Elk jaar een half miljard schade door ongevallen PINGPONG KOMEET Weerzien met werk van Paul Klee Zie Boven: Demonstratie door leerlingen van de Toneelschool Bruno Walter nam af scheid m Zorgeloosheid en „branie" zijn de hoofdschuldigen Antwoord op vragen in de Tweede Kamer WmÊÊm De negen Muzen WOENSDAG 27 FEBRUARI 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 11 *v Tweede „Veiligheidsbeurs" geopend Motie Heemskerk over agrarische gronden Nieuw voorstel voor een schouwburg in Zwolle BB'"" I 1 ö-®l Museum Bredius heropend Universitaire notariële studie in voorstellen samengevat Ieder uur van de dag gebeuren er in ons land tientallen ongelukken. Soms loopt het nog goed af, maar meestal vloeit er bloed by. Als het daarbij tenminste blyft, want dat er zes tot tien doden per dag als slacht offers van allerlei ongevallen buiten, en binnenshuis vallen, is geen zeldzaamheid. Enorm is ook de materiële schade. Des kundigen hebben becijferd dat bedrjjfs- en beroepsongevallen ieder jaar tweehonderd- vyftig miljoen guldens kosten. De verkeers onveiligheid levert ongeveer eenzelfde ver liespost op. Dat is by elkaar een half mil jard ,.dodc guldens" per jaar, waarbij dan nog de schade van tienduizenden huis-, tuin- en keukenongelukjes in de „particu liere sector" - waarvan de omvang uiter aard onberekenbaar is, opgeteld moet wor den. Dit astronomische bedrag doet de vraag rijzen, of er wellicht iets niet in orde is met de propaganda voor de veiligheid op de weg en in de bedrijven. Deze propa ganda wordt gevoerd door diverse particu liere en semi-officiële instanties, waarvan de zeer actieve Stichting Het Veiligheids instituut een der belangrijkste is. Deze houdt thans in haar gebouw aan de Hob- bemastraat in Amsterdam opnieuw een „veiligheidsbeurs", die de bezoekers een overzicht biedt van vrijwel alle artikelen en hulpmiddelen ter bescherming van de arbeiders in industrie en landbouw. Op deze beurs, die gisteren geopend is en tot 1 maart duurt, worden tevens twee studie dagen voor veiligheidsexperts gehouden, die onder meer van gedachten zullen wis selen over de vraag, waarom de tot dusver gevoerde acties zo weinig effect gesorteerd hebben. Men heeft namelijk geconstateerd dat het aantal bedrijfsongevallen, ondanks de intensieve voorlichting en de steeds betere beschermende maatregelen in de diverse industrieën, nog altijd toe- inplaats van afneemt: een verschijnsel, dat zich zelfs bij de technische opleidingen demonstreert. Voor een deel is dit toe te schrijven aan de steeds verdergaande mechanisatie, maar toch niet geheel en al. De statistieken wij zen bijvoorbeeld zonneklaar uit, dat de mens viermaal vaker de oorzaak van een bedrijfsongeval is dan de machine - en dan vooral de mens-als-werknemer. Vele grote en middelgrote industrieën omringen hun personeel met de beste zorgen, maar als dat personeel uit onwetendheid, zorgeloos heid of „branie" de getroffen voorzorgen veronachtzaamd, dan moeten ook de beste beschermingsmaatregelen wel falen. Nieuwe koers Als deze menselijke tekortkoming inder daad de hoofdoorzaak is van het gros der bedrijfsongevallen - en men heeft sterk die indruk - dan zal men het publiek dus op een andere manier moeten trachten te „pakken" dan tot dusver. Het Veiligheids instituut heeft in dit opzicht al nieuwe wegen ingeslagen door zijn medewerkers er, méér dan in het verleden „op uit te sturen" om de werkers in de fabrieken met hun neus op de feiten te drukken. Film- en voorlichtingsmiddagen in de be drijven en demonstraties van veiligheids hulpmiddelen in de praktijk vormen een onderdeel van die nieuwe koers, die hier en daar reeds resultaten begint op te leve ren. Gisteren en vandaag, op de „veiligheids- dagen" in het instituut, zal ook de kwestie van het onderwijs op de scholen ter sprake komen. Een der moeilijkheden daarbij is, dat men niet weet, welke richting de scho lieren later zullen kiezen, zodat alleen een compromis tussen algemene voorlichting en specifiek veiligheidsonderwijs-naar bran ches mogelijk ns. Ook hiervoor zal men nieuwe en betere criteria trachten te vin den. Veiligheidsnicuwtjes De tweede veiligheidsbeurs - de eerste werd in 1955 bijwijze van proef gehouden - geeft in vierhonderd vierkante meter expositieruimte een beeld van vele honder den veiligheidsartikelen voor allerlei soor ten van arbeid, uiteenlopend van de inge wikkeldste gasmeetapparaten tot aan het simpelste oorknopje. Exposanten zijn de fabrikanten en leveranciers van al die arti kelen: mensen, die volgens hun voorman nen „teveel met de ideëele kant van de Staten aanvaarden haar voor kennisgeving In de dinsdag gehouden vergadering van de Provinciale Staten van Noordholland heeft de voorzitter, dr. M. J. Prinsen, mee gedeeld, dat ingekomen was een motie van de gemeenteraad van Heemskerk, inzake de vervangende tuinbouwgronden. Daarin wordt aandacht gevraagd voor het beschik baar stellen van grond in het streekplan IJmond-Noord en' voor het geven van voorkeur aan grond in de IJselmeerpolder voor te verdx-ijven agrariërs uit IJmond. Ook was binnengekomen een adhesie betuiging van de gemeenteraad van Velsen over dit onderwerp. Naar aanleiding van de motie merkte dé voorzitter op, dat het streekplan in behan deling is bij de Kroon. Er zijn o.a. door het Landbouwschap voor Noordholland be zwaren ingediend over de vervangende gronden. In de Raad van State zal deze aangelegenheid dus aan de orde komen. Over het verkrijgen van prioriteit van gronden in de IJselmeerpolder hebben Ge deputeerde Staten pogingen in het werk gesteld. Een definitieve beslissing is nog niet bekend, maar Gedeputeerde Staten zullen hun aandacht aan deze zaak blijven besteden. Daarom stelde spreker de ver gadering voor de motie voor kennisgeving aan te nemen. Hiermee ging zij akkoord. De voorzitter deelde mee, dat het voor stel tot het verlenen van een bijdrage aan de Stichting Rembrandtherdenking 1956 te Amsterdam voor het oprichten van een monument wordt aangehouden, omdat er over de verwezenlijking der plannen, om in Leiden een monument op te richten, on zekerheid is ontstaan. De overige punten van de agenda zullen eerst in de commissies worden behandeld. De vergadering werd verdaagd tot dinsdag 19 maart. veiligheidsproblemen in aanraking komen om alleen maar commercieel te denken." Hoe dit ook zij, in elk geval zijn al hun produkten deugdelijk gekeurd en beproefd alvorens zij tot deze beurs zijn toegelaten. En wie dus gasmaskers, slijpbrillen, alarm installaties, bliksemafleiders of veiligheids- kleding voor zijn bedrijf of beroep nodig heeft, die kan er zeker van zijn, dat hij hier geen kat in de zak koopt. Onder de vele nieuwe aanwinsten op dit gebied valt in de eerste plaats een revo lutionair brandalarm op, dat uitgerust is met een elektrisch oog als „verklikker". Dit elektronische apparaat is zo gevoelig, dat het al reageert op het vlammetje van een lucifer. Veel belangstelling trekken voorts de „barrier creams", huidcrêmes van een zeer bijzondere samenstelling, die gelaat en handen van de gebruiker vrijwaren tegen de inwerking van vuil, zuren en logen. Een demonstrateur stak zijn met deze crème ingewreven handen ten overstaan van de griezelende bezoekers in een bak met sterk zoutzuur, waarin tevens een stukje ijzer was ondergedompeld. Het metaal loste bruisend in het bijtende zuur op, de handen van het slachtoffer echter kwamen er even gaaf weer uit als ze erin