Leven van het
weeföetomw
In Brussel danst men van
het ene bal in het andere
Cactussen in de winter
Aanpassing van ambtelijke en
particuliere pensioenen
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
Een bezoek aan
Mies Boddeke
VRIJDAG 18 JANUARI 1957
7
PERMANENT INVISIBLE
De regeling voor
overheidspensioen
Wagenweg 29
Haarlem - Tel. 20518
HAUTE COIFFURE
in combinatie met
DOUBLE COUPE
Een ideale coiffure,
bestand tegen ons
vochtig en winderig
klimaat
<^Ooor cle^O
rouw Eet voldoende fruit
Londonderrysoep; aardappelen met
jus, runderrollade, brussels lof; Deen
se vla.
Aardappelen met jus, rest rollade,
spruitjes; vla van yoghurt.
Aardappelen, jus, bruine bonen met
gebakken spek, sla van wortel en an
dijvie; griesmeelvla.
Groentesoep; aardappelen, jus, runder
lapjes, koolraap; appel.
Panvis van stokvis; sinaasappel.
Aardappelen met jus, gehakt, prei;
pannekoeken.
Aardappelen met jus, rodekool; haver,
moutpap.
De met kruisjes aangeduide gerechten
kunnen geschrapt worden, zonder dat de
maaltijden wat voedingsstoffen betreft
onvolledig worden.
met een bal te voorschijn.
De chicste zijn die van het ministerie
van Buitenlandse Zaken, en van de Bel
gische adel.
ADVERTENTIE
Trek vooral in dit jaargetijde zoveel
mogelijk profijt van de beschermende
waarde van groenten en fruit.
Eet daarom niet te vaak stamppot, want
door stampen vernietigt U vitamine C.
Stoof de groente niet lang na met boter
of margarine: daardoor gaat er vitamine
C verloren. Vermeng de groente liever
vlak voor het opdienen met boter, mar
garine of een melksaus, ze is dan ook
smakelijk!
Laat 's winters het fruit niet op tafel ont
breken.
Menu's
Voor koele dagen in het voorjaar is dit
luxueuze jasje van marterbont, in cape
model, met laag-ingezette en wijde
mouwen, die de illusie van cape
nog verhogen.
Het algemene ouderdomspensioen wordt aan een ieder, die de leeftijd van 65 jaren
heeft bereikt, uitbetaald. Andere inkomsten worden niet van het algemene ouderdoms
pensioen afgetrokken. Allen ontvangen hetzelfde bedrag. Ook zij, die recht hebben op
een ambtelijk of particulier pensioen, ontvangen daarnaast het volle algemene ouder
domspensioen.
Daar de regering echter bezwaren had tegen een volledige samenloop van de amb
telijke en particuliere pensioenen met het algemene ouderdomspensioen, heeft zij de
ambtelijke pensioenen aangepast en de mogelijkheid daartoe geopend voor de
particuliere pensioenen. Hiertegen is veel verzet gerezen. Het gevolg is geweest, dat
de desbetreffende wetsontwerpen tijdens de behandeling in de Tweede Kamer in
grijpende wijzigingen hebben ondergaan. De algemene Ouderdomswet is daardoor op
dit punt nogal onbegrijpelijk geworden. Zelfs na kennisneming van de Kamerstukken
blijft er nog veel over, dat niet duidelijk is en tot verschil van mening aanleiding kan
geven. Het is dan ook niet zonder aarzeling, dat wij een poging zullen doen onze
lezers enigszins wegwijs te maken in deze duistere materie. Wij zullen ons hierbij
tot de grote lijnen moeten beperken.
De foto links laat de houding der handen zien bij het opnemen van het juiste
aantal draden en het aangeven van de spoel. De foto rechts de houding der
der handen bij het aanslaan van de draad.
