Elk jaar een half miljard
schade door ongevallen
PINGPONG KOMEET
Weerzien met werk van Paul Klee
Zie Boven:
Demonstratie door leerlingen
van de Toneelschool
Bruno Walter
nam af scheid
m
Zorgeloosheid en „branie" zijn
de hoofdschuldigen
Antwoord op vragen in
de Tweede Kamer
WmÊÊm
De negen Muzen
WOENSDAG 27 FEBRUARI 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
11
*v
Tweede „Veiligheidsbeurs" geopend
Motie Heemskerk over
agrarische gronden
Nieuw voorstel voor een
schouwburg in Zwolle
BB'"" I 1
ö-®l
Museum Bredius heropend
Universitaire notariële
studie in voorstellen
samengevat
Ieder uur van de dag gebeuren er in ons
land tientallen ongelukken. Soms loopt het
nog goed af, maar meestal vloeit er bloed
by. Als het daarbij tenminste blyft, want
dat er zes tot tien doden per dag als slacht
offers van allerlei ongevallen buiten, en
binnenshuis vallen, is geen zeldzaamheid.
Enorm is ook de materiële schade. Des
kundigen hebben becijferd dat bedrjjfs- en
beroepsongevallen ieder jaar tweehonderd-
vyftig miljoen guldens kosten. De verkeers
onveiligheid levert ongeveer eenzelfde ver
liespost op. Dat is by elkaar een half mil
jard ,.dodc guldens" per jaar, waarbij dan
nog de schade van tienduizenden huis-,
tuin- en keukenongelukjes in de „particu
liere sector" - waarvan de omvang uiter
aard onberekenbaar is, opgeteld moet wor
den.
Dit astronomische bedrag doet de vraag
rijzen, of er wellicht iets niet in orde is
met de propaganda voor de veiligheid op
de weg en in de bedrijven. Deze propa
ganda wordt gevoerd door diverse particu
liere en semi-officiële instanties, waarvan
de zeer actieve Stichting Het Veiligheids
instituut een der belangrijkste is. Deze
houdt thans in haar gebouw aan de Hob-
bemastraat in Amsterdam opnieuw een
„veiligheidsbeurs", die de bezoekers een
overzicht biedt van vrijwel alle artikelen
en hulpmiddelen ter bescherming van de
arbeiders in industrie en landbouw. Op
deze beurs, die gisteren geopend is en tot
1 maart duurt, worden tevens twee studie
dagen voor veiligheidsexperts gehouden,
die onder meer van gedachten zullen wis
selen over de vraag, waarom de tot dusver
gevoerde acties zo weinig effect gesorteerd
hebben.
Men heeft namelijk geconstateerd dat
het aantal bedrijfsongevallen, ondanks de
intensieve voorlichting en de steeds betere
beschermende maatregelen in de diverse
industrieën, nog altijd toe- inplaats van
afneemt: een verschijnsel, dat zich zelfs
bij de technische opleidingen demonstreert.
Voor een deel is dit toe te schrijven aan
de steeds verdergaande mechanisatie, maar
toch niet geheel en al. De statistieken wij
zen bijvoorbeeld zonneklaar uit, dat de
mens viermaal vaker de oorzaak van een
bedrijfsongeval is dan de machine - en dan
vooral de mens-als-werknemer. Vele grote
en middelgrote industrieën omringen hun
personeel met de beste zorgen, maar als
dat personeel uit onwetendheid, zorgeloos
heid of „branie" de getroffen voorzorgen
veronachtzaamd, dan moeten ook de beste
beschermingsmaatregelen wel falen.
Nieuwe koers
Als deze menselijke tekortkoming inder
daad de hoofdoorzaak is van het gros der
bedrijfsongevallen - en men heeft sterk die
indruk - dan zal men het publiek dus op
een andere manier moeten trachten te
„pakken" dan tot dusver. Het Veiligheids
instituut heeft in dit opzicht al nieuwe
wegen ingeslagen door zijn medewerkers
er, méér dan in het verleden „op uit te
sturen" om de werkers in de fabrieken
met hun neus op de feiten te drukken.
Film- en voorlichtingsmiddagen in de be
drijven en demonstraties van veiligheids
hulpmiddelen in de praktijk vormen een
onderdeel van die nieuwe koers, die hier
en daar reeds resultaten begint op te leve
ren.
