Hongarije staat voor een politiek en economisch bankroet Jean-Louis Barrault met „Le Misanthrope" Eduard van Beinum het ere-doctoraat verleend Regering zonder vertrouwen en zonder gezag richt niets uit Plechtige bijeenkomst in Amsterdamse universiteit 5 Baksteenindustrie aan de grens van offerbereidheid „Abeille 10" en reddingboot naar „Henrika B" Dordse Petroleum 9 pet. interimdividend Russisch-Nederlands overleg over postvervoer DINSDAG 11 DECEMBER 1956 (Van onze correspondent te Wenen, prof. dr. N. Greitemann) HONGARIJE zou op het ogenblik een politiek, diplomatiek en financieel genie nodig hebben - een man, die bovendien het vertrouwen van het buitenland geniet - om het land van de ondergang te redden. In plaats daarvan wordt het land echter geregeerd door de marionet Kadar, van wie men niet eens kan zeggen dat hij het vertrouwen van de Sovjet-Unie geniet. De toestand is catastro faal. Militair bezien is het land verslagen. De Russische troepen beheersen het volkomen en zelfs de pers en de radio zijn geheel in dienst van Moskou. Er is geen enkele illegale zender overgebleven. Aan het bestaan en het optreden van grotere en kleine groepen partisanen in de bossen en in de bergen valt niet te twijfelen. Tegenover de Russische troepen zijn deze zowel wat getalsterkte als bewapening betreft, verre in de minderheid, maar zij kunnen ieder ogenblik optreden en zij dwingen de Russen om vooral op het platteland in alarmtoestand te blijven. In de steden is er geen actief verzet meer. De mannen zijn grotendeels passief en lusteloos geworden: zij denken aan het dagelijks brood voor vrouwen en kinderen. Daarvoor in de plaats hebben veel 'vrouwen het initiatief over genomen. Zij demonstreren herhaaldelijk, zijn kennelijk niet bang voor Russische tanks of kanonnen en verijdelen ieder gewapend optreden, omdat zij zo ostenta tief en uitdagend weerloos en ongewapend zijn. Ook de politieke verzets- propaganda ligt niet geheel stil, ofschoon zij geen drukkerijen ter beschikking heeft. Strooibiljetten worden met de hand geschreven, en roepen herhaaldelijk op tot betogingen, het voortzetten van de staking en tot verzet tegen de regering van Kadar. ven van en naar het buitenland worden reeds aangenomen, evenals telegrammen. HET ONDERWIJS is gedeeltelijk hervat, voornamelijk op de lagere scholen, die de kinderen wel moeten bezoeken, omdat zij aldaar een warme maaltijd krijgen. Het middelbare en universitaire onderwijs werd nog niet hervat. De studenten discussieer den voortdurend over politiek, evenzo de kunstenaars en professoren, die herhaalde lijk protestbrieven aan de regering over handigden inzake beperking der vrijheid. Opera, schouwburgen en theaters zijn in Boedapest nog gesloten, in de provincie steden wordt echter hier en daar reeds ge speeld. De voedselvoorziening is op 't ogenblik niet catastrofaal, omdat het Rode Kruis veel levensmiddelen aanvoert en mede om dat de laatste reserves in de opslagplaatsen werden aangesproken, ook van levensmid delen die voor de Sovjet-Unie waren be stemd en die nu op de markt worden ge worpen. Daar deze artikelen Russische eti ketten dragen, slaat de communistische propaganda daaruit politieke munt, maar de bevolking is op de hoogte. Men verwacht intussen dat er binnen een paar weken groot voedselgebrek merkbaar zal worden. Daarom heeft het internationale Rode Kruis reserves aangelegd, die dan later worden aangesproken. De gezondheidstoe stand is betrekkelijk goed. Men beschikt over voldoende geneesmiddelen en de alar merende vermoedens over besmettelijke ziektes zijn niet bewaarheid. Hoop op UNO DE ARBEIDSKRACHT van het volk is sterk verzwakt door de grote verliezen, waarvan echter de cijfers nog niet bekend zijn. Men spreekt van 50.000 doden en ge wonden vooral onder de jongeren en van 20.000 gedeporteerden, maar dat is volko men