Een van de oudste handwerktech
nieken is het weven, het handweven
wel te verstaan. Zelfs de enorme in
dustrialisatie, die ook het weven tot
een mechanische arbeid heeft ge
maakt, heeft niet kunnen verhinde
ren, dat er hier en daar nog enkele
vrouwen te vinden zijn, die het ge
touw hanteren. Ons land bezit ver
schillende handweverijen en ook zijn
er sporadisch wel liefhebsters van dit
fraaie ambacht, die in hun vrije tijd
allerlei schone produkten vervaardi
gen. Iemand echter, die er een zelf
standig beroep van heeft gemaakt,
dus leeft van net werk van haar ge
touw, behoort in ons land tot de uit
zonderingen.
We hadden toevallig ergens een hand-
weef gezien van Mies Boddeke uit Am
stelveen en dit bekoorde ons zo, dat we
de eerste de beste gelegenheid te baat
namen haar op te zoeken. Onwillekeu
rig hadden we ongemotiveerd overi
gens ons een voorstelling gemaakt
van een al wat oudere vrouw en we
keken dan ook lichtelijk verbaasd, toen
we werden ontvangen door een spor
tieve jonge meid met blozende wangen
en een korte krullekop.
Even later zaten we in haar werk
kamer, die voor een belangrijk deel door
een enorm zestien-schachts dobbyge-
touw in beslag werd genomen. „Ik ben
nu twee jaar zelfstandig bezig," zei Mies
Boddeke, „en ik heb gelukkig volop aan
vragen en opdrachten van exclusieve
zaken of woninginrichtingen in Amster
dam en Beverwijk. Zal ik eens wat werk
laten zien?"
Het werd een gezellige rommel van
tafel- en divankleden, lopers en vooral
ook stola's. Dat Mies Boddeke een zeer
hoog ontwikkeld kleurgevoel bezit is
een van de eerste feiten, die we konden
constateren.
Kleuren
„Ik houd veel van blauw, maar blau
we tafelkleden raak ik aan dé straat
stenen niet kwijt," zei ze, hiermee be
wijzend, dat ze niet van zakelijkheid
gespeend is. Dat steekt ze trouwens niet
onder stoelen of banken. „Je moet, wil
je hiervan bestaan, natuurlijk rekening
houden met de wensen. Bovendien vind
ik het fascinerend een moeilijke op
dracht uit te knobbelen en uit te voeren
en het blijft tenslotte toch mijn eigen
ontwerp. Ik wil niet alleen van mezelf
uit werken, maar bijblijven en weten
en ontdekken wat nieuw is. Daarom
loop ik bijvoorbeeld alle beurzen en ten
toonstellingen af, dat is heel leerzaam.
Als ik ergens kom, ben ik geneigd om
gekeerd op de stoel te gaan zitten om de
bekleding te bekijken."
„Lukte het in het begin nogal vlot?"
„Nee, eerst was het wel een hele
waag. Ik had mijn getouw aangeschaft
en begon met een restantenpartij wol,
die ik gedeeltelijk zelf heb geverfd. Een
binnenhuisarchitect kocht kleine kleed
jes van me, voor kennissen maakte ik
tafelkleden en van lieverlede groeide
het uit. Later ben ik me gaan toeleggen
op stola's, toen die zo in de mode kwa
men. Kijk maar, met gouden lurex-
draden erin."
We bewonderden een stola met een
zwarte schering en een blauwe inslag,
waartussen gouden draden bescheiden
waren toegepast.
„Ik werk graag met een effect van
een enkele gouddraad in mijn ontwerpen.
In de gordijnen, die ik voor het raadhuis
in Delft heb geweven kijk, hier is
een staal heb ik ook wat goud ver
werkt. Het is materiaal, dat glanzend
blijft."
Het zijn grijze gordijnen, deels van
frotté wol, met heel vaag zichtbaar die
glinstering van goud.
„Nu gebruik ik uitsluitend de beste
wollen garens, soms ook wel mohair
wol, dat zo mooi glanst of linnen. Het
is jammer, dat men zo weinig belang
stelling heeft voor linnen," vervolgde
Mies, terwijl ze liefkozend over een
kleed streek met ingeweven gestyleerde
bloemen. „Als meubel bekleding is het
ook zo dankbaar."
