Vele Haarlemse industrieën floreren
dank zij afvalmaterialen
Samenwerking van twee Haarlemse
koninklijke mannenkoren
Ministerie Maatschappelijk Werk
treedt stimulerend op
Oud-metaalhandel vooral na oorlog
tot grote bloei gekomen
In Noordholland vragen
vele taken de aandacht
DINSDAG 5 MAART 1957
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
BERGEN SCHROOT LANGS HET SPAARNE
Hoogovens
Landsbelang
Nadelig
Wachtverbod alléén voor
Prinsenhof
Matthaus Passion van
Kühnhausen in Bennebroek
Kruidenier gaf lakens aan
klanten cadeau
Zilveren jubileum
A. J. de Brie
Lastige jongen geslagen
Tienjarig bestaan NVA
Simon Garmiggelt spreekt
in Kennemer Lyceum
Bloembollenexportbedrijf
kreeg hoge boete
Beheerder van filiaal had
geen vergunningen
P. H. Borghouts jubileert
als makelaar
o
In de omgeving van de Haarlemse scheepswerven en machinefabrieken, tussen
walmende fabrieksschoorstenen, jachtende arbeiders en dreunstampende motoren,
liggen her en der hoogopgetaste stapels halfverroest ijzer. Overal langs de oevers
van het Spaarne, waar het industriehart van de Bavo-stad klopt, kan men deze
bergen, ogenschijnlijk onbruikbaar, afvalmateriaal aanschouwen. Deze partijen
metaal zijn voor de handelaars in oude materialen en afvalstoffen echter goud waard.
Zonder deze afvalprodukten zouden vele fabrieken hun poorten wel voor goed kunnen
sluiten. Het spook van de werkloosheid - welbekend uit de dertiger jaren - zou
dan weer gaan rondwaren. De economische structuur van Nederland zou worden
ontwricht. De fabrieksschoorstenen aan het Spaarne zouden niet meer roken.
De handel in oude metalen en afval
stoffen is vooral na de oorlog tot grote
bloei gekomen. Immers tijdens de bezet
tingsjaren was men een grote mate van
zuinigheid gaan betrachten. De huisvrouw
was niet zo vlot als voorheen met het weg
gooien van afval. Deze zuinigheid deed zich
ook in het bedrijfsleven voelen.
Van dit feit profiteerden de handelaren
in oude metalen. Uit het bedrijfsleven, van
de grote fabrieken en van de overheids
instellingen betrokken zij de afvalstoffen,
die, in het begin in kleine loodsen, later in
enorme pakhuizen werden opgeslagen, om
vervolgens gesorteerd te worden.
Een van de grote oud-metaalbedrijven
aan de Harmenjansweg in Haarlem, dat
geregeld grote partijen schroot aan de
Hoogovens in IJmuiden levert, roept bij
het sorteren van de metalen zelfs de hulp
in van een scheikundig ingenieursbureau
uit Den Haag. Wanneer de mensen van het
bedrijf niet geheel zeker zijn van de lege
ring van een bepaald metaal, wordt een
monster ervan naar het scheikundig bureau
gezonden. In het laboratorium onderwerpt
een uitgelezen staf van deskundigen het
metaal aan een grondige analyse. Hun be
vindingen worden in een rapport vastge
legd en vervolgens opgestuurd naar het
bedrijf.
De arbeiders, die op een dergelijk bedrijf
in dienst zijn, hebben meestal door de
praktijk een zeer uitgebreide kennis van
de verschillende metaalsoorten - en dat
zijn er heel wat - gekregen. Zij weten van
elke soort wel het een en ander te vertel
len. De grotere bedrijven hebben ook een
aantal lassers in dienst, die de machines,
auto-onderdelen en dergelijke, die met be
hulp van snijbranders, die een vlam van
1600 of 1700 graden produceren, weer in
kleinere stukken snijden. Een knipschaar-
machine, een soort reuzen knijptang, die
door een elektrische motor wordt aange
dreven en zesendertig slagen per minuut
maakt, kan grote ijzeren balken van 22
centimeter dikte in een oogwenk „door
bijter*". Massieve ijzeren assen tot een
dikte van 12 centimeter worden door deze
machine gemakkelijk doorgeknipt.
