Vele Haarlemse industrieën floreren dank zij afvalmaterialen Samenwerking van twee Haarlemse koninklijke mannenkoren Ministerie Maatschappelijk Werk treedt stimulerend op Oud-metaalhandel vooral na oorlog tot grote bloei gekomen In Noordholland vragen vele taken de aandacht DINSDAG 5 MAART 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT BERGEN SCHROOT LANGS HET SPAARNE Hoogovens Landsbelang Nadelig Wachtverbod alléén voor Prinsenhof Matthaus Passion van Kühnhausen in Bennebroek Kruidenier gaf lakens aan klanten cadeau Zilveren jubileum A. J. de Brie Lastige jongen geslagen Tienjarig bestaan NVA Simon Garmiggelt spreekt in Kennemer Lyceum Bloembollenexportbedrijf kreeg hoge boete Beheerder van filiaal had geen vergunningen P. H. Borghouts jubileert als makelaar o In de omgeving van de Haarlemse scheepswerven en machinefabrieken, tussen walmende fabrieksschoorstenen, jachtende arbeiders en dreunstampende motoren, liggen her en der hoogopgetaste stapels halfverroest ijzer. Overal langs de oevers van het Spaarne, waar het industriehart van de Bavo-stad klopt, kan men deze bergen, ogenschijnlijk onbruikbaar, afvalmateriaal aanschouwen. Deze partijen metaal zijn voor de handelaars in oude materialen en afvalstoffen echter goud waard. Zonder deze afvalprodukten zouden vele fabrieken hun poorten wel voor goed kunnen sluiten. Het spook van de werkloosheid - welbekend uit de dertiger jaren - zou dan weer gaan rondwaren. De economische structuur van Nederland zou worden ontwricht. De fabrieksschoorstenen aan het Spaarne zouden niet meer roken. De handel in oude metalen en afval stoffen is vooral na de oorlog tot grote bloei gekomen. Immers tijdens de bezet tingsjaren was men een grote mate van zuinigheid gaan betrachten. De huisvrouw was niet zo vlot als voorheen met het weg gooien van afval. Deze zuinigheid deed zich ook in het bedrijfsleven voelen. Van dit feit profiteerden de handelaren in oude metalen. Uit het bedrijfsleven, van de grote fabrieken en van de overheids instellingen betrokken zij de afvalstoffen, die, in het begin in kleine loodsen, later in enorme pakhuizen werden opgeslagen, om vervolgens gesorteerd te worden. Een van de grote oud-metaalbedrijven aan de Harmenjansweg in Haarlem, dat geregeld grote partijen schroot aan de Hoogovens in IJmuiden levert, roept bij het sorteren van de metalen zelfs de hulp in van een scheikundig ingenieursbureau uit Den Haag. Wanneer de mensen van het bedrijf niet geheel zeker zijn van de lege ring van een bepaald metaal, wordt een monster ervan naar het scheikundig bureau gezonden. In het laboratorium onderwerpt een uitgelezen staf van deskundigen het metaal aan een grondige analyse. Hun be vindingen worden in een rapport vastge legd en vervolgens opgestuurd naar het bedrijf. De arbeiders, die op een dergelijk bedrijf in dienst zijn, hebben meestal door de praktijk een zeer uitgebreide kennis van de verschillende metaalsoorten - en dat zijn er heel wat - gekregen. Zij weten van elke soort wel het een en ander te vertel len. De grotere bedrijven hebben ook een aantal lassers in dienst, die de machines, auto-onderdelen en dergelijke, die met be hulp van snijbranders, die een vlam van 1600 of 1700 graden produceren, weer in kleinere stukken snijden. Een knipschaar- machine, een soort reuzen knijptang, die door een elektrische motor wordt aange dreven en zesendertig slagen per minuut maakt, kan grote ijzeren balken van 22 centimeter dikte in een oogwenk „door bijter*". Massieve ijzeren assen tot een dikte van 12 centimeter worden door deze machine gemakkelijk doorgeknipt. De handelaren verkrijgen de afval over wegend van het