Opleiding
ALS ZESTIENJARIG kwam Mies
Boddeke op de Amsterdamse Kunstnij
verheidsschool, waar ze de weefoplei-
ding volgde. Daarne werkte ze een jaar
bij het Paapje en vijf jaar op het weef-
atelier van mevrouw RinseKlinken
berg te Amsterdam. Maar ze verlangde
naar zelfstandigheid en deed de stap,
die haar niet berouwd heeft. Thans is
ze niet alleen een enthousiast weefster
met grote liefde voor haar werk, maar
ook een zakenvrouw, die het leuk vindt
er in haar wagentje op uit te gaan om
haar eigen produkten aan de man te
brengen. „Verkopen vind ik aardig
werk. Ik wil weten welke dingen niet
gaan en waarom niet."
Tijdrovende handelingen als het af
knepen van de kleden en het inpakken
neemt ze maar op de koop toe.
We lieten onze ogen nog eens gaan
over haar werkstukken in mooie warme
en ook tere kleuren met bescheiden ran
den of ingeweven motieven en het viel
ons op, dat al haar ontwerpen weer ver
schillend zijn.
„Ik houd er niet van steeds hetzelfde
te doen. Ik weef wel eens stof voor
kleding deze rok bijvoorbeeld
maar grote lappen van hetzelfde gaan
me op de duur vervelen."
Ze liet ons nog meer kleding zien:
een mantelpak in een fijn modern plat-
weefsel met een grijze ketting en een
inslag van twee kleuren blauw en
groen. Het deed ons, wat gemêleerde
kleurschakering betreft, denken aan de
mooie handgeweven Britse stoffen, die
men in Londense winkels wel aantreft.
LEUNEND OP DE VENSTERBANK
demonstreerde Mies Boddeke het we
ven. De schering stond op de boom ge
spannen en het patroon was al door de
hevels van het getouw geregen. Via een
pelaal bewoog ze de schachten, zodat
een vak ontstond, waardoor ze dan het
schuitje met de spoel schoot. Zo kwam
een inslag tot stand. „Meestal werk ik
volgens een tevoren gemaakt ontwerp,
maar soms weef ik zo maar een eind
weg."
Volgens Mies Boddeke is de belang
stelling voor het handweven over het
algemeen niet zo groot. „Soms moet ik
boksen tegen de impopulariteit ervan,
ontstaan toen in de oorlog velen aange
wezen waren op sohapewol of papier-
touw."
Dat kwam ons wat pessimistisch voor.
Naar onze mening is dat al wat veran
derd en is er meer waardering voor
deze tak van kunstnijverheid ontstaan.
Weven is het vak, maar ook de hobby
van Mies Boddeke. Ze heeft nog een
hobby: 's zondags ruilt ze het getouw
voor de hockeystick om zich in een
wedstrijd te ontspannen.
Tineke Raat
(Van onze correspondente in Brussel)
In Nederland kunnen we in het win-
erseizoen fuifjes houden, feesten en bals
geven, maar het haalt eenvoudig niet bij
de dans- en balwoede van de Belgen.
Het feesten zit hun in het bloed. En
wanneer ze dat in Breughels tijd deden
aan lange tafels of op boerenerven, dan
doen ze het nu „modern" en organiseren
ze bals met avondjurken en jazzorkes
ten. Doen wij in Nederland ook, zult u
zeggen. Maar het is niet te vergelijken
met België en speciaal met Brussel. We
menen soms, dat Nederland het land is
van de verenigingen. Maar België is dat
tienmaal meer. Alleen Brussel heeft
meer dan duizend verschillende clubs
en verenigingen, die zich bezig houden
met alles en nog wat, van duivenmelken
en het verspreiden van de Franse taal
ën het steunen van behoeftige putjes-
Scheppers-weduwen tot het instandhou
den van oude kastelen; het drinken van
meer bier; het bevorderen der liberale
gedachte enhet organiseren van
meer bals toe.
En al die clubs komen in de winter
Recepten voor 4 personen
Panvis van stokvis 300 g stokvis, VA kg
aardappelen, 150 g (een kopje) rijst,
3% dl (2 kopjes) water, 1 kg uien, bo
ter of margarine, zout (melk of vis
bouillon).