oncontroleerbaar. Over de vluchtelin gen zijn wij goed ingelicht. Hun aantal be draagt nu ongeveer 130.000, van wie de helft onder de dertig is, met andere woor den: Hongarije mist 65.000 jonge en sterke arbeidskrachten en dat is veel op een be volking van tien miljoen. Kadar heeft geen gezag, vooral niet bij de arbeiders, die hem als een verrader van hun belangen beschouwen. Zij weten wel dat hij vroeger Titoïst is geweest en daar om werd gefolterd, maar nog beter weten zij, dat hij totaal is omgezwaaid en zelfs de fundamentele rechten van de arbeiders niet blijkt te respecteren. Kadar is een zie lig geval, een man die zich bewust is, dat hij zijn eigen idealen ontrouw is geworden en dat ook moest worden, omdat hij onder de druk van de Russen staat. Hij is geprik keld en ziet geen kans om een positief pro gramma op te stellen. Van een centrale regering kan geen sprake zijn, omdat er drie plaatselijke re geringen in Györ, Pees en kortgeleden ook in Mis-kolc werden geconstitueerd, die wei nig of niets met Boedapest te maken willen hebben. De regering in Boedapest beschikt boven dien niet over voldoende organen van de uitvoerende macht. Kadar, die de metho des van de A.V.H. aan den lijve heeft on dervonden, wil dit politie-korps afschaffen en is begonnen met de oprichting van de nieuwe ,,R-politie'", die echter nog moet worden opgebouwd en weinig leden telt. Het leger is totaal gedesorganiseerd en zelfs de „sterke man" dr. Münnich, de minister van Defensie, is er niet in geslaagd de vroegere militairen en vooral de officie ren voor een nieuw op te stellen leger te winnen. De zogenaamde „orde" wordt ge handhaafd door kleine afdelingen Hongaar se politie en door Russische soldaten, die blijkbaar het strenge bevel hebben gekre gen om niet meer van de wapens gebruik te maken, tenzij ze worden aangevallen. Geen coördinatie ER IS echter geen coördinatie tussen burgerlijke (Hongaarse) en militaire (Rus sische) instanties, noch ten aanzien van de regeringsverordeningen, waaraan de Rus sen zich niet houden, noch inzake de voor lichting, want deze instanties spreken el kaar voortdurend tegen en geven tegen overgestelde bevelen. De communistische partij is aan het uitsterven, ook al heeft Kadar haar nieuw leven willen inblazen door haar de naam te geven van „socialis tische partij van de arbeiders en boeren". Terwijl de oude partij haar leden verliest, geven zich bij de nieuwe slechts weinig arbeiders op. In de meeste ministeries wordt nog steeds niet ernstig gewerkt, onder andere uit vrees dat de reeds driemaal doorge voerde politieke zuiveringen opnieuw zul len beginnen. Vrijwel niemand van de ambtenaren wil kleur bekennen. Vooral het ministerie van Financiën staat voor een vol slagen debacle, terwijl men eigenlijk maat regelen zou moeten treffen om de dreigen de inflatie op te vangen. De prijzen blijven echter nog stabiel, niet omdat de regering dit voorschrijft, doch omdat de handel uit zelftucht daartoe heeft besloten. Hongarije heeft kredieten nodig, niet alleen financiële, maar ook in de vorm van vrij beschikbaar gestelde grondstoffen. De buitenlandse han del staat stil. De openbare werken functioneren, voor zover water, gas en elektriciteit voor de hunshoudens worden geleverd, maar de in dustrie is hiervan uitgesloten. Vijftig per cent van de arbeiders had in de afgelopen week het werk hervat, maar er werd vrij wel geen produktieve arbeid verricht. Ka- da r's verbod van de arbeidersraden heeft de situatie natuurlijk weer verergerd. Iedere politieke strubbeling veroorzaakt namelijk nieuwe stakingen. Zelfs arbeiders uit Tsjechoslowakije, die naar Hongarije werden gezonden om de staking te breken, hebben zich bij de stakers aangesloten. Telefoonverbindingen werden in Boeda pest en op het platteland grotendeels her steld. Hoe het thans is, is onbekend. Het internationale treinverkeer