Gisteren en vandaag, op de „veiligheids-
dagen" in het instituut, zal ook de kwestie
van het onderwijs op de scholen ter sprake
komen. Een der moeilijkheden daarbij is,
dat men niet weet, welke richting de scho
lieren later zullen kiezen, zodat alleen een
compromis tussen algemene voorlichting en
specifiek veiligheidsonderwijs-naar bran
ches mogelijk ns. Ook hiervoor zal men
nieuwe en betere criteria trachten te vin
den.
Veiligheidsnicuwtjes
De tweede veiligheidsbeurs - de eerste
werd in 1955 bijwijze van proef gehouden
- geeft in vierhonderd vierkante meter
expositieruimte een beeld van vele honder
den veiligheidsartikelen voor allerlei soor
ten van arbeid, uiteenlopend van de inge
wikkeldste gasmeetapparaten tot aan het
simpelste oorknopje. Exposanten zijn de
fabrikanten en leveranciers van al die arti
kelen: mensen, die volgens hun voorman
nen „teveel met de ideëele kant van de
Staten aanvaarden haar voor
kennisgeving
In de dinsdag gehouden vergadering van
de Provinciale Staten van Noordholland
heeft de voorzitter, dr. M. J. Prinsen, mee
gedeeld, dat ingekomen was een motie van
de gemeenteraad van Heemskerk, inzake
de vervangende tuinbouwgronden. Daarin
wordt aandacht gevraagd voor het beschik
baar stellen van grond in het streekplan
IJmond-Noord en' voor het geven van
voorkeur aan grond in de IJselmeerpolder
voor te verdx-ijven agrariërs uit IJmond.
Ook was binnengekomen een adhesie
betuiging van de gemeenteraad van Velsen
over dit onderwerp.
Naar aanleiding van de motie merkte dé
voorzitter op, dat het streekplan in behan
deling is bij de Kroon. Er zijn o.a. door het
Landbouwschap voor Noordholland be
zwaren ingediend over de vervangende
gronden. In de Raad van State zal deze
aangelegenheid dus aan de orde komen.
Over het verkrijgen van prioriteit van
gronden in de IJselmeerpolder hebben Ge
deputeerde Staten pogingen in het werk
gesteld. Een definitieve beslissing is nog
niet bekend, maar Gedeputeerde Staten
zullen hun aandacht aan deze zaak blijven
besteden. Daarom stelde spreker de ver
gadering voor de motie voor kennisgeving
aan te nemen. Hiermee ging zij akkoord.
De voorzitter deelde mee, dat het voor
stel tot het verlenen van een bijdrage aan
de Stichting Rembrandtherdenking 1956 te
Amsterdam voor het oprichten van een
monument wordt aangehouden, omdat er
over de verwezenlijking der plannen, om
in Leiden een monument op te richten, on
zekerheid is ontstaan.
De overige punten van de agenda zullen
eerst in de commissies worden behandeld.
De vergadering werd verdaagd tot dinsdag
19 maart.
veiligheidsproblemen in aanraking komen
om alleen maar commercieel te denken."
Hoe dit ook zij, in elk geval zijn al hun
produkten deugdelijk gekeurd en beproefd
alvorens zij tot deze beurs zijn toegelaten.
En wie dus gasmaskers, slijpbrillen, alarm
installaties, bliksemafleiders of veiligheids-
kleding voor zijn bedrijf of beroep nodig
heeft, die kan er zeker van zijn, dat hij
hier geen kat in de zak koopt.
Onder de vele nieuwe aanwinsten op dit
gebied valt in de eerste plaats een revo
lutionair brandalarm op, dat uitgerust is
met een elektrisch oog als „verklikker". Dit
elektronische apparaat is zo gevoelig, dat
het al reageert op het vlammetje van een
lucifer.
Veel belangstelling trekken voorts de
„barrier creams", huidcrêmes van een zeer
bijzondere samenstelling, die gelaat en
handen van de gebruiker vrijwaren tegen
de inwerking van vuil, zuren en logen. Een
demonstrateur stak zijn met deze crème
ingewreven handen ten overstaan van de
griezelende bezoekers in een bak met sterk
zoutzuur, waarin tevens een stukje ijzer
was ondergedompeld. Het metaal loste
bruisend in het bijtende zuur op, de handen
van het slachtoffer echter kwamen er even
gaaf weer uit als ze erin gegaan waren!
