Getracht whisky met etikettes van
Engelse firma in handel te brengen
„Krachten vooral richten op
voorkoming van misdaad"
Haarlems Dagblad
Prof. mr. J. M. van Bemmelen:
Aanmeldingsformulier
Pianoleerlingen van
Roel Riphagen
Kerkconcert te
Bloemendaal
Orgel en mannenzang
in Kloppersingelkerk
Nijhoffs „De Ster
van Bethlehem
Aerdenhouts Vrouwenkoor
zong in ridderzaal
Roeiboot overvaren
Nieuwjaarstentoonstelling
„Bloemlust" te Lisse
Opvoering in Heemstede
„Regering dient Zuid-
Molukken te erkennen"
Niet op verkeer gelet en
door bus aangereden
Oudgediende voor de klas
Politieschietwedstrijden
op circuit
U w
u AO 2 DEUiiiVlBKR 19 5 6
HAARLEM5» UAU15LAU
urKJbUMlli MAAKLEMSUHE CUUKAN l
Ter gelegenheid van het veertigjarig be
staan van de Reclasseringsraad te Haar
lem is woensdagavond in de Kroonzaal van
Brinkmann een bijeenkomst gehouden,
waarop prof. mr. J. M. van Bemmelen,
hoogleraar te Leiden, heeft gesproken over
verleden, heden en toekomst van de reclas
sering.
De voorzitter mr. Th. F. Raedt heette
onder meer welkom de commissaris der
Koningin in de provincie Noordholland, dr.
M. J. Prinsen, de burgemeesters van Bloe-
mendaal, Haarlemmerliede en Spaarn-
woude en Haarlemmermeer, de procureur-
generaal bij het gerechtshof te Amsterdam,
mr. A. A. L. F. van Dullemen, de president
van de Haarlemse rechtbank, mr. A. M.
baron van Tuyll van Serooskerken, enkele
hoofdambtenaren van het departement van
Justitie, verder mr. M. L. D. van Walsum,
die de Reclasseringsraad van Almelo ver
tegenwoordigde, de heer H. Ploeg uit
Utrecht, die tot de oprichters van de Haar
lemse raad behoorde en dokter P. J. K. J.
Tervooren, die kort na de oprichting lid is
geworden van de raad.
Mr. Raedt gaf een schets van het gevan
geniswezen en de reclassering in vorige
eeuwen en deed mededelingen van het
werk van de Reclasseringsraad te Haarlem
in de afgelopen veertig jaar.
In het bijzonder herdacht hij het werk
van mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, die
van 1916 tot 1944 voorzitter is geweest en
van de heer W. P. J. Overmeer, die van
1916 tot 1936 secretaris en daarna tot 1945
lid is geweest. Beiden hebben veel voor de
reclassering en voor de mensheid gedaan.
Nieuw startpunt
„Ieder doel dat de mens bereikt vormt
een nieuw startpunt en de som van al
onze dagen is altijd weer een begin", aldus
eindigt Lewis Mumford zijn boek over de
verschillende verschijningsvormen van de
mens. (The Transformations of Man). Dit
geldt in sterke mate voor de reclassering
zeide prof. mr. Van Bemmelen. In de eer
ste plaats is zij er voortdurend op uit
mensen een „nieuwe verschijningsvorm"
te geven, mensen te transformeren, maar
daarbij kiest zij ook zelf telkens weer een
andere methode en andere hulpmiddelen.
Indien zij dit niet zou doen, zou dat de
geestelijke dood betekenen van de reclas
sering, evenals het voor iedere mens, maar
ook voor iedere staat, vereniging of orga
nisatie het einde betekent, wanneer zij
menen hun doel bereikt te hebben en niet
naar nieuwe doeleinden en werkmethoden
omzien. Aan het eind van de vorige eeuw
is de gehele reclassering reeds bijna een
keer deze verstikkingsdood gestorven, toen
zij zich namelijk beperkte tot materiële
hulpverlening, de zogenaamde schoenen
en klompenreclassering.
