Nederlandse Spoorwegen tevreden
over bedrijfsresultaten in 1956
Hotelier-schilder Frits Schiller
exposeert in Amsterdam
Nieuwe jaar
optimisme
niet zonder
begonnen
De laatste dagen van het
Derde Rijk in „Het einde
f
Effecten- en
Geldmarkt
In juni elektrisch naar Brussel,
in oktober uur dienst
Pianorecital door
Cor de Groot
Paul May filmde geen documentaire
Binnenkort herdenking
van Willem Pijper
Italiaanse postzegel
NELLE NAZIONI UNITE
Kapitaalmarkt
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
E.B.U.-tekort in december
In de V.S.
Koersfluctuaties op de Amsterdamse beurs
van 31 december tot en met 4
januari
Vier drenkelingen bij
aanvaring on het IJ
ZATERDAG 5 JANUARI 1957
(Van een redacteur)
HOEWEL 1956 geen eenvoudig jaar
voor de Nederlandse Spoorwegen is ge
weest, is het toch bevredigend geëin
digd. Het personenvervoer is met onge
veer drie procent toegenomen, het
transport van goederen met twee, waar
door de sterke stijging van lonen, sala
rissen, kosten van grondstoffen, energie,
materialen en materieel konden worden
opgevangen. Het eindresultaat over
1956 zal niet ver afwijken van dat van
1955, toen een, in verhouding tot het
o-eïnvesteerde kapitaal bescheiden, winst
van ruim tien miljoen gulden kon wor
den geboekt.
In 1957 zullen ook N.S. niet ontkomen
aan een investeringsbeperking, welke er
onder meer toe zal leiden, dat het plan
tot ophoging van de spoorbaan in
Haarlem met on gelijkvloerse kruisingen
van Pijlslaan en Westergracht tot nader
order „in de ijskast" zal worden gezet.
Dit deelde de president-directeur van
de n.v. Nederlandsche Spoorwegen, dr. ir.
F. Q. d e n. Hollander, vrijdagmiddag
mee op zijn jaarlijkse nieuwjaarsperscon
ferentie. In technisch opzicht ging de mo
dernisering en voöral economisering van
het bedrijf verder. Weliswaar waren er op
31 december 1956 nog 108 stoomlokomo-
tieven in dienst, maar op het ogenblik dat
dr. ir. Den Hollander zijn toespraak hield,
waren er nog maar 92 over, ten gevolge
van de aflevering van dieselelektrische lo-
komotieven in de afgelopen week.
Enquête
Op de vraag ,,Wat. verwacht men van de
spoorwegen in 1957?" kon de president
directeur thans een op elfduizend ingevul
de enquêteformulieren, die in het afgelo
pen jaar in een veelvoud daarvan onder
het reizend publiek waren uitgezet, geba
seerd antwoord geven. Daaruit immers was
gebleken, dat de treinreizigers aan het
railvervoer verknocht zijn of kunnen blij
ven door comfort, snelheid, stiptheid, vei
ligheid. Wat betreft het comfort zal aan
dacht worden geschonken aan de verbete
ring van restaurants, toiletten, stationsac
commodatie, aanwijzingen er, dergelijke.
De verhoging van de snelheid, waarmee
men vooral beoogt het inleggen- van snel
treinen op de lange afstanden tussen de
treinen van de starre dienstregeling, is een
minder gemakkelijke zaak, omdat er aan
het opvoeren van de snelheid zowel een fi
nancieel als een technisch plafond is. Voor
lopig blijft 120 kilometer de grens. Terzake
van de stiptheid zijn de spoorwegen onder
worpen aan de nadelige invloed van de
uitvoering van werken ten bate van ande
ren, met name het wegverkeer. Alleen al
op de „oude" lijn tussen Amsterdam en
Rotterdam zijn drie grote werken aan de
gang, bij Heemstede, Delft en Schiedam.
Óok de vernieuwing van spoorstaven en
dwarsliggers brengt vertraging met zich,
terwijl ook de overgang naar een gemoder
niseerd bedrijf in zo'n snel tempo als de
laatste tien jaar het geval is geweest een
groot aanpassingsvermogen van het perso
neel vergt.
In concreto staan voor 1957 de voltooi
ing van de elektrificatie van de lijn Vlis-
singen-Nijmegen en het begin, van de elek
trificatie van Alkmaar-Den Helder op het
programma.