gegaan waren! Volgens de exposanten zijn deze bescher mende crèmes ook voor mensen met een overgevoelige huid volmaakt onschadelijk en belemmeren zij ook de „huidadem haling" niet. Mobiele noodbakens Ook voor de verkeersveiligheid is er in teressant en belangrijk nieuws: opvouw bare rubber driehoekjes van reflecterend „scotchlite", die goede diensten kunnen bewijzen wanneer een automobilist des nachts op een onverlichte weg zonder par keerruimte panne krijgt. Hij hoeft de plaats van zijn gestrande voertuig dan slechts te markeren met een paar van die „zelf- oprichtende" mobiele noodbakens om bot singen met mede-weggebruikers te vermij den. Het rode scotchlite weerkaatst het licht van naderende auto's en waarschuwt de bestuurders dus tijdig en duidelijk: Pas op - hier komt een obstakel! De rubber driehoekjes worden bij zeven stuks tegelijk in een plastic étui geleverd. Zij zijn licht en gemakkelijk mee te nemen. Tweemaal per dag worden ter beurze „shows" gegeven met beschermende be roepskleding voor allerlei branches, waar bij vooral de in gealuminiseerd asbest ge stoken brandbestrijder veel succes oogst. Andere demonstraties met veiligheidsarti kelen worden in een speciale ruimte ach ter het beursgebouw gehouden, onder an dere met de nieuwste typen schiethamers. NEW YORK (UP) Met een concert in Carnegie Hall in New York heeft dr. Bru no Walter dinsdagavond afscheid genomen van het openbare muziekleven. Hij diri geerde het New York Philharmonic Or chestra in een programma met werken van Beethoven, waarbij Dame Myra Hess soliste was in het Vierde Pianoconcert. De zaal was geheel bezet. Onder de aanwe zigen waren mevr. Eleanor Roosevelt en de danseres Martha Graham. Het publiek gaf de scheidende dirigent ovatie na ova tie. Het programma bestond verder uit de Ouverture Coriolanus en de zesde Symfo nie. Na de pauze bood Dame Myra Hess Bruno Walter namens het orkest een exem plaar van de eerste uitgave van de „Pasto rale" aan. Bruno Walter gefotografeerd tijdens een gastdirectie bij het Concertgebouw Orkest in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Bruno Walter werd in 1876 in Duits land geboren. In 1893 werd hij dirigent van de Opera in Keulen, in 1898 in Riga. Van 1901 tot 1912 was hij dirigent van de Weense Opera. Van 1913 tot 1922 dirigeer de hij in München, van 1925 tot 1933 leidde hij het Gewandhaus-Orkest in Leipzig. Na het aan de macht komen van Hitier verliet Walter Duitsland en dirigeerde overal in de wereld, ondermeer in Londen (Covent Garden), New York en Salzburg tot ook Oostenrijk door de nazi's onder de voet werd gelopen. In 1938 werd Walter tot Frans staatsburger genationaliseerd, maar in 1940 moest hij opnieuw uitwijken voor de Duitse bezetter. Walter is van joodse afkomst. In 1946 werd hij Amerikaan. Bruno Walter kreeg vooral bekendheid door zijn vertolkingen van het werk van Mozart en Mahler. Met de laatste was hij persoonlijk bevriend. Walter is drager van het Legioen van Eer en Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau. Toen de tentoonstelling van Paul Klee, die tot 25 maart in het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt gehouden, werd aan gekondigd, vroeg ik me even korzelig af: waarom nu alweer! Het werk van Klee is, evenals dat van Chagalt en Léger, na 1945 al een keer vertoond gèweest. en er is nog zoveel dat we ons publiek hier nog gunnen, al dénken sommige museumdirecties daar blijkbaar anders over. Echter: er komt steeds een nieuw publiek en ik moet toe geven dat voor de eenmaal voor moderne schilderkunst gewonnene een tiental jaren wachten op belangrijke figuren als Klee te veel is. Chagalt is altijd wel te leren kennen in de collectie Regnault en wat Léger