r
Boottrein naar Hoek van Holland op
spoorbrug te Maassluis ontspoord
Vluchtelingenhulp is primair
zaak van Nederlandse volk
Vier pond
V.
Uitspattingen
Twee Engelsen lichtgewond, alle
andere passagiers ongedeerd uit ravage
Van dag tot dag
Hoogleraren benoemd
aan Eindhovense T.H.
Beperking spoorwegverkeer
Amsterdam-Parijs
Parlementair commentaar
Carel J. A. Begeer overleden
„Willem Barendsz" op weg
naar de Zuidelijke IJszee
Russisch schip in Londen
kreeg geen lading
Tiel krijgt een schouwburg
Minister Klompé in Tweede Kamer:
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1956
„Allen die zich op het grondgebied van
het Rijk bevinden, hebben gelijke aan
spraak op bescherming van persoon en
goederen". Aldus art. 4 van de Grondwet.
Reeds uit dien hoofde ware het dius geheel
en al in strijd met een van de grondbegin
selen waarop het Nederlandse staatsbestel
berust, indien er onlangs, bij de afkeu
renswaardige uitspattingen waaraan men
zich in verschillende gemeenten vlak na
het afgrijselijk gebeuren in Hongarije te
genover een deel van onze medeburgers
of van hun goederen heeft schuldig ge
maakt, van overheidswege niet overeen
komstig dat artikel gehandeld zou zijn. Het
is dan ook zeker zaak, dat hieromtrent
van regeringszijde binnenkort nader uit
sluitsel in 's lands vergaderzaal zal worden
verstrekt.
Geheel en al los van politieke gevoelens
of wat ook, is het plicht van de volksver
tegenwoordiging om aangaande mogelijke
feilen die er, inzake de bescherming waar
op alle burgers recht hebben, begaan zou
den zijn, opheldering te verlangen en het
is insgelijk plicht van de regering te dien
opzichte volledig opening van zaken te
verstrekken.
Ongetwijfeld zijn. regering en Kamer ge
heel en al van die plicht doordrongen.
Evenwel, voor het thans houden van een
interpellatie over deze aangelegenheid, zo
als de heer Wagenaar (comm.) had ge
wenst, bestond geen reden. Immers reeds
zeer spoedig doet zich bij de behandeling
van de begroting van Justitie alle gelegen
heid voor om, zo nodig tevens bij aanwe
zigheid van de minister van „Binnenland
se Zaken enzovoorts enzovoorts", zoals
voorzitter Kortenhorst de lange titel van
dat departement afkortte, de hier bedoelde
kwestie nadrukkelijk onderwerp van de
bat te laten uitmaken. De afwijzing door
de Kamer van het interpellatie-verzoek
van de heer Wagenaar betekende dan ook
allerminst, dat er iemand was, die het
geen er eventueel op het gebied in kwes
tie gezondigd mocht zijn te weten onvol
doende nakoming van het grondwetsvoor
schrift inzake het gelijke recht op bescher
ming met de mantel der liefde zou wil
len bedekken. Zij sproot uitsluitend voort
uit de overweging, dat er dit moment geen
deugdelijke reden voor het doen plaats
vinden van een afzonderlijke interpellatie
bestond. Trouwens, uit het rustig optreden
van de communistische afgevaardigde zelf
viel wel-op te maken, dat hij de redelijk
heid van het door de Kamer ingenomen en
door haar voorzitter vertolkte standpunt
inzag.
Reeds is in dit blad duidelijk uitgespro
ken, zoals trouwens onlangs ook de mi
nister-president heeft gedaan, dat er geen
woord goeds te zeggen valt over de tegen
communisten of communistische instellin
gen hier te lande ondernomen gewelddaden.
Hieraan zij nu nog meteen toegevoegd, dat
indien er voor zoverre er van overheids
wege tegen dergelijke uitwassen niet ge
noegzaam gewaakt mocht zijn, zulks even
zeer uit den boze geacht moet worden. Of
dat echter inderdaad het geval was, zal nu
weldra bij de beraadslagingen over Justi
tie moeten en kunnen blijken.
Nadat eerst in de Waalhaven te Rotter
dam kruit was ingenomen, is de „Willem
Barendsz" vanmiddag om twaalf uur voor
zijn tweede expeditie naar de Zuidelijke
IJszee vertrokken.