Volgens de exposanten zijn deze bescher
mende crèmes ook voor mensen met een
overgevoelige huid volmaakt onschadelijk
en belemmeren zij ook de „huidadem
haling" niet.
Mobiele noodbakens
Ook voor de verkeersveiligheid is er in
teressant en belangrijk nieuws: opvouw
bare rubber driehoekjes van reflecterend
„scotchlite", die goede diensten kunnen
bewijzen wanneer een automobilist des
nachts op een onverlichte weg zonder par
keerruimte panne krijgt. Hij hoeft de plaats
van zijn gestrande voertuig dan slechts te
markeren met een paar van die „zelf-
oprichtende" mobiele noodbakens om bot
singen met mede-weggebruikers te vermij
den. Het rode scotchlite weerkaatst het
licht van naderende auto's en waarschuwt
de bestuurders dus tijdig en duidelijk: Pas
op - hier komt een obstakel! De rubber
driehoekjes worden bij zeven stuks tegelijk
in een plastic étui geleverd. Zij zijn licht
en gemakkelijk mee te nemen.
Tweemaal per dag worden ter beurze
„shows" gegeven met beschermende be
roepskleding voor allerlei branches, waar
bij vooral de in gealuminiseerd asbest ge
stoken brandbestrijder veel succes oogst.
Andere demonstraties met veiligheidsarti
kelen worden in een speciale ruimte ach
ter het beursgebouw gehouden, onder an
dere met de nieuwste typen schiethamers.
NEW YORK (UP) Met een concert in
Carnegie Hall in New York heeft dr. Bru
no Walter dinsdagavond afscheid genomen
van het openbare muziekleven. Hij diri
geerde het New York Philharmonic Or
chestra in een programma met werken
van Beethoven, waarbij Dame Myra Hess
soliste was in het Vierde Pianoconcert. De
zaal was geheel bezet. Onder de aanwe
zigen waren mevr. Eleanor Roosevelt en
de danseres Martha Graham. Het publiek
gaf de scheidende dirigent ovatie na ova
tie. Het programma bestond verder uit de
Ouverture Coriolanus en de zesde Symfo
nie. Na de pauze bood Dame Myra Hess
Bruno Walter namens het orkest een exem
plaar van de eerste uitgave van de „Pasto
rale" aan.
Bruno Walter gefotografeerd tijdens
een gastdirectie bij het Concertgebouw
Orkest in de Amsterdamse
Stadsschouwburg.
Bruno Walter werd in 1876 in Duits
land geboren. In 1893 werd hij dirigent
van de Opera in Keulen, in 1898 in Riga.
Van 1901 tot 1912 was hij dirigent van de
Weense Opera. Van 1913 tot 1922 dirigeer
de hij in München, van 1925 tot 1933 leidde
hij het Gewandhaus-Orkest in Leipzig. Na
het aan de macht komen van Hitier verliet
Walter Duitsland en dirigeerde overal in
de wereld, ondermeer in Londen (Covent
Garden), New York en Salzburg tot ook
Oostenrijk door de nazi's onder de voet
werd gelopen. In 1938 werd Walter tot
Frans staatsburger genationaliseerd, maar
in 1940 moest hij opnieuw uitwijken voor
de Duitse bezetter. Walter is van joodse
afkomst. In 1946 werd hij Amerikaan.
Bruno Walter kreeg vooral bekendheid
door zijn vertolkingen van het werk van
Mozart en Mahler. Met de laatste was hij
persoonlijk bevriend. Walter is drager van
het Legioen van Eer en Grootofficier in de
Orde van Oranje Nassau.
