In de binnenlanden
van
TadekniacPiLrieb: em naticmaat upltnaafc
BEZIELDE STENEN IN VERGEESTELIJKTE TUINEN
Alles over
muziek
SPEELGOED
Scliooiilieïdslievejtide Japanners hechten vaak meer waarde
aan een gewone ruwe kei dan een geslepen diamant
Twee variaties
va n
Bedevaarten naar
Mekka gezonder
DU BB O werd een goede honderd jaar ge
leden als een kleine nederzetting aan de
Macquarie-rivier gesticht. Voor de eerste
keer in een eeuw trad deze het vorige jaar
na hevige regens buiten haar steile oevers
en zette de stad, die negenhonderd voet
boven de zeespiegel ligt, onder water. Dub-
bo is een typische stad van het achterland
op de grens van „never-never". Wij zouden
zeggen: land waar geen land meer achter
is. In Dubbo laat zich de sfeer daarvan
reeds aanvoelen. Het is een centrum van
handel in schapen en tarwe. Die hoofd
straat is een lange rij van winkels en hotels
met luifels op palen aan de rand van het
trottoir. De hotels hebben daarboven een
grote ruime wandelveranda, waarop alle
kamers uitkomen. In de zomer staan de
deuren open om de koelte van de nacht
binnen te laten. Toen ik vroeg opstond om
een wandeling door de straat te maken, zag
ik de gasten in hun pyjama over de veran
da's lopen.
Elke Australische stad, die zichzelf res
pecteert, gaat prat op het bezit van ten
minste één „bowling club" en een golfclub
met de nodige gebouwen en grote grasvel
den om deze sporten te beoefenen. „Bow
ling" wordt gespeeld met afgeplatte, tame
lijk zware ballen, zo groot als een klein
Edammer kaasje, door mannen in witte
kledij, een strohoed op en met bruine
schoenen aan. Zij zwaaien met de rechter
arm de bal voorzichtig, als ware deze een
kristal, naar het andere eind van het veld,
waar zij een klein wit balletje moet raken.
Er liggen verscheidene velden naast elkaar,
die 's avonds met elektrisch licht worden
overgoten. Zo'n „bowling"-club, waarvan
de leden meestal boven de veertig zijn (het
is de minst vermoeiende sport, die ik ooit
heb zien beoefenen) en bovendien nogal
kapitaalkrachtig, beschikt over een club
huis, waar men zich in een hotel-restau
rant kan wanen. Er is niet één dag op onze
tocht voorbijgegaan, waarop wij 's avonds
niet zijn ontvangen en onthaald door de
„bowling"-club van de stad of de plaats,
hoe klein ook, waar wij logeerden.
Niet alleen aan de grasvelden, maar ook
aan het clubhuis zelf worden alle zorgen
en gelden besteed om er aangename ver
pozing te kunnen vinden. Behalve een bar,
waar op elke speeldag en speelavond dran
ken worden getapt en bier in grote hoe
veelheden wordt verzwolgen, staan er po
kermachines, waarmee men een kapitaal
kan winnen, maar meestal verliezen: zij
dragen bij tot de Inkomsten van de club.
Australiërs vinden een kinderlijk genoegen
in deze apparaten, die men bedient door
een korte hefboom over te halen na een
shilling (veertig cent) of een twee-shilling
stuk in een geldgleuf te hebben gestoken.
De beweging van de hefboom zet een serie
roulerende kaarten van een normaal spel
in beweging. Wanneer zij, na tot stilstand
te zijn gekomen, een bepaalde combinatie
vormen, valt er een aantal geldstukken in
een opvangbakjo. Zij kunnen in één keer
een bedrag vormen van meer dan honderd
gulden. Op de avond, waarop ons gezel
schap in het clubhuis van Dubbo werd ont
vangen, stond de burgemeester in de voor
ste rij voor zo'n pokermachine
BURGEMEESTERS worden niet be
noemd, maar gekozen voor een periode van
drie jaar uit de „aldermen" (wethouders).