Zoals gebruikelijk wordt eerst koers ge
zet naar Curasao om olie in te nemen en
daarna wordt Kaapstad aangelopen. Tegen
Kerstmis hoopt men op de vangstgronden
te zijn gearriveerd en dan kan onmiddellijk
de grote jacht op potvissen beginnen. Het
seizoen voor de baleinwalvissenjacht opent
op 7 januari.
Het fabrieksschip wordt dit keer verge
zeld door veertien jagers, waarvan twee
boeischepen. De bemanning telt ongeveer
750 koppen totaal.
Bij Koninklijk Besluit zijn thans veertien
hoogleraren benoemd aan de in Eindhoven
te stichten Technische Hogeschool.
In de afdeling der algemene wetenschap
pen zijn tot gewoon hoogleraar benoemd
dr. H. B. Dorgelo (natuurkunde), dr. P.
van der Leeden (natuurkunde), dr. J. J.
Seidel (wiskunde) en dr. A. Oldendorff
(sociologie).
Tot buitengewoon hoogleraar is benoemd
dr. ir. J. A. Haringx (mechanica) en tot
gewoon hoogleraar dr. C. Zwikker (ma-
terialenkunde), dr. ir. J. L. H. Jonker
(elektrotechniek), dr. ir. J. G. Niesten
(elektrotechniek), dr. K. Posthumus (al
gemene scheikunde), dr. ir. W. van Loon
(scheikundige technologie), ir. L. J. P.
Smulders (werktuigbouwkunde), dr. ir. W.
F. Brandsma (mechanische technologie en
metallografie), P. C. Veenstra (mecha
nische technologie en werkplaatstechniek)
en ir. A. L. W. Seyffardt (werktuigbouw en
verbrandingsmotoren
De trein, die niet te Maassluis stopt, reed
met een snelheid van ongeveer negentig
kilometer per uur de brug op, toen hij als
het ware begon te springen. Alle passa
giers werden hevig door elkaar geschud.
Plotseling schoot de trein uit de rails en
Japanse ambassadeur. De Japanse re
gering heeft de heer Akira Oye tot Japans
ambassadeur in Nederland benoemd. De heer
Oye is thans gezant in Zweden.
liep langs de rechterzijde van de spoor
baan door, steeds vaart verminderend.
De trein raakte een grote mast, die ver
hinderde dat hij in de rechts van de spoor
baan gelegen sloot terechtkwam. Wagge
lend kwam de trein tot stilstand, na door
al deze escapades een geweldige ravage te
hebben veroorzaakt. Alle rails waren ver
bogen of geknapt, bovendraden hingen
naar beneden, rails op de brug hingen bo
ven het water, dwarsliggers waren losge
woeld en gebroken als lucifers, en een wa
gon was geheel van zijn onderstel gescho
ven. Ook de koppeling tussen het eerste
en het tweede treinstel was gebroken en
daardoor waren de stellen een eindje van
elkaar af komen te staan.
De passagiers, die zeer waren geschrok
ken, toonden zich verheugd over de voor
hen allen zo gelukkige afloop. De brand
weer van Vlaardingen was spoedig ter
plaatse en stelde schijnwerpers op. Des
kundigen van de spoorwegen namen de
schade in ogenschouw. Door het ongeval
is het treinverkeer in beide richtingen ge
stremd. De passagiers van de verongelukte
trein en van drie daar achter komende,
eveneens voor Hoek van Holland bestemde
D-treinen, werden met autobussen naar
Hoek van Holland gebracht, waar de nacht
boot naar Harwich op hen wachtte.
Van de rails op de spoorbrug hing de
rechterstaaf van de brug af in de haven,
terwijl de linkerstaaf nog juist op de rand
van de brug was blijven steken. Daar was
ook het laatste treinstel gestrand, dat ge
lukkigerwijs naar links kantelde en niet
naar rechts de haven in. Alle bielzen op de
spoorbrug waren losgewoeld en afgeknapt.
Terwijl de boottrein ontspoorde naderde
uit Hoek van Holland een andere trein, die
tijdig tot stilstand kon worden gebracht,
maar zijn weg door de ontspoorde trein
versperd zag.
De rails, waarop de boottrein ontspoorde,
was de vorige week juist vernieuwd. De
kraagbouten bleken nog in de menie te
zitten.