(Ongeweekte stokvis in stukken hakken
en tenminste 24 uur in ruim water weken.
Het water nu en dan verversen)De stok
vis zo goed mogelijk van graten en vellen
ontdoen. Er desgewenst rolletjes van ma
ken en deze vastbinden met een draadje.
De geweekte stokvis in ruim kokend wa
ter met 10 g zout per liter water zacht
jes gaarkoken. Zorgen dat het water tegen
de kook aanblijft, anders wordt de vis
hard en taai. Kooktijd a l\i uur afhan
kelijk van de malsheid van het visvlees.
De rijst wassen, opzetten met kokend wa
ter en zout en zachtjes gaarkoken. De
aardappelen schoonmaken, gaarkoken en
in stukken snijden. De uien schoonmaken,
in snippers snijden en deze bruin bakken
in boter of margarine. De vis in stukjes
verdelen. Al deze ingrediënten dooreen
mengen. Het gerecht smeuïg maken met
een scheutje melk of visbouillon. Desge
wenst het geheel overdoen in een vuur
vaste schaal, bestrooien met paneermeel
en hier en daar een klontje boter of mar
garine er op leggen. Er in de oven een
bruin korstje op laten komen.
Londonderrysoep 1 ui, 40 g (ruim 2'i
eetlepel) boter of margarine, Vi thee
lepel kerry, 40 g (4 eetlepels) bloem.
1 1 bouillon, 'i dl CA klein kopje) melk
(klein blikje champignons).
Het uitje klein snijden. De boter of mar
garine warm maken en het uitje met de
kerrie hierin fruiten. Alle bloem toevoe
gen en flink roeren. De bouillon bij klei
ne scheutjes tegelijk bij het mengsel,
schenken, tot alle bouillon gebruikt is.
De soep zeven. De soep weer aan de kook
brengen en op smaak afmaken met melk
en desgewenst met champignons.
van dagen „le Sou du Vieillard". U ziet
het, we verenigen hier (letterlijk) het
nuttige met het aangename! En als u
bedenkt, dat alleen al le Sou du Vieil
lard in een stuk of vijftien andere Brus
selse voorsteden bestaat, dan kunt u
zich indenken, hoeveel bals er alleen al
ian die ouden van dagen worden gewijd.
Het blauwe bal van de liberale club
van Elsene stond dezelfde dag op het
programma, en in de technische Machi-
nistenschool deden ze diezelfde avond
sen sprongetje, net als de oudleerlin
gen van de muziekschool van Sint-
Agatha-Berchem dat presteerden. De
oudstrijders van Molenbeek waren er
ook met een bal, net als Joie et Santé in
Jette, en de Mandolineclub van Schaar
beek. Het werk voor oude kleren van
Brussel organiseerde een verkleed kin
derbal. Niet minder succes had het bal
van de vereniging van.... deurwaar
ders en incasseerders, en het bal van de
personeelsleden van de Brusselse reini
gingsdiensten enzal ik er maar mee
ophouden? U ziet het wel, we dansen in
Brussel. Dat de stukken er afvliegen!
In de wintermaanden dient u extra
voorzichtig te zijn met cactussen en
vetplantjes; de meeste soorten verdra
gen dan niet veel vocht. Gieten is dus
in deze tijd van het jaar verkeerd. Dat
doet u alleen maar als blijkt dat be
paalde soorten werkelijk staan te ver
schrompelen. Er zijn echter enkele
soorten die ook in de winter water no
dig hebben; dat zijn de cactussen die
doorgroeien en bloemknoppen hebben
gevormd of in bloei staan. De bekende
lidcactus is er één van. Het is nuttig
haar met lauw water te besproeien.
Staat ze echter in volle bloei dan mag
het niet.
Cactussen in de vensterbank.
Over het algemeen zet men cactussen
en vetplanten in de wintermaanden
veel te warm; een normaal verwarmde
huiskamer is te veel van het goede.