De handelaren verkrijgen de afval over
wegend van het bedrijfsleven. In diverse
rayons, op grote bijna niet te overziene
terreinen worden de oude en afgekeurde
materialen van de rijksorganen opgeslagen.
Een van de bronnen waaruit de handela
ren in afvalstoffen putten, wordt dan ook
door de materialen gevormd, die zij door
inschrijvingen op de inspectie van de
staatsdomeinen verwerven. De handel in
afvalstoffen is dus niet alleen van grote
betekenis voor de verscheidene industrieën,
maar speelt ook indirect een grote rol in
de belastingopbrengst.
De firma M. Paardebek is de grootste
Haarlemse leverancier van de Hoogovens.
In een contract, dat de firma met dit be
drijf heeft gesloten, is bepaald, dat elke
drie maanden een bepaalde hoeveelheid
schroot zal worden geleverd.
De firma heeft met het oog op het belang
van de nationale welvaart besloten niet te
exporteren, hoewel de minste soorten
schroot in het buitenland meer opleveren
dan de beste in het eigen land.
Dit loffelijk streven is als het ware een
traditie van het bedrijf geworden.
Ondanks de enorme hoeveelheden
schroot, die de hoogovens uit het binnen
band betrekken - 180.000 ton per jaar,
waarin Haarlem ook een aanzienlijk aan
deel heeft - bestaat er nog een vrij groot
tekort. Er moet op betrekkelijk grote
schaal, voornamelijk uit Amerika, worden
ingevoerd. Daarom is het te betreuren, dat
vele Nederlandse handelaren hun streven
naar winst van groter belang achten dan
de welvaart van hun land.
Metalen, die niet naar de Hoogovens
gaan, zoals koper, worden veelal reeds bij
de oud-metaalbedrijven zelf gegoten.
De Haarlemse firma's hebben geen eigen
schepen in dienst. Fabrieken, die het
schroot betrekken, bekostigen de vrachten,
dij later van de te betalen prijs worden
afgetrokken.
Een goede organisatie staat borg voor de
bloei van deze zo uiterst belangrijke han
del. Bijna alle Haarlemse bedrijven zijn
aangesloten bij de verschillende branche
verenigingen. Voorts zijn de bedrijven lid
van de Algemene Vereniging van Lompen
en Metaalhandel en komen zij elke maan
dag in de Amsterdamse Beurs bijeen om
tegen de geldende noteringen te verkopen.
Nadelig voor de bonafide handelaren is,
dat het beroep vrij is. Wel heeft de „vod
denraper" in de dop, wil hij het bedrijf uit
oefenen, een vergunning van de gemeente
nodig en moet hij zich laten inschrijven bij
de Kamer van Koophandel. Een vestigings
vergunning is echter geen vereiste. Naar
men ons van de zijde van het ministerie
van Economische Zaken meedeelde, wordt
er van de zijde van de handelaren wel op
aangedrongen een vestigingsregeling te
gaan treffen.
De Vereniging van Lompen en Metaal-
handel streeft naar erkenning en houdt
cursussen in warenkennis en andere vak
ken, die bij de branche van pas komen.
Verscheidene gemeenten, waaronder Haar
lem, hebben reeds bepaald, dat slechts dan
een vergunning kan worden verleend, als
men lid is van deze vereniging.
Toch zijn de grotere bedrijven, ondanks
de veelheid van kleine opkopers, niet bang
voor concurrentie. Immers als over enige
tijd de crisis inzet, hebben zij nog voldoen
de reserves achter de hand om het hoofd
boven water te houden. De kleine opkopers
zullen dan moeten verdwijnen.
Soms vindt men de merkwaardigste
voorwerpen tussen de hopen afval. Een
van de handelaren vond op een goede dag
een scherpgesteld projectiel van vijfhon
derd kilo tussen de ingedeukte fluitketels,
afgedankte potkachels en afgekeurde fa-
brieksmachines. Onmiddellijk belde hij de
mijnopruimingsdienst op, die het stukje
„oud roest" in de duinen in een speciaal
daarvoor gegraven gat, waar wel vijf hui
zen in konden staan, tot ontploffing bracht.
De ramp zou niet te overzien zijn geweest
als het projectiel in de Hoogovens terecht
was gekomen.