Londen, (A.F.P.) Het Russische vracht,
schip „Rizan" heeft de haven van Londen
zonder lading verlaten als gevolg van de
weigering van de Londense havenarbeiders
het schip te laden wegens de gebeurtenissen
in Hongarije.
Het Deense schip ,.Else Skov" nam de
plaats van de „Rizan" in om de lading rub
ber voor de Sovjet-Unie aan boord te nemen.
De havenarbeiders wilden ook dit schip niet
laden, omdat de lading dan toch naar de
Sovjet-Unie zou gaan.
De Franse spoorwegen hebben besloten
een aantal stoomtreinen voor personenver
voer te laten uitvallen in verband met het
voornemen van de Franse regering tot be
perking van het brandstofverbruik, aldus is
donderdag uit Parijs gemeld. Twee interna
tionale treinen vervallen door deze maat
regel, namelijk de trein, die om 23.00 uit
Parijs vertrekt en om 10.03 te Amsterdam
aankomt en die, welke om 20.54 uit Am
sterdam vertrekt en om 06.40 te Parijs aan
komt. Alle elektrische treinen blijven
lijden. (A.F.P.
Haarlemse ingenieur maakte
een schetsplan
De commissie, die is gevormd om tot op
lossing van het Schouwburgvraagstuk te
komen, heeft een zeer uitvoerige nota samen,
gesteld, die woensdagavond aan de raads
leden werd overgelegd. De plannen komen
neer op de bouw van een schouwburg, waar
van de schouwburgzaal plaats zal bieden
aan zeshonderd personen, evenals de daarbij
behorende foyer. De kosten van deze opbouw
worden geraamd op een miljoen gulden. Met
steun van rijk, provincie, gemeente en bur
gerij kan, volgens de commissie, dit plan ver
wezenlijkt worden. Ir. Bijvoet in Haarlem
heeft een schetsplan vervaardigd, dat reeds
bij vele instanties instemming verwierf.
DE NIEUWE MINISTER van Maatschappelijk Werk, mej. Klompé, heeft gisteren
in de Tweede Kamer medegedeeld, dat de ministerraad zich op het standpunt heeft
gesteld, dat de hulp aan de Hongaarse vluchtelingen moet worden overgelaten
aan particuliere organisaties, omdat de gelden ervoor spontaan bijeen zijn gebracht
uit het Nederlandse volk. Het zou daarom niet juist zijn de hulp te doen financieren
door de overheid. De regering heeft een beroep gedaan op gemeenten, indien moge
lijk, zelfstandige woningen voor de vluchtelingen beschikbaar te stellen. De finan
ciering van de eerste opvang zal geschieden door het Nationale Comité dat voor
de hulpverlening is opgericht. De ministerraad heeft gemeend, dat het niet juist
zou zijn als de overheid de eerste opvang en overbrenging betaalt. Dat is een zaak
van het Nederlandse volk, maar de overheid zal natuurlijk helpen, waar dat nodig
blijkt. Noodzakelijke uitgaven zal de regering voorschieten. Maar daarvoor is nog
geen beroep op de regering gedaan. Het departement van Maatschappelijk Werk
heeft velerlei aanbiedingen gekregen, die zijn overgedragen aan de particuliere
organisatie. Het catalogiseren van die aanbiedingen is een geweldig werk geweest,
dat in overwerk is verricht. De ambtenaren wilden daarvoor echter geen overwerk
uitbetaald krijgen, aldus minister Klompé.
Op 5 november besloot de ministerraad
1000 Hongaarse vluchtelingen, in ons land
toe te laten. Op 12 november is dit aantal
verhoogd tot 1300, omdat de regering in
middels berichten hadden bereikt over een
noodtoestand in Oostenrijk, waar 2000
vluchtelingen per dag over de grens
kwamen.
De Hongaarse vluchtelingen worden nu
opgevangen in de Jaarbeurshallen te
Utrecht. De verzorging neemt het Rode
Kruis op zich. Na twee dagen is het de
bedoeling, dat groepen vluchtelingen ver
trekken naar plaatsen, waar particulieren
huisvesting hebben aangeboden.