Gelukkig leverde in 1905 het kinder
recht een nieuw startpunt, aldus vervolgde
spreker. De geschiedenis van de reclas
sering is slechts te begrijpen tegen de
achtergrond van de gehele sociale en cul
turele ontwikkeling. Daar deze in de twee
de helft van de negentiende en ook in de
twintigste eeuw leidde tot een steeds ver
der gaande vereenzaming van het individu,
zoals o.a. door Sombart is beschreven, heb
ben de reclasseringsverenigingen begrepen,
dat zij hun aandacht vooral moesten rich
ten op de bestrijding van deze vereen
zaming. Zij waren er derhalve niet meer
op uit om iemand alleen materieel te hel
pen, ook niet alleen om iemand zedelijk te
verbeteren door hem te wijzen op de kracht
die er kan uitgaan van godsdienstige voor
schriften, gesprekken of overpeinzingen, ja
zelfs niet alleen om hem zedelijk te ver
beteren door hem te bezoeken in de ge
vangenis. De reclassering ging begrijpen,
dat deze mensen, die tot misdrijf vervallen
waren, in de eerste plaats ergens een ander
nodig hadden, waaraan zij een hou-vast
hadden, die naast hen wilde staan in hun
moeilijkheden, die voor hun een vriend
wilde zijn, en die hen zag als medeburgers,
zij het dan ook als medeburgers, die tot
dat burgerschap nog geheel of gedeeltelijk
moesten worden opgevoed. Men sprak van
„Citizens in the making".
Daarbij zag men dan wel eens over het
hoofd dat ook deze steun, die dan gewoon
lijk bestond in hulp bij het zoeken naar
werk, evenmin voldoende was als het hou-
Tot de gasten op de bijeenkomst van
de Reclasseringsraad te Haarlem be
hoorden de Commissaris der Koningin
in de provincie Noordholland, dr. M.
J. Prinsen (midden) en de procureur-
generaal bij het gerechtshof te Amster
dam. mr. A. A. L. F. van Dullemen
Rechts mr. Th. F. Raedt,
voorzitter van de jubilerende raad.
den van zedelijke vertogen, het samenlezen
van de bijbel, het onderwijzen, het ver
lenen van materiële steun. Van case-work
had men nog niet gehoord. Onbekend was
nog het beginsel dat men een ander mens
alleen kan helpen door hem terug te wer
pen op zijn eigen verantwoordelijkheid en
hem vooral te helpen, door hem de ge
legenheid te geven zijn moeilijkheden te
bespreken en ze hem dan zoveel mogelijk
zelf te laten oplossen met de hem gegeven
krachten.
Het is trouwens nog altijd een open
vraag in hoever de reclassering met dat
beginsel kan volstaan in het bijzonder in
het geval van voorwaardelijke veroor
deling, aldus prof. Van Bemmelen. Toch
dringt deze methode steeds meer door. In
1917 kreeg de reclassering een tweede
nieuw startpunt door de voorwaardelijke
veroordeling en de daarbij behorende voor
lichting van de rechter. Voorlopig lokte de
rechter en het Openbaar Ministerie deze
voorlichting echter alleen uit in gevallen,
die daarvoor geschikt leken. Door de in
voering van de psychopathenwetten in 1928
ontstond echter de noodzakelijkheid om
ook over minder hoopgevende gevallen
voorlichting in te winnen van psychiater
en sociale werker (reclasseringsambtenaar).
De reclassering maakte op die wijze in de
eerste honderdvijfentwintig jaar van haar
bestaan een aantal transformaties door.
Oorspronkelijk was ze een op religieus-
indeterministische basis opgebouwd stre
ven tot zedelijke verbetering.
Aan het eind van de negentiende eeuw
werd zij een materialistische steunver
lening en in het begin van de twintigste
eeuw werd zij een op wetenschappelijke
deterministische basis gegrondveste voor
lichting van de rechter omtrent de toe
komstmogelijkheden van de delinquent en
een op diezelfde basis gefundeerde hulp
en steunverlening, waarbij aansluiting ge
zocht werd bij de mogelijkheden die de
delinquent bood. Tevens richtte het streven
zich op de „misdaadvoorkoming" in het
algemeen, maar daarmede is men reeds
aangeland bij de toekomst van de reclas
sering.
T oekomst
Meer en meer zal deze zich niet slechts
moeten richten op de preventie van mis
daad, door niet slechts het individu te
behandelen, maar gehele gezinnen en groe
pen. Daarnaast behoudt natuurlijk de voor
lichting over en de behandeling van het
individu grote betekenis. Wij zullen op den
duur de misdaad niet effectief voorkomen,
wanneer wij de oorzaken van misdaad niet
aanpakken. Dat kan alleen geschieden door
veranderingen in de maatschappij en door
het vermijden van fouten in de opvoeding
van het kind in de vroege jeugd. Ook de
reclassering heeft daarbij een taak, de
regeringen eveneens, onder andere door
meer dan tot dusver het gevangeniswezen,
de psychopathenzorg, de reclassering en de
kinderbescherming onder een eenhoofdige
leiding te brengen en zijn krachten niet
uitsluitend te richten op bestraffingen, re
classering van kinderen en mensen die
reeds tot misdaad vervallen zijn, maar ook
en vooral op de voorkoming van misdaad.
