Haarlemse raad achter adviescommissie: Deense firma Marcussen krijgt opdracht Concept-rekwest bezwaren plan Zuid-Kennemerland ter sprake Bouw van flat- en eengezinswoningen in Zuid en Delftwijk goedgekeurd Strijd om orgelrestauratie beslecht Op de band HAARLEMSE RAAD BIJEEN Ondanks hoge prijs, toch kleedhuis aan Mr. Jan Gerritszlaan Bilderdijkherdenking in de Ridderzaal 11 Bijeenkomst buurtvereniging Bloemendaal Gecompliceerd Geen rem Te duur Onbevredigend ^elevisïe zendt ..De ster van Bethlehem" uit DONDERDAG 13 DECEMBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De Haarlemse gemeenteraad heeft woensdagmiddag onder grote belangstelling met 33 tegen 4 stemmen na een debat van tweeëneenhalf uur op hoog peil - de acht microfoons van de N.C.R.V. werkten blijkbaar stimulerend'- besloten over te gaan tot de restauratie van het orgel van Christiaan Müller in de Grote of St. Bavokerk. De opdracht daartoe zal, conform de voordracht van Burgemeester en Wethouders en het advies van een commissie van bij uitstek deskundigen, verstrekt worden aan de Deense firma Marcussen te Aabenraa. Met het herstel, waarmee pas in 1959 kan worden begonnen en dat ongeveer twee jaar zal duren, is een bedrag van 160.000 gemoeid. Bovenal echter betekende de gedachtenwisseling van gisteren een bevestiging van het gezag van de geraadpleegde adviescommissie en een afrekening met een al te subjectieve campagne - ter elfder ure waren nog een paar adressen binnen gekomen - ten bate van een bepaalde Nederlande orgelbouwer. Men kan dan ook slechts instemmen met de door het raadslid Spek (A.R.) aan het slot van zijn betoog vertolkte hoop, dat het aannemen van dit voorstel, waarvan men de grote betekenis voor de orgelcultuur in het algemeen en voor Haarlem als orgel- stad in het bijzonder, straks bekroond zal worden door een algemene waardering, ook van hen die hier nu critisch tegenover staan. De eerste die de registers, zo niet van het orgel dan toch van de welsprekendheid, open trok, was de heer Voogd (Arbeid). Deze ging eerst in op de bevoegdheden en beperkingen van de raad als politiek col lege met betrekking tot een zo technische en estetische materie als de onderhavige. De raad kan immers niet anders doen dan de overtuigingskracht, de betrouwbaarheid en de degelijkheid der gegeven adviezen van deskundigen tegen elkaar af te wegen. Een tweede, niet uitdrukkelijk gestelde vraag ging over het verlenen van de op dracht: per se een Nederlander of niet? Overwegingen van chauvinistische aard mogen hierbij niet in het geding zijn en ook hier dient de raad het van de adviezen der deskundigen te hebben. Echter: de ene bij uitstek deskundige staat tegenover de andere bij uitstek deskundige en men ziet ook nog wel eens bij uitstek deskundigen van mening veranderen, zo zei de heer Voogd, die de gevoelens der leken-raads- leden in deze ingewikkelde zaak vertolkte met de woorden van Goethe: „Da steh' ich nun, ich armer Tor, und bin so klug als wie zuvor." In die situatie verenigde h(j zich echter geheel met onze beschouwing in ons blad van zaterdag: B. en W. hebben met toe stemming van de raad een adviescommissie ingesteld en er moeten wel heel sterke argumenten tegen de integriteit of de des kundigheid van die commissie worden in gebracht, wil de raad van het gegeven advies afwijken. Toch wilde de heer Voogd wel antwoord hebben op een viertal vragen: Is het juist, dat de adviescommissie wat eenzijdig was samengesteld? Is het van betekenis, dat de firma Marcussen nog nimmer een barok- orgel heeft gerestaureerd? Is er met die firma een overeenkomst bereikt om te voorkomen, dat de orgelbouwer Zacharias- sen een te sterk eigen stempel op het karakter van het orgel drukt? en tenslotte: Is het juist, dat de orgelbouwer Van Leeu wen het advies van de commissie niet onderschrijft? Hartstochten Het standpunt van de heer Voogd ten aanzien van de deskundigen- of belangheb bendenpolemiek (want ook hij wees erop, dat de zaak vertroebeld werd omdat altijd maar één Nederlandse orgelbouwer werd genoemd) werd door alle voorstanders van het voorstel van B. en W. gedeeld en met name door mevrouw S c h e 11 e m a-C o n- radi (V.V.D.), die nooit had gedacht, „dat een instrument als het kerkorgel de harts tochten zo had kunnen doen oplaaien." Zij vond het vooral eigenaardig, dat nie mand tegen de „eenzijdige samenstelling" van de commissie bezwaar had gemaakt, toen deze werd benoemd. Zij vond het evenmin raadzaam van het advies van een oommissie af te wijken als van het oordeel van een jury: men ontneemt dan aan de commissie de vrijheid van oordeel. Voorts vond zij het apert onjuist beweegredenen in het geding te brengen welke niet ont leend zijn aan de zaak waar het om gaat. Alle scherpe woorden welke gebruikt zijn vond mevrouw Scheltema nog niet vol doende argument om de commissie te desavoueren. Wellicht zou het echter in het vervolg beter zijn commissies van een dergelijk gewicht door de raad op voor dracht van B. en W. te laten benoemen. Voorts verdient het volgens spreekster aan beveling de beide stadsorganisten in het restauratiewerk te betrekken. Moeilijkheden niet zo groot De heer Spek (A.R.) wilde door en over de lawine van protesten en bezwaren heen zien: de moeilijkheden zijn heus niet zo groot als ze wel schijnen. We hebben im mers te maken met deskundigen van goede reputatie, wier uitvoerig en breed rapport onderschreven wordt door tal van natio nale en internationale gezaghebbende figu ren. Ook bij een bespreking van het rapport met anderen bleek, dat tenslotte alleen de opmerking overbleef, dat het teleurstellend zou zijn als de opdracht naar het buitenland zou gaan. Ook de heer Spek wees op de eenzijdigheid van de actie ten gunste van -de Nederlandse orgelbouw", welke in casu maar voor één firma wordt gevoerd. Spreker betwijfelde of deze discussie nu wel zo in het voordeel van deze firma is. want als tegen-argumenten komen natuur lijk nu ook de onvolkomenheden van haar werk in het geding. De heer Spek citeerde voorts de ziens wijzen van een aantal experts als de heer Edskes, redacteur van het maandblad ..Het Orgel", van de juist ook tot adviseur van de Spaanse reeerinv benoemde dr F.gon Xrausa uit Oostenrük en Anfon Nowa- kowski uit Stuttgart. De Deen Finn Viderö had nok grote bezwaren tegen het door de bedoelde FTofipviandea firma gerestaureerde orgel van Zwo"" 7»ifs tegenstanders moe ten erkennen, dat Marrussen tot de beste. ■*o niet tot de allerbeste orgelbouwers van Eurona behoort. Over de commissie zei de hoor Snek noe: Haar leden zullen zich wel ^oiihon gerealiseerd, dat bet rannort aan "rifipk zou worden bloot gesteld Dat zij bet -•iottnmin hebben nitvohroolit nleit voor de •worfijicring waarmpdo vii hun ondraebt 'i^h^on vervuld „Ik beh woot w»pt voor." Uit de krijgskas Ook de heer Proper fC.P.N.) dist.an- -ipprde rich nadrukkelijk van „chauvinis- sche" beweegredenen bij de keuze, van °°n orgelbouwer. De Haarlemmers van '138 zaacn er immers ook geen been in om '?e orgelbouwer Müller uit de Harz te '"'"ren. 7ij hadden er zelfs bijna zestig- floriinen voor over. waarvan een ''cel werd onttrokken aan de krijgskas van de plaatselijke schutterij (hilariteit). Spreker wilde zich evenwel niet zonder meer neerleggen bij het oordeel van des kundigen, maar de zaak zelfstandig bezien. Overigens heeft de adviescommissie op haar beurt andere deskundigen geraad pleegd en ook hun oordeel valt ten gunste van Marcussen uit. De heer Proper vroeg zich echter af waarom de reparatie van de bintladen ook aan Marcussen wordt opge dragen, hoewel in het rapport gezegd wordt dat dit wel door een Nederlandse firma kan worden gedaan. Voorts had het de ver wondering van de heer Proper gaande gemaakt, dat het orgel op de Monumenten lijst in klasse B is ingedeeld, hetgeen tot gevolg heeft, dat het rijk niet veertig, maar dertig percent