bedrijfsleven. In diverse rayons, op grote bijna niet te overziene terreinen worden de oude en afgekeurde materialen van de rijksorganen opgeslagen. Een van de bronnen waaruit de handela ren in afvalstoffen putten, wordt dan ook door de materialen gevormd, die zij door inschrijvingen op de inspectie van de staatsdomeinen verwerven. De handel in afvalstoffen is dus niet alleen van grote betekenis voor de verscheidene industrieën, maar speelt ook indirect een grote rol in de belastingopbrengst. De firma M. Paardebek is de grootste Haarlemse leverancier van de Hoogovens. In een contract, dat de firma met dit be drijf heeft gesloten, is bepaald, dat elke drie maanden een bepaalde hoeveelheid schroot zal worden geleverd. De firma heeft met het oog op het belang van de nationale welvaart besloten niet te exporteren, hoewel de minste soorten schroot in het buitenland meer opleveren dan de beste in het eigen land. Dit loffelijk streven is als het ware een traditie van het bedrijf geworden. Ondanks de enorme hoeveelheden schroot, die de hoogovens uit het binnen band betrekken - 180.000 ton per jaar, waarin Haarlem ook een aanzienlijk aan deel heeft - bestaat er nog een vrij groot tekort. Er moet op betrekkelijk grote schaal, voornamelijk uit Amerika, worden ingevoerd. Daarom is het te betreuren, dat vele Nederlandse handelaren hun streven naar winst van groter belang achten dan de welvaart van hun land. Metalen, die niet naar de Hoogovens gaan, zoals koper, worden veelal reeds bij de oud-metaalbedrijven zelf gegoten. De Haarlemse firma's hebben geen eigen schepen in dienst. Fabrieken, die het schroot betrekken, bekostigen de vrachten, dij later van de te betalen prijs worden afgetrokken. Een goede organisatie staat borg voor de bloei van deze zo uiterst belangrijke han del. Bijna alle Haarlemse bedrijven zijn aangesloten bij de verschillende branche verenigingen. Voorts zijn de bedrijven lid van de Algemene Vereniging van Lompen en Metaalhandel en komen zij elke maan dag in de Amsterdamse Beurs bijeen om tegen de geldende noteringen te verkopen. Nadelig voor de bonafide handelaren is, dat het beroep vrij is. Wel heeft de „vod denraper" in de dop, wil hij het bedrijf uit oefenen, een vergunning van de gemeente nodig en moet hij zich laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Een vestigings vergunning is echter geen vereiste. Naar men ons van de zijde van het ministerie van Economische Zaken meedeelde, wordt er van de zijde van de handelaren wel op aangedrongen een vestigingsregeling te gaan treffen. De Vereniging van Lompen en Metaal- handel streeft naar erkenning en houdt cursussen in warenkennis en andere vak ken, die bij de branche van pas komen. Verscheidene gemeenten, waaronder Haar lem, hebben reeds bepaald, dat slechts dan een vergunning kan worden verleend, als men lid is van deze vereniging. Toch zijn de grotere bedrijven, ondanks de veelheid van kleine opkopers, niet bang voor concurrentie. Immers als over enige tijd de crisis inzet, hebben zij nog voldoen de reserves achter de hand om het hoofd boven water te houden. De kleine opkopers zullen dan moeten verdwijnen. Soms vindt men de merkwaardigste voorwerpen tussen de hopen afval. Een van de handelaren vond op een goede dag een scherpgesteld projectiel van vijfhon derd kilo tussen de ingedeukte fluitketels, afgedankte potkachels en afgekeurde fa- brieksmachines. Onmiddellijk belde hij de mijnopruimingsdienst op, die het stukje „oud roest" in de duinen in een speciaal daarvoor gegraven gat, waar wel vijf hui zen in konden staan, tot ontploffing bracht. De ramp zou niet te overzien zijn geweest als het projectiel in de