De schepen met schroot worden bij de
Hoogovens overigens ter dege niet alleen
op kwaliteit en kwantiteit, maar ook op
eventuele projectielen onderzocht.
Ook zijn er bedrijven in Haarlem, die
louter en alleen oude auto's opkopen. Door
middel van inschrijvingen komen zij in het
bezit van de voertuigen en ook kopen zij
wel van particulieren, die hun „oude
beestje" graag voor een zacht prijsje van
de hand willen doen. De onderdelen, die
nog bruikbaar zijn, worden gesloopt en aan
garages verkocht.
„Een oud merk auto is daarom zoveel
waard", vertelde een opkoper, die even van
te voren met een door de olie besmeurd
gezicht onder een gedeukt karkas te voor
schijn was gekropen, „omdat de onder
delen hiervan op de fabrieken niet meer
worden aangemaakt en dus nog kunnen
worden gemonteerd op wagens van het
zelfde merk, die nog in roulatie zijn."
De opkoper heeft verscheidene mensen
in dienst, die er met vrachtwagens op uit
trekken om de oude halfverroeste vehikels,
die door middel van inschrijving waren
gekocht, op te halen.
Het komt herhaaldelijk voor, dat drie of
vier wrakke auto's, die nauwelijks rijden
kunnen, op sleeptouw worden genomen.
De vrachtwagen wordt vaak zo vol geladen
dat de goederen er aan alle kanten uit
puilen. De auto kan dan slechts op een
haar na onder de viaducten door. „Af en
toe krijgen wij wel eens een bekeuring,
maar die wordt dan tot de bedrijfsonkosten
gerekend." „Ja, je moet in dit vak wel eens
"wat riskeren," zei deze zegsman met een
knipoogje.
Zonder het werk, dat deze opkopers ver
richten, zouden verscheidene lakken van
het bedrijfsleven onmogelijk kunnen func
tioneren. Het is een merkwaardig feit te
weten, dat een groot gedeelte van de voor
werpen, die wij ons aanschaffen, gedeelte
lijk uit afvalstoffen is vervaardigd.
Stapels oud ijzer liggen her en der tussen wrakke auto's. Bedrijvig lopen
arbeiders met beitel en hamer in de hand heen en weer en kijken met kenners
blik of er nog bruikbare onderdelen van de auto's kunnen worden gesloopt. Op
de achtergrond een oude stadsbus, die ook betere dagen heeft gekend.
Onlangs hebben B. en W. van Haarlem
een wachtverbod ingesteld voor twee rij-
gedeelten van het Prinsenhof en het van
west naar oost gerichte gedeelte van de
Pandpoort. Het college is echter tot de
ontdekking gekomen, dat dit laatstge
noemde weggedeelte niet Pandpoort heet,
maar eveneens tot het Prinsenhof behoort.
Met het oog hierop hebben B. en W.
thans hun besluit ingetrokken en als volgt
opnieuw vastgesteld: „Er wordt een
wachtverbod ingesteld voor het Prinsen
hof met uitzondering van de westelijke
weghelft van het van noord naar zuid ge
richte gedeelte".
Op woensdag 13 maart 1957 zal het Ge
reformeerd Kerkkoor in Bennebroek in de
Nederlands Hervormde kerk een uitvoe
ring geven van de Matthaus Passion van
Johann Georg Kühnhausen. Aan deze uit
voering werken mede: Bert van 't Hoff,
tenor (evangelist), George Spijkstra ,bas
(Christus-partij), Peter Penders, tenor
(kleine partijen), Tita Jansen Veldhuyzen
van Zanten, sopraan, Nelly Byrma, so
praan, Johan Timmerman, orgel. Het ge
heel staat onder leiding van Richard Hei-
dema.
Een elektrische reuzenknijptang „bijt" enorme brokken metaal in stukken. Het
ijzer wordt vervolgens gesorteerd en in grote dekschepen geladen, die hun vracht
naar de Hoogovens zullen vervoeren.
