KERBECO Op d<z Golden Fiction Israel betwijfelt of UNO vrede kan stichten in Palestina Moskou lijkt satellieten vast in de hand te hebben <^Praatótoel Hoopvol begonnen actie is in desillusies geëindigd Onder ons gezegd Vijftig jaar geleden Eigen we| Een klein en eenzaam land in het Midden-Oosten Moskou maakt kennis met Pablo Picasso 3 Van dag tot dag A Tsjoe En Lai en Nehroe zijn het oneens over Hongarije Vriendschap verbiedt de openbaarmaking GOEDE LEDEREN KLEDING C.P.N.-raadslid klaagt mr. Kwint aan ffllhh- "IH ...toch maar liever Territoriale kwestie Een OMEGA-MIDO Vluchtelingen Jeruzalem Blok aan het heen Uit Haarlems Dagblad van 11 december 1906 DINSDAG 11 DECEMBER 1956 Uit het verslag van de commissie van rapporteurs uit de volksvertegenwoordi ging naar aanleiding van hun onderhoud met de minister van Financiën blijkt, dat minister Hofstra van plan is zich zo weinig mogelijk aan te trekken van wat er in de volksvertegenwoordiging ten aanzien van het financiële beleid leeft. Dit is, op zijn zachtst gezegd, bevreemdend voor een be windsman die nog slechts korte tijd de teugels der financiën voert en zijn werk zaamheden in dienst van 's lands schat kist heeft aangevangen in een tijd, die bij uitstek een verwarde en gecompliceerde moet worden genoemd. Reeds eerder gaf deze minister blijk van een verbazingwekkende liefde voor het eigen standpunt, namelijk ten opzichte van de adviezen die de Stichting van de Ar beid hem in volle overtuiging deed toe komen over de compensatie-uitkering aan ouden van dagen. Minister Hofstra negeer de deze adviezen en trotseerde de aan merkingen van de volksvertegenwoordi ging. Hij sneed de helft van de toch al magere compensatie der z.g. Dreestrekkers af ter waarde van zes hele miljoenen en ging daarna over tot het treffen van maat regelen ter uitkering dezer halve compen satiezonder dat de Kamers het des betreffende ontwerp hadden goedgekeurd! Dezer dagen beginnen de postkantoren al met de uitkering van de halve maandver- goeding aan de oudjes. Wellicht is het voor de oude mensen prettig, de kleine fooi van minister Hofstra nog voor Kerst mis te krijgen, maar de minister schijnt zich niet te kunnen voorstellen dat de volksvertegenwoordiging mogelijk anders over deze kwestie denkt dan hij. De minis ter stelt de Kamers hiermede voor een feit, wat tenminste onhoffelijk en verder onreglementair kan worden genoemd. Het financiële landsbeleid is in deze tijd pol tegengestelde stromingen in de con junctuur en in de internationale verhou dingen een subtiele zaak, die welover wogen en met de grootste omzichtigheid dient te worden behandeld. Minister Hof stra meent wellicht, dat instellingen als de volksvertegenwoordiging, de Sociaal Economische Raad en de Stichting van de Arbeid er enkel zijn om de regering in haar bewegingen te belemmeren. Het tegendeel is waar. Wat de volksvertegen woordiging betreft, deze is en blijft een spiegel des volks en een projectiescherm van reacties, afgezien van haar grond wettelijke bevoegdheid. Rekening houden met wat in deze gevaarlijke tijd als duide lijk symptoom der openbare mening te voorschijn komt, is toch wel het minst wat een minister kan doen. En de volksver tegenwoordiging zou hem dat niet uit drukkelijk behoeven voor te houden. RANGOON (Reuter) Premier Tsjoe En Lai van communistisch China is uit Calcutta in Rangoon aangekomen voor een officieel bezoek van tien dagen aan Birma. Hij werd op het vliegveld begroet door de Birmaanse premier, Oe Ba Swe. De Chi nese premier verklaarde in Calcutta, dat er een meningsverschil tussen hem en Nehroe over de Hongaarse kwestie bestaat. „Het is, zoals ook Nehroe zei, een vriendschappelijk meningsverschil, en daarom is het onnodig te zeggen, wat het verschil van mening is", aldus Tsjoe. Hij zei, dat de „koloniale mogendheden" niet alleen „schaamteloze agressie" in Egypte hebben gepleegd, maar ook schuldig zijn aan de revolutie in Hon garije. Te laag Toen journalisten hem vroegen naar be richten volgens welke hij aan