Haarlemse raad achter adviescommissie:
Deense firma Marcussen krijgt opdracht
Concept-rekwest bezwaren plan
Zuid-Kennemerland ter sprake
Bouw van flat- en eengezinswoningen
in Zuid en Delftwijk goedgekeurd
Strijd om orgelrestauratie beslecht
Op de band
HAARLEMSE RAAD BIJEEN
Ondanks hoge prijs, toch kleedhuis
aan Mr. Jan Gerritszlaan
Bilderdijkherdenking in
de Ridderzaal
11
Bijeenkomst buurtvereniging Bloemendaal
Gecompliceerd
Geen rem
Te duur
Onbevredigend
^elevisïe zendt ..De ster
van Bethlehem" uit
DONDERDAG 13 DECEMBER 1956
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
De Haarlemse gemeenteraad heeft woensdagmiddag onder grote belangstelling
met 33 tegen 4 stemmen na een debat van tweeëneenhalf uur op hoog peil - de
acht microfoons van de N.C.R.V. werkten blijkbaar stimulerend'- besloten over
te gaan tot de restauratie van het orgel van Christiaan Müller in de Grote of
St. Bavokerk. De opdracht daartoe zal, conform de voordracht van Burgemeester
en Wethouders en het advies van een commissie van bij uitstek deskundigen,
verstrekt worden aan de Deense firma Marcussen te Aabenraa. Met het herstel,
waarmee pas in 1959 kan worden begonnen en dat ongeveer twee jaar zal duren,
is een bedrag van 160.000 gemoeid.
Bovenal echter betekende de gedachtenwisseling van gisteren een bevestiging
van het gezag van de geraadpleegde adviescommissie en een afrekening met een
al te subjectieve campagne - ter elfder ure waren nog een paar adressen binnen
gekomen - ten bate van een bepaalde Nederlande orgelbouwer. Men kan dan
ook slechts instemmen met de door het raadslid Spek (A.R.) aan het slot van
zijn betoog vertolkte hoop, dat het aannemen van dit voorstel, waarvan men de
grote betekenis voor de orgelcultuur in het algemeen en voor Haarlem als orgel-
stad in het bijzonder, straks bekroond zal worden door een algemene waardering,
ook van hen die hier nu critisch tegenover staan.
De eerste die de registers, zo niet van
het orgel dan toch van de welsprekendheid,
open trok, was de heer Voogd (Arbeid).
Deze ging eerst in op de bevoegdheden en
beperkingen van de raad als politiek col
lege met betrekking tot een zo technische
en estetische materie als de onderhavige.
De raad kan immers niet anders doen dan
de overtuigingskracht, de betrouwbaarheid
en de degelijkheid der gegeven adviezen
van deskundigen tegen elkaar af te wegen.
Een tweede, niet uitdrukkelijk gestelde
vraag ging over het verlenen van de op
dracht: per se een Nederlander of niet?
Overwegingen van chauvinistische aard
mogen hierbij niet in het geding zijn en
ook hier dient de raad het van de adviezen
der deskundigen te hebben. Echter: de ene
bij uitstek deskundige staat tegenover de
andere bij uitstek deskundige en men ziet
ook nog wel eens bij uitstek deskundigen
van mening veranderen, zo zei de heer
Voogd, die de gevoelens der leken-raads-
leden in deze ingewikkelde zaak vertolkte
met de woorden van Goethe: „Da steh' ich
nun, ich armer Tor, und bin so klug als
wie zuvor."
In die situatie verenigde h(j zich echter
geheel met onze beschouwing in ons blad
van zaterdag: B. en W. hebben met toe
stemming van de raad een adviescommissie
ingesteld en er moeten wel heel sterke
argumenten tegen de integriteit of de des
kundigheid van die commissie worden in
gebracht, wil de raad van het gegeven
advies afwijken.
Toch wilde de heer Voogd wel antwoord
hebben op een viertal vragen: Is het juist,
dat de adviescommissie wat eenzijdig was
samengesteld? Is het van betekenis, dat de
firma Marcussen nog nimmer een barok-
orgel heeft gerestaureerd? Is er met die
firma een overeenkomst bereikt om te
voorkomen, dat de orgelbouwer Zacharias-
sen een te sterk eigen stempel op het
karakter van het orgel drukt? en tenslotte:
Is het juist, dat de orgelbouwer Van Leeu
wen het advies van de commissie niet
onderschrijft?