betreft zou men het nog met repro- dukties kunnen stellen, gezien diens harde vormen en kleurgeving. Klée's werk, luttel aanwezig in ons land, is uiterst gevoelig in de behandeling van het materiaal en moet men in origineel leren zien. Gaarne wil ik bekennen dat het weerzien van Klee's soms demonische uitingen me onge meen pakte. Bijna al het werk van Klee is zo intens beleefd, dat men het gevoel heeft dat de tentoonstelling gerust kleiner had kunnen zijn, daar we in één keer toch nu niet alles kunnen zien. Aan de andere kant kan de beschouwer er ook misschien nooit genoeg van krijgen. Zo voelde ik dat bij de tentoonstelling van tekeningen van Rembrandt ook. Hier houdt echter het vergelijken ook meteen weer op. Want kwam mén gelukkig gemaakt thuis na het bezoek aan die Rembrandt-tentoonstelling, de gèvoelens die Klee's werk schenkén zullen zeker van gemengde aard zijn. Van een geluksgevoel zal misschien maar een deel van het publiek kunnen spreken. Persoonlijk vind ik veel van Klee's werk nogal griezelig. Het begint al met de vroegste zaken van Klee's hand, grafisch werk, veelal vertellend van wonderlijke, niet bepaald innemende figuren of situa ties, zoals bijvoorbeeld twee naakte man nen, die elkaar ontmoeten en in een hogere positie vermoeden. Ngar mijn smaak is een enkel ding wat betreft onderwerp niet geheel vrij van obsceniteit. Vormgeving en behandeling van het geval zijn echter steeds schoon te noemen. Toch schenkt zo'n produkt van Klee niet dat gevoel van bevrijding, waartoe enkele kunstenaars in staat waren bij het leggen van hun vinger op wonde plekken in hét menselijk be staan vroeger of nu. Duidelijk in den beginne bij Klee is al hoezeer hij inzag, dat de manier van doen in het maken van een kunstwerk veel, zo niet alles te zeggen kan hebben. Bij een eenvoudig etsje naar een landschap no teerde ik „spiritueel". Waarom eigenlijk, vroeg ik me even af. En ik realiseerde me dat het was om het handschrift, dat als zodanig op me afkwam: een hand schrift dat steeds weer terug komt be halve in de schilderijen die mij ook min der aantrokken. Als men wil kan men Klee bij uitstek een experimenteel noemen. Het expressio nisme heeft hij meebeleefd. Van de meeste richtingen is dan verder wel iets in zijn werk te vinden, maar êen star aanhanger werd hij nooit. Dat Klee zich niet in Frankrijk ontwikkelde is wel te zien, maar zo weinig als zijn werk gebonden is aan bepaalde richtingen is het ook binnen be paalde grenzen te denken, al heeft deze Zwitser vooral in Duitsland gewerkt. Veel al doet Klee's werk denken aan iets anders dat er al was, dat ook wij wel mochten ondervinden. Wanneer het hier en daar aan kindertekeningen herinnert en wij om kindertekeningen verheugd kunnen zijn, zullen we direct erkennen dat in dergelijk werk van Klee toch iets meer gebeurt, duidelijk veel meer dan bijvoorbeeld bij experimentelen van thans. Klee's invloed is groot geweest en wij hebben zijn wijze van uiten allang leren waarderen in het werk van tekenaars van affiches of adver tenties. Men kan zelfs zeggen dat Klee's invloed reikt tot aan Saul Steinbergs car toons. Zoals hiervoor al werd geschreven trek ken Klee's schilderijen in olieverf me min der aan. Belette de afstand tussen de schildersezel en de artiest in deze de in tensiteit en directheid in realiseren van de ideeën? Zeker is dat we hier Klee's schrif tuur ontberen. Ook is de materie van de olieverf minder willig dan die van inkt of waterverf, waarmee Klee geraffineerd kan werken. Bob Buys Ontslagen bij Nederlandse Opera Op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Verhoeven over het aanhangig ge maakte ontslag van een aantal solisten van de Nederlandse Opera heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen geantwoord, dat naar zijn mening het tot de competentie van het bestuur van de stichting „De Nederlandse Opera" behoort om met (toekomstige) solisten over hun te werkstelling en ontslag en over de voor waarden, waaronder zulks plaats vindt, te onderhandelen. De minister heeft daar mede geen bemoeienis. Dit brengt met zich mede, dat hij zich ervan onthoudt een oor deel uit te spreken over het ter zake ge voerde beleid. Zowel het bestuur van de Nederlandse Opera als de kunstenaars, die hun artis tieke gaven in dienst van deze stichting willen stellen, doen er goed aan om bij het afsluiten van contacten, die zoveel mo gelijk schriftelijk dienen te worden vast gelegd, zich nauwkeurig rekenschap te geven van de rechten, die zij verkrijgen, en de verplichtingen, die zij aangaan op het zo bijzondere terrein van de opera kunst, zo deelt de minister tenslotte mede. De vereniging de „Buitensociëteit" in Zwolle heeft de gemeenteraad voorgesteld een nieuwe schouwburg te bouwen in de tuin van de huidige buitensociëteit aan de Stationsweg. Het voorstel omvat een ge bouw met plaatsruimte voor 625 personen, waarvan de bouwkosten worden geraamd op 1.300.000 gulden. Het is ingediend ter vervanging van een reeds eerder door de schouwburgcommissie ontworpen plan voor de bouw van een nieuwe schouwburg in het centrum van Zwolle. Hieraan waren echter grote financiële bezwaren verbon den. De gemeente Zwolle heeft bovendien behoefte aan bioscoopruimte Deze moge lijkheid wordt geschapen, aldus het adres aan de raad, door de bouw van een schouwburg in de tuin van de Buiten sociëteit. De voordelen van dit plan zijn volgens de adressanten verder, dat men de bouwgrond ter beschikking heeft, en er dus, in tegenstelling tot het eerste plan, geen onteigenings- en schadevergoedings kwesties zullen ontstaan. Als wij omstreeks april aan de oostelijke och tendhemel een onge- woon-heldere komeet te zien krijgen van mis schien wel de minus derde grootte, dan zal dat te danken zijn aan de oplettendheid van de Belgische tafeltennis kampioen Georges Ro land. Roland is, in de tijd dat hij niet pingpongt, als rekenaar werkzaam aan de sterrenwacht te Ukkel (Brussel) en deed in die functie de ontdek king die zijn naam aan de bedoelde komeet heeft verbonden. Hij ontdekte de ko meet op een foto, die de astronoom Arend, waar nemer op dezelfde ster renwacht, op S novem ber j.l. had genomen van de hemelstreek waarin zich het sterrenbeeld de Vissen bevindt. Eén bepaald lichtplek- je op die foto ontsnapte aan Arends oog, echter niet aan dat van de (wakkere) Roland, die het lichtspoortje identi ficeerde als dat van een komeet, en daarbij als eerste „hé" moet heb ben geroepen - of woor den van gelijke strek king. En zo staat de komeet (die momenteel op het noordelijke halfrond nog niet zichtbaar is) dan in de astronomische anna len te boek als de ko meet van Arend-Roland. Het belooft een kanjer te worden - zoals u weet wM iü Schematische voorstel ling van het tafereel dat ons in april wacht, kort voor zonsopkomst: de komeet van Arend-Ro land laag boven de hori zon. De staart wijst in een richting, tegenge steld aan die waarin zich de zon bevindt (die, hoewel nog onder, op deze foto zichtbaar is gemaakt). groeit een kometenstaart naarmate de betrokken komeet de zon nadert en de betrokken komeet nadert de zon. Want het is de stra lingsdruk van de zon die aanleiding geeft tot de staartvorming bij kome ten en uiteraard wordt die druk des te sterker ondervonden naarmate de komeet dichter bij de zon komt. De staart, die dan ook van de zon af wijst, is het gevolg van de desintegratie in de komeetkop, veroorzaakt door de zonnestraling. Kometen