KERBECO
Op d<z
Golden Fiction
Israel betwijfelt of UNO vrede
kan stichten in Palestina
Moskou lijkt satellieten
vast in de hand te hebben
<^Praatótoel
Hoopvol begonnen actie is
in desillusies geëindigd
Onder ons gezegd
Vijftig jaar geleden
Eigen we|
Een klein en eenzaam land in het Midden-Oosten
Moskou maakt kennis
met Pablo Picasso
3
Van dag tot dag
A
Tsjoe En Lai en Nehroe zijn
het oneens over Hongarije
Vriendschap verbiedt de
openbaarmaking
GOEDE LEDEREN KLEDING
C.P.N.-raadslid klaagt
mr. Kwint aan
ffllhh-
"IH
...toch maar liever
Territoriale kwestie
Een OMEGA-MIDO
Vluchtelingen
Jeruzalem
Blok aan het heen
Uit Haarlems Dagblad
van 11 december 1906
DINSDAG 11 DECEMBER 1956
Uit het verslag van de commissie van
rapporteurs uit de volksvertegenwoordi
ging naar aanleiding van hun onderhoud
met de minister van Financiën blijkt, dat
minister Hofstra van plan is zich zo weinig
mogelijk aan te trekken van wat er in de
volksvertegenwoordiging ten aanzien van
het financiële beleid leeft. Dit is, op zijn
zachtst gezegd, bevreemdend voor een be
windsman die nog slechts korte tijd de
teugels der financiën voert en zijn werk
zaamheden in dienst van 's lands schat
kist heeft aangevangen in een tijd, die bij
uitstek een verwarde en gecompliceerde
moet worden genoemd.
Reeds eerder gaf deze minister blijk van
een verbazingwekkende liefde voor het
eigen standpunt, namelijk ten opzichte van
de adviezen die de Stichting van de Ar
beid hem in volle overtuiging deed toe
komen over de compensatie-uitkering aan
ouden van dagen. Minister Hofstra negeer
de deze adviezen en trotseerde de aan
merkingen van de volksvertegenwoordi
ging.
Hij sneed de helft van de toch al magere
compensatie der z.g. Dreestrekkers af
ter waarde van zes hele miljoenen en
ging daarna over tot het treffen van maat
regelen ter uitkering dezer halve compen
satiezonder dat de Kamers het des
betreffende ontwerp hadden goedgekeurd!
Dezer dagen beginnen de postkantoren al
met de uitkering van de halve maandver-
goeding aan de oudjes. Wellicht is het
voor de oude mensen prettig, de kleine
fooi van minister Hofstra nog voor Kerst
mis te krijgen, maar de minister schijnt
zich niet te kunnen voorstellen dat de
volksvertegenwoordiging mogelijk anders
over deze kwestie denkt dan hij. De minis
ter stelt de Kamers hiermede voor een
feit, wat tenminste onhoffelijk en verder
onreglementair kan worden genoemd.
Het financiële landsbeleid is in deze tijd
pol tegengestelde stromingen in de con
junctuur en in de internationale verhou
dingen een subtiele zaak, die welover
wogen en met de grootste omzichtigheid
dient te worden behandeld. Minister Hof
stra meent wellicht, dat instellingen als
de volksvertegenwoordiging, de Sociaal
Economische Raad en de Stichting van de
Arbeid er enkel zijn om de regering in
haar bewegingen te belemmeren. Het
tegendeel is waar. Wat de volksvertegen
woordiging betreft, deze is en blijft een
spiegel des volks en een projectiescherm
van reacties, afgezien van haar grond
wettelijke bevoegdheid. Rekening houden
met wat in deze gevaarlijke tijd als duide
lijk symptoom der openbare mening te
voorschijn komt, is toch wel het minst wat
een minister kan doen. En de volksver
tegenwoordiging zou hem dat niet uit
drukkelijk behoeven voor te houden.
RANGOON (Reuter) Premier Tsjoe
En Lai van communistisch China is uit
Calcutta in Rangoon aangekomen voor een
officieel bezoek van tien dagen aan Birma.
