Tenminste honderdduizend bezoekers op Bloemlust-expositie in Keulen verwacht Coalitiepolitiek als leidend principe en noodzakelijk kwaad Van dag tot dag Getransporteerde bloemen verkeren in voortreffelijke conditie 0p de ^Praatótoel Vandaag is Arturo Toscanini begraven Bezuinigingsnota MAANDAG 18 FEBRUARI 1957 Herstel IJ-tunnel Weekeinde Woodbrookers en „Politeia" Gesprek tussen vertegenwoordigers van drie politieke partijen en zeventig jongeren Onthullend werk over Sir Winston Churchill Lof en blaam uit dagboek van Lord Alanbrooke Lord Hore Belisha tijdens bezoek in Reims overleden Vorig jaar ondernu boven nul Ontvangst in Soestdijk In de woorden „poging tot herstel van het economisch evenwicht" zou men in het kort de bedoeling kunnen samenvatten van de maatregelen, die de regering wil treffen en die zij, nader toegelicht, in haar nota inzake beperking van bestedingen heeft vermeld. Door enerzijds de in de staats kas binnenvloeiende geldmiddelen te doen stijgen, anderzijds het nodige aan te wen den ter vermindering van de uitgaven zal zij, op jaargrondslag berekend, een verbe tering van de begrotingspositie van om streeks 450 miljoen gulden bereiken. Wil nu het feit, dat de regering meent de maatregelen in kwestie te moeten tref fen, ook zeggen dat de financiële en eco nomische toestand op het ogenblik beden kelijk zou zijn? Als degene, die een derge lijke vraag mocht opwerpen, daarbij on willekeurig in zijn gedachten de situatie van 1951, tengevolge van wat men wel de Korea-crisis noemde, voor ogen heeft, dan kan meteen ter geruststelling van de vrager, het antwoord ontkennend luiden. De moeilijkheden, die zich thans voordoen, kunnen geenszins met de situatie van 1951 vergeleken worden. Goed beschouwd heeft men met, ook in wezen, geheel andere ver schijnselen te maken. Het is eigenlijk meer zo merkte dezer dagen een even veel gezag als deskundigheid bezittende figuur op een soortgelijk verschijnsel als dat van de al te grote levendigheid van iemand, die zich buitengewoon gezond voelt. In wezen is de Nederlandse finan ciële en economische zaak gezond. Iets werkelijk alarmerends is er niet aan de hand. Maar de Nedei-landse volksgemeen schap heeft de laatste tijd boven haar, overigens vergroot, inkomen geleefd. Daar om zal zij zich in haar bestedingen iets die nen te beperken en zullen die wat naar be neden moeten gaan. Het Kabinet is het thans eens geworden over een uitgavenvermindering, die voor 1957 rond 200 miljoen zal bedragen en la ter nog tot omstreeks 250 miljoen zal moe ten worden opgevoerd. Met betrekking tot de toeneming van de beschikbare geldmid delen zal het tarief van de vennootschaps belasting enige verhoging ondergaan, het geen 100 miljoen meer aan de schatkist zal opleveren, terwijl er daarnaast door enige wijzigingen in het tarief van de omzetbe lasting nog 24 miljoen bij zal komen. Ver der zal de komende huurverhoging 7 mil joen meer aan opbrengst uit de personele belasting opleveren, terwijl dankzij hoge re ontvangsten van de accijns op tabak en van de omzetbelasting, als gevolg van een prijsverhoging van tabaksartikelen, de middelen ook nog met 44 miljoen zullen stijgen. Niet te vergeten valt de voorgeno men afschaffing van de verbruikerssub sidies als belangrijk onderdeel van het nu uitgestippelde programma. Mits men een drachtig zijn schouders wil zetten onder dat programma om de verwezenlijking daarvan te bereiken, zal het, onvoorziene omstandigheden daai-gelaten, mogelijk zijn in korte tijd