Busvervoer in Haarlem
en omgeving nam toe
Sociale en artistieke aspecten bij
Haarlemse aankooppolitiek
Belangrijke orders en bedrijvigheid
in industriële bedrijven
Raadslid G. Schilling nam
afscheid van zijn werk
Zondagrijverbod was gunstig
voor Maarse en Kroon
Nieuwjaarsrede van burgemeester mr. M.M. Kwint
Hindoedanseres Saba
had veel succes
in Indonesië
WOENSDAG 9 JANUARI 1957
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
6
Contraprestatieregelin g kunstenaars
Kunstenaars-beroepsverenigingen binnenkort
in kunstopdracht-commissie vertegenwoordigd
oeScW*wn-"
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Filmprogramma voor
rijpere schooljeugd
Verbetering adres
Mutaties bestuur
„Huisvesting bejaarden"
Gezellig Samenzijn gaat
gouden jubileum vieren
METAALINDUSTRIE IN HAARLEM
GROTE NIEUWJAARS-
BLOEMENSHOW
VELSENS EERSTE RAAD IN 1957
Hernieuwde belangstelling
in Engeland voor Disraeli
Faillissementen
Gast in Haarlem
Bilderdijk-expositie
Tijdens de behandeling van de hoofd
stukken van de gemeentebegroting van
Haarlem is de vraag gesteld of Burge
meester en Wethouders de toepassing van
de sociale bijstandsregeling voor beeldende
kunstenaars bevredigend achtten. In de
Memorie van Antwoord is hierop bevesti
gend geantwoord, waarbij meegedeeld
werd, dat er per 11 juni 1956 verbeterin
gen in de bedoelde regeling zijn aange
bracht.
De bijstandsregeling, die ook wel wordt
samengevat onder de naam contraprestatie
regeling, is in 1949 door de overheid inge
steld om beeldende kunstenaars, die tijde
lijk in moeilijkheden zijn geraakt te steu
nen door hen wekelijks een steunbedrag
uit te keren, waardoor zij met hun gezin
nen op bescheiden voet kunpen leven.
Als tegenprestatie leveren de kunstenaars
werken, die door de overheid (rijk en ge
meente) worden aangekocht. Deze werk
stukken moeten beoordeeld worden op hun
artistieke waarde, teneinde het aankoop
bedrag te kunnen vaststellen.
Men kan gemakkelijk begrijpen, dat bij
een dergelijke regeling veel, zo niet alles
afhangt van de plaatselijke commissie
sociale kunstopdrachten, vooral ten aan
zien van het door deze commissie aan
vaarde uitgangspunt.
Artistiek en sociaal
Dit uitgangspunt kan van tweeërlei aard
zijn, althans de klemtoon kan bij de beoor
delingen op twee aspecten komen te liggen.
Men kan bij het beoordelen de nadruk
leggen op het artistieke element, of op het
sociale. Deze twee elementen vormen de
basis van de gehele steunregeling voor
kunstenaars. In bepaalde twijfelgevallen
zou men zelfs de balans moeten kunnen
doen overslaan naar het sociale vlak, om
dat immers de regeling is ingesteld voor
kunstenaars, die „tijdelijk in moeilijkheden
verkeren".
Men zal begrijpen, dat de toepassing van
een regeling, die in theorie zo eenvoudig
lijkt, in de praktijk op tal van moeilijk
heden stuit. In de eerste plaats zijn er de
artistieke kwaliteiten van de vervaardigde
werkstukken. Een punt, waar eindeloze
discussies over gevoerd kunnen worden en
waarover twee commissies, van gelijke
deskundigheid en integriteit, heel verschil
lend kunnen oordelen. Verder speelt de
leeftijd van de kunstenaar een rol. Een
jonge kunstenaar, die blijkens zijn werk
stukken geen, of onvoldoende talent heeft,
kan gemakkelijker omgeschakeld worden
dan een oudere, die al zovele jaren het
ambacht van kunstschilder uitoefent. Zo'n
man kan uiteraard moeilijk „omgebogen"
worden naar een andere beroepsuitoefening
en het is vooral voor deze categorie kun
stenaars, dat de zogenaamde contrapresta
tieregeling in het leven werd geroepen.
Als men de regeling naar de geest van
haar opzet wil toepassen zal men in der
gelijke gevallen eventueel voor de kunst
zinnige waarde van het werkstuk een oogje
moeten dichtknijpen, om de nadruk te leg
gen op het sociale aspect van het geval. En
als in zo'n geval de kunstenaar geholpen
kan worden, zonder dat hij in een andere
regeling komt te vallen, dan zal men dit
in vele gevallen zonder aarzeling moeten
doen.