werd gedeelte lijk weer opgenomen, zo ook het verkeer op enkele autobus- en tramlijnen in Boe dapest. Verzending van postpakketten is echter nog niet mogelijk. Men wil waar schijnlijk nog een regeling treffen omtrent de daarvoor te betalen invoerbelasting, die vroeger zeer hoog was. Aangetekende brie- ADVERTENTIE ONDANKS DE grote teleurstelling over het trage optreden van de UNO ten gunste van Hongarije, heeft het volk zijn ver trouwen in de UNO en in het westen niet verloren. Na de onbeschofte behandeling van Hammarskjoeld is dit vertrouwen zelfs groter geworden, vooral ook door het voel baar sterker worden van de hulpacties uit het westen, waarmee men die uit het Oos ten pleegt te vergelijken. Ofschoon er ook hulp in de vorm van levensmiddelen uit Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Polen, en misschien ook uit de Sovjet-Unie is geko men, weet men in Hongarije dat deze hulp zeer beperkt van omvang is en vervolgens dat dit allemaal propagandistisch wordt uitgespeeld. Men heeft in geen enkel com munistisch land vertrouwen, zodat vrijwel geen enkele Hongaar de wijk naar het zo genaamde „bevriende buitenland" neemt. De regering beschouwt op haar beurt de hulpacties uit het westen ook als propa ganda. Zij saboteert deze zo noodzakelijke hulp wel niet, maar geeft er geen al te grote ruchtbaarheid aan. Het meest ducht zij echter het verschijnen van een delegatie van -de UNO, omdat de bevolking dan de gelegenheid zal waarnemen om tegen Ka dar te demonstreren en haar eigenlijke be doelingen kenbaar te maken. Maandagmiddag is de dirigent van het Concertgebouw Orkest, Eduard van Beinum, in de aula van de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam bevorderd tot doctor honoris causa in de letteren en wüsbegeerte. Met deze ere-promotie wil de universi teit van Amsterdam hem huldigen ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum als dirigent van het Concertgebouw Orkest. De promotor was prof. K. Ph. Bernet Kern- pers, hoogleraar in de muziekwetenschappen. overheid financiert niet uit willekeur doch Deze betoogde in zijn promotierede, dat de doctorsgraad Eduard van Beinum niet wordt verleend op grond van zijn verdien sten voor de wetenschap, doch op grond van verdiensten op een terrein, waarvan de wetenschap slechts de buitenkant kan bestuderen. De promotor roemde Van Bei- nums eerbied voor de mens als een van zijn meest aantrekkelijke kwaliteiten. „Uw or kest is niet het instrument dat gij bespeelt, het is een republiek van kunstenaars onder uw leiding. Velen, en ook ik, hebben mis schien moeite gehad deze ontwikkeling te volgen en te waarderen. Zij waren onder uw voorganger, Willem Mengelberg, een geheel andere opvatting gewend. Dat gij, naast hem werkend, uw geheel andere ge aardheid, uw eerbied voor het kunstwerk en voor de vermoedelijke wil van zijn ma ker hebt weten te handhaven, bewijst uw sterke persoonlijkheid". Nadat hij de doctorsbul, waarop in het latijn staat te lezen: „Wegens zijn uitzon derlijke verdiensten voor het muziekleven in Nederland en Amsterdam, door met zijn grote gaven als kunstenaar steeds alleen de kunst, en niet zichzelf te willen dienen", had aanvaard, sprak dr. Van Beinum een rede uit, waarin hij onder meer aandacht vroeg voor de verhouding tusen de over heid en de voornaamste organen der open bare muziekbeoefening. Hij stelde, dat de In de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam had gistermiddag de ere promotie plaats van de dirigent van het Concertgebouw-Orkest, Eduard van Beinum, tot doctor in cle letteren en wijsbegeerte. Dr. Van Beinum dankt hier prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers. die als promotor optrad. 