Deze worden rechtstreeks gekozen door de
bevolking. Er is aan de functie van burge
meester slechts een bescheiden vergoeding
verbonden, aangevuld met representatie
gelden. De burgemeester van een Austra
lische stad is dan ook vrijwel altijd een
zakenman, welke soort zaak dit ook moge
zijn. De mayor (burgemeester) van Dubbo
is directeur-eigenaar van een groot waren
huis in zijn gemeente en werd mij beschre
ven als een miljonair. Maar dit verhindert
hem niet om in de „bowling"-club poker
machines te bespelen
DE VOLGENDE ochtend reden we naai
de „gouden vlakten" van Bundemar en
Haddon Rig, schapenfokkerijen van ver
maardheid, waar één schaap op de droge
gronden de ruimte van een hele Neder
landse boerderij nodig heeft om er vol
doende voedsel te vinden. Bundemar werd
gesticht in 1881 door F. E. Body, wiens vijf
enzeventigjarige zoon en veertigjarige klein
zoon thans met twintig man personeel de
zorg hebben voor twintigduizend merino's.
Haddon Rig is eigendom van George
Falldner, heerser over veertigduizend scha
pen en vijfenveertig mensen op veertig
duizend hectaren, waar hij een eigen
vliegveld heeft en zijn eigen machine be
stuurt, waar vliegtuigen landen van zijn
klanten, die zijn fobrammen kopen a rai-
son van dertig tot veertigduizend gulden
per stuk. Bundemar verkocht in drie ach
tereenvolgende jaren fokrammen voor
DUBBO is de poort naar de vlakten van het verre westen van
Nieuw Zuid Wales, waar de bevolking steeds schaarser wordt en
de kaart lege vlekken toont. De bevolking telt ongeveer dertien
duizend zielen, onder wie een zestigtal Nederlanders. Ter gelegen
heid van ons bezoek in gezelschap van vele andere buitenlandse
journalisten, baadde het vliegveld in een zee van licht, dat nog
versterkt werd door de koplampen van talloze auto's van de nota
belen der stad, die ons in een lange rij naar het stadhuis reden,
waar zich veel publiek had verzameld. Óver de gehele, meer dan
een kilometer lange straat hingen slingers van elektrische lampjes
in alle kleuren van de regenboog. Staande hoorden we twintig
toespraken aan van de burgemeester en andere hoogwaardig
heidsbekleders, die het bezoek van Koningin Elizabeth II in 1954
en het bezoek van deze journalisten in één adem als de grootste
gebeurtenissen in de historie van Dubbo noemden.... Er was een
muziekcorps, dat na elke toespraak vrolijk blies. Ik vreesde reeds,
dat het alle volksliederen van de zeventien door ons vertegen
woordigde landen zou gaan spelen, maar de burgemeester had er
een oplossing voor gevonden. Hij verzocht de dirigent het Ameri
kaanse volkslied ten gehore te brengen als een hulde aan de
journalisten uit de vijf werelddelen, waaronder twee Russen
Op het landgoed van de schapenmüjonair Body, waar op een oppervlakte
zo groot als de Wicringermeér twintigduizend schapen grazen, staat deze
door onze correspondent Jan D. Rcmpt gefotografeerde, in 1881 gebouwde
„homestead". Dit hoofd woninggebouw is opgetrokken van hout en voorzien
van een plaatijzeren dak. Het internationale gezelschap van journalisten
werd er door de eigenaar onthaald op een picknick.
veertig, vijfenveertig en éénenvijftig dui
zend gulden. Het land is allemaal natuur
lijke weide en de temperatuur stijgt er in
de zomer tot 118 graden Fahrenheit. De
regenval is schaars, maar er zijn bronnen,
waar het water uit een diepte van soms
achthonderd meter moet worden opge
pompt. In deze „gouden vlakten" (waar het
vorig jaar een uitzonderlijk hoge regenval
overstromingen veroorzaakte, die meer
dan tweeduizend schapen aan slachtoffers
eisten, staat thans het prairiegras mans
hoog. Enkele dagen na ons bezoek laaiden
in deze streek de grasbranden hoog op en
vielen in de naaste omtrek twintigduizend
schapen aan do vlammen ten offer.