Hoogovens terecht was gekomen. De schepen met schroot worden bij de Hoogovens overigens ter dege niet alleen op kwaliteit en kwantiteit, maar ook op eventuele projectielen onderzocht. Ook zijn er bedrijven in Haarlem, die louter en alleen oude auto's opkopen. Door middel van inschrijvingen komen zij in het bezit van de voertuigen en ook kopen zij wel van particulieren, die hun „oude beestje" graag voor een zacht prijsje van de hand willen doen. De onderdelen, die nog bruikbaar zijn, worden gesloopt en aan garages verkocht. „Een oud merk auto is daarom zoveel waard", vertelde een opkoper, die even van te voren met een door de olie besmeurd gezicht onder een gedeukt karkas te voor schijn was gekropen, „omdat de onder delen hiervan op de fabrieken niet meer worden aangemaakt en dus nog kunnen worden gemonteerd op wagens van het zelfde merk, die nog in roulatie zijn." De opkoper heeft verscheidene mensen in dienst, die er met vrachtwagens op uit trekken om de oude halfverroeste vehikels, die door middel van inschrijving waren gekocht, op te halen. Het komt herhaaldelijk voor, dat drie of vier wrakke auto's, die nauwelijks rijden kunnen, op sleeptouw worden genomen. De vrachtwagen wordt vaak zo vol geladen dat de goederen er aan alle kanten uit puilen. De auto kan dan slechts op een haar na onder de viaducten door. „Af en toe krijgen wij wel eens een bekeuring, maar die wordt dan tot de bedrijfsonkosten gerekend." „Ja, je moet in dit vak wel eens "wat riskeren," zei deze zegsman met een knipoogje. Zonder het werk, dat deze opkopers ver richten, zouden verscheidene lakken van het bedrijfsleven onmogelijk kunnen func tioneren. Het is een merkwaardig feit te weten, dat een groot gedeelte van de voor werpen, die wij ons aanschaffen, gedeelte lijk uit afvalstoffen is vervaardigd. Stapels oud ijzer liggen her en der tussen wrakke auto's. Bedrijvig lopen arbeiders met beitel en hamer in de hand heen en weer en kijken met kenners blik of er nog bruikbare onderdelen van de auto's kunnen worden gesloopt. Op de achtergrond een oude stadsbus, die ook betere dagen heeft gekend. Onlangs hebben B. en W. van Haarlem een wachtverbod ingesteld voor twee rij- gedeelten van het Prinsenhof en het van west naar oost gerichte gedeelte van de Pandpoort. Het college is echter tot de ontdekking gekomen, dat dit laatstge noemde weggedeelte niet Pandpoort heet, maar eveneens tot het Prinsenhof behoort. Met het oog hierop hebben B. en W. thans hun besluit ingetrokken en als volgt opnieuw vastgesteld: „Er wordt een wachtverbod ingesteld voor het Prinsen hof met uitzondering van de westelijke weghelft van het van noord naar zuid ge richte gedeelte". Op woensdag 13 maart 1957 zal het Ge reformeerd Kerkkoor in Bennebroek in de Nederlands Hervormde kerk een uitvoe ring geven van de Matthaus Passion van Johann Georg Kühnhausen. Aan deze uit voering werken mede: Bert van 't Hoff, tenor (evangelist), George Spijkstra ,bas (Christus-partij), Peter Penders, tenor (kleine partijen), Tita Jansen Veldhuyzen van Zanten, sopraan, Nelly Byrma, so praan, Johan Timmerman, orgel. Het ge heel staat onder leiding van Richard Hei- dema. Een elektrische reuzenknijptang „bijt" enorme brokken metaal in stukken. Het ijzer wordt vervolgens gesorteerd en in grote dekschepen geladen, die hun vracht naar de Hoogovens zullen vervoeren. Economische politierechter legde boete van tien gulden op Maandagmiddag stond voor de Haar lemse economische politierechter een vijf tigjarige kruidenier uit Hillegom terecht, die ervan verdacht werd cadeaus, in de vorm van theedoeken, lakens, badhand doeken en andere textielprodukten te heb ben geschonken, bij