Explosieve situatie op Noord-Sumatra Driekoningenavondvan Shakespeare nu onder regie van Cees Laseur Improvisatieconcert op het orgel van Cavaillé-Coll KUNST UIT URUGUAY IN AMSTERDAM Communisten bewapenen arbeiders; derde regiment neemt stelling in 5 Voor Ri jksmuseum was 1956 het beste iaar Sibelius ernstig ziek? Huldiging Theo van der Bijl 8 januari Uitslag prijsvraag voor carnavalslied 7 januari Lotte Goslar maandag in Minervatheater „Uit Koninklijk Bezit" Dag der Verzamelaars Prins Bernhard weer naar Nederland Laatste dag Algerijnen zijn bereid tot onderhandelingen Zes Europeanen gedood bij overval op trein VRIJDAG 4 JANUARI 1957 „Driekoningenavond" (Twelfth Night) is zeker sinds de jaren van Royaards misschien wel het meestgeliefde en waarschijnlijk het meestgespeelde stuk van Shakespeare in ons land. Wie uit eigen ervaring nog niet mocht weten welk een heerlijk blijspel dit is, kan zich daar thans van overtuigen dank zij de Haagse Comedie. welk gezelschap op nieuwjaarsdag voor het eerst de feestelijke montering ervan onder leiding van Cees Laseur aan een terecht geestdriftig publiek heeft laten zien» Men kan dan tevens de nieuwe vertaling beluisteren, die door Gerard Messe- laar werd vervaardigd: spiritueel en spitsvondig, met enkele innemende vrijpostigheden, met een. op het eerste gehoor tref fend behoud van de gevoelswaarden ook in de dichterlijke of spottende woordspelingen. Ondanks enkele zeer zwakke plek ken in de rolbezetting wordt er over het algemeen met begrip en bekwaamheid, in vele scènes zelfs briljant toneelgespeeld. De meeste der tekortkomingen kan men., kan ik althans, gemakke lijk vergeven. Op een wonderlijke manier voelt men zich onder Shakespeare's geniale bekoring bij deze voorstelling jong en gelukkig, deelnemer en toeschouwer tegelijk, zoals ook op de planken een dubbelspel met de werkelijkheid wordt bedreven. Hoe merkwaardig eigenlijk dat er in de ruim driehonderd- vijftig jaar, waarin de wereld herhaaldelijk van gezicht veran derde, geen volmaakter blijspel is geschreven. Onder het aan schouwen ervan moet zelfs de meest gedegen Shakespearekenner alle wetenschap vergeten, die hij ooit over „Driekoningenavond" verzameld heeft, om na afloop te beseffen dat deze sprookjes achtige komedie boordevol raadselen zit als het leven zelf, waarop men nooit raakt uitgekeken en uitgestudeerd. John Masefield heeft eens gezegd, dat dit het enige stuk is dat hij een weekiang iedere avond zou willen meemaken, zelfs in een Lon- dens theater en ik kan die wens beamen. In de beide eerste zinnen worden de twee thema's gepresenteerd: de muziek als voedster der liefde en de bestraffing met verblinding van ma teloosheid der gevoelens, die de dichter modulerend in alle toon soorten ontwikkeld heeft tot een stralende compositie, achter het in grilligheid bekoorlijke uiterlijk waarvan hij de verwik kelingen van zijn persoonlijkheid verborg, hiervan echter vol doende te vermoeden gevend om onze fantasie tot denken te stimuleren. Zo zijn de speculaties in de wereld gekomen over de diepere betekenis van de travestie en de nauwelijks verhulde of ondubbelzinnige uitweidingen, over de gedemonstreerde vriendschapsbetrekkin gen. Er kan in een dagbladrecensie geen sprake zijn van psychologische verkennin gen. De voorstelling gaf daar ook geen bijzondere aanleiding toe. De toeschouwer krijgt geen uitgesproken visie opgedron gen, al wordt er anderzijds geen poging ge daan een mogelijke uitleg te verhinderen. Men heeft eenvoudig en met goede smaak de richtlijnen van de tekst uitgewerkt in levende materie. Maar ook hier geldt wat Nijhoff schreef: „er staat meer dan er staat, kijk maarIk geloof dat dit een zeer verstandige