George Falkiner, die evenals Body
miljonair is (in Australische ponden!) be
steedde na de oorlog meer dan een miljoen
gulden aan de uitroeiing van konijnen, die
zich als een muitend leger over zijn land
hadden verspreid. Body legde met bull
dozers ruwe „wegkanalen" van twintig
meter breedte door zijn landgoed aan, tot
een totale lengte van meer dan tweehon
derd kilometer, als een middel om het
overslaan van de vlammen bij bosbrand te
voorkomen. De kosten van die aanleg be
droegen zestigduizend gulden. Hij vertelde
mij dat zo terloops, toen ik dacht aan dat
„genoegclijke leven des gerusten land-
mansvan wijlen onze Poot.
IN DE REEKS encyclo
pedieën, uitgegeven onder
auspiciën van de Winkler
Prinsstichting, is thans bij
Elsevier het eerste deel
verschenen' van een encylo-
pedie van de muziek, welke
in twee delen compleet zal
zijn. Naar omvang (in to
taal ongeveer veertienhon
derd bladzijden) en inhoud
is het een nuttig bezit voor
ieder, die de muziek als-
levenselement kent. De be
roepsmusicus, die naar aan
leg en gerichtheid binnen
de muziek zijn terrein ge
kozen heeft, vindt hier een
plaatsbepaling en karakte
ristiek van andere gebieden
op een wijze die hem, mede
door een litteratuuropgave
bij de grotere artikelen,
wellicht tot verdere oriën
tatie uitnodigt. De muziek
liefhebber, wiens belang
stellingssfeer meestal veel
wijder reikt dan vroeger
door de enorme vlucht van
de grammofoonplaat en
door alles wat via radio,
school en vereniging aan
muzikale opvoeding ge
bracht wordt, vindt zijn
nieuwsgierigheid bevredigd
in een vorm die niet sim
plistisch of overladen is,
bondig en terzake in de
historische, duidelijk en
overzichtelijk in technische
artikelen.
Zoals het een goede en
cyclopedie betaamt, geeft
het werk voorlichting op
letterlijk alle terreinen die
met het onderwerp in ver
band staan: U vindt er Do-
ris Day en elektronische
muziek, Georges Brassens
en Bach bijvoorbeeld. Een
bijzonderheid vormen, de
artikelen over afzonderlijke
landen, telkens onderver
deeld in een paragraaf over
het muziekleven en de
componisten en één over
de volksmuziek. Daar sinds
de tweede wereldoorlog in
ternationaal contact op
ieder gebied nagestreefd
wordt, is het goed dat een
werk als dit ook samenvat
tingen van deskundigen be
vat over Arabië en China,
Finland en Bulgarije, om
maar een paar grepen le
doen. Het illustratiema
teriaal is bijzonder rijk en
bevat zelfs bij de biogra
fieën van Chopin en De
bussy afbeeldingen die men
wellicht niet eerder gezien
zal hebben. Wel zou men
de musici in de sector van
amusement en jazz in de
keuze wat bevoorrecht
kunnen vinden.
Dit eerste deel wordt
voorafgegaan door een
compendium van de mu
ziekgeschiedenis, waarin
ook lichte muziek en volks
muziek behandeld worden,
alsmede door een hoofd
stuk over muziek en ge
meenschap waarin men ook
bijdragen over muziek en
overheid en betreffende
auteursrechten aantreft.
Voorin het boek vindt men
een lijst van zeventig me
dewerkers afgedrukt die de
hoofdredactie terzijde ge
staan hebben. De typogra
fische verzorging voldoet
aan hoge eisen. S.B.
AMSTERDAM, januari. Teruggeko
men van vakantie vinden we in onze doch
ter een andere vrouw. Zij heeft na onze af
wezigheid van veertien dagen dan ook de
aanvallige leeftijd van zeventien maanden
bereikt en die dagen, doorgebracht bij
vrienden in een ander deel van de stad,
hebben haar visie klaarblijkelijk verbreed.
Niet alleen, dat zij zulke fysieke prestaties
als het lopen heeft opgevoerd tot een
hoogte, waarop het niet meer is dan iets
dat tenslotte alle mensen doen -en heel ge
woon vinden. Dat lopen is nu dus niets, al
krijgt ze er een enkele keer nog halver
wege de bakker op de hoek genoeg van.
In dat geval gaat ze onder alle weerse
omstandigheden op straat zitten. Weinig
argumenten zijn dan voldoende om haar
weer vreedzaam in beweging te krijgen.
Maar vooral het verschijnen van een hond
brengt haar weer onmiddellijk op de been.