Hij werd op het vliegveld begroet door de
Birmaanse premier, Oe Ba Swe. De Chi
nese premier verklaarde in Calcutta, dat er
een meningsverschil tussen hem en Nehroe
over de Hongaarse kwestie bestaat. „Het is,
zoals ook Nehroe zei, een vriendschappelijk
meningsverschil, en daarom is het onnodig
te zeggen, wat het verschil van mening is",
aldus Tsjoe. Hij zei, dat de „koloniale
mogendheden" niet alleen „schaamteloze
agressie" in Egypte hebben gepleegd, maar
ook schuldig zijn aan de revolutie in Hon
garije.
Te laag
Toen journalisten hem vroegen naar be
richten volgens welke hij aan president
Tsjang Kai Tsjek van nationalistisch China
een functie heeft aangeboden, zei Tsjoe, dat
een journalist in Pnompenh (Cambodja)
hem had gevraagd, of hij de nationalistische
leider een ministerfunctie zou aanbieden
als Formosa met communistisch China ver
enigd zou worden. Hij, Tsjoe, had daarop
geantwoord, dat een ministersfunctie voor
Tsjang te laag zou zijn. Tsjoe zei, dat
Tsjang zich vrij in China zou kunnen be
wegen als Formosa bij communistisch China
gevoegd zou woi-den. Voorts verklaarde
Tsjoe, dat de ChineesAmerikaanse be
trekkingen door een conferentie van minis
ters van Buitenlandse Zaken verbeterd zou
den kunnen worden. De Verenigde Staten
zouden echter het embargo op de handel
moeten opheffen en culturele uitwisseling
mogelijk moeten maken. Tsjoe ontkende,
dat er in Tibet een opstand tegen de Chi
nezen is geweest.
RECTIFICATIE
In het overlijdensbericht van prinses
Marie Louise van Engeland in onze editie
van maandag had moeten staan: Zij was
de enige dochter van prins Christian van
Sleeswijk Holstein en prinses Helene Vic
toria, de derde dochter van koningin Vic
toria, in plaats van: het enige kind. Marie
Louise heeft twee broers gehad, van wie de
ene (Christian Victor) in 1900 en de andere
(Albert) in 1931 is overleden.
ADVERTENTIE
VOOR WERKELIJK
KERKHOFF - Anegang 21 - Haarlem
Volgens een bericht in het CPN-dagblad
De Waarheid" heeft de voorzitter der com
munistische fractie in Velsens raad, de heer
Th. Kruisman bij de officier van Justitie
te Haarlem een klacht wegens „laster of
belediging" ingediend tegen burgemeester
mr. M. M Kwint. Deze heeft de heer Kruis
man vlak na de Hongaarse kwestie in zijn
kamer ten raadhuize de woorden toege
voegd: ,Er uit moordenaar".
Het incident in de burgemeesterskamer
kwam later tijdens de Velsense begrotings-
raad van 26 november ter sprake en bur
gemeester Kwint was niet bereid zijn
woorden terug te nemen. Hij bevestigde
slechts zijn opinie over deze en andere
communisten die zich achter de Russische
interventie in Hongarije stellen, toen onder
meer het CHU-raadslid Walthuis de bur
gemeester verzocht zijn woorden terug te
nemen.
Bij informatie bij burgemeester Kwint
deelde deze ons hedenmorgen mede, dat
het gesprek in de burgemeesterskamer
werd gevoerd naar aanleiding van het wei
geren der communisten aaii de gebruike
lijke maaltijd tussen de begrotingszittin
gen, door de rest van de raad.
Mr. Kwint heeft toen gezegd, dat de
communisten konden mee-aanzitten, wan
neer zij zich duidelijk zouden distanciërer
van de Russische terreur in Hongarije: „an
ders vereenzelvigt u zich er mee".
Toen de heer Kruisman aan zijn stand
punt bleef vasthouden heeft de burge
meester gezegd: „En nu er uit"'.
Het gesprek werd op heftige toon ge
voerd, zodat mr. Kwint zich niet meer pre
cies herinnert, of hij het gewraakte woord
„moordenaar" heeft gebruikt.