het gewenste economische evenwicht in de Nederlandse volkshuis houding verzekerd te krijgen. Hetgeen er op het gebied van de land- bouw-economie zal geschieden is, in ze kere zin, een geheel op zichzelf staande zaak, die afzonderlijk dient te worden bekeken. Daartoe zal ongetwijfeld aan leiding te over zijn, als de regeringsnota straks onderwerp van uitvoerige parle mentaire gedachtenwisseling zal uitmaken. Aan onze uiterst summiere beschouwing van vandaag willen wij echter nog één opmerking verbinden. Wij erkennen vol mondig de technische deskundigheid, op financieel-economisch terrein, van de mi nisters die deze nota hebben opgesteld, maar wij hebben minder bewondering voor de wijze, waarop zij hun waar willen „ver kopen". De gewone burger mag er ons in ziens aanspraak op maken, zo duidelijk mogelijk voorgelicht te worden omtrent wat er aan de hand is en wat er nu in de praktijk verder zal gebeuren. Maar aan zulke duidelijke, eenvoudige voorlichting ontbreekt het volkomen. De nota is een dor-technisch departementaal stuk, dat allerminst tot de burgerij spreekt. Jlet zou daarom goed zijn als de regering alsnog et.i uiteenzetting van haar nieuwe beleid zou geven in teiTnen, die ook voor de leek gemakkelijk te begrijpen zouden zijn. De gemeente Amsterdam heeft een on aangename vei-rassing beleefd, die zij wel iswaar aan eigen voortvarendheid heeft te wijten, doch die zij juist omdat zij in het duidelijke algemene belang zo energiek de handen uit de mouwen heeft gestoken allerminst heeft verdiend. Zij heeft na melijk van het departement van Verkeer en Waterstaat de mededeling gekregen, dat het Rijk niet akkoord gaat met een Am sterdams voorstel tot een percentsgewijze rijksbijdrage in het miljoenenproject van de IJ-tunnel. Het Rijk maakt het de arme Amsterdammers wel moeilijk. Zij zijn aan hun IJ-tunnel begonnen na jarenlange trammelant, niet het minst veroorzaakt door de besluiteloosheid van het departe ment, vóórdat de financiële regeling met het Rijk in kannen en kruiken was. De IJ-tunnel is een bijdrage in de oplossing van de Amsterdamse en Nederlandse ver keersmoeilijkheden, die niet gering ge schat mag worden. De tunnel is een urgen te zaak en de Amsterdamse gemeentebe stuurders hebben er blijkbaar op gerekend, dat het Rijk die urgentie eveneens zou in zien en erkentelijk zou zijn voor het zware Amsterdamse offer. Maar die erkentelijkheid en dat inzicht zijn blijkbaar nog steeds afwezig. Het Rijk stelt Amsterdam voor een groot probleem en brengt de voortgang van de tunnelwer- ken in gevaar. IN DE CONVERSATIEZAAL van het centrum van de arbeidersgemeenschap der Woodbrookers te Bentveld discussieerden in het afgelopen weekeinde ongeveer zeventig jongeren met vertegenwoordigers van drie Nederlandse politieke partijen over het onderwei-p „Coalitiepolitiek", waarbij op een prettige toon verscheidene harde politieke noten werden gekraakt, want de jongeren behoorden tot verschil lende politieke stromingen, hoewel het merendeel bestond uit leden van de demo cratisch socialistische studentenvereniging „Politeia" die het weekeinde in samen werking met de arbeidersgemeenschap der Woodbrookers had georganiseerd. Ieder van de drie inleiders moest na zijn toespraak met de aanwezigen discussiëren, vragen beantwoorden en soms zelfs het bestaan van zijn partij verdedigen. Zij deden dat ieder met veel verve en animo, zoals zij ook hun inleiding met veel enthousiasme van hun eigen partij uit behandeld hadden. Zo sprak de vertegenwoordiger