Bestuur van Produktschap voor Siergewassen verdedigt beleid Gevangenisstraf en ontzeggingen geëist voor „rijden onder invloed" Tweede Kamer kant zich tegen verhoging luisterbijdrage in uw woning Critiek op de verdeling van de politieke zendtijd Minimum-exportprijzen Bezwaren tegen ter visielegging ute£ Mie/r, biüd'cfiUAhc/e/f! 7 Begrafenis W. H. Lieve Burgemeester van Urk ontslagen Giro's 999 en 777 Kerkelijk Nieuws Parlementair commentaar Hongarije kreeg nieuw politiestaat-decreet HAARLEMSE RECHTBANK MODERN BANKSTEL KLASSIEKE ZITKAMER 735.- 1040.- WONINGINRICHTING BEVERWIJK VRIJDAG 21 DECEMBER 1956 Van onze Kamerverslaggever) De Tweede Kamer heeft gisteren bij de voortgezette behandeling van de begroting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen allerlei radio-aangelegenheden besproken. Er bleek een algemene tegenstand te bestaan tegen de aangekondigde verhoging van de luisterbijdrage van f 12 tot f 15. De verhoging zou niet nodig zijn als de Wereld omroep niet uit de luisterbijdragen wordt gefinancierd. Dat moet gebeuren uit de staatskas, zeiden alle sprekers. Volgens ds. Van der Zaal (AR) is de Wereldomroep krachtens geboorte een staatsomroep, die in het nest is gelegd van de particuliere om roepverenigingen. „De P.v.d.A. en de K.V.P. beheersen de politiek in de radio. De minister moet zich eens indenken in de plaats van een lid van de C.H. of de V.V.D., die in de radio wordt bestempeld als een min mannetje en niets terug kan zeggen. Waar is de democratie in de radio", vroeg jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.). „In een democra tisch bestel is het diep beschamend, dat alleen de P.v.d.A. en de K.V.P. door de radio staatkundige voorlichting kunnen geven", betoogde mevrouw F o r t a n i e r De Wit (V.V.D.). „Er is geen eerlijke en sportieve verkiezingsstrijd meer mogelijk. Als de kleine partijen in de radio moeten zwijgen is het voor de grote partijen een koud kunstje om de verkiezingen te win nen, maar ook een kunstje waar men in een democratisch land koud van wordt". Mevrouw Fortanier zei voorts dat bij de verdeling van de kostbare zendtijd de ver delende rechtvaardigheid zoek is. Hier is het grondrecht van de vrije meningsuiting in het geding. De P.v.d.A. en de K.V.P. hebben door hun samenspel met de V.A.R.A. en de K.R.O. onbeperkte moge lijkheid tot politieke voorlichting. Reeds tien jaren lang is de staatkundige voorlich ting in de radio rooms-rood gekleurd. Van de vijf omroepverenigingen zijn er drie gebaseerd op een geloofsovertuiging, één is algemeen. De V.A.R.A. heeft een poli tieke basis. Dat de V.A.R.A. op de 70ste verjaardag van prof. Oud vijf minuten zendtijd beschikbaar heeft gesteld voor de V.V.D. is een charmant gebaar, dat ge waardeerd werd. Maar dat gebaar tekent de toestand. Een democratisch staatsbestel is niet mogelijk zonder alzijdige staatkun dige voorlichting. Het recht van de vrije meningsuiting moet in de omroep geen voorrecht zijn van uitsluitend de P.v.d.A. en de K.V.P. Op een interruptie van de heer Van Sleen (P.v.d.A.) antwoordde mevrouw Fortanie rD e W i t (V.V.D.)„U hebt de verkiezingen gewonnen, maar niet met sportieve middelen, want dat zou beteke nen: gelijke kansen voor alle partijen". De heer Peters (K.V.P.) vroeg zich af of in het huidige radiobestel de verdeling van de politieke zendtijd een taak is van de regering. Is er geen oplossing mogelijk in de particuliere sector? Is het onmogelijk, dat politieke partijen bij naastliggende geestverwanten onderdak krijgen voor politieke uitzendingen? De heer Van Sleen (P.v.d.A.) was van mening, dat A.R. en -C.H.U. zendtijd zouden kunnen krijgen van de N.C.R.V. en de V.V.D. van de A.V.R.O. Bij herhaling heeft de A.V.R.O. echter bekendgemaakt, volstrekt geen contact te wensen met een politieke partij. Het vorig jaar heeft prof. Oud in de Tweede Kamer nog uitvoerig uiteen gezet, dat de A.V.R.O. geen liberale omroep is en dat er tegen bepaalde A.V.R.O.