president Tsjang Kai Tsjek van nationalistisch China een functie heeft aangeboden, zei Tsjoe, dat een journalist in Pnompenh (Cambodja) hem had gevraagd, of hij de nationalistische leider een ministerfunctie zou aanbieden als Formosa met communistisch China ver enigd zou worden. Hij, Tsjoe, had daarop geantwoord, dat een ministersfunctie voor Tsjang te laag zou zijn. Tsjoe zei, dat Tsjang zich vrij in China zou kunnen be wegen als Formosa bij communistisch China gevoegd zou woi-den. Voorts verklaarde Tsjoe, dat de ChineesAmerikaanse be trekkingen door een conferentie van minis ters van Buitenlandse Zaken verbeterd zou den kunnen worden. De Verenigde Staten zouden echter het embargo op de handel moeten opheffen en culturele uitwisseling mogelijk moeten maken. Tsjoe ontkende, dat er in Tibet een opstand tegen de Chi nezen is geweest. RECTIFICATIE In het overlijdensbericht van prinses Marie Louise van Engeland in onze editie van maandag had moeten staan: Zij was de enige dochter van prins Christian van Sleeswijk Holstein en prinses Helene Vic toria, de derde dochter van koningin Vic toria, in plaats van: het enige kind. Marie Louise heeft twee broers gehad, van wie de ene (Christian Victor) in 1900 en de andere (Albert) in 1931 is overleden. ADVERTENTIE VOOR WERKELIJK KERKHOFF - Anegang 21 - Haarlem Volgens een bericht in het CPN-dagblad De Waarheid" heeft de voorzitter der com munistische fractie in Velsens raad, de heer Th. Kruisman bij de officier van Justitie te Haarlem een klacht wegens „laster of belediging" ingediend tegen burgemeester mr. M. M Kwint. Deze heeft de heer Kruis man vlak na de Hongaarse kwestie in zijn kamer ten raadhuize de woorden toege voegd: ,Er uit moordenaar". Het incident in de burgemeesterskamer kwam later tijdens de Velsense begrotings- raad van 26 november ter sprake en bur gemeester Kwint was niet bereid zijn woorden terug te nemen. Hij bevestigde slechts zijn opinie over deze en andere communisten die zich achter de Russische interventie in Hongarije stellen, toen onder meer het CHU-raadslid Walthuis de bur gemeester verzocht zijn woorden terug te nemen. Bij informatie bij burgemeester Kwint deelde deze ons hedenmorgen mede, dat het gesprek in de burgemeesterskamer werd gevoerd naar aanleiding van het wei geren der communisten aaii de gebruike lijke maaltijd tussen de begrotingszittin gen, door de rest van de raad. Mr. Kwint heeft toen gezegd, dat de communisten konden mee-aanzitten, wan neer zij zich duidelijk zouden distanciërer van de Russische terreur in Hongarije: „an ders vereenzelvigt u zich er mee". Toen de heer Kruisman aan zijn stand punt bleef vasthouden heeft de burge meester gezegd: „En nu er uit"'. Het gesprek werd op heftige toon ge voerd, zodat mr. Kwint zich niet meer pre cies herinnert, of hij het gewraakte woord „moordenaar" heeft gebruikt. Wel heeft de heer Kruisman, naar de burgemeester zich herinnert gezegd: „U bent een moordenaar", u vereenzelvigt u met de moordenaars, die de beste Hongaar se zonen afmaken" (doelend op de leden der geheime staatspolitie red.). Het gesprek is besloten met de woorden van de burge meester: „Gij staat er dus achterer •it!" ADVERTENTIE - •fjjg -■flmÊt m. Een gulden genieting voor 80 cent (Van onze reisredacteur) De gevolgen van het Süez-fiasco, pijnlijk voor Groot-Brittannië en Frankrijk, zijn méér dan dat voor Israel. Dit kleine land, dat een week lang heeft kunnen denken de knellende ring van vijandige Arabische staten eindelijk te hebben doorbroken, dat het met zijn troepen aan het Suezkanaal een sterke onderhande lingspositie had verworven, dat het in Frankrijk en Groot-Brittannië voor het eerst twee machtige bondgenoten had (door de gezamenlijke actie tegen Egypte te gecompromitteerd om Israel nog in de steek te kunnen laten), dat het van zijn gevaarlijkste tegenstander, het Nasser-regime, bevrijd zou zijn en ten lange leste de Arabieren een vrede zou kunnen afdwingen, staat nu voor bittere realiteiten. Het heeft slechts één winstpunt