Een tweede groep wordt waarschijnlijk
voorlopig ondergebracht in de kampen
voor de aanvullende werkgelegenheid. Het
verblijf in deze kampen zal zo kort moge
lijk duren. Daarna gaan de vluchtelingen
naar hun definitief verblijf. Huisvesting
is altijd gemakkelijker voor enkelingen
dan voor gezinnen. Het aantal aanbiedin
gen voor het opnemen van kinderen is
overstelpend Beslissingen omtrent defini
tieve huisvesting zullen echter niet te snel
worden genomen, want er komen meestal
moeilijkheden als men in een opwelling
tot het opnemen van vluchtelingen heeft
besloten. Het is een tegenvaller als ge
zinnen later weer moeten worden over
geplaatst.
In antwoord op hetgeen over het maat
schappelijk werk in het algemeen was op
gemerkt zei minister Klompé, dat men nog
in een periode van opbouw verkeert.
Er is nog veel studie en onderzoek no
dig, een goede opleiding van maatschap
pelijke werksters en -werkers, een vast
subsidiebeleid en aanpassing aan de wet
geving. Het streven is te komen tot een
stelsel van subsidiëring. Het tot stand
brengen van een dergelijk stelsel kost
echter tijd en bezinning. De wettelijke
regeling van het maatschappelijk werk,
waaronder valt een nieuwe Armenwet,
beschouwt de minister als haar hoofdtaak.
Waarschijnlijk zal zij nog vóór september
van het volgend jaar een wetsontwerp tot
beperking van het verhaalsrecht indienen,
maar andere gedeeltelijke wijzigingen van
de Armenwet wil zij de Kamer niet voor
leggen. Een wettelijke regeling van het
toezicht op de bejaardentehuizen wil zij
echter nog wel vóór september van het
volgend jaar bij de Kamer indienen.
De minister zou het onjuist vinden de
experimenten met de opvoedingsoorden
voor onmaatschappelijke gezinnen stop te
zetten. Van de aanvragen van Indische
Nederlanders om een rijksvoorschot voor
de overtocht wordt thans 83 percent toe
gewezen. Het is moeilijk in Indonesië reeds
voorlichting te geven aan toekomstige re
patrianten omtrent de toestanden in Ne
derland omdat zij zo verspreid wonen.
Bovendien hechten zij meer waarde aan
inlichtingen van familie in Nederland dan
van ambtelijke zijde. Maar in ieder geval
kan iets worden gedaan aan de voorlich
ting tijdens de bootreis naar Nederland,
aldus de minister.
Het is vervelend om altijd
weer over politiek te praten
maar er zijn van die episo
den in het leven dat men er
met de neus wordt opgedrukt
en zelfs zo hardhandig, dat
men vier pond is afgevallen
als men weer overeind komt.
Het zou nu een blijk van
onverstand wezen, wanneer
men na een dergelijke episode
zich zou bepalen tot pogingen
om die verloren vier ponden
zo spoedig mogelijk weer terug
te winnen, zonder zich verder
te bekommeren over de vraag,
of er voor de toekomst wel
licht iets zou kunnen worden
gedaan aan de narigheden,
waaruit men zo te nauwernood
omhooggekropen is. Trou
wens, terwijl men over deze
belangrijke kwestie terdege
nadenkt, behoeft men zich niet
te laten weerhouden om in
tussen ook iets aan dat ver
loren gewicht te doen. De
Egyptisch-Hongaarse vermage
ringskuur heeft wellicht toch
zowel op lichaam als verstand
een sanerende werking gehad.
Het is duidelijk gebleken,
dat wij, mensen van het wes
ten, op een of andere duistere
manier het ongenoegen hebben
opgewekt van allen, die be
horen tot het Midden- Verre
en angstig-nabije Oosten. In
deze gebieden schijnt men zich
op het standpunt te stellen,
dat er van een vriendschappe
lijk en gezellige omgang geen
sprake kan wezen, zolang be
paalde omstandigheden zijn
zoals ze zijn. Afgezien van het
feit dat een dergelijke stuurse
houding de stemming bederft,
zou het logisch moeten heten
wanneer deze oosterse wrevel
eens duidelijk en ondubbel
zinnig onder woorden werd
gebracht, zodat wij ons kon
don bezinnen op mogelijke
tegemoetkoming. Maar dat is
het nu juist: niemand zegt
wat hij op de lever heeft, be
halve dat men nu en dan aan
komt met aloude koeien uit
reeds sinds onheugelijke tijden
dichtgeslibde sloten.
