In de binnenlanden van TadekniacPiLrieb: em naticmaat upltnaafc BEZIELDE STENEN IN VERGEESTELIJKTE TUINEN Alles over muziek SPEELGOED Scliooiilieïdslievejtide Japanners hechten vaak meer waarde aan een gewone ruwe kei dan een geslepen diamant Twee variaties va n Bedevaarten naar Mekka gezonder DU BB O werd een goede honderd jaar ge leden als een kleine nederzetting aan de Macquarie-rivier gesticht. Voor de eerste keer in een eeuw trad deze het vorige jaar na hevige regens buiten haar steile oevers en zette de stad, die negenhonderd voet boven de zeespiegel ligt, onder water. Dub- bo is een typische stad van het achterland op de grens van „never-never". Wij zouden zeggen: land waar geen land meer achter is. In Dubbo laat zich de sfeer daarvan reeds aanvoelen. Het is een centrum van handel in schapen en tarwe. Die hoofd straat is een lange rij van winkels en hotels met luifels op palen aan de rand van het trottoir. De hotels hebben daarboven een grote ruime wandelveranda, waarop alle kamers uitkomen. In de zomer staan de deuren open om de koelte van de nacht binnen te laten. Toen ik vroeg opstond om een wandeling door de straat te maken, zag ik de gasten in hun pyjama over de veran da's lopen. Elke Australische stad, die zichzelf res pecteert, gaat prat op het bezit van ten minste één „bowling club" en een golfclub met de nodige gebouwen en grote grasvel den om deze sporten te beoefenen. „Bow ling" wordt gespeeld met afgeplatte, tame lijk zware ballen, zo groot als een klein Edammer kaasje, door mannen in witte kledij, een strohoed op en met bruine schoenen aan. Zij zwaaien met de rechter arm de bal voorzichtig, als ware deze een kristal, naar het andere eind van het veld, waar zij een klein wit balletje moet raken. Er liggen verscheidene velden naast elkaar, die 's avonds met elektrisch licht worden overgoten. Zo'n „bowling"-club, waarvan de leden meestal boven de veertig zijn (het is de minst vermoeiende sport, die ik ooit heb zien beoefenen) en bovendien nogal kapitaalkrachtig, beschikt over een club huis, waar men zich in een hotel-restau rant kan wanen. Er is niet één dag op onze tocht voorbijgegaan, waarop wij 's avonds niet zijn ontvangen en onthaald door de „bowling"-club van de stad of de plaats, hoe klein ook, waar wij logeerden. Niet alleen aan de grasvelden, maar ook aan het clubhuis zelf worden alle zorgen en gelden besteed om er aangename ver pozing te kunnen vinden. Behalve een bar, waar op elke speeldag en speelavond dran ken worden getapt en bier in grote hoe veelheden wordt verzwolgen, staan er po kermachines, waarmee men een kapitaal kan winnen, maar meestal verliezen: zij dragen bij tot de Inkomsten van de club. Australiërs vinden een kinderlijk genoegen in deze apparaten, die men bedient door een korte hefboom over te halen na een shilling (veertig cent) of een twee-shilling stuk in een geldgleuf te hebben gestoken. De beweging van de hefboom zet een serie roulerende kaarten van een normaal spel in beweging. Wanneer zij, na tot stilstand te zijn gekomen, een bepaalde combinatie vormen, valt er een aantal geldstukken in een opvangbakjo. Zij kunnen in één keer een bedrag vormen van meer dan honderd gulden. Op de avond, waarop ons gezel schap in het clubhuis van Dubbo werd ont vangen, stond de burgemeester in de voor ste rij voor zo'n pokermachine BURGEMEESTERS worden niet be noemd, maar gekozen voor een periode van drie jaar uit de „aldermen" (wethouders). Deze worden rechtstreeks gekozen door de bevolking. Er is aan de functie van burge meester slechts een bescheiden vergoeding verbonden, aangevuld met representatie gelden. De