r Waarom Nederland nog niet meer Hongaren kan opnemen LEXINGTON Portugese vrouwen en sardines Huisvesting voornaamste obstakel Politieke „screening" begonnen Keltum pleet Andréa Egypte doet zeer welwillend tegenover het Westen Van dag tot dag 3 Capaciteit Standpunt Nederland hebt Hongarije Examens Drieduizend betrekkingen voor vluchtelingen Politiek onderzoek Geen zigeuners Critiek op A merika Venezolaans vliegtuig bij Caracas verongelukt „Verdediging West-Europa niet zonder A-wapens" aan huis 1975 WOENSDAG 28 NOVEMBER 1956 Ofschoon de overwegingen, die de ministerraad hebben geleid bij de vast stelling van het maximum der Nederlandse opvangcapaciteit voor vluchtelingen, zeer begrijpelijk zijn - bevolkingsdichtheid, woningnood op de eerste twee plaatsen - zal menigeen zich toch gestoten hebben aan dit koele, technische woord: opvang capaciteit. De ministerraad is een zeer officieel college, dat gebonden is aan een zeer officiële wijze van uitdrukken. Als een gewoon mens zegt: „Ik vind", zegt de ministerraad: „De ministerraad meent uit drukking te moeten geven aan zijn me ning, datEn wanneer een gewoon mens zegt: „Meer kan ik echt niet doen voor die stakkers", spreekt de minister raad van „onze maximum opvangcapaci teit". Doch afgezien van deze merkwaardig onmenselijke manier van iets onder woor den brengen doet de gebezigde uitdruk king de vraag rijzen, of in tijden van bit tere nood en overmacht zoiets als „maxi mum opvangcapaciteit" onomstotelijk kan worden berekend. „Waar er vier zijn, kunnen er ook vijf terecht", zegt de niet zeer welgestelde huisvader monter, als hij een kind van de buren tijdelijk op zijn dak krijgt, doordat die buren door een ramp hun huis hebben verloren. Hij zegt dan niet: „Mijn opvang capaciteit is vier, en daar moet ik me helaas aan houden". Er was een klein jongetje in Utrecht aan de Jaarbeurshal met zijn liefste schat, een elektrische trein, die hij aan een Hon gaars vluchtelingetje aanbood. De opvang capaciteit van dit kleine jongetje moet enorm groot zijn, wanneer hij zijn dier baarste bezit uit louter' medelijden kan weggeven. We zouden bijna zeggen, dat er geen enkele grens aan de opvangcapa citeit van dit jongetje is, althans, dat hij die capaciteit niet in welke berekening ook vermag uit te drukken en vast te stellen. En we zouden wensen, dat spoedig een internationaal overleg zou plaats hebben om het probleem onder ogen te zien, hoe de Hongaarse vluchtelingen afdoende kunnen worden verzorgd en op welke ma nier Oostenrijk zo snel mogelijk kan wor den ontheven van zijn enorme last, die de Oostenrijkse opvangcapaciteit ongetwijfeld verre te boven gaat. De Oostenrijkse opvangcapaciteit, die in de eerste dagen en weken van de Hon gaarse crisis welhaast even groot moet zijn geweest als dje van het Utrechtse jongetje. Het bestuur van de Koninklijke Neder landse Schaakbond schijnt originele ideeën te hebben omtrent wat wel en geen politiek en wat wel en geen taktiek is. Het heeft aan de commissie voor het Hoogoventoer nooi geschreven, dat het het schaakbeleid volstrekt afgescheiden wenst te houden van ,alle politiek, van welke aard deze ook moge zijn." Maar in dezelfde brief zegt het, „uit tactische overwegingen, gelet op de publieke opinie in Nederland ten aanzien van het huidige wereldgebeuren" de uit nodiging aan de Russische schakers voor het toernooi te Beverwijk ongedaan te wil len maken, hoewel „onze gevoelens ten op zichte van de Russische spelers persoonlijk onveranderd gebleven zijn." En tenslotte staat het niet toe dat de Russische hoofd