5'iUiJU V 1 T len, waaruit een vaste, traditionele beleids lijn is geresulteerd. Mitsgaders een aantal subsidievoorwaarden., die alle neerkomen op de ijzeren wet, dat de uiterste reken schap moet worden gevraagd, omdat de overheid de uiterste rekenschap moet af leggen. Hier schuilt de kern van zoal niet direct het conflict, dan toch wel de wrij ving tussen een in wezen tot onverbidde lijkheid gehouden, overheid en anderzijds rie kunst, die zich' in vrijheid wil en moest ontwikkelen. Het is een zaak, dat wij ons hierop tijdig bezinnen, omdat er voor de naaste toekomst een toenemend gevaar schuilt voor verambtelijking van onze or kestinstellingen. Tegelijk met de uitbrei ding der subsidies worden de inspannin gen van de orkesten steeds hoger opge voerd. Langzamerhand moet men ernstig betwijfelen of dit op den duur om arties- tieke redenen verantwoord is. Wij moeten zoeken naar een nieuw stelsel, dat de thans in toenemende scherpte gevoelde bezwa ren van het tegenwoordige systeem op af doende wijze zou kunnen ondervangen, De overheid", aldus de jonge doctor, „zou moe ten komen tot het toekennen van globale sommen over perioden van vijf jaar. Zo zou een kunstpolitiek op lang zicht kun nen worden ontworpen, waaraan de orkes ten behoefte hebben, terwijl het hen tege lijkertijd zou bevrijden van het dagelijks drukkender overheidstoezicht". De vorm, waarin door de materiële overheid steun aan de orkesten wordt ver leend, aldus de jonge doctor, is eigenlijk een tekortfinanciering. De subsidiëringsta- ken zijn zodanig tussen de voornaamste overheidsinstanties verdeeld, dat de ge meente het exploitatietekort, bijpast, ter wijl het rijk de helft der salarissen voor zijn rekening neemt. Het knelpunt van het systeem wordt telkenjare gevormd door de uitkomsten van de rekeningen van dat jaar, waardoor het onmogelijk is op lange re termijn een artistiek beleid te ontwer pen. Tal van vooraanstaande personen uit het openbare en artistieke leven woonden de plechtigheid maandagmiddag bij, onder meer mr. dr. J. Prinsen, commissaris van de Koningin in de provincie Noordholland, burgemeester Am, J. d'Ailly van Amster dam, de componisten Guillaume Landré en. Berfcus van Lier, de dirigent Willem van Otterloo, en de beeldhouwer Mari An- driessen. Ongeveer zeventig hoogleraren hadden hun plaats ingenomen. In triomf hebben de Amsterdamse stu denten dr. Eduard van Beinum nr. afloop van een diner, dat hem door de senaat van de stedelijke universiteit ter gelegenheid van zijn ere-promotie was aangeboden, meegetroond naar de sociëteit in de Sar- phatistraat. De jonge doctor en zijn vrouw hadden plaatsgenomen in een rijtuig, dat werd voorafgegaan door de drumband „Tu- bantia", een afdeling van de Amsterdamse studentenweerbaarheid, een harmonie korps van de Amsterdamse metaalbewer kers en enkele studentenruiters. In een tweede rijtuig volgden onder meer burge meester d'Ailly en. prof. dr. Bernet Kem pers. Toen de stoet bij de sociëteit arri veerde, stond daar een grote groep stu- ienten de nieuwe doctor op te wachten. Jnder luid gejuich trad hij het gebouw linnen, waar een erejool werd aangericht. Koningin Juliana en Prinses Beatrix hebben maandagavond in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage de eerste van een kleine reeks voorstellingen van „Le Misanthrope" van Molière door de Compagnie Madeleine Renaud Jean- Louis Barrault bijgewoond. Deze Neder landse tournee staat onder bescherming van de Franse ambassadeur, baron Ed- mond de Beauverger, die in de pauze de leiders van het gezelschap en de oudste acteur, Pierre Bertin, aan de vorstelijke bezoekers heeft voorgesteld. De Koningin en haar dochter werden ontvangen in de kleine foyer door jhr. mr. P. J. W. de Braauw, voorzitter van het Nederlands Centrum van- het Internationaal Theater Instituut. „Le Misanthrope" geschreven in 1666 is het meest oorspronkelijke, open hartigste en misschien wel het sterkste stuk, dat wij aan Molière te danken heb ben. Het verhaal is ongewoon eenvoudig en komt