aankoop van zijn krui deniersartikelen. Hij had daartoe een in genieus systeem van zegeltjes bedacht. Bij iedere aankoop van één gulden kreeg de klant een zegeltje. Voor honderd zegeltjes kon de klant bij de kruidenier één gulden terugkrijgen, maarhij kon de zegeltjes ook bij de kruidenier laten, die er dan voor zorgde, dat zijn klant voor het bedrag aan waarde van de zegeltjes het gewenste tex- tielprodukt kreeg. De verdachte ontkende voordeel te heb ben gehad van dit geschenkensysteem. Hij had het gedaan uit een soort gevoel van traditie. Voordat de wet op de beperking van het cadeaustelsel in werking trad, had hij namelijk zelf altijd lakens en dergelijke aan zijn klanten geschonken. Nu was hij in contact getreden met een textielhandel, die de verzending voor hem verzorgde De officier van Justitie, mr. J. Wiarda, adviseerde de kruidenier voortaan alleen maar geld terug te geven, aangezien hij naar zijn eigen mededelingen van de ca- deau-geverij toch geen voordeel had. Deze keër wilde mr. Wiarda het geval nog als een principiële zaak beschouwen, ofschoon het neerkwam op het indirect geven van cadeaus, hetgeen strafbaar is. Hij eiste een boete van tien gulden, bij welke eis de economische politierechter, mr. J. D. Vink zich aansloot. De heer A. J. de Brie, commies bij het bureau Noordholland van het ministerie van Maatschappelijk Werk, gevestigd te Haarlem, heeft het feit gevierd dat hij 25 jaar geleden in overheidsdienst is getreden. Met zijn familie werd hij op het bureau in Haarlem ontvangen en het hoofd van het bureau, de heer B. Fels, heeft hem mede namens de collega's, de gelukwensen aan geboden, welke vergezeld gingen van een boekwerk en bloemen. Drs. Hoekstra, hoofd van de afdeling Landelijk Contact van het ministerie,waar onder het bureau ressorteert, bracht de gelukwensen van de departementsleiding over en bood de jubilaris een geschenk in enveloppe aan. Daarna voerde het woord de vertegenwoordiger van de personeels vereniging van het ministerie, welke ge lukwens vergezeld ging van een boekenbon. Ook de heer D. H. Suerink, directeur van de dienst voor sociale zaken te Haarlem, bij welke dienst de jubilaris in 1932 in dienst is getreden, complimenteerde de heer De Brie en liet de gelukwensen ver gezeld gaan van een mooie azalea. De dienst voor sociale zaken te Zandvoort had bloemen gezonden. Conform de eis heeft de Haarlemse poli tierechter, mr. J. P. Petersen een 36-jarige coupeuse uit Heemstede veroordeeld tot twintig gulden boete, subs, zes dagen hech tenis. De vrouw had op 11 januari een jongen, die altijd haar zoontje lastig viel, twee klappen tegen het hoofd gegeven. Zij had zich, zoals de politierechter verklaarde herhaaldelijk tegenover de ouders van de jongen beklaagd over het gedrag van hun zoon. Ook tegenover de politie had de vrouw verscheidene malen haar beklag ge daan. Toen de zoon op een avond „blauw geslagen" thuis kwam, stapte zij op haar fiets en reed naar de Dreefschool om met de onderwijzer te spreken. Onderweg ont moette zij op de Binnenweg de lastige jongen. „Je wordt doodzenuwachtig van dat getreiter. En toen ik de jongen zag, kon ik me niet meer beheersen en gaf hem twee klappen", aldus de coupeuse. De poli tierechter kon zich de woede van de vrouw wel indenken, maar maakte haar duidelijk, dat zij volgens de wet haar handen van andermans kinderen moet afhouden. De Bloemendaalse r.