groep-speler Taimanov, in geval ook diens uitnodiging wordt ingetrokken, wordt ver vangen door een Engelse, Franse of Israë lische schaker. Deze hoogst verwarde en verwarrende brief komt dus daar op neer, dat het be stuur van de K.N.S.B. de Russische scha kers persoonlijk nette mensen vindt en zich volstrekt afzijdig wenst te houden van alle politiek „van welke aard deze ook moge zijn", maar dat het die Russen tóch uit Beverwijk weg wil houden en dat er voor hun topman geen Engelsman, Fransman of Israëliër in de plaats mag komen. Wij kun nen hieruit slechts concluderen dat het be stuur van de K.N.S.B. vertwijfeld met alle winden, anti-Russische zowel als pro-Rus sische, wil meewaaien en dat zijn kramp achtige pogingen om vooral geen politiek te bedrijven, alleen maar neerkomen op het bedrijven van politiek. Als het bestuur zich werkelijk afzijdig zou willen houden van alle politiek, zou het zijn houding inzake het Hoogoventoernooi uitsluitend, maar dan ook werkelijk uit sluitend, dienen te baseren op de speel- prestaties van de spelers, zonder aanzien der nationaliteit, en zou het zo karaktervast moeten zijn om geen rekening te houden met de publieke opinie of de internationale verhoudingen. Houdt het bestuur wèl reke ning met de publieke opinie in Nederland - en sluit het daarom de Russische spelers uit - dan zijn de beperkingen inzake En gelsen, Fransen en Israëliërs overbodig en zelfs ongewenst, want de Nederlandse pu blieke opinie zou tegen de deelneming van deze spelers (ter vervanging van Taimanov) geen enkel bezwaar hebben; alleen de com munisten, die op de vorming van de publie ke opinie in ons land generlei invloed hebben, zouden zo'n bezwaar kunnen opperen. Het excuus „taktische overwegingen" is in dit verband onaanvaardbaar, want men kan geen taktiek voeren waar geen eigen standpunt is. De verklaring van het bestuur is helaas een duidelijke, demonstratie van dat gebrek aan een éigen standpunt, een gebrek dat dezer dagen in al te veel krin gen van onze maatschappij voelbaar is en dat zich altijd weer poogt te verbergen achter een hopeloos zoeken naar de weg van de minste weerstand. De stand van giro 999 van het Nationaal "omité Hulpverlening Hongarije te Am- fM'dam was dinsdag f 1.968.039,44. Op gi- o 777 van het Rode Kruis was tot dinsdag 3.503.698,70 binnen gekomen. Utrecht. Geslaagd voor het tandarts- ameri H. J. Bonhof, Heemstede. Groningen. Geslaagd voor het doctoraal :amen economische wetenschappen J. A. iber. Groningen; voor het kandidaatsexa men klassieke letteren mej. G. de Vries, adskanaal. Groningen. Gepromoveerd tot doctor in de •s- en natuurkunde S. Kiestra, geboren te rzool en C. C. J. Oiling, geboren te Tilburg. Amsterdam. Gemeente "Universiteit. Kan- laatsexamen klassieke letteren: W. A. van kwijk, Amsterdam. Kandidaatsexamen zchten: J. L. H. M. Adelmeyer, Amsterdam. (Van een redacteur) Een woordvoerder van Den Haag heeft gisteren op een persconferentie een motivering gegeven van het besluit van de regering, voorshands niet meer dan tweeduizend Hongaarse vluchtelingen in ons land op te nemen. „Over enige tijd", zo verklaarde hij, „zullen wij opnieuw tienduizend mensen uit Indonesië moeten huisvesten. Het tekort aan woonruimte gedoogt dan ook niet dat wij andere zware verplichtingen op ons nemen. Wel zijn er aanbiedingen van particulieren genoeg die nog meer Hongaren willen huisvesten, maar volgens het oordeel van cle regering zal niemand erbij gebaat zijn, als deze mensen in zolderkamertjes en dergelijken zouden worden ondergebracht bij Nederlandse gezinnen, wier