Daar gaat het niet meer- om.
Wat voorbij is, is voorbij. Jan
Pieterszoon Coen is dood en
Brits-Indië heet India plus
Pakistan en Egypte heeft een
bloedeigen dictator kunnen
aanschaffen en voor de rest
doet het westen alle moge
lijke moeite om zich te schik
ken in de allerminst benij
denswaardige positie van moe
derland zonder kinderen. De
kinderen zijn immers groot en
volwassen geworden en willen
een eigen huishoudentje stich
ten. Wel. niemand die ze
tegenhoudt.
Maar waarom dan voortdu
rend die stuurse gezichten?
Nehroe, de zeer wijze en
beheerste bestuurder van In
dia, die toch beter behoorde te
weten, heeft geen vriendelijk
woord voor ons over en flirt
met onze vijanden. Hij is een
voorbeeld van grove ondank
baarheid tegenover hen, die
hem de vrijheid hebben ge-
gegeven, tegelijk met 350 mil
joen andere Indiërs. Niet om
het een of ander, maar hij zou
daar eens duchtig over moe
ten denken, voordat hij grote
woorden spreekt over tegen
stellingen.
Ach ja, zo kan men door
gaan. Zo kan men stoepjes
schoonvegen en de beschadig
de haan spelen, en men kan
erop rekenen gelijk te krijgen.
Men kan op het politieke
podium niet veel beweren,
waar men géén gelijk op kan
verwachten. Het ligt er maar
aan hoe men het zegt, wat
men weglaat en welke mate
van meewarigheid en onschuld
men kan leggen in zijn welge
kozen woorden.
Natuurlijk heeft Nehroe
gelijk. Natuurlijk heeft het
westen gelijk en hebben de
Hongaren gelijk en zijn de
Russen in hun recht en kan
men de Indonesiërs aanvoelen.
Natuurlijk is alles uit te leg
gen en te excuseren en te ar
gumenteren. Men kan de
bochten in de rails der we
reldpolitiek op sierlijke wijze
nemen, de wissels geruisloos
passeren en de zijlijnen in
slaan zonder dat iemand het
in de gaten heeft. Doch wat
men niet kan en dat is dan
datgene waar wij, gewone
mensen, mee te maken krij
gen: men kan de ogen niet
sluiten als de wereldpolitiek
uit zijn rijbaan loopt, omslaat
en tegen heiligheidjes botst,
en men eruit geslingerd wordt
in een duisternis van gebrek
en ellende. Dan kan men
slechts zich vastklampen en
aan wrakstukken blijven han
gen, biddend en magerwor-
dend, hopend en vrezend
en zich afvragend waarom die
anderen zo boos op ons zijn.
Nu worden de treinen over-
eindgezet, de wrakken opge
ruimd, de stukken aaneenge
lijmd en we rijden weer. We
kunnen al rijdend onze ver
magering teboven komen en
onze zenuwen kalmeren. Het
schokt nog een beetje, het gaat
nog wat stroef, maar het gaat.
We strooien wat geld in bus
jes voor die-en-die, we nemen
vluchtelingen op en we ver
meien ons in een doorbrekend
zonlicht boven een opklarend
landschap: óns landschap, óns
gebied, óns eigen leven, waar
in wij rondreizen en waarin
onze dierbaren en bezittingen
heel gebleven zijn.
Wij hebben te naastenbij
alles behouden. De ramp is
vergeten, de hoop op een uit
blijven van verdere ongeluk
ken is weer levendig en sterk.
En ofschoon we nóg niet
weten, wie precies gelijk heeft
en waarom die andere nog
steeds boos op ons zijn doe
zelen we zalig weg in de slui
mer van de welgedaanheid,
die even wreed verstoord
werd.
Over India gesproken:
Wanneer we de welvaart
van het westen willen uitdruk
ken in Amerikaanse cijfers,
dan bedraagt het inkomen van
de gemiddelde Amerikaan per
jaar 1453 dollar. De gemiddel
de man in India verdient daar
entegen jaarlijks 57 dollar.
Van de 360 miljoen Indiase
inwoners kunnen slechts
700.000 gezinshoofden zich de
weelde veroorloven van be
lasting betalen. In India ster
ven ruim 116 van de 1000
borelingen voor zij één jaar
oud zijn, in het westen is dit
slechts met ongeveer 25 het
geval. Van de kinderen in In
dia die hun eerste levensjaar
halen, sterven er nog 400 per
duizend voor zij vijf jaar zijn.