Hiervoor is meer een uitgebreide weten
schappelijke bestudering van de oorzaken
van misdaad noodzakelijk, een taak waarbij
de universiteiten nog veel meer dan tot op
heden het geval is, moeten worden inge-
schakeld
Nadat prof. Van Bemmelen een aantal
vragen had beantwoord, sprak mr. Raedt
woorden van dank tot de spreker.
Postduiven in Krelagehuis
Het rayon Zuid van de afdeling Haarlem
van de Algemene Nederlandse Bond van
Postduivenhouders houdt zondag 23 decem
ber in het Krelagehuis te Haarlem een ten
toonstelling van een groot aantal prachtige
duiven en doffers. Des avonds heeft de
prijsuitreiking plaats.
Ondergetekende:
Naam:
Straat:
Plaats:
wenst zich met Ingang van
te abonneren op
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
f 7.15 per kwartaal// 0.55 per week
Handtekening:
Doorhalen wat niet verlangd wordt.
ZH die zich met ingang van 1 Januari 1957 per kwartaal abonneren, ontvangen
de nummers tot en met 31 december 1956 gratis. Dit geldt alleen voor nieuwe
kwartaalabonné's dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen
De werken, die pianoleerlingen van Roel
Riphagen voor de woensdag in de muziek
school van „Toonkunst" gegeven uitvoe
ring hadden ingestudeerd, vormden een
aantrekkelijk programma van klassieke,
romantische en moderne muziek. De klas
sieke idealen kwamen in het eerste deel
van een Sonate in D van Jos. Playdn en in
het tweede en derde deel van het Concert
in C (K.V. 467) van W. A. Mozart tot uit
drukking. De romantiek was door de Fan
tasie opus 16 van Felix Mendelssohn, door
twee Mazurka's en een Prelude van Fréde-
ric Chopin en verder door twee Intermezzi
van Johannes Brahms vertegenwoordigd.
Als muziek, die in nieuwere tijden ont
stond, waren „Mouvements perpétuels" van
Francis Poulenc, drie delen uit „Childrens
Corner" van Claude Debussy en Charmes
van Federico -Mompou gekozen.
De vertolkingen hebben er over het al
gemeen toe geleid, dat aan al deze muziek
indrukken werden gegeven, die het speci
fieke karakter der composities gunstig
deden uitkomen, nog wel onder de uit
voeringsspanning, die toch altijd een
tegenwerkende invloed laat gelden. Er wa
ren voordrachten te horen, die van een
goede grondslag getuigden, zoals die van
het sonatedeel van Haydn, de fantasie van
Mendelssohn en de werken van Chopin en
voor de muziek van Poulenc kon een reeds
bewust geworden persoonlijke muzikali
teit toegepast worden. Bij het spelen van
de concertfragmenten van Mozart was het
de veroverde techniek, die speciaal de aan
dacht trok en zo waren er meer voor
drachten, waarover de leraar Roel Rip
hagen tevreden kon zijn als het resultaat
van zijn muzikaal-pedagogische arbeid, die
ook de toehoorders ruime voldoening
gaven.
P. Zwaanswijk
Het eerste concert van Aerdenhouts
Vrouwenkoor onder leiding van zijn nieuwe
dirigent Simon C. Jansen had woensdag
avond onder grote belangstelling in de met
kaarsen verlichtte ridderzaal van het Haar
lemse Stadhuis plaats. De vertolking van
de eenvoudige kerstcantate van Vincent
Lübeck liet merken dat de bezetting van
het ensemble er niet op achteruit is gegaan,
al moesten wij toch even het moment af
wachten waarop, na een al te forse inzet,
een evenwicht van de stemmen tot stand
kwam, waarop de kwaliteiten van klank
gehalte en samenzang konden blijken. Op
vallend was het solistische aandeel van een
bijzonder fraai getimbreerde mezzo-so
praan uit het koor. De cantate werd uitge
voerd met begeleiding van strijktrio en
piano.