Economische politierechter legde
boete van tien gulden op
Maandagmiddag stond voor de Haar
lemse economische politierechter een vijf
tigjarige kruidenier uit Hillegom terecht,
die ervan verdacht werd cadeaus, in de
vorm van theedoeken, lakens, badhand
doeken en andere textielprodukten te heb
ben geschonken, bij aankoop van zijn krui
deniersartikelen. Hij had daartoe een in
genieus systeem van zegeltjes bedacht. Bij
iedere aankoop van één gulden kreeg de
klant een zegeltje. Voor honderd zegeltjes
kon de klant bij de kruidenier één gulden
terugkrijgen, maarhij kon de zegeltjes
ook bij de kruidenier laten, die er dan voor
zorgde, dat zijn klant voor het bedrag aan
waarde van de zegeltjes het gewenste tex-
tielprodukt kreeg.
De verdachte ontkende voordeel te heb
ben gehad van dit geschenkensysteem. Hij
had het gedaan uit een soort gevoel van
traditie. Voordat de wet op de beperking
van het cadeaustelsel in werking trad, had
hij namelijk zelf altijd lakens en dergelijke
aan zijn klanten geschonken. Nu was hij
in contact getreden met een textielhandel,
die de verzending voor hem verzorgde
De officier van Justitie, mr. J. Wiarda,
adviseerde de kruidenier voortaan alleen
maar geld terug te geven, aangezien hij
naar zijn eigen mededelingen van de ca-
deau-geverij toch geen voordeel had. Deze
keër wilde mr. Wiarda het geval nog als
een principiële zaak beschouwen, ofschoon
het neerkwam op het indirect geven van
cadeaus, hetgeen strafbaar is. Hij eiste een
boete van tien gulden, bij welke eis de
economische politierechter, mr. J. D. Vink
zich aansloot.
De heer A. J. de Brie, commies bij het
bureau Noordholland van het ministerie
van Maatschappelijk Werk, gevestigd te
Haarlem, heeft het feit gevierd dat hij 25
jaar geleden in overheidsdienst is getreden.
Met zijn familie werd hij op het bureau in
Haarlem ontvangen en het hoofd van het
bureau, de heer B. Fels, heeft hem mede
namens de collega's, de gelukwensen aan
geboden, welke vergezeld gingen van een
boekwerk en bloemen.
Drs. Hoekstra, hoofd van de afdeling
Landelijk Contact van het ministerie,waar
onder het bureau ressorteert, bracht de
gelukwensen van de departementsleiding
over en bood de jubilaris een geschenk in
enveloppe aan. Daarna voerde het woord
de vertegenwoordiger van de personeels
vereniging van het ministerie, welke ge
lukwens vergezeld ging van een boekenbon.
Ook de heer D. H. Suerink, directeur van
de dienst voor sociale zaken te Haarlem,
bij welke dienst de jubilaris in 1932 in
dienst is getreden, complimenteerde de
heer De Brie en liet de gelukwensen ver
gezeld gaan van een mooie azalea. De
dienst voor sociale zaken te Zandvoort had
bloemen gezonden.
Conform de eis heeft de Haarlemse poli
tierechter, mr. J. P. Petersen een 36-jarige
coupeuse uit Heemstede veroordeeld tot
twintig gulden boete, subs, zes dagen hech
tenis. De vrouw had op 11 januari een
jongen, die altijd haar zoontje lastig viel,
twee klappen tegen het hoofd gegeven. Zij
had zich, zoals de politierechter verklaarde
herhaaldelijk tegenover de ouders van de
jongen beklaagd over het gedrag van hun
zoon. Ook tegenover de politie had de
vrouw verscheidene malen haar beklag ge
daan. Toen de zoon op een avond „blauw
geslagen" thuis kwam, stapte zij op haar
fiets en reed naar de Dreefschool om met
de onderwijzer te spreken. Onderweg ont
moette zij op de Binnenweg de lastige
jongen. „Je wordt doodzenuwachtig van
dat getreiter. En toen ik de jongen zag,
kon ik me niet meer beheersen en gaf hem
twee klappen", aldus de coupeuse. De poli
tierechter kon zich de woede van de vrouw
wel indenken, maar maakte haar duidelijk,
dat zij volgens de wet haar handen van
andermans kinderen moet afhouden.
De Bloemendaalse r.-k.. zwemvereniging
Nil Volentibus Arduum heeft in Stoops Bad
in Overveen een zwemfeest gehouden, als
inzet van de viering van het tienjarig be
staan. Naast een demonstratie van zwem
slagen en een heren waterpolowedstrijd tus
sen twee NVA-zeventallen was het diploma-
zwemmen, onder toezicht van de heer Joh.