-k.. zwemvereniging Nil Volentibus Arduum heeft in Stoops Bad in Overveen een zwemfeest gehouden, als inzet van de viering van het tienjarig be staan. Naast een demonstratie van zwem slagen en een heren waterpolowedstrijd tus sen twee NVA-zeventallen was het diploma- zwemmen, onder toezicht van de heer Joh. Stinne, diploma-consul kring Haarlem KNZB het hoogtepunt. Door 25 meisjes en 10 jon gens werd met goed gevolg de proef voor diploma A afgelegd; 13 meisjes en 16 jon gens konden in het bezit worden gesteld van diploma B, 1 meisje en 2 jongens werden afgewezen. Er waren tien meisjes en drie jongens, die met goed gevolg de proeven voor diploma C aflegden. Na het Paasfeest wordt de viering van het tienjarig bestaan in groter verabnd gevierd. De viering van het zestigjarig bestaan van het Koninklijk Mannenkoor „Caecilia" wordt vrijdag in de Haarlemse Concertzaal met een tweede jubileumconcert voortgezet en besloten. Wat deze feestavond, een bij zonder treffend karakter belooft te geven, is het feit dat ook de Koninklijke lieder tafel „Zang en Vriendschap" - Haarlems en zelfs Nederlands oudste mannenkoor - aan de vertolking van het programma zal deelnemen. Het beste van wat op het ge bied van de mannenkoorzang in Haarlem geboden kan worden, zal dus op deze avond in vreedzame combinatie verenigd zijn, om in een vereiste bezetting twee geduchte werken voor dubbelkoor uit te voeren, namelijk een belangrijk fragment - het „Gloria" - uit de „Missa in die festo" van Diepenbrock en het „Requiem, Benedictus en Sanctus" van Heinrich Zöllner, het prijsstuk, waarmee „Zang en Vriendschap" in 1901 op een grote internationale zang wedstrijd te Keulen, onder leiding van Willem Robert, de „Keizerprijs" verwierf. Jaren nadien hoorde ik de componist (die van 1908 tot 1910 mijn leraar voor compo sitie was) nog met de grootste lof gewagen van de prestatie der Haarlemmers, die, naar hij zeide, zijn werk „fabulös" uitge voerd hadden. Vrijdag zal het stuk, nu vertolkt onder leiding van Nico Hooger- werf, ongetwijfeld die glorietijd van de Haarlemse mannenkoorzang in herinnering brengen. Het „Gloria" van Diepenbrock, een werk dat vreemd is aan de sfeer van het con courswezen, doch ontstond uit de drang naar een muzikaal equivalent van Neder lands gaafste gothische kathedraal, de Sint Jan van Den Bosch, en dat een meester werk geworden is, enig in zijn soort, zal tot klinken worden gebracht onder directie van Jac. P. Loorij, met medewerking van de tenorsolist Simon van der Geest en van de organist Albert de Klerk. Men kan slechts hopen dat, nu deze eerste stap tot samenwerking door Haarlems beide ko ninklijke zangverenigingen gezet is, het eerlang tot een integrale uitvoering van de feestmis van Diepenbrock zal komen en dan in onze eerwaardige oude Bavokerk. Behalve deze vertolkingen in gecombi neerde bezetting vermeldt het programma uitvoeringen door beide verenigingen apart van composities uit onze omgeving. „Zang en Vriendschap" koos daartoe een „Tantum Ergo" van Diepenbrock, bewerkt door Oli vier Koop, het meesterlijke „Morgenlied" Voor de stichting Kinder bewaarplaatsen De stichting Haarlemse Kinderbewaar plaatsen houdt vrijdagavond 8 maart een bijeenkomst in het Kennemer Lyceum, waarin Simon Carmiggelt een causerie zal houden over zijn werk. De opbrengst van de avond is bestemd voor het onderhoud en enkele vernieuwingen aan de kinderbe waarplaatsen van de Stichting in het Ro- zenprieel en in Haarlem-Noord. van Philip Loots en (met medewerking van de fluitist Jan Sevenster) mijn „Fluyt van Pan", op een tekst van de vermaarde schrijver van het „Schilderboek" en stich ter van de Haarlemse schilderacademie Karei van Mander (1548-1606). Ik hoop dat dit een uitvoering wordt, gelijk aan die welke drie jaar geleden in Den Bosch, in tegenwoordigheid van Koningin Juliana plaats had. „Caecilia" vertolkte een paar oudere succeswerkjes van Hoogerwerf „Haec dies" en „O Heiligen" - en twee aan haar en haar dirigent opgedragen composities: het zeer stemmige „Het porceleinen pavil joen" van Jac. Bonset en - in eerste uit voering - een beknopt „Caecilia" op tekst van Gezelle van ondergetekende. En dan is er de medewerking van de zanger David Hollestelle, die met begelei ding door de pianist Anton de Beer liede ren en aria's zal zingen, hetgeen na de ervaringen van het vorige jubileumconcert een bijzondere attractie mag heten. Maar het allerbelangrijkste lijkt mij toch dat Haarlems twee koninklijke mannenkoren deze avond schouder aan schouder zullen staan: door Zang verenigd in Vriendschap, onder patronaat van Caecilia. Jos. de Klerk Economische politierechter wegens ongeoorloofde uitvoer van bollen en tulpen Tweeduizend gulden boete, waarvan dui zend gulden voorwaardelijk met een proef tijd van twee jaar, eiste de officier van Justitie, mr. J. Wiarda, maandagmiddag tijdens de zitting van de Haarlemse econo mische politierechter, tegen een bloem bollenexportbedrijf uit Sassenheim, dat in de persoon van zijn firmant vertegen woordigd was, wegens het uitvoeren van bepaalde bollen en tulpen naar West- Duitsland zonder dat een geldige uitvoer- machtiging was verleend. De firmant verklaarde, dat deze uitvoer tot stand was gekomen op aandrang van de afnemer, waardoor deze een lagere prijs zou kunnen betalen. Aanvankelijk had ver dachte er niet aan willen beginnen, maar tenslotte was hij voor de aandrang be zweken. „Ik heb iets dergelijks in vijftig jaar niet gedaan en ik ben ook niet van plan het ooit weer te doen", merkte hij op. Als getuige werd gehoord een controleur van het Produktschap voor Sierteeltgewas sen, die verklaarde, dat er onder het ge- exporteerde goed tulpen waren geweest, die zeer beslist niet uitgevoerd mochten worden. De officier van Justitie vond het een ernstige zaak en requireerde, mede omdat het goed destijds niet in beslag ge nomen was, zijn genoemde hoge straf. De economische politierechter, mr. J. D. Vink, veroordeelde het bedrijf tot een boete van f 1500, waarvan f 750 voorwaar delijk met een proeftijd van twee jaar. HET ADVISEREN BIJ subsidie-aanvragen, het stimuleren van werkzaamheden op maatschappelijk gebied en het controleren van de arbeid van gemeentebesturen, die namens het rijk optreden bij het verlenen van hulp aan oorlogsslachtoffers en gerepatrieerden, behoren onder andere tot de taak van het bureau Noordholland van het ministerie van Maatschappelijk Werk. Dit bureau is gevestigd in de Wilhel- minastraat te Haarlem en staat onder leiding van de heer B. Fels. Het ministerie bestaat bijna vijf jaar en de heer Fels is van mening, dat er in de afgelopen jaren met succes is gewerkt ten bate van hen, die op het gebied van maatschappelijke zorg werkzaam zijn. De overheid moet zich zijns inziens niet met het werk bemoeien. Zij heeft echter wel een taak en door voor maatschappelijke werkers(sters) sub sidies beschikbaar te stellen kan zij de arbeid stimuleren. De heer Fels is al van 1945 af in Haar lem in diverse functies op het gebied van maatschappelijke zorg werkzaam. Hij was vroeger directeur van Sociale Zaken in Alkmaar en heeft de moeilijkheden, waar mee een dergelijke dienst, speciaal tussen 1930 en 1940 te maken had, gekend. In de Grondwet staat, dat de armenzorg (thans te verstaan: maatschappelijk werk) de aan houdende zorg van de regering heeft. Pas na de oorlog heeft de regering ingezien, dat de zorg zich over een breder terrein moest uitstrekken dan vroeger. Dat was na de bevrijding wel nodig, want men stond terstond voor diverse belangrijke vraagstukken. De gemeentebesturen wa ren met werk overbelast en