eigenlijk niet tot een oplossing, omdat er bij geen van de figuren een wezenlijke verandering plaats heeft. Toch is het een echt blijspel, waarin een een ling het opneemt tegen de conventies van de maatschappij. Die hoofdpersoon, de titelheld, is Alceste: een oprecht, waar- heidslievend mens, afkerig van de heer sende corruptie en geaffecteerdheid, niet tot enig compromis in staat, die liever ver liezer dan omkoper en liever vijand dan vleier is. Zijn enige kwetsbare plaats is zijn hart, zijn zwakte het laten voortduren van zijn liefde voor de frivole Célimène tegen alle verstandelijke overwegingen in. Maar hoezeer hij zich ook laat meeslepen door deze passie, tenslotte weigert hij haar wereld te aanvaarden. Hij blijft trouw aan zichzelf en trekt zich terug „in zijn woestijn". Met Alceste leverde Molière een prach tig voorbeeld van zijn vermogen tot recht lijnige karaktertekening. Om te beginnen is-hij een vat vol explosieve tegenstrijdig heden: hij houdt van een leugenachtige en lichtzinnige jonge vrouw, maar leugens en lichtzinnigheden zijn nu juist de twee Maandagavond gaf het toneelgezel schap van Jean-Louis Barrault en Madeleine Renaud in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag de eerste voorstelling van „Le Misanthrope" van Molière. In de pauze werden drie leden van het Franse gezelschap aan de Koningin en Prinses Beatrix voor gesteld. Op de in Arnhem gehouden „baksteen dag" heeft de voorzitter van de vereniging „De Nederlandse Baksteenindustrie", de heer O. C. Huisman, medegedeeld dat door rationalisatie in 1958 voldoende metsel steen voor 90.000 woningen geproduceerd zal worden. Voor utiliteitsbouw komt dan bovendien een half miljard stenen beschik baar. De baksteenindustrie getroost zich voor de produktieverhoging grote offers. Lonen en brandstoffen, aldus cle heer Huis man, drukken zwaar op de produktiekosten. Om geen gevoelige teruggang in de pro- duktie te krijgen moest aan de aandrang van wernemerszijde tot 6 percent loons verhoging worden toegegeven. De stookolie is 50 gulden per ton duurder geworden. De brandstoffen maken 15 a 20 percent van de produktiekosten uit. Een prijsverhoging kan niet uitblijven. De grens van hetgeen de baksteenindustrie kan en wil doen ter ondersteuning van het prijsbeleid van de overheid is bereikt. Offers voor de natio nale behoefte zijn gebracht door, op over- heidsverzoek, niet meer dan drie percent van de produktie naar het buitenland te verkopen. Daar is men echter bereid ho gere prijzen te betalen dan in Nederland geoorloofd zijn. Verdronken. Maandagmiddag is een vierjarig jongetje van de familie R. uit Maastricht bij het spelen in het water van het bassin aan de Boschpoort geraakt en verdronken. Dertig mijl ten noordwesten van Cher bourg verkeerde gisteravond de Nederland se kustvaarder „Henrika B" in het Engelse Kanaal in moeilijkheden. De coaster had met machinepech te kampen, maakte slag zij en dreef snel naar de Britse kust. Het schip vroeg omstreeks tien uur om sleep- bootassistentie en stand by van een red dingboot. Uit Le Havre schoot de Franse 2250 pk. sterke „Abeille 10" te hulp en van het eiland Wight aan de Britse zuidkust werd de reddingboot van Bambridge te water gelaten. Grote steun bij de hulporganisatie mocht men ondervinden van de marconist van de sleepboot „Zwarte Zee" van L. Smit en Co's Internationale Sleepdienst, die als tolk optrad. De reddingboot en de „Abeille 10" waren vannacht omstreeks een uur in de buurt van de „Henrika B" in de positie 50.07 noorderbreedte en 01.08 westerlengte. Inmiddels waren de moeilijkheden aan boord van de kustvaarder opgelost en werd assistentie overbodig. EXPOSITIE DOOR JOEP NICOLAS IN GOUDA De glazenier Joep Nicolas zal een ten toonstelling van glas-in-lood, schilderijen en tekeningen, houden in het museum „Het Catharina-Gasthuis" in Gouda, waarvan de