Wel heeft de heer Kruisman, naar de
burgemeester zich herinnert gezegd: „U
bent een moordenaar", u vereenzelvigt u
met de moordenaars, die de beste Hongaar
se zonen afmaken" (doelend op de leden
der geheime staatspolitie red.). Het gesprek
is besloten met de woorden van de burge
meester: „Gij staat er dus achterer
•it!"
ADVERTENTIE
-
•fjjg
-■flmÊt
m.
Een gulden genieting voor 80 cent
(Van onze reisredacteur)
De gevolgen van het Süez-fiasco, pijnlijk voor Groot-Brittannië en Frankrijk,
zijn méér dan dat voor Israel. Dit kleine land, dat een week lang heeft kunnen
denken de knellende ring van vijandige Arabische staten eindelijk te hebben
doorbroken, dat het met zijn troepen aan het Suezkanaal een sterke onderhande
lingspositie had verworven, dat het in Frankrijk en Groot-Brittannië voor het
eerst twee machtige bondgenoten had (door de gezamenlijke actie tegen Egypte
te gecompromitteerd om Israel nog in de steek te kunnen laten), dat het van zijn
gevaarlijkste tegenstander, het Nasser-regime, bevrijd zou zijn en ten lange leste
de Arabieren een vrede zou kunnen afdwingen, staat nu voor bittere realiteiten.
Het heeft slechts één winstpunt geboekt: het Egyptische leger is voorlopig van
de kaart, het Israëlische leger is door het buitgemaakte oorlogsmateriaal omge
keerd evenredig versterkt. Dat geeft een adempauze. Maar verder? De ruilwaarde
van de positie aan het Suezkanaal is nihil gebleken. De nieuwe bondgenoten laten
het land, dat voor hen de kastanjes uit het vuur moest halen, alweer schielijk in
de steek. Groot-Brittannië dringt er zelfs op aan, dat Israel de Gaza-strook moet
ontruimen, een bittere pil voor Israel, dat met haast buitensporige discretie de
legende heeft volgehouden, dat de actie-van-drie geen doorgestoken kaart was.
Op dit punt heeft Israel van Franse kant meer ridderlijkheid ondervonden. On
danks officiële ontkenningen droeg de Franse militaire steun een haast openlijk
karakter en Parijs heeft van de Gazastrook nog niet gerept. Maar de Britten
hebben gedurende de actie alles gedaan om niet gecompromitteerd te raken. Er
is alle reden voor te onthullen - naar ik uit zeer betrouwbare bron heb vernomen
- dat de Israëlische tank-colonnes twee dagen vóór de aanval Britse „panel-
markings" (markeringstekens) kregen om niet per abuis door de Britse lucht
macht te worden aangevallen.
Aangereden. Een bejaarde dame, die
laandagavond omstreeks zeven uur in de
"rote Houtstraat liep en een stap op de rij-
aan deed, werd door een achttienjarige
vielrijdster aangereden. De dame viel en
■erd met een linkeronderbeenbreuk in het
'rote Gasthuis opgenomen.
Dit zijn nochtans bijkomstigheden. De
grote vraag, voor Israel van levensbelang,
hoe met de Arabische naburen tot een
vrede te geraken, lijkt niet werkelijk nader
tot een oplossing te zijn gekomen. Israel
heeft die vrede nodig, het land kan niet
onbeperkt in een voortdurend door inci
denten verstoorde wapenstilstand leven,
die het tot buitensporige militaire uitgaven
dwingt. Het heeft bovenal normale econo
mische betrekkingen nodig, zo mogelijk met
zijn natuurlijk achterland, in ieder geval
met Azië en Afrika, en dat laatste vergt
vrije scheepvaart door de Golf van Akaba
en het Suezkanaal. Daar is haast bij: Israels
betalingsbalans steunt voor een derde op
Duitse herstelbetalingen, die echter in 1962
ophouden en voor nog een derde op Ame
rikaanse hulp en giften van Joodse Ameri
kanen. Op den duur is dat geen houdbare
toestand. De Arabische boycot en blokkade
moeten tot een einde worden gebracht.