Stinne, diploma-consul kring Haarlem KNZB
het hoogtepunt. Door 25 meisjes en 10 jon
gens werd met goed gevolg de proef voor
diploma A afgelegd; 13 meisjes en 16 jon
gens konden in het bezit worden gesteld van
diploma B, 1 meisje en 2 jongens werden
afgewezen. Er waren tien meisjes en drie
jongens, die met goed gevolg de proeven
voor diploma C aflegden. Na het Paasfeest
wordt de viering van het tienjarig bestaan
in groter verabnd gevierd.
De viering van het zestigjarig bestaan
van het Koninklijk Mannenkoor „Caecilia"
wordt vrijdag in de Haarlemse Concertzaal
met een tweede jubileumconcert voortgezet
en besloten. Wat deze feestavond, een bij
zonder treffend karakter belooft te geven,
is het feit dat ook de Koninklijke lieder
tafel „Zang en Vriendschap" - Haarlems
en zelfs Nederlands oudste mannenkoor -
aan de vertolking van het programma zal
deelnemen. Het beste van wat op het ge
bied van de mannenkoorzang in Haarlem
geboden kan worden, zal dus op deze avond
in vreedzame combinatie verenigd zijn, om
in een vereiste bezetting twee geduchte
werken voor dubbelkoor uit te voeren,
namelijk een belangrijk fragment - het
„Gloria" - uit de „Missa in die festo" van
Diepenbrock en het „Requiem, Benedictus
en Sanctus" van Heinrich Zöllner, het
prijsstuk, waarmee „Zang en Vriendschap"
in 1901 op een grote internationale zang
wedstrijd te Keulen, onder leiding van
Willem Robert, de „Keizerprijs" verwierf.
Jaren nadien hoorde ik de componist (die
van 1908 tot 1910 mijn leraar voor compo
sitie was) nog met de grootste lof gewagen
van de prestatie der Haarlemmers, die,
naar hij zeide, zijn werk „fabulös" uitge
voerd hadden. Vrijdag zal het stuk, nu
vertolkt onder leiding van Nico Hooger-
werf, ongetwijfeld die glorietijd van de
Haarlemse mannenkoorzang in herinnering
brengen.
Het „Gloria" van Diepenbrock, een werk
dat vreemd is aan de sfeer van het con
courswezen, doch ontstond uit de drang
naar een muzikaal equivalent van Neder
lands gaafste gothische kathedraal, de Sint
Jan van Den Bosch, en dat een meester
werk geworden is, enig in zijn soort, zal
tot klinken worden gebracht onder directie
van Jac. P. Loorij, met medewerking van
de tenorsolist Simon van der Geest en van
de organist Albert de Klerk. Men kan
slechts hopen dat, nu deze eerste stap tot
samenwerking door Haarlems beide ko
ninklijke zangverenigingen gezet is, het
eerlang tot een integrale uitvoering van de
feestmis van Diepenbrock zal komen en
dan in onze eerwaardige oude Bavokerk.
Behalve deze vertolkingen in gecombi
neerde bezetting vermeldt het programma
uitvoeringen door beide verenigingen apart
van composities uit onze omgeving. „Zang
en Vriendschap" koos daartoe een „Tantum
Ergo" van Diepenbrock, bewerkt door Oli
vier Koop, het meesterlijke „Morgenlied"
Voor de stichting Kinder
bewaarplaatsen
De stichting Haarlemse Kinderbewaar
plaatsen houdt vrijdagavond 8 maart een
bijeenkomst in het Kennemer Lyceum,
waarin Simon Carmiggelt een causerie zal
houden over zijn werk. De opbrengst van
de avond is bestemd voor het onderhoud
en enkele vernieuwingen aan de kinderbe
waarplaatsen van de Stichting in het Ro-
zenprieel en in Haarlem-Noord.
van Philip Loots en (met medewerking van
de fluitist Jan Sevenster) mijn „Fluyt van
Pan", op een tekst van de vermaarde
schrijver van het „Schilderboek" en stich
ter van de Haarlemse schilderacademie
Karei van Mander (1548-1606). Ik hoop dat
dit een uitvoering wordt, gelijk aan die
welke drie jaar geleden in Den Bosch, in
tegenwoordigheid van Koningin Juliana
plaats had.
