Leven van het weeföetomw In Brussel danst men van het ene bal in het andere Cactussen in de winter Aanpassing van ambtelijke en particuliere pensioenen ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Een bezoek aan Mies Boddeke VRIJDAG 18 JANUARI 1957 7 PERMANENT INVISIBLE De regeling voor overheidspensioen Wagenweg 29 Haarlem - Tel. 20518 HAUTE COIFFURE in combinatie met DOUBLE COUPE Een ideale coiffure, bestand tegen ons vochtig en winderig klimaat <^Ooor cle^O rouw Eet voldoende fruit Londonderrysoep; aardappelen met jus, runderrollade, brussels lof; Deen se vla. Aardappelen met jus, rest rollade, spruitjes; vla van yoghurt. Aardappelen, jus, bruine bonen met gebakken spek, sla van wortel en an dijvie; griesmeelvla. Groentesoep; aardappelen, jus, runder lapjes, koolraap; appel. Panvis van stokvis; sinaasappel. Aardappelen met jus, gehakt, prei; pannekoeken. Aardappelen met jus, rodekool; haver, moutpap. De met kruisjes aangeduide gerechten kunnen geschrapt worden, zonder dat de maaltijden wat voedingsstoffen betreft onvolledig worden. met een bal te voorschijn. De chicste zijn die van het ministerie van Buitenlandse Zaken, en van de Bel gische adel. ADVERTENTIE Trek vooral in dit jaargetijde zoveel mogelijk profijt van de beschermende waarde van groenten en fruit. Eet daarom niet te vaak stamppot, want door stampen vernietigt U vitamine C. Stoof de groente niet lang na met boter of margarine: daardoor gaat er vitamine C verloren. Vermeng de groente liever vlak voor het opdienen met boter, mar garine of een melksaus, ze is dan ook smakelijk! Laat 's winters het fruit niet op tafel ont breken. Menu's Voor koele dagen in het voorjaar is dit luxueuze jasje van marterbont, in cape model, met laag-ingezette en wijde mouwen, die de illusie van cape nog verhogen. Het algemene ouderdomspensioen wordt aan een ieder, die de leeftijd van 65 jaren heeft bereikt, uitbetaald. Andere inkomsten worden niet van het algemene ouderdoms pensioen afgetrokken. Allen ontvangen hetzelfde bedrag. Ook zij, die recht hebben op een ambtelijk of particulier pensioen, ontvangen daarnaast het volle algemene ouder domspensioen. Daar de regering echter bezwaren had tegen een volledige samenloop van de amb telijke en particuliere pensioenen met het algemene ouderdomspensioen, heeft zij de ambtelijke pensioenen aangepast en de mogelijkheid daartoe geopend voor de particuliere pensioenen. Hiertegen is veel verzet gerezen. Het gevolg is geweest, dat de desbetreffende wetsontwerpen tijdens de behandeling in de Tweede Kamer in grijpende wijzigingen hebben ondergaan. De algemene Ouderdomswet is daardoor op dit punt nogal onbegrijpelijk geworden. Zelfs na kennisneming van de Kamerstukken blijft er nog veel over, dat niet duidelijk is en tot verschil van mening aanleiding kan geven. Het is dan ook niet zonder aarzeling, dat wij een poging zullen doen onze lezers enigszins wegwijs te maken in deze duistere materie. Wij zullen ons hierbij tot de grote lijnen moeten beperken. De foto links laat de houding der handen zien bij het opnemen van het juiste aantal draden en het aangeven van de spoel. De foto rechts de houding der der handen bij het aanslaan van de draad. Een van de oudste handwerktech nieken is het weven, het handweven wel te verstaan. Zelfs de enorme in dustrialisatie, die ook het weven tot een mechanische arbeid heeft ge maakt, heeft niet kunnen verhinde ren, dat er hier en daar nog enkele vrouwen te vinden zijn, die het ge touw hanteren. Ons land bezit ver schillende handweverijen en ook zijn er sporadisch wel liefhebsters van dit fraaie ambacht, die in hun vrije tijd allerlei schone produkten vervaardi gen. Iemand echter, die er een zelf standig beroep van heeft gemaakt, dus leeft van net werk van haar ge touw, behoort in ons land tot de uit zonderingen. We hadden toevallig ergens een hand- weef gezien van Mies Boddeke uit Am stelveen en dit bekoorde ons zo, dat we de eerste de beste gelegenheid te baat namen haar op te zoeken. Onwillekeu rig hadden we ongemotiveerd overi gens ons een