waren niet in staat voldoende aandacht te besteden aan het opvangen van hen, die door de oorlog in moeilijkheden waren gekomen. Opgericht werd onder andere het Cen traal Bureau Verzorging Oorlogsslacht offers (C.B.V.O.) met een aantal districten en de meer Fels werd hoofd van een bureau in Haarlem. Langzamerhand ver minderden de werkzaamheden en tenslotte was er reden om de taak over te dragen aan de gemeentebesturen, die het werk uitvoerden in opdracht van het rijk. Na de soevereiniteitsoverdracht in 1950 kwamen velen naar ons land en grote groepen moesten worden opgevangen. Het C.B.V.O. beschikte over een apparaat, dat in staat was het werk te verrichten en in korte tijd waren de gerepatrieerden onder gebracht. Ook die arbeid is achter de rug en hij wordt voortgezet door gemeente besturen. De armenzorg en het maatschappelijk werk behoorden vroeger bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De werkzaam heden breidden zich steeds uit en na de oorlog zijn voorbereidingen getroffen voor het vormen van een nieuw ministerie. In 1952 is hiertoe besloten en het ministerie van Maatschappelijk Werk kwam tot stand. Gebruik kon worden gemaakt van de C.B.V.O. In alle districten waren bu reaus gevestigd en daardoor kon het werk spoedig op gang komen. De heer Fels werd hoofd van het bureau Noordholland. Subsidies Een der taken van het provinciaal bu reau is na te gaan of het verlenen van subsidies zowel voor algemeen uitvoerend als specialistisch maatschappelijk werk nodig is. Het ministerie subsidieert de maatschappelijke werkers(sters) en laat het werk over aan kerkelijke of particuliere organisaties. In de praktijk is gebleken, dat de instellingen dat op prijs stellen en dat geen inzage gegeven behoeft te worden van de boeken over het werk. Het mini sterie gaat echter wel na of de subsidie voor de werkenden op de juiste plaats komt. Het verstrekt een subsidie van der tig percent voor de maatschappelijke wer- kers(sters); de overheid kan de subsidie tot zeventig percent opvoeren en de instellin gen dienen er voor te zorgen, dat zij de overige dertig percent uit eigen middelen bijeenbrengen. De heer Fels verklaarde, dat het mini sterie van Maatschappelijk Werk er voor stander van is, dat zoveel mogelijk vrij willige krachten aan de arbeid meewer ken. Er moet echter gezorgd worden, dat een deskundige kracht achter hen staat, om leiding te geven. Voor deze kracht kan een subsidie worden verkregen. Door het houden van cursussen en lezingen kunnen vrijwilligers op de hoogte komen van de wijze van werken in de belangrijke arbeid. Blinden Het ministerie besteedt ook veel zorg aan de blinden, echter in samenwerking met de gemeentebesturen. Het heeft aan dacht voor zogenaamde neven-zaken. De gemeente bevordert, dat de blinden aan het werk kunnen gaan en het ministerie zorgt er voor, dat steun wordt verleend in gezinnen. Indien bijvoorbeeld hulp in een huishouding nodig is, dan wordt mede werking verleend. De gezinszorg is een grote taak van het bureau van de heer Fels. Er bestaan in Noordholland honderdveertig instellingen op dit gebied, die in aanmerking komen voor subsidie. Overleg plegen van Haar lem uit vergt minder tijd dan van Den Haag uit. Daarom hebben de provinciale diensten reden van bestaan en veel tijd wordt gewonnen doordat de ambtenaren in de omgeving wonen van instellingen, waarmee samengewerkt moet worden. Buurthuizen Bij het tot stand komen van buurthuizen in gemeenten kan op de medewerking van het ministerie van Maatschappelijk Werk worden gerekend. De heer Fels trekt er dikwijls in de avonduren op uit, om lezin gen te houden over het belang buurthuizen te stichten. Wat