Nu is de laatste dagen van vele zijden
opgemerkt, dat de U.N.O. voor een defini
tieve vredesregeling tussen Israel en de
Arabieren moet zorgen. Dat is een schoon
advies, maar de adviseurs zeggen er niet
bij h o e. En wanneer zij de geschiedenis
van de laatste acht jaar, sinds de U.N.O.
met haar verdelingsresolutie Palestina in
een Joodse en een Arabische staat splitste,
nagaan, zullen ook zij er niet optimistisch
over kunnen zijn. Wat zijn de struikelblok
ken voor een vredesregeling? Het zijn er
drie:
Toen de Arabieren in weerwil van de
partitie-resolutie van de U.N.O. de nieuw
geboren staat Israel onmiddellijk aanvielen,
veroverde de Haganah, Israels strijdmacht,
tegen alle verwachtingen in zoveel terrein,
dat Israels grondgebied met een derde van
het huidige werd uitgebreid. Zo de Arabie
ren al (theoretisch) over vrede spreken,
eisen zij amputatie van dit derde deel van
Israels territoir. Zowel omdat de Israëlische
bevolking door immigratie inmiddels van
MOSKOU (U.P.) De eerste tentoon
stelling van werken van Pablo Picasso in
Moskou is daar niet met onverdeeld
enthousiasme ontvangen. De prominente
kunsthistoricus M. Alpatov schrijft in de
litteraire gazet, dat het werk van Picasso
dikwijls een gevoel van afschuw oproept,
„alsof de schilder verstikt was door een
nachtmerrie en niet in staat het voorgevoel
van menselijke ellende en vreselijk bloed
vergieten te ontsnappen. Picasso heeft zich
van zijn publiek afgezonderd en is in zich
zelf gekeerd. Hij is een wreed talent, gena
deloos voor zichzelf, voor zijn onderwerp
en het publiek, desondanks heeft hij schil
derijen gemaakt van bijna klassieke zuiver
heid", aldus Alpatov. Het publiek discus
sieert er flink over. De expositie wordt
druk bezocht, vooral door jongemannen
met ringbaarden en houtje-touwtjejassen.
Lieve mevrouw:
U schreef mij een vriendelijk, zij het ver
wonderd, briefje, waarin u mij vraagt
waarom ik jongstleden vrijdag niet voor u
ben opgestaan in de bus. U stond daar
maar te staan en te hotsebotsen, zegt u,
terwijl ik op mijn dooie gemak zat te hot
sebotsen. U schrijft mij, dat u altijd in de
veronderstelling hebt geleefd dat ik een
héér was. Daar bedoelt u blijkbaar mee,
dat u in die veronderstelling diep bent te
leurgesteld.
Kijkt u eens, mevrouw, dat zit zó
Jongstleden vrijdag was ik toevallig, ook
door de etiquette, gerechtigd te blijven
zitten. Ik had erge hoofdpijn, er was iets
met de maagkleppen, ik had een slapende
rechtervoet, ioas benauwd op de borst en
voelde mij zélf ook helemaal niet goed. In
zulke gevallen sta ik niet op voor dames
onder de zeventig. In alle andere gevallen
niet voor dames onder de 65. In alle ge
vallen wél voor dames tussen de twintig
en vijfentwintig, mits ik er de mogelijk
heid in zie voor een gesprek over de weers
omstandigheden of voor een kop thee. Doch
zoals u ongetwijfeld reeds ter snede zult
hebben opgemerkt, dit laatste geval heeft
niets met mijn vermaarde hoffelijkheid te
maken. Hier is veeleer vuig eigenbelang
in het spel. Weest u maar blij, dat u voor
dat opstaan niet in aanmerking komt. U
hebt geen idee hoe onnoemelijk vervelend
miin jachtconversatie is.