-uitzendingen van V.V.D.-zijde beslist bezwaren bestaan. Verboden film „Was de krasse maatregel gewettigd om de film „Stazione Termini" te verbieden voor uitzending door de televisie", vroeg jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.). „De maatregel kan niet worden ge motiveerd met een beroep op de openbare Op de algemene begraafplaats in Dor drecht is onder grote belangstelling ter aarde besteld het stoffelijk overschot van de heer W. H. Lieve, in leven secretaris van de Koninklijke Nederlandse Dambond. Bij de plechtigheid waren onder meer aan wezig vertegenwoordigers van de Inter nationale Dambond, de Koninklijke Neder landse Dambond en de provinciale af delingen van de KNDB. In de aula voerde eerst een zoon van de overledene het woord. Hij gewaagde van de grote activiteit van zijn vader, die hij vooral ontplooide als het de damsport be trof. De heer J. H. Willems, voorzitter van de Internationale Dambond, zeide immer veel vriendschap van de heer Lieve te hebben ondervonden. De samenwerking bij het organiseren van werelddamtoer- nooien was altijd uitstekend. Ook de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Dambond, de heer A. C. Busch, sprak een kort woord ter nagedachtenis van wijlen de heer Lieve. Hij noemde hem een pionier van de damsport. Namens de districten Noordholland en Zeeland van de KNDB spraken de heren G. L. Goetbloed en O. J. B. van der Sleen. De heer D. Meijers voerde het woord namens de Dor- drechtse Damvereniging, waarvan wijlen de heer Lieve eveneens secretaris is ge weest. Bij Koninklijk Besluit van 15 december is aan G. Keijzer, met ingang van heden, ontslag verleend als burgemeester der ge meente Urk. Op girorekening 999 ten name van het nationale comité-Hulpverlening Hongaarse Volk is tot heden ontvangen: f 3.728.443,99. Het Nederlandse Rode Krui. ontving op haar speciale girorekening 777 tot nu toe f 4.094.087,10. Geref. kerken art. 31 K.O. Beroepen te Onnen (Gron.) (voor de miss. arbeid op Borneo) J. v. Benthem te Hijken. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Zwijndrecht M. C. Tanis te Urk. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Kockengen J. van der Haar te Waddinxveen. Geref. Kerken Beroepen te Vries (Dr.) A. J. Jelsma, kand. te Amsterdam. orde of de goede zeden, want dan had de film ook niet vertoond mogen worden in de bioscopen". Er is toch nog zoiets als de ouderlijke macht? De ouders kunnen met een handomdraai de televisie uitschakelen. Het soort censuur om films voor personen boven de 18 jaar voor de televisie te ver bieden, werpt vragen op. Denkt de minis ter, dat alle toneelstukken of cabaretvoor stellingen voor jonge mensen geschikt zijn? De minister en zijn staatssecretaris moeten meer vertrouwen hebben in de omroepver enigingen en de degelijke aard van de ge middelde Nederlandse vader en moeder", aldus jkvr. Wttewaal. Over het probleem van de commerciële televisie wilde men niet veel zeggen omdat minister Cals daarover een afzonderlijk debat heeft toegezegd alvorens er iets wordt beslist. Omdat iedereen thans de mond vol heeft over bestedingsbeperking en bezuiniging deed de heer Willems (P.v.d.A.) een goed woord voor de kunst, die niet de dupe mag worden. De cultuur is het hart van de gemeenschap, voegde de heer Verhoe ven (K.V.P.) eraan toe. Hij drong erop aan bij de verschillende loonronden niet te vergeten om de kunstsubsidies te verhogen. De kunstenaars volgen meer hun hart dan het materiële eigenbelang en daarom is