taal zij niet verstaan en die volkomen afwijkende levensgewoonten hebben. Als wij daartoe zouden overgaan", aldus onze zegsman, „zou het samenwoningsleed reeds binnen enkele weken niet te onverzien zijn". Aan huisvesting van vluchtelingen in DU W-kampen en dergelijke, zoals ter pers conferentie door enkele journalisten voorgesteld werd, wenst de regering niet mee te werken, omdat zij van oordeel is, dat deze Hongaren, in overeenstemming met hun rechten als vrije mensen, ook in dit opzicht met Nederlandse staats burgers gelijkgesteld dienen te worden. Bovendien zou het psychologisch ver keerd zijn, hen in kampementen, die bij deze mensen misschien herinneringen zouden opwekken aan concentratiekampen op te bergen. Wellicht echter zou er wel een mogelijk heid zijn, een aantal nieuwe vluchtelingen in ons land tijdelijk onderdak te geven in afwachting van hun toilating in Engeland, Canada en Australië, welke landen, zoals men weet, geen grens gesteld hebben aan het aantal op te nemen Hongaren. Hiertoe moet echter eerst overleg gepleegd worden met de betrokken regeringen. De inleiden de besprekingen zijn inmiddels al be gonnen. Naar onze zegsman, het hoofd van de voorlichtingsdienst van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer J. Visser, verder meedeelde, zijn er reeds bijna zeshonderd aanvragen van werk gevers binnengekomen, die tezamen 3200 betrekkingen aan Hongaarse vluchtelingen aanbieden, variërend van ongeschoolde ar beiders tot dienstboden en metaalbewer kers. Ook de staatsmijnen kunnen een flink aantal „kompels" gebruiken. Waar zich onder de thans in ons land verblijvende vluchtelingen vrij wat mijnwerkers be vinden, zullen deze dus wel aan het werk kunnen gaan, zodra het onderzoek naar hun antecedenten en bekwaamheden be ëindigd is. Met dat onderzoek, waaraan ambtenaren van Justitie en Maatschappelijk Werk en van de Arbeidsbureaus deelnemen, is reeds een aanvang gemaakt. Ook de poli tieke screening" van de vluchtelingen zal zeer nauwgezet gebeuren, want daarvoor is, ten tijde van de selectie van deze men sen in Oostenrijk, weinig of geen gelegen heid geweest. Leden van dit selectieteam vertelden ter persconferentie, dat er blij kens de Oostenrijkse „Sicherheitsdienst" weinig gevaar bestaat, dat er zich onder de ruim tweeduizend vluchtelingen die zich voor Nederland hadden opgegeven, notoire communisten bevinden. Een jonge man werd, vlak voordat het eerste transport vluchtelingen naar ons land vertrok, door zijn mede-Hongaren herkend als een lid van de geheime communistische staats politie en in Wenen geïnterneerd. Overi gens heeft het Nederlandse selectieteam alleen die mensen op transport gesteld, die na 4 november de dag van het ver raad hun land ontvluchtten. Dat er zich onder hen beruchte communisten zou den bevinden, wordt dan ook onwaar schijnlijk geacht. Er bestaat echter wel kans, dat er tus sen de thans in ons land verblijvende Hongaren wellicht enkele extreme fas cisten als „pijlkruisers" en dergelijken be vinden. Hiernaar zal een grondig onder zoek worden ingesteld. Mocht deze ver onderstelling juist blijken te zijn, dan zal men de betrokkenen uiteraard niet naar Hongarije terugzenden, maar hen hier in terneren. Twee leden van het selectieteam, de heer G. Krol van de afdeling huisvesting van het ministerie van Sociale Zaken en mej. R. van Hoogervest, van het departe ment van Maatschappelijk Werk, vertel den de journalisten iets "an hun ervaringen bij het samenstellen van de vluchtelingen- transporten in Oostenrijk. Vooral in de eerste dagen na het verraad