Dit althans is de mening van de Neder
landse Federatie van Beroepsverenigingen
van Kunstenaars, die de zaken van vele
kunstenaars op het stuk van bijstandsrege
lingen behartigt en die daardoor tot een
„vakvereniging voor kunstenaars" gewor
den is.
De contraprestatieregeling is in alle
plaatsen in Nederland, waar kunstenaars
leven, ingevoerd. Het rijk draagt voor 75
percent van de kosten bij, de rest wordt
door de gemeenten gefinancierd. Bij de
aankoop van kunstwerken geldt dezelfde
verhouding: hiervan gaat ongeveer drie
kwart naar het rijk, waartegenover één
kwart door de gemeente wordt aangekocht.
Geen museumkwaliteit
Nu stelt de federatie zich op het stand
punt, dat het te beoordelen werk niet van
museumkwaliteit behoeft te zijn. Nodig is
slechts dat de kunstenaars „behoorlijke"
werkstukken inleveren. Op het stuk van
deze kunstbeoordelingen hebben zich in
het verleden, met name in Haarlem, wel
eens moeilijkheden voorgedaan, die alle
waren terug te voeren tot een te streng
vasthouden aan de artistieke waarde van
de door de kunstenaars aangeboden wer
ken. Deze moeilijkheden werden, na wei
gering van het bewuste kunstwerk, toege
spitst doordat de kunstenaar zich op deze
wijze van zijn steunbedrag zag beroofd.
Vroeger was het namelijk zo, dat een kun
stenaar, die om een of andere reden niet
meer voor een sociale kunstopdracht in
aanmerking kon komen, in de zogenaamde
zelfstandigenregeling werd opgenomen. Zo
kon het soms gebeuren, dat iemand, die
bijvoorbeeld vroeger al was geaccepteerd
voor het leveren van een kunstwerk, later
tewerk werd gesteld omschuttingen te
teren. Of iemand anders, die in zijn jon
gere jaren de Prix de Rome had verworven
en een koninklijke subsidie had genoten,
bij de Dienst Uitvoering Werken werd te
werkgesteld.
Begin juni is de contraprestatieregeling
echter aangevuld, zodat het tegenwoordig
mogelijk is, dat een kunstenaar, die niet
meer voor een sociale kunstopdracht in
aanmerking komt, op grond van een arti
kel van de Beeldende Kunstenaarsregeling
een sociale by stand zal kunnen ontvangen.
Mogelijkheid van beroep
Overigens bestaat er voor de kunstenaar
de mogelijkheid om van de beslissing van
de plaatselijke commissie sociale kunst
opdrachten in beroep te gaan bij de cen
trale commissie van beroep te Den Haag,
die als revisiecommissie de uitspraak van
een plaatselijke commissie kan herroepen.
In het algemeen is de grote moeilijkheid
bij het beoordelen van de vervaardigde
kunstwerken gelegen in het vellen van een
artistiek oordeel in een sociaal geval. Met
het oog hierop is bij de verandering van
juni 1956 de mogelijkheid open gelaten om
de plaatselijke adviescommissies uit te
breiden met twee vertegenwoordigers van
de beroepsorganisaties. Tot dusverre was
de Haarlemse commissie voor sociale
kunstopdrachten samengesteld uit twee
kunstenaars, de heren prof. Otto de Kat en
Mari Andriessen, de directeur van de ge
meentelijke dienst van Sociale Zaken, de
heer D. H. Suerink, de directeur van het
Frans Halsmuseum de heer H. P. Baard en
de adjunct-consulent voor Noordholland
van het ministerie van Sociale Zaken, de
heer H. L. C. Kruse.
De federatie van Beroepsverenigingen
van Kunstenaars heeft er by het gemeente
bestuur op aangedrongen haar in staat te
stellen kandidaten aan te wijzen voor de
door de ryksregeling gewenste uitbreiding
van de commissie. Naar wij vernemen ligt
het in de bedoeling van B. en ,W. binnen
kort de Nederlandse kring van Beeldhou
wers en de Nederlandse Vereniging voor
Kunstschilders, die beide zyn aangesloten
by de Nederlandse federatie, te verzoeken
kandidaten voor de twee aanvullende
plaatsen in de commissie aan te wyzen.
Als de commissie op deze wyze zal zyn
aangevuld, wordt de mogelijkheid gescha
pen in de toekomst een bcoordelingsbeleid
te volgen, waarbij naast het artistieke, ook
het sociale element naar voren komt.
ADVERTENTIE
n Moscatel.
8eïmporteerd door OUD-Haarlem
fÜÉ"
ONDERTROUWD 8 jan.: C. van Norde en
A. Smit.
GETROUWD 8 jan.: H. F. H. H. M. Ver
beek en J. C. Tielens.