van de Katholieke Volkspartij, dr. L. A. H. Albe- ring, over het verschil tussen de oude coalitie van vóór de oorlog, waarbij door de samengaande partijen reeds vóór de verkiezingen bindende afspraken werden gemaakt, en de huidige samenwerking, waarbij pas na de stembusuitslag een pro gram wordt opgesteld, waarvoor de bereid heid van de verschillende partijen moet worden verkregen en waaruit later de smalle en brede basiskabinetten zijn voort gekomen. Een mei-kwaardige ontwikkeling in het Nederlandse politieke leven noemde dr. Albering de gedachte, dat bij de gemeente besturen de samenstelling van het college van Burgemeester en Wethouders onge veer een afspiegeling moet zijn van de politieke samenstelling der gemeente. Deze gedachte is ook in de landspolitiek door gedrongen en is in de hand gewerkt door ons evenredig kiesstelsel. Deze afspiege ling achtte dr. Albering niet noodzakelijk. Wél was hij een warm vooi'stander van de samenwerking in het landsbestuur tussen de verschillende „bona-fide" partijen. Geen partij Deze mening werd gedeeld door de Christelijk-Historische spreker, de heer F. H. van de Wetering, die daar evenwel de opmerking aan verbond, dat dan de klei nere partijen volkomen gelijkwaardige partners moeten zijn van de grotere poli tieke groeperingen. Daarbij hangt de be stuurskracht van de homogeniteit van het kabinet af, waarbij de Christelijk-Histo rische leden, evenals de afgevaardigden, volgens het beginsel van hun partij die eigenlijk geen partij, maar een unie is naar eigen persoonlijke verantwoordelijk heid handelen, omdat zij zich eerder volks vertegenwoordiger achten, dan vertegen woordiger van hun partij. De samenwer king tussen de politieke partijen in onze regering stelde de heer Van de Wetering het „idyllische Engeland met zijn twee partijen-stelsel ten voorbeeld. Zoals te verwachten viel volgde de derde spreker, ir. H. Vos van de Partij van de Arbeid, deze gedachtengang niet. Hij was van mening, dat in Nederland ook lang zamerhand moet worden gewerkt naar een tweepartijen-stelsel, waarbij hij het van belang achtte, dat de sociologische split sing in het rooms-katholieke volksdeel zich zal voortzetten. Deze ontwikkeling zou langzaam gaan en voorlopig zag ir. Vos bij een eventueel door directe verkiezingen samen te stellen Europese assemblee dan ook nog drie stromingen: een socialistische, een rooms-katholieke en een derde onder liberale leiding. LONDEN (Reuter/UP) Veldmaar schalk burggraaf Alanbrooke, de belang rijkste Britse strateeg in de laatste wereld oorlog. zegt in zijn oorlogsdagboek ..The turn of the tide", dat vandaag in Londen; uitkomt, dat hij met Churchill, die toen premier was, vaak over strategische kwes ties in botsing kwam. Lord Alanbrooke schrijft bijvoorbeeld: „Hij heeft de ongelukkige hebbelijkheid een of andere op zich zelf staande operatie aan te vatten en er daarna, zonder haar ooit werkelijk onderzocht te hebben, zijn zin nen op te zetten. Als hij' zo'n bui heeft, meent hij dat iedereen tracht hem dwars te zitten en moeilijkheden tracht, te oppe ren. Hij klemt zich steeds meer aan de operatie vast en negeert verder alles. Als ontwerpers bewijzen dat d'e operatie niet uitvoerbaar is, stelt hij nieuwe plannen makers aan in de hoop dat zij zullen aan tonen dat de operatie wel uitvoerbaar is...." Winston twijfelde er niet aan dat hij het militair genie van zijn grote voor ouder (de hertog van Marlborough) geërfd had, aldus Lord' Alanbrooke. Zijn militaire