opvatting van Cees La seur is geweest (als ik zo vrij mag zijn diens onomschreven bedoeling aldus te in terpreteren). Ieder kan nu zijn eigen con clusies trekken over het voortduren van misverstanden en de blijvende noodzaak „vermommingen" na de conventionele van verzoening van alle conflicten aan het wel luidende slot. Genoeg toespelingen evenwel op de sym boliek in wat toch in eerste instantie be doeld is als een vrolijk divertissement. Maar dit spel voor Driekoningenavond (en voor iedere andere dag van. het jaar, zo als de vertaler in zijn voorwoord blijmoe dig opmerkt) is nu eenmaal een bonte re vue van variaties der zinsbegoocheling, die al begint als de tweelingen Viola en Se- bastiaan als schipbreukelingen, elk de an der verdronken wanend, terecht komen op het eiland Illyria, waar de verwarring snel toeneemt, vooral door het snode toedoen van een paar zonderlinge drinkebroers, een nar en een gezelschapsdame. Op een oud Italiaans stramien zijn de fantastische bloemen der plaatsvervangende liefde ge borduurd. Vrijwel alle betrokkenen .ver gissen zich in de aard en. het object van hun-genegenheid, totdat na vele verwikke lingen de dingen hun. natuurlijke loop ne men of lijken te nemen» Dat laatste is echter een vraag, die men zich pas stelt als het uitbundige amusement is bedaard. Maar goed, wij moeten de realiteit van het stuk aanvaarden» En die wil dat de mensen genezen worden van misleidende dagdro men, van toegeven aan ongemotiveerde droefgeestigheid, aan zelfverheerlijking, enzovoorts. Die realiteit heeft nog een andere kant en het samengaan daarvan met de lyrische gedeelten mag een verrukkelijk mirakel van toneelschrijfkunst heten: de luidruch tige drinkgelagen van de grove jonkers met hun platvloerse humor, hun volle ma gen en lege hoofden. Het behoort tot de overdrijving uit de tijd der romantiek om aan deze figuren een opzettelijke tragische allure te willen verlenen. In. de vorige eeuw werd „Driekoningenavond" vaak on der de titel „Malvolio" opgevoerd, naar de ingebeelde, zichzelf voor een begerens waardig toppunt, van volmaaktheid hou dende hofmeester van die naam, die nu door Albert van Dalsum (zonder de herin nering aan Paul Huf in een destijds door hém geregisseerde vertoning te kunnen verdrijven) als een. parmantige kalkoen werd belichaamd, onweerstaanbaar lach wekkend in de terecht vermaarde tuiiv scène met de bedriegelijk op zijn ijdelheid afgestemde brief, maar ook overigens door zijn potsierlijke deftigheid binnen de gren zen van het blijspel bewonderenswaardig. Luc Lutz was als Andries Wangewee (bij Burgersdijk heette hij Bibberwang) clownesk zonder meer en dat leek mij vol doende, al mocht men. iets meer persoon lijkheid onder de naar buiten tredende In maart waarschijnlijk expositie gewijd aan De Ruyter Het Rijksmuseum heeft in geen van zijn eenenzeventig bestaansjaren een zo groot aantal bezoekers geteld als in het afge lopen jaar, het jaar van de Rembrandt- tentoonstelling. In 1956 zijn zevenhonderd- zesenveertigduizend-achthonderd-tweeën negentig personen de tourniquets gepas seerd. In 1955 was dit aantal 489.590. De museumdirectie stelt pogingen in liet werk en hoopt er in te slagen in het ko mende voorjaar een grote tentoonstelling te wijden aan de Nederlandse zeeheld Michiel Adriaenszoon de Ruyter, die op 24 maart 1607 dus driehonderdvijftig jaar ge leden in Vlissingcn werd geboren. STOCKHOLM (U.P.) In de grote och tendbladen, die in Stockholm verschijnen, wordt vandaag bericht, dat de Finse com ponist Jean Sibelius na een hartaanval ernstig ziek ligt. De berichten over Sibe lius' ziekte waren afkomstig uit Helsinki. De dochter van Jean Sibelius, mevrouw Katarina lives, heeft vanmorgen