het de taak van de regering te zorgen, dat zij niet gaan behoren tot de „vergeten groe pen". De heer Fokkema (A.R.) had ernstig bezwaar tegen het bedrag van 19 miljoen gulden, dat is uitgetrokken voor jeugdvorming en volksontwikkeling, om dat jeugdvorming de opvoeding raakt, het geen niet de taak is van de staat. „In een tijd van groeiend staatsdespotisme geeft de stijging van de uitgaven voor de jeugdvor ming te denken", zei hij. Vandaag antwoorden minister Cals en staatssecretaris Höppener. (Van onze parlementaire redacteur) De vrouwelijke afgevaardigden jkvr. mr. Wttewael van Stoetwegen, lid van de C.H. U. en mevrouw Fortanier-De Wit van de V.V.D. plegen niet alleen de onderwerpen, waarover zij het woord voeren, goed te be heersen, maar tonen ieder op haar wijze, dat zij over een flinke mate van onafhan kelijkheidszin en tevens frisheid van geest beschikken. Het was dan ook een genoe gen donderdagmiddag naar dit tweetal te luisteren, toen zij hartige en behartens- waardige woorden over het radiobestel spraken. Dat noemden zij in hoge mate onbevredigend. Het valt onmogelijk goed te praten, dat in feite de grootste twee par tijen, dank zij volledig samenspel met de achter die partijen staande omroepvereni gingen, op politiek gebied in de ether de dienst uitmaken. De heer Peters van de K.V.P. wist naar aanleiding van de op deze toestand door de twee spreeksters geoefende critiek eigenlijk niets anders te zeggen dan dat de overige politieke par tijen, die dus in de radio niet of slechts zeer zelden aan bod kunnen komen, maar moeten wachten tot de Radiowet er zal zijn. Trouwens, het weinige, dat de heer Van Sleen, als woordvoerder van de P.v.d. A. opmerkte, was evenmin bevredigend. Jkvr. Wttewael heeft voorts nog de vraag aangeroerd, hoe het te verdedigen is. dat van regeringszijde de vertoning door de televisie van de film „Eindstation" verboden is, terwijl er in geval van televi sieuitzendingen van ballet, cabaret en to neel alleen repressief toezicht bestaat. Als die film, die kennelijk toch niet als onze delijk of staatsgevaarlijk wordt beschouwd, minder geschikt zou zijn voor kinderen, dan kan men het veilig aan de ouders overlaten in de huiskamer het televisie toestel af te zetten! Met bijzondere belangstelling ziet men thans het debuut van de nieuwe staats secretaris van O.. K. en W.. mr. Höppener, tegemoet, die waarschijnlijk zal antwoor den. Of zal zijn minister hem nog te hulp snellen? a o v.«T>rK wr? F. BOEDAPEST (Reuter). De Hongaarse politie is voortaan gemachtigd personen, die de openbare orde en in het bijzonder de produktie in gevaar brengen, tot ten hoog ste zes maanden in hechtenis te houden, zonder dat het tot een proces komt. Dit blijkt uit een decreet van de presidentiële raad, dat donderdag in de staatscourant is gepubliceerd. De Hongaarse pers heeft er tot dusver geen gewag van gemaakt. Bij het Produktschap vpor.^ Siergewassen is een protest binneritrfekbmen van de "ver eniging „De Tulp", dat door de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollen cultuur werd toegezonden. Hieruit bleek, dat beide verenigingen protesteren tegen het feit, dat de nieuwe minimum-export prijzen van bloembollen niet ter visie zijn gelegd. Het bestuur van het produktschap stelde echter vast, dat de vertegenwoordi gers van het bloembollenvak dit hadden kunnen voorzien en tevens, dat in de toe komst een zelfde gedragslijn zal moeten worden gevolgd. De voorzitter van het produktschap, dr. A. J. Verhage, wees er op, dat het principe van het prijzensysteem door de Commissie van Bijstand met alle vertegenwoordigers van het bloembollenvak is besproken. Hier bij zijn termijnen genoemd voor de uitwer king, namelijk prijsvaststelling