Hartstochten
Het standpunt van de heer Voogd ten
aanzien van de deskundigen- of belangheb
bendenpolemiek (want ook hij wees erop,
dat de zaak vertroebeld werd omdat altijd
maar één Nederlandse orgelbouwer werd
genoemd) werd door alle voorstanders van
het voorstel van B. en W. gedeeld en met
name door mevrouw S c h e 11 e m a-C o n-
radi (V.V.D.), die nooit had gedacht, „dat
een instrument als het kerkorgel de harts
tochten zo had kunnen doen oplaaien."
Zij vond het vooral eigenaardig, dat nie
mand tegen de „eenzijdige samenstelling"
van de commissie bezwaar had gemaakt,
toen deze werd benoemd. Zij vond het
evenmin raadzaam van het advies van een
oommissie af te wijken als van het oordeel
van een jury: men ontneemt dan aan de
commissie de vrijheid van oordeel. Voorts
vond zij het apert onjuist beweegredenen
in het geding te brengen welke niet ont
leend zijn aan de zaak waar het om gaat.
Alle scherpe woorden welke gebruikt zijn
vond mevrouw Scheltema nog niet vol
doende argument om de commissie te
desavoueren. Wellicht zou het echter in
het vervolg beter zijn commissies van een
dergelijk gewicht door de raad op voor
dracht van B. en W. te laten benoemen.
Voorts verdient het volgens spreekster aan
beveling de beide stadsorganisten in het
restauratiewerk te betrekken.
Moeilijkheden niet zo groot
De heer Spek (A.R.) wilde door en over
de lawine van protesten en bezwaren heen
zien: de moeilijkheden zijn heus niet zo
groot als ze wel schijnen. We hebben im
mers te maken met deskundigen van goede
reputatie, wier uitvoerig en breed rapport
onderschreven wordt door tal van natio
nale en internationale gezaghebbende figu
ren. Ook bij een bespreking van het rapport
met anderen bleek, dat tenslotte alleen de
opmerking overbleef, dat het teleurstellend
zou zijn als de opdracht naar het buitenland
zou gaan. Ook de heer Spek wees op de
eenzijdigheid van de actie ten gunste van
-de Nederlandse orgelbouw", welke in casu
maar voor één firma wordt gevoerd.
Spreker betwijfelde of deze discussie nu
wel zo in het voordeel van deze firma is.
want als tegen-argumenten komen natuur
lijk nu ook de onvolkomenheden van haar
werk in het geding.
De heer Spek citeerde voorts de ziens
wijzen van een aantal experts als de heer
Edskes, redacteur van het maandblad ..Het
Orgel", van de juist ook tot adviseur van
de Spaanse reeerinv benoemde dr F.gon
Xrausa uit Oostenrük en Anfon Nowa-
kowski uit Stuttgart. De Deen Finn Viderö
had nok grote bezwaren tegen het door de
bedoelde FTofipviandea firma gerestaureerde
orgel van Zwo"" 7»ifs tegenstanders moe
ten erkennen, dat Marrussen tot de beste.
■*o niet tot de allerbeste orgelbouwers van
Eurona behoort. Over de commissie zei de
hoor Snek noe: Haar leden zullen zich wel
^oiihon gerealiseerd, dat bet rannort aan
"rifipk zou worden bloot gesteld Dat zij bet
-•iottnmin hebben nitvohroolit nleit voor de
•worfijicring waarmpdo vii hun ondraebt
'i^h^on vervuld „Ik beh woot w»pt
voor."
Uit de krijgskas
Ook de heer Proper fC.P.N.) dist.an-
-ipprde rich nadrukkelijk van „chauvinis-
sche" beweegredenen bij de keuze, van
°°n orgelbouwer. De Haarlemmers van
'138 zaacn er immers ook geen been in om
'?e orgelbouwer Müller uit de Harz te
'"'"ren. 7ij hadden er zelfs bijna zestig-
floriinen voor over. waarvan een
''cel werd onttrokken aan de krijgskas
van de plaatselijke schutterij (hilariteit).
Spreker wilde zich evenwel niet zonder
meer neerleggen bij het oordeel van des
kundigen, maar de zaak zelfstandig bezien.
Overigens heeft de adviescommissie op
haar beurt andere deskundigen geraad
pleegd en ook hun oordeel valt ten gunste
van Marcussen uit. De heer Proper vroeg
zich echter af waarom de reparatie van de
bintladen ook aan Marcussen wordt opge
dragen, hoewel in het rapport gezegd wordt
dat dit wel door een Nederlandse firma kan
worden gedaan. Voorts had het de ver
wondering van de heer Proper gaande
gemaakt, dat het orgel op de Monumenten
lijst in klasse B is ingedeeld, hetgeen tot
gevolg heeft, dat het rijk niet veertig, maar
dertig percent subsidieert.
Wethouder Geluk zegde in zijn ant
woord toe, dat gepoogd zal worden het
orgel in klasse A in te delen.