subsidieert. Wethouder Geluk zegde in zijn ant woord toe, dat gepoogd zal worden het orgel in klasse A in te delen. De heer DeLandmeter (C.H.U.) ging, evenals vorige sprekers, in op de kern van het probleem: het terugvinden van de oude klank: „Maar niemand weet hoe die klank- geving was." De Nederlandse orgelbouw is weliswaar op de goede weg. maar de be langrijkste vertegenwoordiger daarvan ver klaart zelf van de prestaties van Marcus sen: „Ik acht mjj niet in staat de komende vijfentwintig jaar iets dergelijks te berei ken." Onder die omstandigheden kan men het de gemeenteraad van Haarlem niet kwalijk nemen, dat hij nu Marcussen kiest, die dat ideaal reeds heeft bereikt. Tweespalt Bij de K.V.P. bleek men weer eens ver deeld. De heer Van V eisen liet zich namelijk, wat betreft de keuze van de restaurateur, leiden door de vrees voor de volgens hem te sterke persoonlijkheid van de directeur van Marcussen, de orgelbou wer Zachariassen. Volgens hem zou een restauratie van de Grote Kerk ook nu moeten worden opgedragen aan een Le Corbusier. een Dudok of een Oud. De vak man en de kunstenaar zullen zich moeten ondergeschikt maken aan de ideeën van vroegere kunstenaars. Bovendien bleek de heer Van Velsen onder de indruk van de „internationale tegenzin" tegen het voor stel en omdat hij het risico te groot achtte vroeg spreker het college niet alleen bij voorstanders te rade te gaan. Mede uit een oogpunt van steun aan de Nederlandse orgelbouw vroeg de heer Van Velsen daar om het voorstel aan te houden voor het inwinnen van nadere adviezen. Ontstuimig Daarentegen bleek zijn fractiegenoot Schreurs uitbundig in zijn lof voor het college, dat hij zo breed gebarend dankte voor het dossier, dat de microfoon erdoor omtuimelde: de heer Schreurs is beslist meer gedisponeerd voor televisie. Toch betreurde spreker het, dat de com missie niet wat breder van samenstelling was geweest: Had men ook niet een rooms- katholieke deskundige kunnen vinden? Maar de heer Schreurs zag onmiddellijk daarop in, dat de rooms-katholieke orgel kunst meer is geënt op Frankrijk, terwijl het hier om een Duits orgel gaat. Ten aan zien van de keuze van de orgelbouwer zei j de heer Schreurs: „Niet de vraag of hij al eerder een barokorgel heeft gerestaureerd, maar of hij primus inter pares is. dient be slissend te zijn. Hij vond het trouwens een waarborg, dat het bestek uit 1766 nog be staat, maar: „leg de grote kunstenaar vast aan een degelijke overeenkomst", zo bond hij B. en W nog eens extra op het hart in een betoog, dat hier en daar net iets teveel bruyant was om briljant te zijn. Gelukkig maar twee Wethouder D. J. A. Geluk begon zijn beantwoording met de opmerking, dat hij zich de laatste week gelukkig had ge prezen, dat de gemeente maar twee orgels bezit en dat die niet elke dag gerestau reerd behoeven te worden. Alleen al van wege de lawine van brieven, adressen, telefoontjes en telegrammen, beschuldi gingen en zelfs verdachtmakingen verzocht hij degenen die om uitstel hadden ge vraagd: „Doet u mij dat. niet langer aan!" Wethouder Geluk rekende voor alles af met twee argumenten: dat van de voorkeur voor „Nederlands fabrikaat" en dat van het risico. In deze tijd van internationale samenwerking en uitwisseling vond hij het eerste een dwaasheid - de raad had trou wens diezelfde middag zonder kikken be sloten een brandweerautospuit aan te kopen in.Duitsland - en het tweede niet ter zake doende. Risico is onberekenbaar; als het orgel van de St. Laurens in Rotter dam in 1940 in Denemarken was geweest, was het gespaard gebleven. Het kosten element mag natuurlijk niet in het geding zijn wanneer het om het behoud van zo'n waardevol cultuurmo-ument gaat. Wat nu de keuze der commissieleden aangaat, deelde de wethouder mede, dat die geschied is op aanbeveling van de vroegere stadsorganist George Robert. Deze heeft de heren Oussoren, Engels en Hiilsmann ge noemd èn om hun deskundigheid