burgemeester van een Austra lische stad is dan ook vrijwel altijd een zakenman, welke soort zaak dit ook moge zijn. De mayor (burgemeester) van Dubbo is directeur-eigenaar van een groot waren huis in zijn gemeente en werd mij beschre ven als een miljonair. Maar dit verhindert hem niet om in de „bowling"-club poker machines te bespelen DE VOLGENDE ochtend reden we naai de „gouden vlakten" van Bundemar en Haddon Rig, schapenfokkerijen van ver maardheid, waar één schaap op de droge gronden de ruimte van een hele Neder landse boerderij nodig heeft om er vol doende voedsel te vinden. Bundemar werd gesticht in 1881 door F. E. Body, wiens vijf enzeventigjarige zoon en veertigjarige klein zoon thans met twintig man personeel de zorg hebben voor twintigduizend merino's. Haddon Rig is eigendom van George Falldner, heerser over veertigduizend scha pen en vijfenveertig mensen op veertig duizend hectaren, waar hij een eigen vliegveld heeft en zijn eigen machine be stuurt, waar vliegtuigen landen van zijn klanten, die zijn fobrammen kopen a rai- son van dertig tot veertigduizend gulden per stuk. Bundemar verkocht in drie ach tereenvolgende jaren fokrammen voor DUBBO is de poort naar de vlakten van het verre westen van Nieuw Zuid Wales, waar de bevolking steeds schaarser wordt en de kaart lege vlekken toont. De bevolking telt ongeveer dertien duizend zielen, onder wie een zestigtal Nederlanders. Ter gelegen heid van ons bezoek in gezelschap van vele andere buitenlandse journalisten, baadde het vliegveld in een zee van licht, dat nog versterkt werd door de koplampen van talloze auto's van de nota belen der stad, die ons in een lange rij naar het stadhuis reden, waar zich veel publiek had verzameld. Óver de gehele, meer dan een kilometer lange straat hingen slingers van elektrische lampjes in alle kleuren van de regenboog. Staande hoorden we twintig toespraken aan van de burgemeester en andere hoogwaardig heidsbekleders, die het bezoek van Koningin Elizabeth II in 1954 en het bezoek van deze journalisten in één adem als de grootste gebeurtenissen in de historie van Dubbo noemden.... Er was een muziekcorps, dat na elke toespraak vrolijk blies. Ik vreesde reeds, dat het alle volksliederen van de zeventien door ons vertegen woordigde landen zou gaan spelen, maar de burgemeester had er een oplossing voor gevonden. Hij verzocht de dirigent het Ameri kaanse volkslied ten gehore te brengen als een hulde aan de journalisten uit de vijf werelddelen, waaronder twee Russen Op het landgoed van de schapenmüjonair Body, waar op een oppervlakte zo groot als de Wicringermeér twintigduizend schapen grazen, staat deze door onze correspondent Jan D. Rcmpt gefotografeerde, in 1881 gebouwde „homestead". Dit hoofd woninggebouw is opgetrokken van hout en voorzien van een plaatijzeren dak. Het internationale gezelschap van journalisten werd er door de eigenaar onthaald op een picknick. veertig, vijfenveertig en éénenvijftig dui zend gulden. Het land is allemaal natuur lijke weide en de temperatuur stijgt er in de zomer tot 118 graden Fahrenheit. De regenval is schaars, maar er zijn bronnen, waar het water uit een diepte van soms achthonderd meter moet worden opge pompt. In deze „gouden vlakten" (waar het vorig jaar een uitzonderlijk hoge regenval overstromingen veroorzaakte, die meer dan tweeduizend schapen aan slachtoffers eisten, staat thans het prairiegras mans hoog. Enkele dagen na ons bezoek laaiden in deze streek de grasbranden hoog op en vielen in de naaste omtrek twintigduizend schapen aan do vlammen ten offer. George Falkiner, die evenals Body miljonair is (in Australische ponden!) be