En of... Chief Whip op ieders lip! MEUBEL Kwestie-Cyprus drijft Britse regering in het nauw Van dag tot dag Correcties Oppositie dringt aan op de terugkeer van aartsbisschop Makarios raatótoel Onderwijs vernieuwing DONDERDAG 21 FEBRUARI 1957 3 Proces tegen dr. Adams zal op 12 maart beginnen Britse koninklijke bezoek aan Portugal geëindigd rm a*ch*i$hop or crmamakawos hi Politieke moord op Syriër in Beiroet Dader werd door politie bij achtervolging gedood €)p de Al 35 jaar de beste Virginia! Amerikaanse havenarbei ders hebben het werk hervat Sukarno's „conceptie" is nogal dwingend N. Guinea in UNO Afro-Aziatische steun voor Indonesië A merika strikt neutraal woningtextiel ongekend grote tor tering Russisch veto in de Veiligheidsraad Bemiddelingsmissie naar Kasjmir gaat niet door Examens Vb De Engelse regering heeft met de thans vaststaande inkrimping van haar strijd krachten een „coup de théatre" volvoerd, die zowel grote instemming als scherpe wrevel zal ontmoeten. Het is inderdaad een spectaculaire af wijking van de lijn, die de militaire over heden van het westelijke bondgenootschap zo gaarne stug hadden volgehouden, en aan de andere kant een niet minder spec taculaire tegemoetkoming aan de oppositie, die van mening is dat de defensiebedra gen een te zware last betekenen voor een economisch in kritieke omstandigheden verkerend land. Als men de inkrimping op de keper be schouwt, en daarbij in overweging neemt dat de overblijvende strijdkrachten zullen worden gereorganiseerd en herbewapend volgens de modernste opvattingen, dringt zich de gedachte op dat per saldo de fi nanciële bezuiniging niet zo heel groot zal zijn. Doch de betekenis van deze in krimping moet hoofdzakelijk worden ge zocht in de psychologische uitwerking er van. Het is in de eerste plaats een tacti sche manoeuvre, die de burger ervan zal overtuigen dat zijn zware offers en zijn afnemende welvaart niet door een buiten verhoudingen gegroeid militair apparaat zullen worden opgeslokt. Het is een zeer belangrijk facet van de huidige Britse re- geringspolitiek, dat rekening wordt ge houden met de „man in de straat", die nog kort geleden de débacle van een militaire actie moest verstouwen en wiens sympa thie voor de krijg niet erg groot meer is. Begin maart zal onze minister van Bui tenlandse Zaken zich naar Bonn begeven om met zijn Westduitse collega aangelegen heden te bespreken, die als „hangende pro blemen" tussen Nederland en West-Duits- land worden gekenmerkt. De betrekkingen met onze oosterburen zijn na de oorlog sneller en op gemakkelijker wijze genor maliseerd dan men indertijd onder in druk van de oorlogsgebeurtenissen zou hebben kunnen verwachten. De ontwikke lingen op internationaal-politiek gebied, culminerend in de splitsing tussen Oost en West en de daaruitvolgende politiek-mili- taire aaneensluitingen, zijn aan deze vlotte verbroedering niet vreemd geweest, doch het is daarbij toch speciaal de groot-Euro- pese gedachte, die haar stimulerende in vloed heeft gehad op het begraven van de strijdbijl der na-oorlogse rancune. Deze inter-Europese gedachte wist tal rijke problemen uit, die in vroeger tijd de betrekkingen tussen naties konden vergif tigen. De kwestie van de grenscorrecties zou daaronder moeten vallen. Deze grens wijzigingen hebben een zo uitgesproken corrigerend karakter gehad, dat niet van „landwinst" of „annexatie" kon worden gesproken. De Duitse pers stelt zich echter in meerderheid op het standpunt, dat Ne derland een annexatie heeft gepleegd en dat teruggave van de ingelijfde „gebieden" een eis van rechtvaardigheid is. Het is wel merkwaardig dat West-Duitsland