Hongarije staat voor een politiek
en economisch bankroet
Jean-Louis Barrault met „Le Misanthrope"
Eduard van Beinum het
ere-doctoraat verleend
Regering zonder vertrouwen en
zonder gezag richt niets uit
Plechtige bijeenkomst in
Amsterdamse universiteit
5
Baksteenindustrie aan de
grens van offerbereidheid
„Abeille 10" en reddingboot
naar „Henrika B"
Dordse Petroleum 9 pet.
interimdividend
Russisch-Nederlands
overleg over postvervoer
DINSDAG 11 DECEMBER 1956
(Van onze correspondent te Wenen, prof. dr. N. Greitemann)
HONGARIJE zou op het ogenblik een politiek, diplomatiek en financieel genie
nodig hebben - een man, die bovendien het vertrouwen van het buitenland
geniet - om het land van de ondergang te redden. In plaats daarvan wordt het
land echter geregeerd door de marionet Kadar, van wie men niet eens kan
zeggen dat hij het vertrouwen van de Sovjet-Unie geniet. De toestand is catastro
faal. Militair bezien is het land verslagen. De Russische troepen beheersen het
volkomen en zelfs de pers en de radio zijn geheel in dienst van Moskou. Er is
geen enkele illegale zender overgebleven. Aan het bestaan en het optreden van
grotere en kleine groepen partisanen in de bossen en in de bergen valt niet te
twijfelen. Tegenover de Russische troepen zijn deze zowel wat getalsterkte als
bewapening betreft, verre in de minderheid, maar zij kunnen ieder ogenblik
optreden en zij dwingen de Russen om vooral op het platteland in alarmtoestand
te blijven. In de steden is er geen actief verzet meer. De mannen zijn grotendeels
passief en lusteloos geworden: zij denken aan het dagelijks brood voor vrouwen
en kinderen. Daarvoor in de plaats hebben veel 'vrouwen het initiatief over
genomen. Zij demonstreren herhaaldelijk, zijn kennelijk niet bang voor Russische
tanks of kanonnen en verijdelen ieder gewapend optreden, omdat zij zo ostenta
tief en uitdagend weerloos en ongewapend zijn. Ook de politieke verzets-
propaganda ligt niet geheel stil, ofschoon zij geen drukkerijen ter beschikking
heeft. Strooibiljetten worden met de hand geschreven, en roepen herhaaldelijk op
tot betogingen, het voortzetten van de staking en tot verzet tegen de regering
van Kadar.
ven van en naar het buitenland worden
reeds aangenomen, evenals telegrammen.
HET ONDERWIJS is gedeeltelijk hervat,
voornamelijk op de lagere scholen, die de
kinderen wel moeten bezoeken, omdat zij
aldaar een warme maaltijd krijgen. Het
middelbare en universitaire onderwijs werd
nog niet hervat. De studenten discussieer
den voortdurend over politiek, evenzo de
kunstenaars en professoren, die herhaalde
lijk protestbrieven aan de regering over
handigden inzake beperking der vrijheid.
Opera, schouwburgen en theaters zijn in
Boedapest nog gesloten, in de provincie
steden wordt echter hier en daar reeds ge
speeld.
De voedselvoorziening is op 't ogenblik
niet catastrofaal, omdat het Rode Kruis
veel levensmiddelen aanvoert en mede om
dat de laatste reserves in de opslagplaatsen
werden aangesproken, ook van levensmid
delen die voor de Sovjet-Unie waren be
stemd en die nu op de markt worden ge
worpen. Daar deze artikelen Russische eti
ketten dragen, slaat de communistische
propaganda daaruit politieke munt, maar
de bevolking is op de hoogte. Men verwacht
intussen dat er binnen een paar weken
groot voedselgebrek merkbaar zal worden.
Daarom heeft het internationale Rode
Kruis reserves aangelegd, die dan later
worden aangesproken. De gezondheidstoe
stand is betrekkelijk goed. Men beschikt
over voldoende geneesmiddelen en de alar
merende vermoedens over besmettelijke
ziektes zijn niet bewaarheid.
Hoop op UNO
DE ARBEIDSKRACHT van het volk is
sterk verzwakt door de grote verliezen,
waarvan echter de cijfers nog niet bekend
zijn. Men spreekt van 50.000 doden en ge
wonden vooral onder de jongeren en van
20.000 gedeporteerden, maar dat is volko
men oncontroleerbaar. Over de vluchtelin
gen zijn wij goed ingelicht. Hun aantal be
draagt nu ongeveer 130.000, van wie de
helft onder de dertig is, met andere woor
den: Hongarije mist 65.000 jonge en sterke
arbeidskrachten en dat is veel op een be
volking van tien miljoen.