„Caecilia" vertolkte een paar oudere
succeswerkjes van Hoogerwerf „Haec
dies" en „O Heiligen" - en twee aan haar
en haar dirigent opgedragen composities:
het zeer stemmige „Het porceleinen pavil
joen" van Jac. Bonset en - in eerste uit
voering - een beknopt „Caecilia" op tekst
van Gezelle van ondergetekende.
En dan is er de medewerking van de
zanger David Hollestelle, die met begelei
ding door de pianist Anton de Beer liede
ren en aria's zal zingen, hetgeen na de
ervaringen van het vorige jubileumconcert
een bijzondere attractie mag heten. Maar
het allerbelangrijkste lijkt mij toch dat
Haarlems twee koninklijke mannenkoren
deze avond schouder aan schouder zullen
staan: door Zang verenigd in Vriendschap,
onder patronaat van Caecilia.
Jos. de Klerk
Economische politierechter
wegens ongeoorloofde uitvoer
van bollen en tulpen
Tweeduizend gulden boete, waarvan dui
zend gulden voorwaardelijk met een proef
tijd van twee jaar, eiste de officier van
Justitie, mr. J. Wiarda, maandagmiddag
tijdens de zitting van de Haarlemse econo
mische politierechter, tegen een bloem
bollenexportbedrijf uit Sassenheim, dat in
de persoon van zijn firmant vertegen
woordigd was, wegens het uitvoeren van
bepaalde bollen en tulpen naar West-
Duitsland zonder dat een geldige uitvoer-
machtiging was verleend.
De firmant verklaarde, dat deze uitvoer
tot stand was gekomen op aandrang van
de afnemer, waardoor deze een lagere prijs
zou kunnen betalen. Aanvankelijk had ver
dachte er niet aan willen beginnen, maar
tenslotte was hij voor de aandrang be
zweken. „Ik heb iets dergelijks in vijftig
jaar niet gedaan en ik ben ook niet van
plan het ooit weer te doen", merkte hij op.
Als getuige werd gehoord een controleur
van het Produktschap voor Sierteeltgewas
sen, die verklaarde, dat er onder het ge-
exporteerde goed tulpen waren geweest,
die zeer beslist niet uitgevoerd mochten
worden. De officier van Justitie vond het
een ernstige zaak en requireerde, mede
omdat het goed destijds niet in beslag ge
nomen was, zijn genoemde hoge straf.
De economische politierechter, mr. J. D.
Vink, veroordeelde het bedrijf tot een
boete van f 1500, waarvan f 750 voorwaar
delijk met een proeftijd van twee jaar.
HET ADVISEREN BIJ subsidie-aanvragen, het stimuleren van werkzaamheden
op maatschappelijk gebied en het controleren van de arbeid van gemeentebesturen,
die namens het rijk optreden bij het verlenen van hulp aan oorlogsslachtoffers en
gerepatrieerden, behoren onder andere tot de taak van het bureau Noordholland
van het ministerie van Maatschappelijk Werk. Dit bureau is gevestigd in de Wilhel-
minastraat te Haarlem en staat onder leiding van de heer B. Fels. Het ministerie
bestaat bijna vijf jaar en de heer Fels is van mening, dat er in de afgelopen jaren
met succes is gewerkt ten bate van hen, die op het gebied van maatschappelijke
zorg werkzaam zijn. De overheid moet zich zijns inziens niet met het werk bemoeien.
Zij heeft echter wel een taak en door voor maatschappelijke werkers(sters) sub
sidies beschikbaar te stellen kan zij de arbeid stimuleren.
De heer Fels is al van 1945 af in Haar
lem in diverse functies op het gebied van
maatschappelijke zorg werkzaam. Hij was
vroeger directeur van Sociale Zaken in
Alkmaar en heeft de moeilijkheden, waar
mee een dergelijke dienst, speciaal tussen
1930 en 1940 te maken had, gekend. In de
Grondwet staat, dat de armenzorg (thans
te verstaan: maatschappelijk werk) de aan
houdende zorg van de regering heeft. Pas
na de oorlog heeft de regering ingezien,
dat de zorg zich over een breder terrein
moest uitstrekken dan vroeger. Dat was
na de bevrijding wel nodig, want men
stond terstond voor diverse belangrijke
vraagstukken. De gemeentebesturen wa
ren met werk overbelast en waren niet
in staat voldoende aandacht te besteden
aan het opvangen van hen, die door de
oorlog in moeilijkheden waren gekomen.