voor vechter der Europese gedachte deze cor rectie nog steeds niet kan zien als een bij drage tot normalisatie van een verouderde grenssituatie tussen landen, die in het groot-Europese plan de souvereiniteitsge- dachte en het daarbijbehorende chauvinis me en nationalisme hebben afgezworen. In een federatief gereorganiseerd Europa zouden dergelijke correcties schering en inslag zijn en niet meer „het hart van de natie" mogen raken, aangezien de nationale grenzen daarin slechts administratieve be tekenis zouden mogen hebben. Het is te hopen dat minister Luns in Bonn niet met een wederopleving van een ouderwets en eng nationalisme te maken krijgt. Want dat zou de intenties van de Westduitse regering ten aanzien van een Europese ordening in een teleurstellend licht plaatsen. ADVERTENTIE (Van onze correspondent in Londen) Het is bijna een jaar geleden, dat de Britse regering aartsbisschop Makarios, de woordvoerder en beweerde leider van de opstandige Cyprioten, heeft verbannen in de hoop dat nieuwe politieke leiders naar voren zouden komen, met wie kon worden onderhandeld. Die verwachting is ijdel ge bleken. De regering leek later bereid met Makarios te gaan praten, als hij de terreur openlijk zou hebben veroordeeld. Maar toen de Britse regering hem in zijn ver banningsoord de nieuwe, door Lord Rad- cliffe uitgewerkte, constitutionele voor stellen liet voorleggen, weigerde Makarios het hoge woord te spreken. Volgens de oppositie, op wiens verzoek het Lagerhuis, voor het eerst na de Suez-actie, een debat over Cyprus hield, heeft de verbanning van Makarios tot niets geleid. Integendeel, hij is een nationale held geworden, wiens aanwezigheid op Cyprus onontbeerlijk is. De regering heeft bij herhaling ver klaard, dat de terreur op het punt stond ineen te storten. Desondanks gaan de aan slagen door. Ook thans werd van re geringszijde gezegd, dat men optimistischer dan ooit is. Zodra de terreur de kop zal zijn ingedrukt, zouden de Turkse en Griek se Cyprioten bereid zijn tot samenwerking, zonder welke een oplossing onmogelijk lijkt. De regering liet bij de publikatie van de Radcliffe-voorstellen doorschemeren, dat het eiland eventueel tussen Turken en Grieken zou moeten worden verdeeld. Deze mogelijkheid wil zij openlaten, maar zij acht deze oplossing weinig aantrekke lijk. Labour eist dat Makarios onmiddellijk in vrijheid wordt gesteld, omdat er vroeg of laat toch met hem moet worden gepraat. Regering en oppositie zijn het er echter over eens, dat in ieder geval een periode van beperkt zelfbestuur moet voorafgaan LONDEN (Reuter/AFP) Het proces tegen dr. John Bodkin Adams, de arts uit Eastbourne, die ervan wordt verdacht wel gestelde patiënten door toediening van overmatige doses van verdovende midde len om het leven te hebben gebracht, met het oogmerk zich hierdoor te verrijken (hij v/as begunstigde in testamenten der over ledenen), zal waarschijnlijk in de loop van de volgende maand te Londen beginnen. De verdachte is woensdag, vergezeld van verdediger, voor de rechter van de „Old Baily", de voornaamste Londense straf- rechtbank, verschenen. De verdediger vroeg uitstel van het proces tegen zijn cliënt. De rechter stemde hier mede in en bepaalde dat het proces op 12 maart zal beginnen. LISSABON (AFP/UP) Het officiële bezoek van koningin Elisabeth en de hertog Van Edinburgh aan Portugal is woensdag avond geëindigd met een galadiner, dat de koningin aan boord van het jacht „Britan nia" in de Taag aan de president van Por tugal, Lopes, aanbood. Voor het diner begon werd een vuurwerk afgestoken, dat eindigde met een brandende Britse kroon, het Portugese wapen en een