Een zeer matig verwarmde, maar be
slist vorstvrije kamer is al meer dan
voldoende. Daar hebben ze praktisch
geen water nodig. In een normaal ver
warmd vertrek zal men wel eens moe
ten gieten, in de morgenuren, en dan
liefst zo dat de plant zelf niet nat wordt.
G. Kromdijk
De bals van de buitenlandse pers, waar
regering en diplomatie zich ook moeten
vertonen, hebben ook nog wel naam, net
als die van de Brusselse patriciërsfami
lies, die verenigd zijn in de Sociëteit
van de Ommegang. Deze houdt zich be
zig met de instandhouding van de vijf
jaarlijkse Brusselse historische stoet, die
de naam „ommegang" draagt.
Een minister, kamerlid, burgemeester
en gemeenteraadslid hebben maar een
zwaar leven hier. Een bal is af te me
ten naar de lieden, die bij de aanwezi
gen worden vermeld. Officieel staan die
autoriteiten bij de aanwezigen, in feite
rennen ze van het ene bal naar het an
dere, geven acte de présence, en rennen
naar het volgende. Vooral een burge
meester (het gebied van Brussel heeft
er veertien, allemaal gekozenen) heeft
het hard. Om de populariteit in stand te
houden, sjouwt hij rustig per week een
stuk of tien bals af. Kamerleden en wet
houders hebben het niet veel beter.
En nu neem ik een krantenpagina.
Die begint met het bal van de Union
Motor Woluwe, de automobielclub van
de Brusselse voorstad Woluwe.
Matigjes, alleen een burgemeester.
Dan het bal van de le Don d'Adele. Het
bal voor de ouders van de leerlingen der
lste, 2e en 4e gemeenteschool van de
Brusselse voorstad Elsene volgt daarna.
En dan komen we bij het bal van de
Franse oudstrijders der Leclerqdivisie,
plus het „gala dansant" van de voetbal
club Olympic, en het bal van de afde
ling Elsene van het werk voor ouden
het ambtelijk pensioen. Meer dan 80 pet
van het algemene ouderdomspensioen
wordt nimmer afgetrokken van het amb
telijk pensioen.
Particuliere pensioenen
In de Algemene Ouderdomswet zijn ook
bepalingen opgenomen, welke betrekking
hebben op de aanpassing der particuliere
pensioenen. Zij zijn in hoofdzaak van
tweeërlei aard. De eerste groep van be
palingen beperkt de mogelijkheden van
aanpassing. De voornaamste beperkingen
laten wij hieronder volgen.
Als het algemene ouderdomspensioen na
de pensionering verhoogd wordt, mag deze
verhoging niet van het particuliere pen
sioen worden afgetrokken. Ter verduide
lijking wijzen wij er op, dat het bedrag van
het algemene ouderdomspensioen niet vast
is, doch op en neer gaat met de lonen. Het
algemeen ouderdomspensioen wordt dus
steeds aangepast bij het loonpeil.
Voorts mag van het particuliere pensioen
nooit meer worden afgetrokken dan een
bedrag, gelijk aan 80 pet van het algemene
ouderdomspensioen. De volle 80 pet van het
algemene ouderdomspensioen mag slechts
worden afgetrokken, indien de werknemer
zoveel dienstjaren heeft als nodig is om
aanspraak .te kunnen maken op het volle
particuliere pensioen. Is dat niet het geval,
dan mag het particuliere pensioen slechts
worden verminderd met een evenredig ge
deelte van de voor aftrek vatbare 80 pet
van het algemene ouderdomspensioen. In
dien - om een voorbeeld te noemen - het
volledige pensioen na een diensttijd van
40 jaren wordt bereikt, mag van een niet
volledig pensioen voor elk dienstjaar
slechts 2 pet. van het algemene ouderdoms
pensioen worden afgetrokken.
Deze aftrekbeperkingen gelden voor alle
bestaande en toekomstige particuliere pen
sioentoezeggingen. Ook als de pensioen
regeling een grotere aftrek toestaat, mag
toch niet meer worden afgetrokken. Ten
aanzien van nieuwe pensioenregelingen is
dit natuurlijk pure theorie. De wet zal de
werkgever niet kunnen beletten bij het
doen van een nieuwe pensioentoezegging in
zijn gedachten rekening te houden met het
algemene ouderdomspensioen, mits daar
over in de tekst van de pensioenregeling
met geen woord wordt gerept.