De heer DeLandmeter (C.H.U.) ging,
evenals vorige sprekers, in op de kern van
het probleem: het terugvinden van de oude
klank: „Maar niemand weet hoe die klank-
geving was." De Nederlandse orgelbouw is
weliswaar op de goede weg. maar de be
langrijkste vertegenwoordiger daarvan ver
klaart zelf van de prestaties van Marcus
sen: „Ik acht mjj niet in staat de komende
vijfentwintig jaar iets dergelijks te berei
ken." Onder die omstandigheden kan men
het de gemeenteraad van Haarlem niet
kwalijk nemen, dat hij nu Marcussen kiest,
die dat ideaal reeds heeft bereikt.
Tweespalt
Bij de K.V.P. bleek men weer eens ver
deeld. De heer Van V eisen liet zich
namelijk, wat betreft de keuze van de
restaurateur, leiden door de vrees voor de
volgens hem te sterke persoonlijkheid van
de directeur van Marcussen, de orgelbou
wer Zachariassen. Volgens hem zou een
restauratie van de Grote Kerk ook nu
moeten worden opgedragen aan een Le
Corbusier. een Dudok of een Oud. De vak
man en de kunstenaar zullen zich moeten
ondergeschikt maken aan de ideeën van
vroegere kunstenaars. Bovendien bleek de
heer Van Velsen onder de indruk van de
„internationale tegenzin" tegen het voor
stel en omdat hij het risico te groot achtte
vroeg spreker het college niet alleen bij
voorstanders te rade te gaan. Mede uit een
oogpunt van steun aan de Nederlandse
orgelbouw vroeg de heer Van Velsen daar
om het voorstel aan te houden voor het
inwinnen van nadere adviezen.
Ontstuimig
Daarentegen bleek zijn fractiegenoot
Schreurs uitbundig in zijn lof voor het
college, dat hij zo breed gebarend dankte
voor het dossier, dat de microfoon erdoor
omtuimelde: de heer Schreurs is beslist
meer gedisponeerd voor televisie.
Toch betreurde spreker het, dat de com
missie niet wat breder van samenstelling
was geweest: Had men ook niet een rooms-
katholieke deskundige kunnen vinden?
Maar de heer Schreurs zag onmiddellijk
daarop in, dat de rooms-katholieke orgel
kunst meer is geënt op Frankrijk, terwijl
het hier om een Duits orgel gaat. Ten aan
zien van de keuze van de orgelbouwer zei j
de heer Schreurs: „Niet de vraag of hij al
eerder een barokorgel heeft gerestaureerd,
maar of hij primus inter pares is. dient be
slissend te zijn. Hij vond het trouwens een
waarborg, dat het bestek uit 1766 nog be
staat, maar: „leg de grote kunstenaar vast
aan een degelijke overeenkomst", zo bond
hij B. en W nog eens extra op het hart in
een betoog, dat hier en daar net iets teveel
bruyant was om briljant te zijn.
Gelukkig maar twee
Wethouder D. J. A. Geluk begon zijn
beantwoording met de opmerking, dat hij
zich de laatste week gelukkig had ge
prezen, dat de gemeente maar twee orgels
bezit en dat die niet elke dag gerestau
reerd behoeven te worden. Alleen al van
wege de lawine van brieven, adressen,
telefoontjes en telegrammen, beschuldi
gingen en zelfs verdachtmakingen verzocht
hij degenen die om uitstel hadden ge
vraagd: „Doet u mij dat. niet langer aan!"
Wethouder Geluk rekende voor alles af
met twee argumenten: dat van de voorkeur
voor „Nederlands fabrikaat" en dat van het
risico. In deze tijd van internationale
samenwerking en uitwisseling vond hij het
eerste een dwaasheid - de raad had trou
wens diezelfde middag zonder kikken be
sloten een brandweerautospuit aan te
kopen in.Duitsland - en het tweede niet
ter zake doende. Risico is onberekenbaar;
als het orgel van de St. Laurens in Rotter
dam in 1940 in Denemarken was geweest,
was het gespaard gebleven. Het kosten
element mag natuurlijk niet in het geding
zijn wanneer het om het behoud van zo'n
waardevol cultuurmo-ument gaat.
Wat nu de keuze der commissieleden
aangaat, deelde de wethouder mede, dat die
geschied is op aanbeveling van de vroegere
stadsorganist George Robert. Deze heeft de
heren Oussoren, Engels en Hiilsmann ge
noemd èn om hun deskundigheid èn om
integriteit. In 1954 was alleen de eerste lid
van de Hervormde Synodale orgelcommis
sie, de twee anderen zijn pas kort daarop
daarin benoemd op grond van dezelfde
kwaliteiten, die hun benoeming in de Haar
lemse commissie wettigden. Intussen gaf
wethouder Geluk de verzekering, dat de
zaken van beide commissies altyd streng
gescheiden zjjn gehouden.