Kadar heeft geen gezag, vooral niet bij
de arbeiders, die hem als een verrader van
hun belangen beschouwen. Zij weten wel
dat hij vroeger Titoïst is geweest en daar
om werd gefolterd, maar nog beter weten
zij, dat hij totaal is omgezwaaid en zelfs
de fundamentele rechten van de arbeiders
niet blijkt te respecteren. Kadar is een zie
lig geval, een man die zich bewust is, dat
hij zijn eigen idealen ontrouw is geworden
en dat ook moest worden, omdat hij onder
de druk van de Russen staat. Hij is geprik
keld en ziet geen kans om een positief pro
gramma op te stellen.
Van een centrale regering kan geen
sprake zijn, omdat er drie plaatselijke re
geringen in Györ, Pees en kortgeleden ook
in Mis-kolc werden geconstitueerd, die wei
nig of niets met Boedapest te maken willen
hebben.
De regering in Boedapest beschikt boven
dien niet over voldoende organen van de
uitvoerende macht. Kadar, die de metho
des van de A.V.H. aan den lijve heeft on
dervonden, wil dit politie-korps afschaffen
en is begonnen met de oprichting van de
nieuwe ,,R-politie'", die echter nog moet
worden opgebouwd en weinig leden telt.
Het leger is totaal gedesorganiseerd en
zelfs de „sterke man" dr. Münnich, de
minister van Defensie, is er niet in geslaagd
de vroegere militairen en vooral de officie
ren voor een nieuw op te stellen leger te
winnen. De zogenaamde „orde" wordt ge
handhaafd door kleine afdelingen Hongaar
se politie en door Russische soldaten, die
blijkbaar het strenge bevel hebben gekre
gen om niet meer van de wapens gebruik
te maken, tenzij ze worden aangevallen.
Geen coördinatie
ER IS echter geen coördinatie tussen
burgerlijke (Hongaarse) en militaire (Rus
sische) instanties, noch ten aanzien van de
regeringsverordeningen, waaraan de Rus
sen zich niet houden, noch inzake de voor
lichting, want deze instanties spreken el
kaar voortdurend tegen en geven tegen
overgestelde bevelen. De communistische
partij is aan het uitsterven, ook al heeft
Kadar haar nieuw leven willen inblazen
door haar de naam te geven van „socialis
tische partij van de arbeiders en boeren".
Terwijl de oude partij haar leden verliest,
geven zich bij de nieuwe slechts weinig
arbeiders op.
In de meeste ministeries wordt nog
steeds niet ernstig gewerkt, onder andere
uit vrees dat de reeds driemaal doorge
voerde politieke zuiveringen opnieuw zul
len beginnen. Vrijwel niemand van de
ambtenaren wil kleur bekennen. Vooral het
ministerie van Financiën staat voor een vol
slagen debacle, terwijl men eigenlijk maat
regelen zou moeten treffen om de dreigen
de inflatie op te vangen. De prijzen blijven
echter nog stabiel, niet omdat de regering
dit voorschrijft, doch omdat de handel uit
zelftucht daartoe heeft besloten. Hongarije
heeft kredieten nodig, niet alleen financiële,
maar ook in de vorm van vrij beschikbaar
gestelde grondstoffen. De buitenlandse han
del staat stil.
De openbare werken functioneren, voor
zover water, gas en elektriciteit voor de
hunshoudens worden geleverd, maar de in
dustrie is hiervan uitgesloten. Vijftig per
cent van de arbeiders had in de afgelopen
week het werk hervat, maar er werd vrij
wel geen produktieve arbeid verricht. Ka-
da r's verbod van de arbeidersraden heeft
de situatie natuurlijk weer verergerd.
Iedere politieke strubbeling veroorzaakt
namelijk nieuwe stakingen. Zelfs arbeiders
uit Tsjechoslowakije, die naar Hongarije
werden gezonden om de staking te breken,
hebben zich bij de stakers aangesloten.