Toen de tentoonstelling van Paul Klee,
die tot 25 maart in het Stedelijk Museum
te Amsterdam wordt gehouden, werd aan
gekondigd, vroeg ik me even korzelig af:
waarom nu alweer! Het werk van Klee is,
evenals dat van Chagalt en Léger, na 1945
al een keer vertoond gèweest. en er is nog
zoveel dat we ons publiek hier nog gunnen,
al dénken sommige museumdirecties daar
blijkbaar anders over. Echter: er komt
steeds een nieuw publiek en ik moet toe
geven dat voor de eenmaal voor moderne
schilderkunst gewonnene een tiental jaren
wachten op belangrijke figuren als Klee
te veel is. Chagalt is altijd wel te leren
kennen in de collectie Regnault en wat
Léger betreft zou men het nog met repro-
dukties kunnen stellen, gezien diens harde
vormen en kleurgeving. Klée's werk, luttel
aanwezig in ons land, is uiterst gevoelig
in de behandeling van het materiaal en
moet men in origineel leren zien. Gaarne
wil ik bekennen dat het weerzien van
Klee's soms demonische uitingen me onge
meen pakte. Bijna al het werk van Klee
is zo intens beleefd, dat men het gevoel
heeft dat de tentoonstelling gerust kleiner
had kunnen zijn, daar we in één keer toch
nu niet alles kunnen zien. Aan de andere
kant kan de beschouwer er ook misschien
nooit genoeg van krijgen. Zo voelde ik dat
bij de tentoonstelling van tekeningen van
Rembrandt ook. Hier houdt echter het
vergelijken ook meteen weer op. Want
kwam mén gelukkig gemaakt thuis na het
bezoek aan die Rembrandt-tentoonstelling,
de gèvoelens die Klee's werk schenkén
zullen zeker van gemengde aard zijn. Van
een geluksgevoel zal misschien maar een
deel van het publiek kunnen spreken.
Persoonlijk vind ik veel van Klee's werk
nogal griezelig. Het begint al met de
vroegste zaken van Klee's hand, grafisch
werk, veelal vertellend van wonderlijke,
niet bepaald innemende figuren of situa
ties, zoals bijvoorbeeld twee naakte man
nen, die elkaar ontmoeten en in een hogere
positie vermoeden. Ngar mijn smaak is
een enkel ding wat betreft onderwerp niet
geheel vrij van obsceniteit. Vormgeving en
behandeling van het geval zijn echter
steeds schoon te noemen. Toch schenkt
zo'n produkt van Klee niet dat gevoel van
bevrijding, waartoe enkele kunstenaars in
staat waren bij het leggen van hun vinger
op wonde plekken in hét menselijk be
staan vroeger of nu.
Duidelijk in den beginne bij Klee is al
hoezeer hij inzag, dat de manier van doen
in het maken van een kunstwerk veel, zo
niet alles te zeggen kan hebben. Bij een
eenvoudig etsje naar een landschap no
teerde ik „spiritueel". Waarom eigenlijk,
vroeg ik me even af. En ik realiseerde
me dat het was om het handschrift, dat
als zodanig op me afkwam: een hand
schrift dat steeds weer terug komt be
halve in de schilderijen die mij ook min
der aantrokken.
Als men wil kan men Klee bij uitstek
een experimenteel noemen. Het expressio
nisme heeft hij meebeleefd. Van de meeste
richtingen is dan verder wel iets in zijn
werk te vinden, maar êen star aanhanger
werd hij nooit. Dat Klee zich niet in
Frankrijk ontwikkelde is wel te zien, maar
zo weinig als zijn werk gebonden is aan
bepaalde richtingen is het ook binnen be
paalde grenzen te denken, al heeft deze
Zwitser vooral in Duitsland gewerkt. Veel
al doet Klee's werk denken aan iets anders
dat er al was, dat ook wij wel mochten
ondervinden. Wanneer het hier en daar
aan kindertekeningen herinnert en wij om
kindertekeningen verheugd kunnen zijn,
zullen we direct erkennen dat in dergelijk
werk van Klee toch iets meer gebeurt,
duidelijk veel meer dan bijvoorbeeld bij
experimentelen van thans. Klee's invloed
is groot geweest en wij hebben zijn wijze
van uiten allang leren waarderen in het
werk van tekenaars van affiches of adver
tenties. Men kan zelfs zeggen dat Klee's
invloed reikt tot aan Saul Steinbergs car
toons.
Zoals hiervoor al werd geschreven trek
ken Klee's schilderijen in olieverf me min
der aan. Belette de afstand tussen de
schildersezel en de artiest in deze de in
tensiteit en directheid in realiseren van de
ideeën? Zeker is dat we hier Klee's schrif
tuur ontberen. Ook is de materie van de
olieverf minder willig dan die van inkt of
waterverf, waarmee Klee geraffineerd kan
werken.