plannen varieerden tussen de brilliant ste en de wildste en gevaarlijkste. Het kostte bovenmenselijk veel inspanning hem terug te houden en lukte bijna nooit helemaal, want hij placht ze keer op keer weer te berde te brengen- Oprollen Churchills plan voor een invasie in Noor wegen was een „voortdurend terugkerende nachtmerrie" voor Alanbrooke. Volgens de veldmaarschalk was „de enige reden die Chuxxhill hiervoor gaf het feit dat Hitier te beginnen met Noorwegen de kaart van Europa had afgerold en dat hij, Churchill, met Noorwegen zou beginnen de kaart weer op te rollen". Churchill legde zich tenslotte altijd neer bij het advies van zijn generaals, ondanks heftige meningsver schillen. Hij ging, volgens Alanbrooke, over louter militaire kwesties nimmer te gen de adviezen in. Lord Alanbrooke was het grootste deel van de oorlogsjaren chef van de Britse ge nerale staf en voorzitter van het comité van Britse stafchefs. Zijn oorlogsdagboek en aantekeningen vormen de grondslag van het boek „De kentering van het getij" (The turn of the tide", geschreven door de histo- ricus Sir Arthur Bryant). REIMS (Reuter) Lord Hore Belisha, die de leiding had van een Britse parle mentaire delegatie die een bezoek aan Frankrijk brengt, is te Reims onverwacht aan een hersenbloeding overleden. Hij werd onwel toen hij op het punt stond in het raadhuis van Reims een rede uit te spreken. De socialistische spreker hield een plei dooi voor duidelijkheid op politiek gebied, die hij broodnodig oordeelde en die men bij een coalitieregering het laatst mag ver wachten, omdat de meeste maatregelen van een dergelijk kabinet het karakter van een compromis dragen. Vandaar dat ir. Vos de politieke samen werking in de vorm van een coalitie kabinet als een noodzakelijk kwaad be schouwde en hij zich als ideaal stelde een politiek stelsel van twee partijen, zonder confessionele basis. De drie inleiders hebben natuurlijk meer gezegd dan hier is weergegeven, maar de punten die hier genoemd zijn, ontmoetten bij het gehoor de meeste weerklank in die zin, dat zij vragen en critiek uitlokten. Waren dus de uitgangspunten van de drie spreker al verschillend en kwamen zij tot geheel verschillende conclusies, in de debatten, die op hun inleidingen volg den, moesten zij zich in gelijke mate van hun slagvaardigheid bedienen om hun standpunten zuiver te kunnen handhaven. Er was gelegenheid te over de zwakke plekken van de partijen af te tasten en deze openhartig te bespreken. Van deze gelegenheid is een druk gebruik gemaakt en hoewel lang niet iedereen tenslotte overtuigd zal zijn geweest van de juist heid van de argumenten van zijn politieke tegenstanders, men heeft toch door het gesprek een beter begrip gekregen van wat anderen over actuele problemen den ken. En daar was het blijkens de openings woorden van de leidster van het week einde, mejuffrouw ds. W. H. Buijs, toch om begonnen. Tenslotte zij nog vermeld dat van de kant van „Politeia" de confe rentie werd geleid door de heer L. Jacobs. ADVERTENTIE Van onze correspondent) „VOHRFRÜHLING DER BUNDESGARTENSGHAU, 20-24 Februar'. Met grote groene letters staat deze aankondiging op een van de grote Messe-hallen in Keulen, aan de oevers van de Rijn en niet ver van de plaats waar, aan de andere zijde van het water, de beroemde Dom zijn twee torens ten hemel heft. In een van die enorme hallen zal dezer dagen behalve het Duits het Nederlands veelvuldig klinken. Want hier is men druk bezig met de opbouw van de grote Bloemenlusttentoonstelling, die