van Boedapest heersten er in de Oostenrijkse opvangcentra chaotische toestanden tengevolge van het feit dat er soms vijf- tot tienduizend vluchtelingen per dag aan de grens arri veerden. Het Hoge Commissariaat voor de vluchtelingen, de ICEM (Intergouverne menteel Comité voor Europese Migratie) en de 22 nationale Rode Kruismissies die ter assistentie naar Wenen gekomen wa ren, deden wat zij konden, maar door de gebrekkige coördinatie vanwege het inter nationale Rode Kruis konden vooral de laatstgenoemde missies niet zo snel in actie komen als wenselijk geweest was. Aan de grens vooral, waar de vluchtelingen dik wijls uitgehongerd en half bevroren aan kwamen, moest alles geïmproviseerd wor den en in de puszta bij Andau, een Oosten rijks grensdorp, waren de transportmid delen en verdere voorzieningen beslist on voldoende. In deze omgeving zaten een groot aantal vluchtelingen verborgen, die, bevangen als zij waren door panische angst en wantrouwen, er niet toe gebracht konden worden, zichzelf via de Oosten rijkse grens in veiligheid te brengen. De leden van het selectieteam hadden de in druk, dat ook deze mensen gered hadden kunnen worden als hier reeds bij het begin van de exodus helpers aanwezig geweest waren in de vertrouwenwekkende uniform van het Rode Kruis. Wat de selectie der vluchtelingen zelf betrof, had men vrijwel iedereen kunnen accepteren, die zich voor een transport naar ons land opgaf; alleen „uitgesproken" zigeuners werd verteld dat zij beter naar andere landen konden uitwijken, waar ruimere horizonten voor hun zwerflust zijn. „Het moeilijkste moment was voor ons dat, toen ons quotum vol was en wij verdere aanvragers moesten afwijzen", vertelde de heer Krol „maar over het algemeen hadden de mensen daar vrede mee, omdat zij veelal wel wisten, dat ons land reeds met een groot gebrek aan woon ruimte te kampen heeft. Bovendien kon den zij zich al spoedig ook opgeven voor andere landen, waarbij vooral de Verenig de Staten favoriet bleken. Het was voor iedereen echter een grote tegenvaller, dat de VS maar zo weinig vluchtelingen wensten op te nemen: aan vankelijk slechts een magere vijfduizend. Dit feit heeft grote verbittering gewekt onder de Hongaarse vluchtelingen. „Eerst hebben de Amerikanen ons via de zender „Vrij Europa" allerlei hulp en bijstand be loofd in ons verzet tegen de communisten", zo klaagden zij, „maar nu weigeren zij ons zelfs de toegang tot hun land". Ook in Oostenrijk zelf is men niet erg te spreken over de weinige bereidwillig heid van de Verenigde Staten. De regering in Wenen, reeds sinds jaar en dag belast met het vrijwel on oplosbare probleem van de huisvesting en assimilatie van honderdvijfentwin tigduizend „verplaatste personen" uit de tweede wereldoorlog, heeft nu nog eens 83.000 Hongaarse vluchtelingen te herbergen gekregen, waarbij zich elke dag nog een- tot tweeduizend nieuwe gevallen voegen. Het is dan ook te hopen, dat de andere landen nu snel uitvoering zullen geven aan hun be loften tot opneming van grote aan tallen Hongaarse vluchtelingen. Neder land en Zwitserland waren de eersten, die zich van deze mensenplicht ge kweten hebben en dat is iets, waar op wij trots mogen zijn. 25 doden ADVERTENTIE Alle modellen voorradig G. HOUTSTR. 