Pensioen- en spaarfondsen
De tweede groep van aanpassingsbe
palingen heeft betrekking op pensioenrege
lingen, welke steunen op de Pensioen- en
Spaarfondsenwet. Indien de statuten of
reglementen der desbetreffend® pensioen
fondsen nog geen aftrekbepalingen bevat
ten, kunnen deze daarin alsnog worden op
genomen, mits dit geschiedt vóór 1 januari
1959. Dit zal ook mogen plaats vinden, in
dien de statuten of reglementen uitdrukke
lijk de aftrek verbieden. Deze laatste be
voegdheid had de regering volgens het oor
spronkelijk wetsontwerp aan alle werk
gevers willen geven, maar hiertegen heeft
de Tweede Kamer zich verzet. De bevoegd
heid om alsnog in de pensioenregeling een
aftrekbepaling op te nemen, is thans be
perkt tot de pensioenfondsen, die steunen
op de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Hier
aan ligt de gedachte ten grondslag, dat de
besturen van deze pensioenfondsen ten
minste paritair zijn samengesteld, dus dat
tenminste evenveel vertegenwoordigers
van werknemerszijde als van werkgevers
zijde in het bestuur zitting hebben. Dit
behoeft echter niet altijd mede te brengen,
dat elke aftrek achterwege zal blijven of
dat de regeling niet zal worden herzien.
Voor het particuliere pensioen betalen de
werknemers veelal premie, welke soms 5 of
6 pet van het loon bedragen. Sedert 1
januari 1957 betalen zij bovendien 6% pet
voor het nieuwe algemene ouderdomspen
sioen. Daarvoor krijgen zij weliswaar een
looncompensatie van 5,6 pet, maar het is
de vraag, of men zich dit na verloop van
tijd nog zo gemakkelijk zal realiseren. Hoe
dit ook zij. hier en daar wordt van werk-
nemersziide bezwaar gemaakt tegen het
hoge bedrag, dat zij thans aan deze geza
menlijke premies moet afstaan. Er kan dan
aanleiding zijn de premie voor het pen
sioenfonds te verlagen en daarbij tevens de
pensioenen aan de nieuwe situatie aan te
passen.
Anders staat het met de pensoenen,
welke reeds ingegaan zijn. Over het alge
meen bestaat er bij de werkgevers weinig
of geen animo om deze pensioenen aan te
passen. Wel is men geneigd de toeslagen te
herzien, welke meestal onverplicht zijn
gegeven.
Tenslotte maken wij nog melding van
een belangrijke kortingsbeperking. Indien
in de statuten of reglementen van een
pensioenfonds op 8 juni 1956, de dag van
afkondiging van de Algemene Ouderdoms
wet, geen bepalingen voorkwamen, krach
tens welke het algemene ouderdomspen
sioen wordt afgetrokken van het particu
liere pensioen, dient bij het opnemen van
zodanige bepalingen in acht te worden
genomen, dat de aftrek niet meer bedraagt
dan U/2 pet van het algemene ouderdoms
pensioen voor elk voor het pensioen mee
tellend dienstjaar, dat vóór 1 januari 1957
verstreken is.
Bij vele bedrijven is men nog bezig zich
te bezinnen op de nieuwe situatie. Wij
hebben echter de indruk, dat het met de
aanpassing wel los zal lopen en dat dik
wijls van de gelegenheid gebruik wordt
gemaakt de pensioenregeling als geheel
(ook weduwe- en wezenverzekering) te
verbeteren.
Mr. C. A. baron Bentinck
Wie van een pensioentje moet leven,
heeft het niet gemakkelijk. De gepensio
neerde ambtenaar heeft zijn pensioenpre
mies grotendeels in volwaardige guldens
betaald, doch ontvangt zijn pensioen in
guldens, die slechts de helft of een derde
deel van de vroegere waarde bezitten.