voorstelling gemaakt van een al wat oudere vrouw en we keken dan ook lichtelijk verbaasd, toen we werden ontvangen door een spor tieve jonge meid met blozende wangen en een korte krullekop. Even later zaten we in haar werk kamer, die voor een belangrijk deel door een enorm zestien-schachts dobbyge- touw in beslag werd genomen. „Ik ben nu twee jaar zelfstandig bezig," zei Mies Boddeke, „en ik heb gelukkig volop aan vragen en opdrachten van exclusieve zaken of woninginrichtingen in Amster dam en Beverwijk. Zal ik eens wat werk laten zien?" Het werd een gezellige rommel van tafel- en divankleden, lopers en vooral ook stola's. Dat Mies Boddeke een zeer hoog ontwikkeld kleurgevoel bezit is een van de eerste feiten, die we konden constateren. Kleuren „Ik houd veel van blauw, maar blau we tafelkleden raak ik aan dé straat stenen niet kwijt," zei ze, hiermee be wijzend, dat ze niet van zakelijkheid gespeend is. Dat steekt ze trouwens niet onder stoelen of banken. „Je moet, wil je hiervan bestaan, natuurlijk rekening houden met de wensen. Bovendien vind ik het fascinerend een moeilijke op dracht uit te knobbelen en uit te voeren en het blijft tenslotte toch mijn eigen ontwerp. Ik wil niet alleen van mezelf uit werken, maar bijblijven en weten en ontdekken wat nieuw is. Daarom loop ik bijvoorbeeld alle beurzen en ten toonstellingen af, dat is heel leerzaam. Als ik ergens kom, ben ik geneigd om gekeerd op de stoel te gaan zitten om de bekleding te bekijken." „Lukte het in het begin nogal vlot?" „Nee, eerst was het wel een hele waag. Ik had mijn getouw aangeschaft en begon met een restantenpartij wol, die ik gedeeltelijk zelf heb geverfd. Een binnenhuisarchitect kocht kleine kleed jes van me, voor kennissen maakte ik tafelkleden en van lieverlede groeide het uit. Later ben ik me gaan toeleggen op stola's, toen die zo in de mode kwa men. Kijk maar, met gouden lurex- draden erin." We bewonderden een stola met een zwarte schering en een blauwe inslag, waartussen gouden draden bescheiden waren toegepast. „Ik werk graag met een effect van een enkele gouddraad in mijn ontwerpen. In de gordijnen, die ik voor het raadhuis in Delft heb geweven kijk, hier is een staal heb ik ook wat goud ver werkt. Het is materiaal, dat glanzend blijft." Het zijn grijze gordijnen, deels van frotté wol, met heel vaag zichtbaar die glinstering van goud. „Nu gebruik ik uitsluitend de beste wollen garens, soms ook wel mohair wol, dat zo mooi glanst of linnen. Het is jammer, dat men zo weinig belang stelling heeft voor linnen," vervolgde Mies, terwijl ze liefkozend over een kleed streek met ingeweven gestyleerde bloemen. „Als meubel bekleding is het ook zo dankbaar." Opleiding ALS ZESTIENJARIG kwam Mies Boddeke op de Amsterdamse Kunstnij verheidsschool, waar ze de weefoplei- ding volgde. Daarne werkte ze een jaar bij het Paapje en vijf jaar op het weef- atelier van mevrouw RinseKlinken berg te Amsterdam. Maar ze verlangde naar zelfstandigheid en deed de stap, die haar niet berouwd heeft. Thans is ze niet alleen een enthousiast weefster met grote liefde voor haar werk, maar ook een zakenvrouw, die het leuk vindt er in haar wagentje op uit te gaan om haar eigen produkten aan de man te brengen. „Verkopen vind ik aardig werk. Ik wil weten welke dingen niet gaan en waarom niet." Tijdrovende handelingen als het af knepen van de kleden en het inpakken neemt ze maar op de koop toe. We lieten onze ogen nog eens gaan over haar werkstukken in mooie warme en ook tere kleuren met bescheiden ran den of ingeweven motieven en het viel ons op, dat al haar ontwerpen weer ver schillend zijn. „Ik houd er niet van steeds hetzelfde te doen. Ik weef wel eens stof voor kleding deze rok bijvoorbeeld maar grote lappen van hetzelfde gaan me op de duur vervelen." Ze liet ons nog meer kleding zien: een mantelpak in een fijn modern plat- weefsel met een grijze ketting en een inslag van twee kleuren blauw en groen. Het deed ons, wat gemêleerde kleurschakering betreft, denken aan de mooie handgeweven Britse stoffen, die men in Londense