vurig „God Save The Queen". De koningin en de hertog zullen vandaag naar Engeland terugvliegen. Onderweg zul len zij Oporto, Purtugals beroemde wijn centrum aandoen voor een kort bezoek. ttf Ou v* \Vmv? MA'V -etui# f t»* De Griekse posterijen hebben een post zegel in omloop gebracht met de beel tenis van de Grieks-orthodoxe aarts bisschop van Cyprus, Makarios. Onder het portret staat de volgende verkla ring van Winston Churchill uit 1907: „Ik ben van mening dat het vanzelf spreekt dat het volk van Cyprus, dat van Griekse afkomst is, zijn inlijving, bij wat zijn moederland kan worden genoemd, beschouwt als een ideaal, dat ernstig, vroom en vurig moet worden gekoesterd". aan de in uitzicht gestelde zelfbeschikking. Groot-Brittannië werpt zich op als be schermer van de Turkse minderheid, die het Radcliffe-plan, onder zekere voorwaar den, zou aanvaarden. Onberaden stappen zouden kunnen leiden tot een openlijke botsing tussen Griekenland en Turkije, waardoor de zuidoost-flank van de NAVO onmiddellijk zou worden bedreigd. NAVO-basis? Volgens de oppositie heeft de Suez-actie ondubbelzinnig aangetoond dat het eiland waardeloos is als een uitsluitend Britse basis. De operatie tegen Port Said moest, wegens gebrek aan diepe havens op Cyprus van Malta uit worden geleid. Daar boven dien de Britse troepen uit Jordanië en Libië zullen verdwijnen, bestaat er, vol gens Labour, nauwelijks reden voor de instandhouding van een Brits steunpunt temidden van een vijandige bevolking. De oppositie stelt voor de Britse basis te ver vangen door een NAVO-basis. Men denkt aan een klein, gemengd garnizoen bestaan de uit Britse en eventueel ook Ameri kaanse troepen, alsmede Turkse en Griek se strijdkrachten onder een NAVO-com- mandant. Indien op deze wijze Turkije wordt beveiligd tegen een bedreiging van haar zuid-flank, acht men het mogelijk dat Turkije zijn verzet opgeeft tegen het plan van Radcliffe en tegen volledige zelfbe schikking, die over een aantal jaren zal moeten volgen. Misschien vindt ook de Britse regering dit wel de beste methode om geleidelijk een eind te maken aan een, op den duur, onhoudbare koloniale heer schappij over een in wezen Europese be volking. Het is echter de vraag of zij het tegenover haar aanhangers aandurft, zo kort na de terugtocht uit Port Said, weer een machtspositie in het Nabije Oosten, van hoe twijfelachtige waarde ook, op te geven. BEIROET (UP) - De uitgeweken Syrische politicus kolonel Ghassan Jedid is in Beiroet in de Libanon door moordenaarshand ge vallen. De dader kwam zelf even later om in een gevecht op de daken der huizen met de politie. Kolonel Jedid, in Syrië tweemaal ter dood veroordeeld en sedertdien in asyl in de Libanon, reed met zijn auto door Bei roet, toen een hagel van mitrailleurkogels hem trof. Een taxichauffeur achtervolgde de pleger van de aanslag een trap op, maar ook hem troffen kogels uit de mitrailleur en hij bleef gewond liggen. Daarop ont stond een achtervolging door de politie over de daken der huizen, waarbij de Sy riër werd neergeschoten. Het bleek, dat de dader zeker Izzet Shaat was, die wekenlang zijn slachtoffer heeft gevolgd tot hij de kans kreeg zijn daad te volvoeren. In de straat, waar Shaat het salvo op Jedid afgaf, zijn tal van kogels gevonden van Syrische makelij, die uit het productiejaar 1956 zijn. Jedid werd in Syrië veroordeeld wegens moord op een officier en wegens een sa menzwering tot omverwerping van de Syrische regering. Reuter weet te melden, dat Jedid een vooraanstaand lid is geweest van de Syri sche volkspartij, een anti-communistische organisatie, die thans in Syrië verboden is. Onze moedertaal