BEVALLEN van een zoon, 7 jan.: M. J.
van Weel—De Koninck; A. Wijker—Verbeek;
8 jan.: R. WeijlandVan Leen.
BEVALLEN van een dochter, 5 jan.: A. J.
van PaasschenSommer; S. M. Levarht—
Klijn; 7 jan.: M. KruijerDriessen; W. A.
BartelsVan Saase; 8 jan.: C. T. van Os
Van Damme.
OVERLEDEN 6 jan.: J. A. de Vries, 70 j.,
Riviervismarkt; H. J. Veen, 71 j., Gasthuis-
vest; G. de Groot—Berghuis, 79 j., Gasthuis-
vest; C. Eveleens—De Haas, 68 j., Stuyve-
santstraat; C. CostersKerkhoff, 85 jaar
Leidsevaart; 7 jan.: M. Timmer, 75 jaar,
Generaal Cronjéstraat; J. Molenaar, 77 jaar,
Waldeck Pyrmontstraat; G. Lijbers, 74 jaar,
Gasthuisvest; J. J. Steenvoorden, 61 jaar,
Kamperlaan; M. M. KlokKoelega, 92 jaar,
Ripperdapark.
De regelmatige stijging van het perso
nenvervoer zette zich ook in 1956 voort.
Tijdens de zeer strenge wintermaand Fe
bruari vertoonde het vervoer een ver uit
stekende top. Daartegenover waren de
voor strandvervoer ongunstige weersom
standigheden oorzaak van een minder ster
ke spits in het zomervervoer, aldus ver
meldt het jaarverslag van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en
omstreken over het vervoer door de N.Z.H.
Bij bijzondere gelegenheden (bloemen
corso, warme zomerdagen) ontwikkelde het
verkeer zich zo sterk, dat de wegen bij
lange niet in staat waren het verkeer be
hoorlijk te verwerken. Daardoor dreigde
ook het openbare personenvervoer, dat re
latief de meeste personen in de kortst mo
gelijke tijd kan verzetten, lam gelegd te
worden.
Het lokale vervoer te Haarlem ontwik
kelt zich goed. Ook hier dreigt het ver-
keers- en parkeerprobleem het stadscen
trum ontoegankelijk te maken. Wil men de
stad de functie van verzorgingscentrum
blijvend laten vervullen, dan zal men ri
goureuze maatregelen niet kunnen ont
gaan. In elk geval zullen de grote aantal
len winkelende personen, waarvan de
meesten per openbaar vervoermiddel ko
men en gaan, in het centrum van de stad
gebracht moeten worden.
De voorbereidende maatregelen voor de
vervanging van tram- door autobusexploi
tatie op de interlokale lijnen, vonden ver
dere voortgang. Gedurende 1956 bleven de
tarieven nagenoeg ongewijzigd. De kosten
stijgingen, met name de stijging van het
loonniveau, zullen ongetwijfeld in 1957 tot
tariefverhoging moeten leiden. De deelne
ming aan rondritten door Kennemerland
en door de bollenstreek (met bezoek aan
de Keukenhof en de Linnaeushof) over
trof die van 1955. De gecombineerde
plaatsbewijzen van de Nederlandse Spoor
wegen en de N.Z.H. voor de Kennemer-
rondritten brachten veel reizigers uit alle
delen van ons land naar Haarlem.
Maarse en Kroon te Aalsmeer was over
de resultaten van het afgelopen jaar nog
tevreden zij het in afnemende mate; zij
boekte in het afgelopen jaar een omzet
stijging van ongeveer zes en half procent
tegen een stijging der kosten met ongeveer
negen procent. Ten aanzien van de toe
komst is men niet al te optimistisch. Men
verwacht een stijging van de personeels
kosten met circa vier procent en een stij-
De commissie „Filmische Vorming", sub
commissie van de commissie ter bevorde
ring van de culturele en esthetische vor
ming van de rijpere schooljeugd te Haar
lem, geeft van 22 januari af haar derde
serie filmvoorstellingen in dit seizoen.
Vertoond wordt de Engelse film „The man
:'n the white suit" onder regie van Alexan
der Mackendrick, die onder meer ook de
films „Maggie" en „Whiskey galore" re
gisseerde. Het voorprogramma bestaat uit
een Amerikaanse tekenfilm „Gerald Mc.
Boïng Boïng".
De films zullen na schooltijd in enige
bioscooptheaters te Haarlem en Heemstede
vertoond worden.
Het adres van de secretaris van de buurt
vereniging „Overveen", de heer C. J. Reinal-
da is Oranjelaan 4, telefoon 18085 en niet
Oranje Nassaulaan 4, zoals wij maandag
abusievelijk vermeldden.
Tot respectievelijk secretaris en penning
meester van de algemene stichting voor
huisvesting van bejaarden te Haarlem, zijn
benoemd de heren J. van Boekhoven en mr.