Beneluxverkeer
De belangrijkste verbetering welke be
reikt zal worden betekent het gereedkomen
van de volledige elektrische verbinding
Amsterdam-Brussel, waardoor een uur-
dienst Amsterdam-Brussel gereden zal
kunnen worden, om de twee uur recht
streeks, om de twee uur met overstappen
te Antwerpen. Dit zal pas in de aanstaan
de winterdienst het geval zijn, wanneer de
nieuwe treinstellen, welke zowel voor het
Nederlandse als het Belgische systeem van
voltage en rijrichting geschikt zijn, voor
de dienst gereed zijn. Daar het Belgische
systeem is doorgetrokken tot Essen be
hoeft men nu op dat voormalige grenssta
tion niet meer te stoppen of snelheid te
minderen. Gedurende de zomerdienst zal
volstaan worden met elektrisch getrokken
internationale treinen.
Verder komen de T.E.E.-treinen in be
drijf voor de comfortabele en snelle over
brugging van afstanden van vijf- tot acht
honderd kilometer. Van Amsterdam uit
komen deze treinen in dienst op de lijnen
Amsterdam-Parijs en Amsterdam-Ziirich.
Tenslotte zullen in 1957 twee stationswer-
ken geheel of gedeeltelijk gereed komen,
namelijk Rotterdam en Venlo.
Vijand nr. 1
Evenals vorige jaren heeft dr. ir. Den
Hollander veel aandacht gewijd aan de
zorg, welke de Nederlandse Spoorwegen
besteden aan de beveiliging der overwe
gen. De doorsnijding van weg en rail
noemde hij „vijand nummer één".
Bij 41 onbewaakte overwegen werden
knipperlichtinstallaties in dienst ge
steld, waarmede het totaal aantal van deze
installaties op 198 kwam. Bij 33 onbewaak
te overwegen, werden halve bomen aange
bracht, zodat nu 52 overwegen met deze
moderne beveiliging zijn uitgerust. Voorts
werden bij vele overwegen het uitzicht
verbeterd, scotchlite Andreaskruisen ge
plaatst, natriunwerlichting aangebracht,
rode knipperlichtinstallaties geplaatst en
betonelementen in de bevloering gelegd,
„hoewel dit eigenlijk tegenstrijdig is met
het verbod om sneller dan twintig kilo
meter per uur de overweg te passeren en
dat in het belang van de weggebruiker is
gesteld", aldus de heer Den Hollander.
Vrije kruisingen kwamen gereed te Alk
maar, Roermond, Vlaardingen-Oost en Den
Bosch.
Frits Schiller voor zijn schilderij naar een cadeau van zijn personeel.
Ter gelegenheid van diens nog kort ge
leden gevierde zeventigste verjaardag
wordt in de zalen van Mak van Waay te
Amsterdam tot 20 januari een tentoonstel
ling van schilderijen en aquarellen van de
hotelier-schilder Frits Schiller gehouden.
Het „waar haalt de man de tijd vandaan"
is vermoedelijk de eerste vraag, die menig
een zich stelt, wanneer hij dit uitgezochte
en nog maar kleine deel bekijkt van alles
wat Schiller bij elkaar schilderde. Gehaast
is dit werk bovendien niet gedaan. Schillers
vertellende aard doet hem zich nog uit
putten in het geven van de grootste hoe
veelheid details. Op zijn stadsgezichten
staan in alle gevels alle vensters met hun
kozijnen en sponningen, alle ruitjes en gor
dijntjes. Zijn portretten, niet virtuoos, zijn
toch allemaal verschrikkelijk goed gelij
kend. Op de handen heeft hij zitten zwoe
gen. Schiller moet werkelijk wel ieder vrij
uurtje buiten zijn noodzakelijke rust of
huiselijke verplichtingen geven aan zijn
lust. Zo stond de grote fruitmand, die zijn
personeel hem eens cadeau gaf, dan ook de
volgende dag al op het doek. Dat hem de
opening van zijn tentoonstelling te wachten
stond, belette hem niet vier dagen te voren
in Brussel, waar hij oud-en-nieuw vierde,
de Grote Markt met de zo rijk aan bewer
kelijke details zijnde huizen in waterverf
„mee te pikken".