In India is één dokter op de
5700 zielen, in het westen één
op de 700. In India zijn 1640
calorieën per hoofd per dag
aan voedsel beschikbaar, of
schoon men in warme landen
tenminste 2500 calorieën nodig
heeft om gezond te blijven.
Het westen heeft 3000 calo
rieën, ofschoon men er met
2700 zou kunnen volstaan.
Vijfenzestig percent van de
wereldbevolking lijdt honger
en gebrek; van deze wereld
bevolking woont 55 percent in
Azië, 16 percent in Europa.
In India heersten van 1875
1900 achttien hongersnoden,
die tesamen 26 miljoen levens
eisten.
De wereldpolitiek is de spie
gel der spanningen. En de
spanningen ontstaan daar,
waar grote mensenmassa's de
leegte en duisternis van de
ondergang zien gapen hetzij
de ondergang der onvrijheid,
hetzij die van verhongering en
lichamelijke ellende. Spannin
gen, die op een kwaad moment
tot ontploffingen leiden.
Vandaar de stuurse gezich
ten, wellicht.
En wanneer wij, die even in
de diepte van een dreigende
ondergang staarden, daardoor
vier pond zijn afgevallen, dan
zullen we toch moeten beden
ken dat die ondergang zal
blijven dreigen en zich van
tijd tot tijd grijnzend zal blij
ven aandienen, zolang er op
de wereld miljoenen geboren
worden wier ganse levensweg
uit één grote, dodelijke ver
mageringskuur bestaat. J.L.
Prins Charles acht jaar
Onze eerste vrouwelijke minister, de
minister van Maatschappelijk Werk, mejuf
frouw dr. M. Klompé, heeft met de ver
dediging van haar begroting, die bovenal
neerkwam op een uiteenzetting van hetgeen
zij zich tot taak heeft gesteld, een uitste
kende indruk gemaakt. Toen zij nog in de
Kamerbanken zat als lid van de K.V.P.-
fractie, genoot zij bovenal gezag als specia
liste op het gebied van het buitenlands be
leid en dan in het bijzonder op dat van de
Europese samenwerking. De laatste jaren
placht zij ook woordvoerdster van haar
fractie te zijn bij de behandeling van het
begrotingshoofdstuk, dat zij nu van achter
de ministertafel voor haar rekening te
nemen had. Meer dan ooit bleek woensdag
middag, hoezeer zij thuis is in de proble
men, waarmee zij thans ambtelijk te maken
heeft. Maar het allerbelangrijkste uit haar
rede was, dat daarin van het begin tot het
eind ondanks een reeks van min of meer
dorre organisatorische en andere aange
legenheden, die zij ook bespreken moest, de
mens sprak. Voor haar is in heel het maat
schappelijk werk de mens nummer één,
vooral de eenzame mens, die te midden van
onze steeds ingewikkelder en steeds zwaar
der lasten met zich meebrengen de maat
schappij ernaar hunkert ook als gemeen
schapsmens de moeilijkheden aan te kun
nen. Het gaat er om, aldus merkte zij op,
de mens op de beste wijze te dienen. Ieder
van ons kan op een gegeven ogenblik be
horen tot hen, die maatschappelijke mede
werking of verzorging nodig hebben. Daar
van dienen wij ons allen terdege bewust te
zijn. Om die reden acht minister Klompé
het volkomen onjuist dat zij, met wie dit
het geval is, nog steeds in sommiger ogen
in een bepaald hoekje worden gedrukt. Het
deed goed in dit Kamerdebat dergelijke
opvattingen te vernemen, die kenmerkend
voor haar beleid zullen zijn. Reeds daar
door mag men in de leiding, die er van zulk
een bewindsvrouwe zal uitgaan, groot ver
trouwen stellen. Van huis uit, wat haar
studie en aanvankelijke werkkring betreft,
is minister Klompé chemica. Het maken
van analyses beheerst zij ook op het orga
nisatorisch terrein, waaraan zij thans haar
krachten heeft te geven. Daarvan getuigde
haar uiteenzettingen eveneens. Met een op
kennis van zaken en op scherp inzicht ge
gronde beslistheid spreekt zij zich uit. Maar
tevens blijkt zij bepaald niet meer te willen
zeggen dan datgene dat zij verantwoorden
kan. „Op zeer vele punten", aldus zei zij
ongeveer aan het slot van haar rede, „blijf
ik het antwoord schuldig, wil ik het schul
dig blijven, om niet voortijdig, zonder in
feite over de nodige zekerheid te beschik
ken, een oordeel uit te spreken en beloften
te doen". In een minister, die zo spreekt,
kan men vertrouwen scheppen.
