging betaalt. Dat is een zaak van het Nederlandse volk, maar de overheid zal natuurlijk helpen, waar dat nodig blijkt. Noodzakelijke uitgaven zal de regering voorschieten. Maar daarvoor is nog geen beroep op de regering gedaan. Het departement van Maatschappelijk Werk heeft velerlei aanbiedingen gekregen, die zijn overgedragen aan de particuliere organisatie. Het catalogiseren van die aanbiedingen is een geweldig werk geweest, dat in overwerk is verricht. De ambtenaren wilden daarvoor echter geen overwerk uitbetaald krijgen, aldus minister Klompé. Op 5 november besloot de ministerraad 1000 Hongaarse vluchtelingen, in ons land toe te laten. Op 12 november is dit aantal verhoogd tot 1300, omdat de regering in middels berichten hadden bereikt over een noodtoestand in Oostenrijk, waar 2000 vluchtelingen per dag over de grens kwamen. De Hongaarse vluchtelingen worden nu opgevangen in de Jaarbeurshallen te Utrecht. De verzorging neemt het Rode Kruis op zich. Na twee dagen is het de bedoeling, dat groepen vluchtelingen ver trekken naar plaatsen, waar particulieren huisvesting hebben aangeboden. Een tweede groep wordt waarschijnlijk voorlopig ondergebracht in de kampen voor de aanvullende werkgelegenheid. Het verblijf in deze kampen zal zo kort moge lijk duren. Daarna gaan de vluchtelingen naar hun definitief verblijf. Huisvesting is altijd gemakkelijker voor enkelingen dan voor gezinnen. Het aantal aanbiedin gen voor het opnemen van kinderen is overstelpend Beslissingen omtrent defini tieve huisvesting zullen echter niet te snel worden genomen, want er komen meestal moeilijkheden als men in een opwelling tot het opnemen van vluchtelingen heeft besloten. Het is een tegenvaller als ge zinnen later weer moeten worden over geplaatst. In antwoord op hetgeen over het maat schappelijk werk in het algemeen was op gemerkt zei minister Klompé, dat men nog in een periode van opbouw verkeert. Er is nog veel studie en onderzoek no dig, een goede opleiding van maatschap pelijke werksters en -werkers, een vast subsidiebeleid en aanpassing aan de wet geving. Het streven is te komen tot een stelsel van subsidiëring. Het tot stand brengen van een dergelijk stelsel kost echter tijd en bezinning. De wettelijke regeling van het maatschappelijk werk, waaronder valt een nieuwe Armenwet, beschouwt de minister als haar hoofdtaak. Waarschijnlijk zal zij nog vóór september van het volgend jaar een wetsontwerp tot beperking van het verhaalsrecht indienen, maar andere gedeeltelijke wijzigingen van de Armenwet wil zij de Kamer niet voor leggen. Een wettelijke regeling van het toezicht op de bejaardentehuizen wil zij echter nog wel vóór september van het volgend jaar bij de Kamer indienen. De minister zou het onjuist vinden de experimenten met de opvoedingsoorden voor onmaatschappelijke gezinnen stop te zetten. Van de aanvragen van Indische Nederlanders om een rijksvoorschot voor de overtocht wordt thans 83 percent toe gewezen. Het is moeilijk in Indonesië reeds voorlichting te geven aan toekomstige re patrianten omtrent de toestanden in Ne derland omdat zij zo verspreid wonen. Bovendien hechten zij meer waarde aan inlichtingen van familie in Nederland dan van ambtelijke zijde. Maar in ieder geval kan iets worden gedaan aan de voorlich ting tijdens de bootreis naar Nederland, aldus de minister. Het is vervelend om altijd weer over politiek te praten maar er zijn van die episo den in het leven dat men er met de neus wordt opgedrukt en zelfs zo hardhandig, dat men vier pond is afgevallen als men weer overeind komt. Het zou nu een blijk van onverstand wezen, wanneer men na een dergelijke episode zich zou bepalen tot pogingen om die verloren vier ponden zo spoedig mogelijk weer terug te winnen, zonder zich verder te bekommeren over de vraag, of er voor de toekomst wel licht iets zou kunnen worden gedaan aan de narigheden, waaruit men zo te nauwernood omhooggekropen is. Trou wens, terwijl men over deze belangrijke kwestie terdege nadenkt, behoeft men zich niet te laten weerhouden om