Wat betreft de door de heer Schreurs
gewenste bredere samenstelling van de
commissie r erkte wethouder Geluk op, dat
het in dfe srste plaats van belang is, dat
de leden oude orgels kennen en die komen
nu eenmaal het meest in Hervormde ker
ken voor. Overigens waren er later vol
doende rooms-katholieke deskundigen aan
te pas gekomen: Heilier, De Klerk, Krauss.
Het aantal gegadigden die dit werk zouden
kunnen, maar ook willen doen is bovendien
gering. Intussen was het voor Haarlem
éen voordeel, dat dr. Oussoren tevens voor
zitter van de Hervormde synodale orgel
commissie is. Daardoor profiteerde men
van een archief met gegevens over vier
honderd orgels. De wethouder weersprak
ook de bewering, als zouden de Neder
landse orgelbouwers niet genoemd worden
in het rapport, dat is wel degelijk het ge
val. Wat betreft de voorgestelde samen
werking tussen Nederlandse orgelbouwers
en Marcussen, verklaarde de heer Geluk,
dat Marcussen daartoe wel, Nederlandse
orgelbouwers daartoe niet bereid bleken.
Wethouder Geluk onthulde, dat reeds in
1954 en 1955 tegen de commissie werd ge
ageerd. Ook was het nodig, met het oog
op een te organiseren grotere orgeltentoon
stelling, in de zomer van 1955 de conclusies
van het rapport vertrouwelijk ter kennis te
brengen van een aantal personen. Omdat
steun van bepaalde orgelbouwers voor de
tentoonstelling noodzakelijk zou zijn ge
weest en B. en W. zich niet wilden binden,
is de tentoonstelling niet doorgegaan. Bij
die gelegenheid heeft de minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen ver
klaard tot een bijdrage bereid te zijn, in
dien men erin zou slagen de orgelbouwers
tot samenwerking te bewegen.
Wethouder Geluk ging vervolgens in op
alle bëweringen en citaten welke te vinden
zijn in de brieven en adressen van de
opposanten tegen dit voorstel en conclu
deerde, dat men aan al die opmerkingen
rustig voorbij kan gaan, omdat ze nu een
maal niet in oorsprong gericht zijn aan het
gemeentebestuur en dus moeilijk te contro
leren vallen.
Eén figuur
Zoveel was volgens de wethouder wel
duidelijk, dat één figuur al die actie heeft
ontketend en tegenargumenten uitgelokt
van mensen, die in feite niet precies weten
hoe de kaarten liggen.
De heer Geluk citeerde de afgetreden
voorzitter van de Nederlandse Organisten
vereniging, George Stam, die verklaard
had, dat de intoneerkunst hier te lande
nog onvoldoende ontwikkeld is en dat sa
menwerking tussen Marcussen en een Ne
derlandse orgelbouwer het bereiken van
het hoogste niveau in de weg zou kunnen
staan: de orgelmaker moet eigenlijk alles
ooooooocooooc
0 Er zullen gisteravond maar weinig
8 Haarlemse raadsleden zijn geweest, die
8 niet met hun vrienden en magen ver-
fyzameld zaten rond de luidspreker,
8 waaruit zij zelf konden horen hoe goed
p zij wel gesproken hadden. De journaal-
d afdeling van de N.C.R.V. stond voor de
moeilijke taak om de „deining" over
8 deze zaak tot uitdrukking te laten ko- 8
p men, zonder dat al te zeer op de hache- -
p lijke details juist de verkorte weer-d
8 gave is riskant, zoals wij maar al te 0
goed weten! werd ingegaan,
d Nu, Jan de Visser en zijn medewer- 0
0 kers zijn daar voortreffelijk in geslaagd. 6
8 Van wethouder Geluk en de raadsleden
mevrouw Scheltema en de heren Voogd j
8 en Proper werden een paar pittoreske 0
8 opmerkingen weergegeven, van de he- o
8 ren Van Velsen en De Landmeter de be- 8
0 langrijkste zakelijke argumenten, waar- s
8 na de heer Spek voor de keer niet naar 0
x de antithese, maar naar de synthese 8
zocht in een verheffend slotakkoord. De
0 enige spreker die niet aan bod kwam 0
8 was de heer Schreurs. Allicht, als je 8
3 de microfoon ook omgooit8
V
OOOOOOOOXOOOCOOOOOOOGOGOOOCCOCOOOCOOOOOOOOCOOOOOOOOOOCCX
zelf doen. De heer Geluk wees er voorts
nog op, dat Zachariassen schriftelijk zich
heeft verplicht om de klank van Müller
terug te vinden. Hij is trouwens gebonden
aan de maten en materialen welke door het
orgel zelf zijn gegeven. Daarenboven zal
de adviescommissie nog toezicht uitoefe
nen op de restauratie. Bovendien zal het
ook mogelijk zijn Franse muziek tot haar
recht te laten komen; Albert de Klerk is
dan ook, na aanvankelijke aarzeling, nu met
het voorstel akkoord gegaan. Al deze voor
waarden worden in het contract opge
nomen. Een van de laatste onwaarheden
welke de heer Geluk wilde ontzenuwen
gold de bewering, dat de Hervormde orgel
commissie erop uit zou zijn een bepaalde
orgelbouwer geen opdrachten meer te ge
ven. Nog onlangs is dat tot twee keer toe
wel het geval geweest. Wat de positie van
de orgelbouwer Van Leeuwen betrof, sti
puleerde spreker, dat deze slechts advi
serend lid van de commissie is geweest.