D. de Boer. Zij komen in de plaats van de
heren J. de Haan en J. de Braai, die hun
functies ter beschikking hebben gesteld,
na gedurende vijf jaar deel van het be
stuur te hebben uitgemaakt.
De heer De Haan blijft lid van het alge
meen hoofdbestuur.
De Haarlemse damclub „Gezellig Samen
zijn" en de damclub „Zaandam" zullen dit
jaar het feit herdenken dat zij vijftig jaar
geleden zijn opgericht. Dit gouden jubileum
laten deze Noordhollandse damclubs niet on
opgemerkt voorbij gaan.
Op Hemelvaartsdag zal in Bennebroek
een massa-damdag worden gehouden, waar
aan circa zeshonderd dammers zullen deel
nemen..
Verder zullen de verenigingen ieder af
zonderlijk zowel feestelijk als met een uitge
breid wedstrijdprogramma het vijftigjarig
bestaan vieren. Zo bestaan er plannen voor
een kort meestertoernooi en wedstrijden
voor oud-leden. Ook de dammers van de
aangesloten clubs in Kennemerland worden
in de wedstrijden van de Haarlemse dam
club betrokken.
ging van de kosten tengevolge van de ho
gere motorrijtuigen belasting en de prijs
van gasolie en benzine met nogmaals vier
procent. Daar men voorts tengevolge van
de beperking van de bestedingen een terug
gang in de omzet vreest zal het komende
jaar zware offers vragen; men streeft er
echter naar de tarieven in ieder geval in
het komende jaar nog niet te verhogen. Dat
de benzine-schaarste uiteindelijk voor dit
bedrijf nog een lichtzijde vertoont is ge
legen in het feit, dat de laatste zondagen
van het jaar 1956 ten opzichte van die van
1955 een belangrijke stijging van het ver
voer te zien gaven zulks tengevolge van het
zondagsrijverbod.
Blijkens het jaarverslag over 1956 van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Haarlem en omstreken kan, wat de
algemene marktsituatie van de walsbedry-
ven (ijzer en staal) betreft, worden opge
merkt, dat de vraag naar deze produkten
dringend blijft. De grondstoffenaanvoer
veroorzaakte veel problemen, maar deze
konden steeds worden ondervangen en heb
ben niet tot beperking in de produktie ge
leid, zodat de fabrieken gedurende het ge
hele jaar op volle capaciteiten konden
werken, voor zover de in verhouding tot de
walserijen beperkte staalcapaciteit dit al
thans toelaat. De omzetcijfers vertoonden
ten opzichte van 1955 nog een geringe stij
ging. Daartegenover staat, dat de marges
tussen opbrengst-prijzen en kostprijzen zijn
gedaald, met name door de sterk gestegen
zeevrachten en de gestegen prijzen der
grondstoffen.
Ten aanzien van kooksovengassen wordt
opgemerkt, dat het gehele jaar op volle
capaciteit kon worden gewerkt. De invloed
van de ingekrompen en nog steeds inkrim
pende marge tussen opbrengsten en kosten
doet zich wel in het bijzonder in dit bedrijf
gelden.
Bij de machinebouw heeft 1956 zich in
het algemeen gekenmerkt door een vol
ledige bezetting van het produktieappa-
raat. Zowel in de afdeling machinefabriek
als in de afdeling oppervlaktebehandeling
werd de omzet belangrijk verhoogd.
In 1956 werd in het district der
Haarlemse kamer een vijzelgemaal afge
leverd en in bedrijf gesteld met een capa
citeit van tweehonderdvijftigduizend liter
per minuut. Dit poldergemaal, het grootste
vijzelgemaal ter wereld, wordt gebruikt
voor de doeltreffende ontwatering van een
polder van ongeveer achtduizend hectare
in Overijsel. Voorts wordt meegedeeeld, dat
het gedeelte van de omzet, dat naar omlig
gende landen werd geëxporteerd, aanmer
kelijk is. toegenomen.
De gang van zaken bij de tak van bedrijf
van landbouwmachines is in het afgelopen
jaar bevredigend geweest.
Ook in 1956 bleef de bezetting in de fa
briek voor rijtuigen en spoorwagens op een
zeer bevredigend peil gehandhaafd. Uiter
aard waren de Nederlandse Spoorwegen de
belangrijkste afnemers. Een serie van
tweeënzeventig rijtuigen, behorende tot het
zogenaamde „getrokken materieel" werd
in het afgelopen jaar voltooid door het
leveren van de laatste zestien stuks. De
Indonesische spoorwegen droegen de bouw
op van zeven rijtuigen, het Gemeentelijk
Vervoerbedrijf te Amsterdam bestelde vijf
entwintig rijtuigen van een geheel nieuw
type.