Telefoonverbindingen werden in Boeda
pest en op het platteland grotendeels her
steld. Hoe het thans is, is onbekend. Het
internationale treinverkeer werd gedeelte
lijk weer opgenomen, zo ook het verkeer
op enkele autobus- en tramlijnen in Boe
dapest. Verzending van postpakketten is
echter nog niet mogelijk. Men wil waar
schijnlijk nog een regeling treffen omtrent
de daarvoor te betalen invoerbelasting, die
vroeger zeer hoog was. Aangetekende brie-
ADVERTENTIE
ONDANKS DE grote teleurstelling over
het trage optreden van de UNO ten gunste
van Hongarije, heeft het volk zijn ver
trouwen in de UNO en in het westen niet
verloren. Na de onbeschofte behandeling
van Hammarskjoeld is dit vertrouwen zelfs
groter geworden, vooral ook door het voel
baar sterker worden van de hulpacties uit
het westen, waarmee men die uit het Oos
ten pleegt te vergelijken. Ofschoon er ook
hulp in de vorm van levensmiddelen uit
Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Polen, en
misschien ook uit de Sovjet-Unie is geko
men, weet men in Hongarije dat deze hulp
zeer beperkt van omvang is en vervolgens
dat dit allemaal propagandistisch wordt
uitgespeeld. Men heeft in geen enkel com
munistisch land vertrouwen, zodat vrijwel
geen enkele Hongaar de wijk naar het zo
genaamde „bevriende buitenland" neemt.
De regering beschouwt op haar beurt de
hulpacties uit het westen ook als propa
ganda. Zij saboteert deze zo noodzakelijke
hulp wel niet, maar geeft er geen al te
grote ruchtbaarheid aan. Het meest ducht
zij echter het verschijnen van een delegatie
van -de UNO, omdat de bevolking dan de
gelegenheid zal waarnemen om tegen Ka
dar te demonstreren en haar eigenlijke be
doelingen kenbaar te maken.
Maandagmiddag is de dirigent van het Concertgebouw Orkest, Eduard van Beinum,
in de aula van de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam bevorderd tot doctor
honoris causa in de letteren en wüsbegeerte. Met deze ere-promotie wil de universi
teit van Amsterdam hem huldigen ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum als
dirigent van het Concertgebouw Orkest. De promotor was prof. K. Ph. Bernet Kern-
pers, hoogleraar in de muziekwetenschappen.
overheid financiert niet uit willekeur doch
Deze betoogde in zijn promotierede, dat
de doctorsgraad Eduard van Beinum niet
wordt verleend op grond van zijn verdien
sten voor de wetenschap, doch op grond
van verdiensten op een terrein, waarvan
de wetenschap slechts de buitenkant kan
bestuderen. De promotor roemde Van Bei-
nums eerbied voor de mens als een van zijn
meest aantrekkelijke kwaliteiten. „Uw or
kest is niet het instrument dat gij bespeelt,
het is een republiek van kunstenaars onder
uw leiding. Velen, en ook ik, hebben mis
schien moeite gehad deze ontwikkeling te
volgen en te waarderen. Zij waren onder
uw voorganger, Willem Mengelberg, een
geheel andere opvatting gewend. Dat gij,
naast hem werkend, uw geheel andere ge
aardheid, uw eerbied voor het kunstwerk
en voor de vermoedelijke wil van zijn ma
ker hebt weten te handhaven, bewijst uw
sterke persoonlijkheid".
Nadat hij de doctorsbul, waarop in het
latijn staat te lezen: „Wegens zijn uitzon
derlijke verdiensten voor het muziekleven
in Nederland en Amsterdam, door met zijn
grote gaven als kunstenaar steeds alleen
de kunst, en niet zichzelf te willen dienen",
had aanvaard, sprak dr. Van Beinum een
rede uit, waarin hij onder meer aandacht
vroeg voor de verhouding tusen de over
heid en de voornaamste organen der open
bare muziekbeoefening. Hij stelde, dat de
In de Gemeentelijke Universiteit te
Amsterdam had gistermiddag de ere
promotie plaats van de dirigent van
het Concertgebouw-Orkest, Eduard
van Beinum, tot doctor in cle letteren
en wijsbegeerte. Dr. Van Beinum dankt
hier prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers.
die als promotor optrad.