geboekt: het Egyptische leger is voorlopig van de kaart, het Israëlische leger is door het buitgemaakte oorlogsmateriaal omge keerd evenredig versterkt. Dat geeft een adempauze. Maar verder? De ruilwaarde van de positie aan het Suezkanaal is nihil gebleken. De nieuwe bondgenoten laten het land, dat voor hen de kastanjes uit het vuur moest halen, alweer schielijk in de steek. Groot-Brittannië dringt er zelfs op aan, dat Israel de Gaza-strook moet ontruimen, een bittere pil voor Israel, dat met haast buitensporige discretie de legende heeft volgehouden, dat de actie-van-drie geen doorgestoken kaart was. Op dit punt heeft Israel van Franse kant meer ridderlijkheid ondervonden. On danks officiële ontkenningen droeg de Franse militaire steun een haast openlijk karakter en Parijs heeft van de Gazastrook nog niet gerept. Maar de Britten hebben gedurende de actie alles gedaan om niet gecompromitteerd te raken. Er is alle reden voor te onthullen - naar ik uit zeer betrouwbare bron heb vernomen - dat de Israëlische tank-colonnes twee dagen vóór de aanval Britse „panel- markings" (markeringstekens) kregen om niet per abuis door de Britse lucht macht te worden aangevallen. Aangereden. Een bejaarde dame, die laandagavond omstreeks zeven uur in de "rote Houtstraat liep en een stap op de rij- aan deed, werd door een achttienjarige vielrijdster aangereden. De dame viel en ■erd met een linkeronderbeenbreuk in het 'rote Gasthuis opgenomen. Dit zijn nochtans bijkomstigheden. De grote vraag, voor Israel van levensbelang, hoe met de Arabische naburen tot een vrede te geraken, lijkt niet werkelijk nader tot een oplossing te zijn gekomen. Israel heeft die vrede nodig, het land kan niet onbeperkt in een voortdurend door inci denten verstoorde wapenstilstand leven, die het tot buitensporige militaire uitgaven dwingt. Het heeft bovenal normale econo mische betrekkingen nodig, zo mogelijk met zijn natuurlijk achterland, in ieder geval met Azië en Afrika, en dat laatste vergt vrije scheepvaart door de Golf van Akaba en het Suezkanaal. Daar is haast bij: Israels betalingsbalans steunt voor een derde op Duitse herstelbetalingen, die echter in 1962 ophouden en voor nog een derde op Ame rikaanse hulp en giften van Joodse Ameri kanen. Op den duur is dat geen houdbare toestand. De Arabische boycot en blokkade moeten tot een einde worden gebracht. Nu is de laatste dagen van vele zijden opgemerkt, dat de U.N.O. voor een defini tieve vredesregeling tussen Israel en de Arabieren moet zorgen. Dat is een schoon advies, maar de adviseurs zeggen er niet bij h o e. En wanneer zij de geschiedenis van de laatste acht jaar, sinds de U.N.O. met haar verdelingsresolutie Palestina in een Joodse en een Arabische staat splitste, nagaan, zullen ook zij er niet optimistisch over kunnen zijn. Wat zijn de struikelblok ken voor een vredesregeling? Het zijn er drie: Toen de Arabieren in weerwil van de partitie-resolutie van de U.N.O. de nieuw geboren staat Israel onmiddellijk aanvielen, veroverde de Haganah, Israels strijdmacht, tegen alle verwachtingen in zoveel terrein, dat Israels grondgebied met een derde van het huidige werd uitgebreid. Zo de Arabie ren al (theoretisch) over vrede spreken, eisen zij amputatie van dit derde deel van Israels territoir. Zowel omdat de Israëlische bevolking door immigratie inmiddels van MOSKOU (U.P.) De eerste tentoon stelling van werken van Pablo Picasso in Moskou is daar niet met onverdeeld enthousiasme ontvangen. De prominente kunsthistoricus M. Alpatov schrijft in de litteraire gazet, dat het werk van Picasso dikwijls een gevoel van afschuw oproept, „alsof de schilder verstikt was door een nachtmerrie en niet in staat het voorgevoel van menselijke ellende en vreselijk bloed vergieten te ontsnappen. Picasso heeft zich van zijn publiek afgezonderd en is in zich zelf gekeerd. Hij is een wreed talent, gena deloos voor zichzelf, voor zijn onderwerp en het publiek, desondanks heeft hij schil derijen gemaakt van bijna klassieke zuiver heid", aldus