De resultaten in de vliegtuigfabricage zijn
bevredigend; men hoopt voor 1957 de hui
dige bezetting te kunnen handhaven. Bij
verkoop van de produkten op de civiele
markt komt het probleem der beschikbaar-
ADVERTENTIE
Hyacinten - Tulpen - Narcissen
812 januari 1957
Geopend van 922 uur
NAAR OUD GEBRUIK heeft burgemees
ter mr. M. M. Kwint van Velsen gister
avond zijn nieuwsjaarsrede voor de raad
gehouden, waarin hij het afgelopen jaar
de revue liet passeren en het pas begonnen
jaar aan een prognose onderwierp. Uiter
aard kregen de internationale, nationale
en plaatselijke problemen van het woelige
jaar 1956 het volle pond in deze toespraak.
Daarnaast verscheen een gedetailleerd
jaarverslag over het gemeentelijk wel en
wee in druk. Sprekende over de inter
nationale toestand zei mr. Kwint: „De
recente dramatische gebeurtenissen in ons
werelddeel hebben het welmenende deel
van de mensheid diep geschokt en met
afgrijzen vervuld; onze gedachten ver
wijlen op dit moment met deernis en met
eerbied bij het zwaar beproefde Hongaarse
volk, dat strijd en worstelt om zijn vrijheid
tegen een niets ontziende agressor.
Als lichtpunt in deze voor onze bescha
ving beschamende situatie kwam naar
voi-en de spontane hulp door vrijwel alle
lagen van het Nederlandse volk geboden,
welke ook in onze gemeente resulteerde in
daadwerkelijke offers van de ingezetenen".
Voor welke spontaneïteit de burgemeester
alle lof liet horen.
„Ook het optreden in het Midden-Oosten
van een dictator in zakformaat van Hitle-
riaanse allure en onbetrouwbaarheid liet
niet na nadelig op onze economie in te
werken", zo ging hij voort.
Hoewel het jaar 1956 in vele opzichten
een jaar van voorspoed is geweest, zijn
er tekenen welke wijze op een zekere
graad van overspanning van de conjunc
tuur en de repercussies daarvan.
Dat de moeilijke financiële situatie mede
invloed zou hebben op de bouwprogram
ma's van de overheidslichamen was te
verwachten. Zij heeft de minister van Bin
nenlandse Zaken reeds aanleiding gegeven
de gemeentebesturen met aandrang te ver-
zoeken, in afwachting van de x-esultaten
van het ministerieel overleg, voorlopig
geen nieuwe kapitaalswerken of -beste
dingen aan te vangen als deze een vergro-
ting van de kasgeldschuld boven een be
drag 25 °/o van de gewone dienst der ge
meentebegroting ten gevolge zouden
hebben.
Het aantal gereed gekomen Velsense
woningen is in 1956, in vergelijkig met
1955, teruggelopen. Het bedraagt 515 wo
ningen.
Hierbij verdiende vermelding de inge
bruikstelling van het gemeentelijk tehuis
voor bejaarden, het W. F. Visserhuis, dat
in een lang gevoelde behoefte voorziet.
Bijna het dubbele aantal huizen
Verheugend is het, dat op 31 decembei
1956 een aantal van 1049 woningen in uit
voering was, hetgeen nagenoeg het dub
bele bedraagt van het aantal in aanbouw
zijnde woningen op dezelfde datum in 1955.
De raadsagenda van gisteravond heeft
niet veel stof tot discussie opgeleverd. De
heer W i 1 j o u w (Arbeid) kreeg van wet
houder Verbeek ten antwoord, dat de
verplaatsing van een schoenwinkelier naar
de Wijkerstraatweg als gevolg van de
tunnelbouw- en uitbreidingsplannen de
man moet van de Schulpweg verdwijnen
op grond van het verzoek van deze winke
lier zelf gebeuren zal. De heer Wil jouw
was namelijk bang, dat er wat te veel
schoenenzaken op een kluitje zouden ko
men, maar de wethouder kon alleen zeg
gen, dat er tegen de zin van de betrokkene
zelf weinig in te brengen is bovendien
is het geen nieuwe vestiging.
Zwanenzang
De heer G. Schilling heeft gisteravond
afscheid genomen van het raadswerk, dat
hij vele jaren als overtuigd communist
heeft verzet met een woord vol wrangheid
omtrent de omstandigheden, die tot zijn
aftreden hebben geleid.
„Dit wordt dan de finale", merkte de
CPN-er op, „het raadslidmaatschap heb
ik altijd beschouwd als een plicht en een
taak. Misschien is dat niet goed geweest
- ik heb het idee gekregen, dat de meeste
raadsleden er niet zo over denken, de goe
den niet tena gesproken".