echter verklaard, dat de berichten over de ge zondheidstoestand van haar vader vals zijn. eigenaardigheden, verwachten. Wat stereo tiep, maar zeer komisch was de Tobias Risp van Jan Retèl als een goedmoedige boerse schoft, om een. kenschets van Ham let te lenen. Bij dit drietal voegde zich een prima kamenier van Ida Wasserman. Buiten de schuld van de jonge acteur Bas ten Batenburg, die ervan, maakte wat binnen, zijn vermogen lag, was de nar Feste het zwakke punt van deze voorstelling. Zo'n figuur moet een door het harde leven tot ridder van de dwaasheid geslagene zijn, een proefondervindelijk gerijpte geest om met de breekbare denkbeelden van waan en wijsheid te kunnen jongleren. Om onverklaarbare redenen werd bovend:en de muzikale en zangerige motivering (composities van Jurriaan Andriessen) tol iets bijkomstigs teruggedrongen en wegge werkt. Te vaag bleven verder Jan van c!er Linden als de zeekapitein en Frans Vorst man als Fabio, helder en veroverend was Coen Flink als Sebastiaan. Gijsbert Tersteeg was de in welspreken de zuchten zijn litteraire liefde belijdende renaissanceprins, mooi van dictie, maar met weinig emotionele schakering. Enny Meunier was heel bekoorlijk als de zon der reden geposeerd melancholieke Olivia, te boeiender naarmate haar amoureuze ac tiviteit toenam. De beste creatie heb ik voor het laatst bewaard: de Viola-Cesario van Elisabeth Andersen, een betoverende verschijning, met een voortdurende uit straling van vrouwelijkheid onder haar doorzichtige vermomming, maar boven dien en daardoor onderscheidde zij zich yari al haar voorgangsters, die ik in deze rol heb gezien met een luchthartige drang naar het avontuur, geheel opgaand in dè speelse situatie en. zonder de ernst van haat gevoelens voor Orsino te verloochenen de zorgen overlatend aan. de tijd. De kunst der poëzie werd bij haar als vanzelfspre kend, tot gracieus geleide natuur. Harry Wich moet zonder voorbehoud ge prezen worden om zijn prachtige kostuums. Zijn voorbeeldig beschilderde schuifcou- lissen hadden misschien een te preten tieuze eenvoud, waardoor zij van de weer omstuit te nadrukkelijk als décors aande den ten koste van. de illusie. De elders tot vervelens toe gebruikte transparanten waren hier zinrijker geweest en hadden waar nodig ook meer beslotenheid moge- lij-k gemaakt. Ondanks al deze kleine en grote aanmerkingen moet ik echter her halen: sla deze „Driekoningenavond" niet over, want het is een zeldzame belevenis. David Koning Enny Meunier met Albert van Dalsum (als Malvolio) en Bas ten Batenburg (de nar) in „Driekoningenavond" van Shakespeare onder regie van Cees Laseur bij de Haagse Comedie. N.Ph.O. werkt mee aan het feestconcert De huldiging van de dirigent Theo van der Bijl met een uitvoei-ing van „De Jaargetijden" door de Koninklijke Christe lijke Oratoriumvereniging „Excelsior" en het r.k. Hoofdstadkoor ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van deze diri gent is vastgesteld op 8 januari in het Am sterdamse Concertgebouw. De jubilaris leidt het concert waarvan met de genoem de zangkoren medewerken het (versterkt) Noordhollands Philharmonisch Orkest en, als solisten, Heieen Verkley, sopraan, Ton Brand, tenor en Herman Schey, bas. De Regionale Omroep Zuid heeft onlangs een prijsvraag uitgeschreven voor een Limburgs carnavalslied. Er werd een lied gevraagd, dat gezongen kan worden bij ge zamenlijk optreden van carnavalisten uit verschillende „vorstendommen", en „prins dommen" in het gewest. Het lied moet ge schreven zijn in een Limburgs dialect en eventueel vertaald kunnen worden in plaatselijke Limburgse dialecten. Er waren op nieuwjaarsdag, de sluitingsdag, eenen dertig liederen door de Regionale