5'iUiJU V 1 T
len, waaruit een vaste, traditionele beleids
lijn is geresulteerd. Mitsgaders een aantal
subsidievoorwaarden., die alle neerkomen
op de ijzeren wet, dat de uiterste reken
schap moet worden gevraagd, omdat de
overheid de uiterste rekenschap moet af
leggen. Hier schuilt de kern van zoal niet
direct het conflict, dan toch wel de wrij
ving tussen een in wezen tot onverbidde
lijkheid gehouden, overheid en anderzijds
rie kunst, die zich' in vrijheid wil en moest
ontwikkelen. Het is een zaak, dat wij ons
hierop tijdig bezinnen, omdat er voor de
naaste toekomst een toenemend gevaar
schuilt voor verambtelijking van onze or
kestinstellingen. Tegelijk met de uitbrei
ding der subsidies worden de inspannin
gen van de orkesten steeds hoger opge
voerd. Langzamerhand moet men ernstig
betwijfelen of dit op den duur om arties-
tieke redenen verantwoord is. Wij moeten
zoeken naar een nieuw stelsel, dat de thans
in toenemende scherpte gevoelde bezwa
ren van het tegenwoordige systeem op af
doende wijze zou kunnen ondervangen, De
overheid", aldus de jonge doctor, „zou moe
ten komen tot het toekennen van globale
sommen over perioden van vijf jaar. Zo
zou een kunstpolitiek op lang zicht kun
nen worden ontworpen, waaraan de orkes
ten behoefte hebben, terwijl het hen tege
lijkertijd zou bevrijden van het dagelijks
drukkender overheidstoezicht".
De vorm, waarin door de materiële
overheid steun aan de orkesten wordt ver
leend, aldus de jonge doctor, is eigenlijk
een tekortfinanciering. De subsidiëringsta-
ken zijn zodanig tussen de voornaamste
overheidsinstanties verdeeld, dat de ge
meente het exploitatietekort, bijpast, ter
wijl het rijk de helft der salarissen voor
zijn rekening neemt. Het knelpunt van het
systeem wordt telkenjare gevormd door de
uitkomsten van de rekeningen van dat
jaar, waardoor het onmogelijk is op lange
re termijn een artistiek beleid te ontwer
pen.
Tal van vooraanstaande personen uit
het openbare en artistieke leven woonden
de plechtigheid maandagmiddag bij, onder
meer mr. dr. J. Prinsen, commissaris van
de Koningin in de provincie Noordholland,
burgemeester Am, J. d'Ailly van Amster
dam, de componisten Guillaume Landré
en. Berfcus van Lier, de dirigent Willem
van Otterloo, en de beeldhouwer Mari An-
driessen. Ongeveer zeventig hoogleraren
hadden hun plaats ingenomen.
In triomf hebben de Amsterdamse stu
denten dr. Eduard van Beinum nr. afloop
van een diner, dat hem door de senaat van
de stedelijke universiteit ter gelegenheid
van zijn ere-promotie was aangeboden,
meegetroond naar de sociëteit in de Sar-
phatistraat. De jonge doctor en zijn vrouw
hadden plaatsgenomen in een rijtuig, dat
werd voorafgegaan door de drumband „Tu-
bantia", een afdeling van de Amsterdamse
studentenweerbaarheid, een harmonie
korps van de Amsterdamse metaalbewer
kers en enkele studentenruiters. In een
tweede rijtuig volgden onder meer burge
meester d'Ailly en. prof. dr. Bernet Kem
pers. Toen de stoet bij de sociëteit arri
veerde, stond daar een grote groep stu-
ienten de nieuwe doctor op te wachten.
Jnder luid gejuich trad hij het gebouw
linnen, waar een erejool werd aangericht.
Koningin Juliana en Prinses Beatrix
hebben maandagavond in de Koninklijke
Schouwburg te 's-Gravenhage de eerste
van een kleine reeks voorstellingen van
„Le Misanthrope" van Molière door de
Compagnie Madeleine Renaud Jean-
Louis Barrault bijgewoond. Deze Neder
landse tournee staat onder bescherming
van de Franse ambassadeur, baron Ed-
mond de Beauverger, die in de pauze de
leiders van het gezelschap en de oudste
acteur, Pierre Bertin, aan de vorstelijke
bezoekers heeft voorgesteld. De Koningin
en haar dochter werden ontvangen in de
kleine foyer door jhr. mr. P. J. W. de
Braauw, voorzitter van het Nederlands
Centrum van- het Internationaal Theater
Instituut.