CHIEF WHIP NEW YORK (Reuter) De Amerikaan se vakbond van. havenarbeiders, de Inter national Longshoremens Association, heeft zijn 45.000 aangesloten stakende leden aan de oostkust der Verenigde Staten van Mai ne tot Virginia gelast het werk heden te hervatten. Woensdag was het de achtste dag van de staking. Er is overeenstemming bereikt over een nieuw arbeidscontract. De gevolgen van de staking, die de han del verscheidene miljoenen dollars gekost moet hebben, deden zich reeds gevoelen in de industrie. Een aantal spoorwegmaat schappijen staakte het vrachtvervoer naar de stilgelegde havens- Vóór de staking uitbrak was er in begin sel overeenstemming tussen werkgevers en werknemers bereikt over een loonsverho ging van 32 dollarcent per uur. DJAKARTA (ANP) De correspondent van het ANP in Djakarta heeft woensdag van gewoonlijk welingelichte kringen ver nomen, dat president Sukarno, die tevens opperbevelhebber der strijdkrachten is, de staat van oorlog en beleg voor heel Indo nesië zal afkondigen, als zijn „conceptie om de democratie in Indonesië te redden" door de politieke partyen mocht worden afgewezen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de religieuze partijen, die tezamen -een kleine meerderheid in het parlement vormen, Sukarno's plannen, die donderdagavond openbaar zullen worden gemaakt, verwer pen in verband met de eventuele deel neming van de communisten in het nieuw te vormen kabinet. NEW YORK (Reuter en UP) Het 27 landen tellende Afrikaans-Aziatische blok zal Indonesië steunen bij diens verzoek om „goede diensten" aan de UNO voor een regeling van het Nederlands-Indonesische geschil over westelijk Nieuw-Guinea, al dus werd woensdag meegedeeld. „Het is het gevoelen van de groep, dat wij de Indonesische motie moeten steunen", zei de Jordaanse ambassadeur Abdel Mo- nem Rifa'i, voorzitter van de groep, aan het einde van een bijeenkomst over dit onderwerp. De kwestie van Nieuw-Guinea zal door de voornaamste politieke commissie van de Algemene Vergadering na afloop van het debat over Cyprus onder handen wor den genomen. Woordvoerders van Indo nesië hebben meegedeeld, dat zij aan de UNO „goede diensten" zullen vragen in het geschil. Dr. Victor Andreas Belaunde van Peru, de voorzitter van de politieke commissie der UNO-assemblee, heeft woensdag ver klaard te verwachten dat het debat over het geschil tussen Nederland en Indonesië inzake Nieuw-Guinea minstens vier zit tingen van de commissie zal duren. Naar verluidt willen westelijke dele gaties het debat uitstellen tot de volgende zitting van de Assemblee wegens de grote drukte door andere vraagstukken en de nadering van de streefdatum voor het einde van de huidige zitting. Het was óók voorjaar, des tijds. Ik zat in de klas en de onderwijzer gaf natuurken- nisles. Hij beschikte daartoe over een fraai gekleurde plaat, die het skelet van een kat in schrille tegenstellingen van blauw, wit en zwart weergaf. Hij noemde de sier lijk gevormde beenderen van het ontvelde dier één voor één, ze daarbij aanwijzend met een dunne stok, en leefde in de verwachting, dat wij de opbouw van het geraamte als een boeiende herinnering zouden bewaren doch het was voorjaar en boven het matglas der ramen wiegden de pril ontsproten aprilsprui- ten van een lindeboom, en het was vlak na het etensuur, en de klas was vervuld van een wollendekenachtige loomheid. Bij de eerste korte ribben viel ik in slaap. De onderwijzer tilde mij behoedzaam aan één oor uit de bank en leidde mij over de gang naar de kamer van het opperhoofd, dat destijds nog vaak bovenmeester heette, ofschoon zijn kamer op par terre was. De bovenmeester