Het hoofdnummer van het concert was
de kerstrapsodie van Benjamin Britten „A
ceremony of carols" voor driestemmig koor
en harp. Het is een suite van parafrasen
op oude kerstzangen, ingeleid en ook be
sloten door de gregoriaanse antifoon „Ho-
die Christus natus est" (Heden is Christus
geboren) als een processionaal gezang bij
het opkomen en vertrekken van de uit
voerders, alsof het geheel een liturgische
handeling zou zijn. Bovendien wordt in de
loop van de suite het zingen afgewisseld
door een tussenspel voor harp, als een im
provisatie op hetzelfde gregoriaanse thema.
De liedbewerkingen zijn zeer verscheiden
van vorm en zelfs van karakter, want
naast ingetogen zangen wordt de typisch
Engelse carol, die de uitbundige feestvreug
de van de Britse kerstviering suggereert,
als cantrastwerking aangewend. De origi
nele melodieën blijven in Brittens bewer
kingen steeds domineren, zelfs wanneer hij
een motief contrapuntisch doorwerkt, re
sulterend in een tweestemmige en later in
een driestemmige canon.
De uitvoering van het eigenaardige werk
verliep vlot en trefzeker. Alleen de anti
foon aan begin en slot miste het lenige
zwevende ritme, dat men daar mocht ver
wachten. Hieraan heeft echter ook de com
ponist schuld, door het gregoriaans te no
teren in modern notenschrift, wat tenslotte
een compromis is ten dienste van hen die
in de oude notatie niet thuis zijn. Het opge
wekte „This little Babe", het geestdriftige
„Deo gratias" en het zacht uitlopend slot
maakten bijzonder veel indruk. Dé harpiste
Saar Strumphler illustreerde met verzorgd
en technisch zeer beheerst spel het in
teressante werk.
Van Britten naar Mendelssohn is een hele
stap terug naar de geijkte formules van het
klassieke romantisme Maar dankbaar voor
de stemmen bleek het „Laudate pueri" van
de Duitse meester ongetwijfeld.. Tenslotte
heeft het koor ook nog drie oud-Neder
landse kerstliederen in bewerkingen van
Albert de Klerk gezongen. De reine inge
togen sfeer die bereikt werd in „Het viel
een hemels dauwe" was, geloof ik, wel het
hoogtepunt van wat deze avond qua samen
zang bereikt werd. Maar dat was dan ook
bijzonder mooi.
Aan het concert werd meegewerkt door
het Trio Hesmerg: Ans Bouter, piano, Jan
Hesmerg, viool en Eduard Biele, cello. Met
het eerste Trio van Haydn en Opus 49 (d)
van Mendelssohn handhaafde dit bekende
ensemble glansrijk zijn reputatie.
Aerdenhouts Vrouwenkoor heeft met dit
concert de nieuwe fase van zijn bestaan
beloftenrijk ingezet.
Jos. de Klerk
Heemstedenaar vrijgesproken
van dood door schuld
De Haarlemse rechtbank heeft een een-
endertigjarige schipper, die zich veertien
dagen geleden te verantwoorden heeft ge
had wegens het veroorzaken van dood
door schuld, en het niet verlenen van hulp
betoon, vrijgesproken, omdat zij het ten-
lastegelegde niet bewezen achtte.
Op woensdagmiddag 27 juni hadden drie
jongens uit Amsterdam in Halfweg een
roeiboot gehuurd en waren gaan varen op
de Ringvaart. De Heemstedenaar passeer
de met zijn boot en de roeiboot is overva
ren. De drie jongens raakten te water en
een twaalfjarige is verdronken. Verdachte
deelde mee, dat hij niet heeft gezien, dat
er een roeiboot in de Ringvaart voer. La
ter kon hij zich wel herinneren, dat er iets
tegen zijn boot was gekomen, maar hij
meende dat het een stuk hout was. Hem
was ook ten laste gelegd, dat hij geen
hulp verleend heeft. De Heemstedenaar
merkte op niet gehoord te hebben, dat er
om hulp geroepen is. Later zag hij wel dat
er wat gebeurd was, maar toen was hij zo
van streek, dat hij niet in staat was hulp
te verlenen. De boot is honderd meter
voorbij de plaats van overvaring op de wal
gelopen, vermoedelijk doordat de schip
per onbewust de motor heeft afgezet.