èn om integriteit. In 1954 was alleen de eerste lid van de Hervormde Synodale orgelcommis sie, de twee anderen zijn pas kort daarop daarin benoemd op grond van dezelfde kwaliteiten, die hun benoeming in de Haar lemse commissie wettigden. Intussen gaf wethouder Geluk de verzekering, dat de zaken van beide commissies altyd streng gescheiden zjjn gehouden. Wat betreft de door de heer Schreurs gewenste bredere samenstelling van de commissie r erkte wethouder Geluk op, dat het in dfe srste plaats van belang is, dat de leden oude orgels kennen en die komen nu eenmaal het meest in Hervormde ker ken voor. Overigens waren er later vol doende rooms-katholieke deskundigen aan te pas gekomen: Heilier, De Klerk, Krauss. Het aantal gegadigden die dit werk zouden kunnen, maar ook willen doen is bovendien gering. Intussen was het voor Haarlem éen voordeel, dat dr. Oussoren tevens voor zitter van de Hervormde synodale orgel commissie is. Daardoor profiteerde men van een archief met gegevens over vier honderd orgels. De wethouder weersprak ook de bewering, als zouden de Neder landse orgelbouwers niet genoemd worden in het rapport, dat is wel degelijk het ge val. Wat betreft de voorgestelde samen werking tussen Nederlandse orgelbouwers en Marcussen, verklaarde de heer Geluk, dat Marcussen daartoe wel, Nederlandse orgelbouwers daartoe niet bereid bleken. Wethouder Geluk onthulde, dat reeds in 1954 en 1955 tegen de commissie werd ge ageerd. Ook was het nodig, met het oog op een te organiseren grotere orgeltentoon stelling, in de zomer van 1955 de conclusies van het rapport vertrouwelijk ter kennis te brengen van een aantal personen. Omdat steun van bepaalde orgelbouwers voor de tentoonstelling noodzakelijk zou zijn ge weest en B. en W. zich niet wilden binden, is de tentoonstelling niet doorgegaan. Bij die gelegenheid heeft de minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen ver klaard tot een bijdrage bereid te zijn, in dien men erin zou slagen de orgelbouwers tot samenwerking te bewegen. Wethouder Geluk ging vervolgens in op alle bëweringen en citaten welke te vinden zijn in de brieven en adressen van de opposanten tegen dit voorstel en conclu deerde, dat men aan al die opmerkingen rustig voorbij kan gaan, omdat ze nu een maal niet in oorsprong gericht zijn aan het gemeentebestuur en dus moeilijk te contro leren vallen. Eén figuur Zoveel was volgens de wethouder wel duidelijk, dat één figuur al die actie heeft ontketend en tegenargumenten uitgelokt van mensen, die in feite niet precies weten hoe de kaarten liggen. De heer Geluk citeerde de afgetreden voorzitter van de Nederlandse Organisten vereniging, George Stam, die verklaard had, dat de intoneerkunst hier te lande nog onvoldoende ontwikkeld is en dat sa menwerking tussen Marcussen en een Ne derlandse orgelbouwer het bereiken van het hoogste niveau in de weg zou kunnen staan: de orgelmaker moet eigenlijk alles ooooooocooooc 0 Er zullen gisteravond maar weinig 8 Haarlemse raadsleden zijn geweest, die 8 niet met hun vrienden en magen ver- fyzameld zaten rond de luidspreker, 8 waaruit zij zelf konden horen hoe goed p zij wel gesproken hadden. De journaal- d afdeling van de N.C.R.V. stond voor de moeilijke taak om de „deining" over 8 deze zaak tot uitdrukking te laten ko- 8 p men, zonder dat al te zeer op de hache- - p lijke details juist de verkorte weer-d 8 gave is riskant, zoals wij maar al te 0 goed weten! werd ingegaan, d Nu, Jan de Visser en zijn medewer- 0 0 kers zijn daar voortreffelijk in geslaagd. 