omstreeks half november en bespreking in het bestuur van het produktschap omstreeks eind no vember, met de bedoeling de verordening gepubliceerd te krijgen voor het einde van het jaar. Hierin zit te weinig speling om nog een ter visielegging toe te staan. De minister heeft de prijzen op 12 december goedgekeurd, hetgeen betekent, dat ze pas 12 januari officieel zullen worden gepubli ceerd. Zou daar nog een maand ter visie legging tussen komen, dan zou de export pas in februari weten waar men aan toe was. En dat terwijl de exporteurs in begin januari al op reis gaan. Men heeft dit alles dus kunnen weten en mag de bestuursleden en de voorzitter van het produktschap geen verwijten ma ken. In het antwoord wordt zelfs geschre ven: „Wanneer de minimumexportprijzen zullen worden vastgesteld aan de hand van het verloop van de handel voor het volgend seizoen in het binnenland, zal deze ge dragslijn ook niet zonder schade voor de bloembollenexport kunnen worden ge vólgd". Dr. Verhage wees er verder nog op, dat het bestuur van het produktschap het plan niet heeft ontworpen, maar dat dit door de organisaties zelf is geschied en dat allen er mede hebben ingestemd. Hierna hebben de bestuursleden hun me ning gezegd. De heer Kralt zei dat het be stuur „gedegradeerd, gedevalueerd en voor dictator" uitgemaakt was. De heer De Vroo- men noemde de grootste grief, dat de leden van de verenigingen niet zijn gehoord. „Men heeft er drieëneenhalve week tijd voor gehad!" merkte dr. Verhage op, „als men geen tijd heeft om binnen deze termijn antwoord te geven dan wordt het werken toch wel moeilijk." Ook hadden de bestu ren volgens de heer De Vroomen de taak om de leden beter in te lichten over de gang van zaken in het produktschap. De bespreking van de wijziging van de minimumexportprijzen leverde voldoende stof op tot discussie, omdat de heer Van Dam het ondernemen van pogingen bepleit te om de prijsafspraken met de Amerikaan se organisaties ongedaan te maken. Deze waren nu niet meer nodig volgens hem, om dat er een ander systeem van minimum prijzen is, dat zelf al een garantie tegen dumping is. Het bestuur voelde hier wel iets voor, zodat dr. Verhage het volgend jaar omstreeks mei naar Amerika hoopt te gaan. Vervolgens werd de conceptverordening over de prijzen goedgekeurd. Hierna stelde dr. Verhage de vraag aan de orde, of de minimum exportprijzen ter visie moeten worden gelegd. De heer A. J. Braam stel de daama voor om artikel 100 in de wet op de P.B.O. van toepassing te doen zijn. Niemand verklaarde zich hier tegen. Tenslotte kwamen nog enkele hamer- punten aan de orde, waarna het bestuur afscheid nam van de heer A. P. van Nes, die onder meer oud-bestuurslid van het Produktschap voor Siergewassen is ge weest. Bij de donderdagmorgen gehouden zit ting van de Haarlemse rechtbank, gepre sideerd door mr. A. M. baron van Tuyll van Serooskerken, heeft de officier van Justitie, mr. dr. R. W. H. Pitlo, gevangenis straffen van vier en zes weken geëist, als mede ontzeggingen van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van twee jaar, tegen een 50-jarige veehouder uit Velsen, een 37-jarige meubelfabrikant uit Assendelft en een 35-jarige koopman uit Alkmaar, die ervan verdacht werden onder invloed van alcohol te hebben ge reden in auto's. Tegen een 19-,jarige stu dent uit Delft, die wegens hetzelfde feit terechtstond, eiste mr, dr. Pitlo vrijspraak. De president heeft de uitspraak voor alle vier gevallen op 3 januari bepaald. De veehouder uit Velsen zou op 3 november onder invloed van alcohol in een auto gereden hebben op de Drie- huizerkerkweg te Velsen. Na aanhou ding door een politieagent had de ver dachte verklaard tien borrels te hebben gedronken, maar