Daarom heeft hij het rapport ook niet
mede ondertekend. Hoe zijn zienswijze om
trent de opdracht luidt is B. en W. onbe
kend, zij hebben het de heer Van Leeuwen
ook niet gevraagd.
Bij de replieken bleek de heer Van
Velsen nog steeds beducht voor het
overheersende karakter van Zachariassen
op de klankgeving van Müller, hetgeen dan
ook tot zijn tegenstemmen leidde, waarin
hij door zijn fractiegenoten Adelaar,
Balm en Knape werd gevolgd.
Op de publieke tribune werd het resul
taat van de stemming met kort applaus
ontvangen.
In Den 1-Iaag verblijvende Ameri
kaanse mariniers hebben woensdag
kinderen uit het Sint Antoniushuis te
Wassenaar op een groot feest onthaald.
Men ziet hen hier in gezelschap van
de Kerstman en omstuwd door hun
jeudige gasten tijdens een voorstelling
van de poppenkast.
Tijdens de bijeenkomst van de buurtver
eniging „Bloemendaal", die woensdagavond
in het Jeugdhuis aan de Donkerelaan te
Bloemendaal gehouden werd, kwam naast
de voorlopige bestuursverkiezing, ook het
concept van een rekwest over het ontwerp-
streekplan Zuid-Kennemerland, dat bij Ge
deputeerde Staten van Noordholland zal
worden ingedien, ter sprake.
Het voorlopig bestuur is thans als volgt
samengesteld: H. W. van Kempen, voor
zitter; H. Siteur, secretaris; J. H. Seijlhou-
wer, penningmeester en de heren C. W.
Bierens de Haan, A. Cassee, D.. Roos en
R. Voorhoeve, leden.
Uiteraard komt in het rekwest vooral het
noordelijk deel van de gemeente Bloemen
daal ter sprake, want de bewoners van
Bloemendaal-centrum-en-Noord zijn zeer
verontrust door de aantasting van het na
tuurschoon ter plaatse tengevolge van dit
streekplan. In de eerste plaats werd ge
noemd de groenstrook „Aelbertsberg", die
Nadat de Haarlemse gemeenteraad woensdagmiddag besloten had de restau
ratie van het orgel in de Grote Kerk op te dragen aan de Deense firma Marcussen
en nadat de publieke tribune, die vol belangstellenden zat, was leeggestroomd
en de microfoons voor de radio-opnamen waren weggehaald, heeft de raad, eerst
onder voorzitterschap van burgemeester nar. O. P. F. M. Cremers en later van
loco-burgemeester D. J. A. Geluk, de overige punten van de agenda in een
betrekkelijk korte tijd afgehandeld. Het langst werd gesproken over het voorstel
van B. en W. tot verkoop van een terrein aan de Willem de Zwijgerlaan en de
Prins Mauritslaan aan de n.v. Nederlandse Maatschappij voor Volkshuisvesting
te Amsterdam, waarbij wethouder H a p p een toelichting gaf, volgens welke
het waarschijnlijk zou zijn, dat de door Nemavo te bouwen 50 flatwoningen en
12 garages, niet door de Nemavo zelf geëxploiteerd zouden worden, maar door
twee aandeelhouders van de vennootschap. De heer De Leeuw (Arb.) vond
deze omschrijving te vaag en preciseerde zijn wens in een ingediend amendement,
dat na veel heen en weer gepraat werd aangenomen met 25 tegen 9 stemmen
(tecren stemden de leden van het college, de V.V.D.-fractie en de heren Van
Velsen en Knape (K.V.P.). Verder werd er nog gesproken over de grote bedragen,
die de bouw van het kleedhuis op de sportvelden bij de Mr. Jan Gerritszlaan
moest kosten en werd de hoop uitgesproken, dat het gebruik van het Krelagehuis
voor gymnastiekoefeningen de bouw van nieuwe gymnastiekzalen niet zou
belemmeren.