„Le Misanthrope" geschreven in
1666 is het meest oorspronkelijke, open
hartigste en misschien wel het sterkste
stuk, dat wij aan Molière te danken heb
ben. Het verhaal is ongewoon eenvoudig
en komt eigenlijk niet tot een oplossing,
omdat er bij geen van de figuren een
wezenlijke verandering plaats heeft. Toch
is het een echt blijspel, waarin een een
ling het opneemt tegen de conventies van
de maatschappij. Die hoofdpersoon, de
titelheld, is Alceste: een oprecht, waar-
heidslievend mens, afkerig van de heer
sende corruptie en geaffecteerdheid, niet
tot enig compromis in staat, die liever ver
liezer dan omkoper en liever vijand dan
vleier is. Zijn enige kwetsbare plaats is
zijn hart, zijn zwakte het laten voortduren
van zijn liefde voor de frivole Célimène
tegen alle verstandelijke overwegingen in.
Maar hoezeer hij zich ook laat meeslepen
door deze passie, tenslotte weigert hij
haar wereld te aanvaarden. Hij blijft
trouw aan zichzelf en trekt zich terug „in
zijn woestijn".
Met Alceste leverde Molière een prach
tig voorbeeld van zijn vermogen tot recht
lijnige karaktertekening. Om te beginnen
is-hij een vat vol explosieve tegenstrijdig
heden: hij houdt van een leugenachtige en
lichtzinnige jonge vrouw, maar leugens en
lichtzinnigheden zijn nu juist de twee
Maandagavond gaf het toneelgezel
schap van Jean-Louis Barrault en
Madeleine Renaud in de Koninklijke
Schouwburg in Den Haag de eerste
voorstelling van „Le Misanthrope"
van Molière. In de pauze werden drie
leden van het Franse gezelschap aan
de Koningin en Prinses Beatrix voor
gesteld.
Op de in Arnhem gehouden „baksteen
dag" heeft de voorzitter van de vereniging
„De Nederlandse Baksteenindustrie", de
heer O. C. Huisman, medegedeeld dat door
rationalisatie in 1958 voldoende metsel
steen voor 90.000 woningen geproduceerd
zal worden. Voor utiliteitsbouw komt dan
bovendien een half miljard stenen beschik
baar. De baksteenindustrie getroost zich
voor de produktieverhoging grote offers.
Lonen en brandstoffen, aldus cle heer Huis
man, drukken zwaar op de produktiekosten.
Om geen gevoelige teruggang in de pro-
duktie te krijgen moest aan de aandrang
van wernemerszijde tot 6 percent loons
verhoging worden toegegeven. De stookolie
is 50 gulden per ton duurder geworden. De
brandstoffen maken 15 a 20 percent van
de produktiekosten uit. Een prijsverhoging
kan niet uitblijven. De grens van hetgeen
de baksteenindustrie kan en wil doen ter
ondersteuning van het prijsbeleid van de
overheid is bereikt. Offers voor de natio
nale behoefte zijn gebracht door, op over-
heidsverzoek, niet meer dan drie percent
van de produktie naar het buitenland te
verkopen. Daar is men echter bereid ho
gere prijzen te betalen dan in Nederland
geoorloofd zijn.
Verdronken. Maandagmiddag is een
vierjarig jongetje van de familie R. uit
Maastricht bij het spelen in het water van
het bassin aan de Boschpoort geraakt en
verdronken.
Dertig mijl ten noordwesten van Cher
bourg verkeerde gisteravond de Nederland
se kustvaarder „Henrika B" in het Engelse
Kanaal in moeilijkheden. De coaster had
met machinepech te kampen, maakte slag
zij en dreef snel naar de Britse kust. Het
schip vroeg omstreeks tien uur om sleep-
bootassistentie en stand by van een red
dingboot.
Uit Le Havre schoot de Franse 2250 pk.
sterke „Abeille 10" te hulp en van het
eiland Wight aan de Britse zuidkust werd
de reddingboot van Bambridge te water
gelaten. Grote steun bij de hulporganisatie
mocht men ondervinden van de marconist
van de sleepboot „Zwarte Zee" van L. Smit
en Co's Internationale Sleepdienst, die als
tolk optrad. De reddingboot en de „Abeille
10" waren vannacht omstreeks een uur in
de buurt van de „Henrika B" in de positie
50.07 noorderbreedte en 01.08 westerlengte.
Inmiddels waren de moeilijkheden aan
boord van de kustvaarder opgelost en werd
assistentie overbodig.