winkels wel aantreft. LEUNEND OP DE VENSTERBANK demonstreerde Mies Boddeke het we ven. De schering stond op de boom ge spannen en het patroon was al door de hevels van het getouw geregen. Via een pelaal bewoog ze de schachten, zodat een vak ontstond, waardoor ze dan het schuitje met de spoel schoot. Zo kwam een inslag tot stand. „Meestal werk ik volgens een tevoren gemaakt ontwerp, maar soms weef ik zo maar een eind weg." Volgens Mies Boddeke is de belang stelling voor het handweven over het algemeen niet zo groot. „Soms moet ik boksen tegen de impopulariteit ervan, ontstaan toen in de oorlog velen aange wezen waren op sohapewol of papier- touw." Dat kwam ons wat pessimistisch voor. Naar onze mening is dat al wat veran derd en is er meer waardering voor deze tak van kunstnijverheid ontstaan. Weven is het vak, maar ook de hobby van Mies Boddeke. Ze heeft nog een hobby: 's zondags ruilt ze het getouw voor de hockeystick om zich in een wedstrijd te ontspannen. Tineke Raat (Van onze correspondente in Brussel) In Nederland kunnen we in het win- erseizoen fuifjes houden, feesten en bals geven, maar het haalt eenvoudig niet bij de dans- en balwoede van de Belgen. Het feesten zit hun in het bloed. En wanneer ze dat in Breughels tijd deden aan lange tafels of op boerenerven, dan doen ze het nu „modern" en organiseren ze bals met avondjurken en jazzorkes ten. Doen wij in Nederland ook, zult u zeggen. Maar het is niet te vergelijken met België en speciaal met Brussel. We menen soms, dat Nederland het land is van de verenigingen. Maar België is dat tienmaal meer. Alleen Brussel heeft meer dan duizend verschillende clubs en verenigingen, die zich bezig houden met alles en nog wat, van duivenmelken en het verspreiden van de Franse taal ën het steunen van behoeftige putjes- Scheppers-weduwen tot het instandhou den van oude kastelen; het drinken van meer bier; het bevorderen der liberale gedachte enhet organiseren van meer bals toe. En al die clubs komen in de winter Recepten voor 4 personen Panvis van stokvis 300 g stokvis, VA kg aardappelen, 150 g (een kopje) rijst, 3% dl (2 kopjes) water, 1 kg uien, bo ter of margarine, zout (melk of vis bouillon). (Ongeweekte stokvis in stukken hakken en tenminste 24 uur in ruim water weken. Het water nu en dan verversen)De stok vis zo goed mogelijk van graten en vellen ontdoen. Er desgewenst rolletjes van ma ken en deze vastbinden met een draadje. De geweekte stokvis in ruim kokend wa ter met 10 g zout per liter water zacht jes gaarkoken. Zorgen dat het water tegen de kook aanblijft, anders wordt de vis hard en taai. Kooktijd a l\i uur afhan kelijk van de malsheid van het visvlees. De rijst wassen, opzetten met kokend wa ter en zout en zachtjes gaarkoken. De aardappelen schoonmaken, gaarkoken en in stukken snijden. De uien schoonmaken, in snippers snijden en deze bruin bakken in boter of margarine. De vis in stukjes verdelen. Al deze ingrediënten dooreen mengen. Het gerecht smeuïg maken met een scheutje melk of visbouillon. Desge wenst het geheel overdoen in een vuur vaste schaal, bestrooien met paneermeel en hier en daar een klontje boter of mar garine er op leggen. Er in de oven een bruin korstje op laten komen. Londonderrysoep 1 ui, 40 g (ruim 2'i eetlepel) boter of margarine, Vi thee lepel kerry, 40 g (4 eetlepels) bloem. 1 1 bouillon, 'i dl CA klein kopje) melk (klein blikje champignons). Het uitje klein snijden. De boter of mar garine warm maken en het uitje met de kerrie hierin fruiten. Alle bloem toevoe gen en flink roeren. De bouillon bij klei ne scheutjes tegelijk bij het mengsel, schenken, tot alle bouillon gebruikt is. De soep zeven. De soep weer aan de kook brengen en op smaak afmaken met melk en desgewenst met champignons. van dagen „le Sou du Vieillard". U ziet het, we verenigen hier (letterlijk) het nuttige met het aangename! En als u bedenkt, dat alleen al le Sou du Vieil lard in een stuk of vijftien andere Brus selse voorsteden bestaat, dan kunt u zich indenken, hoeveel bals er alleen al ian die ouden van dagen worden