Bob Buys
Ontslagen bij Nederlandse Opera
Op vragen van het Tweede Kamerlid de
heer Verhoeven over het aanhangig ge
maakte ontslag van een aantal solisten van
de Nederlandse Opera heeft de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen geantwoord, dat naar zijn mening het
tot de competentie van het bestuur van de
stichting „De Nederlandse Opera" behoort
om met (toekomstige) solisten over hun te
werkstelling en ontslag en over de voor
waarden, waaronder zulks plaats vindt,
te onderhandelen. De minister heeft daar
mede geen bemoeienis. Dit brengt met zich
mede, dat hij zich ervan onthoudt een oor
deel uit te spreken over het ter zake ge
voerde beleid.
Zowel het bestuur van de Nederlandse
Opera als de kunstenaars, die hun artis
tieke gaven in dienst van deze stichting
willen stellen, doen er goed aan om bij
het afsluiten van contacten, die zoveel mo
gelijk schriftelijk dienen te worden vast
gelegd, zich nauwkeurig rekenschap te
geven van de rechten, die zij verkrijgen,
en de verplichtingen, die zij aangaan op
het zo bijzondere terrein van de opera
kunst, zo deelt de minister tenslotte mede.
De vereniging de „Buitensociëteit" in
Zwolle heeft de gemeenteraad voorgesteld
een nieuwe schouwburg te bouwen in de
tuin van de huidige buitensociëteit aan de
Stationsweg. Het voorstel omvat een ge
bouw met plaatsruimte voor 625 personen,
waarvan de bouwkosten worden geraamd
op 1.300.000 gulden. Het is ingediend ter
vervanging van een reeds eerder door de
schouwburgcommissie ontworpen plan voor
de bouw van een nieuwe schouwburg in
het centrum van Zwolle. Hieraan waren
echter grote financiële bezwaren verbon
den. De gemeente Zwolle heeft bovendien
behoefte aan bioscoopruimte Deze moge
lijkheid wordt geschapen, aldus het adres
aan de raad, door de bouw van een
schouwburg in de tuin van de Buiten
sociëteit. De voordelen van dit plan zijn
volgens de adressanten verder, dat men de
bouwgrond ter beschikking heeft, en er
dus, in tegenstelling tot het eerste plan,
geen onteigenings- en schadevergoedings
kwesties zullen ontstaan.
Als wij omstreeks april
aan de oostelijke och
tendhemel een onge-
woon-heldere komeet te
zien krijgen van mis
schien wel de minus
derde grootte, dan zal
dat te danken zijn aan
de oplettendheid van de
Belgische tafeltennis
kampioen Georges Ro
land.
Roland is, in de tijd
dat hij niet pingpongt,
als rekenaar werkzaam
aan de sterrenwacht te
Ukkel (Brussel) en deed
in die functie de ontdek
king die zijn naam aan
de bedoelde komeet heeft
verbonden.
Hij ontdekte de ko
meet op een foto, die de
astronoom Arend, waar
nemer op dezelfde ster
renwacht, op S novem
ber j.l. had genomen van
de hemelstreek waarin
zich het sterrenbeeld de
Vissen bevindt.
Eén bepaald lichtplek-
je op die foto ontsnapte
aan Arends oog, echter
niet aan dat van de
(wakkere) Roland, die
het lichtspoortje identi
ficeerde als dat van een
komeet, en daarbij als
eerste „hé" moet heb
ben geroepen - of woor
den van gelijke strek
king.
En zo staat de komeet
(die momenteel op het
noordelijke halfrond nog
niet zichtbaar is) dan in
de astronomische anna
len te boek als de ko
meet van Arend-Roland.
Het belooft een kanjer
te worden - zoals u weet
wM iü
Schematische voorstel
ling van het tafereel dat
ons in april wacht, kort
voor zonsopkomst: de
komeet van Arend-Ro
land laag boven de hori
zon. De staart wijst in
een richting, tegenge
steld aan die waarin
zich de zon bevindt (die,
hoewel nog onder, op
deze foto zichtbaar is
gemaakt).
groeit een kometenstaart
naarmate de betrokken
komeet de zon nadert
en de betrokken komeet
nadert de zon.
Want het is de stra
lingsdruk van de zon die
aanleiding geeft tot de
staartvorming bij kome
ten en uiteraard wordt
die druk des te sterker
ondervonden naarmate
de komeet dichter bij de
zon komt. De staart, die
dan ook van de zon af
wijst, is het gevolg van
de desintegratie in de
komeetkop, veroorzaakt
door de zonnestraling.