steedde na de oorlog meer dan een miljoen gulden aan de uitroeiing van konijnen, die zich als een muitend leger over zijn land hadden verspreid. Body legde met bull dozers ruwe „wegkanalen" van twintig meter breedte door zijn landgoed aan, tot een totale lengte van meer dan tweehon derd kilometer, als een middel om het overslaan van de vlammen bij bosbrand te voorkomen. De kosten van die aanleg be droegen zestigduizend gulden. Hij vertelde mij dat zo terloops, toen ik dacht aan dat „genoegclijke leven des gerusten land- mansvan wijlen onze Poot. IN DE REEKS encyclo pedieën, uitgegeven onder auspiciën van de Winkler Prinsstichting, is thans bij Elsevier het eerste deel verschenen' van een encylo- pedie van de muziek, welke in twee delen compleet zal zijn. Naar omvang (in to taal ongeveer veertienhon derd bladzijden) en inhoud is het een nuttig bezit voor ieder, die de muziek als- levenselement kent. De be roepsmusicus, die naar aan leg en gerichtheid binnen de muziek zijn terrein ge kozen heeft, vindt hier een plaatsbepaling en karakte ristiek van andere gebieden op een wijze die hem, mede door een litteratuuropgave bij de grotere artikelen, wellicht tot verdere oriën tatie uitnodigt. De muziek liefhebber, wiens belang stellingssfeer meestal veel wijder reikt dan vroeger door de enorme vlucht van de grammofoonplaat en door alles wat via radio, school en vereniging aan muzikale opvoeding ge bracht wordt, vindt zijn nieuwsgierigheid bevredigd in een vorm die niet sim plistisch of overladen is, bondig en terzake in de historische, duidelijk en overzichtelijk in technische artikelen. Zoals het een goede en cyclopedie betaamt, geeft het werk voorlichting op letterlijk alle terreinen die met het onderwerp in ver band staan: U vindt er Do- ris Day en elektronische muziek, Georges Brassens en Bach bijvoorbeeld. Een bijzonderheid vormen, de artikelen over afzonderlijke landen, telkens onderver deeld in een paragraaf over het muziekleven en de componisten en één over de volksmuziek. Daar sinds de tweede wereldoorlog in ternationaal contact op ieder gebied nagestreefd wordt, is het goed dat een werk als dit ook samenvat tingen van deskundigen be vat over Arabië en China, Finland en Bulgarije, om maar een paar grepen le doen. Het illustratiema teriaal is bijzonder rijk en bevat zelfs bij de biogra fieën van Chopin en De bussy afbeeldingen die men wellicht niet eerder gezien zal hebben. Wel zou men de musici in de sector van amusement en jazz in de keuze wat bevoorrecht kunnen vinden. Dit eerste deel wordt voorafgegaan door een compendium van de mu ziekgeschiedenis, waarin ook lichte muziek en volks muziek behandeld worden, alsmede door een hoofd stuk over muziek en ge meenschap waarin men ook bijdragen over muziek en overheid en betreffende auteursrechten aantreft. Voorin het boek vindt men een lijst van zeventig me dewerkers afgedrukt die de hoofdredactie terzijde ge staan hebben. De typogra fische verzorging voldoet aan hoge eisen. S.B. AMSTERDAM, januari. Teruggeko men van vakantie vinden we in onze doch ter een andere vrouw. Zij heeft na onze af wezigheid van veertien dagen dan ook de aanvallige leeftijd van zeventien maanden bereikt en die dagen, doorgebracht bij vrienden in een ander deel van de stad, hebben haar visie klaarblijkelijk verbreed. Niet alleen, dat zij zulke fysieke prestaties als het lopen heeft opgevoerd tot een hoogte, waarop het niet meer is dan iets dat tenslotte alle mensen doen -en heel ge woon vinden. Dat lopen is nu dus niets, al krijgt ze er een enkele keer nog halver wege de bakker op de hoek genoeg van. In dat geval gaat ze