Zij draagt alle honden een diepe genegen
heid toe en laat geen kans voorbij gaan om
hen dat duidelijk te maken. Een enkele
humeurige hond blaft haar wel eens aan,
maar ze heeft inmiddels een „tegenblaf"
ontwikkeld, die genoeg is om wat bange
lijk uitgevallen honden direct onder haar
controle te brengen. Ze noemt hen trou
wens zonder uitzondering „poes" en dat in
trigeert de meeste honden wel.
Tegelijk hiermee is mijn dochter een
klein beetje afgeweken van haar gewoonte
om op straat alle oude dames en heren aan
te spreken. Zij wil nu alleen nog maar met
oude heren te maken hebben. Mijn vrouw
en ik hopen van harte, dat zij met het
klimmen van haar eigen jaren haar leef
tijdseisen voor het mannelijk geslacht wat
zal laten zakken. Ik zou haar toch niet
graag als twintigjarige trots met een
Drees-klant aan de arm thuis willen zien
verschijnen.
Ik had het echter in eerste aanleg over
het ruimer worden van haar geestelijk
veld. Dit heeft zich op voortreffelijke wijze
geopenbaard. Tot nog toe had ze alleen
mijn beste boeken en grammofoonplaten
verscheurd en gebroken. Zij heeft zich nu
do eerste dag al geworpen op een tweetal
boeken en één grammofoonplaat van de
categorie, die de moesten van ons wel thuis
hebben: je wil ze niet weggooien, maar je
zou zo graag een andere, nette methode
vinden om er van af te komen. De gram
mofoonplaat behelsde bijvoorbeeld twee
slechte marsen. Deze is me jaren geleden
als reclame toegestuurd door een bevrien
de platenhandelaar. De boeken waren oude
verjaardagsgeschenken van niet genoeg
belangstellende relaties. Uitsluitend uit pe
dagogische overwegingen hebben wij haar
voor deze vernietigingsdaad niet al te uit
bundig geprezen. Bovendien heeft zij nu
een, naar haar smaak prachtige, ontdek
king gedaan op het gebied van het opspo
ren van interessant speelgoed. Als zij op
mijn knieën zit, grijpt ze vóór alles in de
binnenzakken van mijn jasje. Daarin zit
ten rechts een portefeuille en een vulpen,
links een sigarettenkoker en een ballpoint.
Alles zeer begeerlijk speelgoed, waarvan
zij bovendien bemerkt heeft dat het in al
lerlei boeiende variaties in de binnenzak
ken van alle mannelijke bezoekers is te
vinden. Dit is echter wel een gewoonte,
die zij op latere leeftijd beter zal kunnen
laten schieten: de vrouwelijke populari
teit wordt door een dergelijk gedrag zelden
bevorderd.
Tenslotte wilde ik u nog berichten over
haar vorderingen met dp telefoon. Zij had
al maanden gespannen staan toekijken als
mijn vrouw of ik aan het opbellen waren.
En nu heeft ze dan van kennissen een
eigen plastic telefoon gekregen. Er zit een
belletje aan, dat zij zelf aan het rinkelen
kan brengen. We hebben haar nog een
paar keer gewezen hoe je nu precies zo'n
hoorn tegen het oor moet houden. Dat
weet ze nu. Mijn vrouw bezweert me, dat,
toen ze vanochtend de kamer binnen
kwam, onze dochter met haar eigen tele
foonhoorn aan het oor op de grond zat en
iets in het instrument riep, dat duidelijk
„verkeerd verbonden" moest betekenen.
Dat zeggen wij zelf zeker vijf keer per
dag. Maar omdat het toch bijna altijd
eigenlijk „verkeerd gedraaid" is, hoeft de
PTT zich deze stunt van mijn dochter niet
persoonlijk aan te trekken. A. S. II. O
TOEN omstreeks het jaar 600 de
Chinese- keizer aan de mikado van
Japan een grote keisteen zond,
kon hij dit doen in het besef, dat
dit geschenk zeker op hoge prijs
zou worden gesteld. Er is in veer
tien eeuwen in dit opzicht niet
veel veranderd. Ook heden ten da
ge beschouwen vele Japanners een
bijzonder gevormde steen nog
steeds als een uitermate kostbaar
cadeau.