Kometen beschrijven
in ons planetenstelsel
min of meer langgerekte
ellipsen, waarvan één
scherpe bocht betrekke
lijk dicht om de zon heen
loopt. Een ouderwetse
haarspeld geeft u een
aardig idee van de vorm
van een komeetbaan
dicht bij de zon.
De helderheid van he
mellichamen wordt te
genwoordig uitgedrukt
door een scala van ter
men waarin „de eerste
grootte" al lang niet
meer de grootste helder
heid aangeeft. Helderder
dan sterren van de eer
ste grootte zijn sterren
van de nulde grootte, en
wéér helderder zijn ster
ren van de min-eerste
grootte, enzovoort.
Van „Arend-Roland"
verwachten sommigen,
dat haar helderheid zal
toenemen tot die van de
klasse minus-drie; ande
ren denken dat zij het
niet verder dan tot de
klasse nul zal brengen -
het is met die dingen
nooit nauwkeurig te
voorspellen. G. v. W.
De grote politieke activiteit betref
fende de Golf van Akaba heeft Israel
kennelijk hel vertrouwen gegeven, dat
zijn recht op vrije vaart bij de UNO
zozeer wordt ingezien, dat er in de
toekomst beter de hancl aan zal worden
gehouden. Een bewijs daarvoor is, dat
de Israëliërs een handelsmissie naar
Centraal Afrika hebben gezonden voor
het aanknopen van economische be
trekkingen. De Israëliërs, die de strook
langs de Golf thans nog bezet houden,
hebben blijkens de foto onderaan ont
dekt, dat het een goed viswater is. De
bovenste foto toont de resten van de
Egyptische strijdkrachten, die hier, bij
Sjarm El Sjeik, een zware
nederlaag leden.
De Academie voor Dramatische Kunst
„De Toneelschool" in Amsterdam heeft
aan het einde van de vorige week voor de
leden van het Nederlands Toneelverbond
in het Grotiuslyceum in Den Haag een
demonstratie gegeven, of beter: men
mocht even kijken hoe de leerlingen van
de toneelschool in drie jaar worden ver
trouwd gemaakt met de grondbeginselen
van de toneelkunst. Waarom in Den Haag
en waarom voor het Nederlands Toneel
verbond? Men begrijpt de relatie als men
weet, dat de toneelschool in 1874 is voort
gekomen uit het Nederlands Toneelver
bond, dat onder meer met de bedoeling
een opleidingsinstituut te stichten voor ac
teurs in 1869 in het leven werd geroe
pen. En wat krijgt men op zo'n demon
stratie te zien? Precies wat men wil zien
als men zich voorstellingen, of zelfs alleen
maar momenten uit voorstellingen heel
goed herinnert, zo goed, dat men stukken
gaat zien om de belevenis en niet als tijd
verdrijf. Het is eigenlijk niet denkbaar,
dat men dan niet ook nieuwsgierig is naar
de middelen waarmee de toneelspeler iets
tot stand kan brengen, dat zich in de meest
volmaakte ogenblikken niet in een for
mule laat samenvatten. Welke zijn die
middelen en hoe wordt de acteur of de ac
trice er mee gevormd?
Geen van hen, die vrijdagavond de
demonstratie uit nieuwsgierigheid en be
langstelling hebben meegemaakt, zal daar
op een volledig antwoord kunnen geven.
Want uiteraard heeft men niet alles ge
zien. Er werd een vrij bondig schema ge
toond van de stof, die de leerlingen moe
ten doorlopen, beginnend bij de op het
eerste gezicht eenvoudigste lichaams
oefeningen, die men zich kan voorstellen
en eindigend in samenspel in een scène uit
een modern stuk. Leerlingen van de eerste
klas beginnen met lichaamsplastiek, een
ritmische en gezamenlijk langzaam op mu
ziek uitgevoerde opeenvolging van be
wegingen om het evenwicht te ontwik
kelen. Zij leren daarna verzen zeggen,
ieder woord, iedere letter moet helemaal
worden uil gesproken. Drie leerlingen ga
ven ter illustratie een voordracht van
„Een geestig lied" van Breroo, een sonnet
van Jacob Revius en een sonnet van P. C.