beschrijven in ons planetenstelsel min of meer langgerekte ellipsen, waarvan één scherpe bocht betrekke lijk dicht om de zon heen loopt. Een ouderwetse haarspeld geeft u een aardig idee van de vorm van een komeetbaan dicht bij de zon. De helderheid van he mellichamen wordt te genwoordig uitgedrukt door een scala van ter men waarin „de eerste grootte" al lang niet meer de grootste helder heid aangeeft. Helderder dan sterren van de eer ste grootte zijn sterren van de nulde grootte, en wéér helderder zijn ster ren van de min-eerste grootte, enzovoort. Van „Arend-Roland" verwachten sommigen, dat haar helderheid zal toenemen tot die van de klasse minus-drie; ande ren denken dat zij het niet verder dan tot de klasse nul zal brengen - het is met die dingen nooit nauwkeurig te voorspellen. G. v. W. De grote politieke activiteit betref fende de Golf van Akaba heeft Israel kennelijk hel vertrouwen gegeven, dat zijn recht op vrije vaart bij de UNO zozeer wordt ingezien, dat er in de toekomst beter de hancl aan zal worden gehouden. Een bewijs daarvoor is, dat de Israëliërs een handelsmissie naar Centraal Afrika hebben gezonden voor het aanknopen van economische be trekkingen. De Israëliërs, die de strook langs de Golf thans nog bezet houden, hebben blijkens de foto onderaan ont dekt, dat het een goed viswater is. De bovenste foto toont de resten van de Egyptische strijdkrachten, die hier, bij Sjarm El Sjeik, een zware nederlaag leden. De Academie voor Dramatische Kunst „De Toneelschool" in Amsterdam heeft aan het einde van de vorige week voor de leden van het Nederlands Toneelverbond in het Grotiuslyceum in Den Haag een demonstratie gegeven, of beter: men mocht even kijken hoe de leerlingen van de toneelschool in drie jaar worden ver trouwd gemaakt met de grondbeginselen van de toneelkunst. Waarom in Den Haag en waarom voor het Nederlands Toneel verbond? Men begrijpt de relatie als men weet, dat de toneelschool in 1874 is voort gekomen uit het Nederlands Toneelver bond, dat onder meer met de bedoeling een opleidingsinstituut te stichten voor ac teurs in 1869 in het leven werd geroe pen. En wat krijgt men op zo'n demon stratie te zien? Precies wat men wil zien als men zich voorstellingen, of zelfs alleen maar momenten uit voorstellingen heel goed herinnert, zo goed, dat men stukken gaat zien om de belevenis en niet als tijd verdrijf. Het is eigenlijk niet denkbaar, dat men dan niet ook nieuwsgierig is naar de middelen waarmee de toneelspeler iets tot stand kan brengen, dat zich in de meest volmaakte ogenblikken niet in een for mule laat samenvatten. Welke zijn die middelen en hoe wordt de acteur of de ac trice er mee gevormd? Geen van hen, die vrijdagavond de demonstratie uit nieuwsgierigheid en be langstelling hebben meegemaakt, zal daar op een volledig antwoord kunnen geven. Want uiteraard heeft men niet alles ge zien. Er werd een vrij bondig schema ge toond van de stof, die de leerlingen moe ten doorlopen, beginnend bij de op het eerste gezicht eenvoudigste lichaams oefeningen, die men zich kan voorstellen en eindigend in samenspel in een scène uit een modern stuk. Leerlingen van de eerste klas beginnen met lichaamsplastiek, een ritmische en gezamenlijk langzaam op mu ziek uitgevoerde opeenvolging van be wegingen om het evenwicht te ontwik kelen. Zij leren daarna verzen zeggen, ieder woord, iedere letter moet helemaal worden uil gesproken. Drie leerlingen ga ven ter illustratie een voordracht van „Een geestig lied" van Breroo, een sonnet van Jacob Revius en een sonnet van P. C. Hooft. Daarna volgden twee leerlingen van de tweede klas met twee reien uit Vondels „Lucifer" en „Noach". Twee derdeklassers speelden vervolgens