Weliswaar zijn de pensioenen met toesla
gen verhoogd, doch niet in die mate, waar
in de kosten van het levensonderhoud zijn
gestegen.
Korting op deze pensioenen zou natuur
lijk zeer onbillijk zijn. Daarom heeft de
regering de pensioenen eerst naar boven
aangepast aan het bezoldigingspeil van eind
1956. Hiermede zijn de oude pensioenen
opgetrokken tot het peil van de nieuwe
pensioenen.
De Staatscommissie voor de Pensioen
wetgeving had voorgesteld de pensioenen
automatisch aan te passen naar evenredig
heid van elke nieuwe verhoging van de
pensioengrondslag van de in actieve dienst
zijnde ambtenaren. Hierdoor zou worden
bereikt, dat de oude en nieuwe pensioenen
ook in de toekomst gelijk zouden blijven.
De regering is echter niet zo ver gegaan
en heeft zich beperkt tot een optrekking
der pensioenen tot het peil van eind 1956.
Na deze aanpassing naar boven vindt er
een aanpassing naar beneden plaats door
een gedeelte van het nieuwe algemene
ouderdomspensioen af te trekken van het
ambtelijk pensioen. In haar Memorie van
Antwoord aan de Tweede Kamer heeft de
regering haar aanpassingsbeleid als volgt
verdedigd. Bedoelde aftrek levert voor het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds een
bate op van 85 miljoen gulden per jaar.
Daarentegen zullen de lasten van de pen
sioenaanpassing naar boven aanzienlijk
uitgaan boven dit bedrag. Zuiver financieel
beschouwd zou het dus voor de schatkist
de voorkeur verdienen het gehele complex
der aanpassingsmaatregelen achterwege te
laten en het algemene ouderdomspensioen
vrij te laten cumuleren met de ambtelijke
pensioenaanspraken, zoals deze vóór de
aanpassing bestonden. Ook voor de ambte
naren zou daarmede de positie zijn ont
staan, dat het algemene ouderdomspen
sioen hun toevalt ongeacht hun overige in
komsten. Van aantasting van verkregen
rechten zou dan niet gesproken kunnen
worden, terwijl bovendien zeer veel tijd,
arbeid en geld, nodig voor de uitvoering
van het gehele complex van aanpassings
maatregelen, zou worden bespaard. Dat de
regering niettemin de voorkeur heeft ge
geven aan dit omslachtige complex, berust
dus niet op financiële, maar op geheel an
dere overwegingen. Op deze wijze wordt
voorkomen, dat voor sommige ambtenaren
- over het algemeen zij, die het laatst ge
pensioneerd zijn - het totale pensioen
inkomen in een volstrekt onredelijke ver
houding zou komen te staan tot hun laat
stelijk genoten netto-salaris.Voor een juiste
beoordeling moet dit complex van pen
sioenaanpassing worden beschouwd ten
opzichte van de collectiviteit van de amb
telijke pensioenaanspraken. Het is aan geen
twijfel onderhevig, dat de rechtsgelijkheid,
die door dit complex in de collectiviteit
van huidige en toekomstige pensioenge
rechtigden wordt betracht, opweegt tegen
de ongelijkheid, welke het gevolg zou zijn
van vrije cumulatie van het algemeen
ouderdomspensioen met de zogenaamde
verkregen rechten, aldus de Memorie van
Antwoord.
Bij het bepalen van de aftrek is uitge
gaan van de volgende gedachtengang. Vol
gens de Algemene Ouderdomswet is men
verzekerd van zijn 15de tot zijn 65ste
levensjaar. De overgangsbepalingen buiten
beschouwing gelaten, moet men dus ge
durende 50 jaren verzekerd zijn om aan
spraak te kunnen maken op het volle alge
mene ouderdomspensioen. Het maximum
pensioen der ambtenaren wordt echter be
reikt na een diensttijd van 40 jaren. In
verband hiermede wordt voor elk dienst
jaar van de ambtenaar 2 pet van het alge
mene ouderdomspensioen afgetrokken van
ADVERTENTIE