Wethouder H a p p had bij het voorstel
tot verkoop van een terrein aan de Willem
de Zwijgerlaan en de Prins Mauritslaan
aan de n.v. Nemavo de mededeling ge
daan, dat de Nemavo de mogelijkheid had
uitgesproken, dat de exploitatie van de op
dat terrein te bouwen flats zou plaats heb
ben door aandeelhouders van de vennoot
schap, te weten de R.V.S. of de Olveh. Hij
stelde voor het woord Nemavo in het voor
stel van B. en W. te vervangen door „Ne
mavo of haar nader te noemen meesters of
lastgevers".
Hiertegen had de heer D e L e e u w (Arb.)
echter bezwaar: hij vond deze formulering
wat te ruim en meende, dat hier voorzich
tigheid was geboden. Hij stelde voor aan de
door de wethouder voorgestelde verande
ring toe te voegen „mits deze ter beoor
deling van B. en W. voor de gemeente
aanvaardbaar zijn."
Nadat wethouder H a p p had verklaard
geen bezwaar te hebben tegen deze toe
voeging, ontspon zich een uitvoerig debat,
waarbij verscheidene bedenkingen werden
gemaakt met name door de heren Van
Velsen (K.V.P.) en Stoffels (V.V.D.),
die meenden, dat de Nemavo wel bezwaar
tegen een dergelijke beperking zou kunnen
hebben en waarbij de heer Stoffels zelfs
van mening was, dat de onderhandelingen
met de bouwmaatschappij dan weer geheel
opnieuw zouden moeten worden gevoerd.
Deze opvatting werd niet gedeeld door
de heer Schippers (K.V.P.) en ook de
heer DeLeeuw kon de vrees van de heer
Stoffels niet delen.
Een nieuw element werd door de heer
M e n s i n k (Arb.) naar voren gebracht, die
zich afvroeg of opneming van het door de
heer De Leeuw voorgestelde niet in strijd
kwam met het recht van delegatie van de
raad, met andere woorden, of hier door de
raad niet iets zou worden gedelegeerd, dat
eigenlijk onmogelijk is, namelijk het ver
kopen van grond aan niet nader genoemde
partners. Hü werd in deze gesteund door
zijn fractievoorzitter, de heer A 1 b r e c h t.
De heren Proper (Comm.), DeLeeuw
en wethouder H a p p meenden, dat zulk
een verkoop wel mogelijk zou zijn Op dit
ogenblik hakte de voorzitter, loco-burge
meester Geluk de knoop door, door voor
te stellen het inmiddels tot een amende
ment geworden voorstel-De Leeuw in stem
ming te brengen. Met 25 tegen 9 (leden van
het college, V.V.D.-fractie en de heren Van
Velsen en Knape (beiden K.V.P.) werd het
tenslotte aangenomen. De leden van het
college waren (formeel) tegen het amende
ment, omdat zij hun handtekening reeds
onder het voorlopig verkoop-contract gezet
hadden.
Naar aanleiding van het voorstel van B.
en W. om een voorschot van 535.000 te
verlenen aan de woningstichting „Patrimo
nium" voor de bouw van 25 middenstands
woningen (eengezinswoningen) en 9 gara
ges op een terrein gelegen aan de Herman
de Manstraat en de Du Perronstraat ont
spon zich nog een uitvoerige discussie over
de gecompliceerde voorgeschiedenis van
dat project, veroorzaakt door de vlucht der
woningwetsector naar de premiebouw. Op
suggestie van de heer DeLeeuw (Arb.)
werd niet uitdrukkelijk de bouw en het
beheer aan „Patrimonium" opgedragen, op
dat ook bouw door „Zorgvliet" mogelijk
zou zijn.
Verscheidene raadsleden, onder wie
mevrouw Van der Wall-Duyven-
dak (Arb.) en de heer Spek (A.R.) wa
ren bevreesd, dat het voorstel van B. en
W. om de Koninklijke Algemene Vereni
ging voor Bloembollencultuur een huur
overeenkomst aan de gaan, waardoor het
Krelagehuis beschikbaar zou komen voor
gymnastiekbeoefening, er toe zou kunnen
leiden, dat de bouw van nieuwe gymnas
tiekzalen geremd zou worden.