6 8 Van wethouder Geluk en de raadsleden mevrouw Scheltema en de heren Voogd j 8 en Proper werden een paar pittoreske 0 8 opmerkingen weergegeven, van de he- o 8 ren Van Velsen en De Landmeter de be- 8 0 langrijkste zakelijke argumenten, waar- s 8 na de heer Spek voor de keer niet naar 0 x de antithese, maar naar de synthese 8 zocht in een verheffend slotakkoord. De 0 enige spreker die niet aan bod kwam 0 8 was de heer Schreurs. Allicht, als je 8 3 de microfoon ook omgooit8 V OOOOOOOOXOOOCOOOOOOOGOGOOOCCOCOOOCOOOOOOOOCOOOOOOOOOOCCX zelf doen. De heer Geluk wees er voorts nog op, dat Zachariassen schriftelijk zich heeft verplicht om de klank van Müller terug te vinden. Hij is trouwens gebonden aan de maten en materialen welke door het orgel zelf zijn gegeven. Daarenboven zal de adviescommissie nog toezicht uitoefe nen op de restauratie. Bovendien zal het ook mogelijk zijn Franse muziek tot haar recht te laten komen; Albert de Klerk is dan ook, na aanvankelijke aarzeling, nu met het voorstel akkoord gegaan. Al deze voor waarden worden in het contract opge nomen. Een van de laatste onwaarheden welke de heer Geluk wilde ontzenuwen gold de bewering, dat de Hervormde orgel commissie erop uit zou zijn een bepaalde orgelbouwer geen opdrachten meer te ge ven. Nog onlangs is dat tot twee keer toe wel het geval geweest. Wat de positie van de orgelbouwer Van Leeuwen betrof, sti puleerde spreker, dat deze slechts advi serend lid van de commissie is geweest. Daarom heeft hij het rapport ook niet mede ondertekend. Hoe zijn zienswijze om trent de opdracht luidt is B. en W. onbe kend, zij hebben het de heer Van Leeuwen ook niet gevraagd. Bij de replieken bleek de heer Van Velsen nog steeds beducht voor het overheersende karakter van Zachariassen op de klankgeving van Müller, hetgeen dan ook tot zijn tegenstemmen leidde, waarin hij door zijn fractiegenoten Adelaar, Balm en Knape werd gevolgd. Op de publieke tribune werd het resul taat van de stemming met kort applaus ontvangen. In Den 1-Iaag verblijvende Ameri kaanse mariniers hebben woensdag kinderen uit het Sint Antoniushuis te Wassenaar op een groot feest onthaald. Men ziet hen hier in gezelschap van de Kerstman en omstuwd door hun jeudige gasten tijdens een voorstelling van de poppenkast. Tijdens de bijeenkomst van de buurtver eniging „Bloemendaal", die woensdagavond in het Jeugdhuis aan de Donkerelaan te Bloemendaal gehouden werd, kwam naast de voorlopige bestuursverkiezing, ook het concept van een rekwest over het ontwerp- streekplan Zuid-Kennemerland, dat bij Ge deputeerde Staten van Noordholland zal worden ingedien, ter sprake. Het voorlopig bestuur is thans als volgt samengesteld: H. W. van Kempen, voor zitter; H. Siteur, secretaris; J. H. Seijlhou- wer, penningmeester en de heren C. W. Bierens de Haan, A. Cassee, D.. Roos en R. Voorhoeve, leden. Uiteraard komt in het rekwest vooral het noordelijk deel van de gemeente Bloemen daal ter sprake, want de bewoners van Bloemendaal-centrum-en-Noord zijn zeer verontrust door de aantasting van het na tuurschoon ter plaatse tengevolge van dit streekplan. In de eerste plaats werd ge noemd de groenstrook „Aelbertsberg", die Nadat de Haarlemse gemeenteraad woensdagmiddag besloten had de restau ratie van het orgel in de Grote Kerk op te dragen aan de Deense firma Marcussen en nadat de publieke tribune, die vol belangstellenden zat, was leeggestroomd en de microfoons voor de radio-opnamen waren weggehaald, heeft de raad, eerst onder voorzitterschap van burgemeester nar. O. P. F. M. Cremers en later van loco-burgemeester D. J. A. Geluk, de overige punten van de agenda in een betrekkelijk korte tijd afgehandeld. Het langst werd gesproken over het voorstel van B. en W. tot verkoop van een terrein aan de Willem de Zwijgerlaan en de Prins Mauritslaan aan de n.v. Nederlandse Maatschappij voor Volkshuisvesting te Amsterdam, waarbij wethouder H a p p een toelichting gaf, volgens welke het waarschijnlijk zou zijn, dat de door Nemavo te bouwen 50 flatwoningen en 12 garages, niet door de Nemavo zelf geëxploiteerd zouden worden, maar door twee aandeelhouders van de vennootschap. De heer De Leeuw (Arb.) vond deze omschrijving te vaag en preciseerde zijn wens in een ingediend amendement, dat na veel heen en weer gepraat werd aangenomen met 25 tegen 9 stemmen (tecren stemden de leden van het college, de V.V.D.