Schillers tentoonstelling is een stukje
Amsterdamse geschiedenis. "We ontmoeten
portretten van Hadjememaar en de Taaie,
eens een bekende aapjeskoetsier, van de
souffleur Ritman van de op 't Rembrandt-
plein welbekende tekenaar Oscar Fabrès,
van de architect Gulden met zijn monu
mentale baard en van „de grote kleine
man" Louis Davids, maar ook Johan Luger,
99
Het werd, tijd dat we de Nederlandse
pianovirtuoos Cor de Groot weer eens te
horen kregen. Hij concerteerde vrijdag
avond voor een talrijk publiek in de Haar
lemse Concertzaal met een programma, dat onder" voor „De
in grote verscheidenheid zijn, capaciteiten
deed uitkomen. Cor de Groot nam zijn aan
loop met een drietal zogenaamde sonates
van Domenico Scarlatti, ééndelige stukken,
door de al te bescheiden componist gewoon
..essercizr'-oefeningen genoemd. Uit de
rijke voorraad dezer „essercizi" (men be
weert dat Scarlatti er meer dan vijfhon
derd componeerde) had de concertgever
een keuze gemaakt, die de nodige contrast-
Het derde deel van de reeks 08.15 naar kaars is jammer. Ik heb er nog eens op
de romans van Hans Helmuth Kirst is nageslagen wat ik over „De kazerne"
thans ook in roulatie gekomen. „Het einde" I schreef en constateer een enthousiasme, dat
heet de film, getrouw naar de titel van het' ik voor „Het einde" in genen dele meer
boek. De overeenkomst houdt daarmee nogkan opbrengen. Ja, bijna ben ik geneigd de
niet op, want welke pogingen Paul May, bewondering in twijfel te trekken, die ik
regisseur van de films 08.15 ook aanwendt voor het eerste deel aan de dag heb gelegd,
oni het tegendeel te bewerkstelligen, hetHeb ik „De kazerne" overgewaardeerd? In
laatste deel kan het niet halen bij het één opzicht is daartoe de mogelijkheid aan-
eerste: „Het einde" doet over alle linies j wezig, omdat er zo weinig maatstaven wa-
kazerne". Precies zo is
het. met de pennevruchten van Hans Hel
muth Kirst het jeval. Wat in „De kazerne"
een vaak verrassende, beschamende en in
ieder geval vlijmscherpe typering mocht
heten van de Pruisische drilgeest, de gesel
van het Duitse leger onder Hitier, een
typering die in de film vaak. een sarcas
tische karakterisering werd met voortref
felijke expressieve kwaliteiten, verloopt
nu in een gewrongen en in de uit
ren tot vergelijking. Er was vóór Kirst zijn
bittere kazerne-romantiek te boek stelde
praktisch geen litteratuur verschenen,
waarin zo onbarmhartig het wezen van
het Duitse soldatendom werd onthuld en
de heldhaftigheid zozeer tot redelijke pro
porties werd teruggebracht en ontmaskerd.
De film, die Paul May naar deze roman
maakte, loog er evenmin om, ja, ze was
voor mijn gevoel zelfs sterker, omdat ze in
«u ui, ..w.6v nu in een gewrongen en in ae uil- bppM vermocht te brengen wat. Kirst niet
werking verzekerde en waal-mee hij vol- j beelding der Amerikanen bijna belachelijke macht had te la°ten meespelen- de
r)nonri« A* trr&n.irverhrtiiAmierpn van r e zaal i in zlJn rnauu nact ie laten meespelen, ae
doende de klankverhoudingen van de zaal caricatuur met de intrige van een dood-
i-i 1J.t 1 M n T?nv t
kon aftasten alsmede die van de Förster-
vleugel.
Na dit diverterend preludium zette de
concertgever er alles op om de „Appas-
sionata" van Beethoven een uiterst drama
tische vertolking te geven, die een kracht
proeve betekende voor het instrument. Het
was buiten kijf een schitterende, virtuoze
prestatie, meeslepend door haar romanti
sche, vrije allure, doch naar mijn smaak
met een tekort aan contrastwerking van
mildere neventinten. Hetzelfde meen ik te
mogen zeggen van de interpretatie van het
..Scherzo" in cis van Chopin: het is een
kwestie van registreerkunst die als tegen
wicht van het virtuoze effect de klank
poëzie haar voorname werking dient te
gunnen. Ik denk hier bijvoorbeeld aan het
koraalthema, dat in een ongeforceerde
nuance haast als een orgel kan klinken en
dan ook een sublieme contrastwerking be
reikt. Intussen had Cor de Groot met een
elegante niaar tevens innige vertolking
van de ..Berceuse" van Chopin overduide
lijk getoond, dat de poëzie van, de klavier -
klanik hem volkomen vertrouwd is. En dit
bleek niet minder uit zijn interpretatie
van de pianistische parafrase, die Liszt
op het 123ste Sonnet van Petrarca com
poneerde. De kern hiervan is in feite een
sentimenteel melodietje, maar de pianisti
sche omlijsting put tal van mogelijkheden
uit om door tegenstemmen en kleurige
nuances het stuk tot een dankbare opgave
te maken. Deze smaakvol verpakte „bon
bon" werd ons met dat al als een juweel
tje van pianistick voorgetoverd.