Mejuffrouw Bolsius (K.V.P.) en de
heer W e n s i n g (C.H.U.) waren van me
ning, dat betaling van een hoge huur voor
gebruik van het Krelagehuis in de zomer
maanden niet juist was. Al deze spreek
sters en sprekers werden door wethouder
Geluk echter gerustgesteld. De bouw
van nieuwe gymnastiekzalen zou zeker niet
veronachtzaamd worden en voor het zo-
mergebruik hadden B. en W. nog geen
vaste plannen. Er zou met een huur van
het Krelagehuis in de zomermaanden
zeker gedacht worden aan het bedingen
van een lagere prijs. In antwoord op een
vraag van mevrouw Van der Wall-Duyven-
dak (Arb.) deelde de wethouder nog mee.
dat de huur voor verenigingen wel aan de
hoge kant zou liggen. B. en W. zouden deze
kwestie echter nauwkeurig in het oog hou
den en te zijner tijd overwegen of hier niet
iets aan te doen zou zijn.
De kredietaanvrage van B. en W. voor
een bedrag van f 144.532 voor de bouw van
een kleedhuis op het sportveldencomplex
aan de Mr Jan Gerritszlaan. ontmoette bij
verscheidene raadsleden bezwaren. Zo
vonden de heren Balm (K.V.P.). Bet-
tink (V.V.D.), Wensing (C.H.U.) en
Spek (A.R.) het bedrag hoog of te hoog.
Er waren overigens wel nuanceverschillen.
De heren Wensing en Spek bijvoorbeeld
deelden mede, dat zij niet tegen kleedka
mers waren en zij deden ook suggesties
aan de hand om aan de hoogte der prijzen
iets te doen: de heer Wensing bepleitte
semi-permanente bouw voor kleedhuizen
en de heer Spek gaf het college in over
weging de prijzen eens te vergelijken met
die uit andere gemeenten. Ook de heren
Betting en Balm waren niet tegen de bouw
van kleedhuizen, maar zij meenden, dat de
dure bouw het tempo van de aanleg in het
algemeen zou vertragen.
Mevrouw Van der Wall-Dtiy-
v en dak (Arb.), haar fractiegenoot
Voogd en de heer M o I (Comm..) toon
den zich voorstanders van het voorstel van
B. en W„ maar de heer Schippers
(K.V.P.) daarentegen meende dat gezonde
sportslieden geen verwarmde en luxueuze
kleedlokalen nodig hadden. „Veel vooraan
staande sportslieden van vandaag hebben
het ook zonder deze luxe moeten stellen"
meende hij.
Deze opvatting werd door de heer Voogd
bestreden, die dit geen argument vond.
Ook had de heer Schippers het S.E.R.-
rapport erbij gehaald, dat op een beste
dingsbeperking aandrong. „Ik vind het
merkwaardig, dat een conservatieve partij
dit rapport erbij haalt, als het gaat om
sociaal-culturele dingen" riep de heer
Voogd uit.
Hierin werd hij gesteund door wethouder
Geluk, die vergelijkingen met de kosten
voor de bouw van huizen gevaarlijk vond.
„Als de medici centrale verwarming nodig
achten, dat kunnen wij als niet-deskun-
digen moeilijk bezwaar maken" meende
hij.
Verder zegde de heer Geluk toe. dat B.
en W. de prijzen eens zouden vergelijken
met die van andere gemeenten. In tweede
instantie verklaarde de heer Bettink nog.
dat hij wel voor blijvende kleedhuizen
was, maar dan moesten deze niet te duur
zijn.
Vervolgens werd het voorstel in stem
ming gebracht, waarbij het met 25 tegen
6 stemmen werd aangenomen.
Tegen stemden de V.V.D.-fractie en de
heren Schippers, Balm en Adelaar (allen
(K.V.P.).
natuurwetenschappelijk even belangrijk is
als de jonge duinen. Door het hoofdgebouw
en de bijgebouwen is de schoonheid van de
buitenplaats „Wildhoef" al aanzienlijk aan
getast, hetgeen een absoluut behouden blij
ven van de daarvoor gelegen (noordelijke)
groenstrook noodzakelijk maakt.
Ten aanzien van de Noordelijke door
braak Oost-West valt in het noordelijk ge
deelte van Bloemendaal de doortrekking
van de Orionweg op. De huisjes in de weide
terzijde van de Laan van Boreel, welke
veel gaver en typischer zijn dan de ver
knoeide boerderij, moeten als verloren wor
den beschouwd. De doorbraak door de oude
bosrand van „Wildhoef" is namelijk funest.
Een derde punt van bespreking vormde
het kwartier Kleverlaan-Dompvloedslaan.