onder alle weerse omstandigheden op straat zitten. Weinig argumenten zijn dan voldoende om haar weer vreedzaam in beweging te krijgen. Maar vooral het verschijnen van een hond brengt haar weer onmiddellijk op de been. Zij draagt alle honden een diepe genegen heid toe en laat geen kans voorbij gaan om hen dat duidelijk te maken. Een enkele humeurige hond blaft haar wel eens aan, maar ze heeft inmiddels een „tegenblaf" ontwikkeld, die genoeg is om wat bange lijk uitgevallen honden direct onder haar controle te brengen. Ze noemt hen trou wens zonder uitzondering „poes" en dat in trigeert de meeste honden wel. Tegelijk hiermee is mijn dochter een klein beetje afgeweken van haar gewoonte om op straat alle oude dames en heren aan te spreken. Zij wil nu alleen nog maar met oude heren te maken hebben. Mijn vrouw en ik hopen van harte, dat zij met het klimmen van haar eigen jaren haar leef tijdseisen voor het mannelijk geslacht wat zal laten zakken. Ik zou haar toch niet graag als twintigjarige trots met een Drees-klant aan de arm thuis willen zien verschijnen. Ik had het echter in eerste aanleg over het ruimer worden van haar geestelijk veld. Dit heeft zich op voortreffelijke wijze geopenbaard. Tot nog toe had ze alleen mijn beste boeken en grammofoonplaten verscheurd en gebroken. Zij heeft zich nu do eerste dag al geworpen op een tweetal boeken en één grammofoonplaat van de categorie, die de moesten van ons wel thuis hebben: je wil ze niet weggooien, maar je zou zo graag een andere, nette methode vinden om er van af te komen. De gram mofoonplaat behelsde bijvoorbeeld twee slechte marsen. Deze is me jaren geleden als reclame toegestuurd door een bevrien de platenhandelaar. De boeken waren oude verjaardagsgeschenken van niet genoeg belangstellende relaties. Uitsluitend uit pe dagogische overwegingen hebben wij haar voor deze vernietigingsdaad niet al te uit bundig geprezen. Bovendien heeft zij nu een, naar haar smaak prachtige, ontdek king gedaan op het gebied van het opspo ren van interessant speelgoed. Als zij op mijn knieën zit, grijpt ze vóór alles in de binnenzakken van mijn jasje. Daarin zit ten rechts een portefeuille en een vulpen, links een sigarettenkoker en een ballpoint. Alles zeer begeerlijk speelgoed, waarvan zij bovendien bemerkt heeft dat het in al lerlei boeiende variaties in de binnenzak ken van alle mannelijke bezoekers is te vinden. Dit is echter wel een gewoonte, die zij op latere leeftijd beter zal kunnen laten schieten: de vrouwelijke populari teit wordt door een dergelijk gedrag zelden bevorderd. Tenslotte wilde ik u nog berichten over haar vorderingen met dp telefoon. Zij had al maanden gespannen staan toekijken als mijn vrouw of ik aan het opbellen waren. En nu heeft ze dan van kennissen een eigen plastic telefoon gekregen. Er zit een belletje aan, dat zij zelf aan het rinkelen kan brengen. We hebben haar nog een paar keer gewezen hoe je nu precies zo'n hoorn tegen het oor moet houden. Dat weet ze nu. Mijn vrouw bezweert me, dat, toen ze vanochtend de kamer binnen kwam, onze dochter met haar eigen tele foonhoorn aan het oor op de grond zat en iets in het instrument riep, dat duidelijk „verkeerd verbonden" moest betekenen. Dat zeggen wij zelf zeker vijf keer per dag. Maar omdat het toch bijna altijd eigenlijk „verkeerd gedraaid" is, hoeft de PTT zich deze stunt van mijn dochter niet persoonlijk aan te trekken. A. S. II. O TOEN omstreeks het jaar 600 de Chinese- keizer aan de mikado van Japan een grote keisteen zond, kon hij dit doen in het besef, dat dit geschenk zeker op hoge prijs zou worden gesteld. Er is in veer tien eeuwen