-fractie en de heren Van Velsen en Knape (K.V.P.). Verder werd er nog gesproken over de grote bedragen, die de bouw van het kleedhuis op de sportvelden bij de Mr. Jan Gerritszlaan moest kosten en werd de hoop uitgesproken, dat het gebruik van het Krelagehuis voor gymnastiekoefeningen de bouw van nieuwe gymnastiekzalen niet zou belemmeren. Wethouder H a p p had bij het voorstel tot verkoop van een terrein aan de Willem de Zwijgerlaan en de Prins Mauritslaan aan de n.v. Nemavo de mededeling ge daan, dat de Nemavo de mogelijkheid had uitgesproken, dat de exploitatie van de op dat terrein te bouwen flats zou plaats heb ben door aandeelhouders van de vennoot schap, te weten de R.V.S. of de Olveh. Hij stelde voor het woord Nemavo in het voor stel van B. en W. te vervangen door „Ne mavo of haar nader te noemen meesters of lastgevers". Hiertegen had de heer D e L e e u w (Arb.) echter bezwaar: hij vond deze formulering wat te ruim en meende, dat hier voorzich tigheid was geboden. Hij stelde voor aan de door de wethouder voorgestelde verande ring toe te voegen „mits deze ter beoor deling van B. en W. voor de gemeente aanvaardbaar zijn." Nadat wethouder H a p p had verklaard geen bezwaar te hebben tegen deze toe voeging, ontspon zich een uitvoerig debat, waarbij verscheidene bedenkingen werden gemaakt met name door de heren Van Velsen (K.V.P.) en Stoffels (V.V.D.), die meenden, dat de Nemavo wel bezwaar tegen een dergelijke beperking zou kunnen hebben en waarbij de heer Stoffels zelfs van mening was, dat de onderhandelingen met de bouwmaatschappij dan weer geheel opnieuw zouden moeten worden gevoerd. Deze opvatting werd niet gedeeld door de heer Schippers (K.V.P.) en ook de heer DeLeeuw kon de vrees van de heer Stoffels niet delen. Een nieuw element werd door de heer M e n s i n k (Arb.) naar voren gebracht, die zich afvroeg of opneming van het door de heer De Leeuw voorgestelde niet in strijd kwam met het recht van delegatie van de raad, met andere woorden, of hier door de raad niet iets zou worden gedelegeerd, dat eigenlijk onmogelijk is, namelijk het ver kopen van grond aan niet nader genoemde partners. Hü werd in deze gesteund door zijn fractievoorzitter, de heer A 1 b r e c h t. De heren Proper (Comm.), DeLeeuw en wethouder H a p p meenden, dat zulk een verkoop wel mogelijk zou zijn Op dit ogenblik hakte de voorzitter, loco-burge meester Geluk de knoop door, door voor te stellen het inmiddels tot een amende ment geworden voorstel-De Leeuw in stem ming te brengen. Met 25 tegen 9 (leden van het college, V.V.D.-fractie en de heren Van Velsen en Knape (beiden K.V.P.) werd het tenslotte aangenomen. De leden van het college waren (formeel) tegen het amende ment, omdat zij hun handtekening reeds onder het voorlopig verkoop-contract gezet hadden. Naar aanleiding van het voorstel van B. en W. om een voorschot van 535.000 te verlenen aan de woningstichting „Patrimo nium" voor de bouw van 25 middenstands woningen (eengezinswoningen) en 9 gara ges op een terrein gelegen aan de Herman de Manstraat en de Du Perronstraat ont spon zich nog een uitvoerige discussie over de gecompliceerde voorgeschiedenis van dat project, veroorzaakt door de vlucht der woningwetsector naar de premiebouw. Op suggestie van de heer DeLeeuw (Arb.) werd niet uitdrukkelijk de bouw en het beheer aan „Patrimonium" opgedragen, op dat ook bouw door „Zorgvliet" mogelijk zou zijn. Verscheidene raadsleden, onder wie mevrouw Van der Wall-Duyven- dak (Arb.) en de heer Spek (A.R.) wa ren bevreesd, dat het voorstel van B. en W. om de Koninklijke Algemene Vereni ging voor Bloembollencultuur een huur overeenkomst aan de gaan, waardoor het Krelagehuis beschikbaar zou komen voor gymnastiekbeoefening, er toe zou kunnen leiden, dat de bouw van nieuwe gymnas tiekzalen geremd zou worden. Mejuffrouw Bolsius (K.V.P.) en de heer W e n s i n g (C.H.U.) waren