keek mij geruime tijd met grote be langstelling aan, trok aan zijn linker oorlel en kreeg daar door blijkbaar een goed idee. Zijn gezicht verhelderde en hij keerde zich naar zijn boe kenkast, waaruit hij een groen bandje liefkozend tot zich nam. De beschuldiging luidt: „slapend aangetroffen" zei hij vriendelijk. Welke les was het? Natuurkennis, ant woordde ik naar waarheid. Een kat zonder vel. Been tjes. Hij knikte. Vervolgens sloeg hij het boek open en citeerde: „De droge opsomming van feite lijkheden werkt geestdodend op het kind. Het speelt daar bij slechts de rol van werke loos toehoorder en laat de onderwijzer voor zich waar nemen en oordelen. Wat de kennis der natuurlijke histo rie aanbelangt, dient de on derwijzer zijn pupillen de voortbrengselen der natuur te doen waarnemen zoals zij zich vertonen". Hij keek mij aan. Hebt gij wel eens een skelet zien lopen in de vrije natuur? Ik moest bekennen dat mij dit nooit was overkomen. Alzo! zei hij triom fantelijk (het was 1927). Een kat is een kat. Geen ske let. En gij komt er in de we reld niet verder mede, indien gij het juiste aantal ribben kent van een kat, terwijl nie mand deze kan waarnemen. Ik neem aan, dat gij slaperig zijt geworden omdat die rib ben u van generlei belang le ken. Gij hadt gelijk. Dit boekjeen hij klopte er op met de vlakke hand, bevat de nieuwe paedogie van 1906. Ik houd mij daar aan. Ik wenste wel, dat al onze onderwijzers zulks de den. Luister wat het zegt: „Wanneer men een kind tot mens opvoedt, worden al zijne vermogens ontwikkeld en geoefend. Voedt men het echter op voor een bepaald beroep of een bepaalde, spe cialistische kennis, dan stelt men slechts die krachten in werking, die voor de uitoefe ning daarvan vereist worden en andere, die daarbij niet van pas komen, laat men sluimeren en verlammen. De school dient niet op te voeden voor een maatschappelijke specialisatie, doch voor het leven. Het kind moet mens worden. Zie hierover uitvoe riger mijn boekje „Van Kind tot Mensch". Nou ja, dat doet er niets toe. „Ik ben van me ning, dat een kind in de eer ste plaats moet worden ge oefend in zijn natuurlijk heden. Krijgt het slaap, laat het slapen. Doch zorg tevoren, dat uw methode van les- geven het geen slaap doet krijgen. Krijgt het echter nochtans slaap, dan betekent dit dat de natuur een wijle rust voor zijn pupil ver langt". Dus hij had me dóór moeten laten slapen, zei ik verongelijkt. Helaas, ja. Ik biedt u namens de school onze ver ontschuldigingen aan. Maar verder nu met ons boekje. Hier staat een voorbeeld van een les in natuurkennis vol gens de moderne methoden van 1906. Luister. „De onder wijzer wijst op een levend schepsel, dat zich in zijn hand bevindt en vraagt: hoe heet dit diertje? Waarom noemt ge het een vogel? Waarom noemt ge het een kanarievogel? Welke zijn zijne ledematen? Wat heeft hij aan den kop? Uit hoeveel zichtbare delen bestaat deze snavel? Wat doet de kanarie vogel met zijn snavel? Heb ben alle kanarievogels navels? Navels? vroeg ik voor alle zekerheid. Hij glimlachte fijntjes. Neen, snavels. De twee essen vielen samen. Navels hebben zij niet en zo ziet ge, hoe door deze methode on willekeurig de belangstelling der leerlingen gewekt wordt. Verder. „Waartoe dienen de ogen van de kanarievogel? Waarmede is de kanarievogel bedekt? Waarom? Waarmede vliegt hij? Waarmede loopt hij als hij niet vliegt? Hoe veel tenen bevinden zich aan de rechterpoot? En aan de linker? Hoeveel tenen heb ben tien kanarievogels? Draai je om, Adolf, en beschrijf de kanarievogel. Noem mij ver volgens iets op, waarin de kanarievogel van de kikvors verschilt. En iets, wat hij