de omgeving van Haarlem betreft zij meegedeeld, dat de heer Fels in Zwanenburg-Halfweg en in Vijfhuizen in leidingen gehouden heeft en belangstellen den een indruk heeft gegeven van het nut van buurthuizen. Indien een huis gesticht wordt voor de gehele bevolking (dus niet voor een bepaalde groep) dan is het mini sterie bereid subsidies te verstrekken. Di verse plannen in de provincie zijn in de maak. Onmaatschappelijke gezinnen Het ministerie van Maatschappelijk Werk heeft nog meer taken en op één willen wij nog de aandacht vestigen, na melijk de verzorging van onmaatschappe lijke gezinnen. In het zuidelijk deel van Drente heeft het rijk woonoorden gesticht en uit alle delen van ons land worden daar gezinnen bijeengebracht. De taak is niet gemakkelijk, maar ontevreden over de resultaten is men niet. De woonoorden staan thans onder leiding van het mini sterie, maar als de tijd rijp is, dat parti culieren en kerkgenootschappen de arbeid willen overnemen, dan is het ministerie daartoe bereid. Het wil daarbij natuurlijk subsidies verlenen om het werk mogelijk te maken. Het principe van het ministerie is immers zo min mogelijk zelf het maat schappelijk werk te exploiteren. Wel wil het in de kosten bijdragen. Zaak tegen wasmachinebedrijf voor onbepaalde tijd uitgesteld Een grote wasmachinemaatschappij uit Barendrecht, die een verkoopfiliaal heeft in Hillegom, had in deze zaak een beheer der geplaatst, die niet in het bezit was van de vereiste vergunningen. De directeur, die maandagmiddag voor de Haarlemse economische politierechter, mr. J. D. Vink, terechtstond en het be drijf vertegenwoordigde, sprak zijn spijt erover uit, dat de beheerder nog steeds de vergunningen niet had. Voor één on derdeel was de man geslaagd en voor enige andere gedeelten zou hij waar schijnlijk slechts de vereenvoudigde proef behoeven af te leggen, zodat de verwach ting bestaat, dat hij over enige maanden volledig gediplomeerd is. „Voor het on derdeel rijwielbedrijf zal hij wel nooit slagen en daarom hebben wij de rijwiel verkoop gelikwideerd". De economische politierechter was on der de indruk van de vele examens, die de beheerder moet afleggen: „Van deze man wordt welhaast het onmogelijke geëist", meende hij. De officier van Justitie, mi*. J. Wiarda, zei op een verzoek van de directeur om de zaak uit te stellen, totdat de beheerder geslaagd zou zijn, dat hij, aangezien het hier de derde keer betrof, dat de was machinemaatschappij terechtstaat, eigen lijk sluiting van het filiaal zou moeten eisen. Om deze onaangename eis te voor komen voelde hij er wel wat voor de zaak voor onbepaalde tijd uit te stellen. De economische politierechter kon zich hier mee verenigen. Dinsdag 12 maart hoopt de heer P. H. Borghouts het feit te vieren, dat hij zich vijfentwintig jaar geleden te Haarlem ves tigde als makelaar in onroerende goederen en in assurantiën. Die dag zal te zijnen huize aan de Kenaustraat 5b een receptie worden gehouden. De heer Borghouts is in Haarlem een ge ziene figuur, niet alleen door zijn arbeid als makelaar, maar ook door zijn werk op maat schappelijk gebied. Verscheidene malen, spe ciaal na de bevrijding, is een beroep op hem gedaan bij acties en daaraan heeft hij zich geheel gegeven. Wij herinneren aan zijn ac tiviteit ten bate van Volksherstel en ten bate van de slachtoffers van de watersnood in februari 1953. In sportkringen en speciaal bij de voetbal club „Haarlem" is de heer Borghouts een bekende persoonlijkheid. Voorts geeft hij zijn krachten aan de Vereniging van Make laars in Haarlem en omgeving door als voor zitter op te treden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7