Opgericht werd onder andere het Cen
traal Bureau Verzorging Oorlogsslacht
offers (C.B.V.O.) met een aantal districten
en de meer Fels werd hoofd van een
bureau in Haarlem. Langzamerhand ver
minderden de werkzaamheden en tenslotte
was er reden om de taak over te dragen
aan de gemeentebesturen, die het werk
uitvoerden in opdracht van het rijk.
Na de soevereiniteitsoverdracht in 1950
kwamen velen naar ons land en grote
groepen moesten worden opgevangen. Het
C.B.V.O. beschikte over een apparaat, dat
in staat was het werk te verrichten en in
korte tijd waren de gerepatrieerden onder
gebracht. Ook die arbeid is achter de rug
en hij wordt voortgezet door gemeente
besturen.
De armenzorg en het maatschappelijk
werk behoorden vroeger bij het ministerie
van Binnenlandse Zaken. De werkzaam
heden breidden zich steeds uit en na de
oorlog zijn voorbereidingen getroffen voor
het vormen van een nieuw ministerie. In
1952 is hiertoe besloten en het ministerie
van Maatschappelijk Werk kwam tot
stand. Gebruik kon worden gemaakt van
de C.B.V.O. In alle districten waren bu
reaus gevestigd en daardoor kon het werk
spoedig op gang komen. De heer Fels
werd hoofd van het bureau Noordholland.
Subsidies
Een der taken van het provinciaal bu
reau is na te gaan of het verlenen van
subsidies zowel voor algemeen uitvoerend
als specialistisch maatschappelijk werk
nodig is. Het ministerie subsidieert de
maatschappelijke werkers(sters) en laat het
werk over aan kerkelijke of particuliere
organisaties. In de praktijk is gebleken,
dat de instellingen dat op prijs stellen en
dat geen inzage gegeven behoeft te worden
van de boeken over het werk. Het mini
sterie gaat echter wel na of de subsidie
voor de werkenden op de juiste plaats
komt. Het verstrekt een subsidie van der
tig percent voor de maatschappelijke wer-
kers(sters); de overheid kan de subsidie tot
zeventig percent opvoeren en de instellin
gen dienen er voor te zorgen, dat zij de
overige dertig percent uit eigen middelen
bijeenbrengen.
De heer Fels verklaarde, dat het mini
sterie van Maatschappelijk Werk er voor
stander van is, dat zoveel mogelijk vrij
willige krachten aan de arbeid meewer
ken. Er moet echter gezorgd worden, dat
een deskundige kracht achter hen staat,
om leiding te geven. Voor deze kracht kan
een subsidie worden verkregen. Door het
houden van cursussen en lezingen kunnen
vrijwilligers op de hoogte komen van de
wijze van werken in de belangrijke arbeid.
Blinden
Het ministerie besteedt ook veel zorg
aan de blinden, echter in samenwerking
met de gemeentebesturen. Het heeft aan
dacht voor zogenaamde neven-zaken. De
gemeente bevordert, dat de blinden aan
het werk kunnen gaan en het ministerie
zorgt er voor, dat steun wordt verleend in
gezinnen. Indien bijvoorbeeld hulp in een
huishouding nodig is, dan wordt mede
werking verleend.
De gezinszorg is een grote taak van het
bureau van de heer Fels. Er bestaan in
Noordholland honderdveertig instellingen
op dit gebied, die in aanmerking komen
voor subsidie. Overleg plegen van Haar
lem uit vergt minder tijd dan van Den
Haag uit. Daarom hebben de provinciale
diensten reden van bestaan en veel tijd
wordt gewonnen doordat de ambtenaren
in de omgeving wonen van instellingen,
waarmee samengewerkt moet worden.