Als op zovele concerten in deze tijd werd
er ook op het kerkconcert, dat gisteravond
door de christelijke muziekvereniging
„Sursum" in de Nederlands Hervormde
Kerk te Bloemendaal ten bate van het
orgelfonds werd gegeven, muziek ten ge
hore gebracht, die de gedachten der toe
hoorders richtte op het naderend Kerst
feest. „Cantique de Noël" van Adams en
de fantasie over „Stille Nacht" bewerkten
een directe associatie daarmee, andere
werken als de parafrase „Boven de ster
ren" en „The holy City" of het fragment
uit „Alcina" van G. F. Handel en de fanta
sie over „Veilig in Jezus armen" zorgden
voor een accentuering van de religieuze
zin van de avond. Dit kon evenzeer gezegd
worden van de „absolute" muziek, die ver
vat was in een paar orgelwerken en com
posities voor viool en altviool, omdat deze
een puur en nobel karakter had.
Het korps, dat vroeger gedirigeerd werd
door de heer J. A. Meng. wordt thans door
de heer C. Fijma geleid. Blijkens de uitvoe
ringen streeft deze dirigent naar even
wichtige vertolkingen met beheerste toon-
vorming en met een rustige ontwikkeling.
Dit beginsel kon goed dienstbaar gemaakt
worden aan het spelen van de gekozen
muziek. Uiteraard kreeg men hierdoor wel
een eenzijdige indruk van de capaciteiten
van het korps. Maar deze konden althans
met de uitgevoerde composities een resul
taat bewerken, dat tot ruime tevredenheid
stemde. De samenklank van het korps viel
te loven en ook voor wat de solisten van
„Sursum" presteerden kon men respect
hebben. Ik denk met voldoening terug aan
de uitvoering van het „Andante" van G.
Batiste en van „Verdi prati" uit „Alcina"
van Handel, muziek, die schijnbaar een
voudig is te spelen, maar die in werke
lijkheid zware eisen stelt ten aanzien van
zuiverheid, toonstabiliteit en klankafwe
ging.
Als solisten werkten aan dit concert
mede de violiste Lida Langerveld en de
altviolist Joop Halsema, die het Duo voor
viool en altviool (K.V. 423) van W. A.
Mozart en de Sonate in D voor viool, alt
viool en orgel van Jean Marie Leclair tot
uitvoering brachten, waarbij zij voor
laatstgenoemd werk door de organist Piet
Halsema begeleid werden. De muzikale
bewogenheid van de violiste en die van
de altviolist liepen nogal uiteen. Lida
Langerveld speelde met een magyaars
temperament en Joop Halsema met een
ingetogener uitdrukkingskracht, hetgeen
mij voor de uitgevoerde muziek wel zo
gunstig voorkwam. Ik had beide solisten
liever afzonderlijk gehoord. Piet Halsema
combineerde met bekwame hand de strak
ke orgelklank met het snarenspel. En als
solist gaf deze organist nog uitstekende
indrukken van ziin instrumentale be
kwaamheid bij de vertolking van een
Musette van Dendrieu, een Pavane van
Bird en de Ciacona in d van Johann
Pachelbel.
P. Zwaanswijk
Evenals verleden jaar werd ook thans
in de gereformeerde kerk aan de Klopper
singel een kerstconcert gegeven door de
gecombineerde Haarlemse en Katwijkse
Christelijke Mannenkoren, in samenwer
king met het meisjeskoor „Jubilate" uit
Den Haag dit keer. Bovendien werkte als
begeleider en solist aan deze avond mee
de stadsorganist Piet Kee.
Afgezien van een korte „Cantate Domi
no" van Hans Leo Hassler (eerste helft
zestiende eeuw) bestond het aandeel van
de beide mannenkoren uit een aantal lied
bewerkingen, waaronder drie van de hand
van de dirigent Bernard Verboom. Deze
betrekkelijk eenvoudige zettingen bieden
de zangers een dankbare aanleiding tot het
tonen van de verzadigde sonoriteit, die de
mannenzang kenmerkt. Zeer effectrijk was
in „O, Heil'ge Nacht" de afwisseling van
het meisjeskoor voor de coupletten en het
„tutti" voor de refreinen. „Jubilate" liet
zich zelfstandig horen in een „Benedictus"
van Mozart, een annunciatiemotet van
Purcell, een tweetal kerstliedbewerkingen
en een fragment uit de kerstcantate van
Cath. van Rennes. Over het algemeen werd
er zeer zuiver gezongen en bleek de diri
gent een uit de sfeer van het lied en de
muzikale gang voortkomende nuancering
te verkiezen boven de expressieve kunstjes
van dubieus allooi, die men in de mannen
zang nogal eens tegenkomt.