Hooft. Daarna volgden twee leerlingen van
de tweede klas met twee reien uit Vondels
„Lucifer" en „Noach". Twee derdeklassers
speelden vervolgens een scène uit „Adam
in ballingschap" waarbij een paar op el
kaar gestapelde stoelen als requisieten
dienden. Deze scène werd ingestudeerd
onder leiding van Louis Saalborn. Hier
dus het begin van toneel: houding, bewe
ging, gearticuleerd taalgebruik en ge
zichtsexpressie. Dit laatste kreeg een ac
cent in een monoloog uit „De Leeuwerik"
van Anouilh, voorgedragen door een leer
linge van de eerste klas en gerepeteerd on
der leiding van Johan Fiolet. Deze mono
loog werd gevolgd door een dialoog van
twee andere derdeklassers, een scène uit
Shakespeare's „De koopman van Venetië".
Drie tweedeklassers speelden daarna een
scène uit „Les précieuses ridicules" van
Molière, ingestudeerd onder leiding van
mevrouw Willy Haak van de Arnhemse
toneelgroep „Theater".
Na de pauze zag men een reeks elemen
taire oefeningen, bestaande uit korte ex
pressies in de reactie op een onverwacht
geluid. De heer W. Ph. Pos, directeur van
de Toneelschool, noemt dit de grammatica
van het toneelspelen. Een leerling zit in
een stil vertrek aan een tafel te lezen of te
schrijven. Hij is helemaal geconcentreerd
en hoort dan ineens iets, dat hem bang
maakt, prettig stemt of bevreemt. Hierop
bestaan uiteraard oneindig veel variaties,
waarvan men er enkele kreeg te zien. Er
wordt niets of nauwelijks bij gesproken.
De expressie moet dus de reactie, de han
deling aanduiden en vormgeven. Daarna
gaven twee tweedeklassers als contrast
een scène te zien uit „De vuurproef" van
Arthur Miller. De lezer, die dit stuk kent,
weet wat hier aan acteerkunst wordt ge
vergd. Deze scène werd ingestudeerd on
der leiding van Ben Groenier en men voel
de heel duidelijk de vaste hand van de
deskundige, maar men zag ook, dat het
hen niet gemakkelijk wordt gemaakt.
De demonstratie werd besloten met een
samenspel door alle leerlingen van de
derde klas, dus zij, die aan het examen
toe zijn. Zij speelden een scène uit „De
ideale echtgenoot" van Oscar Wilde. Echt
toneel nu, waarin men alle middelen her
kent, die later tot „maniertjes" kunnen
worden, maar die ook de grondslag kun
nen zijn van een kunst, die zich maar be
trekkelijk onder woorden laat brengen en
de toeschouwer onvergetelijke momenten
kan geven. Bij zo'n demonstratie is daar
van uiteraard nog geen sprake. Maar de
leerlingen hebben door hun geconcen
treerd werken een illusie gewekt.
Als onderdeel van de culturele uitwis
seling tusser! Nederland en België zullen
ongeveer 15 leerlingen van de studio van
het Nationaal Toneel in Antwerpen op
4, 5 en 6 april een bezoek brengen aan
de Academie voor dramatische kunst „De
Toneelschool" in Amsterdam. Een tegen
bezoek van de Amsterdamse van de Am
sterdamse toneelschool aan Antwerpen zal
eind april geschieden. Dê Antwerpse leer
lingen zullen lessen op de toneelschool
bijwonen, eén voorstelling van de Neder
landse Comedie bezoeken en enkele excur
sies maken. Zij zullen zaterdagmiddag 6
april in het Nieuwe de la Martheater een
voorstelling geven van „De boer die sterft"
van Karei van de Woestijne, bewerkt door
Herman Teirlinck.
De benedenverdieping van het Museum
Bredius in Den Haag, is maandagavond op
officiële wijze heropend. Er werden in de
afgelopen maanden tal van vernieuwingen
en verbeteringen aangebracht in dit mu
seum, dat een bijzonder fraaie collectie
van schilderwerken - in het bijzonder van
zeventiende-eeuwse meesters - huisvest.