gewijd. Het blauwe bal van de liberale club van Elsene stond dezelfde dag op het programma, en in de technische Machi- nistenschool deden ze diezelfde avond sen sprongetje, net als de oudleerlin gen van de muziekschool van Sint- Agatha-Berchem dat presteerden. De oudstrijders van Molenbeek waren er ook met een bal, net als Joie et Santé in Jette, en de Mandolineclub van Schaar beek. Het werk voor oude kleren van Brussel organiseerde een verkleed kin derbal. Niet minder succes had het bal van de vereniging van.... deurwaar ders en incasseerders, en het bal van de personeelsleden van de Brusselse reini gingsdiensten enzal ik er maar mee ophouden? U ziet het wel, we dansen in Brussel. Dat de stukken er afvliegen! In de wintermaanden dient u extra voorzichtig te zijn met cactussen en vetplantjes; de meeste soorten verdra gen dan niet veel vocht. Gieten is dus in deze tijd van het jaar verkeerd. Dat doet u alleen maar als blijkt dat be paalde soorten werkelijk staan te ver schrompelen. Er zijn echter enkele soorten die ook in de winter water no dig hebben; dat zijn de cactussen die doorgroeien en bloemknoppen hebben gevormd of in bloei staan. De bekende lidcactus is er één van. Het is nuttig haar met lauw water te besproeien. Staat ze echter in volle bloei dan mag het niet. Cactussen in de vensterbank. Over het algemeen zet men cactussen en vetplanten in de wintermaanden veel te warm; een normaal verwarmde huiskamer is te veel van het goede. Een zeer matig verwarmde, maar be slist vorstvrije kamer is al meer dan voldoende. Daar hebben ze praktisch geen water nodig. In een normaal ver warmd vertrek zal men wel eens moe ten gieten, in de morgenuren, en dan liefst zo dat de plant zelf niet nat wordt. G. Kromdijk De bals van de buitenlandse pers, waar regering en diplomatie zich ook moeten vertonen, hebben ook nog wel naam, net als die van de Brusselse patriciërsfami lies, die verenigd zijn in de Sociëteit van de Ommegang. Deze houdt zich be zig met de instandhouding van de vijf jaarlijkse Brusselse historische stoet, die de naam „ommegang" draagt. Een minister, kamerlid, burgemeester en gemeenteraadslid hebben maar een zwaar leven hier. Een bal is af te me ten naar de lieden, die bij de aanwezi gen worden vermeld. Officieel staan die autoriteiten bij de aanwezigen, in feite rennen ze van het ene bal naar het an dere, geven acte de présence, en rennen naar het volgende. Vooral een burge meester (het gebied van Brussel heeft er veertien, allemaal gekozenen) heeft het hard. Om de populariteit in stand te houden, sjouwt hij rustig per week een stuk of tien bals af. Kamerleden en wet houders hebben het niet veel beter. En nu neem ik een krantenpagina. Die begint met het bal van de Union Motor Woluwe, de automobielclub van de Brusselse voorstad Woluwe. Matigjes, alleen een burgemeester. Dan het bal van de le Don d'Adele. Het bal voor de ouders van de leerlingen der lste, 2e en 4e gemeenteschool van de Brusselse voorstad Elsene volgt daarna. En dan komen we bij het bal van de Franse oudstrijders der Leclerqdivisie, plus het „gala dansant" van de voetbal club Olympic, en het bal van de afde ling Elsene van het werk voor ouden het ambtelijk pensioen. Meer dan 80 pet van het algemene ouderdomspensioen wordt nimmer afgetrokken van het amb telijk pensioen. Particuliere pensioenen In de Algemene Ouderdomswet zijn ook bepalingen opgenomen, welke betrekking hebben op de aanpassing der particuliere pensioenen. Zij zijn in hoofdzaak van tweeërlei aard. De eerste groep van be palingen beperkt de mogelijkheden van aanpassing. De voornaamste beperkingen laten wij hieronder volgen. Als het algemene ouderdomspensioen na de pensionering verhoogd wordt, mag deze verhoging niet van het particuliere pen sioen worden afgetrokken. Ter verduide lijking wijzen wij er op, dat het bedrag van het algemene ouderdomspensioen niet vast is, doch op en neer gaat met de lonen. Het algemeen ouderdomspensioen wordt dus steeds aangepast bij het loonpeil. Voorts mag van het particuliere pensioen nooit meer worden