Herr Oberbürgemeister van de stad Keulen woensdag zal openen. De Duitsers hebben aan de komende bloemenshow trots de naam „Vohrfrühling" aan hun grote en indrukwekkende „Bundesgartenschau" gegeven. Het gaat de vaderlandse kolonie in de Domstad, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat voor de tentoonstelling in touw is, uitstekend. De meest tijdrovende werkzaamheden zijn inmiddels achter de rug: de twaalfhondei-d balen turfmolm zijn geklopt en hebben een plaats gekregen; de sparren, de dennen en de vijftienhonderd bloeiende heesters uit Boskoop zijn reeds geplant; duizenden graszoden ongeveer een gewicht van zeventig ton zijn uit Ne derland aangekomen en uitgerold en de vijftien ton stenen en siertegels hebben een plaats gekregen. Voorts zijn de grote hoe veelheden planken en dunne balken, die men vanuit Nederland naar Keulen zond, in elkaar getimmerd: grote pergola's zullen een fraaie onderbreking vormen voor de perken en partijen bloemen. In het cen trum van de halien staat voorts een sierlijk tuinhuis van vier bij vier meter. De uitvoerder de heer Van der Hengst van de firmd Koper uit Bennebroek, ver blijft reeds vanaf 4 februari in Keulen en heeft met behulp van een assistent en vier De architect van de Keulse Bloemlust- tentoonstelling, de heer W. Buurman, geeft de heer De Wilde (met de rug naar de fotograaf) aanwijzingen. Op de achtergrond kijkt de secretaris van het Bloemlust-bestuur, de heer Jac. van Dijk uit Lisse, toe. Duitse werkkrachten de show in grote lij nen uitgestippeld. Tien februari kwamen er nog tien werk lieden uit ons land bij en enkele dagen la ter spoedde de architect, de heer W. Buur man uit Oegstgeest, zich naar de Domstad. Acht dagen geleden sloegen de heren De Vroomen, Van Dijk en Van der Zaal van het Bloemlust-bestuur in Keulen hun ten ten op en vandaag vertrekt nog een con tingent werkgevers en werknemers uit de bollenstreek om in de Messe-hallen de laat ste hand aan de expositie te leggen in de wetenschap, dat de laatste loodjes het zwaarst zullen wegen. Hoge verwachtingen De bloemen zijn in voortreffelijke condi tie in de Messe-stad gearriveerd. Wij spraken met de heer Van der Hengst van de firma Koper, met de lieren J. van Dijk en G. van der Zaal van het Bloemlust- bestuur en ontmoetten verscheidene kwe kers uit de bollenstreek. Allen hadden hoge verwachtingen van de expositie en waren vol goede moed. Het gebouw, dat de vorm heeft van een maansikkel, leent zich goed voor een bloemententoonstelling. De tuin aanleg maakt een goede indruk en onge twijfeld zullen de duizenden potten met bloeiende tulpen, hyacinten, narcissen en bijgoedartikelen woensdag een imponeren de aanblik geven. De Duitsei's zelf zijn ervan overtuigd, dat tenminste honderdduizend bezoekers door de tourniquetten zullen gaan. Als dat zo is, is het Bloemlust-bestuur meer dan tevreden en staat het vrijwel vast, dat vol gend jaar weer een tentoonstelling-ovei1- de-grenzen zal worden gehouden. Om op het vervoer van de bloeiende bol gewassen terug te komen: wij hebben zo'n vracht naar de Domstad begeleid. Tegen 's morgens zes uur stopte het konvooi bij de grenspaal in Venlo, waar de Nederland se douane in vlot tempo de papieren door nam en afstempelde. Bij de Duitse douane ging het minder vlot. Hoewel de heer Prei del de voi'ige dag reeds uitvoeiüg had ge telefoneerd, hoewel in Lisse het transport reeds was gecontroleerd en de wagens wa ren verzegeld, hoewel vooi'ts Herr Wichel- haus van de