Omroep Zuid ontvangen. De uitslag wordt bekend gemaakt op 7 januari. Lotte Goslar zal niet, zoals wij gisteren in onze rubriek „Agenda voor Haarlem" vermeldden, vanavond in het Minerva theater te Heemstede optreden. Zij zal maandagavond 7 januari met haar ensem ble op de planken van het Heemsteedse theater verschijnen. In mei van het vorige jaar opende koningin Juliana in het Centraal Museum te Utrecht de tentoonstelling „uit Koninklijk bezit". Oorspronkelijk lag het in de bedoeling van de organisatoren, deze expositie tot 15 juli voor het publiek toegankelijk te stellen. De belangstelling was echter zo groot, dat de sluitingsdatum tot 15 augustus werd ver schoven. Deze dagen hebben de heer E. Lagerwey, voorzitter van het tentoonstellingscomité en mej. dr. M. Elisabeth Houtzager, directrice van het Centraal Museum, op het Huis ten Bosch aan de Koningin,het batig saldo van deze tentoonstelling, overhandigd. In overleg met de Nederlandse Federatie voor vluch telingenhulp en het Hoge Commissariaat voor vluchtelingen der Verenigde Naties, heeft de koningin goedgevonden dat deze som wordt bestemd voor bejaarde vluchte lingen, die reeds enige jaren in Nederland asiel hebben gevonden. Zondag wordt in de Koopmansbeurs (Damrak hoek Oudebrugsteeg) ter gelegen heid van de eerste „Dag der Verzamelaars" op initiatief van de Nederlandse Vereni ging „De Verzamelaar" een nationale ten toonstelling annex ruilbeurs gehouden. Talrijke collecties antiek speelgoed, luci fersmerken, sigarenbandjes, suikerzakjes, postzegels, prentkaarten, wanddoeken, poppen, oorlogsdocumentatie en dergelijke zullen daar te zien zijn. Terwijl er voorts gelegenheid is kennis te maken met hon derden verzamelaars. Prins Bernhard is na een niet-officieel bezoek van twee dagen aan Wenen van morgen om 9 uur met de regerings-dakota van het vliegveld Schwechat vertrokken. De Prins bestuurde zelf het toestel. Bij het vertrek waren op het vliegveld aanwezig de Nederlandse gezant, dr. Star Busmann, en de leden van de Nederlandse legatie. Prins Bernhard, die tijdens zijn verblijf in Wenen in hotel Sacher zijn intrek had genomen, reist rechtstreeks naar Nederland terug en voegt zich dus niet zoals in zijn bedoeling lag bij zijn gezin in Sankt Anton. DJAKARTA (ANP en Reuter) Vrij dag is in Djakarta onthuld, dat de com munisten een aantal bij de communisti sche vakbond „Sarbupri" aangesloten on dernemingsarbeiders hebben bewapend. Het in Medan verschijnende Islamietische dagblad „Lembaga" meldde, dat tenminste honderdvijftig ondernemingsarbeiders in Pematang Siantar in het gebruik van wa pens werden opgeleid. Deze berichten wer den van officiële zijde in Medan beves tigd. Men vraagt zich af waar de commu nistische partij de wapens vandaan heeft. Volgens „Lembaga" betreft het hier ar beiders van enkele ondernemingen in de omgeving van Pemantang Siantar, dat on geveer 120 kilometer ten zuiden van Me dan Is gelegen. Volgens hetzelfde blad zouden troepen van het derde regiment, dat onder com mando staat van majoor Samosir, een stel ling hebben ingenomen op een afstand van 75 kilometer van Siantar. Indien dit bericht waar zou zijn, zou dit betekenen, dat het regiment van Samosir, dat in Tapanuli is gelegerd, de grens tus sen zijn eigen territoir en dat van het tweede regiment in Noord-Sumatra is overgestoken. Het tweede regiment is trouw gybleven aan overste Djamin Gin- t.ing, die in ojjdracht. van de centrale re gering de opstandige commandant van Noord- en Midder.