Alpatov. Het publiek discus sieert er flink over. De expositie wordt druk bezocht, vooral door jongemannen met ringbaarden en houtje-touwtjejassen. Lieve mevrouw: U schreef mij een vriendelijk, zij het ver wonderd, briefje, waarin u mij vraagt waarom ik jongstleden vrijdag niet voor u ben opgestaan in de bus. U stond daar maar te staan en te hotsebotsen, zegt u, terwijl ik op mijn dooie gemak zat te hot sebotsen. U schrijft mij, dat u altijd in de veronderstelling hebt geleefd dat ik een héér was. Daar bedoelt u blijkbaar mee, dat u in die veronderstelling diep bent te leurgesteld. Kijkt u eens, mevrouw, dat zit zó Jongstleden vrijdag was ik toevallig, ook door de etiquette, gerechtigd te blijven zitten. Ik had erge hoofdpijn, er was iets met de maagkleppen, ik had een slapende rechtervoet, ioas benauwd op de borst en voelde mij zélf ook helemaal niet goed. In zulke gevallen sta ik niet op voor dames onder de zeventig. In alle andere gevallen niet voor dames onder de 65. In alle ge vallen wél voor dames tussen de twintig en vijfentwintig, mits ik er de mogelijk heid in zie voor een gesprek over de weers omstandigheden of voor een kop thee. Doch zoals u ongetwijfeld reeds ter snede zult hebben opgemerkt, dit laatste geval heeft niets met mijn vermaarde hoffelijkheid te maken. Hier is veeleer vuig eigenbelang in het spel. Weest u maar blij, dat u voor dat opstaan niet in aanmerking komt. U hebt geen idee hoe onnoemelijk vervelend miin jachtconversatie is. Er is een tijd geweest, mevrouw, dat ik 'n vurig opstaandertje mocht heten, maar sedert het ogenblik dat vier van de vijf busdames tegen mij zeiden „nee, blijft u nu maar zitten" en gebruik maakten van de hoffelijkheid van knapen nog jonger dan ik, dat twee van de overblijvende zes zei den, dat zij liever bleven staan omdat het bij de deuren althans een beetje frisser is dan in het zitgedeelte en de rest van vier zonder boe, ba of balleefd gingen zitten, doe ik er niet meer aan, mevrouw. Boven dien heb ik dikwijls de indruk dat van die tantes met strakke gezichten en brede vor men er niet één tot het zwakke geslacht behoort en tenslotte zijn er mevrouwen, die een volle bus binnenkomen met een ge zicht ik mag zeggen: een soort chan terend gezicht van: d'r staat er toch wel een voor me op. In wezen. - mevrouw, ben ik een ouder wets man van hoofse omgangsvormen en van-huis-uit heb ik het allemaal netjes ge leerd. Daarom u kunt mij geloven of niet doet het mij pijn te blijven zitten, wan neer Kenau Simonsz Hasselaar naast mij stóat. Maar ik overwin die pijn, mevrouw. Ter- wille van het beginsel. Nu u dit weet, zult u mij niet alleen een héér, doch bovendien een man vinden. Elias ADVERTENTIE COLLECTIE vindt u bij Grote Houtstraat 49 - Haarlem 600.000 tot 1.600.000 is gestegen, als omdat de U.N.O.-verdeling politiek en economisch eenvoudig waanzinnig was, kan Israel het oude partitie-plan niet alsnog aanvaarden. Het is slechts bereid tot kleine grens-cor- recties alsmede tot het aanbieden van het mede-gebruik van de haven van Haifa aan het van de zee afgesneden Jordanië. In de Palestijnse oorlog van 1948 vlucht ten honderdduizenden Arabieren en hier aan dragen zowel Israel als de Arabische leiders schuld) uit Palestina naar de om liggende landen. Ongeveer 900.000 van hen hokken thans in bittere ellende in Gaza, Jordanië, Syrië en Libanon. De Arabische eis is hervestiging in Israel en volledige schadeloosstelling. Het Israëlische stand punt: Israel heeft zoveel Joodse vluchte lingen moeten opnemen, dat inwilliging van de Arabische eis economische zelfmoord zou betekenen. Israel is slechts bereid tot gedeeltelijke schadeloosstelling, eventueel aan te vullen met buitenlandse hulp. Volgens de oorspronkelijke U.N.O.-reso lutie moest Jeruzalem, de voor drie religies heilige stad geïnternationaliseerd worden. De huidige toestand is, dat Jordanië het oude deel van de stad en Israel het nieuwe deel hebben ingelijfd. Israel heeft er zelfs zijn hoofdstad gevestigd. Noch Jordanië, noch Israel wenst daar afstand van te doen, maar de internationalisering van de heilige plaatsen zou, bijvoorbeeld door U.N.O.