Het had hem pijn gedaan, naar hij zei,
dat zijn goede bedoelingen met de bevol
king altijd weer doorkruist werden, zodat
zijn zenuwgestel er onder ging lijden en
zijn huiselijk leven er de invloed van
onderging. De scheidende, die in zijn brief
aan het CPN-bestuur als reden van zijn
aftreden ziekte opgaf, memoreerde de
diverse malen, dat hij in de bres sprong
voor wat hij als onrechtvaardig of onjuist
beschouwde en greep daarna terug op de
Hongaarse kwestie, die hem diverse tele
foontjes heeft opgeleverd van gelijke strek-
king: een advies om nu maar te bedanken
als CPN-er. Hij hoopte, dat zijn opvolger
de lijn zou weten door te trekken en
daarbij, dat de andere fracties zouden in
zien hoe ondemocratisch zij gehandeld
hebben met het weren der communisten
uit de raadsfracties. Hij gaf zijn persoon
lijke visie op het communisme, dat naar
zijn zeggen de liefde tot de evennaaste als
basis kent.
Burgemeester Kwint wenste de heer
Schilling mede namens de raad het beste
toe.
stelling van kredieten voor de nafinancie-
ring echter steeds duidelijker naar voren.
In de tak van bedrijf voor de scheeps
bouw was men gedurende 1956 voldoende
van orders voorzien, zowel wat betreft de
nieuwbouw als reparatiewerkzaamheden.
Hoewel het verkrijgen van materialen geen
moeilijkheden opleverde moest wel aan
dacht worden besteed aan tijdig binnen
krijgen van de leveranties.
Het afgelopen jaar is voor de plaatwelle-
rij een zeer bedrijvig jaar geweest. Belang
rijke orders werden verwerkt. In het sme-
derybedrijf was men goed van orders voor
zien; de metaalvoorziening liet echter te
wensen over, hetgeen niet wegneemt, dat
men over de resultaten tevreden is. In het
centrale-verwarmingsbedrijf was het in
1956 minder de kunst om lonende orders
te krijgen, want werk was er in overvloed,
dan wel om deze orders te kunnen uitvoe
ren wegens het personeelstekort. Nadat de
periode tot eind oktober in het automobiel
en garagebedrijf een gunstig beeld te zien
gaf wegens de toenemende verkoop van
automobielen, trad aan het einde van het
jaar een kentering in, die een gevolg was
van de maatregelen die moesten worden
genomen door de politieke ontwikkeling in
het Midden-Oosten, zoals het zondagsrij
verbod en de benzinebeperking.
ADVERTENTIE
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Lezing van prof. E. J. Patterson
voor „NederlandEngeland"
Er is in het Engeland van vandaag een
stroming, vooral onder de jongeren, die
hernieuwde belangstelling heeft voor de fi
guur van Benjamin Disraeli als denker en
filosoof, omdat zij meent, dat veel van. het
geen Disraeli gezegd en geschreven heeft
voor de toekomst van belang kan zijn.
Disraeli zal niet bekend blijven als de
mam die de Suezkanaal-aandelen voor En
geland verwierf, maar als degene, die in
de eeuw van de industriële revolutie de
sociale ellende zag en aanviel in zijn ro
mans en redevoeringen. Disraeli was een
traditionalist, géén reactionair.
Dit waren de conclusies, waartoe prof.
E. J. Patterson, oud-docent aan het politie
ke college Ashridge bij Londen en oud-lid
van de Saarcommissie, kwam na een
lezing, over „Disraeli en Dickens als criti
ci", die hij dinsdagavond voor de leden
van het Genootschap Nederland-Engeland
in restaurant Brinkman op het Houtplein
te Haarlem hield.
Hij begon met zijn toehoorders in het
kort het Engeland van. Disraeli en Dickens
te schetsen: het Engeland in de eeuw van
het „laissez faire", dat rijkdom bracht aan
sommigen en ellende aan velen. Dickens
wist uit eigen ervaring, dat vele dingen in
dat Engeland verkeerd waren, en hij be
schreef 8e wantoestanden in zijn romans,
waarin de karakters als in sprookjes
scherp zwart of wit werden afgetekend.
„Niemand heeft echter scherper de so
ciale wantoestanden tengevolge van de in
dustriële revolutie aangevallen, dan juist
Disraeli in zijn romans. Disraeli, de man,
die zich eens afgevraagd heeft, wat de ba
sis van iedere politiek anders zou moeten
zijn, dan de welvaart van het gehele volk".
Disraeli keerde zich in deze tegen de
theorieën van Cobden, die van Engeland
de fabriek van Europa wilde maken. De
staatsman begreep, dat tengevolge van
zulk een politiek Engeland van het schouw
toneel zou verdwijnen.