in dit opzicht niet veel veranderd. Ook heden ten da ge beschouwen vele Japanners een bijzonder gevormde steen nog steeds als een uitermate kostbaar cadeau. Japan is een vulkanisch land, bezaaid met rotsblokken, keien en kiezelstenen en men zou dus kun nen veronderstellen, dat het daar al heel eenvoudig moet zijn om iemand op zijn verjaardag blij te maken. Dat is echter helemaal niet het geval. Het is namelijk uiterst moeilijk om een steen met een „goed karakter" te vinden, met „goede persoonlijkheid". Want vele Japanners geloven, dat er ook in stenen een ziel kan huizen. De geesten van de doden kunnen op alle mogelijke manieren blijven voortbestaan, zowel in dierlijke, plantaardige als minerale omhul sels. Op het eiland Ikl en het schiereiland Izu staan tempels, die opgericht zijn voor de aanbidding van een bijzonder gevormd rots blok. Op Iki gelooft men ook, dat de goden van vuur, water, rivie ren, de zee en de landbouw huizen in stenen, waarbij dan ook druk wordt geofferd. Op het Japanse platteland is men er bovendien vrij algemeen van overtuigd, dat stenen leven en groeien doorgaans langzaam, soms ook heel snel. In Nagano vertelt men u graag de legende van de vrouw, die aan de oever van de Tenryu rivier een mooie kiezelsteen opraapte en in de mouw van haar kimono deed Terwijl zij naar huis wandelde, voelde zij haar mouw zwaarder en zwaarder worden, tot hij scheurde en er een kolossale kei op de grond viel, een kei, die natuurlijk thans als een heiligdom wordt vereerd. Ook in de Japanse tuinen ne men stenen een bijzonder belang rijke plaats in. De tuin van de Ryoanji in Kyoto, die in 1473 werd aangelegd door de beroemde tuin architect So-ami, bevat zelfs geen enkele plant, maar bestaat alleen uit vijftien rotsblokken, gearran geerd in groepen van zeven, vijf Links: voorbeeld van een so(gestyleerde variatie) of heu vel tuin. De namen van de gebruikte stenen zijn: 1 wachtersteen, 2 ruststeen, 3 heuvelsteen, 4 aan- biddingsstcen, 5 avond-zon-stecn, 6 maanschaduw- stcen, 7 ereplaats-steen. Rechts ziet men een voorbeeld van een „shin" (uitvoerige variatie) of vlakke tuin. De namen van de gebruikte stenen zijn: 1 wachtersteen, 2 ere- plaatssteen, 3 heuoelstecn, 4 voortreffelijk-uitzicht-steen, 5 maanschaduwsteen, 6 af scheidsteen, 7 etiketstenen, S is de waterput, 9 aanbiddingstcen, 10 de schutting, 11 de boom van de avondzon, 12 de boom van de eenzaamheid, 13 steen van de twee goden, 14 een zaamheidsteen, 15 het waterbassin, 16 eilandsteen. Men zie ook de beide foto's onderaan deze pagina. en drie op een laag wit zand. Men zegt, dat deze tuin de geschiedenis van een tijger vei-beeldt, die met drie welpen voor een luipaard vlucht van hel ene eiland naar het andere. Hoewel er geen sprietje groen in te vinden is, beschouwt men in Japan deze tuin toch als één der mooiste ter wereld. Jaar lijks komen duizenden bezoekers er urenlang in stille bewondering van genieten. DE MEESTE Japanse tuinen zijn natuurlijk minder kaal, maar toch begint men ook bij de ge wone tuinaanleg met het plaatsen van een aantal grote keien, die naar gelang van hun grootte, vorm en kleur een plaats en een naam krijgen. Rijke lieden geven soms enorme bedragen uit om een mooi rotsblok van één of andere verre bergtop naar hun tuin te laten transporteren. Gedurende dit transport wordt de steen met bij zondere zorg behandeld om te voorkomen, dat er een stukje van De tuin van de lleian-tempcl in Kyoto is een typische sen-teivijvertuin). In een cha-niwa(een tuin voor liefhebbers van de theeceremonie) mag uiteraard een bron met koel. zuiver water niet ontbreken. zou afbreken of dat er een