Er is een tijd geweest, mevrouw, dat ik
'n vurig opstaandertje mocht heten, maar
sedert het ogenblik dat vier van de vijf
busdames tegen mij zeiden „nee, blijft u
nu maar zitten" en gebruik maakten van de
hoffelijkheid van knapen nog jonger dan
ik, dat twee van de overblijvende zes zei
den, dat zij liever bleven staan omdat het
bij de deuren althans een beetje frisser is
dan in het zitgedeelte en de rest van vier
zonder boe, ba of balleefd gingen zitten,
doe ik er niet meer aan, mevrouw. Boven
dien heb ik dikwijls de indruk dat van die
tantes met strakke gezichten en brede vor
men er niet één tot het zwakke geslacht
behoort en tenslotte zijn er mevrouwen, die
een volle bus binnenkomen met een ge
zicht ik mag zeggen: een soort chan
terend gezicht van: d'r staat er toch wel
een voor me op.
In wezen. - mevrouw, ben ik een ouder
wets man van hoofse omgangsvormen en
van-huis-uit heb ik het allemaal netjes ge
leerd. Daarom u kunt mij geloven of niet
doet het mij pijn te blijven zitten, wan
neer Kenau Simonsz Hasselaar naast mij
stóat.
Maar ik overwin die pijn, mevrouw. Ter-
wille van het beginsel. Nu u dit weet, zult
u mij niet alleen een héér, doch bovendien
een man vinden.
Elias
ADVERTENTIE
COLLECTIE vindt u bij
Grote Houtstraat 49 - Haarlem
600.000 tot 1.600.000 is gestegen, als omdat
de U.N.O.-verdeling politiek en economisch
eenvoudig waanzinnig was, kan Israel het
oude partitie-plan niet alsnog aanvaarden.
Het is slechts bereid tot kleine grens-cor-
recties alsmede tot het aanbieden van het
mede-gebruik van de haven van Haifa aan
het van de zee afgesneden Jordanië.
In de Palestijnse oorlog van 1948 vlucht
ten honderdduizenden Arabieren en hier
aan dragen zowel Israel als de Arabische
leiders schuld) uit Palestina naar de om
liggende landen. Ongeveer 900.000 van hen
hokken thans in bittere ellende in Gaza,
Jordanië, Syrië en Libanon. De Arabische
eis is hervestiging in Israel en volledige
schadeloosstelling. Het Israëlische stand
punt: Israel heeft zoveel Joodse vluchte
lingen moeten opnemen, dat inwilliging van
de Arabische eis economische zelfmoord
zou betekenen. Israel is slechts bereid tot
gedeeltelijke schadeloosstelling, eventueel
aan te vullen met buitenlandse hulp.
Volgens de oorspronkelijke U.N.O.-reso
lutie moest Jeruzalem, de voor drie religies
heilige stad geïnternationaliseerd worden.
De huidige toestand is, dat Jordanië het
oude deel van de stad en Israel het nieuwe
deel hebben ingelijfd. Israel heeft er zelfs
zijn hoofdstad gevestigd. Noch Jordanië,
noch Israel wenst daar afstand van te doen,
maar de internationalisering van de heilige
plaatsen zou, bijvoorbeeld door U.N.O.-toe
zicht, nog wel geregeld kunnen worden.
De eerste twee punten zijn vrijwel onop
losbaar. Het is niet mogelijk een voor beide
partijen enigszins aanvaardbaar compromis
te vinden. De toch al moeilijke situatie is
in de acht jaar wapenstilstand, die de
wereld meende zich te kunnen veroorloven,
onhoudbaar geworden. Zelfs wanneer er
aan beide zijden oprechte vredeswil be
stond en men op veel financiële hulp van
de buitenwereld kon rekenen, bijvoorbeeld
voor grootscheepse bevloeiïngsplannen, die
De man die men hier in het gezicht
kijkt is de Canadese opperbevelhebber
van de UNO-troepen in Egypte, gene-
raal-majoor E. L. M. Burns. Aan de
andere kant van de tafel zit de een
ogige opperbevelhebber van het Israë
lische leger, generaal Mosje Day an.