Te Voorschoten is dezer dagen in de
ouderdom van 73 jaar overleden de heer
Carel J. A. Begeer, directeur-generaal der
Koninklijke Nederlandse Edelmetaalbe-
drijven.
Carel Begeer was zowel scheppend kun
stenaar als commercieel leider en organi
sator. Als zoon van een in de tachtiger
jaren van de vorige eeuw reeds bekende
figuur in de edelsmeedkunst, Anthonie
Begeer te Utrecht, kreeg hij gelegenheid
zijn aanleg te bekwamen aan de Quellinus-
school, later aan bekende vakscholen en
bij edelsmeden in Duitsland, Engeland,
Frankrijk en Italië. Hij was een der eer
sten die met de geornamenteerde stijl van
het einde der vorige en het begin dezer
eeuw brak en naar een eigen vormgeving
zocht.
In binnen- en buitenland werden zijn
toen nog enigszins revolutionaire werk
stukken op tentoonstellingen bekroond.
Begeer realiseerde dat het edelmetaalvak
niet ontkomen zou aan de industrialise
ring. Hij wist verband te leggen tussen het
handwerk-produkt en serie-fabricage en
maakte ontwerpen die ook machinaal ge
fabriceerd tot een sierlijk resultaat leidden.
Tevens ontwikkelde hij zich als leider
van een groot concern op het gebied van
edelmetaal. De heer Begeer was meermalen
regeringscommissaris van internationale
tentoonstellingen. Hij was lid van het
hoofdbestuur van de Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel en
voorzitter van de afdeling Den Haag van
die maatschappij. In de edelmetaalbedrijfs
tak was hij jarenlang voorzitter van de
groep industrie en lid van het hoofdbestuur
van de federatie goud en zilver. Ruim
vijfentwintig jaar was hij president van
de internationale organisatie op het gebied
van edelmetaal, bijouterie, juwelen en
horlogerie, de B.I.B.O.A.H. Hem werd de
erering van deze organisatie toegekend. De
heer Begeer was officier in de Orde van
Oranje Nassau.
Op wens van de familie heeft de begra
fenis heden in stilte te Utrecht plaats ge
had
ADVERTENTIE
Met een vaart van 90 kilometer ont
spoorde gisteravond tegen half elf op de
spoorbrug over de haven van Maassluis de
boottrein naar Hoek van Holland. Blok-
wachtcr Piet v. d. Meys uit Maasland, ge
zeten in zijn seinhuisje op veertig meter
van de spoorbaan, zag de ontspoorde trein,
in een regen van vonken en met liet sinis
tere geluid van de door de treinbestuurder
in werking gebrachte alarminstallatie, met
donderend lawaai op zich afkomen. Hij
rende zijn huisje uit, terwijl de trein over
de bielzen langs het seinhuisje bonkte en
stukken ijzeren bielzen in het rond vlogen.
Hij werd door enkele scherven getroffen
maar slechts licht gewond. Honderd meter
verder kwam de trein tot stilstand. De vier
treinstellen van de boottrein waren alle
ontspoord en gekanteld. Er heerste een
enorme ravage. Niettemin waren slechts
twee passagiers, Engelsen, gewond maar zij
konden na verbonden te zijn hun reis naar
Engeland vervolgen. Van het seinhuisje
werd de voorgevel weggeslagen.
De voorgevel van het blokhuisje werd
door de weggeslingerde brokken staal
en ijzer van rails en trein geheel
weggeslagen.
(Van onze Kamerverslagoever)
In het scherpe licht van schijnwerpers en flitslampen vormen de gekantelde
treinstellen, vernielde leidingen, rails en bielzen een bizar, bovenwerkelijk
lijkend, tafereel.
-
Een opname van prins Charles van
Engeland, ter gelegenheid van zijn
achtste verjaardag.
(Van onze parlementaire redacteur)