Buitengewoon vreemd doet hier aan dat
de Kleverlaan welke in Haarlem tot aan
de spoorbaan reeds een dubbele breedte
heeft en in Bloemendaal op dubbele breed
te gebracht kan worden als belangrijke af-
voerweg verwaarloosd is. Deze weg zal als
aftakking van de Delftlaan en voortzetting
van de Haarlemse Kleverlaan een belang
rijke capaciteit moeten hebben voor het
ontvangen van het verkeer uit de richting
van voormalig „Schoten".
Verder kwamen nog ter sprake de ver
lenging van de Brederodelaan door het
villapark naar de Zeeweg, de ondersteuning
vsn het plan-De Ranitz en de eventuele
aanleg van een duinweg ten westen van
Bloemendaal indien dit noodzakelijk mocht
blijken te zijn voor de verbinding noord
zuid.
De heer A. M. G. van Steeden verklaarde
zich bereid als propagandist voor de buurt
vereniging op te treden. Voor andere initia
tieven houdt het bestuur zich zeer aanbe
volen. De contributie werd vastgesteld op
f 2,50 per jaar. Ook werd nog voorgesteld
het oude „Bloemendaals Bloei" in de buurt
vereniging op te nemen. Volgens de pen
ningmeester zou er van deze vereniging
nog een kassaldo van f 1800 aanwezig moe
ten zijn. Er werd een suggestie gedaan om
dit geld indien nog aanwezig, over de Bloe-
mendaalse buurtverenigingen te verdelen.
Men zal hieromtrent schriftelijk het ad
vies van B. en W. van Bloemendaal in
winnen.
Maandag 17 december zal in de Ridder
zaal van het stadhuis in Haarlem een Bil
derdijkherdenking worden gehouden, waar
bij prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs (Anton
van Duinkerken) een herdenkingsrede zal
uitspreken en leerlingen van 't Coornhert-
lyceum en de Da Costa Kweekschool ver
zen van Bilderdijk zullen voordragen. Deze
bijeenkomst zal worden geopend door wet
houder D. J. A. Geluk. Die Haerlemsche
Musyckcamer zal bij deze herdenking me
dewerking verlenen met werken van Hel-
lendahl, Nicola Lentz, Graaf en Mozart.
De tentoonstelling ter gelegenheid van
de Bilderdijkherdenking. die van 14 decem
ber tot en met 6 januari in het museum
..Het Huis van Looy" zou worden gehou
den, is uitgesteld tot januari. Aanvankelijk
meende men deze expositie te kunnen la
ten samengaan met de tentoonstelling „De
stille glans der gouden eeuw", die daar
tot en met 6 januari te bezichtigen is. maai
bij de voorbereiding is het toch raadzamer
gebleken de Bilderdijktentoonstelling apart
in te richten. De expositie is nu uitgesteld
tot 12 ianuari en zal duren tot en met 39
januari.
In het kader van het bijzonder kerke-
werk van de Hervormde gemeente te
Heemstede, zullen woensdag 19 en donder
dag 20 december in het Minerva theater
twee opvoeringen worden gegeven van
Martin Nijhoff's bekende kerstspel „De
Ster van Bethlehem" door een groep leken-
spelers onder regie van Wim Paauw. De
eerste voorstelling op woensdag 20 decem
ber, zal door de televisie-afdeling van de
NCRV worden uitgezonden.
Mevrouw Scheltema-Conradi
(V.V.D.) verklaarde groot bezwaar te heb
ben tegen de manier, waarop de raad werd
uitgenodigd zich te scharen achter het
voorstel van B. en W. tot deelneming van
Haarlem aan het publiek-rechtelijk
lichaam „Onderwijskundig Studiecentrum"
en waarbij het niet mogelijk bleek ver
anderingen aan te brengen aan de ont-
werp-regeling, omdat die door verschei
dene gemeenten al was aanvaard.
Zij wilde ten minste twee leden in de
raad van bestuur door Haarlem benoemd
zien en vroeg welke gemeenten er al waren
toegetreden.
Op deze laatste vraag kon wethouder
Geluk geen antwoord geven. Hij was het
met de liberale fractievoorzitster eens, dat
het een onbevredigende situatie was en
deelde mee, dat men na langdurige onder
handelingen tot deze oplossing was ge
komen Het was moeilijk deze thans nog
te veranderen. Overigens drong hij met
klem aan op aanvaarding van het voorstel,
waartoe de raad tenslotte toch met alge
mene stemmen besloot.
Tenslotte kunnen wij nog vermelden, dat
de benoemingen en ontslagen conform de
voorstellen van B. en W. door de raad wer
den gedaan en dat de andere voorstellen
zonder, of met weinig discussie, werden
aanvaard.