afgetrokken dan een bedrag, gelijk aan 80 pet van het algemene ouderdomspensioen. De volle 80 pet van het algemene ouderdomspensioen mag slechts worden afgetrokken, indien de werknemer zoveel dienstjaren heeft als nodig is om aanspraak .te kunnen maken op het volle particuliere pensioen. Is dat niet het geval, dan mag het particuliere pensioen slechts worden verminderd met een evenredig ge deelte van de voor aftrek vatbare 80 pet van het algemene ouderdomspensioen. In dien - om een voorbeeld te noemen - het volledige pensioen na een diensttijd van 40 jaren wordt bereikt, mag van een niet volledig pensioen voor elk dienstjaar slechts 2 pet. van het algemene ouderdoms pensioen worden afgetrokken. Deze aftrekbeperkingen gelden voor alle bestaande en toekomstige particuliere pen sioentoezeggingen. Ook als de pensioen regeling een grotere aftrek toestaat, mag toch niet meer worden afgetrokken. Ten aanzien van nieuwe pensioenregelingen is dit natuurlijk pure theorie. De wet zal de werkgever niet kunnen beletten bij het doen van een nieuwe pensioentoezegging in zijn gedachten rekening te houden met het algemene ouderdomspensioen, mits daar over in de tekst van de pensioenregeling met geen woord wordt gerept. Pensioen- en spaarfondsen De tweede groep van aanpassingsbe palingen heeft betrekking op pensioenrege lingen, welke steunen op de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Indien de statuten of reglementen der desbetreffend® pensioen fondsen nog geen aftrekbepalingen bevat ten, kunnen deze daarin alsnog worden op genomen, mits dit geschiedt vóór 1 januari 1959. Dit zal ook mogen plaats vinden, in dien de statuten of reglementen uitdrukke lijk de aftrek verbieden. Deze laatste be voegdheid had de regering volgens het oor spronkelijk wetsontwerp aan alle werk gevers willen geven, maar hiertegen heeft de Tweede Kamer zich verzet. De bevoegd heid om alsnog in de pensioenregeling een aftrekbepaling op te nemen, is thans be perkt tot de pensioenfondsen, die steunen op de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Hier aan ligt de gedachte ten grondslag, dat de besturen van deze pensioenfondsen ten minste paritair zijn samengesteld, dus dat tenminste evenveel vertegenwoordigers van werknemerszijde als van werkgevers zijde in het bestuur zitting hebben. Dit behoeft echter niet altijd mede te brengen, dat elke aftrek achterwege zal blijven of dat de regeling niet zal worden herzien. Voor het particuliere pensioen betalen de werknemers veelal premie, welke soms 5 of 6 pet van het loon bedragen. Sedert 1 januari 1957 betalen zij bovendien 6% pet voor het nieuwe algemene ouderdomspen sioen. Daarvoor krijgen zij weliswaar een looncompensatie van 5,6 pet, maar het is de vraag, of men zich dit na verloop van tijd nog zo gemakkelijk zal realiseren. Hoe dit ook zij. hier en daar wordt van werk- nemersziide bezwaar gemaakt tegen het hoge bedrag, dat zij thans aan deze geza menlijke premies moet afstaan. Er kan dan aanleiding zijn de premie voor het pen sioenfonds te verlagen en daarbij tevens de pensioenen aan de nieuwe situatie aan te passen. Anders staat het met de pensoenen, welke reeds ingegaan zijn. Over het alge meen bestaat er bij de werkgevers weinig of geen animo om deze pensioenen aan te passen. Wel is men geneigd de toeslagen te herzien, welke meestal onverplicht zijn gegeven. Tenslotte maken wij nog melding van een belangrijke kortingsbeperking. Indien in de statuten of reglementen van een pensioenfonds op 8 juni 1956, de dag van afkondiging van de Algemene Ouderdoms wet, geen bepalingen voorkwamen, krach tens welke het algemene ouderdomspen sioen wordt afgetrokken van het particu liere pensioen, dient bij het opnemen van zodanige bepalingen in acht te worden genomen, dat de aftrek niet meer bedraagt dan U/2 pet van het algemene ouderdoms pensioen voor elk voor het pensioen mee tellend dienstjaar, dat vóór 1 januari 1957 verstreken is. Bij vele bedrijven is men nog bezig zich te bezinnen op de nieuwe situatie. Wij hebben echter de indruk, dat het met