Disraeli noemde zijn roman „Sybil" een
roman van twee naties: waarmee hij de
rijken en de armén. aanduidde. Als Jood
was Disraeli van huis uit een traditionalist:
daarom keek hij vaak naar het verleden,
ofschoon hij dit verleden niet wilde doen
herleven. De misstanden waren volgens
Disraeli niet het gevolg van het feodale
systeem, maar waren veroorzaakt door het
barbarisme van de eeuw. Het privé eigen
dom hield verplichtingen in, die door de
bezitters niet in acht genomen werden.
Niettemin zou het eigendom moéten blij
ven bestaan, als onafscheidelijk ingrediënt
van. de democratie.
Prof. Patterson besloot zijn lezing met
het voorlezen van enige passages uit Dis
raeli's „Sybil" en uit zijn redevoeringen.
De rechtbank te Haarlem heeft op dinsdag
8 januari in staat van faillissement verklaard:
C. J. de Heer, fabrieksarbeider te Zaan
dam, Eschdoornlaan 76. Rechter-Commis-
saris: mr. N. Reeling Brouwer. Curator: mr.
mevrouw H. S. J. M. Felhoen KraalOtto,
Wormerveer.
R. van der Meulen, handelende onder de
naam „Muziekhandel Musica", te IJmuiden,
Trompstraat 1618. Rechter-Commissaris:
mr. N. Reeling Brouwer. Curator: mr. F. M.
Oberman te Haarlem.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslijst is op 30 december 1956
geëindigd het faillissement van K. Schuster,
te Haarlem, laatstelijk aan de Leidsevaart
366, enig beherend vennoot van de comman
ditaire vennootschap onder firma K. A. S.
Im- en Exportbureau voor de Meubelhan-
del te Haarlem. Rechter-Commissaris: mr. J.
P. Petersen. Curator: mr. F. M. Oberman te
Haarlem.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslijst is op 26 december 1956,
geëindigd het faillissement van Th. J. Jor
dan te Haarlem, Middentuindorplaan 19, al
daar handeldrijvende o/f Jorha. Rechter-
Commissaris: mr. J. P. Petersen. Curator:
mr. S. Groen te Haarlem.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslijst is op 29 december 1956
geëindigd het faillissement van P. P. Heij,
winkelier in elektrische en huishoudelijke
artikelen, wonende te Zaandam. Abeelstr. 26.
Rechter-Commissaris: mr. N. Reeling Brou
wer. Curator: mr. K^. H. C. Aids te Haarlem.
Bij beschikking van de Rechtbank te
Haarlem van 7 januari 1957 is in het fail
lissement van De Commanditaire Vennoot
schap G.M. Meubelfabrieken, te Haarlem,
Herensingel 167169171 en haar beherend
vennoot M. J. Metselaar, te Haarlem Heren
singel 171 rood, in de plaats van mr. K. Hu-
genholtz, tot curator benoemd mr. C. Blan
kevoort te Haarlem.
Bij beschikking van de rechtbank te Haar
lem van 24 december 1956 is aan Pieter Drij
ver, koopman, te IJmuiden, Huygensstr. 30,
voorlopig surséance van betaling verleend,
met benoeming van mr. J. W. Rutgers te
Haarlem, Nieuwe Gracht 51, tot bewind
voerder. Het verhoor van de schuldeisers is
bepaald op maandag 4 maart 1957 des na
middags te 2 uur.
Op of omstreeks 10 januari vertrekt de
(Nederlandse) Hindoedanseres Saba voor
drie maanden naar Singapore om contrac
tuele vex-plichtingen na te komen, maar na
haar terugkeer zal zij zich blijvend in haar
vaderland vestigen. Dit vertelde zij ons
in hotel Lion d'Or te Haarlem, waar zij
kort voor Kerstmis haar intrek nam, toen
het zoeken van kamers na haar terugkeer
uit Indonesië op de ene teleurstelling na
de andere uitliep. Over haar verblijf van
meer dan zes jaar in Indonesië is zij
bijzonder geestdriftig. Zij zou er waar
schijnlijk nog langer gebleven zijn, als
de gezondheidstoestand van haar moeder
niet tot een terugkeer naar Nedex'land had
genoopt. Door de gebeurtenissen rond het
Suezkanaal is de overtocht met de „Tara-
kan" een bewogen reis geworden, die op
een paar dagen na drie maanden geduurd
heeft. In die gedwongen rustperiode aan
boord het schip voer eerst om de Kaap
en toen om lading te bezorgen door de
Middellandse Zee is haar moeder geheel
hersteld.