Niederrheinische Transport Gesellschaft 's morgens om zes uur aan de grens was om alles zo vlot mogelijk te doen verlopen, duurde de conti-ole toch nog bijna een uur. Het was bijna tien uur, toen de wagens voor Messehall zeven kon den halt houden en men met het lossen kon beginnen. Contact met ouders Wij allen, ouders, hebben de kinderloze tijd gekend, toen wij nog vrolijk en opge ruimd lachten over het onbegrijpelijk chauvinisme van ons bekende ouders ten aanzien van hun eigen kinderen. Wij acht ten dit een verwerpelijke eigenschap, die wijzelf toch zeker zouden kunnen onder drukken en wegwerken. „Kinderen zijn kinderen. Sommigen zijn wat intelligenter en anderen komen niet zo vlot mee. De ene is aardig om te zien en de volgende zal het van andere charmes dan uiterlijke moeten hebben in het verdere leven". Dat gaf zo wat een beeld van onze - althans mijn - filosofie over dit onderwerp. Hoe knullig geredeneerd. Zodra we zelf ouders zijn, wordt het duidelijk hoe fout andere ouders kunnen zijn. Wat een onmogelijke kinderen hebben zij: soms aantrekkelijk om te zien misschien, maar dan toch met het begin van volstrekt verwerpelijke karaktertrekken, met een acceptabel ziel tje soms, maar dan toch ook zo alleraan- doenlijkst lelijk. En dat is trouwens niet zo ergDie arme kinderen kunnen er ten slotte ook niets aan doen. Maar moet je die ouders over hun kinderen horen. Je zou denken, dat ze echt veronderstellen dat hun kinderen iets vóórstellen. Triest eigenlijk, dat ze de werkelijkheid niet zien. Ik wilde u drie voorbeelden noemen. In de eerste plaats een vrouwelijke collega, wier zoon vier maanden vóór onze, nu an derhalf jaar oude, dochter werd geboren. Een best kind, hoor, maar moet je zijn moeder er eens over horen. „Hij kan nu al hele zinnen maken, hele verhalen hou den", vertelde ze ons. Maar iedere ouder weet, dat dit op die leeftijd echt nog niet te verwachten valt. „En hij kan de trap al op". Is het niet belachelijk? Dat kan toch niet. Enfin, misschien wordt het wel zo'n zielig genietje, zo'n eenzame man die één ding heel goed kan en verder geen knip voar de neus waard is. Ook leuk, voor zo'n moeder, om een zoon te hebben die weer hele aparte atoombommen kan ma ken. Of misschien wordt het wel een dich ter in een tijd, waarin Lucebert als „vieux jeu" wordt beschouwd. De tweede is een mannelijk collega. Zijn zoon is nu een maand of acht oud. Een typisch voorbeeld, lijkt me, van waarom sommige ouders terechte teleurstelling on dervinden in het dagelijks aanschouwen van hun kinderen. Een dikke, pafferige knul met in zijn ogen iets dat aan de ach tergebleven gebieden herinnert. Maar zijn vader en moeder vinden hem iets gewel digs. Hij heeft nog geen tand in de mond, staan is er nog niet bij en als ik hem aan het lachen wil maken met gerenommeer de kinderlachertjes barst hij in domme tranen uit. Overigens een best kind, hoor, dat zijn weg wel zal vinden in de onderste regionen van de maatschappij. Het derde voorbeeld is nog veel erger. Dat betreft een bevriend echtpaar met twee spruiten. Een zoon van zes en een dochtertje van twee. Die zoon gaat wel. Als hij groot is zal hij waarschijnlijk een broodmagere, sikkeneurige, maar keurige ambtenaar worden. Daar is alles mee ge zegd. Maar dan dat dochtertje. Dat is echt heel triest. Oh, heel gezond hoor, maar meer valt er dan ook eigenlijk niet van te zeggen. Toch wel zielig voor al die ouders, vindt u niet? Die tijd, dat we de dingen „objectief" wilden zien, is nu voorbij. Het