-toe zicht, nog wel geregeld kunnen worden. De eerste twee punten zijn vrijwel onop losbaar. Het is niet mogelijk een voor beide partijen enigszins aanvaardbaar compromis te vinden. De toch al moeilijke situatie is in de acht jaar wapenstilstand, die de wereld meende zich te kunnen veroorloven, onhoudbaar geworden. Zelfs wanneer er aan beide zijden oprechte vredeswil be stond en men op veel financiële hulp van de buitenwereld kon rekenen, bijvoorbeeld voor grootscheepse bevloeiïngsplannen, die De man die men hier in het gezicht kijkt is de Canadese opperbevelhebber van de UNO-troepen in Egypte, gene- raal-majoor E. L. M. Burns. Aan de andere kant van de tafel zit de een ogige opperbevelhebber van het Israë lische leger, generaal Mosje Day an. Tussen hen op tafel ligt een stafkaart van het schiereiland Sinai waarop ook het Suezkanaal is aangegeven. De opperbevelhebbers bespreken de rege lingen voor de terugtrekking van de Israëlische troepen uit 't schiereiland. hervestiging van de vluchtelingen mogelijk zouden maken, zou een oplossing nauwe lijks te vinden zijn. Wie echter na de Suez- en Sinaï-eampagne oprechte vredes wil bij de Arabieren zou veronderstellen, is een vreemde in Jeruzalem. Voor de Arabieren is het altijd gekoes terde wantrouwen, dat Israel een voorpost van het westers imperalisme is, door de jongste acties volledig bevestigd. De sma delijke nederlaag heeft haat en revanche- gevoelens tot het uiterste opgevoerd. Iedere Arabische leider, die nu van vrede zou spreken, pleegt zelfmoord. En boven dien, de Arabieren hebben de tijd. Zij heb ben Israel niet nodig, Israel heeft hèn nodig. Kan de U.N.O. dan geen vrede af dwingen? Het ziet er niet naar uit. Het Sovjet-blok, door geen enkele overweging van menselijkheid of internationaal recht gehandicapt, steunt onverkort de Arabische eisen. En diep in hun hart weten de wes telijke grote mogendheden, dat, waar het kleine Israel dat hun niets te bieden heeft, slechts een blok aan het been is, het Ara bisch blok, dat langzaam maar zeker groeiend verbond van landen van Casa blanca tot Bagdad, dat met zijn olie, zijn strategische posities van Tanger tot Port- Said, zijn mensenmassa's, tot een politieke factor van betekenis wast. Het kan slechts een aantal kleine naties zijn, dat, steunend op de beginselen van internationaal recht, voor Israel, dat ten slotte een kind van de U.N.O. is, de hand schoen in de U.N.O. opnemen. Die steun, en Israels eigen ongelooflijke levenswil, vinden in de strijd, die komen gaat, mach tige belangen en kwade kansen tegenover zich. (Van onze correspondent in Wenen) Evenals in Oost-Duitsland blijven ook de communistische leiders in Tsjechoslowakije trouwe dienaars van Moskou, ofschoon zij ongerust zijn geworden door het optreden van de studenten tijdens de meifeesten en door de geprikkelde discussies, die in ver band met de 20ste partijdag nog steeds voortduren. De regering te Praag heeft derhalve maatregelen getroffen en een aantal „verdachte elementen" gearresteerd. Om de bevolking gunstig te stemmen wer den de prijzen voor vlees, vis, melk, boter alsmede voor radio's, foto-apparaten en horloges, verlaagd. Desondanks heeft de regering de publieke opinie noch in Praag, noch in het woelige Slowakije voor zich weten te winnen. Men klaagt er namelijk over dat Moskou op het gebied van de bui tenlandse handel veel toeschietelijker is geweest tegenover Polen, dan tegenover Tsjechoslowakije, ook al beweert de rege ring dat de Sovjet-Unie de Tsjechische artikelen, en vooral het uranium, voor wereldmarktprijzen overneemt. De regering weet, dat de bevolking haar geen vertrou wen schenkt, maar toch steunt zij Moskou en valt daarom zijdelings Tito aan door Albanië demonstratief te prijzen. Zij heeft haar bedoelingen in de laatste dagen nog duidelijker uitgedrukt door haar koers op uitdagende wijze te verbinden met de naam van Klement