Velen zullen zich Saba herinneren van
haar optreden in Nederland, ook in de
Haarlemse Schouwburg, kort na de tweede
wereldoorlog. In die tijd heeft zij ook
voor de experimentele televisie en in de
grote Belgische stedeix gewerkt. Mede
dank zij een enthousiaste bespreking van
haar danskunst door de toen als criticus
fungerende mr. Cola Debrot, thans direc
teur van het kantoor van de gevolmach
tigde minister van de Antillen, werd zij
voor een tournee door de West en Vene
zuela aangezocht, waaraan zij „dat ik
die luidruchtige drinkebroers van de olie
winning heb weten te boeien betekende een
onvergetelijke ervaring" dankbare her-
innex-ingen bewaart. Het leven in de tro
pen beviel haar zo goed, dat het verlangen
naar haar tweede vaderland haar dusdanig
te pakken kreeg, dat zij kort daarop koers
zette naar Indonesië, waar zij geheel op
eigen risico haar carrière voortzette en
haar eigen impressario werd. Al na enkele
weken maakte zij een tournee voor de
B.P.M. en de kunstkringen, ook tal van
„De witte pauw" - de nieuwste
danscreatie van Saba.
voorstellingen gevend in schouwburgen en
andere zalen, voornamelijk op Java en
Sumatra, maar ook op Bali.
In Indonesië heeft zij hoewel Neder
landse zijnde naar haar eigen woorden
„nooit iets onaardigs" ondervonden. Ten
bewijze van de alom haar deel geworden
waardering toont zij haar plakboek vol
lovende besprekingen, de meeste in de
„bahasa Indonesia" en enkele in het Chi
nees, maar toch voldoende in de Neder
landse taal. „Als Saba danst is het pubiek
vastgèspijkerd aan de stoelen" schreef een
verslaggever in Makassar bij voox-beeld.
Met de meeste trots vervult haar een aan
een dagblad ingezonden brief van een als
dansleraar werkzame broer van de sultan
van Djokja, waarin deze zijn bewondering
voor haar kunnen uitspreekt. Het is een
merkwaardig stuk proza, althans voor zo
ver daaruit blijkt voor hoevele vaktermen
uit de kunstbeschouwing de „bahasa" nog
geen equivalenten heeft: tussen de voor
ons vreemde woorden springen termen als
„simbolisch gestijleerd" en „plastisch-ex-
pressif' naar voren. Als „arek Surabaya"
(kind van Soerabaja, in welke stad zij
geboren werd en waar zij van Raden Mas
Kodrat haar eerste lessen kreeg) werd zij
overal met tegemoetkomendheid ontvan
gen. Het publiek bleek haar Indiase dans
kunst (zij was een leerlinge van Siu Pal
op Ceylon) goed aan te voelen.
Ook bij het Nederlandse deel van de be
volking was zij bemind. Na een voorstel
ling in het Gedung Kesenian (Gebouw
voor schone kunsten, vroeger Stadsschouw
burg) te Djakarta kreeg zij bloemstukken
van de Hoge Commissaris en van mevrouw
Hatta aangeboden. In een x-ecensie werd
zij met niemand minder dan de wereldver
maarde Menaka vergeleken. Ook aan vele
liefdadigheidsvoox'stellingen heeft zij mee
gewerkt, voor het Rampenfonds en voor
het Rode Kruis met name. Na een door
haar in Palembang gegeven avond kan van
de opbrengst (vijfenzeventigduizend roe-
Piah) een auto voor laatstgenoemde instel
ling worden aangeschaft. Hoe populair zij
in Indonesië was, wordt misschien het beste
bewezen door een prijsvraag in de
Preangerbode, waar men haar identiteit
moest raden bij een getekend portret in
een puzzel, waarin verder beantwoord
dxende te worden wie Rembrandt, Frans
Hals en Florence Nightingale waren.
Na haar terugkeer uit Singapore gaat
Saba in Nederland en andere Westeuro-
pese landen optreden. Dan zal men ook
haar nieuwste creatie „De witte pauw"
kunnen zien.
Zaterdag 12 januari zal in het museum
„Het Huis van Looy" de in december we
gens ruimtegebrek uitgestelde tentoon
stelling ter gelegenheid van de herdenking
van Willem Bilderdijk worden geopend.
Zoals wij reeds uitvoerig berichtten omvat
deze expositie onder meer handschriften,
boeken, portretten en curiosa uit de nala
tenschap van Bilderdijk. De officiële ope
ning zal 's avonds om half acht worden
verricht door dr. J. Meijer, die een disser
tatie over de letterkundige schreef, met
een rede getiteld „Heer van Teisterbant
zonder toga". De expositie zal tot en met
30 januari voor het publiek zijn openge
steld. Hierbij zij nog vermeld, dat scholie
ren onder geleide vrije toegang hebben,
meren.