Een belangrijk aandeel in dit program
ma had Piet Kee als organist. Reeds in
werken van Zipoli, Paquin, Bach en Mo
zart toonde hij opnieuw te beschikken over
een welsprekende voordracht ene n kleur
rijke, doch beheerste keuze van de re
gisters. (Wel vind ik persoonlijk een her
haling van beide onderdelen in het allegro
uit Mozart's fantasie in f wat veel), zijn
grootste troeven speelde hij echter uit als
improvisator in een tweedelige fantasie
over kerstliederen. In het eerste deel werd
het lied „Hoe zal ik U ontvangen" dat
eerder op de avond gezongen was regel
voor regel gebracht met telkens een om
speling van iedere fase. Na dit betrekke
lijk eenvoudige preludium zette de orga
nist het lied „Engelkens door het lucht
ruim zweven" (eveneens reeds vocaal ten
gehore gebracht) in de fluitstemmen in,
gevolgd door een omspeling met lopende
tweeëndertigsten, waardoorheen één enkele
lange pedaaltoon als het ware de mistige
hoornklank van het midwinterblazen sug
gereerde. Een verwerking van het kop-
motief van dit lied vormde de brug naar
het Duitse kerstlied „O du Heilige", de
vreugderijke verwondering van de herders
aan de kribbe verklankend, waarvan de
regels werden afgewisseld met de „engelen-
stemmen" van het eerste lied in de dissant.
Een fugatische verwerking van de eerste
twee regels van het tweede lied leidde tot
een, thans aaneensluitende, versie als apo
theose van deze zinrijke en fantasierijke
improvisatie.
Sas Bunge
Voor het eerst zal dit jaar niet de gebrui
kelijke kersttentoonstelling van bloeiende
bolbloemen in de Bloemlusthal te Lisse
worden gehouden.
Het wordt thans een nieuwjaarstentoon
stelling en het aanzien der tentoonstelling
zal daaronder zeker niet lijden, aangezien
de kansen te groter zijn, dat men met een
groot en kwalitatief uitstekend sortiment
voor de dag kan komen.
Deze tentoonstelling zal worden geopend
op dinsdag 8 januari en geopend blijven
tot en met zaterdag 12 januari 1957.
Aan de tentoonstelling is een mechanisa-
tie-show verbonden die in de aangrenzen
de H.B.G.-hal te Lisse wordt gehouden.
Mr. Chr. F. M. van Koppen, die namens
een Duitser uit Wiedensbrück optreedt,
heeft naar aanleiding van een in juni bij
de Haarlemse rechtbank aanhangig ge
maakte procedure van de whiskyfirma
James Buchanan en Co Ltd te Glasgow en
Londen, die het merk „Black and White"
voert, een nieuwe procedure aanhangig ge
maakt, waarbij de rechtbank gevraagd
wordt te gelasten een andere Duitser in
vrijwaring op te roepen.
Hierover zullen op 30 januari pleidooien
worden gehouden. Het proces van de En
gelse firma, dat door mr. Rueb uit Den Haa
in juni aanhangig is gemaakt, gaat over
het vorderen van een schadeloosstelling
van tachtigduizend gulden en het betalen
van een dwangsom.
Deze zaak is reeds van het begin van dit
jaar aan de gang. Twaalf advocaten hebben
in binnen- en buitenland (Zwitserland,
België en Nederland) procedures gevoerd
en in april j.l. was de zaak reeds voor een
belangrijk deel afgedaan. Toen is in de drie
landen op honderdduizend flessen, cap
sules en flessluitingen beslag gelegd.
Later is dan de civiele procedure gevolgd.
Een bottelier uit Beverwijk kwam in het
begin van het jaar tot de ontdekking, dat
flessen, voorzen van etiketten van de
fabriek uit Glasgow whisky bevatte van
andere kwaliteit. Uit een onderzoek bleek,
dat twee Duitsers, afkomstig uit Wiedens
brück, grote hoeveelheden whisky naar
Beverwijk stuurden. Daar werd de drank in
flessen, voorzien van etiketten van het be
drijf uit Glasgow, gebotteld en ook werden
Onder auspiciën van het Bijzonder Ker-
kewerk van de Hei-vormde Gemeente te
Heemstede is woensdagavond in het Miner-
va-theater een opvoering gegeven van „De
ster van Bethlehem" door een groep leken-
spelers onder regie van Wim Pauw. Deze
opvoering die over de televisie werd
uitgezonden belooft een traditie te wor
den, een zeer zinrijke en verheugenswaar-
riige traditie, welke men alleen al om haar
inhoud zou kunnen toejuichen. De zuiver
heid van Nijhoffs dramatische cyclus „Het
heilig hout", waarvan „De ster van Beth
lehem" de inzet vormt, is niet slechts naar
de vorm. De eenvoudige versstructuur
volgt wezenlijk uit het gegeven, dat hij
dramatisch gestalte verleent: een bespiege
ling van de betekenis van Christus bood
schap voor de wereld, Zijn menswording,
leven en lijden, dat de mens heeft vrijge
kocht, opdat een nieuwe mens het eeuwig
leven zou verwerven. Nijhoff ontvouwt zijn
gedaheten daarover in wat men een medi
tatie zou mogen noemen, want overwegend
is in zijn spel een voortdurende bezinning
op de verhouding van Christus tot de mens.