opening zal geschieden op zaterdagmid dag 15 december. De exposant zal hierbij een inleiding houden. De tentoonstelling blijft geopend tot en met 27 januari 1957. dingen die hij het meest verafschuwt. Ob stinaat en opstandig blijft hij zich tot in het belachelijke te weer stellen tegen de hypocrisie. En zo is hij „schuldig" volgens de wet van de komedie, die immers alle excessen veroordeelt. Hij wordt veroor deeld tot eenzaamheid. Zich aanpassen kan hij niet, want dan zou hij zichzelf niet meer zijn. In zekere zin is hij de dupe van zijn geborneerdheid: een integriteit zonder voldoende zin voor de werkelijk heid. Hij is eigenlijk een misplaatste held, die het onmogelijke wil vergen van een vrouw, die hem eerder zou kunnen ver moorden dan veranderen. De wetenschap, dat zijn verzet sterker is dan zijn ver langen, maakt hem tot een melancholicus, een tot nutteloosheid gedoemde. Van deze innerlijke gesteldheid werd men uit de overigens welsprekende vertol king door Jean-Louis Barrault zo goed als niets gewaar. Ik herinner mij een tien keer treffender voorstelling van dit stuk door de Comédie Frangaise met Pierre Dux in de titelrol. Met enige overdrijving zou men kunnen zeggen, dat men thans een acteur aan het werk zag, die vooral in het eer ste bedrijf meer de aandacht vestigde op zijn prestatie dan op het lastige wezen van de door hem uitgebeelde figuur. Ik geloof dat hier sprake is van een tekort aan in tegratie van wat Barrault zich bij de ana lyse bewust heeft gemaakt. Het pathos klonk, hoe mooi vele passages ook werden gezegd, daardoor dikwijls „opgelegd". Een nog grotere teleurstelling voor mij was het optreden van de ongetwijfeld met veel ta lent gezegende Madeleine Renaud als de capricieuze prima donna Célimiène, wier spot in de gewenste lichte toon werd ge houden. Misschien heeft men de toneel aanwijzing: „Célimène, een weduwe van twintig jaar" zodanig menen te mogen op vatten alsof er stond „twintig jaar wedu weIk weet dat men mij een gebrek aan hoffelijkheid mag verwijten, maar ik stel daar tegenover dat het even weinig hoffelijk is de welgemeende complimenten over haar jeugd en daarmee de „bedoelin gen" van Molière ontoepasselijk te maken. Met uitzondering van Pierre Bertin, die subliem de rol van de groteske pedant Oronte vervulde, met een rijke zwier aan buitensporige gratie, was de verdere be zetting niet bijzonder sterk, zonder onbe vredigend te zijn. Vooral de andere vrou wenfiguren (van Simone Valère en Natalie Nerval) schonken voldoening. Er was een goed decor, drie grijze wanden in de trant van een oude gravure. Er werd gespeeld met voorbeeldige plastiek in een verheu gende helderheid van wit licht en er wer den zeer fraaie kostuums gedragen. Na afloop was er een receptie in de Franse am bassade, die ook door Prinses Beatrix werd bezocht, waarbij de wens werd geuit, dat dit gezelschap vaker ons land zal komen bezoeken. Bij die wens sluit ik mij gaarne aan, maar dan hoop ik toch op stukken, waarin de specifieke talenten van de be langwekkende toneelkunstenaar Barrault sterker tot hun recht zullen komen. David Koning De raad van beheer der Dordse Petro leum Maatschappij heeft besloten tot uit kering van een eerste interim-dividend over 1957 van 9 pet in contanten op haar preferente en gewone aandelen en onder aandelen. LONDEN (United Press) Vertegen woordigers van het Russische ministerie van Verbindingen en van de Nederlandse PTT zullen in maart in Zwitserland samen komen om de besprekingen voort te zetten over vervoer van Russische post door de K.L.M. naar diverse delen van de wereld, zo meldde radio-Moskou vandaag. De Russische radio zeide, dat het hierbij gaat om voortzetting van besprekingen die tussen 5 en 10 december in Nederland ge houden zijn, toen een Sovjet-delegatie Ne derland bezocht. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 9