een scène uit „Adam in ballingschap" waarbij een paar op el kaar gestapelde stoelen als requisieten dienden. Deze scène werd ingestudeerd onder leiding van Louis Saalborn. Hier dus het begin van toneel: houding, bewe ging, gearticuleerd taalgebruik en ge zichtsexpressie. Dit laatste kreeg een ac cent in een monoloog uit „De Leeuwerik" van Anouilh, voorgedragen door een leer linge van de eerste klas en gerepeteerd on der leiding van Johan Fiolet. Deze mono loog werd gevolgd door een dialoog van twee andere derdeklassers, een scène uit Shakespeare's „De koopman van Venetië". Drie tweedeklassers speelden daarna een scène uit „Les précieuses ridicules" van Molière, ingestudeerd onder leiding van mevrouw Willy Haak van de Arnhemse toneelgroep „Theater". Na de pauze zag men een reeks elemen taire oefeningen, bestaande uit korte ex pressies in de reactie op een onverwacht geluid. De heer W. Ph. Pos, directeur van de Toneelschool, noemt dit de grammatica van het toneelspelen. Een leerling zit in een stil vertrek aan een tafel te lezen of te schrijven. Hij is helemaal geconcentreerd en hoort dan ineens iets, dat hem bang maakt, prettig stemt of bevreemt. Hierop bestaan uiteraard oneindig veel variaties, waarvan men er enkele kreeg te zien. Er wordt niets of nauwelijks bij gesproken. De expressie moet dus de reactie, de han deling aanduiden en vormgeven. Daarna gaven twee tweedeklassers als contrast een scène te zien uit „De vuurproef" van Arthur Miller. De lezer, die dit stuk kent, weet wat hier aan acteerkunst wordt ge vergd. Deze scène werd ingestudeerd on der leiding van Ben Groenier en men voel de heel duidelijk de vaste hand van de deskundige, maar men zag ook, dat het hen niet gemakkelijk wordt gemaakt. De demonstratie werd besloten met een samenspel door alle leerlingen van de derde klas, dus zij, die aan het examen toe zijn. Zij speelden een scène uit „De ideale echtgenoot" van Oscar Wilde. Echt toneel nu, waarin men alle middelen her kent, die later tot „maniertjes" kunnen worden, maar die ook de grondslag kun nen zijn van een kunst, die zich maar be trekkelijk onder woorden laat brengen en de toeschouwer onvergetelijke momenten kan geven. Bij zo'n demonstratie is daar van uiteraard nog geen sprake. Maar de leerlingen hebben door hun geconcen treerd werken een illusie gewekt. Als onderdeel van de culturele uitwis seling tusser! Nederland en België zullen ongeveer 15 leerlingen van de studio van het Nationaal Toneel in Antwerpen op 4, 5 en 6 april een bezoek brengen aan de Academie voor dramatische kunst „De Toneelschool" in Amsterdam. Een tegen bezoek van de Amsterdamse van de Am sterdamse toneelschool aan Antwerpen zal eind april geschieden. Dê Antwerpse leer lingen zullen lessen op de toneelschool bijwonen, eén voorstelling van de Neder landse Comedie bezoeken en enkele excur sies maken. Zij zullen zaterdagmiddag 6 april in het Nieuwe de la Martheater een voorstelling geven van „De boer die sterft" van Karei van de Woestijne, bewerkt door Herman Teirlinck. De benedenverdieping van het Museum Bredius in Den Haag, is maandagavond op officiële wijze heropend. Er werden in de afgelopen maanden tal van vernieuwingen en verbeteringen aangebracht in dit mu seum, dat een bijzonder fraaie collectie van schilderwerken - in het bijzonder van zeventiende-eeuwse meesters - huisvest. HERSTEL OUDE KERK IN DEFT In de historische Oude Kerk in Delft, die een grondige restauratie ondergaat en waarin vorige maand het door de gemeen te geschonken bevrijdingsraam aan de kerkvoogdij werd overgedragen, zullen op nieuw drie door Joep Nicolaas gebrand schilderde ramen worden aangebracht. Het zijn drie ramen, die in opdracht van de kerkvoogdij