Die bezinning wordt gepersonificeerd in
een aantal figuren, wier aandeel aan de
handeling maar betrekkelijk is: vrouwen
uit Bethlehem, herders in het veld. Directer
in de dramatische actie opgenomen is Eva,
in wie wij de wereld ontmoeten, hakend
naar bevrijding. En dan voltrekt zich ver
der het kerstgebeuren zoals het is overge
leverd met de ons vertrouwde verschijnin
gen van Maria en Jozef, de koningen, He
rodes. Een onzichtbaar koor leidt het spel
in en sluit het af. De toeschouwers zelf
vormen dat koor, daarmee getuigenis af
leggend van hun elementaire verbonden
heid met wat zich voor hen afspeelt, hun
zang als een wekroep der herinnering en
een belijdenis van hun geloof.
De groep lekenspelers, die Nijhoffs spel
opvoerde, hulde zich in anonimiteit. Om
hun persoonlijke spelprestaties ging het
niet meer: zij getuigden. Zij deden dat met
alle overgave der vroomheid. Hun gestel
tenis moest de onze worden en zo hebben
wij de opvoering meebeleefd in een per
soonlijke verhouding tot het wonder van
Kerstmis en één wordend met allen, die er
zich in verheugen. De zorg aan het decor,
de costuums en regie besteed, ging ook op
in die overgave van de enkeling aan het
geheel, van de mens aan de goedheid van
het Kind, van de christen aan Christus.
De toneelwaarde liet zich niet meer afzon
deren van de waarde der belijdenis. Het
werd een rijke avond voor wie behoorden
tot de toeschouwers in de zaal evenzeer als
voor de spelers op het toneel. In eenvoud
des harten vonden zij de weg naar de
kribbe. Maar ook in de eenvoud van Nij
hoffs ontroering, die zó glans en kleur
kreeg, zó bevruchtend werkte op de ver
beelding, zó het Kind bezong in een voor
ieder verstaanbare taal.
Wie dit alles ook wil meebeleven: van
avond wordt de opvoering in het Minerva-
theater herhaald.
P. W. Franse
de flessen naar België, Zwitserland en
Nederlandse firma's gezonden.
De Nederlandse bottelier zocht contact
met de directie in Glasgow en een onder
zoek werd ingesteld, waarbij aan het licht
kwam, dat in Beverwijk gebotteld werd.
Ook kwam men tot de ontdekking, dat er
in Amsterdam, Zwitserland en België fles
sen e.d. aanwezig waren en dat 't de be
doeling was daarheen whisky te zenden,
om de flessen onder de naam van „Black
and White" in de handel te brengen. Dit is
echter niet gelukt, omdat in ons land en
in het buitenland beslag is gelegd.
Atnb
on-avo
nd
Grote spandoeken nr~t opschriften als
„Ambon moet vrij" en „Ambon komt vrij"
tooiden woensdagavond één der zalen van
hotel „De Leeuwerik" te Haarlem, tijdens
een Ambon-avond, die werd gehouden
door de afdeling Haarlem en omstreken
van de stichting „Door de eeuwen trouw".
Op deze bijeenkomst sprak de heer F.
Aponno, oud-voorzitter van de Ambonese
militaire delegatie voor de belangen van
ex-KNIL-militairen, over de achtergronden
van de moeilijkheden in de kampen.
De heer Aponno, die op bewogen en
soms verbitterde toon sprak, schetste de
achtergrond van de ontwikkeling voor de
Ambonese KNIL-militairen, die na de oor
log naar Nederland kwamen en daar door
de Nederlandse regering werden ontslagen
uit de krijgsdienst. Het ambtenarengerecht
in Den Haag heeft destijds dit ontslag on
rechtmatig genoemd, maar in hoger beroep
werd de regering door de Centrale Raad
van Beroep in Utrecht in het gelijk gesteld.