Cor de Groot betuigde verder zijn ge
loof in de kunst van Liszt met een bril
jante verklanking van, diens „Valse im
promptu". Ik hoop het nog te beleven dat
de Nederlandse klaviervirtuoos ons eens
vergast op de „Sonate in b" cn de Mefisto-
wals" de artistieke hoogtepunten van
Liszt's composities voor piano-solo. De
Groot toonde zich ook een fijnzinnige
klankpoëet als vertolker van „Bruyères"
en „Reflets dans l'eau" van Debussy en
niet minder beeldend en suggestief wist
hij de Iberia-sfeer in „Evocacion" en „El
Puerto" van Albeniz te treffen. Deze
Franse en Spaanse muziek klonk er niet
minder briljant om.
Voor het geestdriftige applaus, dat hem
ten deel viel, dankte de concertgever met
een „Contradans" van Beethoven.
Jos. de Klerk
gewone detective-story, zeer onsamenhan
gend, een armzalig restant. Slechts bij vla
gen proeft men wat Kirst in zijn boek en
May in zijn film willen tonen: de reddeloze
ondergang van het Derde Rijk op het mo
tief van „besiegt und zerschlagen das tap-
fere Heer". En ongeloofwaardig worden
alle figuren, die met de wrok aan de nazi's
in het hart rondlopen, maar braaf de arm
heffen en de Führer heil toewensen of hem
in zulke krasse bewoordingen afzweren,
dat men zich afvraagt hoe ze hem nog
konden overleven nu ze niet in de oorlog
gesneuveld zijn.
Dat zo een in opzet veelbelovende docu
mentatie van een episode uit de jongste
geschiedenis moest uitdoven als een nacht-
ww* muni www
lil
De Italiaanse posterijen zullen binnen
kort een zegel uitgeven ter herdenking
van het feit, dat Italië een jaar lid is
van de UNO. De lichtbruine zegel van
25 Lire toont een ongewone projectie
van de wereldkaart.
nuance, de fijnere detaillering, die juist zo'n
prachtige contrastwerking opleverde met
de grove uitdrukkingsmiddelen, waarvan
én Kirst én de door hem gecreëerde wezens
zich bedienden. Daarom overtrof de filmer
May de schrijver Kirst.
Toen hij het vervolg op „De kazerne"
verfilmde, was dat al niet meer zo. In zijn
boek kwam Kirst niet verder dan een vrij
oppervlakkige voortzetting in andere om
standigheden van het bestaan, dat zijn
soldatenfiguren leidden. Duidelijk kwam
aan het licht waarin hij te kort schoot. Hij
kon zijn figuren niet uitdiepen, hij kon
alleen nieuwe situaties bedenken, waarin
ze naar de eenvormigheid van hun vast
gestelde eigenschappen handelden. Er zat
geen groei meer in. Hoogstens stak de sol
daat Vierbein boven de anderen uit: zijn
trouw-tot-de-dood had tenminste nog een
tragisch en zuiver menselijk-idealistisch
aspect. Do overigen bleven zichzelf gelijk.
Paul May kon er in zijn filmische weergave
niets aan toevoegen: de documentaire in
slag ging tegelijk teloor. En nog sterker
ervaart men dat in „Het einde". Slechts
zelden wordt men geconfronteerd met ver
schijnselen als de „Volkssturm" en met
pantservuisten gewapende broekjes van de
Hitler-Jugend. Wanneer dat gebeurt ligt
de ironie er zo dik op, dat men het aan-
I voelt als een soort onnodige zelfverlooche-
ning van de Duitser, die schuld bekent. De
oppermachtige grootschreeuwer Schulz
treffen we doorgaans dronken aan. De felle
Asch doet niets dan achter twee S.D.'ers
aanjagen, die zich via een reeks moorden
een weg proberen te banen naar een veilige
haven. De schurken krijgen hun verdiende
loon, maar het Duitse volk, het Duitsland
van 1945 gaat schuil achter deze indivi
duen, we zien het niet, we merken het niet.
De kans om alsnog een indrukwekkend
documentair tijdsbeeld op te roepen heb
ben noch Kirst noch May aangegrepen. Ze
vergènoegen zich met de ons al bekende
gezichten te tonen in een omgeving, die
aangepast is aan de dagen van '45. Wat er
in de gemoederen der Duitsers omgaat, wat
er echt in hun innerlijk gebeurt, blijft in
het duister. Maar misschien is dat te veel
verlangd, wanneer men uitgaat van een
gegeven als Kirst presenteert. Misschien
moet men met de „ersatz" vooralsnog te
vreden zijn.