in tussen ook iets aan dat ver loren gewicht te doen. De Egyptisch-Hongaarse vermage ringskuur heeft wellicht toch zowel op lichaam als verstand een sanerende werking gehad. Het is duidelijk gebleken, dat wij, mensen van het wes ten, op een of andere duistere manier het ongenoegen hebben opgewekt van allen, die be horen tot het Midden- Verre en angstig-nabije Oosten. In deze gebieden schijnt men zich op het standpunt te stellen, dat er van een vriendschappe lijk en gezellige omgang geen sprake kan wezen, zolang be paalde omstandigheden zijn zoals ze zijn. Afgezien van het feit dat een dergelijke stuurse houding de stemming bederft, zou het logisch moeten heten wanneer deze oosterse wrevel eens duidelijk en ondubbel zinnig onder woorden werd gebracht, zodat wij ons kon don bezinnen op mogelijke tegemoetkoming. Maar dat is het nu juist: niemand zegt wat hij op de lever heeft, be halve dat men nu en dan aan komt met aloude koeien uit reeds sinds onheugelijke tijden dichtgeslibde sloten. Daar gaat het niet meer- om. Wat voorbij is, is voorbij. Jan Pieterszoon Coen is dood en Brits-Indië heet India plus Pakistan en Egypte heeft een bloedeigen dictator kunnen aanschaffen en voor de rest doet het westen alle moge lijke moeite om zich te schik ken in de allerminst benij denswaardige positie van moe derland zonder kinderen. De kinderen zijn immers groot en volwassen geworden en willen een eigen huishoudentje stich ten. Wel. niemand die ze tegenhoudt. Maar waarom dan voortdu rend die stuurse gezichten? Nehroe, de zeer wijze en beheerste bestuurder van In dia, die toch beter behoorde te weten, heeft geen vriendelijk woord voor ons over en flirt met onze vijanden. Hij is een voorbeeld van grove ondank baarheid tegenover hen, die hem de vrijheid hebben ge- gegeven, tegelijk met 350 mil joen andere Indiërs. Niet om het een of ander, maar hij zou daar eens duchtig over moe ten denken, voordat hij grote woorden spreekt over tegen stellingen. Ach ja, zo kan men door gaan. Zo kan men stoepjes schoonvegen en de beschadig de haan spelen, en men kan erop rekenen gelijk te krijgen. Men kan op het politieke podium niet veel beweren, waar men géén gelijk op kan verwachten. Het ligt er maar aan hoe men het zegt, wat men weglaat en welke mate van meewarigheid en onschuld men kan leggen in zijn welge kozen woorden. Natuurlijk heeft Nehroe gelijk. Natuurlijk heeft het westen gelijk en hebben de Hongaren gelijk en zijn de Russen in hun recht en kan men de Indonesiërs aanvoelen. Natuurlijk is alles uit te leg gen en te excuseren en te ar gumenteren. Men kan de bochten in de rails der we reldpolitiek op sierlijke wijze nemen, de wissels geruisloos passeren en de zijlijnen in slaan zonder dat iemand het in de gaten heeft. Doch wat men niet kan en dat is dan datgene waar wij, gewone mensen, mee te maken krij gen: men kan de ogen niet sluiten als de wereldpolitiek uit zijn rijbaan loopt, omslaat en tegen heiligheidjes botst, en men eruit geslingerd wordt in een duisternis van gebrek en ellende. Dan kan men slechts zich vastklampen en aan wrakstukken blijven han gen, biddend en magerwor- dend, hopend en vrezend en zich afvragend waarom die anderen zo boos op ons zijn. Nu worden de treinen over- eindgezet, de wrakken opge ruimd, de stukken aaneenge lijmd en we rijden weer. We kunnen al rijdend onze ver magering teboven komen en onze zenuwen kalmeren. Het schokt nog een beetje, het gaat nog wat stroef, maar het gaat. We strooien wat geld in bus jes voor die-en-die, we nemen vluchtelingen op en we ver meien ons in een doorbrekend zonlicht boven een opklarend landschap: óns landschap, óns gebied, óns eigen leven, waar in wij rondreizen en waarin onze dierbaren en bezittingen heel gebleven zijn. Wij hebben te naastenbij alles behouden. De ramp is vergeten, de hoop op een uit blijven van verdere ongeluk ken is weer levendig en sterk. En ofschoon we nóg niet weten, wie precies gelijk heeft en waarom die andere nog steeds boos op ons zijn doe zelen we zalig weg in de slui mer van de