-Sumatra, kolonel Sim- bolon, heeft afgezet. Het derde regiment had medegedeeld luitenant-kolonel Ginting niet te zullen erkennen. Majoor Samosir, die van Ginting op dracht had gekregen, naar Medan te ko men, heeft daaraan, naar vrijdag werd be kend gemaakt, geen gehoor gegeven. Vol gens een nieuwsuitzending van radio-Si- bolga, de hoofdstad van het district Tapa nuli, zouden vooraanstaande plaatselijke Vandaag de laatste reproduktie van een fragment van een der meesterwerken in hel Frans Halsmuseum in Haarlem. Onze prijsvraag „Speur tocht vaar schilde rijen" wordt hiermee voor het laatst onder UW aandacht gebracht De termijn van in zending sluit morgen 5 januari. De volle dige opgave met om schrijving en voor waarden kan men vinden in Erbij van zaterdag 15 december. De orgel-improvisatiekunst is in Haar lem geen onbekend begrip meer. De lang zamerhand tot een traditie wordende jaar lijkse internationale improvisatiewedstrij den hebben de kunst van het voor de vuist weg „componeren" in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. De muziekmin- nende Haarlemmers behoefden dit jaar echter niet te wachten op het concours in de zomermaanden. Dankzij de improvisatie kunst van de stadsorganisten Albert de Klerk en Piet Kee konden zij donderdag avond in het gemeentelijk Concertgebouw reeds in contact komen met de kunst der muzikale verrassingen en de spanning ondergaan van een scheppingsproces, dat de persoonlijke artistieke gerichtheid van de kunstenaar onmiskenbaar onthult. Albert de Klerk en Piet Kee hebben enige tijd voordat dit improvisatieconcert Het Stedelijk Museum te Amsterdam werkt weer op volle kracht. Drie exposities tegelijk vragen na die van Chagall en Léger de aandacht. In de eerste plaats is er de zoveelste tentoon stelling van kindertekeningen, die een vollediger exposeren van de eigen collectie weer verhindert. Voor deze expositie „Begin" genoemd is er echter een excuus. Met deze tentoon stelling, een pleidooi voor kunstzinnige vorming van kinderen, uitgaande van de nieuwe Stichting Overleg Musische Vorming, wordt een bescheiden en gepaste luister aan het tienjarig be staan van het Prins Bernhardfonds bijgezet. De stichting, een overkoepeling van verschillende organisaties die zich met kunstzinnige vorming op alle gebied van de jeugd bezighouden, meent dat de scheppende bezigheid het meest bepalend is voor het menszijn en pleit ervoor het begin van een ontplooiing daarvan bij het kind te stimuleren. Op deze exposities, die tot 10 februari gehouden wordt, kunnen ouders hun kinderen uren onder deskundige leiding zelf laten werken en worden ook de monstraties gegeven. Het belang van het werk van zo'n stichting behoeft, geloof ik geen nader betoog. De tweede tentoonstelling heet „Spreiding" en duurt eveneens tot 10 februari. Denk niet dat het gaat om een verslag van werk in diezelfde richting als de hiervoor genoemde tentoonstelling: de cultuurspreiding. Onder deze naam zijn verzameld een aan tal schilders en beeldhouwers, 't Is opnieuw een tentoon stelling van „abstract" werk. De groep treedt in Parijs op bij de kunsthandel Arnaud en we zien hier dus een voorbeeld van de actie van museumdirecteuren en scribenten om een bepaalde richting te poneren. De mensen van „Spreiding" maakten zich bezorgd over de verstarring in esthetische en decoratieve stile ring, die al optrad in de abstracte kunst nauwelijks nadat deze na de oorlog haar bestaansrecht veroverd had. Zo lezen we dat in de inleiding tot de catalogus. Deze mensen zagen voorts het gevaar van dilettantisme, van een verwatering ook tot routine procédé. Inderdaad: velen vluchtten uit onkunde in de abstracte kunst. De natuur met haar oneindige variaties kunnen maar weinigen ontberen om tot nieuwe sensaties te komen. Wanneer men alles uit zichzelf wil halen moet men wel veel in zijn mars hebben. Wie iets wenst te weten omtrent deze groep leze zelf de