later beperkte hij dit aantal tot vijf of zes. Een bloedproef wees uit, dat zich 1,95 promille alcohol in verdachte's bloed bevond. De officier van Justitie achtte het ten laste gelegde bewezen. „Verdachte zat versuft en wezenloos in zijn auto met een dik en rood gezicht. Hier is sprake van dronkenschap eerder dan van lichte onbekwaamheid". Hij eiste een gevan genisstraf van zes weken en twee jaar ontzegging. Vüf borrels Op 30 oktober reed de meubelfabrikant met zijn auto over de provinciale weg van de Hembrug naar Limmen, waarbij een ADVERTENTIE één onzer nieuwste bankstellen T Hoewel de fabrieken levertijden vragen van 3 tot 6 maan den, kunnen wij u door onze tijdige, zeer grote inkopen, vele modellen uit voorraad leveren in prijzen van ƒ585.— tot ƒ1850.— Comfortabele schuimrubber stof fering. Blank, ceder of zwart kersenhout, bekleed met wollen stof in contrastkleuren Royale 3 zits-bank en 2 fauteuils, bekleed met zuiver wollen velours in selecte kleuren hoofdagent had geconstateerd, dat de wa gen zigzaggend over de weg reed. De hoofdagent is de auto nagereden in een tankauto. Na de meubelfabrikant te hebben aangehouden onder verdenking van te veel alcohol te hebben gebruikt, werd hij naar een politiebureau gebracht, waar de ver dachte weigerde een bloedproef te laten nemen. Hij was die dag met zakenrelaties in Amsterdam geweest en zou naar zijn zeggen vijf borrels hebben gedronken. De bloedproef had hij niet laten nemen, om dat hij dit vernederend vond. De officier van Justitie meende, dat de verdachte zeker in „kennelijke staat" was en memoreerde het feit, dat hij kort te voren in Amsterdam ook eens is aange houden op grond van dezelfde verdenking. Ook tegen hem eiste mr. dr. Pitlo een ge vangenisstraf van zes weken en twee jaar ontzegging. De raadsvrouwe van verdachte, mevrouw mr. H. S. J. M. Felhoen Kraal-Otto, meen de, dat haar cliënt al genoeg gestraft was doordat hij sinds 30 oktober zijn rijbewijs kwijt is. Hij had de auto hard nodig om dat hij de door hem gefabriceerde meubel tjes zelf in zijn wagentje rondbracht en hij zich geen bodedienst of chauffeur kon per mitteren. Bovendien had haar cliënt toe gegeven, dat hij dronken geweest was. Mevrouw mr. Felhoen Kraal-Otto vroeg ten behoeve van de meubelfabrikant een kleine geldboete met eventueel een korte tijd van ontzegging, met daarnaast even tueel een lange voorwaardelijke periode van ontzegging. Geen bloedproef Een 35-jarige koopman uit Alkmaar was samen met een andere koopman op 6 no vember 's avonds laat met een snelle sport wagen in de buurt van Koog aan de Zaan tegen een lichtmast gereden, waarbij de inzittende koopman gewond geraakt was. Een hoofdagent van politie zag kort na het ongeval beide mannen slingerend over de weg lopen en had hen aangehouden Daarbij meende hij te moeten constateren, dat beiden onder de invloed van alcohol waren. De verdachte zelf verklaarde, dat hij bij cafébezoek in Amsterdam diezelfde dag slechts koffie, cola en drie biertjes had gedronken. Hij zou op de weg bij Koog aan de Zaan verblind geweest zijn door een tegenligger, waardoor zijn wagen tegen de lichtmast was gereden. Getuigen verklaar den echter geen tegenliggers te hebben gezien. Later meende de verdachte dat hij ook wel verblind kon zijn door een licht- reflex. Bij de aanhouding waren er ook nog enige strubbelingen geweest. De hoofd agent had beide kooplieden naar dè auto terug willen sturen, maar de verdachte had er op gestaan naar een dokter te gaan, omdat zijn vriend gewond was. De agent had de gewonde op een hekje laten zitten om zelf een auto te gaan halen. Toen dit nogal lang duurde, waren beide mannen naar een dichtbijzijnd politiebureau ge strompeld. De raadsman van