P. W. Franse
Cor van der Lugt Melsert, Johan Kaart en
de schilder Gerard Sluyter kijken ons hier
aan.
Van de stadsgezichten is dat van het
Oudekerksplein wel een bijzonder geval.
Dit grote doek heeft iets van de charme
rende naïveteit van 'n zondagsschilder in de
opsomming der dingen. Het heeft 'n aan
trekkelijke sonore kleur en mag een door
wrocht werkstuk genoemd worden. Trou
wens men kan moeilijk zeggen dat Schiller
niet op alles zijn best heeft gedaan. En
misschien is het de ernst, getoond in zijn
bezigheid, die ons ontroert, ook al vinden
we niet alles even mooi. Het is natuurlijk
ook dat Amsterdam, waarvan zijn werk
meestal doortrokken is, dat ons op één of
andere wijze pakt. En waarlijk, er zijn hier
een paar mooie dingen te zien: het portret
van de schilder Sap van Drente, die be
vriend was met Domela Nieuwenhuis, het
gelijkwaardige van Gerard Sluyter en tus
sen beide dat stilleven! Ontegenzeggelijk
knap is de kop gedaan in het portret van
Schillers schoonmoeder, mevrouw Italiaan
der. Natuurlijk is een klein bescheiden zelf
portretje me liever dan de zich zo sterk op
de voorgrond schuivende beeltenis van Cor
van der Lugt Melsert, dat dan toch nog
maar een raak ding is.
Bob Buys
HET JAAR 1956 moge dan wat econo
mische ontwikkeling en nationale welvaart
betreft, beneden de verwachtingen zijn ge
bleven, de toestand in binnen- en buiten
land is toch gelukkig niet zodanig dat de
prognoses voor het nieuwe jaar in mineur
luiden. Integendeel men zou kunnen
zeggen dat over het algemeen, ondanks tal,
van ongunstige factoren, ook in onze oude-
jaarsbeschouwing genoemd, de naaste toe
komst met een zeker vertrouwen wordt te-
gemoetgezien. En ook de effectenbeurzen,
zowel die van de V.S., als die van Europa,
waar onder ook die van Amsterdam, geven
in stemming en koersverloop blijk van een
gematigd optimisme. Een van de voor
naamste oorzaken hiervan is vermoedelijk
wel dat men als gevolg van de meer en
meer geperfectioneerde statistische weten-
schap over een vrij volledige feitenkennis
beschikt en hierdoor in staat wordt gesteld
zich de omstandigheden, waaronder moet
worden geleefd- en gewerkt, ten volle te
realiseren. Het moge dan waar zijn dat
men en ook hier in Nederland zich
enige tijd aan de mogelijkheden van een
hoogconjunctuur heeft vergaapt, het zegt
toch wel iets dat zelfs de heer Suurhoff als
minister van Sociale Zaken en Volksge
zondheid openlijk verklaart dat we de
maag hebben bedorven door te veel te eten
en thans een poosje op thee en beschuit
moeten leven. Het feit dat de werkelijk
heidszin het ook in de kringen van de heer
Suurhoff van de verbeeldingskracht gaat
winnen, is voor de economische mogelijk
heden van het komende jaar van grote be
tekenis, omdat cle verwezenlijking daarvan
alleen mogelijk is door een harmonieuze
samenwerking tussen kapitaal en arbeid,
een overweging, welke het Verbond van
Nederlandse werkgevers er toe heeft ge
leid zich nogmaals in duidelijke bewoor
dingen ten gunste van de stabilisatiepoli-
tiek der regering uit te spreken. De moei
lijkheden, welke zich op dit terrein zullen
voordoen en nu reeds vooi'doen, mogen in
tussen niet worden onderschat en zullen
ook alleen kunnen worden overwonnen als
daadwerkelijk gestreefd wordt naar een
stabilisatie van de bedrijfskosten en hier
aan ook door de werknemers wordt mee
gewerkt. In zoverre zou het jaar 1957 een
jaar van verrassingen kunnen worden.