door Herta Wescher geschreven inleiding. Ik wil gaarne bekennen dat men alles zeer ernstig blijkt te nemen. Aan de schilderijen zelf is trouwens ernst af te lezen, gezien de doorwerktheid van het verfoppervlak. Maar juist in hetgeen de materie van de verf kan zeggen geloven deze mensen zo, terwijl dit slechts één van de vele factoren is waardoor een schilderij on6 wat doet. Ook bij deze lieden ontkom ik niet aan het gevoel dat middel tot doel gesteld wordt, al geloven zij antennes te zijn, die alle golven ontvangen, die het heelal doorkruisen „ingeschakeld in het scheppingsgebeuren". Herta Wescher kan het wel bont maken! Wat dunkt u van: „De mythische kosmogonie die Wessel (één der schilders) obsedeert, doet verloren continenten en drijven de eilanden herrijzen". Toe maar! Of om deze tentoonstelling duidelijk te tekenen: „Bij Koenig wordt de materie bijzonder aansprekend in zijn streven naar eenheid tussen substantie en koloriet. Hij maakt het doek tot velden van sombere structuren waar de minste vlekken of lijnen een wonderlijke verfijning krijgen". En wij die zo naïef waren altijd te denken dat een doek „uit de verf" gekomen moest zijn. Constructiedoor Manuel Pailon Genoeg hierover. Tot 21 januari cluurt de tentoonstelling van werk van jonge schilders uit Uruguay, grotendeels door hun voorganger Joaquin Torres Garcia (18741949) geschoold. Deze is nog bevriend geweest met Mondriaan en heeft enkele van diens stijlbeginselen verwerkt. Voorts is zijn kunst aan elemen ten uit de oudheid en de tijd van vóór Columbus gebonden. Het Stedelijk Museum beschikte over een aantal werken van hem en heeft deze mede geëxposeerd. Dat is jammer voor enr kele van zijn volgelingen, met name voor Manuel Pailon, wiens „Construcion" net een schilderij van Torres Garcia is, maar wat magerder van doen. Het sympathieke van deze Uruguayers is dat ze gezocht hebben naar een eigen, nationale wijze van uitdrukken en zich niet lieten verleiden tot die schilderkunstige wereldtaal, die tentoonstellingen uit den vreemde overbodig maakt, omdat we genoeg Nederlanders hebben die deze toe passen. Bob Buys zou worden gegeven om toezending ge vraagd van thema's. Een overstelpend aan tal van die muzikale gedachten, zeker vol doende voor dertig concerten in deze vorm, heeft de organisten uit alle delen van ons land bereikt. Albert de Klerk vertelde, dat hierbij thema's waren van kinderen van elf en twaalf jaar, verrassend soms van melodische vinding. De keuze was niet eenvoudig. De organisten besloten tenslotte de thema's te nemen, die waren toegezon den door Ans Schulte te Heemstede en de heren T. Rippen te Haarlem, J. F. Ober- mayer te Heemstede en Jan Pasveer te Zaandam. Het thema van Ans Schulte, dat vóór de pauze aan de beurt kwam, had een bij zonder duidelijke structuur. Tonaal was het ongecompliceerd en het bood, ook in zijn geledingen, tal van mogelijkheden tot ver werking, waaraan de markante ritmiek mede dienstbaar gemaakt kon worden. Albert de Klerk, die het eerst over dit thema improviseerde, maakte van al deze mogelijkheden een dankbaar gebruik. Na een preludium, waarin het muzikale ge geven in een rijke fantasie met tal van klankkleuren werd verwerkt, volgde een fuga, die een manifestatie werd van een contrapuntische bedrevenheid, die zelfs de omkering van het thema in het stemmen- weefsel toeliet. Een imposant coda besloot deze indrukwekkende improvisatie, die nog opviel door het handhaven van de muzikale I sfeer, waar het thema om vroeg. Piet Kee improviseerde hierna over het zelfde thema. Hij koos eveneens de vormen van een preludium en een fuga. Maar nu i liet het element der verrassing, van het onverwachte zich gelden, want Piet Kee