Tussen hen op tafel ligt een stafkaart
van het schiereiland Sinai waarop ook
het Suezkanaal is aangegeven. De
opperbevelhebbers bespreken de rege
lingen voor de terugtrekking van de
Israëlische troepen uit 't schiereiland.
hervestiging van de vluchtelingen mogelijk
zouden maken, zou een oplossing nauwe
lijks te vinden zijn. Wie echter na de
Suez- en Sinaï-eampagne oprechte vredes
wil bij de Arabieren zou veronderstellen, is
een vreemde in Jeruzalem.
Voor de Arabieren is het altijd gekoes
terde wantrouwen, dat Israel een voorpost
van het westers imperalisme is, door de
jongste acties volledig bevestigd. De sma
delijke nederlaag heeft haat en revanche-
gevoelens tot het uiterste opgevoerd.
Iedere Arabische leider, die nu van vrede
zou spreken, pleegt zelfmoord. En boven
dien, de Arabieren hebben de tijd. Zij heb
ben Israel niet nodig, Israel heeft hèn
nodig. Kan de U.N.O. dan geen vrede af
dwingen? Het ziet er niet naar uit. Het
Sovjet-blok, door geen enkele overweging
van menselijkheid of internationaal recht
gehandicapt, steunt onverkort de Arabische
eisen. En diep in hun hart weten de wes
telijke grote mogendheden, dat, waar het
kleine Israel dat hun niets te bieden heeft,
slechts een blok aan het been is, het Ara
bisch blok, dat langzaam maar zeker
groeiend verbond van landen van Casa
blanca tot Bagdad, dat met zijn olie, zijn
strategische posities van Tanger tot Port-
Said, zijn mensenmassa's, tot een politieke
factor van betekenis wast.
Het kan slechts een aantal kleine naties
zijn, dat, steunend op de beginselen van
internationaal recht, voor Israel, dat ten
slotte een kind van de U.N.O. is, de hand
schoen in de U.N.O. opnemen. Die steun,
en Israels eigen ongelooflijke levenswil,
vinden in de strijd, die komen gaat, mach
tige belangen en kwade kansen tegenover
zich.
(Van onze correspondent in Wenen)
Evenals in Oost-Duitsland blijven ook de
communistische leiders in Tsjechoslowakije
trouwe dienaars van Moskou, ofschoon zij
ongerust zijn geworden door het optreden
van de studenten tijdens de meifeesten en
door de geprikkelde discussies, die in ver
band met de 20ste partijdag nog steeds
voortduren. De regering te Praag heeft
derhalve maatregelen getroffen en een
aantal „verdachte elementen" gearresteerd.
Om de bevolking gunstig te stemmen wer
den de prijzen voor vlees, vis, melk, boter
alsmede voor radio's, foto-apparaten en
horloges, verlaagd. Desondanks heeft de
regering de publieke opinie noch in Praag,
noch in het woelige Slowakije voor zich
weten te winnen. Men klaagt er namelijk
over dat Moskou op het gebied van de bui
tenlandse handel veel toeschietelijker is
geweest tegenover Polen, dan tegenover
Tsjechoslowakije, ook al beweert de rege
ring dat de Sovjet-Unie de Tsjechische
artikelen, en vooral het uranium, voor
wereldmarktprijzen overneemt. De regering
weet, dat de bevolking haar geen vertrou
wen schenkt, maar toch steunt zij Moskou
en valt daarom zijdelings Tito aan door
Albanië demonstratief te prijzen. Zij heeft
haar bedoelingen in de laatste dagen nog
duidelijker uitgedrukt door haar koers op
uitdagende wijze te verbinden met de naam
van Klement Gottwald, de trouwste volge
ling van Stalin. In het Klement Gottwald-
museum te Praag heeft men namelijk
„documenten" tentoongesteld, die moeten
bewijzen dat- de interventie van de Sovjet-
Unie in Hongarije volkomen gerechtvaar
digd is geweest.