Japan is een vulkanisch land,
bezaaid met rotsblokken, keien en
kiezelstenen en men zou dus kun
nen veronderstellen, dat het daar
al heel eenvoudig moet zijn om
iemand op zijn verjaardag blij te
maken. Dat is echter helemaal niet
het geval. Het is namelijk uiterst
moeilijk om een steen met een
„goed karakter" te vinden, met
„goede persoonlijkheid". Want vele
Japanners geloven, dat er ook in
stenen een ziel kan huizen. De
geesten van de doden kunnen op
alle mogelijke manieren blijven
voortbestaan, zowel in dierlijke,
plantaardige als minerale omhul
sels. Op het eiland Ikl en het
schiereiland Izu staan tempels, die
opgericht zijn voor de aanbidding
van een bijzonder gevormd rots
blok. Op Iki gelooft men ook, dat
de goden van vuur, water, rivie
ren, de zee en de landbouw huizen
in stenen, waarbij dan ook druk
wordt geofferd.
Op het Japanse platteland is
men er bovendien vrij algemeen
van overtuigd, dat stenen leven en
groeien doorgaans langzaam,
soms ook heel snel. In Nagano
vertelt men u graag de legende
van de vrouw, die aan de oever
van de Tenryu rivier een mooie
kiezelsteen opraapte en in de
mouw van haar kimono deed
Terwijl zij naar huis wandelde,
voelde zij haar mouw zwaarder en
zwaarder worden, tot hij scheurde
en er een kolossale kei op de grond
viel, een kei, die natuurlijk thans
als een heiligdom wordt vereerd.
Ook in de Japanse tuinen ne
men stenen een bijzonder belang
rijke plaats in. De tuin van de
Ryoanji in Kyoto, die in 1473 werd
aangelegd door de beroemde tuin
architect So-ami, bevat zelfs geen
enkele plant, maar bestaat alleen
uit vijftien rotsblokken, gearran
geerd in groepen van zeven, vijf
Links: voorbeeld van een so(gestyleerde variatie) of heu
vel tuin. De namen van de gebruikte stenen zijn: 1
wachtersteen, 2 ruststeen, 3 heuvelsteen, 4 aan-
biddingsstcen, 5 avond-zon-stecn, 6 maanschaduw-
stcen, 7 ereplaats-steen. Rechts ziet men een voorbeeld
van een „shin" (uitvoerige variatie) of vlakke tuin. De namen
van de gebruikte stenen zijn: 1 wachtersteen, 2 ere-
plaatssteen, 3 heuoelstecn, 4 voortreffelijk-uitzicht-steen,
5 maanschaduwsteen, 6 af scheidsteen, 7 etiketstenen,
S is de waterput, 9 aanbiddingstcen, 10 de schutting,
11 de boom van de avondzon, 12 de boom van de
eenzaamheid, 13 steen van de twee goden, 14 een
zaamheidsteen, 15 het waterbassin, 16 eilandsteen.
Men zie ook de beide foto's onderaan deze pagina.
en drie op een laag wit zand. Men
zegt, dat deze tuin de geschiedenis
van een tijger vei-beeldt, die met
drie welpen voor een luipaard
vlucht van hel ene eiland naar het
andere. Hoewel er geen sprietje
groen in te vinden is, beschouwt
men in Japan deze tuin toch als
één der mooiste ter wereld. Jaar
lijks komen duizenden bezoekers
er urenlang in stille bewondering
van genieten.
DE MEESTE Japanse tuinen
zijn natuurlijk minder kaal, maar
toch begint men ook bij de ge
wone tuinaanleg met het plaatsen
van een aantal grote keien, die
naar gelang van hun grootte, vorm
en kleur een plaats en een naam
krijgen. Rijke lieden geven soms
enorme bedragen uit om een mooi
rotsblok van één of andere verre
bergtop naar hun tuin te laten
transporteren. Gedurende dit
transport wordt de steen met bij
zondere zorg behandeld om te
voorkomen, dat er een stukje van
De tuin van de lleian-tempcl in Kyoto is een typische
sen-teivijvertuin).