koos voor het bereiken van zijn doel andere muzikale middelen, melodisch en in harmonisch opzicht, dan zijn voorganger. Hij ontleedde het zorgvuldig en gaf de details een eigen gestalte. Ook hij toonde een grote vaardigheid in polyfone ontwik keling met omkeringen en vergrotingen. Piet Kee hield zijn improvisatie sober van kleur. Toen Albert de Klerk in de tweede helft van de avond over de thema's van Rippen en Obermayer improviseerde, ontstond er een fantasie van modernere muzikale allure, een knappe verwerking van een strak gegeven met een melodie van lyrisch, haast pastoraal karakter, waarbij wederom opviel hoe doeltreffend de organist be schikken kon over het palet van orgel- timbres. Piet Kee bracht een muzikale „overdenking" in de hoofdvorm, waarbij hij twee thema's van Pasveer als hoofd thema en als zangthema gebruikte. Een gedurfde opzet was de voortschrijding in de bas, die knap als „reprise" terugkwam en waarbij ook het spekende, lyrische zang thema wederom een constructief goed ge kozen plaats kreeg. Het concert werd ingeleid door Piet Kee met een voordracht van de Passacaglia van J. S. Bach, die behoudens een te domi nerende bas en te nadrukkelijke vulstem, die het orgel bij het nastreven van een barokklank „plus royaliste que le roi" deed zijn, een waardige inleiding van dit im provisatiefestijn deed worden. Albert de Klerk besloot de avond met de innige en ook majestueuze vertolking van het eerste Orgelkoraal van een van Frankrijks groot ste improvisatoren: César Franck. Dit concert werd bijgewoond door tal rijke toehoorders, niet alleen Haarlemmers, maar ook velen uit andere plaatsen. P. Zivaansunjk leiders in Tapanuli, waaronder de vroege re minister van Voorlichting Lumban To bing, hem hebben verhinderd zijn post te verlaten. De gouverneur van Noord-Sumatra, Ko- mala Pontas, zeide tegenover journalisten in Medan er bij president Sukarno op te hebben aangedrongen naar Noord-Sumatra te komen. Het hoofdkwartier van het leger in Dja karta deelde vrijdag mede, dat de staat van oorlog en beleg, die thans van kracht is in Zuid-Sumatra en twee districten van Noord-Sumatra, geleidelijk aan voor het gehele eiland .Sumatra van toepassing zal worden verklaard. A li paait Masjumi Politieke waarnemers waren donderdag avond van mening, dat indien de Masjumi haar bedreiging om uit de regering te tre den uitvoert, de minister-president parle mentaire steun bij de communistische par tij zal zoeken. Er was evenwel één teken, dat er op wijst, dat hij nog weifelt dit te doen, en dit was de herbenoeming donderdagavond van dr. Sjafruddin Prawiranegara, van de Masjumi, tot gouverneur van de Bank In donesia. Deze benoeming kwam tot stand na een strijd om deze functie tussen de partijen en wordt in sommige kringen op gevat als een bewijs, dat mr. Ali Sastroa- midjojo de Masjumi milder wil stemmen. De Masjumi heeft reeds voorgesteld een nieuwe regering te vormen, onder leiding van de oud-vice-president, dr. Mohammad Hatta, die volgens een der dagbladen in Djakarta donderdag zou hebben gezegd nog steeds bereid te zijn het zijne bij te dragen in de leiding van het land, indien zulks werkelijk nodig mocht zijn en hem daarom zou worden verzocht. De nationa listische partij, die vastbesloten is aan de regering te blijven, heeft het voorstel van de Masjumi verworpen. United Press meldt uit Washington., dat in kringen van de Amerikaanse regering de ontwikkelingen op Suma' :a met meer dan gewone belangstelling gevolgd worden. Men is daar de mening toegedaan, dat elke regering in Djakarta slechts een kortston dig bestaan kan hebben zolang de proble men, die tot de opstand op Sumatra leid den, niet zijn opgelost. Tevens heeft men