korst- mosje zou worden afgeschuurd. De stenen worden in de tuin geplaatst volgens zekere regels, waarvan nimmer wordt afgeweken. Men kent in Japan vele verschillende tuintypen. De meest toegepaste zn: tsuki-yama is een tuin met een kunstmatige heuvel, hira- niwa is een vlakke tuin, sen-tei is een tuin met een grote vijver, rin-sen is een tuin met een bos- en waterpartij, bunjin-zukuri is een zogenaamde „literaire tuin" en cha-niwa is een tuin speciaal aan gelegd door en voor de liefhebbers van de theeceremonie. In de eerste twee typen bestaan weer drie va riaties: shin, gyo en so, oftewel uitvoerig, vereenvoudigd en ge- styleerd. Deze zelfde variaties treft men aan in de calligrafie, schilder kunst, het bloemstikken en andere oosterse kunstuitingen. Het zou te ver voeren hier op al deze tuintypen uitvoerig in te gaan. In sommige probeert men een landsahap met bergen, bossen, meren" en rivieren in miniatuur vorm weer te geven, andere zijn gebaseerd op een meer abstract principe. Maar de ware Japanse zijn tuin een kunstwerk te maken, tuinliefhebber tracht altijd van waarin hij gestalte probeert te ge ven aan abstracties als bijvoor beeld vrede, kuisheid, ouderdom, kracht. En daarbij spelen de ste nen een uiterst belangrijke rol. In een vredetuin zal men geen steen met een oorlogzuchtig karakter plaatsen. Evenmin zal men een steen, die op het strand werd ge vonden, plaatsen op de bergpartij in een tsuki-yama. De meeste tuinkeien worden voor een derde of de helft ingegraven, want een steen, die „diep geworteld" is, heeft meer kracht en waardigheid dan een losliggende kei. Nooit wordt er aan een rotsblok gebikt of gehakt er mag niets veran derd worden aan de natuurlijke vorm. Een Japanse tuinliefhebber zal zijn bezoeker altijd eerst vol trots zijn stenen laten zien en pas later wijzen op bijzondere planten, want het zijn de stenen, die in eerste instantie het karakter van de tuin bepalen. Vijvers, watervalletjes, bloemen en stenen lantaarns die nen om liet door de stenen verkre gen effect te accentueren en te vervolmaken. Symmetrie wordt altijd vermeden. Krekels, kevers, hagedissen, padden, kikkers en karpers worden opzettelijk in een pas aangelegde tuin gebracht, want zonder dieren kan een tuin nooit goed lot leven komen. De mooiste tuinen vindt men bij Japanse tempels. De monniken en priesters, die deze meestal eeu wenoude tuinen hebben aange legd, zijn er vaak op een wonder lijke manier in geslaagd een sfeer te scheppen, die volkomen in overeenstemming is met de boed dhistische filosofie. Ook voor een westerling kan zo'n tuin een open baring" zijn. Grotestadsbewoners, die zich geen tuin kunnen permitteren, heb ben vaak in hun huis toch wel er gens een mooie steen als ornament geplaatst. Dikwijls ligt zo'n steen in een bakje met mos of water, waardoor een miniatuurland schapje ontstaat. Men onder scheidt naar de vorm „verre-berg" stenen, „zeekusf'-stenen, „water - val"-stenen, „eiland"-stenen, „wa terpoel"- stenen en „rietendak"- stenen. Deze namen behoeven geen commentaar. Stenen van de laatste soort suggereren een huisje. HOEWEL ER tegenwoordig ook miniatuur landschapjes worden gemaakt met behulp van uit klei gebakken huisjes, bergjes, en pop petjes, blijft de fijnzinnige Japan ner toch de voorkeur geven aan door de natuur gevormde stenen. Hij stelt meer prijs op suggestivi- teit, dan op realisme. Hij wil graag zijn fantasie volkomen vrij kun nen laten. In een steen kan hij tel kens iets nieuws ontdekken, zon der dat hij zich hoeft te storen aan de vooropgezette bedoelingen van een aardewerkfabrikant. Zo kan ook de armste Japanner als hij zijn „vene-berg"-steen be schouwt of van zijn veranda al theedrinkend uitzien over zijn kleine hira-niwa, een in-gelukkig mens zijn. En dat is iets, waar wij hem zeer om benijden. Illlllllllllllllllllllllllillililllllltllllllllllllllllillllllltlilllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllliillllllllllllllllllllllllllllll ceren, di® op een hoogte van zestig kilometer een even sterk licht als de maan zou kunnen verspreiden. Anderen menen, dat men op deze wijze goedkoop de plattelandsdorpen van Zuid- Italië zou kunnen verlichten. Pro fessor Enzo Carlevaro, eveneens verbonden aan de universiteit van Napels, verklaarde reeds veel over deze nieuwe vinding ge hoord te hebben. In de nabije toe komst zou professor Cutolo een demonstratie geven, ter gelegen heid van een wetenschappelijk congres. Het was nog niet bekend wanneer dit zou plaats vinden, aldus een bericht van United Press. Professor Mario Cutolo van de universiteit van Napels heeft blij kens publikaties in de Italiaanse pers, na een intensief en in stilte verricht onderzoek, in zijn labo ratorium noorderlicht veroor zaakt. Door middel van radio golven kan een lichtbron worden voorzien van genoeg energie om bij te kunnen lezen. De meeste geleerden stellen zich op het standpunt dat het noorderlicht wordt veroorzaakt in zeer dunne, geïoniseerde luchtlagen, op een hoogte van vijfenzeventig kilo meter boven het aardoppervlak. Daar stoten radiogolven van hoge frekwentie, die door de zon wor den uitgestraald, op de ionosfeer en veroorzaken het verschijnsel, dat de hemel begint te gloeien. Professor Cutolo schijnt nu een glazen bol te hebben geconstru eerd, met een doorsnede van on geveer vijfentwintig centimeter, waarin hij de toestand van de ionosfeer kunstmatig heeft opge wekt Met radiogolven uitgezonden door een zender met een ver mogen van minder dan honderd watt is hij erin geslaagd de bol te doen oplichten. De bol gaf zelfs licht als men de zender op een afstand van zeven kilometers plaatste en de radiogolven een richteffect gaf door middel van een spiegelantenne. Met hetzelfde vermogen van nog geen honderd watt zou het mogelijk zijn een aantal bollen verspreid over een gebied van drie vierkante kilo meter le doen oplichten. Door experimenteren zou men kunnen bereiken, dat dit gebied vergroot werd en de lichtsterkte toenam. In Italië houdt men er nu reeds rekening mee welk een om wenteling een dergelijke uitvin ding zou kunnen veroorzaken. De een zegt, dat men een kunst matige maan zou kunnen fabri- De bedevaarten, die in 1931 naar Mekka werden ondernomen waren uit het oogpunt van g®» zondheidszorg de beste uit de ge hele geschiedenis, aldus heeft d« Wereld Gezondheids Organisatie verklaard. Hoewel dat jaar 700.000 pelgrims naar Mekka kwamen, van wie velen uit Thai land of Indonesië en 'eveneens velen in groepen reisden (zoals ruim 43.000 Egyptische pelgrims, die binnen een tijdsbestek van zes weken per schip naar Arabii» reisden, braken er geen epide mieën uit, wat vroeger jaren, vaak het geval was. Als voor naamste oorzaken van deze guns tige ontwikkeling zien de des kundigen een strenge medische controle in Saoedi-Arabië en de rapporten, die vijfendertig lan den voortdurend aan do Wereld Gezondheids Organisatie hebben toegezonden, waarin de gezond heidstoestand der pelgrims werd vermeld. Met behulp van ge noemde organisatie heeft Saoedi- Arabië thans maatregelen kun nen treffen, dat de „beledigen de" speciale voorzorgen, die in verbaiid met internationale sani taire overeenkomsten moesten worden genomen, thans achter wege kunnen blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 15