In een cha-niwa(een tuin voor liefhebbers van de
theeceremonie) mag uiteraard een bron met koel.
zuiver water niet ontbreken.
zou afbreken of dat er een korst-
mosje zou worden afgeschuurd. De
stenen worden in de tuin geplaatst
volgens zekere regels, waarvan
nimmer wordt afgeweken. Men
kent in Japan vele verschillende
tuintypen. De meest toegepaste
zn: tsuki-yama is een tuin met
een kunstmatige heuvel, hira-
niwa is een vlakke tuin, sen-tei
is een tuin met een grote vijver,
rin-sen is een tuin met een bos-
en waterpartij, bunjin-zukuri is
een zogenaamde „literaire tuin" en
cha-niwa is een tuin speciaal aan
gelegd door en voor de liefhebbers
van de theeceremonie. In de eerste
twee typen bestaan weer drie va
riaties: shin, gyo en so, oftewel
uitvoerig, vereenvoudigd en ge-
styleerd. Deze zelfde variaties treft
men aan in de calligrafie, schilder
kunst, het bloemstikken en andere
oosterse kunstuitingen.
Het zou te ver voeren hier op al
deze tuintypen uitvoerig in te
gaan. In sommige probeert men
een landsahap met bergen, bossen,
meren" en rivieren in miniatuur
vorm weer te geven, andere zijn
gebaseerd op een meer abstract
principe. Maar de ware Japanse
zijn tuin een kunstwerk te maken,
tuinliefhebber tracht altijd van
waarin hij gestalte probeert te ge
ven aan abstracties als bijvoor
beeld vrede, kuisheid, ouderdom,
kracht. En daarbij spelen de ste
nen een uiterst belangrijke rol. In
een vredetuin zal men geen steen
met een oorlogzuchtig karakter
plaatsen. Evenmin zal men een
steen, die op het strand werd ge
vonden, plaatsen op de bergpartij
in een tsuki-yama. De meeste
tuinkeien worden voor een derde
of de helft ingegraven, want een
steen, die „diep geworteld" is,
heeft meer kracht en waardigheid
dan een losliggende kei. Nooit
wordt er aan een rotsblok gebikt
of gehakt er mag niets veran
derd worden aan de natuurlijke
vorm.
Een Japanse tuinliefhebber zal
zijn bezoeker altijd eerst vol trots
zijn stenen laten zien en pas later
wijzen op bijzondere planten, want
het zijn de stenen, die in eerste
instantie het karakter van de tuin
bepalen. Vijvers, watervalletjes,
bloemen en stenen lantaarns die
nen om liet door de stenen verkre
gen effect te accentueren en te
vervolmaken. Symmetrie wordt
altijd vermeden. Krekels, kevers,
hagedissen, padden, kikkers en
karpers worden opzettelijk in een
pas aangelegde tuin gebracht, want
zonder dieren kan een tuin nooit
goed lot leven komen.
De mooiste tuinen vindt men bij
Japanse tempels. De monniken en
priesters, die deze meestal eeu
wenoude tuinen hebben aange
legd, zijn er vaak op een wonder
lijke manier in geslaagd een sfeer
te scheppen, die volkomen in
overeenstemming is met de boed
dhistische filosofie. Ook voor een
westerling kan zo'n tuin een open
baring" zijn.
Grotestadsbewoners, die zich geen
tuin kunnen permitteren, heb
ben vaak in hun huis toch wel er
gens een mooie steen als ornament
geplaatst. Dikwijls ligt zo'n steen
in een bakje met mos of water,
waardoor een miniatuurland
schapje ontstaat. Men onder
scheidt naar de vorm „verre-berg"
stenen, „zeekusf'-stenen, „water -
val"-stenen, „eiland"-stenen, „wa
terpoel"- stenen en „rietendak"-
stenen. Deze namen behoeven geen
commentaar. Stenen van de laatste
soort suggereren een huisje.
HOEWEL ER tegenwoordig ook
miniatuur landschapjes worden
gemaakt met behulp van uit klei
gebakken huisjes, bergjes, en pop
petjes, blijft de fijnzinnige Japan
ner toch de voorkeur geven aan
door de natuur gevormde stenen.
Hij stelt meer prijs op suggestivi-
teit, dan op realisme. Hij wil graag
zijn fantasie volkomen vrij kun
nen laten. In een steen kan hij tel
kens iets nieuws ontdekken, zon
der dat hij zich hoeft te storen aan
de vooropgezette bedoelingen van
een aardewerkfabrikant.