de indeuk dat de moeilijkheden op Sumatra geen direct ver band hebben met de politieke manoeuvres in Djakarta. Een grotere mate van zelfbe stuur in de verschillende gebieden is de voornaamste wens, en economische hervor mingen vormen de tweede, even belangrij ke. De ontevredenheid over het uitblijven van vervulling dezer wensen heeft zich momenteel op Ali Sastroamidjojo gecon centreerd, maar men gelooft niet dat zijn aftreden deze problemen nader tot een op lossing zou brengen» Er zijn zegslieden in Washington, die de overtuiging uitspreken dat veel kan wor den verbeterd als tegen eind januari het Indonesisch parlement weer bijeenkomt. Deze overtuiging spruit voort uit de ver onderstelling, dat de huidige Indonesische regering in staat zal zijn het vertrouwen van het parlement te winnen. NEW YORK (Reutel-). Het Algerijnse „nationale bevrijdingsfront" is bereid met Frankrijk te onderhandelen over de toe komst van Algerije als dit onder UNO-toe- zicht geschiedt. Het front, dat zegt door Frankrijk erkend te zijn als de enige wer kelijke vertegenwoordiger van het Alge rijnse volk, verklaart dit in een memoran dum aan de politieke commissie van de UNO, die binnenkort de Algerijnse kwes tie zal bespreken. In het memorandum wordt voorts ge zegd, dat de besprekingen van de afgelopen zomer afgebroken zijn omdat de Fransen hun beloften niet hielden en het Algerijnse vertrouwen schonden door een vliegtuig met Algerijnse leiders, die op weg waren naar Tunis, tot een landing in Algiers te dwingen, waar de leiders gearresteerd wer den. Het Algerijnse volk verlangt vurig naar een regeling van het geschil met Frankrijk en het is niet aan dit volk te wijten dat die regeling in het afgelopen jaar niet bereikt is, aldus het fx-ont_ UNO- inmenging is nodig geworden. In de afge lopen twee jaar is reeds teveel Algerijns en Frans bloed gevloeid. Het „nationale be- vrijdingsfront" is bereid mee te werken „aan een formule voor een vreedzame re gelingdoor de UNO naar voren ge bracht op basis van het recht van het Al gerijnse volk op onafhankelijkheid", aldus het memorandum. Algerijnse opstandelingen hebben in de nacht van woensdag op donderdag in West- Algerije de trein van Oran naar Algiers aangevallen. Zes Europeanen zijn daarbij om het leven gekomen, tien mensen wor den vermist. De lijken van vijf der slacht offers zijn verminkt aangetroffen. De trein verbinding tussen Algiers en Oran is ver broken. Het aantal opstandelingen dat se dert dinsdag gesneuveld is, steeg gisteren tot 57. In Algiers, waar het mohammedaanse tram- en buspersoneel staakt, is donderdag een handgranaat in een trolleybus gewor pen. Een Europeaan kwam om het leven. De staking is een gevolg van de onlusten die zich vorige week bij de begrafenis van een vermoorde Europese burgemeester voordeden en waarbij zes mohammedanen door Europeanen vermoord werden. Ook de brievenbestellers, het personeel van de rei nigingsdienst en een deel van de haven arbeiders staken. Elders in het land is wei nig gehoor gegeven aan de stakingsoproep. Premier Mollet is in Parijs besprekingen begonnen met Robert Lacoste, de Franse minister met standplaats Algiers. Mollet pleegt met het oog op de bespreking van de Algerijnse kwestie in de UNO overleg met Lacoste en zijn andere ministers. Er gaan hardnekkige geruchten dat Mollet naar New York wil gaan om de Franse zaak voor de UNO uiteen te zetten. Twee wegens terroristische activiteit ter dood veroordeelde Algerijnen zijn woens dag in de gevangenis van Constantine te rechtgesteld. Franse veiligheidsstrijdkrachten hebben in een reeks van gevechten in Noord- Algerije, 63 opstandelingen gedood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 3