met de kikvors gemeen heeft. Dit alles wil slechts een wenk zijn, hoe men bij de behande ling van schepsels uit het dierenrijk de vermogens der kinderen kan oefenen. Men zal zelf het aantal vragen ge makkelijk kunnen vermeer deren. Dit is alles goed en wel, zult ge zeggen, lieve le zer, maar waar blijven wij als wij op deze wijze de oli fant zouden willen aandui den?" Hij hield even op en keek mij vol vex-wachting aan. Dat dacht ik ook, zei ik weifelend. Welnu. „Deze vraag is geen antwoord waard, omdat het ieder gezond denkend mens dadelijk zal invallen, dat men niet altijd de dieren naar de kinderen, maar ook vaak de kinderen naar de dieren kan meenemen". Hij lachte en knikte. Ik zag hoe hij verder bla derde in het groene boekje en hier en daar kleine delen las. Niet alles bleek echter het citeren waard, en ik be gon reeds weer slaap te krij gen, toen hij met een felle blik opnieuw ging voorlezen: „Wees altijd opgeruimd, wanneer ge de taak van op voeder op uw schouders hebt genomen. Waarom, lezer, zijt ge vaak zo neerslachtig?" Het schijnt iets met de salarissen te maken te heb ben, zei ik, doch de boven meester las haastig verder. „Uwe levensomstandig heden, zegt ge? Gij dwaalt! De grond van uwe neerslach tigheid ligt altijd bij uzelf. Een man met een gezonde geest moet zich vrij weten te maken van zijn omstandig heden. Ergert u niet aan de veronderstelde ondeugden uwer leerlingen. Zij hebben namelijk geen ondeugden. Gij denkt dat zij die hebben. Wat gij als ondeugden ziet, zijn spontane uitingen van hun jeugdige overmoed. Gij moet de jongelieden niet een wille keurige gedragslijn voor schrijven en iedere afwijking daarvan als een vergrijp aan rekenen. Denk niet dat gij on feilbaar zijt en dat de jeugd alles heeft te slikken wat gij meent dat goed voor hen is. Gij onderwijzers zijt vaak de grondleggers van de ondeug den uwer leerlingen". Nou, nou, zei ik sus send. Hij klapte het boekje dicht en zei vriendelijk: Gaat terug naar uwe klasse en tracht belang te stellen in de zoveelste rib, waarmede die man u en uwe klassegenoten gelieft te vervelen. Wanneer ge opnieuw slaap mocht krij gen, slaap gerust. Mocht die skelettenmaniak u wekken, zegt dan eenvoudig: „Laat mij rusten en lees het groene boekje uit 1906 van Salz- mann, Wat Een Opvoeder Moet- Leeren, bladzijde 65 on deraan. Gij vindt het in de boekenkast van de boven meester". Ik ging terug naar mijn klasse, waar de sfeer nog lo mer was en de ribben der kat onontwarbaar waren gewor den. Ik zette mij in de bank, althans ik wilde zulks doen, doch tot mijn verbazing zat ik reeds, voordat ik was gaan zitten. Ik schrok wakker. En de onderwijzer stond vlak voor mij, met een boos aardige grijns. Alle kinderen keken lachend naar mij. En hij zei: Een kwartier heb je ge slapen. Dat zijn vijftien mi nuten. Een kat heeft zestig ribben en beenderen. Zestig maal vijftien is negenhon derd. Schrijft negenhonderd maal de volzin: „ik ben een slaapkop". Morgenochtend klaar. En als je het waagt nog één oog dicht te doen, stuur ik je naar de bovenmeester. Laat mij rusten, be gon ik, doch ik hield bijtijds op. Want ik twijfelde plotseling aan het bestaan van het groene boekje. J. L. We hebben naar ik uit verschillende indicaties heb afgeleid, sedert korte of lange tijd weer een nieuwe spelling. Nu, het werd dan ook hoog tijd, want die an dere ging alweer een jaar of wat mee, en tenslotte heeft de mens behoefte aan en recht op een weinig afwisseling. Laat ik ronduit toegeven, dat het pro bleem voor mij overigens zuiver acade misch is: mijn fouten verbetert de zetter en een enkele maal zelfs de corrector. Maar de