door de glazenier werden ver vaardigd. Er werd maandag een begin ge maakt met de plaatsing van de ramen. In de ramen zijn tien gelijkenissen uit het Nieuwe Testament uitgebeeld. Gastdirectie De Nederlandse dirigent Nico van der Linden heeft een uitnodiging aanvaard in de maand augustus van dit jaar een aantal concerten te dirigeren in Baden Baden. Memo Benassi. Memo Benassi, een van de voornaamste Italiaanse toneelspe lers, is in Bologna op 6'6-jarige leeftijd overleden. Benassi werd op 22 december tijdens de repetities voor Shakespeares „King Lear" door een verlamming getrof- gen, aldus UP. Expositie In de n.v. Kunsthandel v.h. Martinet en Michels in Amsterdam wordt tot 21 maart een tentoonstelling van wer ken door Kolthoff, Lammers, Michels, Van der Spoel, Stekelenburg en Stellaart ge houden. Wagenspel. Evenals voorafgaande jaren geschiedde zal er ook dit jaar op Koningin nedag in Rotterdam een wagenspel worden opgevoerd. De schrijfster Anna Blaman zal een spel schrijven over het Oosterman- oproer, dat tijdens het bewind van stad houder Willem III voorviel. Unesco-opdracht. De afdeling biblio theekbeschrijving van de Unesco heef», dr. Jos. Smits van Waesberghe opgedragen gedurende de komende vijf jaren een gede tailleerde cataloogbeschrijving te publice ren van alle in en buiten Europa bewaarde handschriften, waarin verhandelingen voorkomen over de muziektheorie in de middeleeuwen. Een op 18 december van het afgelopen jaar geïnstalleerde commissie heeft de mi nisters van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen en van Justitie voorstellen ge daan omtrent een universitaire notariële studie. De commissie is, met de ministers van mening dat een beroep als dat van no taris een wetenschappelijke opleiding ver langt. De voordelen van een universitaire op leiding komen hierop neer, dat aan de uni versiteit ten voordele van het Neder landse rechtsleven en van het notariaat een wetenschappelijke opleiding wordt ge noten en dat door het verkeren in een uni versitair milieu de persoonlijkheid in be langrijke mate wordt gevormd. De duur van de studie wordt dan gesteld op 5 jaar. Ofschoon de normale studieduur dus korter zal zijn dan de tijd die thans ge woonlijk nodig is voor het verkrijgen van het radicaal van kandidaat-notaris, zal dé studie zeker niet eenvoudiger zijn dan dé huidige. Het rapport stelt voor alleen dé bezitters van een gymnasium-diploma tot de examens in de nieuwe studie toe té laten. De commissie wijkt in het rapport af van de suggestie van de ministers, de be ginselen van de staathuishoudkunde voor het kandidaatsexamen te vervangen door de beginselen van publiekrecht. De commissie meent, dat globaal ge sproken voor het notarieel doctoraal examen zal moeten worden geëist ken nis van en inzicht in het privaatrecht met de nadruk op die gedeelten welke voor het notariaat in het bijzonder van belang zijn; kennis van inhoud en structuur van Nederlandse belasting-wetgeving mét de nadruk op die gedeelten welke voor het notariaat in het bijzonder van belang zijn; kennis van de Nederlandse wetge ving betreffende het notarisambt en enige kennis betreffende de hypothecaire en kadastrale boekhouding: kennis van en inzicht in de beginselen van publiek recht. Door het met goed gevolg afleggen van het notarieel doctoraal examen wordt de hoedanigheid van meester in de rechten verkregen, welke laatste in dit geval het radicaal van kandidaat-notaris tot in houd heeft, maar geen toegang geeft tof de rechterlijke macht en de advocatuur, evenmin als het gewone doctoraal examen benoeming tot notaris mogelijk maakt. Het rapport beveelt tenslotte een over gangsregeling aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7