Buurthuizen
Bij het tot stand komen van buurthuizen
in gemeenten kan op de medewerking van
het ministerie van Maatschappelijk Werk
worden gerekend. De heer Fels trekt er
dikwijls in de avonduren op uit, om lezin
gen te houden over het belang buurthuizen
te stichten. Wat de omgeving van Haarlem
betreft zij meegedeeld, dat de heer Fels in
Zwanenburg-Halfweg en in Vijfhuizen in
leidingen gehouden heeft en belangstellen
den een indruk heeft gegeven van het nut
van buurthuizen. Indien een huis gesticht
wordt voor de gehele bevolking (dus niet
voor een bepaalde groep) dan is het mini
sterie bereid subsidies te verstrekken. Di
verse plannen in de provincie zijn in de
maak.
Onmaatschappelijke gezinnen
Het ministerie van Maatschappelijk
Werk heeft nog meer taken en op één
willen wij nog de aandacht vestigen, na
melijk de verzorging van onmaatschappe
lijke gezinnen. In het zuidelijk deel van
Drente heeft het rijk woonoorden gesticht
en uit alle delen van ons land worden
daar gezinnen bijeengebracht. De taak is
niet gemakkelijk, maar ontevreden over
de resultaten is men niet. De woonoorden
staan thans onder leiding van het mini
sterie, maar als de tijd rijp is, dat parti
culieren en kerkgenootschappen de arbeid
willen overnemen, dan is het ministerie
daartoe bereid. Het wil daarbij natuurlijk
subsidies verlenen om het werk mogelijk
te maken. Het principe van het ministerie
is immers zo min mogelijk zelf het maat
schappelijk werk te exploiteren. Wel wil
het in de kosten bijdragen.
Zaak tegen wasmachinebedrijf voor
onbepaalde tijd uitgesteld
Een grote wasmachinemaatschappij uit
Barendrecht, die een verkoopfiliaal heeft
in Hillegom, had in deze zaak een beheer
der geplaatst, die niet in het bezit was van
de vereiste vergunningen.
De directeur, die maandagmiddag voor
de Haarlemse economische politierechter,
mr. J. D. Vink, terechtstond en het be
drijf vertegenwoordigde, sprak zijn spijt
erover uit, dat de beheerder nog steeds
de vergunningen niet had. Voor één on
derdeel was de man geslaagd en voor
enige andere gedeelten zou hij waar
schijnlijk slechts de vereenvoudigde proef
behoeven af te leggen, zodat de verwach
ting bestaat, dat hij over enige maanden
volledig gediplomeerd is. „Voor het on
derdeel rijwielbedrijf zal hij wel nooit
slagen en daarom hebben wij de rijwiel
verkoop gelikwideerd".
De economische politierechter was on
der de indruk van de vele examens, die de
beheerder moet afleggen: „Van deze man
wordt welhaast het onmogelijke geëist",
meende hij.
De officier van Justitie, mi*. J. Wiarda,
zei op een verzoek van de directeur om de
zaak uit te stellen, totdat de beheerder
geslaagd zou zijn, dat hij, aangezien het
hier de derde keer betrof, dat de was
machinemaatschappij terechtstaat, eigen
lijk sluiting van het filiaal zou moeten
eisen. Om deze onaangename eis te voor
komen voelde hij er wel wat voor de zaak
voor onbepaalde tijd uit te stellen. De
economische politierechter kon zich hier
mee verenigen.
Dinsdag 12 maart hoopt de heer P. H.
Borghouts het feit te vieren, dat hij zich
vijfentwintig jaar geleden te Haarlem ves
tigde als makelaar in onroerende goederen
en in assurantiën. Die dag zal te zijnen huize
aan de Kenaustraat 5b een receptie worden
gehouden.
De heer Borghouts is in Haarlem een ge
ziene figuur, niet alleen door zijn arbeid als
makelaar, maar ook door zijn werk op maat
schappelijk gebied. Verscheidene malen, spe
ciaal na de bevrijding, is een beroep op hem
gedaan bij acties en daaraan heeft hij zich
geheel gegeven. Wij herinneren aan zijn ac
tiviteit ten bate van Volksherstel en ten
bate van de slachtoffers van de watersnood
in februari 1953.
In sportkringen en speciaal bij de voetbal
club „Haarlem" is de heer Borghouts een
bekende persoonlijkheid. Voorts geeft hij
zijn krachten aan de Vereniging van Make
laars in Haarlem en omgeving door als voor
zitter op te treden.