van me ning, dat betaling van een hoge huur voor gebruik van het Krelagehuis in de zomer maanden niet juist was. Al deze spreek sters en sprekers werden door wethouder Geluk echter gerustgesteld. De bouw van nieuwe gymnastiekzalen zou zeker niet veronachtzaamd worden en voor het zo- mergebruik hadden B. en W. nog geen vaste plannen. Er zou met een huur van het Krelagehuis in de zomermaanden zeker gedacht worden aan het bedingen van een lagere prijs. In antwoord op een vraag van mevrouw Van der Wall-Duyven- dak (Arb.) deelde de wethouder nog mee. dat de huur voor verenigingen wel aan de hoge kant zou liggen. B. en W. zouden deze kwestie echter nauwkeurig in het oog hou den en te zijner tijd overwegen of hier niet iets aan te doen zou zijn. De kredietaanvrage van B. en W. voor een bedrag van f 144.532 voor de bouw van een kleedhuis op het sportveldencomplex aan de Mr Jan Gerritszlaan. ontmoette bij verscheidene raadsleden bezwaren. Zo vonden de heren Balm (K.V.P.). Bet- tink (V.V.D.), Wensing (C.H.U.) en Spek (A.R.) het bedrag hoog of te hoog. Er waren overigens wel nuanceverschillen. De heren Wensing en Spek bijvoorbeeld deelden mede, dat zij niet tegen kleedka mers waren en zij deden ook suggesties aan de hand om aan de hoogte der prijzen iets te doen: de heer Wensing bepleitte semi-permanente bouw voor kleedhuizen en de heer Spek gaf het college in over weging de prijzen eens te vergelijken met die uit andere gemeenten. Ook de heren Betting en Balm waren niet tegen de bouw van kleedhuizen, maar zij meenden, dat de dure bouw het tempo van de aanleg in het algemeen zou vertragen. Mevrouw Van der Wall-Dtiy- v en dak (Arb.), haar fractiegenoot Voogd en de heer M o I (Comm..) toon den zich voorstanders van het voorstel van B. en W„ maar de heer Schippers (K.V.P.) daarentegen meende dat gezonde sportslieden geen verwarmde en luxueuze kleedlokalen nodig hadden. „Veel vooraan staande sportslieden van vandaag hebben het ook zonder deze luxe moeten stellen" meende hij. Deze opvatting werd door de heer Voogd bestreden, die dit geen argument vond. Ook had de heer Schippers het S.E.R.- rapport erbij gehaald, dat op een beste dingsbeperking aandrong. „Ik vind het merkwaardig, dat een conservatieve partij dit rapport erbij haalt, als het gaat om sociaal-culturele dingen" riep de heer Voogd uit. Hierin werd hij gesteund door wethouder Geluk, die vergelijkingen met de kosten voor de bouw van huizen gevaarlijk vond. „Als de medici centrale verwarming nodig achten, dat kunnen wij als niet-deskun- digen moeilijk bezwaar maken" meende hij. Verder zegde de heer Geluk toe. dat B. en W. de prijzen eens zouden vergelijken met die van andere gemeenten. In tweede instantie verklaarde de heer Bettink nog. dat hij wel voor blijvende kleedhuizen was, maar dan moesten deze niet te duur zijn. Vervolgens werd het voorstel in stem ming gebracht, waarbij het met 25 tegen 6 stemmen werd aangenomen. Tegen stemden de V.V.D.-fractie en de heren Schippers, Balm en Adelaar (allen (K.V.P.). natuurwetenschappelijk even belangrijk is als de jonge duinen. Door het hoofdgebouw en de bijgebouwen is de schoonheid van de buitenplaats „Wildhoef" al aanzienlijk aan getast, hetgeen een absoluut behouden blij ven van de daarvoor gelegen (noordelijke) groenstrook noodzakelijk maakt. Ten aanzien van de Noordelijke door braak Oost-West valt in het noordelijk ge deelte van Bloemendaal de doortrekking van de Orionweg op. De huisjes in de weide terzijde van de Laan van Boreel, welke veel gaver en typischer zijn dan de ver knoeide boerderij, moeten als verloren wor den beschouwd. De doorbraak door de oude bosrand van „Wildhoef" is namelijk funest. Een derde punt van bespreking vormde het kwartier Kleverlaan-Dompvloedslaan. Buitengewoon vreemd doet hier aan dat de Kleverlaan welke in Haarlem tot aan de spoorbaan reeds een dubbele breedte heeft en in Bloemendaal op dubbele breed te gebracht