HERSTEL OUDE KERK IN DEFT
In de historische Oude Kerk in Delft,
die een grondige restauratie ondergaat en
waarin vorige maand het door de gemeen
te geschonken bevrijdingsraam aan de
kerkvoogdij werd overgedragen, zullen op
nieuw drie door Joep Nicolaas gebrand
schilderde ramen worden aangebracht. Het
zijn drie ramen, die in opdracht van de
kerkvoogdij door de glazenier werden ver
vaardigd. Er werd maandag een begin ge
maakt met de plaatsing van de ramen. In
de ramen zijn tien gelijkenissen uit het
Nieuwe Testament uitgebeeld.
Gastdirectie De Nederlandse dirigent
Nico van der Linden heeft een uitnodiging
aanvaard in de maand augustus van dit
jaar een aantal concerten te dirigeren in
Baden Baden.
Memo Benassi. Memo Benassi, een
van de voornaamste Italiaanse toneelspe
lers, is in Bologna op 6'6-jarige leeftijd
overleden. Benassi werd op 22 december
tijdens de repetities voor Shakespeares
„King Lear" door een verlamming getrof-
gen, aldus UP.
Expositie In de n.v. Kunsthandel v.h.
Martinet en Michels in Amsterdam wordt
tot 21 maart een tentoonstelling van wer
ken door Kolthoff, Lammers, Michels, Van
der Spoel, Stekelenburg en Stellaart ge
houden.
Wagenspel. Evenals voorafgaande jaren
geschiedde zal er ook dit jaar op Koningin
nedag in Rotterdam een wagenspel worden
opgevoerd. De schrijfster Anna Blaman zal
een spel schrijven over het Oosterman-
oproer, dat tijdens het bewind van stad
houder Willem III voorviel.
Unesco-opdracht. De afdeling biblio
theekbeschrijving van de Unesco heef»,
dr. Jos. Smits van Waesberghe opgedragen
gedurende de komende vijf jaren een gede
tailleerde cataloogbeschrijving te publice
ren van alle in en buiten Europa bewaarde
handschriften, waarin verhandelingen
voorkomen over de muziektheorie in de
middeleeuwen.
Een op 18 december van het afgelopen
jaar geïnstalleerde commissie heeft de mi
nisters van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen en van Justitie voorstellen ge
daan omtrent een universitaire notariële
studie. De commissie is, met de ministers
van mening dat een beroep als dat van no
taris een wetenschappelijke opleiding ver
langt.
De voordelen van een universitaire op
leiding komen hierop neer, dat aan de uni
versiteit ten voordele van het Neder
landse rechtsleven en van het notariaat
een wetenschappelijke opleiding wordt ge
noten en dat door het verkeren in een uni
versitair milieu de persoonlijkheid in be
langrijke mate wordt gevormd. De duur
van de studie wordt dan gesteld op 5 jaar.
Ofschoon de normale studieduur dus
korter zal zijn dan de tijd die thans ge
woonlijk nodig is voor het verkrijgen van
het radicaal van kandidaat-notaris, zal dé
studie zeker niet eenvoudiger zijn dan dé
huidige. Het rapport stelt voor alleen dé
bezitters van een gymnasium-diploma tot
de examens in de nieuwe studie toe té
laten.
De commissie wijkt in het rapport af
van de suggestie van de ministers, de be
ginselen van de staathuishoudkunde voor
het kandidaatsexamen te vervangen door
de beginselen van publiekrecht.
De commissie meent, dat globaal ge
sproken voor het notarieel doctoraal
examen zal moeten worden geëist ken
nis van en inzicht in het privaatrecht met
de nadruk op die gedeelten welke voor
het notariaat in het bijzonder van belang
zijn; kennis van inhoud en structuur van
Nederlandse belasting-wetgeving mét
de nadruk op die gedeelten welke voor
het notariaat in het bijzonder van belang
zijn; kennis van de Nederlandse wetge
ving betreffende het notarisambt en enige
kennis betreffende de hypothecaire en
kadastrale boekhouding: kennis van en
inzicht in de beginselen van publiek
recht.
Door het met goed gevolg afleggen van
het notarieel doctoraal examen wordt de
hoedanigheid van meester in de rechten
verkregen, welke laatste in dit geval het
radicaal van kandidaat-notaris tot in
houd heeft, maar geen toegang geeft tof
de rechterlijke macht en de advocatuur,
evenmin als het gewone doctoraal examen
benoeming tot notaris mogelijk maakt.
Het rapport beveelt tenslotte een over
gangsregeling aan.