165 - TEL. 12593 NEW YORK (Reuter/UP) Bij Cara cas is een Constellation van de „Linea Aeropostal Venezuelano" met achttien pas sagiers en zeven bemanningsleden in de wolken tegen de berg Naiguata gevlogen vlak bij het vliegveld van Caracas, Mai- quetia, waar het zou landen. Het vliegtuig kwam uit New York. Alle inzittenden, on der wie twee kleine kinderen, kwamen om het leven. Dit is het tweede grote ongeluk dat de Venezolaanse luchtvaartmaatschappij in een half jaar tijds treft. In juni veronge lukte een toestel van deze maatschappij boven de Atlantische Oceaan in de buurt van New York. Toen kwamen 74 passa giers en bemanningsleden om het leven. Generaal Nor stad:, WASHINGTON (Reuter) Generaal Norstad, de nieuwe Amerikaanse bevel hebber van de strijdkrachten van de Noord- atlantische Verdragsorganisatie in Europa, heeft in een vraaggesprek dat in Washing ton is gepubliceerd, gezegd dat deze NAVO-strijdkrachten West-Europa niet kunnen verdedigen zonder gebruik te ma ken van atoomwapens. Norstad voegde hieraan toe,"dat „het gebruik van deze wa pens bij een grote aanval of een algemene oorlog van militair standpunt gezien nood zakelijk geacht wordt". Norstad acht ver mindering van de huidige kracht van deze strijdkrachten op het vasteland van Euro pa niet verantwoord. Hij verklaarde te rekenen op de volle dige bijdrage van Frankrijk aan het NAVO-leger ADVERTENTIE from America's Best Tobaccos Reuter bericht uit Londen dat president Nasser nog altijd bereid is te onderhande len over een regeling van het probleem van het Suezkanaal op basis van het Indische voorstel, dat lang voordat de Britten en Fransen in Egypte ingrepen, is gedaan, al dus heeft de Libanese minister van Weder opbouw, Emile Boestani, maandag te Lon den meegedeeld. Minister Boestani zei on langs een brief met deze mededeling van president Nasser te hebben ontvangen. De president had doen weten, dat Egypte be reid is eerst met Groot-Brittannië alleen ie onderhandelen waarna de bijzonderheden kunnen worden besproken met de belang rijkste kanaalgebruikers. Uit Frankfort deelt AFP mede, dat de Wereldbank officieel nog geen standpunt heeft ingenomen ten aanzien van het stuw- dam-pi-oject van de Nijl bij Assoean, omdat er geen rechtstreeks verzoek tot haar is ge richt. Naar aanleiding van deze verklaring heeft men in kringen van bankiers en in dustriëlen in West-Duitsland laten door schemeren, dat onder bepaalde garantie- voorwaarden, de Bondsrepubliek en het be drijfslèvén van West-Duitsland bereid zijn deel te nemen aan de verstrekking van in tërnalioncile financiële hulp aan Egypte, die zou kunnen bijdragen tot een oplossing van het conflict in het Nabije Oosten. Onze correspondent te Londen berichtte ons voorts het volgende: In Londen vertoeft óp het ogenblik een invloedrijk man uit het Midden-Oosten, een zekere Emile Bustami, die daar overal za kenbelangen heeft en tot voor kort deel uitgemaakt heeft van de regering van Li banon. Volgens hem heeft Nasser, met wie hij gesproken heeft een plan voor het Suezkanaal opgesteld, dat zowel Egypte als de rest van de wereld zou kunnen bevre digen. Het plan zou in Washington een gunstig onthaal hebben gehad. De Britse regering reageerde er destijds niet op. maar dat zou nu wel eens anders kunnen zijn Volgens Bustami is Nasser nog altijd bereid met dit plan in zee te gaan. De Egyptische minister van Buitenlandse Zaken. Mahmoed Fawzi, heeft voor de Amerikaanse televisie verklaard, dat Egyp te bereid zou zijn om met Israel over een vredes-regeling op lange termijn te spre ken binnen het kader van de UNO, nadat „de invasie-strijdkrachten" Egypte hebben verlaten. Hij zei verder, dat Egypte nog altijd „van vfele kanten wapenen" ontvangt, maar hij ontkende de Engelse beschuldiging, dat de Egyptische regering voor een kleine twee miljard gulden Russische wapenen kocht, met het doel een grootscheepse