Door zijn sterk groeiende bevolking en
het gebrek aan grondstoffen is Nederland
in zeer sterke mate van de economische
ontwikkeling in het buitenland en niet het
minst van die in de V.S. afhankelijk en het
is daarom bemoedigend dat het Ameri
kaanse bedrijfsleven het nieuwe jaar vol
vertrouwen tegemoetgaat en er verwach
tingen worden uitgesproken, welke de
werkelijkheid van 1955 en 1956 overtref
fen. Zo wordt bijvoorbeeld voor de staal-
nijverheid de produktie. van 119 miljoen
ton in 1955 tot 117 miljoen ton in 1956
teruggegaan (staalstaking) in het nieuw
begonnen jaar op 115 a 120 miljoen
ton geraamd met een goede kans op een
record en ook voor de olie- en de
terloops moge worden opgemerkt dat een
beperking van de investeringen in ons land,
gelijk de regering thans beoogt, het gevaar
oproept dat een vergroting van onze indus
triële produktie daardoor wordt tegenge
gaan. Na prof. Posthuma heeft dezer dagen
ook de Nederlandsche Handel Maatschap
pij in haar kwartaalsrapport daarom tegen
een belemmering van de investeringen en
de kredietverlening gewaarschuwd, omdat
men hierdoor dc bron aantast, waaruit
tenslotte de mogelijkheden tot een verho
ging van de reële lonen voor de werk
nemers moeten ontstaan. Het is uit de be-
drijfsberichten, welke de laatste tijd wor
den gepubliceei'd, wel gebleken dat in vele
gevallen alleen door een vergroting van de
produktie en de omzet de winsten op peil
kunnen worden gehouden en ook dat voor
de verdere bedrijfsontwikkeling veel gro
tere kapitalen nodig zijn dan voorheen. Zo
heeft de directie van de Hoogovens bijvoor
beeld medegedeeld dat voor een scheeps
lading Labradorerts voor het uitbreken van
de Suezcrisis f 250.000 aan vracht moest
worden betaald en thans f 450.000. Een ta
bakshandelaar vertelde ons dezer dagen
dat voor eenzelfde partij tabak vroeger
f 20.000, thans het tienvoudige daaiwan
moet worden neergeteld.
ALS WE DAAROM voor het nieuwe jaar
aan één ding behoefte hebben, is het wel
aan een verruiming van de kapitaalmarkt,
welke thans geen ruimte laat voor nieuwe
kapitaalsuitgiften bij de bedrijven, nadat
1956 op dit punt reeds een aanmerkelijke
teruggang heeft aangewezen. Wat obliga
ties betreft, ging het bedrag van de nieuwe
uitgiften van ruim f 1 miljard in 1955 tot
f 776.5 miljoen terug, wat de aandelen be
treft, van f 440 miljoen tot f 145.7 miljoen
en nog altijd is de kapitaalmarkt praktisch
voor het bedrijfsleven gesloten. Aan de ene
kant mag worden verwacht dat door de be
perking van de bestedingen, zowel bij het
bedrijfsleven als bij de particulieren, meer
kapitaal zal vrijkomen, aan de andere kant
is de scherpe teruggang van de spaarin-
lagen en van creditsaldi bij de handels
banken een verschijnsel dat vooreerst geen
daling van de rentestand doet verwachten.
Van invloed hierbij is ook dat de institu
tionele beleggers reeds voor vele maanden
in het nieuwe jaar hun ter beschikking ko
mende gelden hebben „verzegd" en dat de
gemeenten hun vlottende schulden aan het
Op 18 maart is het tien jaar geleden, dat
de Nederlandse componist Willem Pijper
overleed. Om dit feit te herdenken is een I nieuw
comité gevormd, dat organiserend en coör- J rubberproduktie verwacht men een verdere
dinerend wil optreden, waar het uitvoe
ringen van Pijpers werk betreft en deze
als een landelijke manifestatie te doen ge
schieden in de maand maart 1957. Kamer
muziekconcerten in Amsterdam, Den Haag
en Utrecht zijn in voorbereiding. In Rot
terdam staan deze reeds vast. Verschillen
de orkesten overwegen in verband met
deze herdenking, werken van de meester
ten gehore te brengen. Tevens zijn er plan
nen voor lezingen en tentoonstellingen in
Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en
Utrecht over leven en werk van Pijper. In
het herdenkingscomité hebben zitting ge
nomen: Daniël Ruyneman, componist in
Amsterdam, voorzitter; Peter Hansen, pia
nist in Den Haag, secretaris; dr. Louise
Bolleman in Amersfoort; Marius Flothuis,
componist en artistiek leider van het Con
certgebouw-Orkest in Amsterdam; Bertus
van Lier, componst in Amsterdam; Johan
de Molenaar, directeur van het Utrechts
Stedelijk Orkest en Wim H. Thijsse.
ADVERTENTIE
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
- en u zult 's morgens
kiplekker uit bed springen
Elke dag: moet uw lever een liter gal in uw
ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet. Het bederft. U voelt u opgeblazen,
u raakt verstopt. Uw lichaam wordt vergiftigd
u bent humeurig, voelt u ndar en loom.