de aanpassing wel los zal lopen en dat dik wijls van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt de pensioenregeling als geheel (ook weduwe- en wezenverzekering) te verbeteren. Mr. C. A. baron Bentinck Wie van een pensioentje moet leven, heeft het niet gemakkelijk. De gepensio neerde ambtenaar heeft zijn pensioenpre mies grotendeels in volwaardige guldens betaald, doch ontvangt zijn pensioen in guldens, die slechts de helft of een derde deel van de vroegere waarde bezitten. Weliswaar zijn de pensioenen met toesla gen verhoogd, doch niet in die mate, waar in de kosten van het levensonderhoud zijn gestegen. Korting op deze pensioenen zou natuur lijk zeer onbillijk zijn. Daarom heeft de regering de pensioenen eerst naar boven aangepast aan het bezoldigingspeil van eind 1956. Hiermede zijn de oude pensioenen opgetrokken tot het peil van de nieuwe pensioenen. De Staatscommissie voor de Pensioen wetgeving had voorgesteld de pensioenen automatisch aan te passen naar evenredig heid van elke nieuwe verhoging van de pensioengrondslag van de in actieve dienst zijnde ambtenaren. Hierdoor zou worden bereikt, dat de oude en nieuwe pensioenen ook in de toekomst gelijk zouden blijven. De regering is echter niet zo ver gegaan en heeft zich beperkt tot een optrekking der pensioenen tot het peil van eind 1956. Na deze aanpassing naar boven vindt er een aanpassing naar beneden plaats door een gedeelte van het nieuwe algemene ouderdomspensioen af te trekken van het ambtelijk pensioen. In haar Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer heeft de regering haar aanpassingsbeleid als volgt verdedigd. Bedoelde aftrek levert voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds een bate op van 85 miljoen gulden per jaar. Daarentegen zullen de lasten van de pen sioenaanpassing naar boven aanzienlijk uitgaan boven dit bedrag. Zuiver financieel beschouwd zou het dus voor de schatkist de voorkeur verdienen het gehele complex der aanpassingsmaatregelen achterwege te laten en het algemene ouderdomspensioen vrij te laten cumuleren met de ambtelijke pensioenaanspraken, zoals deze vóór de aanpassing bestonden. Ook voor de ambte naren zou daarmede de positie zijn ont staan, dat het algemene ouderdomspen sioen hun toevalt ongeacht hun overige in komsten. Van aantasting van verkregen rechten zou dan niet gesproken kunnen worden, terwijl bovendien zeer veel tijd, arbeid en geld, nodig voor de uitvoering van het gehele complex van aanpassings maatregelen, zou worden bespaard. Dat de regering niettemin de voorkeur heeft ge geven aan dit omslachtige complex, berust dus niet op financiële, maar op geheel an dere overwegingen. Op deze wijze wordt voorkomen, dat voor sommige ambtenaren - over het algemeen zij, die het laatst ge pensioneerd zijn - het totale pensioen inkomen in een volstrekt onredelijke ver houding zou komen te staan tot hun laat stelijk genoten netto-salaris.Voor een juiste beoordeling moet dit complex van pen sioenaanpassing worden beschouwd ten opzichte van de collectiviteit van de amb telijke pensioenaanspraken. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat de rechtsgelijkheid, die door dit complex in de collectiviteit van huidige en toekomstige pensioenge rechtigden wordt betracht, opweegt tegen de ongelijkheid, welke het gevolg zou zijn van vrije cumulatie van het algemeen ouderdomspensioen met de zogenaamde verkregen rechten, aldus de Memorie van Antwoord. Bij het bepalen van de aftrek is uitge gaan van de volgende gedachtengang. Vol gens de Algemene Ouderdomswet is men verzekerd van zijn 15de tot zijn 65ste levensjaar. De overgangsbepalingen buiten beschouwing gelaten, moet men dus ge durende 50 jaren verzekerd zijn om aan spraak te kunnen maken op het volle alge mene ouderdomspensioen. Het maximum pensioen der ambtenaren wordt echter be reikt na een diensttijd van 40 jaren. In verband hiermede wordt voor elk dienst jaar van de ambtenaar 2 pet van het alge mene ouderdomspensioen afgetrokken van ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 11