welgedaanheid, die even wreed verstoord werd. Over India gesproken: Wanneer we de welvaart van het westen willen uitdruk ken in Amerikaanse cijfers, dan bedraagt het inkomen van de gemiddelde Amerikaan per jaar 1453 dollar. De gemiddel de man in India verdient daar entegen jaarlijks 57 dollar. Van de 360 miljoen Indiase inwoners kunnen slechts 700.000 gezinshoofden zich de weelde veroorloven van be lasting betalen. In India ster ven ruim 116 van de 1000 borelingen voor zij één jaar oud zijn, in het westen is dit slechts met ongeveer 25 het geval. Van de kinderen in In dia die hun eerste levensjaar halen, sterven er nog 400 per duizend voor zij vijf jaar zijn. In India is één dokter op de 5700 zielen, in het westen één op de 700. In India zijn 1640 calorieën per hoofd per dag aan voedsel beschikbaar, of schoon men in warme landen tenminste 2500 calorieën nodig heeft om gezond te blijven. Het westen heeft 3000 calo rieën, ofschoon men er met 2700 zou kunnen volstaan. Vijfenzestig percent van de wereldbevolking lijdt honger en gebrek; van deze wereld bevolking woont 55 percent in Azië, 16 percent in Europa. In India heersten van 1875 1900 achttien hongersnoden, die tesamen 26 miljoen levens eisten. De wereldpolitiek is de spie gel der spanningen. En de spanningen ontstaan daar, waar grote mensenmassa's de leegte en duisternis van de ondergang zien gapen hetzij de ondergang der onvrijheid, hetzij die van verhongering en lichamelijke ellende. Spannin gen, die op een kwaad moment tot ontploffingen leiden. Vandaar de stuurse gezich ten, wellicht. En wanneer wij, die even in de diepte van een dreigende ondergang staarden, daardoor vier pond zijn afgevallen, dan zullen we toch moeten beden ken dat die ondergang zal blijven dreigen en zich van tijd tot tijd grijnzend zal blij ven aandienen, zolang er op de wereld miljoenen geboren worden wier ganse levensweg uit één grote, dodelijke ver mageringskuur bestaat. J.L. Prins Charles acht jaar Onze eerste vrouwelijke minister, de minister van Maatschappelijk Werk, mejuf frouw dr. M. Klompé, heeft met de ver dediging van haar begroting, die bovenal neerkwam op een uiteenzetting van hetgeen zij zich tot taak heeft gesteld, een uitste kende indruk gemaakt. Toen zij nog in de Kamerbanken zat als lid van de K.V.P.- fractie, genoot zij bovenal gezag als specia liste op het gebied van het buitenlands be leid en dan in het bijzonder op dat van de Europese samenwerking. De laatste jaren placht zij ook woordvoerdster van haar fractie te zijn bij de behandeling van het begrotingshoofdstuk, dat zij nu van achter de ministertafel voor haar rekening te nemen had. Meer dan ooit bleek woensdag middag, hoezeer zij thuis is in de proble men, waarmee zij thans ambtelijk te maken heeft. Maar het allerbelangrijkste uit haar rede was, dat daarin van het begin tot het eind ondanks een reeks van min of meer dorre organisatorische en andere aange legenheden, die zij ook bespreken moest, de mens sprak. Voor haar is in heel het maat schappelijk werk de mens nummer één, vooral de eenzame mens, die te midden van onze steeds ingewikkelder en steeds zwaar der lasten met zich meebrengen de maat schappij ernaar hunkert ook als gemeen schapsmens de moeilijkheden aan te kun nen. Het gaat er om, aldus merkte zij op, de mens op de beste wijze te dienen. Ieder van ons kan op een gegeven ogenblik be horen tot hen, die maatschappelijke mede werking of verzorging nodig hebben. Daar van dienen wij ons allen terdege bewust te zijn. Om die reden acht minister Klompé het volkomen onjuist dat zij, met wie dit het geval is, nog steeds in sommiger ogen in een bepaald hoekje worden gedrukt. Het deed goed in dit Kamerdebat dergelijke opvattingen te vernemen, die kenmerkend voor haar beleid zullen zijn. Reeds daar door mag men in de leiding, die er van zulk een bewindsvrouwe zal uitgaan, groot ver trouwen stellen. Van huis uit, wat haar studie en aanvankelijke werkkring betreft, is minister Klompé chemica. Het maken van analyses beheerst zij ook op het orga