De meeste laxeermiddelen zfln slechts lap
middelen. Neem CARTERS LEVERPILLETJES-
or.schadeltjk. plantaardig en zacht - om de liter
gal op te wokken, die uw lichaam dagelijks nodig
heeft. U zult zich weer een ander mens voelen.
Vraag Carters Leverpilletjes. f. 1.20 per flacon.
Het betalingsverkeer met de aan de
Europese Betalings Unie deelnemende lan
den heeft voor Nederland in december 1956
een tekort van f 5.817.800 opgeleverd. Aan
rente voor het tweede halfjaar van 1956
over de vordering op de EBU ontvangt
Nederland echter f 6.224.400, zodat het
overschot over december per saldo f 406.600
bedraagt.
Van dit bedrag zal Nederland f 304.000
in goud of dollars ontvangen.
De vordering van Nederland op de EBU
bedraagt thans f 417.855.60Ö.
uitbreiding, terwijl zelfs de automobielen-
produktie, welke in 1956 tot 6 miljoen
wagens terugliep, naar men verwacht een
half miljoen meer zal kunnen afleveren.
Het bruto-proaukt, dat wil «eggen de totale
waarde van alle geproduceerde goederen
en verleende diensten, dat voor 1956 een
recordcijfer van 410 miljard heeft be
reik), wordt voor 1957 opnieuw hoger ge
raamd, zij het dan ook dat dit voor de helft
een gevolg zal zijn van hogere prijzen. En
wat tenslotte niet het minst van betekenis
moet worden geacht is de verwachting dat
de industriële investeringen, welke in 1956
met 21 percent tot 40 miljard zijn ge
stegen, in het nieuwe jaar verder met circa
II percent zullen toenemen en de dividend
uitkeringen het bedrag van 100 miljoen
zullen overschrijden.
VAN PESSIMISME is in de V.S. dus
geen sprake en de New Yorkse beurs heeft
zich dan ook sinds het hachelijk moment,
waarop men het uitbreken van een derde
wereldoorlog vreesde (28 november j.l.)
reeds flink kunnen herstellen. Terwijl be
gin april 1956 met een indexcijfer voor in
dustriële aandelen een hoogste stand van
521.05 werd bereikt en op 28 november j.l.
een laagste punt van 466.10, is het afge
lopen jaar op een niveau van 499.47 ge
ëindigd, zodat reeds meer dan de helft van
het geleden verlies kon worden ingehaald.
Ongetwijfeld spelen in de V.S. inflationis-
tische factoren hierbij een rol. maar dit is
voor de effectenbeurs min of meer van
secondaire betekenis. Men heeft zich lang
zamerhand bij een geleidelijke waardever
mindering van het geld als bij een nood
zakelijk kwaad neergelegd, ook al doet men
voortdurend pogingen dit kwaad zoveel
mogelijk te beteugelen. Een feit is dat het
indexcijfer voor de grondstoffen in de V.S..
dat begin januari nog op 406 stond en in
maart zelfs tot 403 kon dalen, in het twee
de halfjaar geleidelijk is gestegen, zodat
het op de laatste beursdag van het jaar een
hoogtepunt van 442 heeft bereikt.
Het is duidelijk dat deze prijsstijging ook
voor ons land, dat belangrijke hoeveel
heden grondstoffen uit de V.S. importeert,
betekenis heeft en de prijsstabilisatie zal
bemoeilijken. Aan de andere kant zal een
verdere toeneming van de kapitaalsuit
gaven bij de Amerikaanse bedrijven en van
de particuliere bestedingen de exportmoge
lijkheden van ons land vergroten, waarbij
Vrijdag 4 januari 1957
Laagste
Hoogste
Laatste
i,,
■..rei'h
koers
koers
tijdvak
t.o.v. 28 dec. '5
Alg Kunstzijde Unie
214Va
220Va
217:,At
2
Van Berkels Patent
1821/»
1867a
184
Va
Van Gelder Zonen
207
208'/-»
20874
IV4
Kon Ned Hoogovens
298
29974
298
2
Ned Kabelfabriek
287'/a
291
291
0
Philips
229'/a
240
23874
17a
342'/a
352
351'Vs
4-
9V<
Wilton-Fijenoord
219'/a
219'/ï
Kon Petroleum
169.50
168.35
7.80
Holland-Amerika Lijn
187
190
187
2
Kon Ned Stoor Mij
I70Vi
173
171
0
Neder] Scheepv 'nip
17lVa
173
172
V»
Van Ommeren
280Vi
28074
.msterdam Rubber
83
827a
Va
UVA
98l/«
100
'00
17a
Ver Deli Maats, happiien
ïoevs
108
1061/;
1
<-3%% Nederland 1947
86V4
857»
1% Invest cert Ned
91'/!