onderwijzers, dat besef ik terdege, zijn te beklagen en het meest nog de kin deren. Die kinderen hebben het toch al niet gemakkelijk met de taal. Ik heb dat pas weer eens meegemaakt, al had dat dan niets met de spelling te maken. In de trein die mij welwillend vervoerde zat namelijk een klein jongetje, met een stuk of wat ouders bij zich. Het kereltje had zo al het een en ander ondernomen, maar er mocht niet veel en daarom zat hij zich nu grim mig te vervelen. Toen schoot hem opeens iets te binnen, waarvan hij zichtbaar op bloeide. Hij sprak tot die ouders: „Als ik een leeuw was zal ik je opvreten". De vader was niet zozeer geschokt door de carnivoristische strekking van deze mededeling, als door de zonde tegen de taal. „Zou ik je opvreten", zei hij opvoedend. „Jij niet, ik", zei het jongetje, in zijn recht getast. Als ik een leeuw was, ZOU ik je opvre ten", verklaarde de vader. „Jij bent geen leeuw", zei het jongetje beducht. „Zeg nou: als ik een leeuw was, ZOU ik je opvreten", zei de vader. Het jongetje deed het maar. „Opeten", zei de moeder. „Watte?", vroeg het jongetje. „Opéten", zei de moeder, „zeg nou: als ik een leeuw was, zou ik je opeten". „Als ik een leeuw was zal ik je opeten", zei het jongetje. „ZOU ik je opvreten", zei de vader. „Opeten", zei de moeder. „Nou ja", zei de vader, „het gaat om z o u". „Het gaat om fatsoenlijke woorden", zei de moeder. „Dus hoe moet het nou?", sprak de vader opmonterend. „Zeg het nou eens helemaal goed", zei de moeder animerend. Maar het jongetje zweeg en staarde tobberig in de toekomst. Jac. van der Ster (ADVERTENTIE) G eopende- ii3o enrt-awr. Dinsd.lot iau sar Bij de behandeling van de kwestie Kasjmir heeft de Veiligheidsraad woens dag de Sovjet-amendementen op de vier mogendheden-resolutie (volgens welke de Zweed Jarring als bemiddelaar naar India en Pakistan zou worden gestuurd) met twee tegen één stem en acht onthoudingen verworpen. Daarop sprak de Sovjet-afge vaardigde Sobolev zijn veto uit over de resolutie, die door negen landen was goed gekeurd en waarbij Zweden zich van stemming had onthouden. De afgevaardig den van de V.S. en Groot-Brittannië had den tevoren felle kritiek op de Russische amendementen geleverd. Onmiddellijk na de stemming dienden de Verenigde Staten een nieuwe resolutie in, waarin Jarring wordt verzocht samen met de Indiase en Pakistaanse regering elk voorstel te onderzoeken, dat zijns in ziens kan bijdragen tot de oplossing van de kwestie-Kas j mir. Voordien had Sobolev verklaard dat de Sovjet-Unie de grondgedachte aanvaard de, dat Jarring met de twee regeringen in overleg zou treden voor een vreedzame oplossing van het probleem, maar dat nie mand kon geloven dat het gebruik van een legermacht een dergelijke oplossing zou brengen. Volgens de Amerikaanse resolutie, die ook mede door Australië, Cuba en Enge land werd ingediend zoals het geval was met de tevoren verworpen ontwerp-reso- lutie, zou Jarring voor zijn opdracht een bezoek moeten brengen aan India en Pa kistan en niet later dan 14 april verslag aan de raad moeten uitbrengen. De raad besloot vervolgens de vergade ring tot hedenavond te verdagen. De Russische afgevaardigde Sobolev ver klaarde nog, dat de nieuwe resolutie slechts een herhaling van de vorige was, die onaanvaardbaar was voor India. Hij zou genoopt zijn er tegen te stemmen. AMSTERDAM (Gemeentelijke Universi teit): Bevorderd tot arts: M. Rietveld en P. A. van Uchelen, beiden te Amsterdam. Arts examen le gedeelte: mejuffrouw C. E. Titu- laer en de heren Oe Po Liam, Tan Tjoh Liam, W. Büthker en P. L. M. Lichtveld, allen te Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5