aanval op Israel te doen. In hetzelfde programma ver klaarde de uitgever van het invloedrijke „Caïro-News", Moestafa Amin, dat Egypte „het communisme in het Midden-Oosten vreest" en dat het „tegen het communis-- me is". Hij zei, dat zijn land geen „vrij willigers zou willen hebben van commu nistische landen, maar „van alle landen". Daar Nazaré, het vissers dorp van waar. ik me ter sar dinevangst had begeven, geen conserven fabriek rijk is, moest ik mijn nieuwsgierigheid be dwingen tot ik bijna in het uiterste noorden van Portugal was aangeland. In Matouzin- h'os; een dorpje aan de mon ding van de Douro, dat haast te voet van Oporto is te be reiken, drentelde ik dan tegen half vier 's middags langs de zëe heen en weer, wachtend op de terugkeer ven de vloot. Er. stond een gure wind en de vrouwen, die breiend en pra tend in de luwte van stapels viskisten zaten te profiteren van de schrale herfstzon, had den hun zwarte omslagdoeken flink om zich heen geslagen. Op het smalle en stenige strand, waar een streep van vuil en dode krabbetjes de vloedlijn markeerde, speelden onbeschrijfelijk smerige kin deren. Er kwam beweging in de groepjes wachtenden: de scheepjes waren een eind uit de kust .voor anker gegaan de Douro heeft een grote strook voor zijn monding ver zand en de vissers begon nen de vangst in roeibootjes over te laden. De vrouwen lieten hun breiwerk in de steek en slenterden naderbij. Ik had nu wat beter gelegen heid hen op te nemen. Zorg voor het dagelijks bestaan en voortdurende vrees voor de gevaren van de zee hadden plooien en groefjes in de don kere gezichten gedreven, maai de felheid in de ogen was er niet door gedoofd. De gejaagde drukte begon, toen de eerste roeiboten in het ENKELE DAGEN GELEDEN mocht ik u iets vertellen van de sardinevangst aan de Atlantische kust van Portugal. Moge lijk kunt u thans nog enige aandacht opbrengen voor de verdere lotgevallen van deze visjes, met name voor de manier waarop ze worden geconserveerd en wat eraan voorafgaat. Als ik even op mijn verhaal vooruit mag lopen, zou ik uit volle borst willen uitroepen: eet gerust ingeblikte sardines! Ik heb het hele proces zorgvuldig voor u gecontroleerd en ben tot de conclusie ge komen, dat er in hygiënisch opzicht niet dat op de bereidings wijze valt te critiseren. zand vastliepen en de vissers eruit sprongen om ze hoger het strand op te trekken. Fa- miliegewijze kwam iedereen in de weer. Na vijf uur neemt de fabriek geen vis meer aan, daar dit de uiterste termijn is om nog dezelfde dag alle no dige bewerkingen aan de sar dines te verrichten. De zilverwitte, nog sparte lende visjes werden razend snel in manden geschept. Twee stevige knapen stonden al klaar met een lange, dikke stok. Daaraan werden drie manden geschoven en daar gingen ze op een sukkeldrafje heen, blootsvoets en met een soepele, wiegende gang. Hier en daar vielen enkele sardines in het zand; dan schoten er drie, vier, vijf kinderen op af en ontstond soms een gevecht om de buit. Controlerende ambtenaren van de Rijks Vis serij dienst kwamen handen te kort om de vechtende klu wen met hun stokken uiteen te slaan: elk visje moet wor den verantwoord. Dat leverde een jongen of een meisje wel eens een blauwe plek op, maar dat weerhield niemand een aanval te doen op de volgende weggesprongen sardine. Som mige dragers, die zich ver moedelijk hun eigen jeugd be ter herinnerden dan de con troleurs, wierpen de jeugd heimelijk een handjevol sar dines toe, een gebaar, dat dan met een doordringende strijd kreet begroet werd. Steeds meer bootjes schoven