91
Vst
3% Nederland 1962 64
89"'IA
907*
90
_1_
»/M
Onwil en (nominaal):
Vorige week (def.) (3 dagen):
Deze week (voorl.) (3 dagen):
Aandelen 4.732.255,
Aandelen 4.747.590,—
Obligaties 7.528.299,
Obligaties 6.088.853.—
eind van 1956 tot weinig minder dan f 750
miljoen hebben zien stijgen en met grote
financieringsmoeilijkheden zitten. Bergen
op Zoom heeft reeds kasgeldleningen moe
ten opnemen tegen 53s percent en men be
hoeft, niet te vragen welk rentepercentage
thans voor vaste leningen zal moeten wor
den betaald. Ook het Rijk is nog steeds
slecht bij kas en per saldo kan alleen door
een verbetering van de betalingsbalans en
derhalve door een herstel van de goud- en
deviezenreserve bij de Nederlandsche
Bank de gewenste ontspanning intreden.
Deze laatste is in 1956 met circa f 700 mil
joen teruggegaan en ook de maand decem
ber heeft weer een vermindering doen zien.
Er zijn dus ontegenzeggelijk moeilijkheden
te overwinnen, maar een winstpunt is dat
men ze thans nuchter onder de ogen ziet.
Voor de fondsenbezitters is het bemoe
digend dat het koerspeil, gelijk we dit de
vorige week hebben geïllustreerd, zich bij
de gewijzigde omstandigheden heeft aan
gepast. Van 238.17 in mei 1956 is het index
cijfer voor de aandelen sinds november tot
179.17 gedaald, maar sindsdien weer tot
omstreeks 200 opgelopen.
De over het algemeen niet ongunstige be-
drijfsberichten hebben hiertoe bijgedragen,
terwijl de jaarwisseling zich voorts door
een schuchter optimisme voor Indonesische
fondsen heeft gekenmerkt. De tegenrevo-
lutie op Sumatra en in enkele andere delen
van Indonesië heeft de hoop gewekt dat
het toekomstig regeringsbeleid meer zal
worden gericht op de medewerking van het
buitenlands en ook van het Nederlands ka
pitaal en ook de Nederlandse bedrijven
weer een gelijkberechtigde plaats in de In
donesische economie zullen kunnen in
nemen. Enkele onverwachte transfers en
dividendbetalingen worden reeds als een
aanwijzing hiervan beschouwd. De oud
gouverneur van de Bank Indonesia, Sjaf-
fruddin Prawh-anegara, heeft daarover de
zer dagen wijze woorden gesproken en ae
afgetreden directeur van de Stoomvaart
Maatschappij „Nederland", mr. Delprat, is
blijkens een recente uitlating van oordeel
dat de positie van de Nederlanders in Indo
nesië reeds aan het beteren is en er voor
de Nederlandse ondernemingen aldaar een
meer hoopvolle toekomst daagt.
Voor positieve uitspraken is het nog te
vroeg, maar het niéuwe jaar begint in elk
geval met een ietwat verbeterd perspectief,
zodat op de Amsterdamse beurs het index
cijfer voor de koersen van Indonesische
fondsen van zijn laagste punt (96.68 op
28 november) tot circa 103 is gestegen. Het
ligt thans nog circa 90 punten beneden de
top van 1955 en als inderdaad voor de Ne
derlandse bedrijven in Indonesië betere
tijden op komst zijn, is er voor een verdere
koersstijging een ruime speling, daar het
rendement van vele Indonesische aandelen
thans 10 a 15 percent bedraagt.
Wie weet.
Vrijdagavond is op het IJ, ter hoogte van
de De Ruyterkade bij cle jachthaven, een
aanvaring" geschied tussen de Duitse kust
vaarder Conrad" en een sleepbootje van
de Amsterdamse Droogdok Maatschappij
„Droogdok 10", dat personeelsleden van de
A.D.M. naar cle stad vervoerde. Vier van
de opvarenden van het sleepbootje raak
ten te water: twee van hen sprongen in
paniek over boord en de twee anderen
vielen tengevolge van de schok in het kou
de water van het op dat tijdstip van de dag
druk bevaren IJ. Geassisteerd door te hulp
gescho'en motorbootjes van de havenpoli
tie en de K.N.S.M. slaagde men er in de
vier drenkelingen uit het water te halen.
De kustvaarder, die enige lichte bescha
digingen opliep, zal zijn reis naar Duits
land kunnen vervolgen. Ook het sleepboot
je is niet ernstig beschadigd. Het onder
zoek naar de oorzaak van cle aanvaring is
nog gaande.