verdachte, mr. C. Berk houwer, had een getuige a décharge gedag vaard in de vorm van een coasterkapitein, die by de Hembrugpont met beide koop lieden in de auto mee mocht rijden naar zijn schip in Zaandam. Daar hadden de kapitein en de verdachte, die technische belangstelling had, het gehele schip be zichtigd en een gesprek gevoerd over tech nische details. De verdachte had een glaas je limonade gedronken, zijn vriend een bessenjenevertje. Dit verhaal werd door de laatste bevestigd. Alleen de limonade werd door hem aangeduid met de naam van een bekend Deens bier, hetgeen enige ver warring schiep. Later bleek echter, dat onder dezelfde naam ook een soort gazeuse in de handel rvas, die de gastvrije kapi tein de koopman had aangeboden. De officier van Justitie noemde in zijn requisitoir enige opmerkingen door beide kooplieden bij de aanhouding gemaakt, lijken op een „dronkemansverhaal". Ook de kwestie van het verblind zijn achtte mr. dr. Pitlo onwaarschijnlijk. „Beide heren zijn in Amsterdam urenlang het ene café in, 't andere uitgegaan. Daarbij zullen heus wel meer biertjes gedronken zijn dan enige kopjes koffie, wat cola en drie bier tjes" meende hij. Ook vond hij het merk waardig, dat de verdachte geweigerd had een bloedproef te laten nemen. Op grond hiervan vroeg hij een gevangenisstraf van vier weken en twee jaar ontzegging. Volgens de raadsman van verdachte, mr. C. Berkhouwer, hing de hele zaak af van appreciaties. Soms kan het gebeuren, dat men in een auto zonder aanwijsbare oor zaak van de weg af geraakt. Dat zijn cliënt dezelfde avond nog een intelligent gesprek over scheepvaarttechnische dingen kon voeren, achtte hij een bewijs ten gun ste van de koopman. Ook legde hij de nadruk op het feit, dat beide mannen niet hebben willen vluchten, maar naar een politiebureau waren gegaan, nadat de agent vertrokken was. Ten aanzien van de gewenstheid van de bloedproef bestaan in juridische en medische kringen verschil lende meningen en de huisarts van zijn cliënt had hem tevoren eens het laten nemen van een bloedproef afgeraden. Op grond hiervan zei mr. Berkhouwer, dat naar zijn mening vrijspraak zou moeten volgen. Gin-cola of cola-gin Een 19-jarige student uit Delft had op 16 juni bij een vriend in Haarlem een etentje gehad, tezamen met 36 jongens en meisjes. Daarbij waren sterke dranken gebruikt, maar de verdachte zelf verklaarde niet meer te hebben gedronken dan één sherry en één gin-cola Na de maaltijd was ver dachte met een vriend en twee meisjes in een auto naar het station gereden. Daarbij was hij verdwaald en op de hoek van de Korte Jansstraat en de Jans straat in Haarlem was hij in aanraking gekomen met een voor hem van links komende auto. Bij een nadien genomen bloedproef was een alcoholpercentage van 1,35 promille vastgesteld. De officier van Justitie meende, dat de verklaring van verdachte niet kon kloppen. Een percentage van 1,35 promille moet veroorzaakt zijn door meer dan één gin- cola („was het geen cola-gin?") en een sherry. Overigens was dit percentage be neden de grens, waarbij gezegd moet wor den, dat men geen auto naar behoren kan besturen. Ten aanzien van de aanrijding was verdachte in zoverre onschuldig, dat hij van rechts kwam en dus voorrang had. Er bleef van de tenlastelegging dus slechts het feit over, dat de student bij het kruis punt te hard zou hebben gereden. Op grond van getuigenverklaringen bleek dit echter niet het geval geweest te zijn en daarom meende mr. dr. Pitlo, dat vrijspraak moest volgen. De raadsman, mr. H. J. F. M. Hüffer sloot zich hierbij aan en toonde op grond van berekeningen aan, dat verdachte's wagen geen grote snelheid gehad kon heb ben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 3