Gottwald, de trouwste volge ling van Stalin. In het Klement Gottwald- museum te Praag heeft men namelijk „documenten" tentoongesteld, die moeten bewijzen dat- de interventie van de Sovjet- Unie in Hongarije volkomen gerechtvaar digd is geweest. In Albanië gaat men nog een stap ver der. Na de kortstondige en gedwongen ver zoening met Tito is de vriendschap weer tot op het vriespunt gedaald, doordat de rege ring in Tirana drie bekende Titoïsten heeft laten terechtstellen, onder wie ook de Joe- gaslavische staatsburger Bolati. Nadat de stalinist generaal Kapo in juli van dit jaar werd afgezet, is hij nu benoemd tot secre taris van de communistische partij. Dezer dagen verklaarde hij dat de leiding de ver diensten van Stalin weet te waarderen in tegenstelling met Tito, die de partij van Albanië zou trachten te ondergraven en het plan zou hebben gehad om de regering ten val te brengen. Ook zou Joegoslavië in vloed hebben gehad op de contra-revolutie in Hongarije. Joegoslavië, en vooral Tito, worden her haaldelijk uitgedaagd en beledigd door der gelijke zijdelingse aanvallen in verband met het verdwijnen van Imre Nagy. Tito wil de bestaande crisis in het wereldcom munisme blijkbaar niet verscherpen, maar hij raakt meer en meer geïsoleerd en dreigt de ideologische leiding, waarop hij zo trots was, te verliezen, nu Moskou de satellieten opvallenderwijze weer vast in de hand schijnt te hebben. Polen had geluk Ook de regering van Roemenië, die toch in de aangelegenheid nog wel iets te ver klaren zou hebben, zwijgt en iedereen be grijpt dat dit het zwijgen van Moskou is. Deze satelliet zou nog meer reden hebben om zich over de jongste overeenkomst met Moskou te beklagen dan Tsjechoslowakije, want zij heeft niet alleen erin moeten toe stemmen, dat de Russische troepen „voor lopig" op Roemeens grondgebied blijven, maar bovendien afstand moeten doen van de drie gunsten, welke aan Polen werden verleend: geen inmenging in de interne angelegenheden door Moskou, gelijke rech ten met de Sovjet-Unie en de verplichting dat Russische troepenverschuivingen aan de regering dienen te worden meegedeeld. Een doekje voor het bloeden is de levering van 450 ton graan en het annuleren van be paalde Roemeense schulden, zij het voor later datum. Hongarije heeft door het verraad aan Imre Nagy Tito zeer ernstig beledigd. Toch heeft Tito Kadar zij 't met tegenzin aanvaard. Kadar heeft deze vriendschaps dienst evenwel niet beantwoord door even als Gomulka een tussenpositie in te nemen, doch zich ontpopt als een stalinist. En Tito zwijgt. Hij moet wel zwijgen, omdat hij zijn bewegingsvrijheid in de communistische Balkanhoek heeft verloren en hij voelt zich volkomen geïsoleerd tussen Hongarije, Al banië en Roemenië. Natuurlijk wacht hij af, want als geen ander kent hij de kracht en de ogenblikkelijke zwakte van de Sovjet- Unie. Misschien krijgt hij op de duur ge lijk. maar het initiatief is hem thans voor lopig ontglipt. Tito staat op een zijspoor en Polen is ver Onder enorme belangstelling heeit voor de rechtbank te Berlijn terecht gestaan de man die als de „Kapitein van Köpenick" de wereld heeft doen schud den van het lachen. Deze geheele ver makelijke historie werd tijdens de ver- hooren nog eens opgehaald, hetgeen tot groote hilariteit onder het publiek aan leiding gaf. Den burgemeester van Köpe nick werd gevraagd waarom hij den ge- waanden kapitein niet door strikvragen in verlegenheid had gebracht. De burge meester antwoordde: „Dan zou ik zes weken tijd gehad moeten hebben om te overleggen. Ik was als lamgeslagen door den op barschen toon uitgesproken mede- deeling, dat ik op bevel van Zijne Majes teit gevangen genomen werd". Aan het einde van de zitting werd de pseudo-kapitein veroordeeld tot vier jaren gevangenisstraf wegens zware valschheid in geschrifte, openlijke vrij- heidsberooving, bedrog en het ongeoor loofd dragen van een militaire uniform. Tevens moet hij de kosten van het geding betalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5