zelf-hebben van een kind maakt het waar nemingsvermogen acuter. Objectief is erg leuk voor ongeinteresseerden, maar daar kom je er niet mee. Je kan niet doorgaan met al die slecht-opgevoede, bijna onge lukkige kinderen van je vrienden met een welwillend, haast charitatief oog te bezien en dit proces dan „objectief" te noemen. Nu is het de tijd om scherp te observeren. En dan zie je hoe bedroevend het in an dere gezinnen gesteld is. Ik weet niet, waar ik zo'n leuke doch ter aan verdiend heb. Maar het pure feit blijft, dat ze zo verre superieur is. Hoe zou dat nu toch komen? Ik vind het zo naar voor mijn vrienden. E. Romayn Het stoffelijk overschot van de diligent Arturo Toscanini is zondag per vliegtuig uit New York in Rome aangekomen. Het werd per trein naar Milaan overge bracht, waar het in de Scala werd op gebaard. Vandaag wordt het in het fa miliegraf bijgezet. De uitvaartdienst werd geleid door de aartsbisschop van Milaan. Op het vliegveld van Rome waren 500 ver tegenwoordigers van de regering, de stad Rome, de opera van Rome en andei-e in stellingen en verenigingen aanwezig. De regering was vertegenwoordigd door vice- premier Saragat. Om ongeveer tien uur vanmorgen waren ei-, volgens de functionarissen van de Scala, meer dan 30.000 mensen voorbij de kist gedefileerd. Voor de rit door de stad werd een korte godsdienstoefening gehouden Het verkeer in de stad stond stil. Ter gelegenheid van de tiende verjaar dag van Prinses Marijke hebben vandaag de beide peetouders van Marijke, mevr. D. Post-Salomons en de heer A. Wiltens, hun gelukwensen aangeboden. Mevrouw Post is de weduwe van de verzetsstrijder Johannes Post, die op 16 juli 1944 te Over- veen gefusilleerd werd. De heer Wiltens was voorzitter van de raad van negen van het studentenvei-zet. Het temperatuur- verloop in februari van dit jaar is vrijwel tegenge steld aan dat in februari 1956. Toen bereikte de vorst periode haar cli max met een tem peratuur van 24° Celsius onder nul. In februari van dit jaar is de tempe ratuur tot nu toe geen enkele dag onder het nulpunt geweest. Merkwaardig is dat in beide jaren de temper atuur- curven van 3 tot dan dat de curve van 1956 de temperatuur boven nul aangeeft. 11 februari vrijwel parallel lopen, zij het onder nul en die van 1957 de temperatuur (Vervolg van pag. 1) de prijsverhoging in deze sector reeds een aanmerkelijke stijging van de belasting opbrengst 44 miljoen) met zich mee brengt. Wel zal het tussentarief en het weeldetarief van de omzetbelasting wor den verhoogd, respectievelijk tot meer arti kelen worden uitgebreid. De zwaarste druk echter zal op de be drijven worden gelegd. Niet minder dan 100 miljoen gulden wenst de regering méér uit de vennootschapsbelasting te halen door het tarief met 4 punten, van 40-43 tot 44-47 pet., te verhogen. Het behoeft geen betoog dat deze verzwaarde belastingdruk voor de bedrijven op een zeer ongelegen moment komt nu de winsten, algemeen ge sproken, dalen en als gevolg van de ver vallen investeringsaftrek reeds 75 miljoen gulden meer van de bedrijfswinsten aan de schatkist ten deel valt. Er zal over deze nota nog heel wat wor den gezegd en geschreven en men zal de moeilijkheden, waarvoor de regering zich geplaatst ziet, moeten begrijpen. Maar dat zij geen kans heeft gezien in het raam van de beoogde bestedingsbeperking een zo in tense verzwaring van de belastingdruk op de bedrijven te voorkomen, is zeker ernstig te betreuren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5