EXPOSITIE DOOR JOEP NICOLAS
IN GOUDA
De glazenier Joep Nicolas zal een ten
toonstelling van glas-in-lood, schilderijen
en tekeningen, houden in het museum „Het
Catharina-Gasthuis" in Gouda, waarvan
de opening zal geschieden op zaterdagmid
dag 15 december. De exposant zal hierbij
een inleiding houden. De tentoonstelling
blijft geopend tot en met 27 januari 1957.
dingen die hij het meest verafschuwt. Ob
stinaat en opstandig blijft hij zich tot in
het belachelijke te weer stellen tegen de
hypocrisie. En zo is hij „schuldig" volgens
de wet van de komedie, die immers alle
excessen veroordeelt. Hij wordt veroor
deeld tot eenzaamheid. Zich aanpassen kan
hij niet, want dan zou hij zichzelf niet
meer zijn. In zekere zin is hij de dupe
van zijn geborneerdheid: een integriteit
zonder voldoende zin voor de werkelijk
heid. Hij is eigenlijk een misplaatste held,
die het onmogelijke wil vergen van een
vrouw, die hem eerder zou kunnen ver
moorden dan veranderen. De wetenschap,
dat zijn verzet sterker is dan zijn ver
langen, maakt hem tot een melancholicus,
een tot nutteloosheid gedoemde.
Van deze innerlijke gesteldheid werd
men uit de overigens welsprekende vertol
king door Jean-Louis Barrault zo goed als
niets gewaar. Ik herinner mij een tien keer
treffender voorstelling van dit stuk door
de Comédie Frangaise met Pierre Dux in
de titelrol. Met enige overdrijving zou men
kunnen zeggen, dat men thans een acteur
aan het werk zag, die vooral in het eer
ste bedrijf meer de aandacht vestigde op
zijn prestatie dan op het lastige wezen van
de door hem uitgebeelde figuur. Ik geloof
dat hier sprake is van een tekort aan in
tegratie van wat Barrault zich bij de ana
lyse bewust heeft gemaakt. Het pathos
klonk, hoe mooi vele passages ook werden
gezegd, daardoor dikwijls „opgelegd". Een
nog grotere teleurstelling voor mij was het
optreden van de ongetwijfeld met veel ta
lent gezegende Madeleine Renaud als de
capricieuze prima donna Célimiène, wier
spot in de gewenste lichte toon werd ge
houden. Misschien heeft men de toneel
aanwijzing: „Célimène, een weduwe van
twintig jaar" zodanig menen te mogen op
vatten alsof er stond „twintig jaar wedu
weIk weet dat men mij een gebrek
aan hoffelijkheid mag verwijten, maar ik
stel daar tegenover dat het even weinig
hoffelijk is de welgemeende complimenten
over haar jeugd en daarmee de „bedoelin
gen" van Molière ontoepasselijk te maken.
Met uitzondering van Pierre Bertin, die
subliem de rol van de groteske pedant
Oronte vervulde, met een rijke zwier aan
buitensporige gratie, was de verdere be
zetting niet bijzonder sterk, zonder onbe
vredigend te zijn. Vooral de andere vrou
wenfiguren (van Simone Valère en Natalie
Nerval) schonken voldoening. Er was een
goed decor, drie grijze wanden in de trant
van een oude gravure. Er werd gespeeld
met voorbeeldige plastiek in een verheu
gende helderheid van wit licht en er wer
den zeer fraaie kostuums gedragen. Na
afloop was er een receptie in de Franse am
bassade, die ook door Prinses Beatrix werd
bezocht, waarbij de wens werd geuit, dat
dit gezelschap vaker ons land zal komen
bezoeken. Bij die wens sluit ik mij gaarne
aan, maar dan hoop ik toch op stukken,
waarin de specifieke talenten van de be
langwekkende toneelkunstenaar Barrault
sterker tot hun recht zullen komen.
David Koning
De raad van beheer der Dordse Petro
leum Maatschappij heeft besloten tot uit
kering van een eerste interim-dividend
over 1957 van 9 pet in contanten op haar
preferente en gewone aandelen en onder
aandelen.
LONDEN (United Press) Vertegen
woordigers van het Russische ministerie
van Verbindingen en van de Nederlandse
PTT zullen in maart in Zwitserland samen
komen om de besprekingen voort te zetten
over vervoer van Russische post door de
K.L.M. naar diverse delen van de wereld,
zo meldde radio-Moskou vandaag.
De Russische radio zeide, dat het hierbij
gaat om voortzetting van besprekingen die
tussen 5 en 10 december in Nederland ge
houden zijn, toen een Sovjet-delegatie Ne
derland bezocht.
ADVERTENTIE