het strand op en telkens her haalde zich hetzelfde tafereel. Het geschreeuw om me heen was oorverdovend. Portugezen kunnen nu eenmaal niets doen zonder er een keel bij op te zetten. Ook de vrouwen zaten niet stil. Velen stonden tot hun knieën in het water en reinig den de van de afslag terug komende manden, anderen hielpen met het uitladen. Het viel me weer eens op hoe on billijk het is de bewoners van zuidelijke landen van luiheid te beschuldigen. Onder de in vloed van het klimaat is over het geheel genomen het ar- beidstempo wat trager en men past lang niet altijd de meest efficiënte werkmethode toe, maar aan hun ijver valt niet te twijfelen. Ik vond, dat ik nu wel ge noeg van het gedoe aan het strand had gezien en begaf me naar een van de conserven- fabrieken. De eerste sardines, die ik uit de roeiboten in de manden had zien scheppen, hingen al, in rekken geprikt, te stomen, maar de tientallen meisjes aan de lange schoon- maaktafels hadden er nog bergen van kop en ingewan den te ontdoen. De directeur, een man, die aan breedte had wat hij aan lengte tekort kwam, greep me onder de arm en dribbelde stralend met me rond. Zijn herhaalde be weringen, dat hier de uiterste zindelijkheid betracht werd, waren vrijwel overbodig: ik had, eerlijk gezegd, zo'n hy giënische en efficiënte werk wijze niet verwacht. De mut sen van de meisjes waren smetteloos wit en van de vloer kon worden gegeten. „U begrijpt nu zeker wel waarom we een tijdslimiet voor aflevering moeten stel len", zei hij. „De vis, die een paar uur geleden gevangen is, wordt nog dezelfde dag inge blikt en norgen verzonden." Voordat de sardines aan de rekken werden gespiest, kre gen ze eerst een zorgvuldige wasbeurt. Daarna gingen ze de oven in voor een stoom- proces van dertig tot vijfen dertig minuten. In een andere afdeling zag ik rijen meisjes aan stalen tafels op een hel dere tegelvloer zitten. Elk van hen had stapels blikjes voor zich, gedeeltelijk gevuld met smeuige olijfolie, wijn- of to matensaus. Hierin vonden de naar grootte gesorteerde vis jes een laatste rustplaats. De directeur sleepte me nog even mee naar zijn kantoor en onthaalde me op een des kundige verhandeling over de Portugese conservenindustrie. Hij gaf me in enkele minuten een duidelijk beeld van de be tekenis ervan en ik gunde hem graag het genoegen onder de indruk te zijn. Het grootste deel van de visconserven wordt naar Brazilië en de overzeese gebiedsdelen (spreek in Portugal nooit van kolo niën!) geëxporteerd en als u nu weet, dat alleen aan sar dines zo'n dertigduizend ton per jaar het land uit gaan, is dat voldoende toetsing voor het economisch belang van deze industrietak. Met mijn zakken vol blik jes „muito delicioso!" kreet mijn gastheer wandelde ik terug naar het strand, waar ik de wagen had achtergela ten. Er was geen levend wezen meer te zien. De roeibootjes lagen, veilig voor de vloed, te wachten op morgen. Uit de schoorstenen van de vissers huisjes kringelde rook het avondeten werd bereid. Ik zou er iets moois onder durven verwedden, dat er sardines aan te pas kwamen! J. F. Remming ADVERTENTIE F' - Voor Sinterklaas... geef haar een paraplu Hp ||ll Naafdparapfus met "goudstok en goudbaleinen" Paraplus zijn tegenwoordig meer dan iouter regenscher men. Zij zijn nu óók sier lijke, elegante, naaldslanke accessoires, met grappig- bewerkte knoppen van herz- hoorn, bamboe-of e delhout... "Goudstok naaldparaplus va |275 Opvouwbare paraplus v,a. 1975 Nylon paraplus m. "goudstok en goudbafeinen" va 29"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5