Daarmee werden de Ambonezen met hun
families, volgens de heer Aponno, een
groep mensen zonder status of rechtsposi
tie en gedegradeerd tot armlastigen. „Wij
zijn geen politici, maar eisen slechts recht",
meende de heer Aponno, die vervolgens
een parallel trok met de toestand in Hon
garije. Hij was van mening, dat Ambon
zes jaar geleden een zelfde onrecht was
gedaan, als nu ten opzichte van het Hon
gaarse volk geschiedde, en dat de Neder
land--' positie in Indonesië gehandhaafd
wordt op de ruggen van de Ambonezen. De
spanning, waarin de Ambonezen in Neder
land leven kan gemakkelijk leiden tot ex
cessen". Dit is de naakte waarheid over het
leven in de kampen", riep hij uit. „On
danks de sociale voorzieningen van de Ne
derlandse regering kan men ons niet van
het denkbeeld verlossen, dat wij lastpos
ten zijn".
De heer Aponno besloot zijn toespraak
met de woorden: „De regering kan ons het
beste helpen door de republiek der Zuid-
Molukken te erkennen. Dan is recht ge
daan".
Na de pauze sprak mevrouw L. S. Lokol-
lo, echtgenote van „de gevolmachtigd mi
nister der Republiek Zuid-Molukken" over
de gevechten op Ceram, die naar zij mee
deelde nog steeds gevoerd worden tussen
de geregelde troepen van de republiek In
donesië en modern bewapende Ambonezen
met de steun van Alfoeren, die slechts met
pijl en boog gewapend zijn.
„De republiek Indonesië zendt nog
steeds nieuwe troepen naar Ceram. Wij
zijn hier dankbaar voor, want daardoor
krijgen wij wapens". Aan wapens was
geen, aan medicamenten wel gebrek op
Ceram. Om hierin te voorzien wordt een
kerstactie voorbereid. „Als u geld geeft,
zorgen wij wel, dat er medicamenten op
Ceram komen", zei spreekster, die haar
toespraak besloot met het uitspreken van
de overtuiging, dat Ambon eens vrij zal
komen.
De bijeenkomst werd geopend en ge
sloten door de voorzitter van de afdeling
Haarlem van „Door de eeuwen trouw",
mr. A. Boers en werd opgeluisterd met
muziek van de Zuid-Molukken, die werd
uitgevoerd door het orkestje „Suara Leli-
sa".
Een zesentachtigjarige voetganger uit
Lisse stak woensdag zonder op het verkeer
te letten ter hoogte van de Veldhorststraat
in Lisse de Heereweg over. De chauffeur
van een naderende autobus der NZHVM
trachtte, door hevig te remmen en naar
links uit te wijken een aanrijding te voor
komen.
De rechterkant van de bus raakte de voet
ganger, die hierdoor tegen het wegdek
werd gesmakt. Met een gebroken linker
bovenarm is het slachtoffer naar een zieken
huis in Leiden vervoerd.
Afscheid. Op 1 januari zal de acteur
Louis Borel, verbonden aan het Nieuw Ne
derlands toneelgezelschap, met wederzijds
goedvinden deze toneelgroep verlaten.
Tachtig jaar is mevrouw Catherine
Voeffray en nog steeds staat zij voor
de klas, tegenwoordig in het Zwitserse
plaatsje La Crettaz, waar zij tegelijk
oma voor de kleintjes is. Mevrouw
Voeffray staat al 63 jaar voor allerlei
klassen in die buurt. Zij begon haar
loopbaan in 1894Toen verdiende zij
veertig gulden per maand. De tijden
zijn wel veranderd maar zij is jong
van hart gebleven omdat, zo zegt zij,
steeds met de jeugd omgaat. De foto
toont „de juffrouw" voor de klas.
Zaterdagmiddag 22 december zullen op
de politieschietbanen binnen het circuit in
Zandvoort de jaarlijkse schietwedstrijden
tussen de Zandvoortse politie en leden van
de Nationale Reserve, afdeling Zandvoort
worden gehouden. Negen schutters zullen
van beide groepen deelnemen. Een grote
wisselbeker en vele fraaie prijzen, die na
afloop in paviljoen „De Vijverhut" zullen
worden uitgereikt, zijn beschikbaar gesteld.