kan worden als belangrijke af- voerweg verwaarloosd is. Deze weg zal als aftakking van de Delftlaan en voortzetting van de Haarlemse Kleverlaan een belang rijke capaciteit moeten hebben voor het ontvangen van het verkeer uit de richting van voormalig „Schoten". Verder kwamen nog ter sprake de ver lenging van de Brederodelaan door het villapark naar de Zeeweg, de ondersteuning vsn het plan-De Ranitz en de eventuele aanleg van een duinweg ten westen van Bloemendaal indien dit noodzakelijk mocht blijken te zijn voor de verbinding noord zuid. De heer A. M. G. van Steeden verklaarde zich bereid als propagandist voor de buurt vereniging op te treden. Voor andere initia tieven houdt het bestuur zich zeer aanbe volen. De contributie werd vastgesteld op f 2,50 per jaar. Ook werd nog voorgesteld het oude „Bloemendaals Bloei" in de buurt vereniging op te nemen. Volgens de pen ningmeester zou er van deze vereniging nog een kassaldo van f 1800 aanwezig moe ten zijn. Er werd een suggestie gedaan om dit geld indien nog aanwezig, over de Bloe- mendaalse buurtverenigingen te verdelen. Men zal hieromtrent schriftelijk het ad vies van B. en W. van Bloemendaal in winnen. Maandag 17 december zal in de Ridder zaal van het stadhuis in Haarlem een Bil derdijkherdenking worden gehouden, waar bij prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs (Anton van Duinkerken) een herdenkingsrede zal uitspreken en leerlingen van 't Coornhert- lyceum en de Da Costa Kweekschool ver zen van Bilderdijk zullen voordragen. Deze bijeenkomst zal worden geopend door wet houder D. J. A. Geluk. Die Haerlemsche Musyckcamer zal bij deze herdenking me dewerking verlenen met werken van Hel- lendahl, Nicola Lentz, Graaf en Mozart. De tentoonstelling ter gelegenheid van de Bilderdijkherdenking. die van 14 decem ber tot en met 6 januari in het museum ..Het Huis van Looy" zou worden gehou den, is uitgesteld tot januari. Aanvankelijk meende men deze expositie te kunnen la ten samengaan met de tentoonstelling „De stille glans der gouden eeuw", die daar tot en met 6 januari te bezichtigen is. maai bij de voorbereiding is het toch raadzamer gebleken de Bilderdijktentoonstelling apart in te richten. De expositie is nu uitgesteld tot 12 ianuari en zal duren tot en met 39 januari. In het kader van het bijzonder kerke- werk van de Hervormde gemeente te Heemstede, zullen woensdag 19 en donder dag 20 december in het Minerva theater twee opvoeringen worden gegeven van Martin Nijhoff's bekende kerstspel „De Ster van Bethlehem" door een groep leken- spelers onder regie van Wim Paauw. De eerste voorstelling op woensdag 20 decem ber, zal door de televisie-afdeling van de NCRV worden uitgezonden. Mevrouw Scheltema-Conradi (V.V.D.) verklaarde groot bezwaar te heb ben tegen de manier, waarop de raad werd uitgenodigd zich te scharen achter het voorstel van B. en W. tot deelneming van Haarlem aan het publiek-rechtelijk lichaam „Onderwijskundig Studiecentrum" en waarbij het niet mogelijk bleek ver anderingen aan te brengen aan de ont- werp-regeling, omdat die door verschei dene gemeenten al was aanvaard. Zij wilde ten minste twee leden in de raad van bestuur door Haarlem benoemd zien en vroeg welke gemeenten er al waren toegetreden. Op deze laatste vraag kon wethouder Geluk geen antwoord geven. Hij was het met de liberale fractievoorzitster eens, dat het een onbevredigende situatie was en deelde mee, dat men na langdurige onder handelingen tot deze oplossing was ge komen Het was moeilijk deze thans nog te veranderen. Overigens drong hij met klem aan op aanvaarding van het voorstel, waartoe de raad tenslotte toch met alge mene stemmen besloot. Tenslotte kunnen wij nog vermelden, dat de benoemingen en ontslagen conform de voorstellen van B. en W. door de raad wer den gedaan en dat de andere voorstellen zonder, of met weinig discussie, werden aanvaard.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 13