Zo kan ook de armste Japanner
als hij zijn „vene-berg"-steen be
schouwt of van zijn veranda al
theedrinkend uitzien over zijn
kleine hira-niwa, een in-gelukkig
mens zijn. En dat is iets, waar wij
hem zeer om benijden.
Illlllllllllllllllllllllllillililllllltllllllllllllllllillllllltlilllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllliillllllllllllllllllllllllllllll
ceren, di® op een hoogte van
zestig kilometer een even sterk
licht als de maan zou kunnen
verspreiden. Anderen menen, dat
men op deze wijze goedkoop de
plattelandsdorpen van Zuid-
Italië zou kunnen verlichten. Pro
fessor Enzo Carlevaro, eveneens
verbonden aan de universiteit van
Napels, verklaarde reeds veel
over deze nieuwe vinding ge
hoord te hebben. In de nabije toe
komst zou professor Cutolo een
demonstratie geven, ter gelegen
heid van een wetenschappelijk
congres. Het was nog niet bekend
wanneer dit zou plaats vinden,
aldus een bericht van United
Press.
Professor Mario Cutolo van de
universiteit van Napels heeft blij
kens publikaties in de Italiaanse
pers, na een intensief en in stilte
verricht onderzoek, in zijn labo
ratorium noorderlicht veroor
zaakt. Door middel van radio
golven kan een lichtbron worden
voorzien van genoeg energie om
bij te kunnen lezen. De meeste
geleerden stellen zich op het
standpunt dat het noorderlicht
wordt veroorzaakt in zeer dunne,
geïoniseerde luchtlagen, op een
hoogte van vijfenzeventig kilo
meter boven het aardoppervlak.
Daar stoten radiogolven van hoge
frekwentie, die door de zon wor
den uitgestraald, op de ionosfeer
en veroorzaken het verschijnsel,
dat de hemel begint te gloeien.
Professor Cutolo schijnt nu een
glazen bol te hebben geconstru
eerd, met een doorsnede van on
geveer vijfentwintig centimeter,
waarin hij de toestand van de
ionosfeer kunstmatig heeft opge
wekt
Met radiogolven uitgezonden
door een zender met een ver
mogen van minder dan honderd
watt is hij erin geslaagd de bol
te doen oplichten. De bol gaf
zelfs licht als men de zender op
een afstand van zeven kilometers
plaatste en de radiogolven een
richteffect gaf door middel van
een spiegelantenne. Met hetzelfde
vermogen van nog geen honderd
watt zou het mogelijk zijn een
aantal bollen verspreid over een
gebied van drie vierkante kilo
meter le doen oplichten. Door
experimenteren zou men kunnen
bereiken, dat dit gebied vergroot
werd en de lichtsterkte toenam.
In Italië houdt men er nu
reeds rekening mee welk een om
wenteling een dergelijke uitvin
ding zou kunnen veroorzaken. De
een zegt, dat men een kunst
matige maan zou kunnen fabri-
De bedevaarten, die in 1931
naar Mekka werden ondernomen
waren uit het oogpunt van g®»
zondheidszorg de beste uit de ge
hele geschiedenis, aldus heeft d«
Wereld Gezondheids Organisatie
verklaard. Hoewel dat jaar
700.000 pelgrims naar Mekka
kwamen, van wie velen uit Thai
land of Indonesië en 'eveneens
velen in groepen reisden (zoals
ruim 43.000 Egyptische pelgrims,
die binnen een tijdsbestek van
zes weken per schip naar Arabii»
reisden, braken er geen epide
mieën uit, wat vroeger jaren,
vaak het geval was. Als voor
naamste oorzaken van deze guns
tige ontwikkeling zien de des
kundigen een strenge medische
controle in Saoedi-Arabië en de
rapporten, die vijfendertig lan
den voortdurend aan do Wereld
Gezondheids Organisatie hebben
toegezonden, waarin de gezond
heidstoestand der pelgrims werd
vermeld. Met behulp van ge
noemde organisatie heeft Saoedi-
Arabië thans maatregelen kun
nen treffen, dat de „beledigen
de" speciale voorzorgen, die in
verbaiid met internationale sani
taire overeenkomsten moesten
worden genomen, thans achter
wege kunnen blijven.