nisatorisch terrein, waaraan zij thans haar krachten heeft te geven. Daarvan getuigde haar uiteenzettingen eveneens. Met een op kennis van zaken en op scherp inzicht ge gronde beslistheid spreekt zij zich uit. Maar tevens blijkt zij bepaald niet meer te willen zeggen dan datgene dat zij verantwoorden kan. „Op zeer vele punten", aldus zei zij ongeveer aan het slot van haar rede, „blijf ik het antwoord schuldig, wil ik het schul dig blijven, om niet voortijdig, zonder in feite over de nodige zekerheid te beschik ken, een oordeel uit te spreken en beloften te doen". In een minister, die zo spreekt, kan men vertrouwen scheppen. Te Voorschoten is dezer dagen in de ouderdom van 73 jaar overleden de heer Carel J. A. Begeer, directeur-generaal der Koninklijke Nederlandse Edelmetaalbe- drijven. Carel Begeer was zowel scheppend kun stenaar als commercieel leider en organi sator. Als zoon van een in de tachtiger jaren van de vorige eeuw reeds bekende figuur in de edelsmeedkunst, Anthonie Begeer te Utrecht, kreeg hij gelegenheid zijn aanleg te bekwamen aan de Quellinus- school, later aan bekende vakscholen en bij edelsmeden in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië. Hij was een der eer sten die met de geornamenteerde stijl van het einde der vorige en het begin dezer eeuw brak en naar een eigen vormgeving zocht. In binnen- en buitenland werden zijn toen nog enigszins revolutionaire werk stukken op tentoonstellingen bekroond. Begeer realiseerde dat het edelmetaalvak niet ontkomen zou aan de industrialise ring. Hij wist verband te leggen tussen het handwerk-produkt en serie-fabricage en maakte ontwerpen die ook machinaal ge fabriceerd tot een sierlijk resultaat leidden. Tevens ontwikkelde hij zich als leider van een groot concern op het gebied van edelmetaal. De heer Begeer was meermalen regeringscommissaris van internationale tentoonstellingen. Hij was lid van het hoofdbestuur van de Nederlandse Maat schappij voor Nijverheid en Handel en voorzitter van de afdeling Den Haag van die maatschappij. In de edelmetaalbedrijfs tak was hij jarenlang voorzitter van de groep industrie en lid van het hoofdbestuur van de federatie goud en zilver. Ruim vijfentwintig jaar was hij president van de internationale organisatie op het gebied van edelmetaal, bijouterie, juwelen en horlogerie, de B.I.B.O.A.H. Hem werd de erering van deze organisatie toegekend. De heer Begeer was officier in de Orde van Oranje Nassau. Op wens van de familie heeft de begra fenis heden in stilte te Utrecht plaats ge had ADVERTENTIE Met een vaart van 90 kilometer ont spoorde gisteravond tegen half elf op de spoorbrug over de haven van Maassluis de boottrein naar Hoek van Holland. Blok- wachtcr Piet v. d. Meys uit Maasland, ge zeten in zijn seinhuisje op veertig meter van de spoorbaan, zag de ontspoorde trein, in een regen van vonken en met liet sinis tere geluid van de door de treinbestuurder in werking gebrachte alarminstallatie, met donderend lawaai op zich afkomen. Hij rende zijn huisje uit, terwijl de trein over de bielzen langs het seinhuisje bonkte en stukken ijzeren bielzen in het rond vlogen. Hij werd door enkele scherven getroffen maar slechts licht gewond. Honderd meter verder kwam de trein tot stilstand. De vier treinstellen van de boottrein waren alle ontspoord en gekanteld. Er heerste een enorme ravage. Niettemin waren slechts twee passagiers, Engelsen, gewond maar zij konden na verbonden te zijn hun reis naar Engeland vervolgen. Van het seinhuisje werd de voorgevel weggeslagen. De voorgevel van het blokhuisje werd door de weggeslingerde brokken staal en ijzer van rails en trein geheel weggeslagen. (Van onze Kamerverslagoever) In het scherpe licht van schijnwerpers en flitslampen vormen de gekantelde treinstellen, vernielde leidingen, rails en bielzen een bizar, bovenwerkelijk lijkend, tafereel. - Een opname van prins Charles van Engeland, ter gelegenheid van zijn achtste verjaardag. (Van onze parlementaire redacteur)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5