In Albanië gaat men nog een stap ver
der. Na de kortstondige en gedwongen ver
zoening met Tito is de vriendschap weer tot
op het vriespunt gedaald, doordat de rege
ring in Tirana drie bekende Titoïsten heeft
laten terechtstellen, onder wie ook de Joe-
gaslavische staatsburger Bolati. Nadat de
stalinist generaal Kapo in juli van dit jaar
werd afgezet, is hij nu benoemd tot secre
taris van de communistische partij. Dezer
dagen verklaarde hij dat de leiding de ver
diensten van Stalin weet te waarderen in
tegenstelling met Tito, die de partij van
Albanië zou trachten te ondergraven en
het plan zou hebben gehad om de regering
ten val te brengen. Ook zou Joegoslavië in
vloed hebben gehad op de contra-revolutie
in Hongarije.
Joegoslavië, en vooral Tito, worden her
haaldelijk uitgedaagd en beledigd door der
gelijke zijdelingse aanvallen in verband
met het verdwijnen van Imre Nagy. Tito
wil de bestaande crisis in het wereldcom
munisme blijkbaar niet verscherpen, maar
hij raakt meer en meer geïsoleerd en dreigt
de ideologische leiding, waarop hij zo trots
was, te verliezen, nu Moskou de satellieten
opvallenderwijze weer vast in de hand
schijnt te hebben.
Polen had geluk
Ook de regering van Roemenië, die toch
in de aangelegenheid nog wel iets te ver
klaren zou hebben, zwijgt en iedereen be
grijpt dat dit het zwijgen van Moskou is.
Deze satelliet zou nog meer reden hebben
om zich over de jongste overeenkomst met
Moskou te beklagen dan Tsjechoslowakije,
want zij heeft niet alleen erin moeten toe
stemmen, dat de Russische troepen „voor
lopig" op Roemeens grondgebied blijven,
maar bovendien afstand moeten doen van
de drie gunsten, welke aan Polen werden
verleend: geen inmenging in de interne
angelegenheden door Moskou, gelijke rech
ten met de Sovjet-Unie en de verplichting
dat Russische troepenverschuivingen aan
de regering dienen te worden meegedeeld.
Een doekje voor het bloeden is de levering
van 450 ton graan en het annuleren van be
paalde Roemeense schulden, zij het voor
later datum.
Hongarije heeft door het verraad aan
Imre Nagy Tito zeer ernstig beledigd. Toch
heeft Tito Kadar zij 't met tegenzin
aanvaard. Kadar heeft deze vriendschaps
dienst evenwel niet beantwoord door even
als Gomulka een tussenpositie in te nemen,
doch zich ontpopt als een stalinist. En Tito
zwijgt. Hij moet wel zwijgen, omdat hij zijn
bewegingsvrijheid in de communistische
Balkanhoek heeft verloren en hij voelt zich
volkomen geïsoleerd tussen Hongarije, Al
banië en Roemenië. Natuurlijk wacht hij
af, want als geen ander kent hij de kracht
en de ogenblikkelijke zwakte van de Sovjet-
Unie. Misschien krijgt hij op de duur ge
lijk. maar het initiatief is hem thans voor
lopig ontglipt. Tito staat op een zijspoor en
Polen is ver
Onder enorme belangstelling heeit
voor de rechtbank te Berlijn terecht
gestaan de man die als de „Kapitein van
Köpenick" de wereld heeft doen schud
den van het lachen. Deze geheele ver
makelijke historie werd tijdens de ver-
hooren nog eens opgehaald, hetgeen tot
groote hilariteit onder het publiek aan
leiding gaf. Den burgemeester van Köpe
nick werd gevraagd waarom hij den ge-
waanden kapitein niet door strikvragen
in verlegenheid had gebracht. De burge
meester antwoordde: „Dan zou ik zes
weken tijd gehad moeten hebben om te
overleggen. Ik was als lamgeslagen door
den op barschen toon uitgesproken mede-
deeling, dat ik op bevel van Zijne Majes
teit gevangen genomen werd".
Aan het einde van de zitting werd de
pseudo-kapitein veroordeeld tot vier
jaren gevangenisstraf wegens zware
valschheid in geschrifte, openlijke vrij-
heidsberooving, bedrog en het ongeoor
loofd dragen van een militaire uniform.
Tevens moet hij de kosten van het geding
betalen.